Wekeiyksche Kalender.
Stofgoud.
ALLERLEI.
OPCAVE.
i Ook uit het Britsche parlement zijn staal
tjes van verbijsterende beeldspraak bekend.
Een Iersch lid sprak onlangs tot zjjn kie-
jzers aldus: ,,De brand, die thans hier is ont-
1stoken, zal niet gebluscht worden totdat hij
>een golf van verontwaardiging over het land
heeft verspreid, dio de leiders der tegenpar
tij zal dwingen op de knieën te vallen.
'f Een patriot sprak in het vuur zijner rede:
„Hetzij de Britsche leeuw door de woestijn
vun Afrika loopt, op de sneeuwvelden van
Canada troont, of in de bosschen van het
heette Indië voortschrijdt, liij is er geen dier
naar, cm veiligheid achter zijn schild te zoe-
ken, maar met het koene oog van den ade
laar en de sluipende voorzichtigheid van
■den luipaard staat hij steeds gereed op zijn
/vijanden los te schieten en hen te vernieti-
Igon."
j Van anderen aard was do opmerking van
leen lid, dat niot van plan was geweest te
spreken, maar toch opstond en zeide: ,,Ik
I kan niet langer zwijgen, zonder een.ige woor-
jden te spreken."
Xoudag.
Berouw aonder verbetering is spotten met
„TocL
Mnnudag.
Er is niemand arm dan hij, wien hetgeen
hij heeft te gering is.
Dlusdag.
Die van vermaak zijn bezigheid maakt, zal
nimmer in bezigheid zijn vermaak vinden.
Woensdag.
Wees zacht van hart en mild van hand,
Maar, 'kbid u, wees het met verstand.
Donderdag.
Het minst zijn uit te staan de menschen,
die noodt iet3 ondernemen zonder te vragen:
„Wat zullen de menschen er van zeggenV'
Vrijdag.
Wees toegevend jegens anderen, nooit je
gens uzelven.
Zaterdag.
Ontgoocheling is soms de bron van hooger
'/e venswij shei d.
Bij ml Iiedeudaagsehe literatuur.
Eon boek, dat ons niet verheft of niet ver-
I beterend op ons werkt door ons wils- en
t krachtvermogen te vermeerderen, door ons
aan te moedigen en de zware levenskunst te
i helpen verlichten, blijft een slecht boek, al
bleek ook zoom boek technisch zoo hoog mo
gelijk te staan.
Bjornstjern Bjórnson.
Heel wat schrijvers en lezers schijnen maar
niet te kunnen, inzien, dat het iets anders is:
iemands menschenkennis te vermeerderen,
iets anders hem de overblijfselen van het
beest in den monsch to toonen.
In plaats van ,,aliquid humani" te behan
delen, hechten ze bij voorkeur waarde aan
zekere moeilijkheden in ons dierlijk leven,
j die ieder rechtgeaard mensch op haar juistte
i waarde weet te schatten, en waarmede ieder
1 voor zichzelf strijd voert.
W. Balden.
Do uitdrukking „littorae humaniores"
wijst ons do roeping der letterkunde aan,
terwijl het uitweiden over menschelijke dwa-
lingen met photograpliische juistheid tot in
de details 'geen plaats verdient in de letter
kunde.
W. Balden.
't Is maar niet anders, bij het lezen van
vele hedendaagsehe romans moet men mod
derlaarzen aantrekken, om door alles heen
te waden.
Charles Boissevaia
Wilt ge zek're vromen en wereldlingen
Sa&ra behagen met uw boek?
Prikkel den een en den ander de zinnen!
Satan staat dan om den hoek.
Vrij naar Schiller.
Hot leven is een wandelende schaduw, een
arm acteur, die zijn uur op de planken met
groote woorden slijt en daarna verdwijnt;
een sprookje, door een dwaas met woorden
praal opgesmukt, maar weinig beteekenend.
Shakespeare.
Twijfelachtig schijnt ons de waarde van
hetgeen wij bezitten; alleen de verloren, goe
deren stijgen in prijs.
Schilling.
Zwijg of zeg iets, dat beter is dan zwijgen.
Pythagoras.
Heel wat schrijvers, die do denkbeelden
van anderen verwerken en er mee werken,
honden de meubelen, die ze uitstallen, voor
eigen fabrikaat.
Mr. S. J. Stoinmetz.
Het genot wel te doen is het eenige, dat
steeds hetzelfde blijft.
Chineesche spreuk.
Onzo meisjes.
Onlangs werd gevraagd bij advertentie:
Een bekwame keukenmeid, flink bij-de-
hand, loon 160 gulden met 26 gld. wa'sch-
geld. Voorwaarde: muts-dragen. Zich aan
melden in persoon des avonds na 7 uur;
adres
Daarop ontving Mevrouw X. een schrij
ven van een onzer meest geavanceerde keu
kenprinsessen uit de Hofstad. Curiositeits-
halve laten wij den inhoud hieronder
volgen
Geeerde Mevrouw 1
Naar aanleiding van do advertentie in de
nieuwe Courant. Ik heb wel idee in de be
trekking bij u als keukenmeid, hoewel de
afstand 's avends voor Sjors mijn verloofde
na de kazerne nog al ver is. Het loon (zou
u niet liever honorarie willen zeggen?) lijkt
me wel maar u spreekt hedemaal niet over
het verval. Hoeveel tabseert u dat in een
jaar. Wasgeld wel wat krap zou ik zeggen
vooral omdat Sjors bij me in de was is, eu
weet u ze durven hier in den Haag wel 25
oenten vragen voor een Engels hemd met
Mansjetten.
Een mus „draag ik wel" maar alleen maar
snachs en dan nog niet eens altoos. Savons
na zeven© kan ik tot mijn spijt niet bij u
kome. want ik heb de eeno avond les op de
Sieter en de andere avond op de Fios van
Sjors. Een bekwame keukenmeid ben ik, en
bij de hand nou Mevrouwtje als ik zoo in
mijn keuken sta te midden van mijn kien-
ders do potten en pannen en ik heb dan
zoo mijn mouwe opgestroopt, dan rammel ik
er een ieder uit die er niet in thuis hoort.
De femiiie is om de zuid zooals meneer zegt
die zooveel als ofcier geweest is op een oor
logschip.
Met eerbiedig respekt©
Uw dienaresse
Asparia Hoekwater.
Fraaie uitvlucht. Rechter: ..Gij zijt op
heeterdaad betrapt bij inbraak in een apo
theek. Wat hebt gij tot uw verontschuldi
ging aan. te voeren?"
Oude inbreker: ,,Ikik ik heb een
ongelukkige liefde gehad. Daarom wou ik
maar een beetje vergif innemen
Ook een verpachting. Vreemdeling:
.,Wat was dat voor een heer, die vanoch
tend alle bedden zoo precies onderzocht?"
Hotelier: „De directeur van het vlooien
theater, aan wien ik hier de jacht pae ver
pacht heb."
Vocu-.s telling. Iemand kwam haastig een
koffiehuis binnen, waar het tamelijk druk i
was, en stiet tegen den stoel van een der
gasten. Deze, een kort aangebonden heertje,
keerde zich om en riep boos: „Ezel
„Willem de Lange," zei de ander, beleefd
zijn hoed afnemende.
De bron van alle ziekten. Dokter: „Ik
raad u aan geen ongekookte melk meer te
drinken. Zij is de bron van alle ziekten."
Patiënt: „O zoo! nu weet ik hoe ik aan
die oksteroogen kom."
Uit de rechtzaal. Een rechter, die oa-
langs voor het eerst presideerde, had zich
voorgenomen, dien dag zeer attent te zijn.
Het eerst kwam voor een man, die zon
der jachtakte een patrijs had geschoten.
„Heb je gezien, dat beklaagde het dier
schoot?" vroeg hij don veldwachter.
„Ja, Edelachtbare."
„Heb je gezien, dat hij het dier in den zak
stak?"
,,Ja, Edelachtbare."
„Zag je, dat do pootcn van het dier uit i
den zak staken?"
„Ja, Edelachtbare."
„Waren het de voor- of do aohterpooten
„Deze patrijs had maar twee pooten, Edel
achtbare", luidde het droge antwoord, dat
algemeen© vroolijkheid verwekte.
Vluchtende consumptie. In een tweede
rangs-theetuin zag een knecht, beladen met
koffio en broodjes voor twaalf personen, j
dat een paar bezoekers heen wilden gaan
zonder betalen.
„Hei, Jozef!" riep hij tot. zijn. kameraad,
„claar gaan twee kop koffie en een glas
melk met brandewijn het hek uitl Houd
ze!"
Mislukte beleefdheidsles. Jantje heeft
al zijn pudding op, en houdt zijn moeder
zijn bordje voor.
„Maatje, geef me nog een klein stukje!"
„Moet Jantje dat niet anders vragen? Je
weet toch wel, dat je niet zeggen moet: Geef
me nog een klein stukje
„Nu dan, maatje, geef me nog een heelen
boel 1"
RECEPT.
Opgerolde tong.
De tong stooft men hiervoor half gaar
in boter, om dan het vleesch er af te kun
nen nemen en op te rollen en met een draad
te binden; daarna wordt de opgerolde tong
gaar gestoofd in een witte saus van boter
en meel met witten wijn in een vuurvasten^
schotel, waarin men later ook wat cham
pignons brengt. Tijd van stoven een half
uur.
Ontcijfering van liet Doolhof in het
vorig Zondagsblad.
Wilt gij bemind en eerlijk leven?
Ik wil u des een regel geven.
Vier dingen dient gij wel te weten:
Geleden onrecht gauw vergeten,
Ontvangen woldaad lang gedenken,
Geen mensch door achterklap te krenken.
't Is ook zaak,
Steeds te bannen lust tot wraak.
Antwoord op do Vraag in bet vorig Zondagsblad:
Me-Dina of Medinain Arabië.
Vorm een Nederlandsch spreekwoord uit
onderstaande letters:
gszdwsiijhttwzijeerv oa
slodrannetaor.ua.
[Antwoord in het volgend Zondagsblad].