No. 13211
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 18 MAART. - TWEEDE BLAD.
Anno 1903
PERSOVERZICHT,
FEUILLETON.
Zonde; Moede;.
I In de rubriek „Haagschc Brieven"' in De
Irjd lezen wij o. in. liet volgende:
J De Regeering heeft mij wel op mijn wen-
■en bediend. Klaagde ik de vorige week,
lat de wetsontwerpen van beteekenis zieh
ieten wachten, en waarschuwde ik, dat, zoo
let nog niet te laat was, hei in elk geval
lijd werd voor Binncnlandsche Zaken, om
uit den hoek te komen, aan dien
kensch is dezer dagen in ruiine mate vol-
Twee wetsontwerpen van politieke
llrekking kwamen haast gelijktijdig bij de
Ivamer ineen tob inperking van den
Jaccincdwang en een tot herzie-
I) i n g de r W e t op het Hoogor Ou
de r w ij s. Beide maken op het eerrte ge
licht een zeer gunstigen indruk. Zij getui-
Tgen van een ernstige zucht om recht te
en aan den een, zonder zich te vergrijpen
kan rechten van anderen of schade te doen
|aan het algemeen belang.
Do verplichte, vaccinatie voor schoolgaan
de kinderen blijft als regel gelden, en wel
bij een eventueele pokkenepidemie als regel
lender uitzondering, Tn gewone omstandig
heden wordt echter, wat na invoering van
■'den leerplicht gebiedendo eisch is, voor de
Ikmderen van do ouders, die tegen de incn-
Iting gemoedsbezwaren hebben, de school
ontsloten, wanneer zij het vragen, het
■schoolbestuur of het schoolhoofd geen be-
Izwaar heeft hun verzoek over te brengen,
de Minister de ontheffing verleent, en van
de ontheffing kennis is gegeven aan hot
publiek, zoodat do ouders der kinderen wc-
Iten, dat naast hun kinderen niet-gevaccl-
Ineercle op do schoolbanken zitten. Wie voor
■do vrijheid van anderen iets gevoelt, moot
J niet deze regeling genoegen nemen en den
I Minister do huldo geven, dat hij vooral niet
I verder ging dan absoluut noodig was.
Do herziening der Wet op het Hooger
I Onderwijs brengt do rechtsgelijkheid, die
I voor het lager onderwijs bestond, ook op het
I gebied van liet hoogor onderwijs. Het recht
I voor do bijzondere gymnasia tob het afne-
I men van eind-examens aan de eigen leer
lingen wordt in de wet vastgelegd en aan de
'door verwerving van dit recht als deug-
I delijk erkende gymnasia een flinke subsidie
v< rleend. De vrijo universiteiten krijgen of
althans kunnen krijgen bet recht om gra
den te verlcenen, waaraan gelijke rechten
zijn verbonden als aan de graden der Rijks
universiteiten, doch onder zoodanige weten
schappelijke waarborgen, dat men voor
misbruiken niet beducht behoeft te zijn. Wie
aan dc wetenschappelijke bevoegdheid der
doctorandi mocht twijfelen, kan zo zelf op
do proef stellen bij de verdediging van het
I voor de leerlingen der bijzondero univorsi-
I toiton verplichte proefschrift.
Voor ons, Katholieken, op dit oogenblik
misschien van nog meer belang is wellicht
do gelegenheid, welke dc Regeering wenscht
te openen tot bet oprichten van vrije leer
stoelen aan do Rijks-Universiteiten en do
I mogelijkheid, welke zij geven wil, dat deze
rrije hoogleeraren in hun vak examineeren.
Indien dezo bepaling met de noodige vrij
gevigheid wordt toegepast, on op den
duur zal het daartoe komen kan men de
katholieke jongelui volkomen onttrekken
aan de r odzakelijkhoid tot hot loopen van
I colleges zooals bijv. in do wijsbegeerte, die
yoor hen gevaar opleveren.
Ik spreek hier, natuurlijk, alleen over de
algemeene strekking der wetsontwerpen.
Tijd voor bestudeering van détails is er nog
niet gc-weest. Om daarover te oordeelcn, is
het licht noodig van mannen, die in de
praktijk van het onderwijs thuis zijn en
kunnen oordeelcn in hoeverre de gestelde
cischen te zwaar of te licht zijn. Hoe hun
oordeel echter ook uitvalle, ik houd mij
overtuigd, dat zij zonder uitzondering
recht zullen laten wedervaren aan het ern
stig streven van den premier, om aan
ieder het zijne to geven.
Aan de Kamer nu, om do Regeering te
steunen. Zoo men onmiddellijk na het
Paaschreces het wetsontwerp in dc afdce-
lingon onderzoekt, kan het mogelijk in Fe
bruari 1904 in openbare behandeling komen.
Hierheen dient gestuurd. De Kamer kan
dan haar schade inhalen tegenover dit-jaar.
In De Nederlander zegt J. van As, van
Katwijk aan den Rijn, in een ingezonden
stuk het volgende:
Bij deze neem ik de vrijheid, ongevraagd.
met de meeste bescheidenheid voor ditmaal
een zeer eenvoudige correspondent fce zijn.
Onze veelbewogen treurige tijd doet mij
hiertoe do pen opvatten, niettegenstaande
mijn moeilijk pad op ruim 70-jarigen leef
tijd haast afgcloopen zal wezen.
Tot den arbeidersstand behoorendo, heb
ik niet te klagen over de kapitalisten of
den adelstand-
Dat ik op 70-jaj-igen leeitijd nog vorken
moet, menigmaal des naolits, daar is, naar
den mensch gesproken, de arbeidersklasse
de oorzaak van. Het zal onnoodig zijn te
zeggen hoe. Te meer niet, daar ik door
Gods genade geleerd heb, vergenoegd te
zijn in hetgeen ik ben. Hiermede is niet
gezegd, dat ik zonder gevoel ben; deze fan-
taaie is voor hen, dio wol eens gehoord heb
ben van vergenoegd zijn. Vandaar betreur
ik het, dat alhier openbare onderwijzers de
lijst ter teekening zoeken te vullen van de
firma Troe]ptra on Oudegeest, tegen onze
Overheid, met de bekende leugens.
God moko onze Overheid sterk, opdat, zij
niet het minste toegeven zal en hun godde
lijk recht niet laten verkorten, gelijk wijlen
onze goedo Prins Willem V helaas heoft
gedaan, want dan zijn we, gelijk toon, ver
loren.
God geve de Redactie wijsheid en moed
don leugengeest te bestrijden, en ik zal met
minder haast als deze is geschreven voort
gaan voor de Rodactio te bidden.
De N icutoe Rotterdamsche Courant be
spreekt het door de Regeering ingedionde
wetsontwerp tot nieuwe regeling van
het tarief dor auikorbolasting in
vorband mot de afschaffing der uitvoorprc-
rniën. Na de gronden te hebben aangege
ven, waarop met de voorgestelde verlaging
van don accijns van 27 tot 2-1 per 100
kilogram kon worden ingestemd, oritieeert
hot blad hot voorstel van den Minister om
gemachtigd te worden bij algemeenen maat
regel van bestuur een z.g. sui*taxe cp sui
ker te bepalen.
De Memorie van Toelichting hinkt, wat
die surtaxe betreft, op twee gedachten. Nu
eens keurt do Minister ze af, dan weer wil
hij niet de mogelijkheid gerekend hebben ze
in to voeren. Het orakel van Delphi heeft
nooit raadselachtiger gesproken.
,,De bedoeling der Regeoring is, rich een
volmacht tc laten geven tot heffing eener
belasting, een vrijbrief tot het drijven van
handels-politiek door middel van de belas-
tingsohroof; volmacht om den strijd tus-
eohen do belangen, die bij con surtaxe be
trokken zijn, eigenmachtig te beslissen. niet
in overleg met de Volksvertegenwoordiging
maar door een Kon. besluit. Want er is
een groote strijd van belangen. Aan de
ééno zijde staan do suiker fabrikanten, voor
namelijk uit Brabant,met hun partijgan
gers in do Tweede en in dc Eerste Kamer.
Aan de andere zijde staan do verbrui kors,
clio geen noodoloos dure suiker wonschcn;
de jam- en cacaofabrikanten, die tegen
surtaxe hebben gerequestreerd, daar deze
hun uitvoerhandel bedreigt; de onderne-
mors van vruchtenteelt, die hun toekomst
zien in den bloei do jamfabrieken, do In
dische suikorf abrikanten, die Nederland
voor zich toegankelijk willen houden; do
handelaars in Rotterdam, die in onzeker
heid van tarieven op lust stuk van invoer
rechten ccn bron van verliezen duchten;
de suikerraffinaderij, die ook al tegen een
surtaxe heeft goadreeseord; cn eindelijk
zij, die een economisch en een politiek be
zwaar zien in een stap op den weg ut be
vordering van de oprichting van kartels in
Nederland.
Deze strijd van belangen zou, naar hot
ontworpen plan, niet in de openbare be
raadslaging dor Volksvertegenwoordiging,
doch achter dc coulissen, in do binnenka
mer van het Departement van Financiën
worden beslist I
Gevoelt men niet, dat men hier staat
voor een prineipieelo quaestio van hooge
staatsre chtcd ij k o beteekenis 1
Do Nieuwe Rotterdamsche Courant komt
dan op tegen do h. i. ongeoorloofde delega
tie van maoht, waarmede de heffing eener
surtaxe bij algemeen on maatregel van be
stuur, in stede van bij de wet, zooals art.
174 der Grondwet voor alle belastingen
voorschrijft, gelijk zou staan.
„Geven de Staten-Generaal op deze wijs
uit hun hand wat bot- hun grondwettige
bevoegdheid behoort, dan zal de Minister
van Financiën, vreezen wij, weinig genoe
gen beleven van zijn uitgebreide macht. Wij
zien in gedachten de auikerbolanghebbon-
den reeds telkens antichambreeren bij het
Kabinet doe Ministers, om dezen met aller
lei sensatieberiohten do overtuiging op te
dringen, dat het „voor de belangen der
binnenlandsche nijverheid noodig" is een
surtaxo te heffen. Naar welken raadsman
zal de Minister luigteren? Men herinnert
zich nog den overmocdigen aanval in 'tdag
blad De Tijd tegen don hoofdambtenaar der
betrokken af deeling van bet Departement
van Financiën. Men herinnert zich de bro
chure van 't- lid der Eerste Kamer, mr. Sas
sen, uit Breda, een open brief, om de Re
geering te waarschuwen vooral niet te rade
te gaan mot de heeren, dio de Noderland-
sdio Regcering te Brussel liebben vertegen
woordigd. Men herinnert zich do rode van
dezelfde strekking des heeren Van der Kuo
in de Tweede Kamer. ^len kan er van over
tuigd zijn, dat do Brabantsche heeren rich-
zelvon, cn alleen ziohzolven, als do aange
wezen adviseurs van den Minister zullen,
voordoen.
Wat al goochelspel over den invloed van
do niet altijd gemakkelijk bo begrijpen bui-
tenlandscho wetgeving kan tegenover onzen
Minister niet worden uitgespeeld 1 Het hek
zou dan van den dam zijn, en do «uikorfa-
brikanten zouden wol dwaas zijn, indien
zij op den Kneuterdijk niet nvt vuur uit do
steenen liepen om do zoo begeerlijke surtaxe
te vorkrijgen. En dit. alles zonder openhaar
debat I"
Er zijn wel een paar antecedenten van
inbreuk op art. 174, zooals het nooit toe
gepaste retorsie-middel, in 1850 den Ko
ning opgedragen, voor liet geval een vreem
de Staat een differentieel recht zou heffen
op goederen of schepen uit Nederland, als
ook do machtiging om in bijzondero om
standigheden sommige invoerrechten te ver
lagen (let wel: niet te verhoogea). Maar
die antecedenten rijn al heel zwak te noe
men.
De Nieuwe Rottcrdamsche Courant ver
trouwt, dat tegenover do poging om ce.n be
lasting in te voeren bij Kon. besluit de Sto
len-Generaal voet bij stuk zal houden.
„Ad daalde in Nederland door een lawine
van buitonlandseho suiker dc prijs met 50
pCb., dat kan nooit andei's dan tijdelijk
zijn, en onze suikerfahrikanten zijn niet
verplicht op dat oogenblik te vorkoopen,
terwijl zij altijd de bevoegdheid bezitten om
te vorkoopen in liet buitenland. Bovendien
do wetgevende macht kan, indien er werke
lijk haast is. zeer goed een wet spoedig ver
vaardigen. Dan kan men ten minste de
alarmtijdingenwaardoor do suiker fabri
kanten do natie zouden willen overtuigen
van do noodzakelijkheid eener surtaxe, eon-
troleoren met do nauwgezetheid on de on
partijdigheid, welke liet onderworp ver
dient."
Dc Nieuwe Courant blijft van mccning,
dat do mogelijkheid blijft beslaan, dat ook
na de verlaging van den accijns de Noder-
landschc verbruiker zijn suiker iets duurder
zal moeten betalen, omdat de suikerprijs op
de wereldmarkt vermoedelijk verhoogd zal
worden met een bedrag, hooger dan de Nc-
derlandsohe premie bedraagt. Maar gesteld,
zegt zij, dat de verlaging van den accijns
de verhooging der productiekoston dekt, dan
nog zou voor den Nederlandsohen verbrui
ker niet zijn weggelegd wat toch onder de
bedoelingen der Conventie meetelde: ,,dc
toeneming van het suikcrvcrbruik' ten ge
volge van prijsverlaging Wat het blad jam
mer vindt, ook omdat zij dc suiker niet al
leen beschouwt als ccn genot-, maar ook als
oen voedingsmiddel van beteekenis. Zij zou
7,ich in toenemend verbruik verheugen en
dezen gednehtengang volgend ook verheu
gen in veel sterkere verlaging van den ac
cijns dan wordt voorgesteld, omdat zij is één
der voorwaarden voor toeneming van het
verbruik.
En toch zou het blad aarzelen om thans
bjj de Regeering op een dergelijke oanzion-
lijko verlaging aan te dringen. In deze mate
rie kan zij zich in veel bij de Memorie van
Toelichting aansluiten. Er is behalve dc Nc-
derlandsche suikerooneumont ook een Neder-
landscho schatkist., en de nadeelen, welko
haar te wachten staan ten gevolge eener
oventueele verdere accijnsverlaging, zouden
alleen kunnen worden genoutrtali6eerd door
aanzienlijke vermeerdering van hjet gebruik.
En dit nu neemt do Regeering \olstrekt niet
als zeker aan. De Nieuwe Courant denkt
deui.rover wel gunstiger; liet wil or bij haar
nog net in, dat. bij een verlaging van den
aocijns van werkelijke beteekenis do relatieve
rtijging niet nog aanzienlijk zou vermeerde
ren en dus, met het oog op den aanwas on
zer bevolking, de absolute vermeerdering in
nog sterkere mate. Intusschen kan zij het
ministerieel© standpunt bcgrijpcD, al aan
vaardt zij het niet goheel. Laat do
zaak, zegt zij, een voorwerp van on
derzoek blijven lob to z.ijner tijd niet
cenigü meerdere zekerheid de gevolgen
van meer ingrijpende maatregelen kunnen
worden voorspeld, tot minder onzekerheid
heorseht omtrent wat de nieuwe suikerpoli-
tiek zal brengen.
Dit onderdeol van het wetsontwerp mag,
wat haar betreft, worden aangenomonzij
maakt zich echter daarover niet warm.
In het Christelijk Schoolblad vraagt en
klaagt een Christelijk onderwijzer
zeer juist, zegt Dc Standaard
Nadat dr. A. W. Bronsveld in rijn Fe
bruari-.,Kroniek' den staf heeft gebroken
over do huidige Regeoring, waarbij vooral
dr. A. Kuypor liet natuurlijk ontgelden
moet, constateert, do in uiijn oog onpartij
dige Kroniekschrijver, dat de sociaal-demo-
oratio do vruchten plukt van het zaad der
ontevredenheid, dat- van .verschillend© zijden
i9 uitgestrooid. De geest, waarin velo on-
dorwijzors (ook op Christelijke scholen)
zioh over do „kapitalisten" liebben uitgela
ten onz. brengt nu zijn oogst voort. Aldus
de Utreohtsohe doctor.
Dat behalve dr. Kuypor ook dc Christel,
ondorwijzors in geen goed blaadjo staan bij
dozen Evangeliedienaar, wisten wij. Maar
waarom moeten nu do Christelijke onder
wijzers den volke hier voorgesteld als op
ruiers en geen woord gerept van zooveel
moderne en socialistisch? dominees, dio
zelfs den kansel misbruiken om hun theo
rieën aan den man te brengen? Is er niet
ccn heel lijstje van predikanten of ex-pre
dikanten te noemen, die aan de spits staan
van do partij, Welke thans ons land in rep
on roer brengt 1 En toch van dio allen
zwijgt dr. Bronsveld.
Is dat corlijk en oen Evangeliedienaar
waardig? Verdient zulk con Kroniekschrij
ver het vertrouwen zijner lezors?
Ds. P. Groote, Luthersch predikant te
Amsterdam, geeft in Dc Wartburg een ar
tikel ter aanbeveling van de Christel ij-
ko w c r k 1 i ©d e n-v creonigingen.
Hij besluit aldus:
„Ik schrijf dit, omdat, waar ik weet boe
dit blad ook gelezen wordt door hen, die tot
den arbeidenden stand bohooron, ik ben wil
aanmoedigen lid te worden van een Chris
telijke worklieden-verccniging. Liefst, als er
ccn in hun woonplaats is, van hun Lu the r-
8chc Verceniging, maar is dio er niet, dan
van een andere. Allen moeten het inzien,
dat in do toekom t de strijd zal gaan tus-
sclicn Christelijk en niet-Christelijk. Het Li
beralisme heeft uitgediend; zonder het to
willen heeft het door neutraliteit zijn eigen
ondergang bewerkt; want geen sterveling is
neutraal in do hoogste dingen. Men ia vóór
of tegen het Evangelie vóór of tegen do
besoliouwing, dio de Christelijke genoemd
wordt. Men moet zioh afvragen, welke de
consequenties zijn van iedere richting Zij
zijn bezig getrokken te worden cn we zijn
al con heel eind op den weg. Laat nu door
d© Christelijke werklieden ingezien wovden,
hoo van hen voor een goed deel de toekomst
afhangt van land cn volk, maar aanéénslui
ting is nu vooral noodig, nu méér dan ooit.
Thans is het de tijd; laat dc gelederen ver
sterkt worden en helpt uw voormannen.
Een cercsaluut aan hen, die onbeweegbaar
staan cu vijandschap, ja zelfs gevaar voor
hun leven niet achten, om te laten zien, dab
het rijk Gods bestaat ook in gerechtigheid
cn bet willen toonen, dat God is een God
van orde
En als de vermogenden ook wijze mannen
zijn, die wijs handelen, dat zc dan dezo hun
broeders steunen. Zij doen het work, maar
ze hebben hulp noodig.'"
Na liet vaccin c-w e t j c niet enkele
woorden te hebbon tocgelioht, zegt de Arn
hem sche Courant:
Men zal dus in liet vervolg krijgen tweo
soorten van bijzondere scholendie, waarop
wél, cn die, waarop niet niet-ingoente per
sonen worden, toegelaten. Of con bijzonder©
school tot de eerste categorie zal bohooren,
staat ter beslissing van liet bestuur of het.
hoofd, al naar gelang zij mecncn, dat-, zooals
de Memorie van Toelichting zegt-, de aan
vrago lot ontheffing al dan niet „de school
met verlies van leerlingen bedreigt.' Er zul
len dus, ondanks do door den minister Kuy-
per verwachte vermeerdering van bijzonder^
6cholen, inzonderheid in tal van kleine ge*
meenten Christelijke ouders geplaatst wordeh
voor do keuze tussehen hun geweten cn de
zorg voor de gezondheid hunner kinderen
hun geweten, dat hun immers, \olgcns do
voorstanders zeiven der Christelijke School,,
krachtens do doopbelofte den pl\cht oplegt
hun kroost uaar con Christelijke school te
zenclon, en de ook door tal van Christenen
aangchaugen, ernstige overtuiging van het
nut der vaccinatie, zoodat or van dezo laat-
8tcn ten gevolge van hot voorgesteld© wetje
verscheidene, in verband mol do Leerplicht
wet, feitelijk gedwongen zullen worden te
gen hun zin hun kinderen naar dc openbare
school to zenden. Ons wil, van het standpunt
vooral van con Christelijke regccring, dit
toeschijnen een onverdedigbare vrijheidsbe
perking te zijn voor Christelijke ouders.
Wat den toestand, welko uit do toopaa-
sing van het ingodende wcfcjo geboren wor
den zal, nog bodenkelijkcr maakt, is de go- i
brui kei ij ke pressie, welko door diaconieën
pleegt to worden uitgeoefend op door haar!
bedeelde arme ouders, wicn als voorwaarde-
tot bedeoliug dc eisch gesteld wordt, dat zjj
hun kindoren naar do Christelijke school ten-'(
don. Is die school or ccn, welko bezochfc
wordt door leerlingen, of waaraan onderwij-
zend personeel verbondon is, aan wie onthef
fing verleend is van do verplichte vaccina.-
tie, en in plattelandsgemeenten zal dit
stellig meermalen voorkomen, dan zullen
dus do oudere aan armoede wordon prijsg©
goven, tenzij zij hun kroost aan besmetting
willen blootstellen, 't Is, dunkt ons, niet tc
veel gezegd dit wreod to noemen I
Want dot dit gevaar bestaat, zegt het blad
verder, is niet to loochenen. Het wijst or op
dat de werking der verleend© ontheffing
eerst wordt opgeschort, nadat volgons art.
21 der Ziekenwct het opideniisoli hcerschoii
dor pokken in de gemeente afgekondigd zal
z.ijn.
Het blad is van mccning, dab liet ontwerp
in uóti opzicht een z.eor te waardcoren ver
betering geeft, door bij algemeenen maalre f
gel van bestuur te bepalen, wolk© voorschrif
ten bij de inenting cn licrinonting moeten
worden in aelit genomen. Maar wat doarne-,
vens in het ontwerp wordt voorgor' rid,
dunkt haar zóó bedenkelijk, dat zij zich nau
welijks kan voorstellen, dat or een meerdor-
beid in onze Staten-Gcnoraal te vinden zal
zijn, die do verantwoordelijkheid durft aan
vaarden om do volksgezondheid aan zulk1
ccn ernstig gevaar bloot tc stellen.
D© Niciiue Rottcrdamsche Courant meent,
dot het blijkbaar moeite gekost liccft dit
wetsontwerp ter wereld te brengen.
„Door dit Regceringsvoorstel wordt,"
meent het blad, „een eerste schrede gezet op
een verkeerden weg, waarop dc logica do
voorstanders zal dwingen veel verder te
gaan. Het beginsel zal doorwerkon. Thans
geldt liet nog alleen het „losrafclen" van
„bandjes", zooals do minister Kuypor heb
bij do behandeling zijner begrooting voor
1002 uitdrukte. „De prineipieelo beslissing,
in zake den indiroeten vaccincdwang zal
eerst kunnen genomen worden bij een alg<v
meono herziening van de wet op de besmet
telijke ziekten", zoo heette hot in do Me
morie van Antwoord op liet Voorloopig Ver-
2)
Sir Everard had hem, helaas, nooit ge
zien, als by met een of ander nieuw stuk
speelgoed in do handen, of een nieuw plan
in het hoofd naar do vroegere iiuiskamor
vloog, om het aan zyn moeder te laten zien
of te vertellen; hoe hij dan oensklapa staan
bleef, als de plotselinge herinnering aan het
gebeurde zijn kinderlyke vreugde zoo ruw
verstoorde. Want dan schoot het hem te
binnen, dat op die welbekende sofa het
sehoone, liefderijke gelaat hem niet met een
biyden glimlach begroette; dat geen moeder
daar was om met belangstelling te luisteren
naar hetgeen hy had te vertollen, om hem
vurig te kussen, en hem op al zjjn vragen
te antwoorden. En dan zuchtte het kind diep,
en liet lusteloos de armen zakken; en hy
vloog voort, het volgende oogenblik, Daar
buiten, onverschillig waarheen, ver van die
plaats, om te ontvlieden dat bittere hartzeer,
dat gevoel van troosteloos verdriet.
Alleen Hij, die troont in de hemelen cn
tooh zelfs op de geringste schepselen hier
boneden liefdevol neerziet, wist-, wat er in
clat kinderlijk hart omging. Hij zag, hoe
do kleine zijn kussen mot hoc-te tranen be
vochtigde; Hij lioord© zijn onderdrukte
snikken diep in don nacht, ais dat- gevoel
van t.roostelooze verlatenheid don slaap ver
dreef, cn hij verdrietig wconond uitriep:
„O moeder, moeder, wat zal ik doen zon
der n F
Dat alles was geschied sinds ongeveer twee
jaren vóór den dag, waarop wij de twee
broertjes aantreffen voor het venster der
kinderkamer, toen rij met druilerige ge
zichtjes naar buiten tuurden in de grauwe
regenwolken.
Rëeds lang was liet droevig sterfgeval
vei-geten door kleinen Miles, als ware het
nimmer gebeurd, cn hij kon rich zelfs van
zijn moeder geen flauwe voorstelling meer
maken; bij den drie jaar ouderen Hum
phrey echter wa sdie herinnering van tijd
tot tijd nog frisch en levendig.
Weken cn maanden konden soms wol voor
bij gaan, zonder dat hij een oogenblik aan
haar dacht, totdat, plotseling een bloem, ot
een bock, of een kleinigheid, die liaar had
toebehoord, haar lief beeld in zijn geest
terugriep; en dan ging de kleine borst hef
tig op en neer, het blij opgeheven lioofd liet
hij mismoedig zakken, on do glans der vroo-
lijke, bruine oogen word door tranen ver
duisterd.
In de zitkamer, die thans nooit gebruikt
werd, hing boven de divan een levensgroot
geschilderd portret van lady Dunoombe,
met Humphrey als een klein kind nog op
haar armen. Als nu de knaap mot Virgin ie
onmin had gehad, en hij zioh daarom droe
vig gevoelde, mocht het soms gebeuren, dat
hij schuchter daar binnen sloop om daar
troost te zoeken; dan knielde liij, zonder dat
iemand het zag, voor die divan, en dan be
proefde hij dezelfde houding aan tc nemen
als op de schilderij, en dan trachtte hij zich
te verbeelden, dat hij moeders arm om zijn
hals en haar schouder tegen rijn hoofd ge
voelde.
Soms, ale de kamer werd schoongemaakt,
werden de iwore blinden geopend, en dan
stroomdo liet volle daglicht in hot anders
zoo duistere vertrek ©n op het- jonge sehoo
ne gelaat der schilderij. Dan stonden de
kleine broedcre in een eerbiedige houding
daarvoor, met een utdrukking van ontzag
op de mooie gezichtjes; en de oudste ver
haalde den jongste met een zekeren trots,
al wat hij zich van zijn lieve moeder kon
herinneren.
Miles koesterde dc grootste bewondering
en een diepen eerbied voor Humphrey. Een
jongen van acht jaar immers, die al lang
een huis draagt, is altijd voor een kind van
rijf, dat zich nog tot dc blousjcs moot be
palen, een voorwerp van oprechte vereering;
bovendien strekte Miles' plaatselijke kennis
van het oudo lieeronhuis zioh niet verder uit
dan tot dc ruime boekerij van sir Evenard
en de gewone kamers dor kinderen; de zet
kamer kon hij zich niet anders voorstellen
cbin als een gesloten vertrek, welks meubels
altijd met gróót© lakens bedokt waren. Zoo
werd rijn ontzag voor Humphrey nog veel
dieper, als hij luisterde naar de geestdrif
tige beschrijving van al die vervlogen glorie
van het huis. toon eiken avond in de zitka
mer do prachtige kroonluchter zijn helder
lioht verspreidde, en toen moeder nog haar
oudo plaats op dc divan innam met haar
werktafeltje naast zioh.
Vaag cn duister was ook het denkbeeld,
dat hij zioh van die ..moeder" vormde, van
wie zijn broeder altijd sprak met iets zachte
in zijn stem, met iels glinsterende in zijn
oogen; maar dat zij erg mooi cn erg lief
was geweest, daaiwan was hij vast over
tuigd.
Dezo meerdere kennis van Humphrey,
die 7.ich hun moc-der nog zoo wel wist te her
inneren, gaf Miles een gevoel van volslagen
minderheid; en hij gevoelde rich soms be
schaamd, als zijn groote broer wel eens
plotseling hun gesprek over dien ouden tijd
afbrak met een medelijdend: „Maar het
helpt toch niets, dat ik probeer het jc dui
delijk te maken, want jo weet niets meer
van haar." Dan kwam or een uitdrukking
van stillo onderworpenheid op het ernstige
gezichtje, en nederig erkende hij zijn min
derheid
Juist die onderworpenheid van Miles aan
Humphrey maakte de plaag van Virginie's
leven uiit en bracht haar 8om6 bot wanhoop.
Schuchter van nature, werd Miles even on
handelbaar als Humphrey, als deze maar
het voorbeeld gaf; gehoorzaam cn volgzaam
uit ziohzolf, kon hij soms in allee Viginie
trotse eren, als dc oudste hem maar opstook
te. En sLnds lang had do gouvernante de
waarheid van liet spreekwoord: „Eendracht
maakt macht" op die wijze ondervondon,
ton koste van haar zwakke zenuwen en heel
dikwijls ook van haar goede stemming.
Ook nu had Virginio al meer dan eens
te kennen gegeven, dat Humphrey zijn va
der van liet station mocht halen, a.ls hij zioh
een regenjas wilde laten welgevallen. Hierin
had deze geen bezwaar gezienals Miles dan
meo mocht gaan.
Maar tegen die voorwaard? vedette Vir
ginio zich met alle kracht. Zij wist maar
al tc goed bij ondervinding, dat niets Miles
op zulk een regen ach tigen, killen dag tegen
kou vatten zou behoeden. al pakte ze hem
nog zoo warm in; zij hadden dus tc kiezen:
óf Humphrey alleen, óf geen van heiden.
..Ga maar niet," fluisterde kleine Mi-
les, terwijl zij hun goziclitjes dichter bij
elkander tegen het venster drukten, om niet
te woi'den verstaan, „het zal zoo vervelend
zijn, heelcmaal alleen bij Virgin ie te moeten
bl ij ven."
„Zij is een akelige, oude dvared rijf ster,"
druildo Humphrey, dio dat woord wel cena
van zijn vader had gehoord; „als or iets
pleizicrig» is, moet zij liet altijd bederven.
Maar het doet er niet toe, Miles, ik ga toch
niet zonder jou, cn wo zullen do regendrup
pels tellen, dan gaat dc tijd gauw voorbij
Dezo aangenamo bezigheid had het go-
wenschte gevolg; liet cereto half uur kwam'
voorbij. Ja, rij verdiepten er zich zóó in,
cn het was zóó moeilijk, dat do dogcart do
oprijlaan binnenkwam, en reeds bijna vootS
do deur stond, zonder dat de twee kb-ine'
jongens liet bemerkt hadden.
„Wat is dal nu!" riep Virginia veschrikt'
uit, toen Humphrey plotseling van liet ko
zijn op den vloer sprong.
,,'t Ï6 vader 1" wns dc ecnige inlichting,
die zij nog van hem kon krijgen, en hij vloog
de kamer uit on de trappen af.
„Uw papa? Wacht even, dat ik jo liaar
wat in orde breng
Maar zij up rak togen den wind; in d*
verte hoorde zij Humphrey nog met dri$
treden tegelijk van de trappen springen.
Miles, die iets kalmer waa uitgeval li-uj
kon rij ten minste ondanks zijn tegenstrib-
lielon wassclien en kammen, on toen ging
ook hij rijn vader te gernoet.
Hij kwam in do vestibule, juist ton. Iteti
rijtuig voor de deur stilstond, en dc tweo
kleuters sprongen cn dansten van ploizier,
toen een groote, breedgeschouderde heer mefc
een donkor uiterlijk uitstapte, zich van zijni
regenjas en parapluie rntdcod en hen te
gomoet liep.
(Wordt vervolgd.)