1 merking, dat ik nu werkelijk zeer moe was, en zoo wandelden wij eendrachtig naar onze slaapkamer. Later sloop ik nog eens heldhaftig weg en deed do klok stilstaan, opdat zij mij den volgenden dag niet zou verraden. Zoo eindigde de eerste Keizersdag, dien ik als vrouw beleefde. Mijn echtvriend was de eenige, die den volgenden middag frisch en vroolijk aan het ontbijt kwam; de anderen gevoelden allen min of meer een zekere drukking I Het jjrind" had dus toch zoo dwaas niet ge handeld. ;X>e Simplon-tiin n el, d© grootste spoorwegtunnel, in aanbouw. Binnen eenige maanden, althans zeker binnen een paar jaren, zal alweder een dor meestge vierde bergtochten van Zuidolijk Zwitserland tot het verleden gaan behooren i ten minste in dien zin, dat zeer weinigen nog den toer Pallanza (Lago maggiore), 'Domo d'Ossola, Isolla, Simplon (Hospice), Bnsisal, Brigue te voet zullen maken, zoo dra de Sim pion-tun nel klaar ia En toch, dio grootste aller bestaande tunnels nadert jrijn voltooiing. Jammer, dat de kranige, door en door kundige, ingenieur Brandt, die de plan nen voor deze doorboring ontworpen heeft, het einde van zijn reuzenarbeid niet zal mo gen aanschouwendewijl hij, evenals de Ge- ,neefsche ingenieur L. Favre, de bouwer der iGothard-Bahn, vóór de voltooiing van zijn arbeid door den dood is weggerukt. Sinds onheuglijke tijden is de Simplon bo 'kond geweest om zijn bergpas; zelfs de Oude ^geschiedenis meldt ons, hoe koene bevelheb bers met grooto legers dien scheidsmuur itusschen Zwitserland en Italië overtrokken. Tot voor 150 jaar liep over de hemel- ^hooge Lepontinische Alpenketen geen enkele (berijdbare weg; niets lag daar dan een zeer emal bergpad, voor voertuigen ongeschikt. In de laatste jaren der 18de eeuw echter werd op verzoek van den kortelings als we- jreldveroveraar ontpopten jeugdigen Bona parte, door de Fransche en Milaneesche re- geeringen een postweg over den Simplon- 'pas aangelegd Deze moest vooral dienen, om het aanhou dend heen en weder trekken der Fransche troepen te vergemakkelijkenweshalve er op de hoogte der poshoogte van den Simplon een door den F ranse hen Staat gesubsi dieerd klooster van Bernardiener monni ken gebouwd werd, die de doortrekkende •legerkorpsen niet zelden moesten huisves ten en spijzigen. Zon dezelfde Bonaparte, thans wereldbe- jroemd onder den naam van Napoleon den iGrooton, niet den man voor krankzinnig gehouden hebben, die het gewaagd had te 'voorspellen, dat, nauwelijks honderd jaar later, ieder reiziger op de vleugelen van den stoom en zoo gemakkolijk en geriefelijk Imogelijk, binnen minder dan één uur tijds 'langs diezelfde Lepontinische Alpen, van Zwitserland uit, Italië zou bereiken. en dat wel door een onderaardsche gang, in do ingewanden des Simplons uitgegraven Dank zij den genialen ingenieur Brandt en zijn medewerkers, zal binnen korten tijd do voleinding aanschouwd worden van een tun nel, die de bestaande in stoutheid van aanleg en lengte verre overtreft. De Semmering- tunnel toch, dat juweel der ,,Wien-Triëst- Bahn", is 1431 M. lang; de wereldberoem- jdo Arl bergpass-tunnel (Ïnnsbrück-Züricb) haalt 10270 M. de Mont-Conis-tunncl, ver bindende Frankrijk met Savoye, meet 12288 M. de aan allen bekende St.-Gothard-tun- 'nel (Luzern-Milaan) 14920; de bier beschre ven nieuwe Simplon-tunnel echter de onge- 'loovi go rcuzenlengte van 19738 M., of 3 1/2 nur gaans. De firma Brandt, Brandau en Cie., he llast met deze doorboring, had, volgens over- eenkomst, reeds het volgend jaar 1904 dezen tunnel moeten opleveren; dewijl cr echter jgeen rekening gehouden is met de voorge vallen moeilijkheden, zal het reuzenwerk 'waarschijnlijk, en dan op zijn vroegst, 1 slechts in 1905 klaar kunnen zijn. Inderdaad, ontzaglijk rijn de hinderpalen, waarmede de groote ondernemers dagelijks te strijden hebben gehad en waarmede zij thans nog ti strijden hebben; voorkomend vooral uit het verschil der steensoorten. Toen men in het begin de oerisit- en brolite- lag en doorboorde, had men groote moeite met de weekheid der rots; zoozeer zelfs, dat men vreesde, wegens invallen der wanden, het werk te moeten staken. Thans, nu men een haast ondoordringbare laag van gncis- steon (graniet) tegenkomt, vindon de boor machines zooveel tegenwerking, dat er in plaats van 7 of 8 M. per dag, hoogstens 6 M. gevorderd wordt. Nog een andere der voorname moeilijkhe den, ja wellicht de voornaamste, is de over strooming aan de Italiaansche zijde, veroor zaakt door een blootgelegde waterader; daardoor ondervond het werk groote vertrar ging. Toch wist 's menschen vernuft ook de zen hinderpaal te boven te komen, zoodat de ondernemers, die hier in werkelijkheid too- nen, dat de mensch door God tot Koning der Schepping gesteld is, dagelijks al die per en dieper in de ontzaglijke rotswanden doordringen. Do doorboring van den Simplon-tunnol, die zoowel aan den Noord- als aan don Zuid kant tegelijk begonnen is, ia thans reeds ver over de helft gevorderd. Opmerkelijk vooral is bij deze doorboring, dat men voor het eerst, niet één enkelen, breederen, doch wel twee gelijk loopende tunnels geboord heeft, die op zeer vele punten door dwars gangen met elkander in verbinding staan. Daar door zou volgens de meening van den ont werper Brandt, en wel door den hierdoor ontetanen tocht, de tot hiertoe nog niet op geloste moeilijkheid der luchtververaching zijn opgeheven. Ongetwijfeld zal Brieg, dat vroeger een onbeduidend stadje was, aan den ingang van den tunnel gelegen, door deze doorbo ring wereld-reputatie verkrijgen. Thans, nu de groote werken sinds een paar jaren in vollen gang zijn, heerscht daar de grootste bedrijvigheid. Tal van woningen, zoowel voor de ingenieurs en opzichters als voor de duizenden, meest Italiaansche, werklie den, vorrezem reeds aan de Zwitserscho zijde van den tunnelingang, ook een reeks van gebouwen en loodsen van verschillen den aard, waarin de vernuftige en reusach tige machinerieën zijn opgesteld. Welke groote werken onze 20ste eeuw ook tot stand moge brengen, zeer zeker zal de doorboring van de rotswanden des Sim plons een der grootste werken dezer eeuw blijven; een meesterstuk van menschelijk genie en volharding, een der reuzenwerken, waarop de nakomelingen der Zwitsers met fierheid en trots zullen neerzien. He* dageüijksch voedsel. De mensch moet alleen voedsel gebruiken om zijn lichaam te onderhouden, en slechts zooveel als daarvoor noodig is. Een groo- tere hoeveelheid heeft een vermindering van levenskracht ten gevolge. Een andere ver keerdheid is, dat de mensch te veel stikstof- houdend voedsel gebruikt. Er zijn menschen, die meenen, dat hoe meer dierlijk voedsel of vleesch zij gebruiken, des te boter zij er zich bij zullen bevinden. Dit is verkeerd, want wanneer men meer dan éénmaal per dag en in grootere hoeveelheid dan vier ons vleesch eet. is dit voor het gestel nadeel ig. De beste goneesheeren verklaren, dat vier ons vleesch of een gelijkwaardige hoeveel heid erwten, boonen of linzen vereischt wordt om onze spieren in goeden staat te houden en dat een sjouwer of smid, die den zwaarsten arbeid verricht, niet meer be hoort te eten dan zes ons per dag. Fe ar beid verbruikt niet rechtstreeks onze spie ren, maar gebruikt de warmte en kracht vormende voedingsstoffen op, welke worden omgezet in energie. Als we ons lichaam met een stoommachine vergelijken, bespeuren we, dat beide, om kracht uit te oefenen, brandstof moeten ge bruiken. Wat steenkool is voor de machine, zijn koolstofhoudende voedingsstoffen (sui ker on olie) voor het lichaam. Om de ma chine in werking te houden, moet men haar voorzien van brandstof in behoorlijke hoe veelheid en met geregelde tusschenpoozen.' Met on8 lichaam is het niet anders gesteld: wij moeten het voorzien van het juiste voed sel in behoorlijke hoeveelheid en met vaste tusschenpoozen Drie maaltijden por dag rijn voor een ge woon gezond mensch voldoende. Tusschon, de maaltijden moet een tijdruimte van vijf uren verloopen, ten einde de maag, nadat ze drie of vier uur met bet verteringswerk is bezig geweest, een weinig rust te geven. Men moet langzaam eten en het eten goed vermalen. Door fijngekauwd voedsel wordt de arbeid van de maag zeer verlie1 b. Ook' moet men altijd eenvoudig voedsel gebrui ken, bij het eerste gevoel van verzadiging ophouden en zich niet overeten. Het ontbijt, bestaande uit havermeel-, gort- of maïspap met melk of vruchten,' moet worden gebruikt tusschen S c.i 9 uren 's morgens. Ook kan men een boterham, een ei, een kop chocolade of melk met water ge-( bruiken. Het gebruik van varkensvleesch, ham, visch of vleesch bij het eerste maal is niet aan te raden. De koffie moet vijf uren; na het ontbijt worden gedronken. Men kaa_ slappe thee, koffie of chocolade drinken met bruin of geroosterd brood met boter, gestoofde vruchten, melkpap, gekookte' uien, salade of andere groenten. Bij dit maal is vleesch of visch geen vereischte. Het middagmaal, dat vijf uren later zal worden genoten, kan liestaan uit mager, rundvleesch, scha pen vleesch, gevogelte, ko-1 nijnenvleesch of visch met twee groenten, gevolgd door een lichten pudding, vruchten- taart of gestoofd fruit. Men behoort niet te soupeeren. Gevoelt, iemand zich hongerig of flauw, dan is een; kop chocolade voldoende om dit gevoel weg te nemen. o Onze &aa9 in de kazerne. Men prijst den rijkdom onzer taal, Men roemt haar schoonheid, groeikracht, pit. Een woordenschat staat ons ten dienste, Zooals geen volk bezit. Hoe ook verheven de gedachte, De juiste toon geeft 't duidelijk aan, En hoe ontastbaar ook 't begrip is, Ter leen behoeft men nooit te gaan., En toch, ik durf het schier niet uiten, Men praalt met andrer woordenkeus. Men steelt en rooft en knoeit in klanken, „Vreemd staat geleerd", dat schijnt de leus. Attaque, reduit, observatie, Transport, convooi, detachement, Livret, conduite, elevatie, Recru\it, caisson, com mandement. Reveille, appèl en paradeeren, Parool, corvee en kolonel, Malpropriteit en comman dec ren Ik wensch die woorden naar de haL Ration, soutien en defileeren, Lunet, reserve en pantalon, Aplomb, can tine, tirailleeren, Logis, talud en échalon. Tenue, kepi en attaqueeren, Chevron, menage en cachot, Chambree, rapport en exeroeeren, Weg met dien Franschen rommelzoo. 'tZijn alle nare, vreemde klanken, We hebben woorden zelf' genoeg. Ik zou den man van invloed danken, Die ons van al dat tuig ontsloeg. Overpeinzingen van een ongehuwde vroow. De meeste mannen beschouwen een mooi meisje, alsof het expres voor hen geschapen' was. De mannen zijn lang niet zoo knap als de vrouwen hen laten denhen. Een man kan f 25,000 per jaar verdienen, maar toch moet hij een of ander klein vrouwtje trouwen, dat een rijksdaalder per wen': uitgeeft, om hem van oemfort te laten genieten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 12