LEIDEN. Man af heden is de collectie ZOWIERRJÏAHTELS geheel compleet en geëtaleerd. De keuze in alle soorten Efólantels, ICostumes, Blouses, Stosfuumrokken, enz., is enorm groot en de prijzen zijn zéér voordeelig. 3m 4ss In KINDERMANTELS eveneens groote voorraad voorhanden. No. 13222 LEIDSCH DAGBLAD, DINSDAG 31 MAART. - TWEEDE BLAD. Anno 1K03 - loazwt mm waals fce rekbare en te ver gaande der voorgestelde nieuwe strafree-htartikelen. In beide opzichten nu is de Regeering thans in zeer belangrijke mate tegemoet ge komen aan deze rechtmatige bedenkingen. In plaats van het bpouiwegpersoneel te verwijzen naar den uitslag van een lang durig onderzoek, wil de Regeering gebruik maken van de bevoegdheid, haar door art. 27 der spoorwegwet van 1875 gegeven, door reeds aanstonds maatregelen te veror denen, waardoor de rechtspositie van het spoorwegpersoneel beter wordt verzekerd. Eerstdaags zal een Kon. besluit wor den uitgevaardigd, volgens wolk aan de di- recbiën deze verplichtingen worden opge legd: lp. dat al hetgeen op rechtspositie en de dienslvoorwaarden van liet personeel be trekking heeft, het loon inbegrepen, behoor lijk worde gereglementeerd, cn als regle ment aan de goedkeuring der Regeering zal worden onderworpen; 2o. dat dit reglement om de vijf jaren zal worden herzien; 3o. dat in dit reglement een geordende weg tot het indienen van grieven en wen- sehen zal worden geopend; 4o. dat gewaakt zal worden tegen te lan gen termijn van opzegging van den dienst; 5o. dat voor disciplinaire geschillen, be houdens de veiligheid van den dienst, scheiubrechterlijke uitspraak zal worden in gevoerd 6o. dat dezo scheidsrechterlijke uitspraak op korten termijn in werking zal moeten treden; en 7o. dat voor de geschillen van discipli- nairen aard, die van 1 Mei 1903 af mochten voorkomen, alsnog op dit scheids gerecht, zoodra hot werken kan, beroep zal openstaan. Voor de belangen van heb spoorwegperso neel zal dus reeds aanstonds worden ge waakt en daarmede is in lioogo mate ver kregen wat als onmisbare voorwaarde voor de aannemelijkheid van nieuwe strafbepa lingen noodig werd geacht. Ook in deze bepalingen zeiven is belang rijk^ wiizigïng gekomen. Van hinder, over last, vrees is nu geen sprake meer. Do be staande bepaling wegens inbreuk op do vrij heid wordt enkel aangevuld door niet alleen geweld", maar ook ,,eenige andere feitelijk heid" er in op te nemen, waardoor wordt gehandeld in den geest van onzo bekwaam ste rechtsgeleerden die er over hebben ge schreven. Maar de onrechtmatige overlast op den openbaren weg, welke bij stakingen verder kan voorkomen, zal volgens de nieuwe le zing van art. 426 Wetb. v. Str, worden ver boden onder de overtredingen, en dus niet met gevangenisstraf bedreigd. Het verlies van kiesrecht, als gevolg van de veroordeeling, vervalt mede. Voorts wor den do strafbedreigingen op verstoring van De wcisonlwerpen in verband mei de spoorwegstaking. ,,De Nieuwe Courant" heeft een hoogst gunstigen indruk gekregen van de Memorie van Antwoord der Regeering en van de in het Regeeringsvoorstel gebrachte wijzigingen. Overtuigend blijkt 'aaruit wat in de Mem. van Antwoord gezegd wordt: ,,dat het de ernstige wil der Regeering is g'^-.-rst naar een behoorlijke oplossing te streven in over leg met de Kamer, wier daartoe strekkende wenken zij met erkentelijkheid heeft over wogen cn zich ten nutte gemaakt." Die ernstige wil openbaart zich ten aan zien van het „hinder"-artikel en wat nog van meer belang' is ten aanzien van de strafbaarstelling van het spoorwegperso neel. Vooral juicht het blad toe don toegc- zegden maatregel van bestuur, waardoor iedere grond verdwijnt voor de bewering, dat het spoorwegpersoneel, in afwachting van de enquête en strafbaar volgens de wet, weorloos zon z"'u blootgesteld aan willekeur, benadeeling en rcohtsvcrkort-ing van de zijde zijner werkgevers. Er behoeft nu geen vrees meer over te blijven, dat ij de stemming over dezo voor stellen sprake zou >-. jn van een scheiding der Kamer in links tegen rechts. Ten slotte vraagt het blad of het nu gansch i nniogelijk zou zijn, dat de Kamer heden, Dinsdag, de ontwevpen tegen Woens dag aan de orde stelde. Een deel der lich tingen kon uan wellic' t vóór of omstreeks Paschen naar huis. Maar het blad vreest, dat het wel na Paschen zal worden. Het ,,Hbl." noemt het antwoord der Re- georing op het voorloopig verslag der Twee- do Kamer een stuk van groote beteek -nis. Niet om de argumenten, welke daarin voor komen tor verdediging a an do oorspronke lijke ontwerpen, maar wegens de hoogst be langrijke wijzigingen, welke de Regee ring in haar voorstellen heeft gebracht. Aan de bez'. aren toch, welke van liberale zijde tegen do strafbepalingen zijn inge bracht, wordt in zeer belangrijke mate tege moet gekomen. Het Uod lwinnort, dat dez3 bezwaren niet waren gericht tegen maatregelen in het belang van openbare orde en verkeer. Het bezwaar bestond hierin, dat men over tuigd was, dat orde cn vrede in de maat schappij niet enkel kunnen berusten op strafbepalingen, maar dat daarnaast en te vens noodig zijn betere rechtsverhoudingen en waarborgen op het gebied van den ar beid. Do door de Regecring voorgestelde en quête ten opz.chte van het spoorwegperso neel was als waarborg ten cenenmalc onvol doende; daarom konden de strafbepalingen niet worden aanvaarfl alvorens krachtiger waarborgen dit opzicht werden verschaft. Afgezien nog van ee>n tweede bezwaar: het verkeer enz. door ambtenaren enz. verzacht. Do Regeering heeft door dezo wijzigingen haar voorstellen buitengewoon verbeterd. Do vrijzinndg-dcmocratische Arnh. Cri." besluit ee*n artikel over de door de Regee ring aangebrachte wijzigingen met dezo woorden: ,,'t Lijdt voor ons geen twijfel al hadden wij ook gaarne gezien, dat de Regeering nog iets vorder gegaan ware, of haar tege moetkomende houding ten aanzien van de stakingsont werpon zal van verschillende zijden buiten haar Kamermeerderheid waardeering vinden, maar zij zou daarop eerst de kroon zetten on de overgrooto meerderheid in don lande mot haar wette lijke maarregelen geheel verzoenen, indien zij nu ook blijk van vertrouwen gaf in de ordelievendheid dor Nederlandsche natie en in haar eerbied voor hot gezag en de lich tingen, welker buitengewone oproeping in Februari noodig was, thans ton spoedigste met groot verlof deed huiswaarts keeren. Mocht, nu do behandeling der stakingsont. worpen, althans haar a-fdoening vóór Pa schen niet mogelijk is, de Regcerimg nog in deze week liet woord spreken, dat van zulk vertrouwen getuigt en waarnaar, met de manschappen dor lichtingen van 1900 en 1901, door duizenden in den lande met smachtend verlangen wordt uitgezien Voor de ,,N. Arnh. Crt." (hoofdredacteur de heer Pyttcrsen), hoewel dit blad hot an ders gcwonecht had ,is de handhaving der stakingswetten niet teleurstellend. „De schrapping van de artikelen 284bis en 286 maakt het strafwetje bovendien minder bedenkelijk; de toevoeging van het nieuwe art. 426bis zal echter bezwaarlijk als een verbetering kunnen worden be schouwd. Hoezeer wij ook de ongewijzigde handha ving betreuren van de artt. 358bie en ter, zoo wordt deze voor een groot deel opgewo. gen door hetgeen do Regeering mededeelt omtrent de nieuwe vorpliohtingcm, aan de direction op te leggen. Dat wij dezen maatregel ton zeerste toe juichen, behoeven wij niet uitdrukkelijk te verzekeren; daarin toch komen twee bepa lingen voor, waarop wij van den aanvang af en herhaaldelijk hebben aangedrongen „het openen van dfön weg tot het indienen van girievon en wensohen, en de instelling van een' scheidsgerecht. Nu de eerste stap tot hot vorkrijgen van een duurzamen vrede is gedaan, behoort de tweede uit te gaan van het spoorwegperso neel. „Men noodige op don dag, volgende op dien, waarop de algomeene maatregel van bestuur in het „Staatsblad" verschijnt, alle arbeiders-organisaties uit, er toe mede te werken rust c orde ia het land te horstellen door te besluiten in den eersten tijd niet tot staking over te gaan, opdat iedere aanleiding voor het op do been houden der lichtingen worde weggenomen. Kan de Regeering uit het eendrachtig optreden van alle werkliedenorganisaties de zekerheid putten ,da> de pogingen van hen, die ter wille van revolutionaire of politie, ke bedoelingen zich meester willen maken van de arbeidersbeweging, zijn verijdeld, dan zal zij ongetwijfeld onverwijld het noo- digo doen om de miliciens naar hun haard steden terug te zendon. Met weikstakingon is thans niets te win nen, maar veel te verliezen; toch, zoolang het gevaar blijft dreigen, dat het advies van mr. Troristra zal wooden opgevolgd, zullen de lichtingen de kazernes moeten bevolken en blijven hun gezinnen blootgesteld aan allerlei ontbering. Laat het Spoorwegpersoneel, dat thans zijn langen strijd met schitterenden uitslag bekroond ziet, den stoot geven tot een be weging, welke ongetwijfeld allerwegen sym. pathic zal vinden," Het „Utrechtsch Dagblad" zogt, dat do houding der Regeering vastberaden is en blijft, ook in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag over hot wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, Z(J gelooft, dat nu wel is gebleken, dat bevestigend geantwoord moet worden op de vraag, of de houding der Regeering van don aanvang af vastberaden was, „En ook getuigt haar houding van staats- manswijsheld. „Zij transigeert niet met haar stellige over tuiging omtrent haar plicht als. Overheid, en omtrent de vaste fundamenten van allo Staats orde; maar in de formuleering liaier gedachten maakt zij een ruim gebruik van heigeen haar door opbouwende critiek word aan de hand gedaan, en de tegemoetkoming, door het ge lasten eener enquête naar de toestanden van het spoorwegpersoneel reeds betoond, vult zi) (overeenkomstig onze voorspelling) aan met een zeer vérstrekkende regeling ter zako van rechtspositie en dlenstvoorwaarden van het spoorwegpersoneel, Zi) doet, wat in do ge schiedenis door bekwame staatslieden steeds in dergelijke omstandigheden werd gedaan zij biedt, op de punt van hot zwaard, eon zegelbrief met rechten en vrijheden aan. Zij verzoent do orde-lievenden, doch blijft onver biddelijk jegens de ordeverstoorders. Zelfs moet erkend, dat do Rogeering ver, zóór ver in haar tegemoetkoming gaat," Bij eon bloomlezing uit do Memorie, zogt het blad verder, treft alweer, dat de Rogeering er waarlijk in geslaagd is, over een zaak, zoozeer van allo kanten bekeken, nieuwe frischheid te brengen. „Onderzoek naar het auteurschap zou vor- velond worden; maar men herkent den geest van een uitnemend jurist, een diepen staats rechtkenner, een denkend staatsman, in deze van helderheid van dictie, zorgvuldigheid in vorm en doordachtheid in elke uiting blinkende verhandeling." Yan Regeeringsbladen was vanzelf instem ming met het Regeoringsaetwoord te wachten en zoo zegt dan bijv. „De Standaard": „Het antwoord van de Rogeering geeft blijk van de twee eigenschappon, die hier gowene ht en noodig waren; te weten, oener» ziJds van kloekzinnigheid en andorziJds van bedachtzaamheid. Op het hoofdpunt, waarop het aankwam, wykt de Rogeering goen haarbreed. De vrij heid van arbeid zal en moet tegenoi kwaad willig misbruik van macht verdeJigu wordon, on dienstweigering met contractbreuk moet b|J personen, die heel of half in den publieke* dienst staan, door de Strafwet worden ge wraakt." En dan: „Terecht is do Regeering dan ook niet ingegaan op allerlei voorstellen, om de zaak te verschuiven. Uitalol was in den moest stelllgen zin hier ongeoorloofd om tweeërlei reden. In de eerste plaats, omdat een kwaad, waarvan het misdadig karakter is ingezien, in do Strafwet gewraakt moet worden, onaf hankelijk van alle bijkomstige overwegingen. En in de tweede plaats, omdat de revolutio naire groepen over een half jaar precies net- zelfde kabaal zouden maken, en duidelijk hebben verklaard, dat een onvorhoedscb j spoorwegstaking, onderstound door een algo meene werkstaking, voor hen het groote machtsmiddel is on blijft, om de Rogeering in het land omver te werpen. Vooral dit laatste maakt den toestand zoo hoog ernstig. Uet zijn volstrekt niet de grie ven of wenschen van het personeel, die bier gevaar opleveren. Voor zoover aan die grie ven en wenschen kan worden tegemoet ge komen, zal dit geschieden. Neen, het ernstige en gevaarlijke karakter van de aangevangen worsteling ligt in den revolutionairen toeleg van de anarchisten on de sociaal-democraten, om de overheidsmacht van justitie, politie en leger te niet te doen, een openbaren opstand uit to lokken, en do bestaande orde van zaken omver to werpon. Wie dit niet inziet, is ziende blind, omdcJ hl) niet leest wat dag aan dag door anarchis ten en sociaal-democraten geschreven wordt. Ten doele mag het daarom zolfs een geluk heeten, dat deze toelog, die roods lang in hot verborgene bestond, nu eindelijk in het volle daglicht is gekomen, «n dat hierdoor do Ro geering in staat is gesteld, om het Gemeeno- Uost tegen dit misdadige bodoolon in staat ran verdediging te brengen. De uitkomst zal nu kunnen toonon, welko werklieden God vreezen en de Overheid onder danig willen zijn, en wie God-verloochenend den weg op willen dor Revolutie". „Do Tijd" noemt de Memorie van Antwoord der Rogeering oen Btuk van hoor h»wkonlsf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5