Auno1903 PERSOVERZICHT, teiMBiilemil van Koudekerk. Het geheimzinnige huis. 13190 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAC 2! FEBRUARI. - TWEEDE BLAD. Dc 3Laanbodt zegt in een kriüfikopje On- jg e v a 11 e n w e t: Op enkele punten is de Ongcvallenyofc Onduidelijk. YerzekeringsplioJilig zijn alle ondeme- jpoingen, waarin aangewezen bedrijY&u. wor ld on uitgeoefend. Daaronder behoort, het ;ff rukker sbed rij f. Alzoo: een maal schappij, die zelf een Voourant drukt, schijnt voorloopig gehouden 'ja 11 e (niet daarin, maar:) bij haar werk zaam personeel te verzekeren. Niet. slecht® »e drukkers, do letterzettors, de brocheer- 'Sders, onz., niet slechts don chef der druk kerij, maar ook personeel van expeditie en administratie, ja, de redacteuren on de '.directie der courant, al zijn er bij. die uit (den aard hunner function nooit een voet •in do werkplaatsen behoeven, to zetten. Dat ib een zware druk: een premiebofco- ding voor velen, in een govarenklosse, die ganscholijk niet in verhouding tot hun [bedrijfsrisico staal. Hierover klaagde reeds het Handelsblad ^n zijn kolommen, de Oprechte II a drie m- ,'schc Courant e-n dc ,,Mededeelingeri van 'den Ned. Journalistenkring. Ook ons blad verkeert in hetzelfde geval. Oorspronkelijk gaf do directie alleen aan: (diegenen, werkzaam in de drukke r ij- 43 r a Hoh e van ons bedrijf. Op de vraag wdhtor om nadere inlichtingen aan de di- ifaeotic dor Rijksverzekeringsbank gewerd (baar een antwoord, dat, hoewel ontwijkend, '«noopte tot aangifte óók van redacteu ren, onz. Dit nu is onbillijk. Een dagblad, dat géén eigen drukkerij Jioudt, maar contract heeft met. een loon- j3vukker, behoeft n i o t zijn redacteuren to wer zekeren, ook al zijn redactie on drukke- JtTlj evengoéd in hetzelfde pand gevestigd. En splitsen we morgen notariëel onze .piaatschappij in een courant-uitgaveeneen ^rukkerij, al blijft alles verder precies bij •foe: oude een pure vormquaestie dus (*Lan behoeft onze redactie niet meer te ,'tóju verzekerd. Dergelijke gevallen doen uióh "ook voor >ön andere gemengde bedrijven, j Reden, waarom wij er de aandacht van joverheid en parlement op vestigen Borgeeiue' Ongevallenwet blijkt al even geinig „menschel ijkerwijs-vol maakt" te zijn 'Ws Van Hou ten's Kieswet. De. Amsterdamsehe correspondent van De 1Residentiebode schreef onlangs: i Daar trekt onder mijn raam een troepje jongens van een openbare school voorbij met 1clen onderwijzer aan liet hoofd. Zij marohee- 1 ren in den pas, onder het zingen van een socialistisch lied: Op voor de vrijheid, op Weg met do slavernij 1 Dat is met uw permissie een school- Wandeling! De NicuWe Provinciale Groninger Cou rant teekent hierbij aan Wo begrijpen, dat Het Nieuwe Schoolblad dit overnam, met hot opschrift: ,,'t Is toch jiicfc waar?" en de redactie van ditzelfde I lil ad er onder zette: ,,Nog eens, 't is toch niet waar?" Ook wij vragen om meer licht, .want dat loopt toch de spuigaten uit, als men gaat schoolwandelen onder leiding van een onderwijzer on daarbij de socialistische liederen aanheft: Het treft wel onaardig, dat een Amsterdamsohe correspondent dit Bchrijft op hetzelfde oogenblik,. dat men zich ?n Groningen boos maakt, omdat een predi kant het aangedurfd heeft de openbare Bchool tc noemen: „een broeinest van 'b so- ói alisme." Het Centrum zegt in een hoofdartikel >sSamensmelting?" het volgende: Heb gerucht, clat dezer dagen in de pers de ronde deed over een samensmelting van 'do v rij-an ti revolutionaire en jc h r i s t e 1 i j k-h istorischo fracties Jsehijnt meer en meer vasten vorm aan te hen "i. Er zijn zelfs nadere bijzonderheden (medegedeeld, die nog slechts op een enkel punt werden weersproken door den hoer Dc Visser. Deze beer zou namelijk niet optreden als president der gecombineerde en tot één partij vereenigde groepen. Maar voor het overige schijnt het gerucht uit goede bron te komen, in elk geval een fond van waar heid te bezitten en was men er trouwens in de hoofdstad reeds getuige van, dat de aan gekondigde fusie een feit werd. Grooto verrassing zal deze ineen vloeiing van groepen zoker niet wekken. Feitelijk was er reeds een soort van fusie tob stand gekomen na de verdwijning van Het Neder- landsche Dagblad en de uitbreiding van De Nederlander, in welke redaot-io do beer Ver kou teren een plaat vond. Dc Christelijk- historisohe partij trad bij de verkiezingen van 1001 geheel anders op dan bij de cam pagne van 1897. Zij had zich los gemaakt van den invloed, door ds. Bronsveld uitge oefend, en gebroken met het botte anti-pa- pisme, dat haar eerste levenstijd kenmerkte. Een zuivering had in haar gelederen plaats gevonden en dientengevolge was ook haar tactiek anders en beter geworden, terwijl haar program een niet onbeduidende her ziening had ondergaan. Dit allee effende het pad voor de fusie, clio thans bezig schijnt zich te voltrokken. Dat daarbij de fractie Aan den lieer Hoe de maker met haar raadselachtig streven en ingewikkelde politieke belijdenis buiten de deur gehouden wordt, zal zeker niemand verwonderen. Intusschen rijzen er wol eenigc vragen. Do programs dor zich vcreenigende groepen zijn niet volkomen gelijkluidend. Hebben do leiders omtrent de punten van verschil een accoord met elkander getroffen 1 Men hoor de reods verluiden, dat dc heer Lobman zijn standpunt in zake dc verhouding van Kerk cn Staat ter wille der combinatie verlaten had maar daargelaten nog, of dezo mede- deelirig juisb is, zijn er, behalve dit punt, andere quaeslies, waaromtrent het van be lang zal zijn de oogmerken der zich even tueel oonstitueerende nieuwe partij tc loe ren kennen. En wij denken hierbij vooral aan het onderwijs, in 't bijzonder aan liet vraagstuk van het hooger onderwijs. Dat omtrent deze gewichtige materie zich wel eon wrijving deed gevoelen tussohen Neder lander en Standaard is van algeineene be kendheid. Antirevolutionairen en vrij-anti- rovolutionairen bleken op dit punt niet ge heel accoord tc gaan. Zal de in uitzicht ge stelde fusie met de cliristelijk-historischen hierin op de een of andere wijze verbetering brengen Zal zij in hot algemeen van invloed zijn op de houding, tegenover het ministerie aan te nemen? Zal zij ook een samensmel ting mot de Friescho ohrislelijk-liistorisohen voorbereiden 1 De naaste toekomst zal wellicht het ant woord geven op deze vragen. Voorehands zou men zeker in dc fusie geen daad van vijandschap mogen zien jegens hot kabinet, daar en dc vrij-antirevolutionairen èn dc christelijk-historisohon tot de regeeringsr meerdcrii- ui worden gerekend. Veeleer zou men er zich over kunnen verheugen, dat tegen de „splijtziekte" werd gereageerd en aan dc versnippering van krachten in al lerlei groepen cn fracties door nauwere ver binding paal cn perk gesteld. Echter zouden de oningewijden zich wel licht afvragen, waarom de ongeorganiseerde antirevolutionairen niet liever hebben ge tracht. zich met dc georganiseerden tc lier- conig* n, en voorts: waarom cerstgenoemdcn indien de berichten althans juist zijn zich voortaan christolijk-kistorischen zullen noen n en niet christelijk-nalionalen, aan welke benaming men vóór cenlgcn tijd dc voorkeur scheen te geven. Wij lozen in Het Centrum onder het hoofd „Een oud Wanbegrip": In liet Tijdschrift voor Armenzorg en E inde /bescherming van 14 Februari is on der het opschrift ,,Hot spoor bijster", een artikel opgenomen i-a-n den heer J. F. L. Blankenberg, dat een eigenaardig licht werpt op de gevoelens waarmedo sommigen dc liefdadigheid beoefenen. Onder den indruk der stakings-gebeurlenissen en de daarmede gepaaid gaande dreigementen en pogingen tot machtsmisbruik van de zijde der werklieden, warc-n er, naar do heer Blankenberg mededeelt, die zóó ver bolgen weiden, dat hun hart taoh aloot voor de weldadigheid. ..Ik geef geen oent meer aan de armen/' ae>ide de een; „ik sluit voorgoed mijn beurs voor nood en behoefte", viel een tweede in. Een iderde zeide; ,,dib is nu do dank voor onze goedgeefschhedd en menschenliefdej ik houd mij voortaan doof voor alle ver zoeken om bijstond". En een vierde be toogde: „Waar men dreigt, houdt alle mede gevoel op en' is slechts het verweer aan het woord". Nog vele varianten op dit thema dor wraak werden gehooid, doch allen had den hetzelfde refrein: „Nu geven wij niets meer voor de armen; dat' zij zich zeiven helpen Terecht gewaagt do eohrijver bij deze uit roepen van een „misverefcand", meer nog van een „ontzettende onbillijkheid". „En de arme weduwen don V' vraagt hij. En de onschuldige weezen? En de ver waarloosden en gestruikelden En de zie ken, do blinden, de doofstommen? Dc werk zame minvermogenden, die, zonder steun, dc kost voor hun gezin niet ophalen kun nen? En do duizenden, die, verre van den werkmansstand, in nood en droefenis ter neder zitten Waar moet dan dit heirlegor van ongelukkigen heen, indien dat het re sultaat moest zijn van des work-mans on billijkheid I Moeten dozen lijden om do fou ten, genen aangerekend 1 Moeten de zwak ken lij don om de ruwheden der sterken? Moeten vrouwen, kinderen cn gebrekkiger) vorstooten worden, omdat krachtige man nen misbruik poogden to maken van hun kracht?" Het Handelsblad sprak van donunc wraak" en loonde eveneens met bijzonder heden aan, hoe onzinnig het zou zijn, het machtsmisbruik, dat bij de staking om don hoek gluurde, te verhalen op ongelukkigen on hulpbehoevenden, die daarmede niets hadden uit te staan. Toch verwonderen ons do ontboezemin gen, door den redacteur van het T ijdschrift roor Armenzorg opgevangon> geenszins. Bij Rommigon, misschien zelfs bij velen, wor den ton aanzien dei- liefdadigheid zulko zonderlinge begrippen aangetroffen, dat men er zich over had moeten vorbazen, in dien dezo ontboezemingen niet waren ge uit. De charitas is ongetwijfeld een factor van boteekenis in het maatschappelijk lo ven. maar zij behoort steeds afgescheiden to blijven van de quaes tie, hoe de verhou ding dient tc rijn tusschen Kapitaal cn Ar beid. De liefdadigheid slaat buiten het ree hts-vraagstuk, dat voor en boven alles moot worden opgelost. Vandaar dan ook, dat men dc liefdadigheid niet mengen mag in den strijd om de oplossing van dit vraagstuk en men zijn beurs niet gesloten mag houden voor armen en ongelukkigen, omdat misschien een of andero onbillijk heid is gepleegd. Mocht men dit wel clocn, dan zou do óharitas ophoudon charitas tc zijn on... zou zij slechts uiterst zelden in praobijk kunnon worden - gebracht, want tegen het Recht wordt, nu van deze, dkn van gene zijde maar hl tc dikwerf gezon digd Het is reeds jaren lang on 'ol vervolons too bijna, gezegd, dat de sociale quaestie geen quaestio is van liefdadigheid Toch 6chijut dit besef nog niet algemeen lo zijn geworden. En het fait, dat men thans op do noodlijdenden wil verhalen, wat door hen, dio niet tot deze categorie van* men- sóhem bchooron, word gedaan, of, zoo inon wil, misdaan, bewijst, hoe groot de kort zichtigheid op dit punt nog gebleven is. Te t raolrton pressie op een stand uit lo oefenen, of aan dien stand zijn wrevel to kennen lo geven, door middel van een min der ruime beoefening der milddadigheid natuurlijk komen fooien hier niet in aanmerking is bovendien ten eenenmnl in strijd met het karakter dor naast- nliri de, dio geeft omdat do nood dringt; ge zonder voor haar gaven iels terug t«- gen. Alleen liet ongezonde en verwarring fibichtendo begrip, dat armenzorg en arbei ders-vraagstuk identiek maakt-, kan liot dwaze besluit vorklaren, dat dc hec-r Blan kenberg signaleert cn met zooveel nadruk veroordeelt. Wij zouden hieraan nog willen toevoe gen, dat hetgeen gesohied is ook geen re den mag zijn, om den betrokken werkman op «enigerlei wijze te onthouden wat hem toekomt. Onpartijdig en met de meeste nauwgezet heid bchooron de bestaande grieven te wor den onderzocht. Evenmin als de liefdadig heid mag men de eischen van het recht ook eüechts één oogenblik ondergeschikt maken aap een gevoel van wrevel. Dat. anderen verkeerd handelen, kan voor ons nimmer een reden zijn om hotzolfde te doen. Toorn is <?en sleohte raadgever, bijna even 6lcclit ale vreee. on alleen hij, die corlijk on op recht in zijn oordeel is, zoowel naar links als naar reohts, zal op den duur de elemen ten kunnen vorzamelen, die noodig zijn voor den socialen erode. De .1 itwwe Potterdamsehe Courant deelt mede. dat in don laaiden tijd in verschil lende buitenlandsohe regeeringskriugeu go- spreken is over het Hof van A r b i t r o- g e cn o. o. ook in onze Eerste Kamer de vraag to berde is gebracht, of hot Hof van Arbitrage rechtspersoonlijkheid bezit, en dat wel naai- aanleiding van het gerucht omtrent bet bekende aanbod van den Ame- ïikaansclicn millioiinair Carnegie, welk gerucht, zooals nn-n weel. vertelde, dat deze mill ionn air een vorstelijke gift had aan go boden om ceai paleis to stichten, hot Hof waardig, cn om daaraan to verbinden een bibliotheek voor internationaal recht-. Do Minister heeft toen verklaard, dat het Hof geen rechtspersoonlijkheid bezit en do A ie uwe Itottcrdamsche Courant laat op die ministerieolc verklaring volgen: Do Minister zegt: het Hof is erkend als bt«laaude, niet als lochtaporsoon. Naar ouze mocning bestaat cr in hot ge heel geen Hof, in den eigenlijken zin van het woord; on wat niet bestaat-, kan zeker gcen rechtspersoon zijn. Wanneer men do Haagscho overeenkomst van 20 Juli 1899 aandachtig leest on met- dc Handelingen der Vredesconferentie verge lijkt, wat blijkt dau? Dot. aanvankelijk wel is voorgesteld een Arbitragehof op te richten; dat men ook den mogendheden de verplichting heeft willen opleggen, althans in een aantal doo.-. do Conventie op te sommen gevallen, bus- seheu haar ontstane geschillen, dio niet iu- dcr-minne zijn kunnen worden bijgelegd, aau dat Hof tor licslissing op te dragon, maar dat, als gevolg van ondervonden op positie, waarop de gehee-le zaak dreigde 6ohipbreuk lo lijden, ten slotte niets an ders ia tot stand gekomen, dan een in Den Haag, onder toezicht dor aldaar gcacciv- ditcorclo diplomatieke vorlogenwoordigci-s, govoabigd bureau, dat-, ingeval bij een ont staan int om at on aal geschil, beide partijen genegen zijn bet door middel van arbitrage te beëindigen, partijen behulpzaam is bij het geven van uitvoering aan dii verlan gen. Daartoe strekt vooreerst hel samen-! Alen van een lijst waarop elke dor mogend! i- den, clio liet Haagscho verdrag van 1899 onderteekend hoi)bon, bon hoogste vier per sonen kan doen plaatsen. Dezo lijst, wordt door hel Haagscho bureau bijgehouden naar gelang, door overlijden of ontslag, personen, daarop voorkomende, door an deren worden vervangen. Van tijd tot tijd worden afdrukken van de lijst aan do mo gendheden toegezonden. Als deze een go- 6ohil door arbitrage willen tloeu beslis sen met gebruikmaking van do „Cour Ponnanonto" (zegt artikel 24 dor Haagscho overeenkomst), kiest olk van haar Iweo der op dc lijst voorkomende personen cn do vier aldus benoemden wijzen tc zamon een vijf den arbiter aan; alles tenzij een andere re geling tusschen partijen rnocht zijn vastge steld. Do aldus benoemde arbiters, die tenzij alweder met toestemming van partijen een andore plaats gekozen is tc '«-Graven- liagc zitting houden, beslissen heb geding. Uit dit alles blijkt, dat een eigenlijk Hof niet bestaat. Hot formcele verschil lunchen den toestand na on vóór do Haagsehe ovoieenkomst van 1999 is hierin gelogen, dat men, tf.-hoidsrochtoriijkc uitspraak vcr- langondo cn zich wat do keuze dor arbitoi'6 betreft aam dc vermelde lijst willende hou den. to 's-Gravenhago eon goed ingericht lokaal en vooral een .uitstekend samenge steld bureau bot rijn beschikking houdt; zeker niet t» versmaden voordooien.' Niettegenstaande dit allee wonecht- echter de Nieuwe Rotterdamschc Courant hot Hoi niet als van weinig boteekenis te K-hou wen. In Dc Economist houdt mr. N. G. Pier- son t inancieelo beschouwingen. Hij constateert, dat de opbrengst der Rijksmiddelen in 1902 prachtig is geweest En do raming voor 1903 daarmede verge lijkende, merkt liij op. dat bij do zeven pos- ton (suikoraccijna, geslacht, zegelrechten, registratierechtensuccessie, invoer, post en telegraaf), waaraan de mooie uitkomsten van 1902 zijn tc danken, de raming voof 19<.>3 lager ls dan de opbrengst van 1902. Dc gevolgtrekking ligt voor do hand, dat de Minister van Financiën zijn 3 ft 4 nïU- liocn gld die liij wilde halen uit den drank- accijns, niet meer te zoeken heeft. Zij zijn or al, want waarom zouden do rafddeh-n in 1903 minder dan in 1902 opbrengen? Sleohte voor de successierechten wil mr. P. een uitzondering maken. Dezo heb lx-u in 1902 ruim 15,000,000 opgebracht, cn 16,000,000 is in do geschiedenis der succes sierechten een bedenkelijk cijfer. Tweema len werd het bereikt, eens in 1892, en toen moest men zich heb volgende jaar vergenoe gen met 11,059,000; eens in 1900, en in hot jaar daarna leverde dit middel slecht* f 11,443,000 op. Mot het oog op deze twoo ervaringen is do raming voor 1903 11.904,00(0 eerder hoog dan laag te nor men. Ook voor dc andere middelen sclu'jnt liet den sclir. niet overbodig to herinneren nnn de mogelijkheid van teruggang. De slotsom van dit alles zou slechts kun nen zijn, dat de behoef to aan verslork ing dor middelen zich nog altijd dóet gevoelen, - ware heb niet, dat onverwachte oen jaar lijkscho bate voor den dag is gekomen van ongeveer 2,000.000: dc weggevallen suiker- prciuiën. Komen nu 's Ministers suikcrplanncn in vervulling (verhooging dor surtaxc on ver laging van den accijns), dan wordt do bal.- prijsgegeven, die do conventie ons in den schoot wierpwant dan vervallen wel do premicn, dio voor 1903 2,250,000 bedragen, dooh binnen onkelo jaren tot 1,950,000 zon den vermindord zijn maar do opbrengst, van den accijns daalt met ongeveer hotzolfde bedrag. En van do surtaxc zou (wegens kar lelvorming) gocn guldon in de sohatkiM vloeien. Mr. Pierson wensoht nu: lo. geen heffing van een suikersurtaxo; 2o. ben gevolge hier van niet aanstonds verlaging van den Bui keraccijns. maar in studie nomen van dit vraagstuk3o. voorloopig laten ruston d«- verhooging van don drank accijns. Wellicht zal men over het duurder maken van do je never gunstiger gaan denken, als daardoor de suiker goedkoopr r znl kunnen worden ge maakt. Voorzitter dc Burgcmceslor, do heer J. O. van Voorthuysen. Tegenwoordig dc heeren G. van Egruond, C'. M. Oppoloar, N. Blonk, G. Dorrepaal Wz„ D. Rcyne void, Ph. Qualm on D, Dorrepaal. Do Voor/,, opent do vergadering, waarn i do notulen der vorige vergadering worden gelezen on onveranderd goedgokeurd. Ver volgens wordt medegedeeld dat door B. cn Ws. kasopname i9 gedaan by den tijdolij ken gemeente-ontvanger, dat in ka* wan 94.821/2 cn dat do boeken in orde zijn be vondon. Daarna wordt mcdedccling ge daan van do volgende ingekomen stukken: Schrijvon van Gcd. Staten in dit gewest, waarbij goedgekeurd wordt teruggezonden do begrooting dienst 1903. Schrijven van hetzelfde College, houdendo goedkeuring van het suppletoir kohier hoofdei, omslag. Schrijvon van hot Algemeen Armbestuur, waarbij bericht wordt dat tot Voorzitter cn Secretaris van dit College respectievelijk zijn gekozen do HH. Ant. van Egmond en N. P. Slegtcnhorst. Schrijven-van Gcd. Stalen, waarbij good- FEUILLETON. $7) Hij keerdo naar zijn kamer terug, ten 'pinde do daad bij het woord te voegen. Toen {hij evenwel aan den brief wildé beginnen, aarzelde hij. Hoe zou hij beginnen? Wat kou hij schrijven? Zou hij juist door zich te {verontschuldigen niet een beschuldiging te gen zichzelf uitspreken? Jack beet zich op de lippen Odat hij in gunstiger omstandigheden verkeerde, dat hij haar kon vragen zijn vrouw te worden en 'daardoor nimmer weer gevaar loopen in een valsohe positie te worden geplaatst. „Ik zal hard werken," dacht, hij, ,,zoo spoedig mogelijk mijn uitvinding tot volko menheid trachten te brengen en haar dan vragen, als ze mij ten minste hebben wil..." 'Maar Jack durfde aan do mogelijkheid van een weigering niet denken. Eindelijk zette Jiij zicb neer en schreef met groote zorg een klein briefje aan Mamie, waarin hij haar vroeg hem gelegenheid te schenken haar voor eenige oogenblikken te spreken. Toen ihij eindelijk met zijn epistel klaar was, lachte hij vergenoegt, verheugd zoo netjes alle klippen hebben omgezeild, want daar was niets in den brief, waaraan zelfs de meest teergevoelige zicb had kunnen kwet sen. Hij stond op cn wilde zelf den brief pos ten, toen hij bemerkte, dat het regende. Hij keerde terug om een regenscherm te halen, toen er aan de voordeur geklopt werd. Het .was Toothy. Precies od tijd. De klok van achten deed juist haar eersten slag hooren. „Morgen, meneer!" zei hij op zakelijken toon. Jack was een oogenblik verlegen. Hij had don jongen hcclemaal vergeten. Wat moest hij nu met een laboratorium-assistent doen, terwijl het laboratorium nog niet eens ge reed was? Graaf Karovan had Jack carte, blanche gegeven wat. betreft het inkoopen van ver schillende chemicaliën en andere bcnoodigd- heden. Jack had daarom den afgeloopen nacht nog tot laat zitten schrijven aan een lijst van al hetgeen besteld moest worden. Zich nog intijds herinnerende, dat hij daar op Pruisisch en eenige andere zuren verge ten had. ging hij naar zijn kamer terug, ten einde dit er -nog bij te voegen. De jon gen was hem gevolgd tot aan dc deur en keek met jongensachtige nieuwsgierigheid naar de voor hem ongekende pracht, die in hot vertrek lieerschte. „O, da's zoo goed as 't Buck'nam pelais, zou 'k zegge," riep hij bewonderend uit. Jack lachte, terwijl by naar een condoleance brief zocht, dion hy by don dood van zyn oom van Mamie ontvangen had; ten einde daarin na to zien, wat haar juist adres was. „Gy moet dezo brieven even voor my posten. Draag er vooral zerg voor, want zy zyn zeer belangryk. Kyk goed na, dat je ze alle drie hebt, voor je ze op de post doet, want ik wacht per omgaande post op sommige chemi caliën," zei Jack hem, den brief van Mamie tusschen de belde andere leggende. „Kan ik er op rekenen, dat je het goed doen zult?" Toothy bekeek de adressen. „Je ken d'r positief op rekenen, meneer. Je zei wel raerke as Je antwoord kryg, dat ik me boodschap goed gedaan hep." „Natuuriyk, zal ik dat!" zol Jack ulteriyk zeer ernstig, maar inwendig zich verheugend over zyn slimheid. De jongen keek zyn patroon oplettend aan. „Is er nog wat anders, meneer?" „Neon, dank jei Doe de brieven maar zoo spoedig mogelijk op de bus." Toothy verliet de kamer, greep met handen on beenen de trapleunig vast en liet zich op echte straatjongens-manier naar benoden giydon tot vermaak van Jack. Onder aan de trap zat Teufel, die, door de snelle afdaling van don jongen opgoschrikt, met gekromdon rug en blazendo op hom afkwam. „ïk bon benieuwd of de jongon bang voor hem is," dacht Jack, terwyi hy nieuwsgierig toezag wat or gebeuren zou. In den schemer van den mistigen morgen zag Teufel er woer- zinwokkond genoog uit om den jongen schrik aan te jagen. „Poes! Poes8ie! Och, wat een aardig beesle," riep de jongen, het beest over den rug strykendo, dat zoodra liet de band van den jongen voelde, kalm en gedwee werd. Jack glimlachte. „In allon gevalle, Toothy, myn jongen, schynt ge voor iets bruikbaar te wezen, al was het maar om de booze geesten van dit huis te bezweren," dacht Jack, „maar ik hoop toch, dat je goede hoedanigheden niet alleen op dit gebied zullen uitblinken, maar dat go ze ook zult toonen in trouwe plichts betrachting." Had Jack op dit oogenblik Toothy gezien, hoe deze den brief aan Mamie gericht open brak en nieuwsgierig las en had hy dereden van deze daad geweten, het ware dan zeker niet te verwonderen geweest, ale Jack de fiolen zyner toom op het hoofd van den onverlaat had uitgestort. XVIII. jEen pijnlijk onderhoud. Nadat de graaf aan Sonya had medegedeeld, dat Matthew Petch zyn order niet good had uitgevoord on hom een sleutel had gozondon, die niet deugde, en haar verzocht had den man to gaan bezoeken, opdat deze zyn fout zoo spoedig mogeiyk zou herstellen, had hy zich met snollen pas naar de kamer zyner zuster, die half ale boudoir, half als kleed kamer was ingericht, begeven, ton einde lady Denvers te ontmoeten. Rudin trad niet, zooals te verwachten was, onmiddeliyk do kamer binnen, maar voor de deur gekomen, knielde hy neer en met het oog voor een opening, dio een Imitatie van een sleutelgat wa3, zag hy met scherpen blik de kamer rond. Geheel onwetend van het onderzoek, waar aan zU op dit oogenblik onderworpen werd, zat lady Denvers in een achtelooze houding op een sofa. Haar bleek gelaat, waarvan nu elk spoor van zelfbewustheid verdwénen was, toonde de onmiskenbare teekenen van vrees voor het onderhoud, dat haar wachtte, en van welks ernst zy zich volkomen bewust scheen te zyn. Een lach van zelfvoldoening krulde de lippen van den bespieder, terwijl hy zUn slachtoffer zoo nauwkeurig mogeiyk opnam. „Eindeiyk gevangen," mompelde hy triom- fanteiyk, terwyi hy opstond en na een tikje op de deur deze opende. Daar was misschien slechts een seconde vervlogen tusschen het tikje en de opening van de deur, maar in die seconde had de vrouw tyd gevonden, zich te herstellen en haar trotsche houding weer aan te nemen. Slechts een byna onmerkbare siddering toonde haar gescliokten gemoede toestand, terwyi zy opstond on mot waardig heid don graaf te gemoet trad. „Lady Denvers, zooale ik u op hot diner te uwent modedeelde, wenscli ik u te sprokon. By u ontbrak my daartoe do tyd en do ge legenheid," begon de graaf. „Gy vortoldet my zoo lots," zei de vrouw, tovergeofs trachtende haar stem eenige vast heid te geven, „"Wy zullen geen tyd verspillen met oen onnoodige inleiding, want wy konnen olkandor daarvoor te goed, nietwaar, Olga? Myn eerste vraag, die Ik u wilde doen, betreft een anonie- men brief, dien gy de vryheid hebt genomen aan iemand te zenden, die in myn dienst ie. Hoe kwaamt ge er toe zulk een domheid to begaan?" „Een anonlemen brief?" vroeg lady Denvers mot goed gespeelde onschuld in haar stom, maar waardoor haar toehoorder volstrekt niet misleid werd. „Go weet volkomen, waarover Ik spreek, en ik verzoek Je beleofd goen tyd to verspil len met allerlei uitvluchten. Ik heb maar weinig tyd, want myn bezigheden roepon mU naar hot andero eind van London." Do ijzige beleefdheidstoon, waarop de graai zyn gesprek begonnen was, maakte plaats voor oen zekere drift en de glimlach, die 'e mans lippen altyd sierde als hy niet in buitengewone gemoedsstemming verkeerde, was nu verdwenen, en de dreigende uitdruk king, die nu op zyn gelaat lag, gaf hot iet» duivelachtigs. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5