ALLERLEI."
Raadsel.
a
reeds ten tijde van Hadrian os droegen de
senatoren, rechters en ridders ringen, welke
j dikwijls zeer kostbaar waren. Bij het afster
ven van een familielid legde men dit sie
raad af.
Gedurende de eerste eeuwen na Christus'
•geboorte droegen de Katten ijzeren ringen,
'ten teeken, dat zij een belofte gedaan had
den, gewoonlijk daarin bestaande, dat zij
.bezwoeren hun vijand te dooden. Onze Ger-
.maansche voorouders waren groote liefheb-
•bers van ringen. Vingers, armen, ooren en
borst waren er somwijlen mee getooid.
(Hieruit volgt, dat zij niet uitsluitend ijzeren
'banden namen, maar vooral tot sieraad gou
den of bronzen ringen gebruikten, enkele
'malen ook van been.
Wijl Mozes den ring als een symbool der
.trouw aanwees, stelde de Kerk het gebruik
'in, de ringen te wijden. En niet alleen die
,voor de jonggehuwden, maar ook den ring
•des bisschops en van het Opperhoofd, den
Paus.
De bisschop van Rome voert sedert
eeuwen den Visscherring, waarmee alle Pau-
.selijke bullen gezegeld worden.
Zeer dikwijls schonken in de middel
eeuwen en nog later vrienden of geliefden,
(die afscheid namen, elkander een halven
'ring, om zich later door de zuiver op elkaar
(passende deelen weder te herkennen of om
(van de waarheid eener boodschap overtuigd
[te zijn. Koningen en hertogen, graven en
andere machtige heeren schonken dikwijls
Iringen met de belofte, hem hulp te verlee-
;nen, die den ring, het teeken der genade,
IZond of kon vertoonen.
Beroemd werd de ring, welken koningin
'Elisabeth haren gunsteling, den gTaaf van
Essex, gaf, met de plechtige gelofte, eiken
twensch te vervullen, welke haar bij het too
rnen van dien ring gedaan werd. Toen graaf
(Essex in den kerker geworpen werd, zond
(hij, in de hoop op een spoedige bevrijding,
jjnjn gebiedster het onderpand van haar eed.
Maar er kwam geen bode met de tijding,
dat hij de gevangenis mocht verlatenhet
jhoofd van den graaf viel op het schavot.
'De hertogin van Nottingham had den
ring onderschept. Eerst op haar doodsbed
bekende zij dit misdrijf. Elisabeth was zóó
(getroffen, toen rij zulks vera am, dat haar
■riekte verergerde en zij drie dagen later
(Stierf.
Den lezers (lezeressen) ia de schoone bal-
ilade van den ring van Polycrates bekend,
j die den goden een kleinood aanbood, maar
ihet in de ingewanden van een viach terug-
(vond.
Of de ring van het „Vrouwtje van Stavo
ren" in betrekking stond met dien van Poly-
crates, durf ik noch bevestigen, noch ont
kennen.
Tegenwoordig ia het aanschaffen van een
trouwring een gemakkelijk werk en zelfs
dan, wanneer een al te verliefde of onver-
I schil li ge bruidegom den ring mocht verge-
,ten hebben, ia er bij een goudsmid wel een
ring te koop, die om den vinger dor schoone
ipast.
Maar in oude tijden was dit zoo niet en
verkeerde men vaak in moeilijkheden. Het
ia gebeurd, dat men den kerksleutel als
ring aan den vinger stak of haastig uit een
'nabijrijnd huis een gordijnring leende.
Lord Chesterfield draaide uit den lederen
handschoen der bruid vingerringen.
Toen Colin Lindsay als bruidegom 'a mor
gens in zijn slaaprok behaaglijk een pijp
rookte zonder aan ernstige zaken te den
ken, kwam men hem haastig roepen met de
'tijding, dat de bruid hem reeds in de kerk
i wachtte. Hij kleedde zich haastig aan, reed
i naar de kerk, maar vergat de ringen. Nog-
I maals tcrugkeeren ging niet en daarom ver
zocht hij rijn vriend om diens ring. Nadat
(de bruid bij den rit van de kerk naar de
woning haars bruidegoms een blik op den
ring wierp, viel rij in onmacht de ring
droeg als sieraad era doodskop. Niets kon
bij haar het droeve denkbeeld verdrijven,
'dat rij binnen het jaar sterven moest, en
werkelijk, haar voorgevoel werd bewaar
heid, wat natuurlijk anderen in dat bijge
loof sterkte.
Thans gebruikt men meest eenvoudige,
i gladde ringen, welke d© echtelijke trouw als
1 symbool dienenhelaas, dikwijls wordt hij
don dragers een onverdraaglijke keten, welke
zij trachten te verbreken, hun geluk en eer,
de toekomst der kinderen opofferende voor
de zoogenaamde „vrijheid
Goddank, er rijn anderen, die den gouden
band met tranen van geluk bevochtigen en
hem gaarne zien, als het uiterlijke teeken
van de volkomen harmonie tusschen twee
zielen. En wanneer de hand van den gelief
de door den dood haar warmte verliest,
neemt de echtgenoot© met een heilige hui
vering den trouwring van den vinger en
laat hem met den haren tot een enkelen
smeden. Zoo draagt zij hem, tot rij hem me-
deneemt in het koele graf.
Vooral in Duitschland heeft menig dich
ter den ring bezongen. In een der volkslie
deren wordt vermeld, dat op het oogenblik
van trouwbreuk de ring gebroken werd.
Maar een ander lied spreekt van een jongen
man, die in den hemel rijn bruid tusschen
de engelen zal kunnen vinden, alleen door
den ring, welken hij haar schonk.
Een vrouw siert zich gaarne met ringen.
Zelfs het kleine meisje doet dit en in haar
speelschheid maakt zij voor de houten pop
ringen van koralen.
Een enkele ring versiert een vrouwen
hand, maar het getuigt van weinig ktt-iaaIt,
als alle vingers met gouden ringen beladen
rijnvan traagheid, als de ring of ringen
over het onderste vingerlid hangenwie zoo
de ringen draagt, kan weinig werk verrich
ten. Het staat leelijk en het is meestal een
eigenschap van geringe lieden, die plotse
ling rijk geworden zijn, de vingers uit te
strekken, om don ring (ringen) te doen be
wonderen. Ringen behooren tot de zaken,
welke zonder pretensie gedragen moeten
worden, zonder iets opvallends.
De ring is een uitmuntend cadeau voor
een vriend of vriendin"; want rond, zonder
begin of einde als de gouden band, moet de
liefde en vriendschap rijn.
Uit ©en officieel verslag.
De ambtelijke stijl is in den regel niet heel
sierlijk en lang niet altijd welluidend, maar
een verslag als een Oosten rij ksch officier
van een brandweer ten platten lande gaf
van een brand, is zoo origineel, dat wij er
onze lozers eens om zullen laten lachen:
„De brand werd veroorzaakt door de
krankzinnigheid van Jozef Nagel of door
dat kinderen tot het voederen der koeien
gebruikt werden.
De eigenaar van het brandend perceel kon
geen poging tot het blusschen doen, daar
hij geen water had en hij ook niet thuis was.
Het tooneel van den brand werd door twee
lantaarns en een gendarm verlicht.
Het gemeentebestuur leidde het blus-
schingswerk, daar het in de bovenste kamer
van den commandant zelf brandde. De
brandspuiten kregen water door dragende
meisjes en het ingieten van deze in de
slangen, benevens door het zuigen van de
brandweer aan de hy drop hoor.
Gered werden een linnenkast en een koe,
welke gestolen werd.
De dienstbode redde het naakte leven al
leen in haar hemd.
Veel rundvee liep voortdurend naar het
vuur, hetwelk werd opgesloten.
Een man werd door een vlammenzuil aan
het oor gekwetst, hetwelk boven zijn helm
uitstak."
Na al deze fraaiheden van stijl en logica
komt onze brave officier tot deze merk
waardig vernuftige gevolgtrekking: „dat
de geschilderde brand geleerd heeft, dat het
spuitenhuis niet te ver van het brandend
perceel gelegen behoort te rijn."
Curiosum.
Waarde WiLlem I
Wouter Wildzang's wijf was wrevelig 1
Waarom? Wel, weken waren weggegaan,
waarin weaenlijk weinig was weggelegd,
want wegens weelde word wereldkundig,
wat Wouter weggooide. Whistspel, wijn,
waagstukken, wedrennen, wielnjdan, wed
denschappen waren ware worstelende wol
ven, welke Wdldaang'B wereldsohgezindhcad
wekten. Werkeloosheid waarborgde weinig
winst, waardoor wederzij dsohe woordenwis
sel ingan weidra werden waargenomen.
Woest, wezenloos, wild, wanhopig, waan
zinnig wandelde Wouter Wildzang© werk
zame, weerJooze wederhelft Wilhelxnina wijd
weg, waar Wassenaars wateren wiegelden.
Woedend weer, wilde wervelwinden weer
hielden weinig, waar wrok woelde; Wild
zang werd weldra welverdiend weduwnaar.
Wijders weinig wetenswaardigs,
WINAND.
Ook een vraag. Boerin (tot den dokter):
„Ach, dokter, zeg mij fcooh wat mijn man
mankeert; maar als het gevaarlijk is,
het mij dan zoo, dat ik hot niet begrijp."
Redenen genoeg. Rechter: „Waarom be
taalt gij uw schulden niet V'
Gedagvaarde: „Om negen redenen, edel
achtbare; ik heb een vrouw, een schoonmoe
der, zes kandoren en een ledig© beurs.
Naïef. Dorpeling tot rijn vrouw, op
een machinist wijzend: „Zie, oudje, dat is
nu da man, die de locomotief zoo go be
stuurt. Alleen ka.n ik maar niet begrijpen,
hoe dat kleine kereltje zoo ontzettend kan
fluiten."
Niet getroffen.. Socialist, die, op een
hek gezeten, kijkt naar een ploegenden boer:
„Juist, al maar op en neer door dat land
heen, arme slaaf. En waarom Om je bard-
vochtigen meester rijk te maken."
Boer, nijdig: „Nietes, hoor! 't Is m'n
eigen land 1"
Een handelsreiziger blijft altijd een mon-
sber-mensch.
Damedogica. Leeraar op een hoogere'
burgerschool voor meisjes,les gevende: „Ik
heb u bij de vorige les medegedeeld, jonge
dames, dat bdj den man de hersenen grooter
zijn dan bij de vrouw. Wehce gevolgtrekking
maakt ge daaruit, juffrouw Marie?"
Marie: „Dat het minder op de quanbitedt
dan op d© qualitedt aankomt".
Stakingeinoppen: Een vrouwtje ziet op
straat een nieuw biljet aangeplakt, waarop
met groot© lettere: Manifest.
„Kaik ea, kalk es I" zegt ze tegen een buur
vrouw: „Kaik es, weer een mamuefeest 1"
Vraag: Welike stokers lijden geen schade,
al staken alle machinisten?
Antwoord: Oproerstokers.
RECEPT.
Taartkorst.
Men neme: 350 gram keizersbloem, 240
gram boter en zout.
Bereiding: Doe de bloem met een weinig
zout in een kom, maak er een stevig deeg
van met ongeveer 11/4 cLL. koud water.,
Plaats dit deeg op een pasteiplank en rol
het dun uit. Neem een derde gedeelte van
de boter en smeer ze met een mes over het
deeg, strooi daarover een weinig bloem,
vouw het deeg dicht en rol het weer uit;
herhaal deze bewerking nog twee maal.
Als al de boter in het deeg gewerkt is,
wordt het op de verlangde dikte uitgerold.
Dit deeg is zeer geschikt voor een vruch
ten taa:
Oplossing van bel Raadsel Id bet vorig Zondagsblad
Ridderspoor.
Mijn' onderhoud kost zeenveel gold,
Gij vindt mij op het oorlogsveld;
Maar omgekeerd aanschouwt ge in mij
Een aantal lettors op een rij.
Wie me omgekeerd ndet houdt in 't oog,
Wordt in mijn rang heusch nimmer hoog;
Want nergens heb ik ware kracht,
Alg 'k omgekeerd niet word betracht.
[Oplossing in het volgend Zondagsblad].