kern mannen 's avonds do ruiten ingegooid
van hot gemeentehuis, dat bewoond is door
den veldwachter.
Van dit feit zal geen piooe©-verbaal ge
maakt worden. Op denzelfden dag tegen dén
middag had or een hovigo vechtpartij plaate,
waarbij veel bloed gevloeid ie. Geen veld
wachter noch politie is tusecèionboido geko
men, ofschoon do een den ander met de
hakken in het gejacht stampte.
Nog sterker: Verleden Vrijdagavond is er
tuaschen vier dronken mannen hevig ge-
vocho n in do herberg van onzen fungeeven-
don burgemeester en er is geen proces-ver
baal opgemaakt.
Och, ik zon verschillend© uren bezigen,
andirm ik de wanorde van onzo gemeente
moest beschrijven; ofschoon vele zaken on-
begrijpelijk sohijnon, heb is toch alles zui
vere waarheid.
Ik li. i drie doch te i*s van 13, 14 cn 15 jaar,
die ik volstrekt niet alleen in liet dorp
durf laten gaan, zoo lxxlorvcn zijn de aan
komende jongelingen; ofschoon dk veel go-
ren ad heb, ik heb nooit zoo'n jeugd ont
moet.
Mogen deze regelen dienen tot verbetering
van dit ellendige dorp en ontaard volk
Ik sta er voor in, dat geen enkel woord
van mijn schrijven onwaar ie..."
Dc Tijd wijdt ccn artikel aan do „bevor
dering van nationalcn arbeid."
„In abslracten zin", meent De Tijd
„moet iedor ontwikkeld n^an v rij h an do-
Ia a r zijn."
Het komt dan ook Be Tijd heel verklaar
baar voor, dat wetenschappelijke mannen,
die niet meedoen aan hot bedrijvige leven
buiten dc studeerkamer, zich gehcol laten
meevoeren door schoonschijnende theorieën.
Anderen, die wel in het bedrijvig loven
meeleven, vooral zij, die belang hebben bij
Indische producten, kunnen uit eigenbe
lang vrijhandelaars zijn.
Zoowel do eone als do andere categorie
ziet do zaken verkeerd in, meent Be Tijd.
Het blad geeft dan het volgende aan:
„Ieder mensch met gewoon gezond vor
stand kan toch begrijpen, dat een stelling,
die juist is bij haar toepassing over een
groot gebied, bijv. geheel Europa, in haar
toepassing vorderflijk kan zijn, wanneer zij
alleen in een zeer onbetcokcnend onderdeel
daarvan toepassing erlangt, vooral indien
allo dat onderdeel omringende landen een
stelsel volgen, dat daar lijnrecht tegenover
staat.
Holland (do tegenwoordige provinciën
Zuid- cn Noord-Holland) met zijn praohtigo
natuurlijke waterwegen, is als ware hot het
door do natuur aangewezen voorland van
het machtigo Duitsche Rijk. En allon, dio
belang hebben bij do scheepvaart en den
doorvoerhandel (cn dat zijn lang niet alle
'Amsterdammers on Rotterdammers), cischen
in hun voordeel, dat het vrij handelsstelsel in
Nederland tot in zijn uiterste consequentie
zal worden toegepast, niet omdat anders do
goederen, in Nederland verbruikt, duurder
zoudon worden, maar omdat zij anders bij
het verladen, ró-cxpcdiëcren, enz. zich aan
strenger contróle-maatregelcn van dc zijdo
dor douane hebben te onderwerpenj zij ach
ten, gesteund door do traditie, hun handel
van zóó groot belang, niet voor hen, maar
voor het gcheclo Nederlandsohe volk, dat zij
eiken maatregel, dio hun bestaan maar
©enigszins miudor gemakkelijk kan maken,
.verwerpen, als strijdig met 's lands belang".
Bouwkundige ingenieurs. In
Be Bouwwereld komt ccn opstel voor, na
mens do bouwkundige nfdeeling der Poly
technische School, ondorteckcnd door do
hoogleoraren J. F. Klinkhamer cn Henri
Evers, waarin ccn waarschuwend woord
wordt gesproken.
Aan het slot van hun stuk zeggen de
Bch rij vers:
„Resumeercndo kan men dus zoggen, dat
in het vervolg de aanstaande bouwkundig
ingenieur of architect na één jaar een pro-
paodcutisch examen kan doen.
Na het tweede jaar kan hij door een tus-
Bclienexamen B blijk goven in hoeverre zijn
aanleg zich in dien tijd van voorbereiding
heeft ontwikkeld en dan, als or w c r k c 1 ij k
talent bestaat na nog tweo, beter drio
jaar, dus in het geheel na een minstens vier
jarige studie, het diploma van bouwkundig
ingenieur vorkrijgen.
Het is hier echter de plaats er nadrukke
lijk op te wijzen, dat de gelijkheid in studio
in liet eerste studiejaar, ten einde zooals go-
zegd is zich con oordeel over hot vak te kun
nen \'ormon, volstrekt niet ten doel heeft
hen, die zonder bepaald voornemen om ar
chitect te worden to Delft komen studccron,
daartoe te brengen. Wol is er een grootc
mate van plooibaarheid in de nieuwe rege
ling, maar niet met dat dool. Integendeel,
het is zoo ingericht om bij twijfel aan con
roeping tot architect een anderen weg te
kunnen inslaan. Zij toch alleen, die een be
paalden drang in zich voelen om bouwmees
ter te worden, d. i. kunstenaar cn weten
schappelijk man beiden, kunnen in dat vak
voldoening vindon. Do bouwkundig inge
nieur is ingenieur, maar do vonk der kun6t
kan bij hora door oordeelkundigo opleiding
wel aangeblazon, doch niet ontstoken wor
den.
Niet ornstig genoeg kan dan ook gewaar
schuwd worden tegen misbruik van de wets
wijziging, om uit weinig neiging tot de theo
retische vakken, mogelijk gepaard aan eenig
kunstgevoel, tot aanleg voor architect te be
sluiten, on tot do bouwkundige afdecling
over te gaan, een richting, waarin, verge
leken bij de andere ingenieursvakken, uit
den aard der zaak in do maatschappij voor
vcol minder plaats is. Dit wreekt zich trou
wens reeds bij het eindexamen cn later, al
daagt men ook voor tusschen-examens.
Tegen onverstand is echtor geon onder
wijsprogramma in te richten.
Bij twijfel doet hij verstandigor hot exa
men B als civiel-ingenieur te doen na twee
jaar, om dan in een extra—jaar den cursus
B, voor den architect, volgende, zijn kunst
aanleg ©enigszins te kunnen toetsen. Blijkt
deze bij nader inzien onvoldoende, dan zal
toch de oefening ia teekenaa h dat jaar
vorkregen de studio als civiel-ingenieur ver
gemakkelijken en steeds ten goede komen.
De barrière van het met theoretische vak
ken overladen examen B. die voor zoo me
nig talenvol jong architect niet was over
te komen, 'ia echter door do wijziging der
wet gevallen."
De Nationale Onthouderabode, orgaan van
de Nationale Christen-Ceheelonthouders-Vcx-
eeniging en de Ned. Christ.-Vrouwon-Geheel
onthouders-Unie, is van meening, dat er
door hot ingediende wetjo tot verhoo
ging van den drankacoijns princi
pieel niete wordt beslist* De vraag of be
lasting op den drank voor een Christelijke
Regoering geoorloofd of ongeoorloofd is, is
niet aan do orde, omdat do drankaccijns
bestaat en telkens verhoogd werd, ala een
Rogeering meer geld noodig had.
Deze vraag is nu aan do ordo: of do ac
cijns van 63 per hectoliter op 70 per hec
toliter mag worden verhoogd. En daarin
vindt het blad dit sombere, dat do Regoe
ring, om haar uitgaven to dekken, nogal meor
geld wil garen uit een bron, die zóóveel zon
de cn ellende over ons land stroomen doet.
Stonden wij nu voor de vraag: Al of niet
accijns? dan zou het blad zeggen: Geen ac
cijns op den drank, maar tegengaan van den
drankhandel.
Maar die vraag is thans niet aan de orde,
wol als do drankwetsherziening behandeld
wordt. Dan moet men zorgen, dat ons volk,
onzo volksvertegenwoordiging, onze Regee
ring, voor do vraag komen to staan: Be
scherming van drinkgewoonten en drank
handel of bestrijding er van?
Hot blad zou den drank niet belastingvrij
willen maken om maar zoo goedkoop moge
lijk tc laten drinken, maar het zou er geen
belasting van willen heffen, omdat het „dien
boozo" uit ons midden zou willen wegdoen.
Do eenvoudigste en zachtste vorm daarvoor
is z. i.local option.
„En als men ons nu vroeg," besluit hot:
„Zoudt gij willen medewerken om den
drankaccijns te verhoogen? dan zouden
wij antwoorden: Neen, zeker niet, want wij
hopen weldra èn volksvertegenwoordiging
èn Rogeering een zoodanige houding tegen
over den drankhandel te zien innemen, dat
dezo verhooging haar al bitter weinig voor
deel zou aanbrengen cn haar straks weer
zou nopen om naar andere wogen om te zien,
welke beter dan deze kunnen leiden tot voor
ziening in de nooden der schatkist.
Zoo zou or in het tegenstaan van dezen
accijns op het volksverdcrvcnd vocht toch
weer uiting gegeven worden aan een prin
cipe.M
Zooala men weet, is in Be Gids aange
drongen op een o o a 1 i t i o tegen 1905 van
allo linkergroepon, met do sociaal
democraten incluis. De S.-D. hebben reeds
bedankt voor do eer aan dat verbond deel
te nomen. Heb Handelsblad nu is niet best
to sproken over do Undo-Iibernlen en noomt
het ecu fe.it, dab deze fractio beschouwd
wordt als een „paria in do politiek".
Be Maasbode schrijft naar aanleiding
daarvan heb volgende:
„Dat alles is zeer Maar on ontzettend eer
lijk.
Maar gevraagd mag tooh wol, of hot nu
niet psychologisch een groot wonder zou
zijn, indien ail die smaad, en die afschuw
en dio haat en dat wantrouwen nog vóór
1905 ging verkeeren, ten minste in zulk
een hoeveelheid liefde, waardeering en ver
trouwen, dat er een fundament mede kon
worden opgemetseld voor één grootem de-
mooratischen Bond, waarin Borgesius,
D ruck er cm Mees gezellig cn vriendschappe
lijk samenzijn.
Gelet op de zwakheid van den monsoh en
op de halsstarrigheid van poli bleken haat
on politiek wantrouwen, meen en wij dan
ook, dat zulk wonder nog verre is, en dat
derhalve onze Regeeinng in 1905 veilig kan
zijn tegenover gecoaliseordo demooratische
aanvallen.
Mocht echter nog voor dien tijd wellicht
verandering zijn gekomen, en do Unie niet
langer mla „paria in do politiek" be
schouwd, maar met voegzamer en lieftalli
ger manieren worden bejegend, dan zullen
wij niet nalaten onzo lozere mot dien om
keer van zaken en personen in kennis te
stellen.
Voorloopig is het wachten alleen maar
op de motie der vrijzinnig-democraten*
Misschien wordt zij de gouden huwelijks
band, die opeens, zonder verlovingspartij
vooraf, Drucker en Borgesdus uit puro lief
de samensnoert."
Onder de resultaten dor statistiek over
Amsterdam, dezer dagen in druk versche
nen, komt ook een opgave voor betrekkelijk
tooneel vertooningen en andere
Yormakolijldioden over de jaren 18901900.
Dit bezoek wordt afgeleid uit do op
brengst der belasting 6 pCt. op entróe's
en contributies. Hot geheel© bedrag is van
f 57,437.93 in 1896 gedaald tot 62,269.39 in
1900.
Do bolasting van het café-chantant on do
inrichtingen van openbaar vermaak, waar
de entreeprijs in de vertering is begrepen,
berekend naar de oppervlakte van het lo
kaal, is er onder saamgevat.
Nu gaat de heor Röesing in Het Nieuws
van den Bag na wat uit de geboden oijfers
valt af te leiden en hij komt tot de volgende
resultaten
Om juist te weten, waarin de verminde
ring van 5000 'sjaara gezocht moet wor
den, zou men moeten weten de hoegroothoid
van de opbrengst van specialiteiten-theaters
en tingeltangels, ieder afzonderlijk, want
tusschen beido is groot onderscheid. Spe
cialiteiten-theaters hebben zich recht van
bestaan voor behoorlijk vermaak verwor
ven. Daar treden vaak werkelijke artisre.n
op en staan directeuren aan hot hoofd, die
ten volle het vertrouwen van het publiek
waardig zijn.
Eerst als men van de 6000 het bedrag
aan uitgaandersbelasting voor specialitei
ten-theaters en cafÓ3-ch on tante afgetrokken
heeft, blijft de opbrengst van Schouwburg-
fcclatfias owe.
Met die cijfera gewapend zou men ge
volgtrekkingen kunnen makenmaar... dan
zou men dienen be weten hoe hoog do be
lasting bij treurspelen, opera's, drama's,
tooneolspelen, blijspelen, kluchtspelen
iedere rubriek afzonderlijk beliep, en ten
slotte zou het niet onverschillig zijn bij
ieder soort van tooneel vermaak de opgave
te hebben van het aantal personen op iedc-
ren rang en van iederen Schouwburg, en
telkens afzonderlijk.
Eerst dit zx>u tot vruchtdragende gevolg
trekkingen kunnen leiden.
Do cijfers, zóó als zo nu zijn, zeggen wei
nig of niets.
Zonder statistiek komt men door waarne
ming, niet in oijfers uitgedrukt hoe wen-
schelijk dit ook ware tot interessanter
resultaat.
Om bijv. iota to noemen, blijkt in de laat
st© jaren, dat het specialiteiten-theater
door allo standen der maatschappij meer en
meer gezqcht wordt reden waarom op dc
vertooningen aldaar ernstige critiek de
plaats behoort in te nemen van algemeen©
mooi-vindcrij, en or eindelijk eens iets ge
zegd dient te worden over halsbrekende ver
tooningen, over het lamme Hollandsch der
liedjes, die or gezongen worden, over het
zingen, dat naar niete gelijkt en over den
drang naar missel ij ken of kinderacktigen
inhoud. Als men bedenkt, dat een paar
slechte zangers van miserabele liedjes
op miserabele muziek 40 k 60 ver
dienen voor hoogstens twintig minuten
hun armzalige kunst ten beste to geven,
begrijpt men, dat, als do hoognoodigo
critiek aan het woord komt, er zeker
en gewis goede zangers met mooie zangen cn
vroolijke liederen op goedo muziek zich zul
len ogdosn. Daartegenover staat, dat in het
specialiteiten-theater menige vertooning,
grenzende aan het tooneel, door volmaakt
heid het gewone tooneel te boven gaat.
Om nog een enkoio waarneming, zonder
statistische tabellen, te noemen; uit de op
komst van het publiok in specialiteiten-
theaters en schouwburgen blijkt, dat in de
laatste jaren het volk het meeste uitgaat cn
de gezeten burger het minst. Dit sluit als
een bus in dc sociale verschijnselen.
Nog een waarneming zonder tabel. Wer
kelijke kunst, zoowel geschrevene als uitge
beelde, blijft nooit zonder invloed op
schouwburgbezoek. Zij bevordert dit krach
tig.
Om ten slotte nog iets over de tooncel-
belasting te zeggen. Het blijft een ten hemel
schreiende onrechtvaardigheid, dat niet van
iedere besloten of openbare uitvoering, al
is die kosteloos, hetzij van muziek, zang of
tooneel, door liefhebbers, door dilettanten
of rederijkers, belasting geheven wordt.
Uitvoeringen van liefhebbers doen groot
nadeel aan het verzoek der schouwburgJn,
aan welkor bezoekers en bestuurders de fis
cus zware lasten oplegt. Het heffen van be
lasting op tooneel-, zang- of muziekuitvoe
ringen door liofhcbbcrs en dilettanten zou
daarenboven nog het gunstig gevolg heb
ben, dat onbeholpen gcliefhcbber cr zijn
ook werkelijk goede dilettanten- en liefheb
berij-uitvoeringen in zekere mate be
perkt word. Do kunst ZOU cr nicb bij ver
liezen. Integendeel, zij zou er mede gebaat
zijn.
Aan hetgeen Be Nederlander schreef over
B ij zonder Hoogor Onderwijs is
nog het volgende ontleend:
Het blad zegt hot met dr. Kuyper eens te
zijn, dio zeide: „Een universiteit is geen
opleidingsschool. Hoofdzaak voor haar ia
do fabriok der wetenschap. Het is haar om
waarheid te doen." Doch zelfs al wilde
men do opleiding voor een of ander vak
hoofddoel noemen, dan nog is dat doel niet
van dien aard, dat het homogeniteit der
leden van de faculteit zou vereiscben.
„Rechtere, advocaten, leeraren aan gym
nasia, doctoren in de geneeskunde, sterren
kundigen, enz., zij kunnen allen do weten
schap beoefenen en zich voor hun latere
loopbaan voorbereiden, zonder genoodzaakt
to zijn voor een of ander dogma, een of
andore riohting partij t© kiezen. Slechts be-
trekkelijk enkelen houden zich als weten
schappelijk man met godsdienstige of philo-
sophische vraagstukken op, on indien zij dat
doen, zal het hun niet in het minst© schaden,
professoren van verschillende richting te
hebben gehoord. Vermoedelijk zullen zij
zelfs, uit eigen beweging, nog met andere
leerstelscis kennis maken, dan hun door hun
leermeesters worden voorgedragen. Zelden
behooren zij reeds bij het verlaten der hooge-
6chool tot een of andere bepaald© richting.
Wel zal bij de meesten de godsdienstige rich
ting bepaald zijn, maar dit was dan meestal
rcods bij den aanvang hunner studiën het
geval.
Het is een geheel onjuiste voorstelling,
dat in het algemeen de hoogleeraren zich
over godsdienstige vraagstukken uitlaten,
behalve bij de theologische cn pbilosophisoho
vraagstukken. Of een rechtsgeleerde de vak
ken, waarin hij geëxamincord wordt, bij
een ohristelijk-gezind of bij een ongeloovig
hooglceraar leert, is in zeer veel gevallen
volmaakt onverschillig. Er zijn ook vakken,
waarbij dat niet hot geval is; b-v. straf
recht cn staatsrecht. Maar zelfs daarbij kan
het hooren van mannen van verschillende
richting nooit kwaad; daar do student, aan
het ©indo van zijn studiën gekomen, niet,
zcoals do theoloog, terstond optreedt als
leeraar, maar al den tijd heeft om zich ver
der te vormen, en aldus do verschillende
indrukken die hij gedurendo zijn studiën ge
kregen heeft, te verwerken.
Iets andere zou het zijn, indien alle ge
promoveerden terstond als politieke lei dors
moesten optreden, dienst doen in een of
ander politiële korps; maar dat is in gee-
nen deele noodzakelijk, noch in den regel
wensaholijk."
Het blad ontkent dus niet, dat er tus
schen de verschillende deolen der wetenschap
een onverbrekelijke samenhang is, en dat
dus één en dezelfde persoon niet van ver
schillende grond gedachten kan uitgaan, zon
der met zichzelf in strijd te geraken, maar
het ontkent wel, dat dit bij de beoefening
van eLk deel der wetenschap in hot licht
komt, en dat het voor de vorming van een
mensch verkeerd is, personen to hooren van
verschillende richting of uitgaande van ver
schillende grondbeginselen.
„Geenszins betwisten wij," zegt Be Ne
derlander „dat inderdaad do materialis
tische levensopvatting van vele genees- en
natuurkundigen zeer slecht werkt op hot
gemoed van oppervlakkige personen, die
zoo'n professor allicht aanzien voor een
man van gozag, ook op het gebied der phi
losophic. Daarom achten wij het uitnemend,
dat den studenten gelegenheid worde gege
ven ook iets beters te hooren. Maar indien
zij die gelegenheid hebben doet dan het aan-
hooren van oppervlakkig© philosophiebjcs
van dezen of genen hoogleeraar schade 't Zoo
ja, dan ziet het cr voor de christenen slecht
uit daar deze geen enkel vak kunnen bestu-
deoren, zonder in aanraking te komen mot
on geloovige schrijvers.
Wio eenigermate begrijpt, dat de universi
teit niet onderwijst de waarheid, maar een
voudig do methode aanwijst, waarop men do
ons voorgelegde vraagstukken moet onder
zoeken. zal over de tegenstrijdigheden in do
conclusies, waartoe de hooggeleerden komen,
zich niet verbazen of ergeren. De conclu
sie, waartoe een hoogleeraar komt, is slechts
een bijkomende zaak. Wie naar de universi
teit gaat, om eenige wijsheid op to doen,
die hij later kan napraten, doet betor met
thuis te blijven.
Dit alleen zouden wij kunnen toegeven:
indien men een universiteit wil bezigen tot
opleiding niet alleen van theologen, maar
ook van fanatieke politici, d. w. z. van
personen, die dédrom alleen zoo vurig strij
den als propagandisten van eigen inzichten,
omdat zij nimmer van een ander inzicht ver
nomen of geleerd hebben dit al dadelijk zon
der onderzoek als kettersch to verwerpen
ddn moet ook voor dezen do faculteit be
staan uit volkomen gelijkgezinde mannen,
en moet alles worden uitgesloten wat niet
in hun kraam te pas komt. Doch wil men
dat, cd, zoo ja, wil men dan daarvoor
's Rijks geld beschikbaar stellen?"
In een slotartikol weerlegt Be Nederlan
der hot bezwaar van omgang mot anders
denkenden, tegen het openbaar hoogor on
derwijs ingebracht.
„Voor toekomstige le o rare n on priesters
kan afzondering zonder twijfel wonsohelijk
zijn," zegt hefc blad o. m. „Het door bon
later te verrichten work oischt eon geestelij-
ko voorbereiding van bijzondoren aard. Ve
len van hon, dio op godsdienstig gebied
groot© bcteekenis gehad hebben, hebben
vooraf een strenge afzondering ondergaan.
Hun schaadt dit niet. Want later komen
zij uitsluitend met geestverwanten in voort
durende aanraking; zij kunnen zich althans
aan dc aanraking mot tegenstanders gemak
kelijk onttrekken, indien zij dat willen.
Maar is nu voor jongelieden van 18 of
19 tot 23 jaar, dio later in het volle leven,
vaak uitsluitend t© midden van beelist on-
gcloovigcn, moe ton vorkeeren-, zulk een
afzondering wcnscholijk
Het is, alsof jonge christenen kasplantjes
zijn, die do minst© aanraking met do bui
tenlucht niot kunnen verdragen. Dat zij op
liun crage/locvigo omgeving goeden invloed
kunnen oefonon, schijnt niet t© mogon wor
den ondersteld. Eerst moet het jonge
mensch, tot aan zijn meerderjarigheid toe,
uitsluitend in eigen kring loven, om diep
doordrongen tc worden van het onhoudbare,
ja zondigo van do gevoelens der tegenstan-
dera Maar men schijnt niot tc vrcezen, dat
eensdeels dozo stelselmatige afzondering
phariseïsane en geestelijken hoogmoed zal
kweeken, anderdeels, bij latoro persoonlijko
aanrak.ng, het geloof in eigen onfeilbaar
heid plotseling zal omslaan in het tegen
overgestelde.
En is inderdaad dio „buitenlucht" zóó
verpest
Voorzeker, er gebeuren aan onzo univer
siteiten eome ergerlijke dingen. Maar men
vorgeto niot, dat men ditdr de op cnbaai beid
niot vreest, en dat daar dus meer aan het
licht komt, don datgene, wat in meer go-
sloten kringen geschiedt. Ook vindt men
in diwelfde kringen van ongoloovigon soms
krachtigen tegenstand tegen het booze. Was
het niet do zoon van een juist bij de R.-
Kafcholicken zeer slecht aangeschreven hoog
leeraar, die don moed had zich openlijk
krachtig te verzotten tegon de zwijnerijen
van onkel© Loidsche studenten 1
Want dit vorgeto men niet de stu
dentenwereld mag nooit over óén kam wor
den geschoren. Nergens treft men zooveel
clubjes aan. Het ia volstrekt niet moeilijk
zich aan te sluiten bij gelijkgezinden. Wio
behoeft© gevoelt aan Bteun, onverschillig op
welk terrein, vindt dien gemeenlijk al he ei
spoedig."
En in dit verband vraagt het blad ook
nog:
„Indien er waarlijk voor den 'geloovige
zóó groot gevaar is om in aanraking re
komen mot andersdenkenden, waabom sol-li-
oibeeren dan zooveel jongelieden ook uit
christelijkon huizo voor betrekkingen, die
hen ra onophoudelijke aanraking brengen
met ongeloovi gen, aan wier inwerking zij
zich dan niet kunnen onttrekken, en waarte
gen dus zoo goed ala geon tegengif o be
staat?"
Eindelijk bohandolt Be Nederlander nog
bot bezwaar, dat de openbare universitei
ten (hans zoo goed als geheel door „ongoloo-
vigo professoren" bezet zijn. Eerst merkt
zij op, dat men ook buiten de theologische
faculteiten enkele beslist geloovige hoog
leoraren aantreft. Ook dat or nimmer vol
komen uitsluiting van christenen is ge
weest. Aan Mr. Groen v. Primsterer is, hoe
wol nog zeer jong zijnde, het hoogleeraare-
ambt aangeboden. Bij haar weten is aan
drie personen, die nu professoren aan de
V. U. zijn of geweest zijn, do gelegenheid
aangeboden om hoogleeaar te worden aan
een openbare universiteit.
Doch over hot algemeen geeft hot blad
too, dat de benoemingen van hoogleoraren
niet onkel aan de eisohon van geschiktheid,
maar ook aan de richting getoetst worden;
en dit ben aanzien niet "enkel van de chris
telijke, maar ook van andere richtingen.
D© ministers, dio benoemden., hebben ook
met hun eigen inzichten rekening gehou
den."
„Wij betreuren dat ten zeerst©," zegt het
blad. „Maar, zoolang er protestamtech©
christenen gevonden worden, dio zich ergo-
ren over de benoeming van een Roomsch-
Katholiek tot curator eencr rijkahooge-
school, moet men zioh over do bekrompen
heid en kortzichtigheid van liberale bewind
voerders niet al te zoen verbazen. Het zou
cr stellig met ons hoogor onderwijs heel wat
beter uitzien dan thans, indien men, waar
liet geldt do bezetting der kathodere aan do
universiteiten, èn antirevolutionairen èn
roomsch-katholieken met de andoren op
eono lijn had geplaatst.
Evenwel blijft de vraag geoorloofd, hoe-
veol werkelijk geschikt-en zijn voorbijge
gaan? Want eerst als van voorbijgaan ge
bleken is, is er grond voor klacht
Nu is deze vraag zeker uitermate moeilijk
to beantwoorden. Wij betwijfelen niet, dat
hier cn daar nog wel een wetenschappelijk
aangelegd man schuilt, geschikt voor bot
hoogleeraareambb. Maar wij kunnen toch
niot voorbijzien, dat d© vrije universiteit
tot dusver steeds groot© moeite gehad heeft
om haar leerstoelen to bezetten, niettegen
staande zij nu ruim twintig jaren bestaat.
Overvloed van christen-galeerdcn schijnt er
dus in elk geval niet te zijn. Indien het mo
gelijk ware do ongcloovige hoogleeraren
allen te verwij deren, zoude waarschijnlijk in
geen enkolo faculteit moer voldoend© onder
wijs kunnen worden gegeven."
Be Nederlander besluit aldus:
„Al geeft men derhalve toe, dat onze uni
versiteiten te eenzijdig bezet zijn, volgt daar-
uit nog niot, dat men door bet oprichten
van „bijzondere" hoogesaholen in bet euvel
kan voorzien. Op papier zou het anders
worden, in werkelijkheid niet.
Gestold, dat heb gelukt© edge® universitei
ten t© doen verrijzen, dan zou ieder, dio
geacht kan worden christelijk onderwijs te
zullen geven, aan een of andere bijzonder©
koogeschool worden geplaatst, maar dan zou
daarmee tevens toegegeven zijn, dat de open
bare hoogeecholcn ongeloovig zijn en zelfs
behooren te zijn. Kan zoo iets in een chris
telijk land worden goedgekeurd?
Zou daarom niot aan de gogrondo bezwa
ren over de te eenzijdige richting van ons
onderwijs te gemoet kunnen worden geko
men door het oprichten van edgon leerstoe
len Dan zouden one© voor h^oger onder
wijs geschikte mannen rich speciaal op die
vakken kunnen toeleggen, waarvoor het
meest behoefte ia aan christelijk onderwijs»
cn zou men niet geld en kracht boboeven
t© vermorsen om te onderwijzen wat elders
evengoed onderwegen wordt. Zij zouden
midden in de beweging blijven; hun co*legos
zouden verdor reiken, don tot de altijd be
trekkelijk weinige hoorders uit die gezin
nen, die den ohriatol ijken godsdienst rijn
toegedaan; en d© tegenstanders onzer begin
selen zouden genoodzaakt zijn met die be
ginselen to rekenen.
Of zouden de christenen daartoe den mood
missen? Durven zij anders dan in openbare
volksmeefcings, den strijd mot den tegenstan
der niet aan? Vreczcn zij do dagelijksohö
aanraking? Wij weten wed boter. Maar hoo
dit zij, do aanvulling onzer hoo gescholen
met christelijk© hoogleoraren schijnt one niet
minder dan do oprichting van eigon univer
siteiten een daar des goloofs; en tegelijker
tijd oneindig practisoh^r."
Gemeenteraad van Katwijk.
Vervolg van 7iet vorig ttomtmèr.)
Vóór tot sluiting d - vergadering wordt
overgegaan on d© Raad in comité-generaal
overgaat, deelt do Voorzitter medo dat fc©
Katwijk aan Zee een quaestie is ontstaan,
over do rooiing van aldaar to bouwen land-w
huizen langs den afweg naar de 3ste sluis,
een weg, die toch al niet te breed is on waar
van de rooilijn indertijd is vastgesteld op 3
M. uit do straat evenals zulks aan d© v.-d.-
Plas-kad© geschiedt. Bij onderzoek en over
leg met d© Commissi© van Fabricage tori
plaatse door den opzichter is gebleken, dat
dezo „gebouwen" wel is waar drie meter van
de straat zullen worden gebouwd, doch ver-,
bonden zullen worden door een berrnsmuur,1
dio met een bocht wordt daangesteld, waar
door op sommige plaatsen slechts 1 M. ruim
te tusschen d© straat zal overblijven. Deze.
straat moet een verbinding geven met de
1st© sluis en bij bouw in de toekomst aan'
de overzijde aldaar, dient dus eev 'link©
toegangsweg gewaarborgd te worden en is'
bet wensckelijk dat Diet alleen d© huizen,,
maar ook bovenbedoeld© muur aldaar op 3^
M. uit d© straat woijfit daargesteld, da-vr*
volgens do verordening dd. 11 April 1901
onder bouwen en herbouwen ook wordt u<*-
grepen de oprichting van muren, schut
tingen, rasterwerk enz.
Burgemeester en Wethouders stellen daar
om den Raad voor, de eenmaal vastgesteld©
rooilijn te handhaven ©n zulks niet alleen,
met het oog op al het zooeven aangehaalde,
maar ook om toestanden te voorkomen, zoo
als die elders in d© gemeente bijv. in d©
Zuidstraat worden aangetroffen, waar de
bouwers voorheen bouwden naar hartelust
en eigen inzicht. D© bouwers hebben zich
t© richten naar do straat ©n niet moei de
straat gelegd worden naar te bouwen hul
zen.
Wordt met algemeen© stemmen besloten
do rooilijn op 3 M. uit d© straat te hand
haven.
UITLOTINGEN. Loten van ParQa 2* pCt
a fr. 400 van 1892. Trekking 22 lao. Betaalbaar
15 Pebr. No 132471 fr. 1ÖÜ.000. No. 104170 fr.
50,000, Noa. 45215 en 57-2309 elk fr. 10.000-
De volrond© Nos. elk met fr. 1000:
268436 161921 205095 553759 106543 5*9005 479545
450858 555068 42040 497010 532117 374*24 542524
509485 454551 66917 563906 557617 18170 147629
238056 44004 493933 583836 551246 434881 558758
257236 550656
RIJNSBCRQ. Geboren: Anna, D. van P.
van Egmond en G. Oodebooro.
Overleden: Cornells van Beeknm jm. 23
j, A Kralt, gehuwd roet J. v. d. Vijver. J.
van Dijk 77 wed. van A- van der Mer.
Ondertrouwd: J. Verhart jm. 25 1., te
Katwyk, en A. Looyenatein jd. 24 j., t» RJjnabnrg.