Offieieele Kennisgeving.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Het geheimzinnige huis.
No. 13196 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 28 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1903
BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran
LEIDEN;
Gezien artikel 6, 2de alinea der Verordening
van 26 Januari 1894, regelende de Inwendige
inrichting der scholen, de toelating en het
ontslag der leerlingen, Gemeenteblad No. 6
van 1894);
BreDgen ter algemeone kennis, dat de
inschrijving van nieuwe leerlingen
aan «ie openbare sclioleu der 3d©
cn 4de Klasse zal plaats hebben van den
2den tot en met don 14den Maart e. k.
in dt schoollokalen op de Binnenvestgracht
aan het Plantsoeninde Van der-Werf straat
aan de Korte Mare; aan de Langclrugaan
den Maresingelm de Herenstraatin de
Bijnslraat en in de Brandcicijnstceg
des voormiddags van halfnegen tot negen
uren en des namiddags van halftwee tot tioce
uren, behalve dos Zaterdags en des Zondags.
Burgemeester on Wethouders voorn.
H. C. JUTA, Weth, lo. Burgemeester.
HEYST, Secretaris.
Leiden, 26 Februari 1903.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemeone kenüis dat door
hen vergunning i3 verleend aan J. GIPHART
•n rechtverkrijgenden tot het oprichten van
een gasmotor van 3 p.k. In do Waschinnchting
aan den Maredyk No. 101, kad. bekend Sectie
L No. 519.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in het „Leldach Dagblad."
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. C. JUTA, Weth., loco Burg.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 27 Februari 1903.
TISSCDEKIJ.
Do Commissaris der Koningin in dc Pro
vincie Zuid-Holland,
Ge-zien het besluit van de Gedeputeerde
Staten van den lOden Februari 1903, no. 92
Gelet op art. 11 der wet van den 13dcn
Juni 1857 (Staatsblad no. 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat bij voornoemd besluit door de Gedepu
teerde Staten is bepaald
lo. dat de visscherij in de binnenwateren,
waaronder ook worden verstaan rivioren,
door sluizen afgesloten, zal zijn gesloten
van den loden Maart aanslaande tot en met
den Sisten Mei daaraanvolgendemet uit
zondering
a. van de visscherij door middel van fui
ken, aalscharen, aalreepen, aalkorvcn, dob
bers en door peuren naar aal en paling
b. van de visscherij met de gebbe, om klei
ne visckjes te scheppen tot aas voor dobbers
2o. dat het visschen met kuilnetten, waar
onder ook behooren a nicer kuil en en staalboo-
men, van den Isten April aanstaande tot en
met den 31sten Mei daaraanvol'gende is ver
boden.
En zal deze kennisgeving, in plano ge
drukt, worden afgekondigd en aangeplakt,
waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede
in het Provinciaal blad en in de Ncderland-
sche Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, den 18dcn Februari 1003.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
PATIJN.
Vele bladen besproken dc wetsont
werpen, deze week door de Rcgecring in
gediend
Allereerst het orgaan van. de Soc.-dem.
Arbeiders-Partij, Tiet Volk.
Het (ontwerp) legt dc ganschc vakbewe
ging aan banden, door elke aotio ter over
reding van onderkruipers strafbaar te stel
len, on wel met. ten hoogste 3 maanden of
f 100 boete, indien één persoon het doet-, en
met het dubbele dier straf, indien liet „mis
drijf" door twee of meer vcreenigde perso
nen wordt gepleegd.
Een postenorder ia thans niet meer noo-
dig; de Strafwet zal nu verbieden ,,cen an
der door hinder of overlast of door het
bezigen van middelen, geschikt om vrees aan
38)
Badende in koud zweet, sprong Jack uit
zijn bed en stoof naar do deur, die hij uit
voorzorg op slot had gedaan. Hij draaide
den sleutel om, greep met bevende handen
do deur, maar deze bood on verklaarbaren
tegenstand. Het eerste oogenblik begreep
Jack de oorzaak hiervan niet; maar toen,
gelijk een bliksemstraal zoo snel, ging het
hem door het brein, het besef van do vree-
selijko waarheid, on bukkende onder het ge
wicht van dit besef, greep hij met beide han
den naar den muur, als zoekende naar
siteun: de deur was aan do buitenzijde geslo
ten en hij was een govangeno.
XXVIII. Een onverwachte ontmoeting.
Met een droevig en bezwaard hart zat Ma-
mio stil op haar kamertje, den morgen na
de gebeurtenissen in het vorige hoofdstuk
beschreven.
Zij was vrij van dienst tot tien uur
'6 avonds, maar ondanks heb genot van de
zen vrijen dag, geroeide Mam ié zich niet
gelukkig.
Haar goed geloof in de menschen was op
ruwe wijze verdreven. De man, de eenige
man, wien zij haar liefde geschonken had,
was deze liefde niet waardig.
„Ik wilde, dat ik dien gehaten brief ca
het bestaan van den eonrijvec bon vwge-
te jagen, wederrechtelijk te dwingen, iet©
te doen, niet te doen of te dulden", door
die bepaling wordt elk optreden jegens on
derkruipers strafbaar het is een waar
caoutchouc-artikcfdat de vakbeweging van
haar halve kraoht berooft.
Het stuk spreekt voor zichzelf.
Het is een uittarting tot de ganschc Ne-
derlandsche arbeidersbeweging, om tegen
deze brutale aanranding harer noodzakelijke
rechten alle wettige middelen van verzet en
verweer uit te putten.
Dat tevens een commissie van onderzoek
zal worden benoemd, om den toestand van
bot spoorwegpersoneel te onderzoeken en
daaromtrent voorstellen in te dienen, is
sleolits het valsch verguldsel van deze gif
tige pil, der vakorganisatie toegediend.
De spoorwegorganisaties hebben thans die
enquête niet meer noodig; zij hebben door
haar staking reeds voldoende macht ontwik
keld, om van dc spoorwegdirecties alles te
verkrijgen, wal do Regeering van haar zou
kunnen verkrijgen.
Integendeel zullen thans dc directies zich
achter dezo enquête kunnen verschuilen, om
de eischen van het personeel zelf op de lan
ge baan te schuiven.
Het stuk zit heel netjes in elkaar:
Eerst, een enquête gedurende den loop
daarvan zullen de onderhandelingen over
lotsverbetering tussohen dc directies en de
organisaties worden opgeschort inmiddels
wordt in alle haast een wet aangenomen, die
dc organisaties lot onmacht dwingt daar
na komt de enquête-commissie met haar
voorstellen en zullen de directies een ver
zoek krijgen van de Regeering, om een en
ander te verbeteren de lastige bullebijter
der arbeidersorganisatie zelve mag bij deze
onderhandelingen, gemuilband, staan toe
kijken cn hoogstens door een ontevreden ge
brom te kennen geven, dat hij, als hij zijn
muilband maar kwijt was, zijn eigen zaak
wel beter zou beredderen en ten slotto
doet de directie zoo veel of zoo weinig als
zij kwijt wil wezen
Waarvoor, als op die manier het spoor
wegpersoneel onder een koel io-ordon nan tie
wordt geplaatst, de instelling cener spoor
wegbrigade nog moet dienen, is niet erg dui
delijk
Of vreezen de lieercn zei ven, dat deze
rechtsverkrachting van 17,000 nuttige, nijve
re medeburgers het spoorwegpersoneel tot
een ontevreden, morrenden, mokkenden, on-
botrouwbaron troep menschen zal maken,
waaraan het spoorwegverkeer, ondanks alle
dwangmaatregelen, niet veilig kan zijn toe
vertrouwd
Intusschen zij den heeren kond gedaan,
dat deze aanval op de arbeidersbeweging
haar innerlijke kracht en eenheid ontzaglijk
zal versterken dat zij de vakbeweging zal
doordringen van dat politiek bcecf, hetwelk
zij te lang heeft ontbeerd dat zij in de
sociaal-democratie, in onze politiek, hot re
volutionaire gevoel enorm zal versterken
dat uii> dezen strijd, dien alle georganiseerde
arbeiders met geestdrift en leeuwenmoed
aanvaarden, hot Nedcrlandsclic proletariaat
gelouterd cn gesterkt zal te voorschijn ko
men.
Arbeiderskameraden, vrienden, dit
wordt onze vuurdoop
Het Haagsclic Dagblad: Dc drie wets
ontwerpen zullen ongetwijfeld niet ernst en
in het bewustzijn wat 's lands belang cischt,
worden overwogen cn dan kan de uitslag
niet twijfelachtig zijn. Hierbij loggen wij
vooral den nadruk op het wetsontwerp tot
aanvulling van het Wetboek van Strafrecht,
welks inhoud geheel strookt met de inzichten
in 1876 met groote meerderheid aangenomen
door do Nederlandscho Juristen-Yereeni-
ging, nadat mannen van gezag op rechts
kundig gebied en doorkneed in do rechts
kundige wetenschap dc noodzakelijkheid
hebben aangenomen van bepalingen, welke
zonder hot recht van staking in twijfel te
trekken, strafbaar stollen de gevallen, waar
in het publiek belang op misdadige wijze
wordt aangedaan.
Het Utrcchtsch Dagblad, dat de Itegee-
ringovoorstcllen nader bespreken zal, zegt,
dat zij in één opzicht bijna geheel overeen
stemmen met haar advies; in ander opzicht
kon het blad misschien nog iets moer vol
daan zijn geweest, maar het meent-, dat er
kend dient le worden, dat er systeem in do
voorstellen ligt en dat zij spreken van do
gezindheid cener Regeoring, dio kloek op het
dool afgaat cn vol is van welbewuste kracht.
Het Nieuw van den Dag: Op zoo goed als
algemeen© sympathie zal kunnen rekenen de
poging, om „do persoonlijke vrijheid" bo
ter te waarborgen, de vrijheid om te arbei
den.
Het komt on3 voor, dat omtrent- het laatste
van de voorstellen der ltbgeoring verschil
van meening zich. in den:- lande zal open
baren.
Maar: do ontwerpen moeten nog worden
bestudeerd. Dit staat intusschen vastreac
tie wil de Rcgecring niet-. En waar zij met
dezo drie ontwerpen rust en orde tracht lo
herstellen cn le verzekeren het algemeen be
lang zoekt tc behartigen, ja liet kwaad poogt
weg te nemen óók door liet te willen voor
komen, daar verdient zij ieders ernstige
aandacht.
Het Vaderland zegt, dat de aanhangig
gemaakte wetsontwerpen slechts van dit
standpunt mogen worden beoordeeld: Wordt
hierdoor lie t gezag inderdaad versterkt 1
Kan hieruit het gezag kracht putten, zoo
in materieolen als in morcelen zin? En dan
is het verheugenis waard, zogt het blad,
dat dit met twee van de ingediende wets
ontwerpen inderdaad het geval is. Slechts
wie staking wcnscht van hot spoorwegver
keer kan zich kanten tegen het ontwerp tot
instelling cener sp oorbrigade. Nog beter
slaan de kansen voor het ontwerp tot het
instellen van een onderzoek ten aanzien van
de rechtsverhoudingen en de voorwaarden,
waaronder het personeel bij het spoorwegbe
drijf in dienst is. Voor het indienen van
deze twee wetsontwerpen komt der Regce-
ring niets dan hulde toe.
„Maar waarom nu haar trits zoo deerlijk
misvormd door het wetsvoorstel, houdende
aanvulling en wijziging van het Wetboek
van Strafrecht
Wio of wat gaf haar dat tweetal artikelen
in do pen, waarvan althans het tweede ons
Wetboek van Strafrecht schromelijk belooft
to zullen ontsieren V'
Tegen tweeërlei vergrijp, zoo gaat het blad
voort-, richt zich do kleine slrafrcchtsnovcl-
lc: tegen inbreuk op de vrijheid van arbeid
en tegen staking in ccnigen openbaren
dienst of in het spoorwegverkeer. En in bei
de opzichten is zij golegcnlieidswet in
slechten zin. Het blad heeft vooral bezwaar
tegen het woord „hinder" in het eene arti
kel. „Hinder", zegt het, kan zeer „hinder
lijk" zijn cn zeer afkeurenswaard, maar dit
rechtvaardigt- geen strafbaarstelling. Viel
hot woord hinder" uit het artikel weg,
dan zou 7let Vaderland zich desnoods bij
aanneming kunnen neerleggen. Desnoods,
want het meent, dat een heel andere weg
had-kunnen zijn ingeslagen .Waarbij niet dc
strafwet van stal had behoeven, te zijn ge
haald en waarbij een altoos hatelijke gelo-
geuheidswet achterwege had kunnen blijven.
Een algemeene Nederlandscho politiewet
zou dc bevoegdheid der politie om tegen
hinder cn overlast op te treden, bepaald cn
onbetwistbaar kunnen vaststellen.
Aan ander euvel, zegt hot blad, gaat do
tweede voorgestelde strafbepaling mank.
„Deze artikelen zijn onaannemelijk, een
voudig omdat zij onuitvoerbaar zijn.
Wil men ze in toepassing brengen, geen
uitzonderingen kunnen worden toegelaten
zonder dat men komt tot de grofste onbil
lijkheden. Wil men staking straffen, men
dient allen te straffen, die staakten, cn
niet slechts enkele brutaio belhamels, niet
slechts de leiders of aanleggers.
En dat is gladweg onmogelijk. Een wet,
die onmogelijkheden voorschrijft, maakt
zichzelf belachelijk. Et lo ridicule tue.
Hot is niet te begrijpen, hoe een rcgec
ring, die het gezag hoog wil houden, bepa
lingen voorstelt, die meor dan iets andci's
het gezag der wet zullen ondermijnen.
Want men beeldt zich toch niet in, dat
dezo bepalingen preventief voldocntle zullen
werken? Wat repressieve kracht mist, derft
preventieve kracht evenzeer."
liet Vaderland hoopt van harte voor het
gezag dor Regcering zelf, dat zij op dit
ongelukkig straf rechten ovelletjo zal terug
komen; dat zij niet, zeker van haar meer
derheid, zal willen doordrijven wat haar la
ter bitter berouwen zou.
De Amhmsche Courant(In het ontwerp
tot wijziging van het Wetboek v. Strafrecht)
worden vooral twee geheel nieuwe beginselen
vastgesteld, ln do gevolgen Yan hoogst beden-
keiyken aard: de gelijkstelling van de spoor
wegbeambten, d. i. de arbeider, die in den
burgerrochtoiyken loondienst staat van een
particuliere Maatschappij, mot openbare amb
tenaren, on verdor dientengevolge voor hem,
bfl uitzondering, boperking van het recht van
vereeniging. Met groote bezorgdheid zion wy
do komende dagen to gemoet.
De Zulphen&che Courant;
Hoofdzaak is voor ons, dat dezo bepaling
aan het spoorwegpersoneel ten eeuwigen dago
het stakingsrecht ontnoemt. De Minister zegt
wol, dat deze strafbepaling het rechtmatig
staken ongemoeid laat, on dat zelfs het
onrechtmatig stakon (behalvo do óóne in do
artikelen opgenoemde uitzondering) onaango-
tast blijft. Maar wy kunnen niet begrijpen,
hoe dit uit de bewoordingen van het voorstel
te lozen is. De Minister schijnt le bedoolen,
dat staking wordt toegelaten, als do dionst
er maar niet door gestromd wordt. Maar hoo
is dat mogelijk? Iedere staking ondor het
spoorwegpersoneel stremt den dionst, en als
z[j dat niet doet, kan men zo wol achterwego
laten.
De Tijd zogt, dat de Regeering natuurlijk
zeor wel voorzien heeft, dat tegen het ontwerp
tot wijziging van hot Wetboek van Strafrecht
in liet socialistische on revolutionaire kamp
een goweldige storm zal opstoken. liet blad
brengt hulde aan het Kabinet, wfjl het zich
daardoor niot hoeft laten afhouden van to
doen, hetgeen in 's lands belang noodzakoiyk is.
Deze ontwerpen, evenzoer als do rode van
don minister Kuyper, leggen getuigenis af
van den vasfen en onwrikbaren wil, om met
vermyding van alles, wat zweemt naar uit
tarting oil reactionaire dwangwetton, de staat
kundige en maatscbappolyko orde to hand
haven oil de verplaatsing van bet gezag uit
do handen der wettige Overheid in die der
revolutionaire arbeidersorganisaties tegen te
houden.
Het komt ons voor, dat de Regeoring
daarby op den steun van allon, welke zich
tot de ordelievende partyen rokonen, moet
kunnon staat malcon: In do oorsto plaats op
den steun van hen, welko mot haar een
werkoiyic afdoende be6tryding der rovolutio
alleen mogoiyk achten pnóer Christeiyk
vaandel.
Minder dan ooit is hot tbans do tyd voor
veel praten, voor voel critischo (zy het ook
niet vyandige) boschouwingon. Vragon als
die, of do Regeering niet andere wogen had
kunnon inslaan: of men het eone of andero
onderdeel niet liever eenigszins anders zou
willen, bohooren thans by do vrienden van
het Kabinet te biyven rusten.
De rochterzyde in het Parlement, zegt bet
blad verder nog, behoort te zorgen, dat do
voorgestelde ontwerpen in den kortst mogo-
lyken tyd tot wot worden verhevon, en
behoort verder haar steun to gevon aan olk
middel, hetwelk haar van Regeeringswege
zal worden voorgesteld, om obstructie of
onwettig verzet togon de invoering dor voor
gestelde maatregelen te verydolen.
Be Maasbode: Die raeonon mocht, dat de
Regeoring "strafbepalingen togen algomoeno
of partieelo staking qua talis voorbereidt
en die in uitzicht daarop alvast de naderonde
revolutie had ingeluid, vindt zich in dit stuk
jammoriyk bedrogen.
Do zoodanigon kunnen hun oppositie alvast
wel gaan opbergen.
Mochten zy or in volbardon, dan zullon zy
er zich tocli by' hebben neer to leggen, dat
in het herziene strafrecht datgene, wat m i s-
d a d i g is, ook m i s d r y f zal genoemd wor
den en dat de Regoering oon plichtverzaking,
dio tot schade is van de gozameniyko burgers
en de welvaart van het land, niet straffeloos
dulden zal.
De Nederlander zegtDe Regeering heeft
getoond, dat in niooilyko oogenbiikken hot
zellln had plaats gegrepen, om zlcli door deze
haar gedane vraag beloedigd te gevoelen Hot
zonderlinge gedrag van de adeliyke dame was
misschien reden, dat Mamie haar antwoordde,
wat zy nauweiyks haar zelve bekend had.
„Ik geloof, dat eon roodharige vrouw daarin
niet vreemd is."
Lady Denvers was aan de grootste opge
wondenheid ten prooi en Mamio merkte op,
dat zy in haar zor.uwachtighoid oon fijnen
kanton zakdoek aan flarden scheurde.
„Ik dacht liet wol," riep zij ruw uit, „Sonay
is do bewerkster van alles 1"
Mamie was zoo ontsteld door de vreemd
soortige handelingen van Olga, dat zy zich
plotseling omkeerde en haar weg wilde ver
volgen, maar Lady Denvers, die haar voor
nemen raadde, groep haar by den arm.
„Wacht nog een oogonblik," zei zy dringend
„en luister naar my. Sonya Karovana is
een maebtigo mededingster, omdat zy een
machtige persooniykheid is. Maar ik b&n uw
vriendin en ik bid u, beschouw ray als uw
vriendin, miss Burton, en ik wil u holpon,
haar plannen te verijdelen, zy is nu voor een
week naar Parys, en terwyi zy afwezig is,
wil ik u beiden uitnoodigen my een bezoek
te brongen. Ik geef u zoodoonde de gelegen
heid, om
Maar Mamie viel liaar snol in de rede en
terwyi haar oogen schitterden van veront
waardiging, zei zy trotsch:
„Dank u, lady Denvers! Ik waardeer uw
vriendeiyk aanbod, maar werkeiyk, ik kan
uw hulp In deze zaak niet aannemen. MUn-
heer Denvers en ik moeten voortaan vreemde
lingen biyven voor elkander."
Trotsch wilde zy heengaan, maar zy werd
nogmaals door Olga teruggehouden.
„Ach, ga niet heen," pleitte zy; „als gy
rooi" van den Staat in vaste liandon is.
Ook de ultorsto linkorzyde, voor zoover ze
niet beslist revolutie wil, kan met do thans
ingediende oplossing meegaan.
Niet strafbaar wordt staking d. w. z. op
zegging van dienst tegen don afloop van den
bedongen termijn.
Strafbaar wordt slechts contract breuk. Dozo
is, zooals do Regeoring in haar Memorie van
Toelichting uiteenzet, ook thans roods onge
oorloofd, onrechtmatig. Of do Strafwet haar
ook met straf moot bedreigen, is oen vraag
van oppoituniteit, dio reeds lang byv. voor
schepelingen, thans ook voor het spoorweg
personeel bevostigend wordt boantwoord.
Dc Nir-uuc Arnhcr.ischc Courant heeft op
geslagen hel Verslag der Enquête
commissie aangaando dc Spoor
wegen; cu wel Hoofdstuk VI: „Goluilto
cn plichtsbetrachting van het personeel."
Daar lees1: zij o. a. de volgende getuige
nissen:
3665 Van een werkmeester dor wagennia-
kcrij (N. R.-S.), Utrecht: Bekwaamheid cn
zedelijk gedrag der arbeiders in do 30 jaren
van zijn diensttijd: „dat verschilt als dag
ca nacht."
3S39. Voorman-ketelniakcr N. U.-S.,
Utrecht: Gedrag en bekwaamheid der werk
lieden vooruitgegaan.
5072. Op/.iehtor van den weg (S.-S.), Zut-
fenGehalte werklieden verbeterd; meer ge
voel van plicht; veel kaJmcr.
G3l. Stationschef Amersfoort (N. C.-S.):
Ik heb een uitgelezen personeel. l)c men
schen kwijten zich uitnemend van hun taak.
5306. Hoofdopzichter locom.- en trein
dienst (X. R.-S.). Emmerik: Karakter van
Duitscho on Nederlandscho werklieden ver
schilt zeer De Duilseher, doav den algonicc-
nen dienstplicht, gewend aan orrcctheid cn
promplheid, is veel vlugger in de uitvoering
dan de Nodcrlander. Maar daarom is dc Ne
derlander volstrekt niet slechter. Integen
deel, ik heb veel liever niet Nederlanders
dan met Duilschors le doen, want er zit een
geheel andere* feest in. Do Nederlander wil
niet gecommandeerd wordenals men te
veol dwingen wil, gaat hot niet Men vindt
hem bereid tot werken, als men hem zacht
zinnig behandelt. In allo opzichten bestaat
er een geest van bereidwillige medewerking.
5613. Administrateur H. IJ.-S.-M.Mot
huuiane behandeling krijgt men veel van de
menschen gedaan. Ik heb vrcoger, als inge
nicur, ook niet Engelsch werkvolk geworkl,
maar mijn eonclusio is, dat do Hollandsclie
arlxjiders een beter soort van menschen zijn
alleen moet men hen niet bmsquccren.
1755. Directeur-Generaal S.-S.Do ver
mindering van het bedrag der booten is
waarschijnlijk to danken aan een hetero
plichtsbetrachting, aan een algcuiceno ver
betering van den geest-
Do Nieuwe Arnhemsche Courant legt den
vinger op dezo getuigenissen.
„Als men te veol dwingen wil, gaat het
niet zcido do Emmcrikscho hoofdopzich
ter. En „do Hollandsclio arbeiders zijn een
botor soort van menschen dan do Engels she;
alleen, men moet hen niet brusqueoren", zei-
do do administrateur.
Juist! zegt het blad. Als Picn don Noder-
Inndschen arbeider door dwangmaatregelen
klein wil krijgen, hom zijn recht wil ontne
men, dan komt hij in verzet.
En een militair georganiseerd spoorweg
korps, naar liet hart dor Duit.ichgozindcn,
krijgt men hier nooit, ook al vervangt men
het tegenwoordig personeel door oud-onder-
officiercn. On/.o onderofficier is geen Mi-
litiir in Pruisisclien zin. Hcoft hij do uni
form uitgetrokken, dan is hij burgeren voelt
zich burger, al neomt hij sommige militaire
deugden medo in hot burgerleven.
Alvorens lo besluiten tot maat regelen, ge
nomen zonder wijs beraad en langdurig over
leg, ovenvege men raadt het blad of
men geen gevaar loopt het „boter soort van
monscho.n" to verliezen, menschen, dio
hun plicht weten to doen, doch ook als man
nen durven opkomen voor hun rechten.
Wij hebben den lezers don inhoud mede
gedeeld van het wetsvoorstel door O
leden der Tweed© Kamer, allon behoorondo
tot de vrijzinnig-democratische partij, ge
daan tot w ij z i g i n g van dc artikelen
Jack niet bomindot, zoudt go clan niot reeds
hem do bobulpzamo hand willen biodon ora
hem te reddon van den rand van den afgrond,
waaraan hy zich bovindtEn gy alleon
kunt hem redden. Ik bon ovortuigd, dat, als ik
hom uitnoodig by ray to komen ondor modo-
deeling, dat gy er zyt, hy zokor komen zal.
Als wy boidon hem dan sprekon, zullen wy
hem zeker kunnen reddonals wy aarzelen,
dan kan het te laat zyn.Begrypt ge: te laat!"
„Ik heb goen tyd meer, Lady Denvers. Ik
moet gaan; maar ik bi»l u, bodrieg uzolvo
niotmynheer Denvers zou zeker weigeren
ray te ontmoeton, indlon
„Geef hem gelegenheid 1 Ik zal hem hoden
nog schrijven en kom dan aanstaanden Maan
dag. Zog ja, o, zeg ja!"
Ziönde, dat Mamio reeds half'begon toe to
geven, verdubbeld© Olga haar pogingon.
„Ik vraag liet je om zynentwil," fluisterde
zy haar zacht toe; „als Sonya Karovana
terugkeert, is alle hoop vervlogen!"
„Ik zal zien," zoi Mamio besluiteloos. „Ik
zal u myn besluit wol raoedeolen. Ik kan u
dit nu nog niet zeggen."
(Wordt vervolgd.)
b^n," zuchtte zij. „Ik zal maar eens naar
Paulino gaan, want zij schijnt niet bijzon
der verlangend to zijn mij to zien," ver
volgde zij.
Mamic wandelde met vluggen tred naar
Ashley Gardons, nu angstvallig Dryden-
strcet vermijdende. Toen zij er passeerde,
zondor een blik in do straat te worpen,
hoorde zij haar naam noemen cn omziende,
bemerkte zij do in rouwgewaad geklecde
gcstalto van Lady Denvers, die haar met
uitgestrekte hand te gemoet trad.
Mamio wachtte de nadering dor weduwe
af met een gemengd gevoel van nieuwsgie
righeid on achterdocht. Nooit, in vroeger
dagen, ton zij elkander to Sheen Croft zoo
menigmaal ontmoetten, had Mainie zulk
een. uitdrukking van vreugde cn hartelijk
heid op het gelaat van Lacty Denvers op
gemerkt.
„Miss Burton, dat is een gelukkig toe
val Ik heb al zoo menigmaal verlangd je
to zien, maar ik wist niet hoo en waar ik
jo zou kunnon ontmoeten."
Mamie keek haar verwonderd en met
groote oogen aan, terwijl zij eenigszins
aarzelend haar hand in dio van de adellijke
weduwe legde. Lady Denvers' manieren wa
ren zoo geheel anders dan vroeger.
„Ik ben zeer verheugd u te zion, Lady
Denvers!" zei zij eenvoudig.
Mamio was de laatsto ora iemand te wan
trouwen, maar voor Lady Denvers had zy
altijd een onverklaarbare, hoewel ongemoti
veerde antipathie gevoeld.
„Tk ben meer dan verheugd u te zien,"
voer de weduwe gulhartig voort, „want
iemand te spreken, dio myn echtgenoot ge
kend heeft en my aan de gelukkige dagen
te Söeea Cr oft herinnert, ia my een innig
gonoegen in myn eentonigen weduwonstaat."
Mamie wist niet te antwoorden. Iets in
dezo nedorbuigondo vriendelijkheid vorvuldo
haar hart met oen onbestemde vrees.
„Wilt ge injj het genoegen doen my eons
to komen opzoeken?" ging do douairière voort.
„Ik woon thans in Claridge."
Mamio aarzeldo.
„Ik ben geen meesteres van myn tyd,"
begon zy zenuwachtig.
„Neen, neen, natuuriyk niet! Maar.... om
jo de waarheid to zeggen, juffrouw Burton,
myn geest is geheel vervuld met een zekere
zaakOm oeriyk to zyn, ik zou gaarne
wèh'schen, dat go my eon klein woinigje
vertrouwen wildet schenken, onzeg
my iser iets bijzonders, iets ernstigs
voorgevallen tusschen u enen myn
neef Jack?"
Een purperrood overtoog by die woorden
Mamie's gelaat, dat dadeiyk daarop zoo wit
word als do bloesem van een acacia.
„Myn vriendschap met mijnheer Denvers
is geGindigd," zei zy, op zulk een beslisten
toon, dat er omtront dit punt niet do minste
twyfel overbleef.
Lady Denvers wa9 blykbaar ontdaan.
„Is uw vriendschap geëindigd, hoe komt
dat?" vroeg zy op eon toon, waaraan zy
tevergeefs eenige vastheid poogde to geven.
Mamie kon hierop zoo gemakkeiyk geen
antwoord geven. Zenuwachtig wrong zy do
kleine, welgevormde handen. Hoe kon zy haar
hartsgeheimen aan iemand meedeelon, die
haar byna vreemd was!
Lady Denvers kwam een stap nader.
„Heeft zy heeft iemand zich geplaatst
tusschen u en hem?" vroeg zy gejaagd.
Mamie was te zeer verwonderd over de
verandering, die in het gelaat van haar ge-