No. 13223
LEIDSCH DACBLAD. WOTNSDAC I APRIL. TWEEDE 31. AD.
Anno 1903
PERSOVERZICHT.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Do inperking dor vaccinatie
■wordt door Het Vaderland besproken in een
artikel, dat aldus eindigt:
Wij bewonderen de bestaande vaccine-wet
geving niet Wij zijn niet blind yoor haar
halfslachtigheid, die enkel op de scholen
maatregelen nam tegen pokken-besmetting.
In België gaat men met dr. Terwagne's
voorstel van algemeen verplichte vaccinatie
een beteren kant uit.
En ook hapert het ons niet aan eerbied
voor hen, die tegen inenting gemoedsbezwa
ren hebben, die niet maar zijn verzonnen.
Maar daartegenover mag, meenen wij,
van den wetgever eerbied worden gevergd
voor de bezwaarde gemoederen van hen,
die in inperking van den vaccinedwang"
ernstig gevaar zien voor hun kinderen, voor
zichzelf wellicht, voor den gezondheidstoe
stand van heel ons volk.
De Provinciale Groninger Courant zegt,
dat hot vaccine-wetje op het standpunt van
minister Kuypor bescheiden genoog is.
Toch, ja mede daarom is het onaanneme
lijk. Want hot doel, dat bij den maatregel
voor oogon staat, zal er niet mede worden
bereikt. De Minister zelf erkont, dat de
aanneming van zijn voorstel geenszins alle
bezwaarden baten zal. En het is ook moei.
lijk vol te houden, dat dit wel hot geval
Worden zal. Maar dan wordt door de aan
neming van dit wetje de toestand op het
standpunt der bezwaarden ergerlijkor, in
eoover als men, door een deel van hen ter
wille te zijn, voor de anderen de handha
ving van den dwang veel pijnlijker maakt.
Er is in dit voorstel geenerlei beginsel te
Ontdekken. Niet de vraag of het gemoeds
bezwaar bestaat zonder meer, zal voor de
/vrijstelling van den inëntdngsdwamg beslis-
,Eond zijn, maar de vraag of dat bezwaar
.buist bij de ouders of verzorgers van kinde
ren, die een bijzondere school bezoeken, het
zij daai dat 't een school met den Bijbel is of
Joon school zonder confeasioneol-godsdionsti
;ge richting. Juist 't feit, waarop de Minister
wijst, dat steeds meer bijzondere scholen
van de laatste soort worden opgericht,
breekt den staf over de door hem voorge-
Btclde regeling, krachtens welke de vrijstel
ling van den inëntingedwang boven en vóór
alles ondergeschikt is aan de vraag: open
bare of bijzondere school, die g heel wille
keurig is en met de zaak niets heeft te ma-
kon.
Dat do Minister zelf niet gerust is om
trent de gevolgen, die de kleine dosis vrij.
beid, welke hij aanbiedt, zal hebben voor de
volksgezondheid bewijst, zoo betoogt het
'blad verder, zijn verlangen, dat de werking
jcener verleende ontheffing van den plicht
om zich te doen inenten zal worden opgc-
schort gedurende den tijd, waarop de pok
ken in een gemeente epidemisch zijn ver
klaard. Dit gedeelte van hot voorstel, zegt
'zij, houdt het doodvonnis in van den voor
gestel den tem per ings- maatregel
De Provinciale Groninger Courant ver
wacht, dat de meerderheid in da Tweede
Kamer don Minister met hot voorstel niet
dm den steek zal laten.
En de^Eorsbe Kamer heeft het in zijn ge
heel aan te nemen of te verwerpen. Zal zij
•begrijpen, dat de nadeelen, die van de te
iverleenen dispensation te duchten zijn, het
ver winnen van het voordeel, dat in de
zorgvuldigere bewaking van do operatic is
gelogen? Voor de volksgezondheid, die bij
d<- opvolging van Jenners weldadig voor
schrift zoo innig is betrokken, is het fcc ho
pen. De pokken hebben in de laatste kwa-rt-
eeuw hier te lande hun verschrikkelijk ver-
woastingswerk niet meer kunnen volbren
gen. Zal do Nederlandsche wetgever den
"eersten stap doen om de personen, die dus-
vor, ingevolge den dwang, van do ofschu-
wol ijk© ziekte bevrijd bleven, ,,wecr een
goede kans" te geven haar op te loopen
De Residentiebode heeft zich met d»> in
perking zooals de Regeering die thans
wonschfc, verzoend.
Niet omdat zij thans als katholiek blad
Pok gemoedsbezwaren zou hobbon tegen don
vaccinedwang, maar omdat zij zich herin
nert, dat ook de katholieken veel gemoeds
bezwaren hebben, die zij door den Staat
wensahen geëerbiedigd te zien en De Resi
denticbode denkt aan het oude: „Wat gij
niet wilt, dat u geschiedt..."
Daarom acht de redactie bot goed, dat
„binnen zekere grenzen" ook mot
de gemoedsbezwaren van protest-anten re
kening worde gehouden, namelijk tot zoo
verre dit rekening-houden niet in strijd
komt met de gemoedsbezwaren van ande>-
ren. Dit meent het blad heeft de Mi
nister zeer wel ingezien:
„Hij heeft de verplichte inenting gehand
haafd, niet slechts voor de openbare, maar
ook voor de bijzondere scholen, alleen de
gelegenheid openende op verzoek van ouders
en schoolbestuur of -hoofd voor sommige
bijzondere scholen afwijking toe te staan.
Het spreekt vanzelf, dat zulk een afwijking
door een schoolbestuur of schoolhoofd niet
zal worden gevraagd, wanneer men niet
overtuigd is, dat de meerderheid van de
oudere geen bezwaar heeft hun kinderen
met ongevaccineerden t>p do schoolbanken
te doen neerzitten. Vreezen zij nadeel or
van voor hun school, dan zullen zij het ver
zoek van de ouders zeker niet steunen of
overbrengen.
Zeker, liet is mogelijk, dat enkele oudere
bezwa<ar hebben, doch dezen worden behoor
lijk gewaarschuwd en zullen gemakkelijker
op andere wijze in het onderwijs van hun
kinderen kunnen voorzien dan zij, voor wie
thans alle scholen gesloten zijn.
Men heeft dan ook bij gebreke van an
dere argumenten het vooral geworpen op
de inconsequentie, die hieruit spreken zou,
zich niet zonder schijn van recht beroepend
op een uitlating van do Memorie van Toe
lichting."
Maar hun antwoordt De Residentiebode
„Van inconsequent gesproken, geeft gij
op dit gebied .eon voorbeeld. De inenting,
die gij vordert voor het schoolkind, eisoht
gij niet voor hen. die op andere plaatsen
met elkaar bijeenkomen. Zij is zelfs niet
Verplicht in het leger, waar do ingeënten
gedwongen zijn te verblijven on samen te
leven met oavingrireWi. Gij hebt begrepen,
dat, hoe voortreffoliik de inenting in uw
oog was, gij daarom toch hot recht mislet
den vaccinedwang in te voeren, en gij hebt
daarom nirt de vaccinatie verplichtend ge
stold, zelfs niet van het kind, wnt gij in
uw stelsel doen moest maar alleen de
vacoinntie trachten to bevorderen door haar
to eiflchen voor de toelating tot do school,
zeker, dat het meerend°el der vogeltjes dan
in het net vloog. Wat is dit andere dan een
zeer opportunistisch, maar tevens ook zeer
inconsequent handelen? Tndion dr. Kuvper
da n ook onlogisch handelt, dam is hot
alleen, omdat hij in de lijn bliift, rleu direc
tion dwang afwijst, maar der rekten
drang, die thans bestaat, handhaaft, doch
aJl-rem zondof den dw°.t»g te nvVen tot ver
grijp aan de gemoedsbezwaren.
De Nieuwe Arnhemsche Courant bespreekt
het ingediende wetsontwerp tot wijziging en
aanvulling der wet tot regeling van het h o o-
ger onderwij s.
Hot blad wijst er op, hoo moeilijk het voor
do linkerzijde der Kamer zal zijn, met hot
voorstel mee te gaan.
Niet alleen wordt van haar geëischt te er
kennen, dat de grondslag, waarop het tot
heden bestaande hooger onderwijs was opge
bouwd, niet deugt, maar zij wordt tevens
uitgenoodigd de steeds gehuldigde opvatting
omtrent vrijheid der wetenschap te vervan
gen door een, welke danrmede lijnrecht in
strijd is, wat meer zegt, zij zal voor dit tot
heden door haar veroordeelde onderwijs,
aanzienlijke subsidies moeten toestaan uit
'sRijks kas.
Er zal, hiervan zijn wij zeker, in het go-
mocd van menigeen, geroepen om over dit
wetsontwerp een oordeel uit te spreken, een
felle strijd gestreden worden tusschen de er
kenning, dat de rechtsgelijkheid van alle ge
loofsovertuigingen, het beginsel van vrijheid
van onderwijs ten gunste van dit ontwerp
spreken, en de eerlijke overtuiging,dat daar
mede aan het hooger onderwijs en aan do
toekomstige belangen der jeugd schade
wordt berokkend.
Het blad meent, dat, wordt dit voorstel
wet, de Openlare Gymnasia in zeer ongun-
stigen toestand zullen komen en zich zeer
moeilijk zullen kunnen staande houden.
De leerkrachten op de Openbare Gymna
sia worden duur betaald, die op do bijzon
dere, vooral Katholieke, zullen weinig kos
ten on nog daarenboven krijgen de bijzon
dere een belangrijke subsidie. En wat er bij
komt
Toch zal van Rijkswege niet het geringste
toezicht worden uitgeoefend op het rich-
tigc gebruik dezer gelden. Wel moeten de
lokalen, waarin do lessen worden gegeven,
gedurende de lesuren opengesteld voor
den Inspecteur, en zijn curatoren en rector
verplicht hem de verlangde inlichtingen te
verschaffen omtrent de school en het onder
wijs, maar de bepaling van art. 20: ,,De in
specteurs zijn bevoegd van de overtredingen
dezer wetvoor zooveel de gymnasia be
treft, proces-verbaal op to maken," geldt
niet voor de bijzondere scholen.
De Minister acht het niet noodig het na
komen dezer voorschriften door een strafbe
paling te sanctionneeren. Bij weigering om
inlichtingen te geven toch zal de aanwijzing
worden ingetrokken. Alsof men zich om dat
toezicht, zol rèr strafbepaling, in het minst
zal bekommeren
Evenmin zal gelden de bepaling van art.
15, waarbij de goedkeuring van het burger
lijk gezag als vcreischte wordt gesteld, voor
zoover betreft het getal der leeraren cn het
bedrag hunner jaarwedden.
De Nieuwe Arnhemsch'è Courant zegt ver
der, dat natuurlijkerwijze de oprichting
van een Katholieke Universiteit te verwach
ten is, en meent van de nieuwe wet dan do
volgende gevaren te moeten duchten:
Daarmee zsl de scheidsmuur, opgetrokken
ook tusschen de Katholie* re cn hun anders
denkende landgenootcn, 1 zijn voltooid.
De katholiek en de orthodoxe protestant
zullen den volwassen lreflijd kunnen berei
ken. zonder ooit, noch op de lagere school,
nog op het gymnasium, noch op de univer
siteit in eenig contact te zijn gekomen met
het andere deel der bevolking. Hot weten
schappelijk gevormd deel der natie zal ge
splitst worden in drie groepen, welke niets
met elkander gemeen hebben en feitelijk te
genover olkancfcr staan.
De Nieuwe Amhcmsche Courant meent,
dat deze eenzijdigheid zich te harcr tijd zal
wreken en merkt dan op:
Dit is te meer te betreuren, omdat door
don Minimier het midd 1 aan de hand ge
daan wordt om aan de werkelijke, reeds
vroeger door ons erkende bezwrren, wol^e
tegen het bestaande universitair onderwijs
worden aangevoerd, tegemoet te komen.
Terwijl de Arnhemsche Courant tracht
aan te fcoonon, dat Zondagsrust 1 de
telegraphic in de groote steden cn ook
te Arnhem ons in het buitenland belachelijk
maakt, dringt De Winkelier aan op alge
meen© invoering van Zondagsrust. Het bind
zegt
„Wij hebben in de dezer dngen gepubli
ceerd© gedeelten van het ontwcrp-Arheicls-
wet kunnen lozen, dat de Minister zich daar
bij ook bezighoudt met wettelijke regeling
van arbeidstijd in winkels, zoodat bij aan
neming van dat ontwerp de vervroegde win
kelsluiting een feit zou zijn. Wellicht, dat
later ook do openstelling van winkels op
Zondagen hot onderwerp eoner wet zal wor
den wij weten cr niets van, maar de mo
gelijkheid is niet uitgesloten. Welnu: inge
val de wet alsdan mocht dwingen tot slui
ting op Zondag, zou het dan niet een groot©
voldoening voor de winkeliers zijn, wanneer
de uitvoering dier wet door hun vooruitzien
de samenwerking gemakkelijk was gemaakt?
En werkelijk: zonder de vrijwillige medewer
king van alle belanghebbenden behoort Zon
dagsrust voor winkeliers nog altijd tot do
vrome wcnschen."
De Standaard schrijft over de Onder-
wij s-c o m m i s s i e
Ook dio commissie deugt in het oog van
het Handelsblad weer niet.
Al wat van dit Kabinet komt, wordt door
dit blad naar de prullenmand verwezen.
Do vaccinewet is „een vodje", en de
Staatscommissie moest heel anders zijn
saamges tcld.
kleinen Miles, die roods doornat was, ondor
den doodtn wilg aan den slootkant had gezet,
waar zy ongeveer eon half uur hadden ge
zeten, totdat de koetsier hen vond.
Het diende nu tot niets meer, Humphrey
te straffen en te berispenmen dacht er zelfs
niet aan. AI wat nu godaan kon worden
was, Miles onmiddel.yk naar bed te brengen,
om op die manier do kwade gevolgon van
de vochtigheid en de koude, waaraan by had
blootgestaan, te voorkomen.
Maar het kwaad was gebeurd. Miles hoestte
den geheelen nacht en werd den volgenden
morgen uit een benauwden slaap wakker met
eon zware bezitting op de borst, die by hem
meer dan eens de voorloopor van kroep was
geweest.
De dokter kwam naar hem zien en beval,
dat hy onder de dekens zou blijven.
Don heelen morgen zat Humphrey aan het
bed van zyn broertje, maar ten laatste werd
hy weggezonden, omdat hy te veel praatte,
en Miles, telkens als hy sprak, een hevige
hoestbui kreeg.
Des middags werd de kleine erger, en In
haar angst zond Virginie nogmaals om den
dokter.
Humphrey zorgde, dat hy uit den weg bleef,
want by gevoelde wel, dat hy in ongenade
was, en ging ln den tuin spelen. Hy ver
veelde zich wel erg zonder zyn broertje, maar
daar by nog jong was, had hy nog geen
oogenblik angst gevoeld, want Miles was
vroeger al zoo dikwyis ziok geweest en was
altyd weer beter geworden. Nu had hy in
niets pleizier, en geen spel beviel hem, nu
hy de voldoening niet had door Miles te
worden toegejuicht Ten laatste trok Humphrey
zich mismoedig naar de bleek terug, waar
by een vriendin had in Dolly, de waschuieid#
Daarin hadden ook specialiteiten van het
Middelbaar en van het Lager en Gymnasi
aal onderwijs, waarom ook niet van het
Technisch onderwijs, moeten zitten.
Toch mag men zich gelukkig rekenen, dat
de heeren van hetHandelsblad de commissie
niet te benoemen hebben gehad.
Verbeeld u, wat breede oommissie dit zou
geworden zijn. Voor elk onderdeel speciali
teiten, en dan natuurlijk dubbel gerekend
voor het openbaar en het bijzondor onder
wijs. Elke Universiteit zou een vertegen
woordiger hebben gewild. Dat was reeds
vijf: dan do Polytechnische school, het mid
delbaar technisch onderwijs, de ambachts
school, do industrieschool, de landbouw
school, dc lager© scholen, de scholen voor uit
gebreid lager onderwijs, dc Middelbare
scholen en de Gymnasia. Alzoo een commis
sie van minstens twintig leden. Juist een
oomraissie dus, om eindeloos en nogmaals
eindeloos te redeneeren, en in geen jaren ge
reed te komen.
Een oommissie van zeven leden, gelijk nu
optrad, is althans een commissie, die vlug
werken kan.
In het Tijdschrift vóór Armenzorg cn Ein
derbeschaving schrijft G. A. A. Bouricius:
„De weesjongens zullen moeten bedelen
voor hun brood, ook, als het gesticht later
rijk mocht worden." Deze bepaling vindt
men opgetcckend in het reglement van het
weeshuis te Utrecht, dat door den Kanun
nik Evcrard Zondenbalch gesticht is in het
jaar 1492. 't Was in dien tijd recht en plicht
van den wees, om zijn kost in do gasthui
zen of bij rijke lieden te gaan halen; zijn
weespak was zijn vrijgeleide.
In het Januarinummer van het Maand
blad in het Bel. der Opv. van Wcczen ver
telt A. v d B., dat zij weeskinderen gezien
heeft in dc stad harer inwoning, die met oen
bus langs de huizen liepende schooljeugd
keek hen aan. zag naar hun „raro" pakje
cn liep babbelend naar school. Do weezen
sloegen snel een hoek om.
Naar aanleiding van dit straattooneeltje,
vraagt A. v. d .B., of het veroorloofd is
in onzen tijd, weeskinderen voor arme go-
stiohten te laten bedelen, in den tegen
woordige n tijd, nu het van behoeftige ouders
niet goedgekeurd wordt, zoo ze hun kinderen
ter bedelarij uitzenden.
Verder wordt geopperd, of het uit een op
voedkundig oogpunt ook verkeerd kan zijn
dezen kinderen te leeren vragen, omdat deze
les hen, bij tegenspoed in 't leven, wel eens
al te spoedig tot het „rusten op andcrer
hulp" zou kunnen brengen
Jong geleerd oud godaan.
De 15de eeuw geloofde aan ootmoed, door
bedelen aangekweekt, cn maakte reglemen
ten, daarop steunend.
De 20ste eeuw vreest, dat aalmoezen vra
gen in medelijden wekkende pakjes den
moed tot arbeiden dooft. Zouden do regle
menten nu niet gewijzigd mootcn worden
naar de huidige opvatting?
Ntaklu^wettcn.
Aanvulling on w y z 1 g l n g van het
Wetboek van Strafrecht.
Eindverslagen.
In baar eindverslag zegt de Commissie van
Rapporteurs dat het haar by kennisgeving der
Memorie van Antwoord gebleken is, dat de
Regeering niet hooft beantwoord do vragen In
hot Voorloopig Voralag.
Is door het aanbioden van poststukkon tot
vervoer geconstateerd, dat de mautscbappyen
zich niet in staat, gevoelden voor het vervoer
zelf te zorgen, of heeft het bestuur der posto-
ryen het vervoer zolf bezorgd zonder zoodanig
aanbod? Ilebben de maatschappyen zich ton
deze op overmacht beroepen en is daarby ge
handeld in overeenstemming met art. 55 der
spoorwogovereenkomsten Hebben de stakende
spoorwegarbeiders zich aan buitensporigheden
schuldig gemaakt, zoo ja, aan wolko?
De Commissie zou het op prys stellen, indien
do Regeering, hetzy schrifteiyk, hetzy mon
deling alsnog van haar gevoelen omtrent de
besproken punten zou willen doen biyken,
In het vertrouwen, dat het door den Minister
De tuin grensde aan het waschhoken
dikwyis had Dolly, terwyi zy aan het open
venstor stond te werken, het spel der kinderen
gadegeslagen en hun lange gesprekken woord
voor woord afgeluisterd. Zy was misschien
de eenige, die Humphrey ooit in zyn ernstigo
oogenblikken had gezien. Zonder dat hy het
wist, was zy eens getuige geweest van zoo'n
zeldzame uitbarsting van droefheid, kort na
het overiyden zynor moeder, en sinds dien
tyd had niemand zooveel van hot kind go
houden als zy op haar eenvoudige manier.
Nooit had zy kunnen vergeten, hoe bitter
de arme kleine jongen geschreid had over do
kers, die hy had geplant voor zyn moeder,
en die te laat was opgekomon.
Het was toen Jangen tyd droog weor ge
weest, een alles verzengende hitte, en do
kers wilde maar niet opkomen. Eiken dag
was hy gaan kyken, of er nog niets van te
plukken was, om het dan aan mama te
geven, maar telkens was hy teleurgesteld
geweest. Op dien droeven dag, toon de lyk
koets haar had weggedragen, was hy ook
weer naar zyn tuintje geloopen, om daar zyn
bitter verdriet te ontvluchten; maar hot aller
eerste, wat daar zyn oog ontmoette, was hot
groone „A. D.", dat hem met zyn frissche
blaadjes toelachte.
„Nu heb ik er niets meer aan!" had Dolly
hem hooren schreien; „was het maar nooit
opgekomen I"
Dienzelfden dag had zy hom in het zwarte
rouwpakje de lammetjes in de weide zien
opjagen; en door hot vonster zijner kamer
had zyn vader het ook gezienon toen hadden
beiden, do eenvoudige, onontwikkelde wasch-
meid, en de geleerde sir Everard Duncombe,
baronet en parlementslid, een geheel ver
schillend oorde#l over den knaap geveld.
toegezegd „Overzicht van wetgeving on juris
prudentie" zal worden ingezonden, vóórdat mot
de openbare beraadslaging een aanvang wordt
gemaakt, Is de Commissie van oordeel, dat die
beraadslaging door de gewisselde schrifturen
voldoende is voorbereid.
Ook het wetsontwerp betreffende de spoor
wegbrigade en het wetsontwerp tot het instel
len van een onderzoek ten aanzien van de
rechtsverhoudingen on do voorwaarden waar
onder het personeel by spoorwogbodryf in
dienst ls, acht de Commissie van Rapporteurs
genoegzaam voorbereid voor openbare beraad
slaging.
Nederland en Venezuela.
Memorie van toelichting.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen en
wordt hoden in do afdeelingon onderzocht
een wetsontwerp tot goedkeuring van de op
28 Februari j.L tusschen Nederland on do
republiek Venezuela gesloten overeenkomst
tot het ondorwerpen aan arbitrage en tot
betaling van alle onafgedano vorderingen
van de Nederlandsche Regeering en Neder
landsche onderdanen op de genoemde Ro
publiek.
D© Ministers van Buitenlandsoho Zaken
en van Koloniën dcelen in de Memorie van
Toelichting mede, dat dezo overeenkomst in
do eorate plaats strekt tot het instellen van
een gomongde commissie, ton oindo onder
zoek te doen omtrent de reclamatie© zoo van
don Staat als van particulieren cn billijke
schadevergoeding too t© kennen.
De oommissie zal bestaan uit con door do
Nederlandsche Regeering on eon door dio
van Venezuela bo benoemen lid; een derdo
scheidsrechter zal do leiding, cn bij verschil
tussohon hen, de beslissing in handen heb
ben.
Terwijl do Voreenigdo Staten van Ameri
ka en Venezuela aan Haro Majesteit de
Koningin hebben verzocht dien derdo aan
te wijzen en Hare Majesteit dio tank heeft
aanvaard, zal krachtens do Nederlandseh-
Vcnozuclannsohe overeenkomst een gelijke
opdracht worden vervuld door den presi
dent dor Verconigdo Staten, dio zich daar
toe eveneens boroid heeft verklaard.
Te Hilversum is brand ontstaan
in do fabriok van drop en suikerwerken
„Het Katje" aan don Noorderwcg. Hoewel
de brandweer spoedig ter plaatse was cn
hot vuur met kracht aantastte, viel er van
de fabriok niets meer te redden. Het woon
huis echter bleef gespaard, dank zij ook
den krachtigen wind, die de vlammen den
tegonovorgeetcldon kant opjoeg. De aan we.
zigo voorraad drop en suikergoed, die zeer
groot was met het oog cp het aanstaande
Paasohfeeet. ging geheel vorloren, evenals
do goh© oio inboedel dor fabriek. Alles was
verzekerd te Amsterdam. Do oorzaak is on-
bokend. Den vorigen dag was juist het go-
dcolle van dc fabriok, waar vuur aanwezig
kan zijn, brandvrij gemaakt. Ook was den
goheelen dag geen vuur gebruikt. Een
twintigtal werklieden zijn nu voorloopig
zonder werk. Do eigenaar, de heer Siisz
hol/., was voor zaken afwezig.
D e 60-j arige W. van Tont, oon
dergonon, die 18 Maart jl. aan den Slotor-
weg te Amsterdam gewond werden door van
in aanbouw zijnde huizon afgewaaide kap
bedekking, is gisteren in hot Wilhri mi na-
Gasthuis aan do toon uk omen verwondin
gen overleden.
Do gosi gn aloordo Barend
Arend Costima, zich ook noemende Abra
ham Cohen, kleermaker, wonende te Am
sterdam en van diefstal verdacht, is te
's-Hertogenbosoh aangehouden om naar zijn
woonplaats to worden opgezonden.
Eon voordooligc tram. Eon
oonduotour van de Dodomsvaartsch© traan
vond dezer dagen in een der rijtuigen een
bedrag van f 400 aan bankpapier. Vermoe
dende van wien deze som afkomstig was,
deed hij het terstond aan den eigenaar toe.
komen.
Een dag later vond dezelfde conducteur
een portefeuille mot 1000.
Bij Achlum (Fr.) schrikte giste,
ren con paard voor de stoomtram. De be
rijder, v. M., uit WeLsrijp, viel er af en
bozcordo zich zóó ernstig, dat hij spoedig
overleed.
Humphrey had voel to doen in zyn tuintjo
en werkte goruimen tyd yvorig door; «laarna
ging hy Dolly helpen, draaide den mangel
en maakte zeepsop Hy lichtte haar ook in
omtrent de liooge eer, die haar met hoi aan
staande oogstfeest zou ton deoi vallen; hy
zou met haar gaan dansen en vroeg haar
wel wat ang6tig, wat voor japon zy by
die gelegonheid van plan was lo dragen. Zy
moest er natuuriyk heel mooi uitzien, vor-
schrikkeiyk mooi. Na hem do diepste go
hoimhouding to hebben verzocht, vertrouwde
Dolly hom toe, dat zU oon nieuwe katoenen
japon zou koopen, on raadpleogde hem over
de kleur, die zy zou kiozen.
Humphrey liet in gedachto allo mooie
dingon do revue passeeren, die hy in den
Jaat8ton tyd gezien hadby den sigarenkoker
liet hy halt houden, en na nog oen oogen
blik ernstig nadonkon, stelde hy cröuie ou
goud voor.
Maar dat vond Dolly wol wat opzichtig;
bovendien twUfelde zy ten storksto, of een
katoenen japon van dio kleuren wel in oenigou
winkel van het dorp zou zUn te krygen
„Zou geel niet goed wezen?" stelde Hum
phrey voor; „dat zou net als hol koren zyn."
Dat was oen prachtig idee, en Dolly bo-
loofdo, dat zy zou zoigen voor een prachtige
gele japon met een rood streopjo; en als die
niet te krygon was, zou zU toch zokor wol
aan een ollen gele kunnen komon.
Zoo vloog de tyd voorby. Eindeiyk was
Humphrey zeer verwondord, dat niemand
hem nog kwam roepon; en spoedig.pakte hy
zyn tuingereedschap by elkaar en wenschto
Dolly „goedon dag".
Wordt vervolgd.)
Zonde; Mosder.
20)
De eerste persoon, dio zy tegenkwamen,
was Virginie; Dyson zeide, dat hy mot
,mamsel" eens een „appeltje wou schillen."
In zyn opgewonden toestand was Humphrey
tot alles in staat; toen Virginie dus druk
mot Dyson stond te praten, riep hy Miles,
en zeide, dat het een prachtige avond was
om naar den vyvor te gaan, waar de water
lelies groeiden. Hy wist, dat een zypad van
den grooten weg hen heel gauw daar zou
brengen, en hy was niets bang, dat zy den
weg niet terug zouden vinden.
Niot de minste herinnering aan do belofte,
;die hy zyn vader gedaan had, verontrustto
•zyn geweten; als zy niet in den boom gingen
klimmen, kon Virginie er toch niets tegen
hebben I
Hy hielp zyn broertje dus over hot hok,
dat het zypad afsloot, en de beide kleine
vluchtelingen liepen heen, zoo hard zy konden.
Ondertusschen stond Virginie druk door de
trompet te spreken op den grooten weg, en
bemerkte niet, dat de beide knapen waren
vord wenen.
Des avonds was er groote ontsteltenis en
verwarring in de anders zoo rustige huis
houding van het oude Wareham Abbey; want
het was al over achten, en nog waren de
heide jongeheeren er niet.
In het eerst had Virginie zich niet zoo
zeer verontrust; want zy bleven dan dikwyis
achter bet huis of in een afgelegen hoekje
van den tuin spelen en kwamen tegen theo-
tyd vanzelf thuis.
Toen het echter later begon te worden,
werd zy ongerust oil ging naar bon zoeken.
Die ongerustheid werd angst, toen zy tever
geefs de schuur, het wasehhok, de stallen, de
tuinen had doorzocht. Toen liet daarna be
gon te stortregenen, bleef zy haar zenuwen
niet langer meester; zy vloog naar huis en
bezwoer den anderen dienstboden weenend in
halt Fransche, half Engelscho bewoordingen
haar te helpen en te raden, wat het best
was om te doen. Nooit, nooit zou Miles
de gevolgen van zulk nat, koud weder te
boven komen 1
De tuinman word den oenen, de koetsier
den anderen kant uitgezonden met parapluies
en regenjassen.
De twee kleine schuldigen worden spoedig
gevonden; zy zaten aan don kant van een
sloot, onder oen dooden knotwilg to schuilen.
By Humphrey was zelfs de gedachto niet
opgekomen, dat hy verkeerd had gedaan; hü
zeide, dat hy er niets aan doen kon.
„Wy verlangden zoo naar de waterlelies
en den vy'ver," zeide by, „en die waren
zoo mooi, dat hy beelemaal niet meer aan
tyd had gedacht, - totdat de zon onderging;
toen waren zo zoo gauw mogelyk weggerend,
verkeerd geloopen en verdwaald geraakt in
het bosch.
Zy waren den verkeerden kant uitgegaan,
toen zy oen jongen ontmoetten, die hen op
hun vergissing opmerkzaam maaüte en hun
den juisten weg wees. Ondertusschen was
het gaan regenen; en toen eerst had Hum
phrey zich plotseling herinnerd, dat zyn
broertje door regen heel gemakkeiyk kou kon
vatten. Met den grootsten trots op zyn behoed
zaamheid verhaalde hy ten minste, dat hy