Auno1903
PERSOVERZICHT,
teiMBiilemil van Koudekerk.
Het geheimzinnige huis.
13190 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAC 2! FEBRUARI. - TWEEDE BLAD.
Dc 3Laanbodt zegt in een kriüfikopje On-
jg e v a 11 e n w e t:
Op enkele punten is de Ongcvallenyofc
Onduidelijk.
YerzekeringsplioJilig zijn alle ondeme-
jpoingen, waarin aangewezen bedrijY&u. wor
ld on uitgeoefend. Daaronder behoort, het
;ff rukker sbed rij f.
Alzoo: een maal schappij, die zelf een
Voourant drukt, schijnt voorloopig gehouden
'ja 11 e (niet daarin, maar:) bij haar werk
zaam personeel te verzekeren. Niet. slecht®
»e drukkers, do letterzettors, de brocheer-
'Sders, onz., niet slechts don chef der druk
kerij, maar ook personeel van expeditie
en administratie, ja, de redacteuren on de
'.directie der courant, al zijn er bij. die uit
(den aard hunner function nooit een voet
•in do werkplaatsen behoeven, to zetten.
Dat ib een zware druk: een premiebofco-
ding voor velen, in een govarenklosse, die
ganscholijk niet in verhouding tot hun
[bedrijfsrisico staal.
Hierover klaagde reeds het Handelsblad
^n zijn kolommen, de Oprechte II a drie m-
,'schc Courant e-n dc ,,Mededeelingeri van
'den Ned. Journalistenkring.
Ook ons blad verkeert in hetzelfde geval.
Oorspronkelijk gaf do directie alleen aan:
(diegenen, werkzaam in de drukke r ij-
43 r a Hoh e van ons bedrijf. Op de vraag
wdhtor om nadere inlichtingen aan de di-
ifaeotic dor Rijksverzekeringsbank gewerd
(baar een antwoord, dat, hoewel ontwijkend,
'«noopte tot aangifte óók van redacteu
ren, onz.
Dit nu is onbillijk.
Een dagblad, dat géén eigen drukkerij
Jioudt, maar contract heeft met. een loon-
j3vukker, behoeft n i o t zijn redacteuren to
wer zekeren, ook al zijn redactie on drukke-
JtTlj evengoéd in hetzelfde pand gevestigd.
En splitsen we morgen notariëel onze
.piaatschappij in een courant-uitgaveeneen
^rukkerij, al blijft alles verder precies bij
•foe: oude een pure vormquaestie dus
(*Lan behoeft onze redactie niet meer te
,'tóju verzekerd.
Dergelijke gevallen doen uióh "ook voor
>ön andere gemengde bedrijven,
j Reden, waarom wij er de aandacht van
joverheid en parlement op vestigen
Borgeeiue' Ongevallenwet blijkt al even
geinig „menschel ijkerwijs-vol maakt" te zijn
'Ws Van Hou ten's Kieswet.
De. Amsterdamsehe correspondent van De
1Residentiebode schreef onlangs:
i Daar trekt onder mijn raam een troepje
jongens van een openbare school voorbij met
1clen onderwijzer aan liet hoofd. Zij marohee-
1 ren in den pas, onder het zingen van een
socialistisch lied:
Op voor de vrijheid, op
Weg met do slavernij 1
Dat is met uw permissie een school-
Wandeling!
De NicuWe Provinciale Groninger Cou
rant teekent hierbij aan
Wo begrijpen, dat Het Nieuwe Schoolblad
dit overnam, met hot opschrift: ,,'t Is toch
jiicfc waar?" en de redactie van ditzelfde
I lil ad er onder zette: ,,Nog eens, 't is toch
niet waar?" Ook wij vragen om meer licht,
.want dat loopt toch de spuigaten uit, als
men gaat schoolwandelen onder leiding van
een onderwijzer on daarbij de socialistische
liederen aanheft: Het treft wel onaardig,
dat een Amsterdamsohe correspondent dit
Bchrijft op hetzelfde oogenblik,. dat men zich
?n Groningen boos maakt, omdat een predi
kant het aangedurfd heeft de openbare
Bchool tc noemen: „een broeinest van 'b so-
ói alisme."
Het Centrum zegt in een hoofdartikel
>sSamensmelting?" het volgende:
Heb gerucht, clat dezer dagen in de pers
de ronde deed over een samensmelting van
'do v rij-an ti revolutionaire en
jc h r i s t e 1 i j k-h istorischo fracties
Jsehijnt meer en meer vasten vorm aan te
hen "i. Er zijn zelfs nadere bijzonderheden
(medegedeeld, die nog slechts op een enkel
punt werden weersproken door den hoer Dc
Visser. Deze beer zou namelijk niet optreden
als president der gecombineerde en tot één
partij vereenigde groepen. Maar voor het
overige schijnt het gerucht uit goede bron
te komen, in elk geval een fond van waar
heid te bezitten en was men er trouwens in
de hoofdstad reeds getuige van, dat de aan
gekondigde fusie een feit werd.
Grooto verrassing zal deze ineen vloeiing
van groepen zoker niet wekken. Feitelijk
was er reeds een soort van fusie tob stand
gekomen na de verdwijning van Het Neder-
landsche Dagblad en de uitbreiding van De
Nederlander, in welke redaot-io do beer Ver
kou teren een plaat vond. Dc Christelijk-
historisohe partij trad bij de verkiezingen
van 1001 geheel anders op dan bij de cam
pagne van 1897. Zij had zich los gemaakt
van den invloed, door ds. Bronsveld uitge
oefend, en gebroken met het botte anti-pa-
pisme, dat haar eerste levenstijd kenmerkte.
Een zuivering had in haar gelederen plaats
gevonden en dientengevolge was ook haar
tactiek anders en beter geworden, terwijl
haar program een niet onbeduidende her
ziening had ondergaan.
Dit allee effende het pad voor de fusie,
clio thans bezig schijnt zich te voltrokken.
Dat daarbij de fractie Aan den lieer Hoe
de maker met haar raadselachtig streven en
ingewikkelde politieke belijdenis buiten de
deur gehouden wordt, zal zeker niemand
verwonderen.
Intusschen rijzen er wol eenigc vragen.
Do programs dor zich vcreenigende groepen
zijn niet volkomen gelijkluidend. Hebben do
leiders omtrent de punten van verschil een
accoord met elkander getroffen 1 Men hoor
de reods verluiden, dat dc heer Lobman zijn
standpunt in zake dc verhouding van Kerk
cn Staat ter wille der combinatie verlaten
had maar daargelaten nog, of dezo mede-
deelirig juisb is, zijn er, behalve dit punt,
andere quaeslies, waaromtrent het van be
lang zal zijn de oogmerken der zich even
tueel oonstitueerende nieuwe partij tc loe
ren kennen. En wij denken hierbij vooral
aan het onderwijs, in 't bijzonder aan liet
vraagstuk van het hooger onderwijs. Dat
omtrent deze gewichtige materie zich wel
eon wrijving deed gevoelen tussohen Neder
lander en Standaard is van algeineene be
kendheid. Antirevolutionairen en vrij-anti-
rovolutionairen bleken op dit punt niet ge
heel accoord tc gaan. Zal de in uitzicht ge
stelde fusie met de cliristelijk-historischen
hierin op de een of andere wijze verbetering
brengen Zal zij in hot algemeen van invloed
zijn op de houding, tegenover het ministerie
aan te nemen? Zal zij ook een samensmel
ting mot de Friescho ohrislelijk-liistorisohen
voorbereiden 1
De naaste toekomst zal wellicht het ant
woord geven op deze vragen. Voorehands
zou men zeker in dc fusie geen daad van
vijandschap mogen zien jegens hot kabinet,
daar en dc vrij-antirevolutionairen èn dc
christelijk-historisohon tot de regeeringsr
meerdcrii- ui worden gerekend. Veeleer zou
men er zich over kunnen verheugen, dat
tegen de „splijtziekte" werd gereageerd en
aan dc versnippering van krachten in al
lerlei groepen cn fracties door nauwere ver
binding paal cn perk gesteld.
Echter zouden de oningewijden zich wel
licht afvragen, waarom de ongeorganiseerde
antirevolutionairen niet liever hebben ge
tracht. zich met dc georganiseerden tc lier-
conig* n, en voorts: waarom cerstgenoemdcn
indien de berichten althans juist zijn
zich voortaan christolijk-kistorischen zullen
noen n en niet christelijk-nalionalen,
aan welke benaming men vóór cenlgcn tijd
dc voorkeur scheen te geven.
Wij lozen in Het Centrum onder het
hoofd „Een oud Wanbegrip":
In liet Tijdschrift voor Armenzorg en
E inde /bescherming van 14 Februari is on
der het opschrift ,,Hot spoor bijster", een
artikel opgenomen i-a-n den heer J. F. L.
Blankenberg, dat een eigenaardig licht
werpt op de gevoelens waarmedo sommigen
dc liefdadigheid beoefenen. Onder
den indruk der stakings-gebeurlenissen en
de daarmede gepaaid gaande dreigementen
en pogingen tot machtsmisbruik van de
zijde der werklieden, warc-n er, naar do
heer Blankenberg mededeelt, die zóó ver
bolgen weiden, dat hun hart taoh aloot voor
de weldadigheid.
..Ik geef geen oent meer aan de armen/'
ae>ide de een; „ik sluit voorgoed mijn beurs
voor nood en behoefte", viel een tweede in.
Een iderde zeide; ,,dib is nu do dank voor
onze goedgeefschhedd en menschenliefdej
ik houd mij voortaan doof voor alle ver
zoeken om bijstond". En een vierde be
toogde: „Waar men dreigt, houdt alle mede
gevoel op en' is slechts het verweer aan het
woord". Nog vele varianten op dit thema
dor wraak werden gehooid, doch allen had
den hetzelfde refrein: „Nu geven wij niets
meer voor de armen; dat' zij zich zeiven
helpen
Terecht gewaagt do eohrijver bij deze uit
roepen van een „misverefcand", meer nog
van een „ontzettende onbillijkheid".
„En de arme weduwen don V' vraagt hij.
En de onschuldige weezen? En de ver
waarloosden en gestruikelden En de zie
ken, do blinden, de doofstommen? Dc werk
zame minvermogenden, die, zonder steun,
dc kost voor hun gezin niet ophalen kun
nen? En do duizenden, die, verre van den
werkmansstand, in nood en droefenis ter
neder zitten Waar moet dan dit heirlegor
van ongelukkigen heen, indien dat het re
sultaat moest zijn van des work-mans on
billijkheid I Moeten dozen lijden om do fou
ten, genen aangerekend 1 Moeten de zwak
ken lij don om de ruwheden der sterken?
Moeten vrouwen, kinderen cn gebrekkiger)
vorstooten worden, omdat krachtige man
nen misbruik poogden to maken van hun
kracht?"
Het Handelsblad sprak van donunc
wraak" en loonde eveneens met bijzonder
heden aan, hoe onzinnig het zou zijn, het
machtsmisbruik, dat bij de staking om don
hoek gluurde, te verhalen op ongelukkigen
on hulpbehoevenden, die daarmede niets
hadden uit te staan.
Toch verwonderen ons do ontboezemin
gen, door den redacteur van het T ijdschrift
roor Armenzorg opgevangon> geenszins. Bij
Rommigon, misschien zelfs bij velen, wor
den ton aanzien dei- liefdadigheid zulko
zonderlinge begrippen aangetroffen, dat
men er zich over had moeten vorbazen, in
dien dezo ontboezemingen niet waren ge
uit. De charitas is ongetwijfeld een factor
van boteekenis in het maatschappelijk lo
ven. maar zij behoort steeds afgescheiden
to blijven van de quaes tie, hoe de verhou
ding dient tc rijn tusschen Kapitaal cn Ar
beid. De liefdadigheid slaat buiten het
ree hts-vraagstuk, dat voor en boven
alles moot worden opgelost. Vandaar dan
ook, dat men dc liefdadigheid niet mengen
mag in den strijd om de oplossing van dit
vraagstuk en men zijn beurs niet gesloten
mag houden voor armen en ongelukkigen,
omdat misschien een of andero onbillijk
heid is gepleegd. Mocht men dit wel clocn,
dan zou do óharitas ophoudon charitas tc
zijn on... zou zij slechts uiterst zelden in
praobijk kunnon worden - gebracht, want
tegen het Recht wordt, nu van deze, dkn
van gene zijde maar hl tc dikwerf gezon
digd
Het is reeds jaren lang on 'ol vervolons
too bijna, gezegd, dat de sociale quaestie
geen quaestio is van liefdadigheid Toch
6chijut dit besef nog niet algemeen lo zijn
geworden. En het fait, dat men thans op
do noodlijdenden wil verhalen, wat door
hen, dio niet tot deze categorie van* men-
sóhem bchooron, word gedaan, of, zoo inon
wil, misdaan, bewijst, hoe groot de kort
zichtigheid op dit punt nog gebleven is.
Te t raolrton pressie op een stand uit lo
oefenen, of aan dien stand zijn wrevel to
kennen lo geven, door middel van een min
der ruime beoefening der milddadigheid
natuurlijk komen fooien hier niet in
aanmerking is bovendien ten eenenmnl
in strijd met het karakter dor naast- nliri
de, dio geeft omdat do nood dringt; ge
zonder voor haar gaven iels terug t«-
gen. Alleen liet ongezonde en verwarring
fibichtendo begrip, dat armenzorg en arbei
ders-vraagstuk identiek maakt-, kan liot
dwaze besluit vorklaren, dat dc hec-r Blan
kenberg signaleert cn met zooveel nadruk
veroordeelt.
Wij zouden hieraan nog willen toevoe
gen, dat hetgeen gesohied is ook geen re
den mag zijn, om den betrokken werkman
op «enigerlei wijze te onthouden wat hem
toekomt.
Onpartijdig en met de meeste nauwgezet
heid bchooron de bestaande grieven te wor
den onderzocht. Evenmin als de liefdadig
heid mag men de eischen van het recht ook
eüechts één oogenblik ondergeschikt maken
aap een gevoel van wrevel. Dat. anderen
verkeerd handelen, kan voor ons nimmer
een reden zijn om hotzolfde te doen. Toorn
is <?en sleohte raadgever, bijna even 6lcclit
ale vreee. on alleen hij, die corlijk on op
recht in zijn oordeel is, zoowel naar links
als naar reohts, zal op den duur de elemen
ten kunnen vorzamelen, die noodig zijn
voor den socialen erode.
De .1 itwwe Potterdamsehe Courant deelt
mede. dat in don laaiden tijd in verschil
lende buitenlandsohe regeeringskriugeu go-
spreken is over het Hof van A r b i t r o-
g e cn o. o. ook in onze Eerste Kamer de
vraag to berde is gebracht, of hot Hof van
Arbitrage rechtspersoonlijkheid bezit, en
dat wel naai- aanleiding van het gerucht
omtrent bet bekende aanbod van den Ame-
ïikaansclicn millioiinair Carnegie, welk
gerucht, zooals nn-n weel. vertelde, dat deze
mill ionn air een vorstelijke gift had aan go
boden om ceai paleis to stichten, hot Hof
waardig, cn om daaraan to verbinden een
bibliotheek voor internationaal recht-.
Do Minister heeft toen verklaard, dat het
Hof geen rechtspersoonlijkheid bezit en do
A ie uwe Itottcrdamsche Courant laat op die
ministerieolc verklaring volgen:
Do Minister zegt: het Hof is erkend als
bt«laaude, niet als lochtaporsoon.
Naar ouze mocning bestaat cr in hot ge
heel geen Hof, in den eigenlijken zin van
het woord; on wat niet bestaat-, kan zeker
gcen rechtspersoon zijn.
Wanneer men do Haagscho overeenkomst
van 20 Juli 1899 aandachtig leest on met- dc
Handelingen der Vredesconferentie verge
lijkt, wat blijkt dau?
Dot. aanvankelijk wel is voorgesteld een
Arbitragehof op te richten; dat men ook
den mogendheden de verplichting heeft
willen opleggen, althans in een aantal doo.-.
do Conventie op te sommen gevallen, bus-
seheu haar ontstane geschillen, dio niet iu-
dcr-minne zijn kunnen worden bijgelegd,
aau dat Hof tor licslissing op te dragon,
maar dat, als gevolg van ondervonden op
positie, waarop de gehee-le zaak dreigde
6ohipbreuk lo lijden, ten slotte niets an
ders ia tot stand gekomen, dan een in Den
Haag, onder toezicht dor aldaar gcacciv-
ditcorclo diplomatieke vorlogenwoordigci-s,
govoabigd bureau, dat-, ingeval bij een ont
staan int om at on aal geschil, beide partijen
genegen zijn bet door middel van arbitrage
te beëindigen, partijen behulpzaam is bij
het geven van uitvoering aan dii verlan
gen.
Daartoe strekt vooreerst hel samen-! Alen
van een lijst waarop elke dor mogend! i-
den, clio liet Haagscho verdrag van 1899
onderteekend hoi)bon, bon hoogste vier per
sonen kan doen plaatsen. Dezo lijst, wordt
door hel Haagscho bureau bijgehouden
naar gelang, door overlijden of ontslag,
personen, daarop voorkomende, door an
deren worden vervangen. Van tijd tot tijd
worden afdrukken van de lijst aan do mo
gendheden toegezonden. Als deze een go-
6ohil door arbitrage willen tloeu beslis
sen met gebruikmaking van do „Cour
Ponnanonto" (zegt artikel 24 dor Haagscho
overeenkomst), kiest olk van haar Iweo der
op dc lijst voorkomende personen cn do vier
aldus benoemden wijzen tc zamon een vijf
den arbiter aan; alles tenzij een andere re
geling tusschen partijen rnocht zijn vastge
steld.
Do aldus benoemde arbiters, die tenzij
alweder met toestemming van partijen een
andore plaats gekozen is tc '«-Graven-
liagc zitting houden, beslissen heb geding.
Uit dit alles blijkt, dat een eigenlijk Hof
niet bestaat. Hot formcele verschil lunchen
den toestand na on vóór do Haagsehe
ovoieenkomst van 1999 is hierin gelogen,
dat men, tf.-hoidsrochtoriijkc uitspraak vcr-
langondo cn zich wat do keuze dor arbitoi'6
betreft aam dc vermelde lijst willende hou
den. to 's-Gravenhago eon goed ingericht
lokaal en vooral een .uitstekend samenge
steld bureau bot rijn beschikking houdt;
zeker niet t» versmaden voordooien.'
Niettegenstaande dit allee wonecht- echter
de Nieuwe Rotterdamschc Courant hot Hoi
niet als van weinig boteekenis te K-hou
wen.
In Dc Economist houdt mr. N. G. Pier-
son t inancieelo beschouwingen.
Hij constateert, dat de opbrengst der
Rijksmiddelen in 1902 prachtig is geweest
En do raming voor 1903 daarmede verge
lijkende, merkt liij op. dat bij do zeven pos-
ton (suikoraccijna, geslacht, zegelrechten,
registratierechtensuccessie, invoer, post en
telegraaf), waaraan de mooie uitkomsten
van 1902 zijn tc danken, de raming voof
19<.>3 lager ls dan de opbrengst van 1902.
Dc gevolgtrekking ligt voor do hand, dat de
Minister van Financiën zijn 3 ft 4 nïU-
liocn gld die liij wilde halen uit den drank-
accijns, niet meer te zoeken heeft. Zij zijn
or al, want waarom zouden do rafddeh-n in
1903 minder dan in 1902 opbrengen?
Sleohte voor de successierechten wil mr.
P. een uitzondering maken. Dezo heb lx-u in
1902 ruim 15,000,000 opgebracht, cn
16,000,000 is in do geschiedenis der succes
sierechten een bedenkelijk cijfer. Tweema
len werd het bereikt, eens in 1892, en toen
moest men zich heb volgende jaar vergenoe
gen met 11,059,000; eens in 1900, en in hot
jaar daarna leverde dit middel slecht*
f 11,443,000 op. Mot het oog op deze twoo
ervaringen is do raming voor 1903
11.904,00(0 eerder hoog dan laag te nor
men.
Ook voor dc andere middelen sclu'jnt liet
den sclir. niet overbodig to herinneren nnn
de mogelijkheid van teruggang.
De slotsom van dit alles zou slechts kun
nen zijn, dat de behoef to aan verslork ing
dor middelen zich nog altijd dóet gevoelen,
- ware heb niet, dat onverwachte oen jaar
lijkscho bate voor den dag is gekomen van
ongeveer 2,000.000: dc weggevallen suiker-
prciuiën.
Komen nu 's Ministers suikcrplanncn in
vervulling (verhooging dor surtaxc on ver
laging van den accijns), dan wordt do bal.-
prijsgegeven, die do conventie ons in den
schoot wierpwant dan vervallen wel do
premicn, dio voor 1903 2,250,000 bedragen,
dooh binnen onkelo jaren tot 1,950,000 zon
den vermindord zijn maar do opbrengst,
van den accijns daalt met ongeveer hotzolfde
bedrag. En van do surtaxc zou (wegens kar
lelvorming) gocn guldon in de sohatkiM
vloeien.
Mr. Pierson wensoht nu: lo. geen heffing
van een suikersurtaxo; 2o. ben gevolge hier
van niet aanstonds verlaging van den Bui
keraccijns. maar in studie nomen van dit
vraagstuk3o. voorloopig laten ruston d«-
verhooging van don drank accijns. Wellicht
zal men over het duurder maken van do je
never gunstiger gaan denken, als daardoor
de suiker goedkoopr r znl kunnen worden ge
maakt.
Voorzitter dc Burgcmceslor, do heer J.
O. van Voorthuysen. Tegenwoordig dc
heeren G. van Egruond, C'. M. Oppoloar,
N. Blonk, G. Dorrepaal Wz„ D. Rcyne
void, Ph. Qualm on D, Dorrepaal.
Do Voor/,, opent do vergadering, waarn i
do notulen der vorige vergadering worden
gelezen on onveranderd goedgokeurd. Ver
volgens wordt medegedeeld dat door B. cn
Ws. kasopname i9 gedaan by den tijdolij
ken gemeente-ontvanger, dat in ka* wan
94.821/2 cn dat do boeken in orde zijn be
vondon. Daarna wordt mcdedccling ge
daan van do volgende ingekomen stukken:
Schrijvon van Gcd. Staten in dit gewest,
waarbij goedgekeurd wordt teruggezonden
do begrooting dienst 1903.
Schrijven van hetzelfde College, houdendo
goedkeuring van het suppletoir kohier
hoofdei, omslag.
Schrijvon van hot Algemeen Armbestuur,
waarbij bericht wordt dat tot Voorzitter cn
Secretaris van dit College respectievelijk
zijn gekozen do HH. Ant. van Egmond en
N. P. Slegtcnhorst.
Schrijven-van Gcd. Stalen, waarbij good-
FEUILLETON.
$7)
Hij keerdo naar zijn kamer terug, ten
'pinde do daad bij het woord te voegen. Toen
{hij evenwel aan den brief wildé beginnen,
aarzelde hij. Hoe zou hij beginnen? Wat
kou hij schrijven? Zou hij juist door zich te
{verontschuldigen niet een beschuldiging te
gen zichzelf uitspreken?
Jack beet zich op de lippen Odat hij in
gunstiger omstandigheden verkeerde, dat hij
haar kon vragen zijn vrouw te worden en
'daardoor nimmer weer gevaar loopen in
een valsohe positie te worden geplaatst.
„Ik zal hard werken," dacht, hij, ,,zoo
spoedig mogelijk mijn uitvinding tot volko
menheid trachten te brengen en haar dan
vragen, als ze mij ten minste hebben wil..."
'Maar Jack durfde aan do mogelijkheid van
een weigering niet denken. Eindelijk zette
Jiij zicb neer en schreef met groote zorg een
klein briefje aan Mamie, waarin hij haar
vroeg hem gelegenheid te schenken haar
voor eenige oogenblikken te spreken. Toen
ihij eindelijk met zijn epistel klaar was,
lachte hij vergenoegt, verheugd zoo netjes
alle klippen hebben omgezeild, want daar
was niets in den brief, waaraan zelfs de
meest teergevoelige zicb had kunnen kwet
sen.
Hij stond op cn wilde zelf den brief pos
ten, toen hij bemerkte, dat het regende. Hij
keerde terug om een regenscherm te halen,
toen er aan de voordeur geklopt werd. Het
.was Toothy. Precies od tijd. De klok van
achten deed juist haar eersten slag hooren.
„Morgen, meneer!" zei hij op zakelijken
toon.
Jack was een oogenblik verlegen. Hij had
don jongen hcclemaal vergeten. Wat moest
hij nu met een laboratorium-assistent doen,
terwijl het laboratorium nog niet eens ge
reed was?
Graaf Karovan had Jack carte, blanche
gegeven wat. betreft het inkoopen van ver
schillende chemicaliën en andere bcnoodigd-
heden. Jack had daarom den afgeloopen
nacht nog tot laat zitten schrijven aan een
lijst van al hetgeen besteld moest worden.
Zich nog intijds herinnerende, dat hij daar
op Pruisisch en eenige andere zuren verge
ten had. ging hij naar zijn kamer terug,
ten einde dit er -nog bij te voegen. De jon
gen was hem gevolgd tot aan dc deur en
keek met jongensachtige nieuwsgierigheid
naar de voor hem ongekende pracht, die in
hot vertrek lieerschte.
„O, da's zoo goed as 't Buck'nam pelais,
zou 'k zegge," riep hij bewonderend uit.
Jack lachte, terwijl by naar een condoleance
brief zocht, dion hy by don dood van zyn
oom van Mamie ontvangen had; ten einde
daarin na to zien, wat haar juist adres was.
„Gy moet dezo brieven even voor my posten.
Draag er vooral zerg voor, want zy zyn zeer
belangryk. Kyk goed na, dat je ze alle drie
hebt, voor je ze op de post doet, want ik
wacht per omgaande post op sommige chemi
caliën," zei Jack hem, den brief van Mamie
tusschen de belde andere leggende. „Kan ik
er op rekenen, dat je het goed doen zult?"
Toothy bekeek de adressen.
„Je ken d'r positief op rekenen, meneer.
Je zei wel raerke as Je antwoord kryg, dat
ik me boodschap goed gedaan hep."
„Natuuriyk, zal ik dat!" zol Jack ulteriyk
zeer ernstig, maar inwendig zich verheugend
over zyn slimheid.
De jongen keek zyn patroon oplettend aan.
„Is er nog wat anders, meneer?"
„Neon, dank jei Doe de brieven maar zoo
spoedig mogelijk op de bus."
Toothy verliet de kamer, greep met handen
on beenen de trapleunig vast en liet zich op
echte straatjongens-manier naar benoden
giydon tot vermaak van Jack. Onder aan de
trap zat Teufel, die, door de snelle afdaling
van don jongen opgoschrikt, met gekromdon
rug en blazendo op hom afkwam.
„ïk bon benieuwd of de jongon bang voor
hem is," dacht Jack, terwyi hy nieuwsgierig
toezag wat or gebeuren zou. In den schemer
van den mistigen morgen zag Teufel er woer-
zinwokkond genoog uit om den jongen schrik
aan te jagen.
„Poes! Poes8ie! Och, wat een aardig beesle,"
riep de jongen, het beest over den rug
strykendo, dat zoodra liet de band van den
jongen voelde, kalm en gedwee werd.
Jack glimlachte.
„In allon gevalle, Toothy, myn jongen,
schynt ge voor iets bruikbaar te wezen, al
was het maar om de booze geesten van dit
huis te bezweren," dacht Jack, „maar ik
hoop toch, dat je goede hoedanigheden niet
alleen op dit gebied zullen uitblinken, maar
dat go ze ook zult toonen in trouwe plichts
betrachting."
Had Jack op dit oogenblik Toothy gezien,
hoe deze den brief aan Mamie gericht open
brak en nieuwsgierig las en had hy dereden
van deze daad geweten, het ware dan zeker
niet te verwonderen geweest, ale Jack de
fiolen zyner toom op het hoofd van den
onverlaat had uitgestort.
XVIII. jEen pijnlijk onderhoud.
Nadat de graaf aan Sonya had medegedeeld,
dat Matthew Petch zyn order niet good had
uitgevoord on hom een sleutel had gozondon,
die niet deugde, en haar verzocht had den
man to gaan bezoeken, opdat deze zyn fout
zoo spoedig mogeiyk zou herstellen, had hy
zich met snollen pas naar de kamer zyner
zuster, die half ale boudoir, half als kleed
kamer was ingericht, begeven, ton einde lady
Denvers te ontmoeten.
Rudin trad niet, zooals te verwachten was,
onmiddeliyk do kamer binnen, maar voor de
deur gekomen, knielde hy neer en met het
oog voor een opening, dio een Imitatie van
een sleutelgat wa3, zag hy met scherpen blik
de kamer rond.
Geheel onwetend van het onderzoek, waar
aan zU op dit oogenblik onderworpen werd,
zat lady Denvers in een achtelooze houding
op een sofa. Haar bleek gelaat, waarvan nu
elk spoor van zelfbewustheid verdwénen was,
toonde de onmiskenbare teekenen van vrees
voor het onderhoud, dat haar wachtte, en van
welks ernst zy zich volkomen bewust scheen
te zyn.
Een lach van zelfvoldoening krulde de
lippen van den bespieder, terwijl hy zUn
slachtoffer zoo nauwkeurig mogeiyk opnam.
„Eindeiyk gevangen," mompelde hy triom-
fanteiyk, terwyi hy opstond en na een tikje
op de deur deze opende. Daar was misschien
slechts een seconde vervlogen tusschen het
tikje en de opening van de deur, maar in
die seconde had de vrouw tyd gevonden, zich
te herstellen en haar trotsche houding weer
aan te nemen. Slechts een byna onmerkbare
siddering toonde haar gescliokten gemoede
toestand, terwyi zy opstond on mot waardig
heid don graaf te gemoet trad.
„Lady Denvers, zooale ik u op hot diner
te uwent modedeelde, wenscli ik u te sprokon.
By u ontbrak my daartoe do tyd en do ge
legenheid," begon de graaf.
„Gy vortoldet my zoo lots," zei de vrouw,
tovergeofs trachtende haar stem eenige vast
heid te geven,
„"Wy zullen geen tyd verspillen met oen
onnoodige inleiding, want wy konnen olkandor
daarvoor te goed, nietwaar, Olga? Myn eerste
vraag, die Ik u wilde doen, betreft een anonie-
men brief, dien gy de vryheid hebt genomen
aan iemand te zenden, die in myn dienst ie.
Hoe kwaamt ge er toe zulk een domheid to
begaan?"
„Een anonlemen brief?" vroeg lady Denvers
mot goed gespeelde onschuld in haar stom,
maar waardoor haar toehoorder volstrekt niet
misleid werd.
„Go weet volkomen, waarover Ik spreek,
en ik verzoek Je beleofd goen tyd to verspil
len met allerlei uitvluchten. Ik heb maar
weinig tyd, want myn bezigheden roepon mU
naar hot andero eind van London."
Do ijzige beleefdheidstoon, waarop de graai
zyn gesprek begonnen was, maakte plaats
voor oen zekere drift en de glimlach, die
'e mans lippen altyd sierde als hy niet in
buitengewone gemoedsstemming verkeerde,
was nu verdwenen, en de dreigende uitdruk
king, die nu op zyn gelaat lag, gaf hot iet»
duivelachtigs.
(Wordt vervolgd.)