No. 13223 LEIDSCH DACBLAD. WOTNSDAC I APRIL. TWEEDE 31. AD. Anno 1903 PERSOVERZICHT. Tweede Kamer. FEUILLETON. Do inperking dor vaccinatie ■wordt door Het Vaderland besproken in een artikel, dat aldus eindigt: Wij bewonderen de bestaande vaccine-wet geving niet Wij zijn niet blind yoor haar halfslachtigheid, die enkel op de scholen maatregelen nam tegen pokken-besmetting. In België gaat men met dr. Terwagne's voorstel van algemeen verplichte vaccinatie een beteren kant uit. En ook hapert het ons niet aan eerbied voor hen, die tegen inenting gemoedsbezwa ren hebben, die niet maar zijn verzonnen. Maar daartegenover mag, meenen wij, van den wetgever eerbied worden gevergd voor de bezwaarde gemoederen van hen, die in inperking van den vaccinedwang" ernstig gevaar zien voor hun kinderen, voor zichzelf wellicht, voor den gezondheidstoe stand van heel ons volk. De Provinciale Groninger Courant zegt, dat hot vaccine-wetje op het standpunt van minister Kuypor bescheiden genoog is. Toch, ja mede daarom is het onaanneme lijk. Want hot doel, dat bij den maatregel voor oogon staat, zal er niet mede worden bereikt. De Minister zelf erkont, dat de aanneming van zijn voorstel geenszins alle bezwaarden baten zal. En het is ook moei. lijk vol te houden, dat dit wel hot geval Worden zal. Maar dan wordt door de aan neming van dit wetje de toestand op het standpunt der bezwaarden ergerlijkor, in eoover als men, door een deel van hen ter wille te zijn, voor de anderen de handha ving van den dwang veel pijnlijker maakt. Er is in dit voorstel geenerlei beginsel te Ontdekken. Niet de vraag of het gemoeds bezwaar bestaat zonder meer, zal voor de /vrijstelling van den inëntdngsdwamg beslis- ,Eond zijn, maar de vraag of dat bezwaar .buist bij de ouders of verzorgers van kinde ren, die een bijzondere school bezoeken, het zij daai dat 't een school met den Bijbel is of Joon school zonder confeasioneol-godsdionsti ;ge richting. Juist 't feit, waarop de Minister wijst, dat steeds meer bijzondere scholen van de laatste soort worden opgericht, breekt den staf over de door hem voorge- Btclde regeling, krachtens welke de vrijstel ling van den inëntingedwang boven en vóór alles ondergeschikt is aan de vraag: open bare of bijzondere school, die g heel wille keurig is en met de zaak niets heeft te ma- kon. Dat do Minister zelf niet gerust is om trent de gevolgen, die de kleine dosis vrij. beid, welke hij aanbiedt, zal hebben voor de volksgezondheid bewijst, zoo betoogt het 'blad verder, zijn verlangen, dat de werking jcener verleende ontheffing van den plicht om zich te doen inenten zal worden opgc- schort gedurende den tijd, waarop de pok ken in een gemeente epidemisch zijn ver klaard. Dit gedeelte van hot voorstel, zegt 'zij, houdt het doodvonnis in van den voor gestel den tem per ings- maatregel De Provinciale Groninger Courant ver wacht, dat de meerderheid in da Tweede Kamer don Minister met hot voorstel niet dm den steek zal laten. En de^Eorsbe Kamer heeft het in zijn ge heel aan te nemen of te verwerpen. Zal zij •begrijpen, dat de nadeelen, die van de te iverleenen dispensation te duchten zijn, het ver winnen van het voordeel, dat in de zorgvuldigere bewaking van do operatic is gelogen? Voor de volksgezondheid, die bij d<- opvolging van Jenners weldadig voor schrift zoo innig is betrokken, is het fcc ho pen. De pokken hebben in de laatste kwa-rt- eeuw hier te lande hun verschrikkelijk ver- woastingswerk niet meer kunnen volbren gen. Zal do Nederlandsche wetgever den "eersten stap doen om de personen, die dus- vor, ingevolge den dwang, van do ofschu- wol ijk© ziekte bevrijd bleven, ,,wecr een goede kans" te geven haar op te loopen De Residentiebode heeft zich met d»> in perking zooals de Regeering die thans wonschfc, verzoend. Niet omdat zij thans als katholiek blad Pok gemoedsbezwaren zou hobbon tegen don vaccinedwang, maar omdat zij zich herin nert, dat ook de katholieken veel gemoeds bezwaren hebben, die zij door den Staat wensahen geëerbiedigd te zien en De Resi denticbode denkt aan het oude: „Wat gij niet wilt, dat u geschiedt..." Daarom acht de redactie bot goed, dat „binnen zekere grenzen" ook mot de gemoedsbezwaren van protest-anten re kening worde gehouden, namelijk tot zoo verre dit rekening-houden niet in strijd komt met de gemoedsbezwaren van ande>- ren. Dit meent het blad heeft de Mi nister zeer wel ingezien: „Hij heeft de verplichte inenting gehand haafd, niet slechts voor de openbare, maar ook voor de bijzondere scholen, alleen de gelegenheid openende op verzoek van ouders en schoolbestuur of -hoofd voor sommige bijzondere scholen afwijking toe te staan. Het spreekt vanzelf, dat zulk een afwijking door een schoolbestuur of schoolhoofd niet zal worden gevraagd, wanneer men niet overtuigd is, dat de meerderheid van de oudere geen bezwaar heeft hun kinderen met ongevaccineerden t>p do schoolbanken te doen neerzitten. Vreezen zij nadeel or van voor hun school, dan zullen zij het ver zoek van de ouders zeker niet steunen of overbrengen. Zeker, liet is mogelijk, dat enkele oudere bezwa<ar hebben, doch dezen worden behoor lijk gewaarschuwd en zullen gemakkelijker op andere wijze in het onderwijs van hun kinderen kunnen voorzien dan zij, voor wie thans alle scholen gesloten zijn. Men heeft dan ook bij gebreke van an dere argumenten het vooral geworpen op de inconsequentie, die hieruit spreken zou, zich niet zonder schijn van recht beroepend op een uitlating van do Memorie van Toe lichting." Maar hun antwoordt De Residentiebode „Van inconsequent gesproken, geeft gij op dit gebied .eon voorbeeld. De inenting, die gij vordert voor het schoolkind, eisoht gij niet voor hen. die op andere plaatsen met elkaar bijeenkomen. Zij is zelfs niet Verplicht in het leger, waar do ingeënten gedwongen zijn te verblijven on samen te leven met oavingrireWi. Gij hebt begrepen, dat, hoe voortreffoliik de inenting in uw oog was, gij daarom toch hot recht mislet den vaccinedwang in te voeren, en gij hebt daarom nirt de vaccinatie verplichtend ge stold, zelfs niet van het kind, wnt gij in uw stelsel doen moest maar alleen de vacoinntie trachten to bevorderen door haar to eiflchen voor de toelating tot do school, zeker, dat het meerend°el der vogeltjes dan in het net vloog. Wat is dit andere dan een zeer opportunistisch, maar tevens ook zeer inconsequent handelen? Tndion dr. Kuvper da n ook onlogisch handelt, dam is hot alleen, omdat hij in de lijn bliift, rleu direc tion dwang afwijst, maar der rekten drang, die thans bestaat, handhaaft, doch aJl-rem zondof den dw°.t»g te nvVen tot ver grijp aan de gemoedsbezwaren. De Nieuwe Arnhemsche Courant bespreekt het ingediende wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der wet tot regeling van het h o o- ger onderwij s. Hot blad wijst er op, hoo moeilijk het voor do linkerzijde der Kamer zal zijn, met hot voorstel mee te gaan. Niet alleen wordt van haar geëischt te er kennen, dat de grondslag, waarop het tot heden bestaande hooger onderwijs was opge bouwd, niet deugt, maar zij wordt tevens uitgenoodigd de steeds gehuldigde opvatting omtrent vrijheid der wetenschap te vervan gen door een, welke danrmede lijnrecht in strijd is, wat meer zegt, zij zal voor dit tot heden door haar veroordeelde onderwijs, aanzienlijke subsidies moeten toestaan uit 'sRijks kas. Er zal, hiervan zijn wij zeker, in het go- mocd van menigeen, geroepen om over dit wetsontwerp een oordeel uit te spreken, een felle strijd gestreden worden tusschen de er kenning, dat de rechtsgelijkheid van alle ge loofsovertuigingen, het beginsel van vrijheid van onderwijs ten gunste van dit ontwerp spreken, en de eerlijke overtuiging,dat daar mede aan het hooger onderwijs en aan do toekomstige belangen der jeugd schade wordt berokkend. Het blad meent, dat, wordt dit voorstel wet, de Openlare Gymnasia in zeer ongun- stigen toestand zullen komen en zich zeer moeilijk zullen kunnen staande houden. De leerkrachten op de Openbare Gymna sia worden duur betaald, die op do bijzon dere, vooral Katholieke, zullen weinig kos ten on nog daarenboven krijgen de bijzon dere een belangrijke subsidie. En wat er bij komt Toch zal van Rijkswege niet het geringste toezicht worden uitgeoefend op het rich- tigc gebruik dezer gelden. Wel moeten de lokalen, waarin do lessen worden gegeven, gedurende de lesuren opengesteld voor den Inspecteur, en zijn curatoren en rector verplicht hem de verlangde inlichtingen te verschaffen omtrent de school en het onder wijs, maar de bepaling van art. 20: ,,De in specteurs zijn bevoegd van de overtredingen dezer wetvoor zooveel de gymnasia be treft, proces-verbaal op to maken," geldt niet voor de bijzondere scholen. De Minister acht het niet noodig het na komen dezer voorschriften door een strafbe paling te sanctionneeren. Bij weigering om inlichtingen te geven toch zal de aanwijzing worden ingetrokken. Alsof men zich om dat toezicht, zol rèr strafbepaling, in het minst zal bekommeren Evenmin zal gelden de bepaling van art. 15, waarbij de goedkeuring van het burger lijk gezag als vcreischte wordt gesteld, voor zoover betreft het getal der leeraren cn het bedrag hunner jaarwedden. De Nieuwe Arnhemsch'è Courant zegt ver der, dat natuurlijkerwijze de oprichting van een Katholieke Universiteit te verwach ten is, en meent van de nieuwe wet dan do volgende gevaren te moeten duchten: Daarmee zsl de scheidsmuur, opgetrokken ook tusschen de Katholie* re cn hun anders denkende landgenootcn, 1 zijn voltooid. De katholiek en de orthodoxe protestant zullen den volwassen lreflijd kunnen berei ken. zonder ooit, noch op de lagere school, nog op het gymnasium, noch op de univer siteit in eenig contact te zijn gekomen met het andere deel der bevolking. Hot weten schappelijk gevormd deel der natie zal ge splitst worden in drie groepen, welke niets met elkander gemeen hebben en feitelijk te genover olkancfcr staan. De Nieuwe Amhcmsche Courant meent, dat deze eenzijdigheid zich te harcr tijd zal wreken en merkt dan op: Dit is te meer te betreuren, omdat door don Minimier het midd 1 aan de hand ge daan wordt om aan de werkelijke, reeds vroeger door ons erkende bezwrren, wol^e tegen het bestaande universitair onderwijs worden aangevoerd, tegemoet te komen. Terwijl de Arnhemsche Courant tracht aan te fcoonon, dat Zondagsrust 1 de telegraphic in de groote steden cn ook te Arnhem ons in het buitenland belachelijk maakt, dringt De Winkelier aan op alge meen© invoering van Zondagsrust. Het bind zegt „Wij hebben in de dezer dngen gepubli ceerd© gedeelten van het ontwcrp-Arheicls- wet kunnen lozen, dat de Minister zich daar bij ook bezighoudt met wettelijke regeling van arbeidstijd in winkels, zoodat bij aan neming van dat ontwerp de vervroegde win kelsluiting een feit zou zijn. Wellicht, dat later ook do openstelling van winkels op Zondagen hot onderwerp eoner wet zal wor den wij weten cr niets van, maar de mo gelijkheid is niet uitgesloten. Welnu: inge val de wet alsdan mocht dwingen tot slui ting op Zondag, zou het dan niet een groot© voldoening voor de winkeliers zijn, wanneer de uitvoering dier wet door hun vooruitzien de samenwerking gemakkelijk was gemaakt? En werkelijk: zonder de vrijwillige medewer king van alle belanghebbenden behoort Zon dagsrust voor winkeliers nog altijd tot do vrome wcnschen." De Standaard schrijft over de Onder- wij s-c o m m i s s i e Ook dio commissie deugt in het oog van het Handelsblad weer niet. Al wat van dit Kabinet komt, wordt door dit blad naar de prullenmand verwezen. Do vaccinewet is „een vodje", en de Staatscommissie moest heel anders zijn saamges tcld. kleinen Miles, die roods doornat was, ondor den doodtn wilg aan den slootkant had gezet, waar zy ongeveer eon half uur hadden ge zeten, totdat de koetsier hen vond. Het diende nu tot niets meer, Humphrey te straffen en te berispenmen dacht er zelfs niet aan. AI wat nu godaan kon worden was, Miles onmiddel.yk naar bed te brengen, om op die manier do kwade gevolgon van de vochtigheid en de koude, waaraan by had blootgestaan, te voorkomen. Maar het kwaad was gebeurd. Miles hoestte den geheelen nacht en werd den volgenden morgen uit een benauwden slaap wakker met eon zware bezitting op de borst, die by hem meer dan eens de voorloopor van kroep was geweest. De dokter kwam naar hem zien en beval, dat hy onder de dekens zou blijven. Don heelen morgen zat Humphrey aan het bed van zyn broertje, maar ten laatste werd hy weggezonden, omdat hy te veel praatte, en Miles, telkens als hy sprak, een hevige hoestbui kreeg. Des middags werd de kleine erger, en In haar angst zond Virginie nogmaals om den dokter. Humphrey zorgde, dat hy uit den weg bleef, want by gevoelde wel, dat hy in ongenade was, en ging ln den tuin spelen. Hy ver veelde zich wel erg zonder zyn broertje, maar daar by nog jong was, had hy nog geen oogenblik angst gevoeld, want Miles was vroeger al zoo dikwyis ziok geweest en was altyd weer beter geworden. Nu had hy in niets pleizier, en geen spel beviel hem, nu hy de voldoening niet had door Miles te worden toegejuicht Ten laatste trok Humphrey zich mismoedig naar de bleek terug, waar by een vriendin had in Dolly, de waschuieid# Daarin hadden ook specialiteiten van het Middelbaar en van het Lager en Gymnasi aal onderwijs, waarom ook niet van het Technisch onderwijs, moeten zitten. Toch mag men zich gelukkig rekenen, dat de heeren van hetHandelsblad de commissie niet te benoemen hebben gehad. Verbeeld u, wat breede oommissie dit zou geworden zijn. Voor elk onderdeel speciali teiten, en dan natuurlijk dubbel gerekend voor het openbaar en het bijzondor onder wijs. Elke Universiteit zou een vertegen woordiger hebben gewild. Dat was reeds vijf: dan do Polytechnische school, het mid delbaar technisch onderwijs, de ambachts school, do industrieschool, de landbouw school, dc lager© scholen, de scholen voor uit gebreid lager onderwijs, dc Middelbare scholen en de Gymnasia. Alzoo een commis sie van minstens twintig leden. Juist een oomraissie dus, om eindeloos en nogmaals eindeloos te redeneeren, en in geen jaren ge reed te komen. Een oommissie van zeven leden, gelijk nu optrad, is althans een commissie, die vlug werken kan. In het Tijdschrift vóór Armenzorg cn Ein derbeschaving schrijft G. A. A. Bouricius: „De weesjongens zullen moeten bedelen voor hun brood, ook, als het gesticht later rijk mocht worden." Deze bepaling vindt men opgetcckend in het reglement van het weeshuis te Utrecht, dat door den Kanun nik Evcrard Zondenbalch gesticht is in het jaar 1492. 't Was in dien tijd recht en plicht van den wees, om zijn kost in do gasthui zen of bij rijke lieden te gaan halen; zijn weespak was zijn vrijgeleide. In het Januarinummer van het Maand blad in het Bel. der Opv. van Wcczen ver telt A. v d B., dat zij weeskinderen gezien heeft in dc stad harer inwoning, die met oen bus langs de huizen liepende schooljeugd keek hen aan. zag naar hun „raro" pakje cn liep babbelend naar school. Do weezen sloegen snel een hoek om. Naar aanleiding van dit straattooneeltje, vraagt A. v. d .B., of het veroorloofd is in onzen tijd, weeskinderen voor arme go- stiohten te laten bedelen, in den tegen woordige n tijd, nu het van behoeftige ouders niet goedgekeurd wordt, zoo ze hun kinderen ter bedelarij uitzenden. Verder wordt geopperd, of het uit een op voedkundig oogpunt ook verkeerd kan zijn dezen kinderen te leeren vragen, omdat deze les hen, bij tegenspoed in 't leven, wel eens al te spoedig tot het „rusten op andcrer hulp" zou kunnen brengen Jong geleerd oud godaan. De 15de eeuw geloofde aan ootmoed, door bedelen aangekweekt, cn maakte reglemen ten, daarop steunend. De 20ste eeuw vreest, dat aalmoezen vra gen in medelijden wekkende pakjes den moed tot arbeiden dooft. Zouden do regle menten nu niet gewijzigd mootcn worden naar de huidige opvatting? Ntaklu^wettcn. Aanvulling on w y z 1 g l n g van het Wetboek van Strafrecht. Eindverslagen. In baar eindverslag zegt de Commissie van Rapporteurs dat het haar by kennisgeving der Memorie van Antwoord gebleken is, dat de Regeering niet hooft beantwoord do vragen In hot Voorloopig Voralag. Is door het aanbioden van poststukkon tot vervoer geconstateerd, dat de mautscbappyen zich niet in staat, gevoelden voor het vervoer zelf te zorgen, of heeft het bestuur der posto- ryen het vervoer zolf bezorgd zonder zoodanig aanbod? Ilebben de maatschappyen zich ton deze op overmacht beroepen en is daarby ge handeld in overeenstemming met art. 55 der spoorwogovereenkomsten Hebben de stakende spoorwegarbeiders zich aan buitensporigheden schuldig gemaakt, zoo ja, aan wolko? De Commissie zou het op prys stellen, indien do Regeering, hetzy schrifteiyk, hetzy mon deling alsnog van haar gevoelen omtrent de besproken punten zou willen doen biyken, In het vertrouwen, dat het door den Minister De tuin grensde aan het waschhoken dikwyis had Dolly, terwyi zy aan het open venstor stond te werken, het spel der kinderen gadegeslagen en hun lange gesprekken woord voor woord afgeluisterd. Zy was misschien de eenige, die Humphrey ooit in zyn ernstigo oogenblikken had gezien. Zonder dat hy het wist, was zy eens getuige geweest van zoo'n zeldzame uitbarsting van droefheid, kort na het overiyden zynor moeder, en sinds dien tyd had niemand zooveel van hot kind go houden als zy op haar eenvoudige manier. Nooit had zy kunnen vergeten, hoe bitter de arme kleine jongen geschreid had over do kers, die hy had geplant voor zyn moeder, en die te laat was opgekomon. Het was toen Jangen tyd droog weor ge weest, een alles verzengende hitte, en do kers wilde maar niet opkomen. Eiken dag was hy gaan kyken, of er nog niets van te plukken was, om het dan aan mama te geven, maar telkens was hy teleurgesteld geweest. Op dien droeven dag, toon de lyk koets haar had weggedragen, was hy ook weer naar zyn tuintje geloopen, om daar zyn bitter verdriet te ontvluchten; maar hot aller eerste, wat daar zyn oog ontmoette, was hot groone „A. D.", dat hem met zyn frissche blaadjes toelachte. „Nu heb ik er niets meer aan!" had Dolly hem hooren schreien; „was het maar nooit opgekomen I" Dienzelfden dag had zy hom in het zwarte rouwpakje de lammetjes in de weide zien opjagen; en door hot vonster zijner kamer had zyn vader het ook gezienon toen hadden beiden, do eenvoudige, onontwikkelde wasch- meid, en de geleerde sir Everard Duncombe, baronet en parlementslid, een geheel ver schillend oorde#l over den knaap geveld. toegezegd „Overzicht van wetgeving on juris prudentie" zal worden ingezonden, vóórdat mot de openbare beraadslaging een aanvang wordt gemaakt, Is de Commissie van oordeel, dat die beraadslaging door de gewisselde schrifturen voldoende is voorbereid. Ook het wetsontwerp betreffende de spoor wegbrigade en het wetsontwerp tot het instel len van een onderzoek ten aanzien van de rechtsverhoudingen on do voorwaarden waar onder het personeel by spoorwogbodryf in dienst ls, acht de Commissie van Rapporteurs genoegzaam voorbereid voor openbare beraad slaging. Nederland en Venezuela. Memorie van toelichting. Bij de Tweede Kamer is ingekomen en wordt hoden in do afdeelingon onderzocht een wetsontwerp tot goedkeuring van de op 28 Februari j.L tusschen Nederland on do republiek Venezuela gesloten overeenkomst tot het ondorwerpen aan arbitrage en tot betaling van alle onafgedano vorderingen van de Nederlandsche Regeering en Neder landsche onderdanen op de genoemde Ro publiek. D© Ministers van Buitenlandsoho Zaken en van Koloniën dcelen in de Memorie van Toelichting mede, dat dezo overeenkomst in do eorate plaats strekt tot het instellen van een gomongde commissie, ton oindo onder zoek te doen omtrent de reclamatie© zoo van don Staat als van particulieren cn billijke schadevergoeding too t© kennen. De oommissie zal bestaan uit con door do Nederlandsche Regeering on eon door dio van Venezuela bo benoemen lid; een derdo scheidsrechter zal do leiding, cn bij verschil tussohon hen, de beslissing in handen heb ben. Terwijl do Voreenigdo Staten van Ameri ka en Venezuela aan Haro Majesteit de Koningin hebben verzocht dien derdo aan te wijzen en Hare Majesteit dio tank heeft aanvaard, zal krachtens do Nederlandseh- Vcnozuclannsohe overeenkomst een gelijke opdracht worden vervuld door den presi dent dor Verconigdo Staten, dio zich daar toe eveneens boroid heeft verklaard. Te Hilversum is brand ontstaan in do fabriok van drop en suikerwerken „Het Katje" aan don Noorderwcg. Hoewel de brandweer spoedig ter plaatse was cn hot vuur met kracht aantastte, viel er van de fabriok niets meer te redden. Het woon huis echter bleef gespaard, dank zij ook den krachtigen wind, die de vlammen den tegonovorgeetcldon kant opjoeg. De aan we. zigo voorraad drop en suikergoed, die zeer groot was met het oog cp het aanstaande Paasohfeeet. ging geheel vorloren, evenals do goh© oio inboedel dor fabriek. Alles was verzekerd te Amsterdam. Do oorzaak is on- bokend. Den vorigen dag was juist het go- dcolle van dc fabriok, waar vuur aanwezig kan zijn, brandvrij gemaakt. Ook was den goheelen dag geen vuur gebruikt. Een twintigtal werklieden zijn nu voorloopig zonder werk. Do eigenaar, de heer Siisz hol/., was voor zaken afwezig. D e 60-j arige W. van Tont, oon dergonon, die 18 Maart jl. aan den Slotor- weg te Amsterdam gewond werden door van in aanbouw zijnde huizon afgewaaide kap bedekking, is gisteren in hot Wilhri mi na- Gasthuis aan do toon uk omen verwondin gen overleden. Do gosi gn aloordo Barend Arend Costima, zich ook noemende Abra ham Cohen, kleermaker, wonende te Am sterdam en van diefstal verdacht, is te 's-Hertogenbosoh aangehouden om naar zijn woonplaats to worden opgezonden. Eon voordooligc tram. Eon oonduotour van de Dodomsvaartsch© traan vond dezer dagen in een der rijtuigen een bedrag van f 400 aan bankpapier. Vermoe dende van wien deze som afkomstig was, deed hij het terstond aan den eigenaar toe. komen. Een dag later vond dezelfde conducteur een portefeuille mot 1000. Bij Achlum (Fr.) schrikte giste, ren con paard voor de stoomtram. De be rijder, v. M., uit WeLsrijp, viel er af en bozcordo zich zóó ernstig, dat hij spoedig overleed. Humphrey had voel to doen in zyn tuintjo en werkte goruimen tyd yvorig door; «laarna ging hy Dolly helpen, draaide den mangel en maakte zeepsop Hy lichtte haar ook in omtrent de liooge eer, die haar met hoi aan staande oogstfeest zou ton deoi vallen; hy zou met haar gaan dansen en vroeg haar wel wat ang6tig, wat voor japon zy by die gelegonheid van plan was lo dragen. Zy moest er natuuriyk heel mooi uitzien, vor- schrikkeiyk mooi. Na hem do diepste go hoimhouding to hebben verzocht, vertrouwde Dolly hom toe, dat zU oon nieuwe katoenen japon zou koopen, on raadpleogde hem over de kleur, die zy zou kiozen. Humphrey liet in gedachto allo mooie dingon do revue passeeren, die hy in den Jaat8ton tyd gezien hadby den sigarenkoker liet hy halt houden, en na nog oen oogen blik ernstig nadonkon, stelde hy cröuie ou goud voor. Maar dat vond Dolly wol wat opzichtig; bovendien twUfelde zy ten storksto, of een katoenen japon van dio kleuren wel in oenigou winkel van het dorp zou zUn te krygen „Zou geel niet goed wezen?" stelde Hum phrey voor; „dat zou net als hol koren zyn." Dat was oen prachtig idee, en Dolly bo- loofdo, dat zy zou zoigen voor een prachtige gele japon met een rood streopjo; en als die niet te krygon was, zou zU toch zokor wol aan een ollen gele kunnen komon. Zoo vloog de tyd voorby. Eindeiyk was Humphrey zeer verwondord, dat niemand hem nog kwam roepon; en spoedig.pakte hy zyn tuingereedschap by elkaar en wenschto Dolly „goedon dag". Wordt vervolgd.) Zonde; Mosder. 20) De eerste persoon, dio zy tegenkwamen, was Virginie; Dyson zeide, dat hy mot ,mamsel" eens een „appeltje wou schillen." In zyn opgewonden toestand was Humphrey tot alles in staat; toen Virginie dus druk mot Dyson stond te praten, riep hy Miles, en zeide, dat het een prachtige avond was om naar den vyvor te gaan, waar de water lelies groeiden. Hy wist, dat een zypad van den grooten weg hen heel gauw daar zou brengen, en hy was niets bang, dat zy den weg niet terug zouden vinden. Niot de minste herinnering aan do belofte, ;die hy zyn vader gedaan had, verontrustto •zyn geweten; als zy niet in den boom gingen klimmen, kon Virginie er toch niets tegen hebben I Hy hielp zyn broertje dus over hot hok, dat het zypad afsloot, en de beide kleine vluchtelingen liepen heen, zoo hard zy konden. Ondertusschen stond Virginie druk door de trompet te spreken op den grooten weg, en bemerkte niet, dat de beide knapen waren vord wenen. Des avonds was er groote ontsteltenis en verwarring in de anders zoo rustige huis houding van het oude Wareham Abbey; want het was al over achten, en nog waren de heide jongeheeren er niet. In het eerst had Virginie zich niet zoo zeer verontrust; want zy bleven dan dikwyis achter bet huis of in een afgelegen hoekje van den tuin spelen en kwamen tegen theo- tyd vanzelf thuis. Toen het echter later begon te worden, werd zy ongerust oil ging naar bon zoeken. Die ongerustheid werd angst, toen zy tever geefs de schuur, het wasehhok, de stallen, de tuinen had doorzocht. Toen liet daarna be gon te stortregenen, bleef zy haar zenuwen niet langer meester; zy vloog naar huis en bezwoer den anderen dienstboden weenend in halt Fransche, half Engelscho bewoordingen haar te helpen en te raden, wat het best was om te doen. Nooit, nooit zou Miles de gevolgen van zulk nat, koud weder te boven komen 1 De tuinman word den oenen, de koetsier den anderen kant uitgezonden met parapluies en regenjassen. De twee kleine schuldigen worden spoedig gevonden; zy zaten aan don kant van een sloot, onder oen dooden knotwilg to schuilen. By Humphrey was zelfs de gedachto niet opgekomen, dat hy verkeerd had gedaan; hü zeide, dat hy er niets aan doen kon. „Wy verlangden zoo naar de waterlelies en den vy'ver," zeide by, „en die waren zoo mooi, dat hy beelemaal niet meer aan tyd had gedacht, - totdat de zon onderging; toen waren zo zoo gauw mogelyk weggerend, verkeerd geloopen en verdwaald geraakt in het bosch. Zy waren den verkeerden kant uitgegaan, toen zy oen jongen ontmoetten, die hen op hun vergissing opmerkzaam maaüte en hun den juisten weg wees. Ondertusschen was het gaan regenen; en toen eerst had Hum phrey zich plotseling herinnerd, dat zyn broertje door regen heel gemakkeiyk kou kon vatten. Met den grootsten trots op zyn behoed zaamheid verhaalde hy ten minste, dat hy

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5