N°.
13214
Zaterdag; £51 Maart.
A0. 1903.
feze fêourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Eerste Blad.
Officieele Kennisgeving.
Voorjaars-dag-en-naclit-evening.
LEIDSCH
AGBLAD
PRIJS DEZER COURANT I
Voor Leiden per week 9 Oents) per 3 maanden f 1.10.
Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn v 1.30.
Franco per poet i 1.65.
PRIJS DER ADVERTKNTIËKI
Van 1—6 regels ƒ1.06. Iedere regel meer 0.17$. Orootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 80 woorden 40 Oertscontant; elk
tiental woorden meer 10 Oenta-Voor het inoasseeren wordt ƒ0.05 berekend.
Jacht en Visscherij.
De Burgemeester van Leidon herinnert aan
hen, die zich voor het aanstaande seizoen
1903/1904 in het bezit wonsohen to zien van
Jacht- eo Ylscliakteu, of wel van
een kostelooss vergunning tot uitoefening der
Visscherij, dat de blanco verzoekschriften ter
bokoming daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter
Gemeente-Secretarie, alwaar zU, behooriyk
Ingevuld en ondertoekond, tóói* den 15den
April a. s. moeten worden terugbezorgd,
ten einde aan den Commissaris der Koningin
in deze provincie te worden ingezonden.
Tevens worden belanghebbendon herinnerd,
dat blanco veizookschriften tot het bekomon
van buitengewone machtiging tot het verdrijven
van schadelik gevogelte met pistoolschoten, het
schieten van konijnen en ander schadelijk
gedierte en het visscheti als het water met \ja
bedekt is, mede gratis ter Gemeente-Secretarie
ter invulling verkrijgbaar zyn gesteld.
Burgemeester eu "Wethouders van Leiden:
H. O. JUTA, Wethr., loco-Burgem.
Lelden, 19 Maart 1903.
Wij schrijven lie-den 21 Maart. Dat is een
üiooie datum. In mijn almanak staat daar
achter voorjaarsdag- en nachtevening, do
lente begint.
Neem het mij niet kwalijk, goede lezer, dat
•ik, die evenals gij, natuurlijk vervuld ben
van den ernst der tijden en ovenals gij dar
gen en woken lang gesproken heb over do
staking en wat daarmede in verband staat
on er zelfs over geschreven ook, neom hot
mij niet kwalijk, bid ik u, dat ik heden mijn
couranten vol politieke beschouwingen ter
zijde heb gelogd en mijn Loidsclie almanak
van het jaar 1903 voor mij opengeslagen en
even mijmer over dien datum van 21 Maart.
'fc Is een sombere tijd geweest, voor allen,
dio het licht liefhebben, het 1 i o li t in den
eenvoudigen, echten zin van. het woord. De
nachten al langer, de dagen steeds korter
Als de zon, do groote bron van licht en en
kele maal door de nevelen gluurde, dan
stond zij maar heel even boveli de kimme.
Eindelijk een paar dagen voor Kerstmis had
de duisternis haar schoonste triumfen ge
vierd. Onzo Germaansche voorvaderen wis
ten het wol waarom zo hun vreugdevuren
ontstaken in die donkere dagen; zij begroet
ten daarmede het komende licht. Het licht
zou weer winnen op de duisternis eiken dag,
eon onmerkbaar wcinigjo, maar gestadig
door. In mijn jeugd leerde onze oude school
meester, zonder ons gelukkig daarbij to ver
moeien met den loop onzer planeet, dat het
'e ochtends on 's avonds een minuut bedroeg.
Daaraan heb ik mij altijd maar gehouden,
hoewel ik over de juistheid dier opgave niet
gaarne wil twisten. Wie zou kunnen twisten
bij do heerlijke gedachte, de dagen worden
langer over eenige seconden meer of minder.
Vele kleintjes maken één groote, vele minu
ten vormen uren.
Wij hebben hot ervaren, ook nu weer. Des
ochtends als wij wakker zijn, worden wij be
groet door het licht, liet gluurt door de
gordijnen, het werp een lange streep over
onze slaapstede het brengt verkwikking in
onze ziel.
En 's avonds wat een genot, zonlicht
is allen goeden menschon liover dan het hel
derste kunstlicht steken wij niet meer
zoo vroeg onzo lampen aan, en 't schemer
uurtje komt ook weer.
En nu is 't vandaag al zoover gekomen, dat
de dag even lang is als do nacht- Morgen
zal hij volgens mijn ouden, zaligen schol
meester twee minuutjes langer zijn.
Gij, dio met mij het licht lief hebt alleen
omdat het licht is, verheugt u met mij daar
over. Doch er is meer. Licht is ook warmte.
Maart, heeft ons reeds mooie dagen geschon
ken, de zon scheen recht warm en als gij uw
kamer hadt op het zuiden och, dat allo
kamers op 't zuiden lagen dan zijt ge
reeds eenjgo middagen de kachel beu geweest
on als ge wat nog beier is, hebt gewandeld,
genoten van de fijne lucht dan hebt ge ge
voeld: licht is ook warmte, verkwikkende,
versterkende warmte engezien hebt ge 't
ook en gehoord, licht is ook leven.
Allee leek dood in de natuur, morsdood.
De boetnen met dorre takkee, «reeenlooa,
geen sprietje groende geen bloempje bloeide.
Maar toen de dagen wonnen, de zon weer
eoo'n onkelen dag mooi scheen, ie allee ver
anderd. 't Öneeuwklokje luidde do komende
lente in, 't madeliefje in het veld, 't kro
kusje in de tuinen en op de akkore volgden,
de boomen als met een tooveretaf aange
roerd vol zwellende knoppen, die thans hier
en daar hun teore fijn groene blaadjes reeds
hebben ontplooid, wonderschoon en straks
een looverdak zullen vormen waarin de vo
gels hun nest verbergen, om te weren al te
feilen zonnestraal voor den mensch.. Gevleu
gelde zanger die ons gedurende den winter
verlieten koeren weder met het komende licht,
zij heffen in steeds sterker wordend koor
aan het lied der opstanding, der herniour
wing in de natuur.
AiIb wij daar goed inkomen, dan kunne®
we met heimwee denken aan den tijd toen
de monschon meer dan thans leefden aan de
borst der natuur, ook wij gevoelen weer
nieruwe verlangens ontwaken, ook wij hob-
be® behoeft» tot levensvernieuwing.
En mijmerend op dezen dag, door den ka
lender als het begin dor jent» aangewezen,
rijst bij eon ernstig mensch de vraag of wij
wol goed deden ons te spenen van onze goedo
moeder Natuur, of we niet beter liaddcn
gedaan t» blijvc® in frissche woningon mid
den op het land, dan ons op to proppen
in volle steden, dat wij dorporsohon een
voud hadden bewaard ha plaats ons behoef
te® te scheppen, waarvoor een deel onzer
natuurgenoot»® moot zwoegen in fabrieken
e® werkplaatsen, of eindelijk do verfijnd©
beschaving van onzen tijd wel otrekkon kan
tob 's monsohea wezenlijk geluk.
Wij voelen dat er in ons loven veel ouna^
tuur i6, in strijd met 's mensche® aanleg on
roeping. Wij gevoelen dat bij het lengen
der dagcm, ais do ooievaars met. een belofte
voor den zomer terugkeeren, veel moor en
veel sterker dan wanneer zij ons verlaten.
Mooten wij dan weder verlaten onzo dicht
Jxwolkfco steden en dorpen en leve® als onze
voorvaderen in bosch en veld 1
Ais verstandige inenschen woton we dat
we den tijdstroom niet kunne® terugvoeren
tot rijn oorsprong, dat wij don ontwikke
lingsgang kunnen leiden, niet keeran.
Wij oultuurmensehe® kunnen geen no-
taiurmonschen meer zijn.
Maar wat wij we kunnen., dat ia zooveel
mogelijk ons leven inrichten naar de lessen
der natuur.
Niet don macht gebruiken voor don dag,
bij kunstlicht worken on gonioten en den
lieven morgen wogslapen on vordroomem
Niet het genot zoefce® in bedompte, stof
fige zalen, tegen booge entrées, terwijl in
Gods ruime vrije schepping het heerlijkst
genot voor het grijpen ligt, om niet gege
ven*
Ia niet de schoonste kunst dio, wolko is
afgezien en afgeluisterd van de natuur?
En zou het origineel nog niet schooner zijn
dan do oopio?
Vandaag is de lente begonnen, ik heb er
u aan herinnerd cm nu mogo luet nog wol
eens stormen en guur zijn daar buiten,
wij hebban de zekerheid dat de lango lichte
dagen, vol zonnekoestoring c® bloemengeur
en voog'lemlicd, zullen komen.
Dat wij ze niet laten hecmgan® zonder eT
van t» genieten 1 De lente komt wel ieder
jaar weder, maar we weten niet of w ij er
weder van zullen kunnen genieten.
Zeg nu niet dat gij daartoe geen tijd hebt
en t» veel te doen, ook in uw vrije® tijd.
Gaat naar buiten!
Victor Hugo, gebrekkig door mij ver
taald, zal het u zeggen; waarom:
Vergeet de staats- en kerkkrakeolen
„Tot walgens in de stad gehoord;
„Lentelucht uw wangen streelen,
„Hoor daar de nachtegalen kweel e®,
„Daar heeft Nabuur, daar God, het- woord."
LEIDEN, 21 Maart.
BU Koninklijk besluit Is:
lo. aan dr. H. Kern, met ingang van 21
September 1903, eervol ontslag verleend als
hoogleeraar in de faculteit der lotteren on
wijsbegeerte aan de Rijks-universiteit te
Leiden, met dankbetuiging voor de door hem
gedurende vele jaren bewezen diensten
2o. benoemd tot boogleeraar in de faculteit
dor letteren en wijsbegeerte aan de Rijks
universiteit to Leiden, om onderwijs te geven
in het Sanskriet en zyne letterkunde en in
de Indische oudheidkunde, dr. J. S. Spoyer,
hoogleeraar aan do R\Jks-universiteit te Gro
ningen;
3o. aan dr. J. 8. Speyer, voornoemd, eervol
ontslag verleend als hoogleeraar aan de Rijks
universiteit te Groningen, met Ingang van
den dag waarop by zlJn lessen als hoogleeraar
aan de Rijks universiteit te Lelden cal aan
vangen.
[„Onze Hoogleeraren" zegt het volgende
omtrent prof. Speyer:
Dr. Jacob Samuel Speyer werd 20 Deo.
1S49 te Amsterdam geboreu. DAAr bezocht
hij het gymnasium en werd er !n 1865 student
aan het Atheneaum Illustre by do proff. Boot
en Jori8sen. In 1868 giug hy naar Leiden
studeeren by de hoogleeraren Kern, Cobet on
Pluygera en promoveerde er 21 Deo. 1872
tot doctor in de letteren op een dissertatie:
Ds oeremonia apud Indos, quae vocatur
jdtakarma.
Daarop word hy loeraar aan het Amster-
damach gymnasium (Nov. 1873) en lector in
het Sanskrit aan de universiteit aldaar, (16
Oot. 1879; dus by de oprichting), waarna hy
in Mei 1888 benoemd werd tot buitengewoon
hoogleeraar in het Sanskrit en de Vergeiy-
kende Grammatica der iDdogermaansche talen.
Den 19don Deo. van datzelfde jaar werd prof,
Speyer benoemd tot hoogleeraar aan do
universiteit te Gron'mgen, welk ambt hy den
23sten Maart 1889 aanvaardde en waar hU
onderwys geeft in Sanskrit en Latynsche taai
en letterkunde.
Prof. Speyer'a studiën en onderzoekingen
liggen lioofdzakeiyk op het gebied van de
Indologie. O. a. scbreof hy een Sanskrit Syntax
(1886), een vertaling van de Jdtakamdld
Sacred Books of the Buddhists, ed. by Max
Müller, voL I, 1896), een Latijnsche Spraak
kunst, Observationes el Emendat tones, een uit
gave van Phaedras en allerlei tydachiiftarti-
kels; de Vedische und Sanskrit Syntax In
Bühler'a Grundriss dor indoarischen Philologic
verschillende critiekou in het Museum, maandbl.
v. philologie en geschiedenis, dat hy mot prof.
Blok en prof. Symons in 1893 oprichtte, enz.
Prof. Speyer is lid der Koninkiyke Acade
mie van Wetenschappen en medewerker aan
de to St.-Petersburg verschynende Biblio'heca
Buddhica.]
Naar wy vornemen, is bot aantal kiezers
alhier, vooral door do velo aangiften van
woning- on loonklezors, met ruim vier honderd
vermeerderd. Op de vorige klezersiyst kwamen
4729 namen voor.
Onder de nieuwo kiezers moeten echter
velen zyn, dio de bevoegdheid om te kiezen
voor don gemeenteraad missen.
Do late luitenant A. 0. de Vos, thans
op non activiteit, wordt den lsten Mei a. s.
overgeplaatst by het 4de bataljon 4do regi
ment infanterie alhier.
De vereeniging ,De Dageraad" heeft,
blykens in dit nommer voorkomende adver
tentie, tegen a. a. Dinsdag avond een verga
dering in ,ln den vorguiden Turk" uitge
schreven.
Do laateto der zes Winterlezingen werd
gisteravond in het Nutsgcbouw alhier go-
houden. Als spreker, dio de rij sloot, trad
op ds. G. Hulsman, uit Zaudvoort, dio
niet over gebrek aan belangstelling had te
klagen.
Door dezen uitnomenden spreker werd den
oandachtigcn hoorders op wonderschoone
wijzo geteekond de groote llus Leo Tolstoï.
Zij leerden dezen beter dan tot nog toe ken
nen, vooral uit zijn vele 6choone werkenzij
leerden hem kennen in zijn jeugd, als stu
dent, op manlijken leeftijd on als grijsaard;
hoorden hoe hij van aanleg van een we-
rcldscha natuur was, hoe hij was een groot
zondaar, wicn het „mca culpa, mea maxi
ma oulpa" eenmaal over do lippen zou ko
men; hoo daar evenwel in hem was een pa
rol van groote waarde, welke hij gelukkig
mocht behouden.
Tolstoï, zoo hoorden we verder, was niet
geschikt voor en aangelegd op de exacte
wetenschap; hij was een geboren auteur on
heeft dit rctoond to zijn, heel zijn leven
door. Het schrijven kon hij niet nalaten,
ovenmin als onze Da Costa het dichten. En
wat hij te voorschijn bracht als schrijver,
het waren meesterwerken.
Als een zoekende bovenal, een zoekende
naar waarheid, werd ons Leo Tolstoï voor
gesteld; als een zoekende daarnaar ouder
zijn boeren, in de bergen op het slagveld, in
kringen van geleerden cn geletterden, in
scholen, die hij op zijn landgoed stichtte
voor de kinderen zijnor ondergeschikten.
Maar lang duprdc het eer hij vond datgene,
waarnaar hij rusteloos jaagde.
Voorts werd verhaald, boeiend ook, even
als al het andere, van zijn huwelijk, zijn
rijk gezegend huwelijk, waaruit hem wer
den geboren zestien graafjes en gravin
netjes; worden ons geschetst zijn gelukkig
ste jaren (18621872), hoewel toch ook toen
op den bodem zijner ziele droefheid was.
Tot nog toe was de slotsom van al zijn zoe
ken geweest: IJdelheid der ijdelhcden, alles
is ijdclheid, en hoe langer hoe meer traden
bij den graaf, wicn de scherpe tegenstelling
lusschcn arm en rijk en dc shvafsche druk,
waaronder zijn volk gebukt ging. allengs
meer een doorn in het oog waren geworden,
op den voorgrond de vragen: Waartoe? c.n
Wat dan?
Hoe langer hoo meer echter ook vond hij
troost in het geloof, in de meer cn meer
bij hem vastwortolendo overtuiging: God is
word ons beschreven hoe
zijn vijftigste jaar theoloog
liefde. En
Tolstoï op
werd, zich zette tot een nauwgezet onder
zoek der Heilige Schrift en daartoe een
nieuwe 6tudie was aangevangen, tot-dat hij
meende don Christus te ontdekken in den
mensch Jezus. Veel strijd wachtte hem,
strijd vooral met de Grioksoh-Orthodoxo
Kerk, waarvan een tijdlang hij was geweest
een geloovig zoon,, die deelnam aan haar
dionsten en sacramenten.
Sinds 1880 Yond Tolstoï vrede aan de
voeten van zijn Heiland vol liefde; vrede,
ofschoon velen dan ook overtuigd zijn, dat
hij dwaalt en dot de stellingen en het stol
sel, op die dwaling door hem gebouwd,
niet de goede zijn, en zijn opvattingen van
het loven niet de juist».
Het was een schoone lozing, op waar
dige wijze sluitend do reoks, welke menigeen
veel stichtelijk genoegen on leering heeft
gebracht.
Het „Vrijzinnig Zangkoor", alhier,
gaf gisteravond in de groote zoal van hot
Volkshuis een buitengewone uitvoering, de
elfde sedert de oprichting op 26 Februari
1895. Do zaal was zoowol beneden als op het
balkon goheol bezet.
De voorzitter, do heer De la Court, heette
de aanwezigen wolkom cm ween er op dat
door het geven dezer uitvoering voldaan
word aan de bepalingen van het Reglement.
Door omstandigheden bo® eohter niet een
geheel nieuw programma worde® aangebo
den, maar kwamen daarop uteeestal oude
bekende zangnummers voor. In dim loop
van den avond bleek evenwel dat het ook
goed» bekenden waren, want do belangstel,
ling bleef groot o® de bijvalsbetuiging
na elk nunnnr niet minder.
Had de voorzitter in zijn openingswoord
er op gewezen dat, met het oog op do tijds
omstandigheden waaronder wij leven, door
sommigen reeds do opmerking was gemaakt
dat het scheen alsof or onder het volk geen
godsdionst meer bestond zijn verwachting
dat'het integendeel zou blijken dat hier voor
een godsdienstig lied nog wol plaats is, werd
ftlleazin8 bewaarheid.
Deze zangverecniging toch, ter beoefening
ven gewijde muziek, hooft-, onder leiding
van den heer Ph. Rank AJz.de opgekome-
ncn cenigo genotvolle oogenbliken verschaft-.
Daarbij bleef liet echter niet-, wegens do
afwisseling welke een kinderpaar bood. Een
elfjarige fluitist en een veertienjarige pia
nist, de jongeheoren G. en O .A. Verhey.
droogen een drietal nummers voor, en het
moet erkend, zo dedon het bepaald heel aar
dig, tot aangename verrassing van het pu
bliek. Daverend was daarom het applaus,
hetwelk hun werd geschonken.
Op instrumentaal gebiod verleenden hun
rr edewerking de hcoren J. Henri Berkcljon
(eerclid) en O. den Ouden, die op het kla
vier, vierhandig, eenige Hongnarscho volks
liederen (Behr's „Csardas") voerdroegon,
op zeor verdienstelijke wijzo, zóó dat ook hun
de welverdiendo waardeering ten deel viel.
Ten zeoroto voldaan zal dan ook ieder, bij
het einde, de zaal hebben vorlatcn.
Uit het verslag van den directeur van
het Rijks-Elhnographisch Museum te Lei
den, van 1 Oct. 1901 tot 30 Sept. 1902, wolk
verslag met bijlagen en platen een aardig
boekdeel vormt, blijkt, dat de boido assis
tenten cn de overige beambten hun werk
zaamheden met groote toewijding vorvuldon.
Met ingang van 1 April werd J. J. van der
Laekcn tot opzichter van het Musouin be
noemd.
Do gebouwen vorkeeren in bevredigenden
staat, alsook het meubilair; een nieuw pho
tographic-toostcl werd aangeschaft en een
doelmatig ingericht» kast overgonomen uit
de nalatenschap van wijlen den heer C.
Vogel te Cronborg. Dc toestand der vorza-
molingon zelf is uitmuntend, zij zullen ech
ter niot dio zorg cn dat toezicht vercischen
als ze eenmaal in één gebouw tot één geheel
zijn voreenigd. Door schenking en aankoop
verkreeg do verzameling belangrijke uit
breiding, waarvan wij slechts noemen do
hoogst belangrijke schenkingen der hceron
kap.-luit.-ter-zee E. F. Bik, assistent-resi
dent li. Erkelcns cn van den heer consul
J. F. Mcnchaca.
Tegenover deze aanwinst stonden echter
ook verliczon, doordat enkelen het in bruik
leen afgestane weder terug cischten cn oen
aantal uit het voormalig Kabinet van Zeld
zaamhede® ovcrgenoi n schilderijen, op
voorstel vp Ti don hoofd-directeur van
'8 Rijks-Museum I» Amsterdam, r. ir zijn
instelling zijn overgebracht.
Met groot» erkentelijkheid wordt in het
verslag melding gemaakt hoe tal van per
sonen de belangen van het Museum hebben
bovorderd. A eel gebruik werd van het Mu
seum gemaakt.
Dc colleges in do Land- en Volkenkunde
van den Indischen Archipel, door den
hooglceraar in dio vakken in het gebouw
Hoogcwoerd gegeven, werden door een veel
grootor getal b' udenton bijgewoond, waai
door do daarvoor noodigo ruimte moest
worden uitgebreid. In dezelfde zaal wordt
ook door dr. H. Juynboll college gegeven
in het Javaansch, aan een aantal kweeko-
lingen van 't Neder landsoh Zendeling-Ge
nootschap. Tweemaal werd het Museum
door een groep leerlingen der Landbouw
school te Wageningen bezocht on in Augus
tus bezochten 40 loden van het Duitacho
Anthropologisch Genootschap het. De per
manent» tentoonstelling is dagelijks open
gesteld, do bibliotheek op ioderou Woens
dag en Zaterdag, voorte stelt de directeur
zich voor, op nador te bepalen Zondagen,
wandel-cursussen in te richten. (Hiermede
worden roods wel gee laag do proeven geno
men. Red.)
Van do 1300 bezoekers noemen wij slechts
Z. K. H. den Prins dor Nedorlanden en
dions broeder Hertog Johan Albrccht van
Mecklenburg, den Minister van Binnen-
landscho Zaken en den gezant van Turkijo
bij het Nedorlai. 1: "Ivo Hof, vorgozcld van
do hcoren A. Boppo en jhr. B. W. F. van
Riemsdijk.
Omtrent do in wording zijnd» Museum-
publicaties kan het volgende worden ge
mold:
Van het werk „Do - attikkunst in Noder-
landsch-Indiö", is do 3de aflevering tor
porso, van hot „Album der Ethnographi©
van het Congo-bekkcn", door den directeur
bewerkt-, kon de 2de helft ton gevolge eenor
opconhooping van moor epoedoischcnde
werkzaamheden bij het Museum, nog niet
worden uitgogovon. Do uitgovor van den
arbeid van den bcor G. A Koeze ovor de
schedolverzameling van wijlen dr. Schaden-
berg, heeft de uitgavo plotseling gestaakt
wegens to goring debiet. Voor do voltooiing
van dit belangrijke work wordt stoun go-
zocht. De bewerking der „Anthropomotri-
scho gege'vens", van dr. A. W. Nicuwen-
huis door dr. J. H. F. Kohlbruggc, hooft
tot verrassende resultaten betreffende de
oorspronkclijko bovolking van Borneo
geleid.
Als bijlage is aan het verslag een uittrek
sel uit oen brief van prof. Horm. Klaatsch,
te Hoidèlborg, gevoegd, waarin met groot»
waardecring over het Museum wordt go-
sproken.
Eindelijk versieren ccn negental fraaie
afbeeldingen het verslag, waarvan duide-
lijko vorklaringcn worden gegevon.
Toon t© twee uron de 6de battorij dor
2do Afdeeling Veld-Artillerie gisternajuid-
dag in groot tenue op den cour stond opge
steld, ging or een kleine pleoh' ighoid vooraf:
do bronzon medaille voor 12-jarige® trou
we® die®st word namelijk uitgoroikt aan
don wachtmeester v. Keuion, wolko hem, bij
afwezighoid van den batterij-commandant,
door de® IstoD luit. Koning onder een har-
telijko toespraak word op de Ixwst beves
tigd
Intussohen was do 6do batterij ook in
groot tenue aangerukt, zoodat toan do ge
ilede afdeoling prosent was, waarna door
de® luit. kolonel-commandant van genoom-
do afdecling de zil voren medaille voor 24-
jarigen trouwen cn eerlijke® diem«t word
uitgoreikt aan de® oppor-wadhtmecste P.
H. Ley cm aar, waarbij genoemde comman
dant in een zeer hartelijke toespraak
'g mans verdienste hoog pree» e® ook aangaf
dat hij getoond bad in dozen 24-jarigen
diensttijd zich niet alleen do goedkeuring
e® sympathie zijnor superieuren te heb
ben verworven, maar ook zeer in do
gunst bij collega's en minderen stond- Dozo
woorden gingen vergezeld va® een stoffelijk
blijk van waardeoring dor officierenterwijl
hom, nadat de jubilaris in de kazerne torug-
gokcerd was, daar ook bewijze® van hulde
ton deel violen, ten eerste van de gezamen
lijke ondoroffioioron o® daarna ook van
do geheel e nfdoeldng korporaals en man
schappen.
Voor een e® ander wa» do jubilaris zeer
erkentelijk. Dc hartelijk» bovyjzon van
sympathio zulle® don heer Jjeyonaar met
gemoege® op dezen dag doen terugzien.
Do overgangs-examon8 dor leerlingen van
het Genootschap: „Mathesis Scientlarura
Genitrlx" In het gebouw der Hoogere Burger
school op de Pietorskerkgracht (wintercureus
1902 1903) z(|n geregold als volgt:
Donderdag-avond 26 Maart:
2A en 2A'. Ned. taal van 77$ u.
de heer D. Chr. Schuit.
IA en IA'. Cyfor- en Meetkunde van 7$8 u.
de beer L Vermaas.
4A' en 4B Scheikunde van 8—8$ u.
do heer Dr. P. A. Meerburg Ilzn.
3A en 3B. Wiskunde van 8$—9 u.
de heer J. Vorwey de Winter.
Vrijdag-avond 27 Maart:
2A on 2A'. Wiskunde van 77$ a
de heer A. J J. Verbruggo.
IB en 2B. Aardrykskunde van 7$— 8 u.
de beer J. J. van Tertholen.
4A en 4B. Natuurkunde van 88$ u.
de heer Dr. J. 0. Schalkwyk.
4A en 4A'. Werktuigkunde van 8$—9 u.
de heer Docts L. M. Klinkenberg.
6de kl. Beschr. Meetkunde en
Doorzichtkunde van 99$ u.
de hoer W. C. A. Ridderhof,
Do mondelingo eind-examens zullen worden
afgenomen Maandag April, des avonds te
7 uren.