Ralender
1
1
1
1
2
1
1
1
Iets over slapen en slapeloosheid.
leu, maar Jack was nog jong en de wande
lingen strekten zich niet zoo heel ver uit
en zoo kwam het, dat zij toevallig nog nooit
schapen voorbij waren gewandeld. Maar op
een goeden ochtend ging de heer Pigott in
Hydepark wandelen en daar graasde op
dien ochtend een vrij groote kudde schapen
op het grasveld, dat aan het voetpad
grensde. De kudde Liep geheel vrijer was
noch een herder, noch een hond om haar op
te passen, en de dieren konden zich in volle
vrijheid bewegen. Jack bleef staan. Wat
waron dat voor beesten Hij had zulke
schepsels nog nooit gezien, ten minste nooit
in zijn tegenwoordig leven. Maar toch ken
de hij ze en wat meer zegt: hij wist, dat
er iets niet in orde was. Honderden ge
slachten van schepershonden-voorouders in
het grasrijke Ierland hadden alles omtrent
deze wollige schepsels geleerd en die kennis
was overgegaan tot aan dezen («schuldi
gen, onwetenden afstammeling. Jack wist,
dat deze schapen, die hij nu voor het eerst
niet zijn lichamelijk oog zag, dwaze, zwakke
schepsels waren schepsels, die verloren
zouden gaan als zo geen gids hadden; maar
toch schepsels van te veel belang om ver
loren te laten gaan. En bet was de plicht
iVan het hoogere schepsel, den hond, om op
die dieren te passen, om hen te zamen to
houden, om hen to drijven op het goede
pad, om hen in hun eigen belang te tiraani
se eren ja, in het uiterste geval te bijten,
ten einde te voorkomen, dat ze verdwalen
on geheel te gronde gaan zouden. En daar
waren ze nu, alleen en aan hun lot overge
laten, zonder hond om op hen te passen.
Jack stak zijn ooren op en zijn staart
sloeg verstandig heen en weer. Maar de
heer Pigott kwam tusscbenbeide. Hij las in
zijn blik, hij begreep de opgestoken ooren,
hij wist de beteekenis van den kwispelenden
staart-. Snel greep hij Jack bij den halsband
en trok hem mee. De hond volgde gewillig,
inaar hij was diep teleurgesteld- Zijn baas
hod echter besloten, dat hij geen gedoe met
die 6chapcn wilde hebben, en hij hiiold Jack
dus stevig een tien minuten bij den hals
band, tot de schapen geheel uit het gericht
waren en naar de heer Pigott meende, ook
geheel uit Jack's hoofd zouden verdwenen
zijn.
Daar ontmoette de heer Pigott een risch-
vriend, iemand, die een waren hartstocht
.voor het visschen had. Wanneer vischvrien-
den elkaar ontmoeten, is er altijd stof voor
een lang en belangrijk gesprek. Jack werd
losgelaten, voor een oogenblik geheel verge
ten, en nu was er van niets anders sprake
dan van dobbers en haken en groote
snoeken.
Maar terwijl de heeren aldus in gedach
ten groote snoeken verschalkten, was Jack
zijn plicht gaan doen. De plicht van eiken
respectabelen hond was, zoo fluisterde dc
.voorvaderlijke herinnering in rijn geestelijk
oor, de verdwaalde schapen bijeen te bren
gen en naar het huis van zijn baas te
drijven.
Jack liet dus de snoeken en dobbers
waaien en rende weg. Hij was nog pas een
paar minuten weg en zijn baas had hem nog
in het geheel niet gemist, toen een onder
broken koor van klagelijke bè-bès het visch-
gesprek stoorde. En daar naderde, het stof
van het voetpad opjagende, een gehoorzeu-
me, dicht opeen gepakte kudde schapen, op
gedreven, bewaakt en verhinderd in alle
ontsnappingspogingen door de kennis van
een volmaakten herdershond. En achter
den ge jaagden, blatenden troep, was de
vroolijke, pretuitstralende snuit van Jack
waar te nemen, overgelukkig in het eerbare
beroep van zijn voorvaderen. Green enkel
schaap ontbrak, geen enkel dier bleef ach
ter. Daar kwamen ze aan en eerst toen de
kudde dicht gepakt om de beenen der ver
baasde visschers stond, liet Jack den op
tocht halt houden en keek hij opgetogen
naar de verwachte goedkeuring van rijn
baas uit.
Het overgeërfde instinct had getriom
feerd; Jack was een dichter onder de
schaapherdershondenhij was niet gemaakt,
nij was als zoodanig geboren.
EEN ZAKKALENDER
voor 1903.
De zakkaJender, dien w(j hierbij onzen
lezers aanbieden, is zeker de meest beknopte
en daarom de meest practische, dien men zich
wenschen kan. Ongetwijfeld voorziet hy in
een langgevoelde behoefte. Met óón oogopslag
kan men de dateermg van het geheele jaar
overzieD, en wie aan zijn gebruik gewend ls,
zal zich moeiiyk met een anderen kunnen
vergenoegen; een scheurkalender althans zal
hy onuitstaanbaar vinden I
Jan
Oct.
Febr.
art
5ot.
April
Juli
Hei
1903.
Juni
Aog.
Sept.
Dee.
Zaterdag
2
3
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
8
2
3
4
5
2
2
3
5
6
7
o
3
4
2
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
4
5
6
6
7
8
8
4
5
4
5
6
7
8
9
10
11
5
6
7
8
3
4
5
6
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
7
8
9
10
9
10
11
12
6
7
8
9
8
9
10
12
13
14
9
10
11
7
8
9
Donderdag
Vrüdag
Zaterdag
11
12
13
13
14
15
10
11
12
11
12
13
14
15
16
17
18
12
13
14
15
10
11
12
13
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
14
15
16
17
16
17
18
19
13
14
15
16
15
16
17
19
20
21
16
17
18
14
15
16
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
18
19
20
20
21
22
17
18
19
18
19
20
21
22
23
24
25
19
20
21
22
17
18
19
20
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
21
22
23
24
23
24
25
26
20
21
22
23
23
24
26
27
28
23
24
26
21
22
23
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
25
26
27
27
28
29
24
26
26
26
26
27
28
29
30
31
26
27
28
29
24
25
26
27
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
28
29
30
30
31
27
28
29
30
29
30
31
30
31
28
29
30
31
Donderdag 1
Vrijdag -
Zaterdag
Zondag
31
Geen kwaal telt meer slachtoffers dan
slapeloosheid.
En dat niet alleen in onzen tijd van ze
nuwachtigheid en overspanningneen, ook
in VToegere dagen was er geen ziekte, waar
aan de menschheid meer lijdende was.
Zoo lezen wij reeds van koning Ahasve-
rus, dat hij, wanneer liij op zijn legerstede
lag uitgestrekt en dc slaap zijn oogen ont
week, een zijner bedienden beval hem uit de
geschiedboeken voor te lezen. In gewone
spreektaal zouden wij nu zeggen: „naastzijn
bed zat een bediende, die hem uit een bun
deltje oude couranten voorlas."
De heer O'Brien kon, toen hij in de ge
vangenis zuchtte, dit middel niet beproe
ven, om de doodeenvoudige reden, dat hij
geen nieuwsbladen te zijner beschikking
had.
Hij vond er echter iets anders op.
Om den slaap op te wekken, was hij ge
woon zich voor den geest te roepen alle
mogelijke verhalen, die hij kende van zijn
„Green Erin", en dan deze geschiedenissen
met zijn eigen lot in verband te brengen.
Jean Paul gaf het volgende reoept als een
zeer goed slaapwekkend middel.
„Men stelle zich een eindelooze guirlande
van bloemen voor, die boven u in het lucht
ruim zweeft."
Boerhave gaf rijn patiënten nog een an-
i deren raad.
Hij schreef hun voor te luisteren naar het
regelmatig getik van waterdruppels, die in
1 helderklinkende kristallen schotels vielen.
Een Duitscher, professor W. T. Prey er,
van de Hoogeschool te Jena, beveelt op zijn
beurt bet volgend middel aan.
Volgens hem moet de lijder een arm uit
gestrekt houden cn zoo lang in deze positie
blijven, tot het bloed zich in dat lichaams
deel begint op to hoopen en men hierdoor
een pijnlijk, stekend gevoel krijgt.
Onze groot- en overgrootmoeders, die er,
als echte vrouwen, steeds op uit zijn en wa
ren, huismiddeltjes aan te wenden, hebben
haar kennis en ondervinding natuurlijk
ook dienstbaar gesteld aan hot bestrijden
der kwaal in quaestie. Het eindresultaat
harer nasporingen is, dat or geen beter
middel tegen slapeloosheid zou bestaan, dan
in gedachte van één tot honderd te tellen, en
is men zoo ver, dan weder van honderd tot
één. En zoo rise versa!
Een ander door haar aangeprezen middel
is, rich voor te stellen, dat rich langs u een
eindelooze rij schepen beweegt, die alle, het
eeno na het andere, in een opening in den
muur verdwijnen.
Dit laatste dunkt mij tamelijk wel over
een te komen met Jean Paul's bloemen-
guirlande-middel.
Hoe het zij, het is zonder twijfel waar, dat
al deze geneeswijzen in sommige gevallen
het gewenschte gevolg hebben, dat wil zog
gen, don patiënt in Morpheus' armen voe
ren doch oven waar is het, dat er andere
gevallen kunnen bestaan, waarbij hun uit
werking gelijk nul ia
En dan komt bet, helaas, te vaak voor,
dat de lijder, die, koste wat het wil, ook
weder eens wil genieten van den verkwik-
kenden slaap, tot zijn groot nadeel hiertoe
de hulp gaat inroepen van medicijnen.
Maak nooit gebruik van medicijnen l
Er zijn twee redenen, waarom het gebruik
van medicijnen ten sterkste afgeraden moet
worden.
In de eerste plaats is de door deze opge
wekte slaap geen natuurlijko, die vernieuw
de kracht on verjongde frischheid weder
geeft.
Vervolgens is het ontwijfelbaar waar, dat
hoo meer men zijn toevlucht tot medicijnen
neemt om de slapeloosheid te verdrijven,
des te grooter ook steeds do behoefte wordt
om ter verkrijging der zoo noodige rust,
hulpmiddelen te baat te moeten nemen. Dit
wordt bewezen door het feit, dat er vele
gevallen bekend zijn van menschen, die voor
een enkele maal morphine of chloor ge
bruikt hadden, cn later nooit weer zonder
kunstmiddelen den slaap konden vatten.
Het is waar, bij sommige kwalen, vooral
hersenziekten, moet men noodzakelijkerwijze
wel tot mcdidji^n zijn toevlucht nemen,
doch ook dan nog mogen zij slechts aange
wend worden op en volgens bijzonder voor
schrift van den dokter, welk voorschrift
bij elk afzonderlijk gegeven moet worden.
Maar waar er van noodzakelijkheid geen
sprake is, moet men steeds trachten den
slaap op te wekken op natuurlijke wijze,,
zonder gevaar afbreuk te doen aan het ge
stel van den lijder. Er zijn helaas duizen
den personen, die aan deze kwaal lijden en
in plaats van die natuurlijke geneeswijze
eens te probceren, maar steeds met ver
trouwen medicijnen slikken, tot groot eigen
nadeel.
Gasgloeilicht.
Het gasgloeilicht heeft in korten tijd do
wereld veroverd. Het verspreidt, bij gerin
ger verbruik van gas, een veel helderder
licht. Hoe kan dat, en waarom wendt men
hetzelfde middel niet ook aan bij petroleum
lampen
Om do werking van het gloeikousje te be
grijpen, moet men allereerst weten, dat
gloeiende gassen maar zeer weinig licht ver
spreiden, al ontwikkelen zij ook nog zooveel
hitte. De vlam van waterstofgas bijv. is zoo
heet, dat zij do moeilijkst smeltbare metalen
vloeibaar maakt. Niettegenstaande dat,
geeft zij zoo weinig licht, dat men haar
nauwelijks kan zien. Zoo spoedig men even
wel krijtpoeder of een ander stofvormig,
niet brandbaar pulver in de vlam blaast,
licht zij helder op, want gloeiende vaste stof
fen lichten sterk. Het verblindend heldere
Drummondsche licht gaat uit van een kalk-