Wekeiyksche Kalender.
v
v
Voor Amateur-Photografen.
Stofgoud.
ALLERLEI.
Raadsel.
Voor bloedspuwing gaf men met witte was
gevulde, aan het spit gebraden duiven, ook
met salie gekookte tuinslakken. Dit werd
ook voor kortademigheid aanbevolen.
Teringlijders moesten gebrad vosse-
vleesch eten, alsook de kleingehakte long
van een vos met honig en suiker tot brij ge
kookt. Tongen van duiven, die nog geen vee-
ren hadden, zouden, naar dokter Galenos,
de geelzucht verdrijven, alsook de wielewaal
gekookt of gebraden.
Het was toen: hoe meer men neemt, hoe be
ker het helpt.
Eerst moest het lichaam door aderlaten en
purgeermiddelen gereinigd worden, opdat
de geneesmiddelen hun krachten kunnen uit
oefenen. Dan kwamen de geneesmiddelen, be
staande uit de meest vreemde bestanddeel en.
Zoo bestond triakel, een veel geprezen
middel, uit vijf en negentig verschillende za
ken, waarvan in de eerste plaats: vleesch
van adders. De asch van verbrande vleermui
zen, het bloed van in azijn verdronken ha
zen en het water, waarin regenwormen wa
ren afgetrokken, waren iets alleda&gsch.
Dan had men nog fijngestampte paarlen,
■maragden, koralen, robijnen en fijn gewre
ven goud, daarbij alle denkbare kruiden en
Wortels.
Wat zouden die goede lieden van den
Ouden tijd vreemd opzien in de hedendaag-
Zche ziekenkeuken 11
Zondag.
Het leed verbindt meer dan de vreugdbij
mooi eêr loopt men los naast elkaar, maar
bij storm houdt men elkander stijf vast.
Maandag.
Het geweten £b een informatiebureau,
▼aar gij omtrent eigen soliditeit naricht in
winnen Tnnftt.
Dinsdag.
Menschen, die nooit eens luidruchtij zijn,
xqn meestal gevaarlijk.
Woensdag.
De herinnering is wispelturig als vriendin
en weinig te vertrouwen; maar als vijandin
is zij stipt nauwkeurig en onverbiddelijk.
Donderdag.
Zoek uw vrienden niet te ver boven
noch te ver beneden u.
Vrijdag.
Een vriend is een ander „ik"want wer
kelijk, als ik met mijn vriend ben, ben ik
niet alleen en toch zijn wij geen twee.
Zaterdag.
Argwaan is het vergif des levens.
(Medegedeeld door J. Janssen, firmant der
firma Janssen Jc Co., Lhoto-ArtikelenLeiden).
Het kleuren van Broomzilverpapier.
Men menge 48 deelen eener 10-pCt.-oplos
sing Kaliumcitraat, 7 deelen eener oplossing
Kopersulfant 1-100 en 0 deelen eener 10-
pCt.-oplossing van Roodblocdloogzout. Dit
mengsel wordt met éénmaal zijn volume aan
water verdund. Het te kleuren Broomzilver-
beeld moet normaal krachtig ontwikkeld
zijn, daar het bij de kleuring noch wint-, noch
verliest.
Men neme een voldoende hoeveelheid toon
bad en werko bi.i daglicht om de kleuring
goed te kunnen nagaan. Tijdens de kleuring
rucct men de schaal steeds in beweging hou
den, daar men anders ongelijkmatige tinten
krijgt. Het bad werkt snel; de te verkrijgen
tinter. op broomzilverpapier gaan van pur-
perzwart tot kersrood. Ook de tusschentin-
ten zijn zeer mooi. Zoodra men de gewensckte
kleur gekregen heeft, wordt het beeld in
stroomend water uitgewasschen.
Lantaarnplaten kunnen op dezelfde wijze
behandeld worden. Het is echter aan te
raden deze in drogen toestand in het toon-
bad te doen en ze vooraf ook niet met
aluin te behandelen. Wanneer men na de
kleuring en nadat het plaatje goed is uit
gewasschen een aluinbad aanwendt, zal men
bemerken, dat het plaatje zeer aan kracht
verliest en de kleur veel lichter wordt. Hier
uit volgt dus, dat, wanneer men een lan
taarnplaatje te lang heeft ontwikkeld, het
eerst met het kopertoonbad en daarna met
aluinbad behandelt, het te gelijk afgezwakt
en gekleurd is.
De kleur, welke men op deze wijze ver
krijgt, is zeer mooi en men kan die niet krij
gen door alleen het toonbad te gebruiken.
Te kort gedrukte platin-afdrukken of pla
tan-af drukken van flauwe negatieven kun
nen door behandeling met den volgenden
versterker veel verbeterd wordenOplossing
1. Water 300 gr., Citroenzuur 15 gr., Hy-
drochinon 1 gr. Oplossing 2. Water 100 gr.,
Zilvemitraat 5 gr. Onmiddellijk voor het
gebruik menge men 60 deelen 1 en 2 deelen 2
Na ontwikkeling en fixeering komt de
platin-afdruk, welke goed uitgespoeld moet
zijn, in dit mengsel. De schaal, waarmede
men werkt, moet volkomen schoon zijn en
men moet haar tijdens de bewerking in be
weging houden.
De kracht van het beeld neemt langzaam
toe en de kleur loop een weinig naar het
bruin. De zwarte tint kan men weder terug
krijgen door het beeld na de versterking in
het platin-bad te brengen. Men moet de ver
sterking onderbreken zoodra het bad begint
te kleuren.
(Op vragen, onder deze rubriek vallende,
zullen inlichtingen gegeven worden, als bijv.
over toestellea, ontwikkelaars, enz. Vrage»!
en antwoorden zullen worden opgenomen).
Waardeert elkaar, terwijl ge saam nog
zijt, ook door te bedenken, dat ge, niet meer
samen zijnde, elkaar gevoelig zult missen.
E. Laurillard.
Den dood willen is misdaad, hem niet
willen is dwaasheid.
W. von Hnmboldt.
Een groote ziel staat boven beleediging,
onrecht, smart, spot; zij zou onkwetsbaar
zijn, indien zij niet in anderen en om den
beleediger leed.
La Bruyère.
Aardsche rijkdommen zijn vol armoede.
Augustin us.
RECEPT.
Sinaasapp e llinionade.
Men neme: 12 sinaasappelen, een halve
flesch azijn, 20 gram citroenzuur, 5 gram
gestampte cochenille, 1 K.G. suiker en een
halven liter water.
Bereiding: De buitenste schil van 12 si
naasappelen (het wit zooveel r ogelijk er af
nemen) snijde men zeer fijn en doe ze. in
een flesch, half gevuld met goeden azijn.
Laat den azijn 14 dagen trekken in de zon
I of bij de kachel. Daarna neme men 20 gram
citroenzuur en 5 gram cochenille, en losse
die in een weinig warm water op. Giet dit
i af door een neteldoeksch lapje en voeg het
bij suikersiroop (1 K.G. suiker op een hal-
j ven liter water). Bij de aldus verkregen si-
I roop voege men 1 d.L. van den sinaasappel-
1 azijn.
Men kan de limonade naar verkiezing met
warm of koud water gebruiken.
Een andere manier.
Men neme 4 sinaasappelen, 1 K.G. brok-
ken suiker, 25 gram citroenzuur en 1 L.
water.
Bereiding: Neem 4 sinaasappelen en rasp
I daarvan de schil op 1 K.G. brokken suiker.
Yoeg er dan 25 gr. citroenzuur bij en los dit
alles op in 1 L. kokend water. Yoeg er dan
het sap van de sinaasappelen bij. Giet alles
door een neteldoekeeh lapje en doe het in
flesschen.
Met koud of warm water naar verkiezing
te gebruiken.
In de wachtkamer der Redactie van eea
blad:
Parapluies, wandelstokken en ge*
dichten hier af te geven.
Op een bal. Jongmensch (ten einde raad
hoe een onderwerp van gesprek aan te knoo*
pen)Juffrouw, heeft u wel eens 1 o n t g e-
roken?"
Hij: „Zwijg, vrouw, 't is om uit je vel te
springen 1"
Zij: „Doe dat niet, man; met zoo lage
temperatuur als nu zou je allicht kou vat
ten."
In de spekslagerij. Meisje: „Stuiver
afsnijdsel voor den hondmaar niet zoo vet
als gisteren, want vader is er zoo miserabel
van geworden 1"
Op de rekening. Suze (op het terras vaa
een Alpen-hotel): „Zie dien mooien regen
boog 'reis, pa
Pa: Ssst, kind, kijk er liever niet naar*
want anders komt die ook nog op de reke
ning 1"
Het rasibimdem van twee paarden. Het
was op de warmste uren van een snikheeten
dag; een cavaierie-officder en een soldaat
red on over een uitgestrekt heideveld, om
zich bij de troepen te voegen. Hun aankomst
wae spoedeischend en in gestiekten d~af
ging het voorwaarts. Het zweet gutste den
ruitere van het voorhoofd, maar zij, rol
dienstijver, schenen on vermoe" d. Eindelijk
toch werden de dorst en de droogte der keel
bijna onhoudbaar, en de veldfkGsehen wa
ren vergeten
Daar vertoonde zich een hut in de verte#
door eanige akkers bouwgrond der heide
ontwoekerd van hen gescheiden.
De luitenant besloot af te stijgen.
„Yam Buren, houd de paarden, terwijl ik
in gindsohe hut mijn dorst ga leeechen. Wan
neer ik terugkom, kunt gij op uw beurt
gaan en zal ik de paarden houden."
„Met uw permissie, luitenant," was het
antwoord, „maar er zal op die manier veel
tijd verloren gaan; kimmen wij niet tege
lijk gaan, luitenant?"
„En onze beesten dan, kerel? Wie staat
je borg, dat ze believen hier stil te blijven
staan, en er is geen boom of paal in onze
nabijheid om ze te kunnen vastbinden."
„Als dit het bezwaar is, zie luitenant":
Hij nam het paard van den luitenant bij
de teugels en bond die vast aam den staart
van zijn bruintje, terwijl bruintjee kop werd
bevestigd aan den staart vam dee officier!
rijpaard.
„Ziezoo, luitenant, nu kunnen ze in een
cirkeltje l^open, maar meer ook al niet 1"
De luitenant schroomde niet het practri be
vam deze handeling te erkennen on begaf
zich met den soldaat door de bockwedtve n
naar de arme, maar gastvrije heidebewoners.
Mijn geheel bestaat uit 23 lettere.
I. 15. 22. 7. h een viervoetig dier.
II. 10. 6. 4. vindt men aan bijna elke deur.
Met 1. 6. S. 9. 16. wordt veel geknoeid.
5. 18. 18. 10. is een bekende rivier.
19. 20. 12. 11. 11. 2. 10. is een mooie stad
in Europa.
17. 13. 23. is de naam van een hond.
14. 3. 21. is de naam van een steensoort.
[Oplossing in het volgend Zondagsblad].
Oplossing van hel Raadsel In hel voriglondagshlad:
Matroos.