wensch koestert, niet alleen om te behagen, maar ook om haar werkelijken leeftijd te verbergen en de frischheid der jeugd te her overen, ook al moge de weg naar een kunst matige jeugd dikwijls met smart en kwel lingen bezaaid zijn. 't Is werkelijk verrassend, wat een vrouw kan uitstaan, wanneer er sprake van is haar ijdelheid te voldoen. Het voornaamste stre ven der schoonen of van haar, die het willen worden, was reeds van de vroegste tij Ion af gericht op frischheid en zachtheid van tint. Geen middel werd onbeproefd gelaten om deze beide eigenschappen der huid zooveel mogelijk te verbeteren. Men begon er mee op de eenvoudigste wijze en wist de zorgvuldige behandeling der huid ten slotte tot een ware kunstbewerking uit te breiden, die als het ware allerlei takken van wetenschap en kunst in zich vereenigt. De vrouwen in Connthe namen, oro haar huid zacht en lenig te maken, een bad van warme olijfolie, waarin zij dagelijks twee uren vertoefden. Het maakt op ons een eigenaardigen indruk, wanneer wij verne men, dat de voorname Romeinsche vrouwen zich na haar stoombad lieten masseeren, en dan nog een koude douche namen, zoodat zij er den geheelen voormiddag mee bezig wa ren, waarvan ook een goed gedeelte aan de verpleging van haar gelaat was gewijd. Poppaea, de gemalin van Nero, liet eens bij ongeluk een kroes met ezelinnenmelk over haar hand vallen. Zij bemerkte even liter, dat die hand daardoor witter en zachter werd dan zij was geweest en sedert dien dag nam zij geregeld baden van ezelinnenmelk. Er zijn bijna geen vruchten, die men niet tot verkrijging van een schoonere tint heeft aangewend. Aardbeien- en moerbeiensap, ba den van rooden wijn en champagne waren in de zeventiende eeuw aan de orde van den dag. Een beroemd Fransch geneesheer ried den dames aan, baden van versch bloed te ne men, en zoo ^aren er duizenden, die haar natuurlijken afkeer van dit hulpmiddel over wonnen en haar ledematen in het rookende ossenbloed doopten. Ja, er worden zelfs anek doten verteld van dames, die aes nachts stuk ken vleesch van versch geslachte dieren op haar gezicht legden, om daardoor de kle'ne onzuiverheden in de tint van haar gelaat weg te nemen, die algemeen als „vetwormpjes be kend zijn. In het begin der achttiende eeuw trachtte men op heel eigenaardige wijze zich een jeug dig uiterlijk te bezorgen. Daartoe werden z.g. maskers gebruikt ,dat wil zeggen: mee ver vaardigde een pasta uit meel, eiwit, olijf olie, stuifmeel en honig, legde die des nachts op het gelaat tot zij verhardde en den vorm van het gelaat aannam, en reinigde zich dan des morgens alleen met een drogen doek. Men bereikte daarmee in zoover zijn doel, dat het gelaat gedurende eenige uren een jeugdiger tint kreeg. Oogen, die met atropin werden bevoch tigd; vouwen in het voorhoofd, die langs electrischen weg werden verwijderd, dat waren de eigenaardige hulpmiddelen, waar mede een F.ngelsche tooneelspeelster inder tijd de kwalen van den ouderdom trachtte te bekampen. Zij was wanhopig, toen zij zag, dat haar cosmetieke en niet-cosmetieke middelen niets meer vermochten om haar leelijk wordende huid weer op te knappen. De vouwen lieten zich niet me gladstrij ken, do rose kleur kon op geen enkele wijze meer te voorschijn worden geroepen. Er was nog slechts dén middel: een geheel nieuwe opperhuid te zien te krijgen. Langs electri- Bchen weg werd de geheele opperhuid in den tijd van zeven weken zeven weken van de afschuwelijkste marteling vernield en, toen zij geheel verbrand was, er stuk voor etuk afgetrokken Toen de marteling voorbij was, was de nieuwe huid intusschen ook gearriveerd, ro zig en zacht als van een pasgeboren kind. Het contrast tusschen de tint en de gestalte 6d het optreden der dame, was intusschen z66 groot en zóó belachelijk, dat zij nog twee maanden thuis moest blijven om ,,een beetje ouder te worden" 1 Toen evenwel zag zij er ook, zooals zelfs haar jaloc-sche collega's moesteD toegeven, fnsch en jong uit als een Meimorgen. Ten tijde van Peter den Grooten droeg iedere dame de wenkbrauwen slechts een klein beetje gewelfd, bijna horizontaal, en het behoorde tot de hoogste ,,chic", dat de oogen door lange oogwimpers werdeD be schaduwd. Wie door de natuur in dit op zicht een beetje stiefmoederlijk was behan deld, kwam haar te hulp en maakte schrikt niet, lezers I zijn wimpers wat langer, door er coet wat gom kleine haartjes tusschen te zetten I Dit kunststuk moest na tuurlijk telkens herhaald worden, en hui len mochten de Russische dames natuurlijk heelemaal niet 1 Men kan het gelaat van iemand, die ge noodzaakt is de natuur te ,,corrigeeren", het best met een palet vergelijken, waarop de gezamenlijke kleuren worden aangebracht, van albast-wit tot donkerrood, zwart of hel derrood, al naar het licht, dat er op moet vallen. Doch niet alleen het gelaat moet al die bewerkingen ondergaan; neen, ook het haar, de handen en het geheele lichaam. De merkelijk elegante dame laat de kleur van het haar ook naar de mode afwisselen van het donkerste zwart tot het helderste vlasblond. Zij houdt weken lang haar ka mer, indien zij het van donker naar blond wil laten overgaan, en stelt zich daarbij bo vendien aan het gevaar van vergiftiging bloot Doch niet alleen de kleur, ook het opma ken van het haar gaf der elegante dame heel- wat zorg en moeilijkheden. De dameshoof- den hebben dikwijls in haar kapsels de zon derlingste figuren vertoond. In de zeven tiende eeuw werd het haar tot drie of vier étages hoog opgebouwd en met de zonder lingste voorwerpen versierd. Dat men de kleur der lippen verbeteren en leelijke tanden vernieuwen kan, is natuurlijk niets nieuws. De laatste overwinning der kunst of wetenschap op dit gebied is de neu- zencorrectuur, waarover in den laatsten tijd al veel is gesproken. Er zijn, zooals bekend is, methoden, waardoor men den neus eiken verlangden vorm kan geven. Te Parij6 zijn de salons tot verbetering der neuzen gevuld met dames enheeren, die, niettegen staande de pijn, die zij lijden, toch gaarne de operatie ondergaan. Is men nu eindelijk met de „verfraaiing" van zijn hoofd gereed, dan komen het li chaam en de handen aan de beurt. Schoon heid van het gelaat blijft dikwijls onopge merkt, wanneer de figuur niet goed is ge- proportionneerd, wanneer men te lang of te dun, te klein of te dik ia Doch ook deze „fouten" zijn te verbeteren. Zijn de ledematen te kort, geen nood; men wendt de z.g. Zweedsche gymnastiek aan, ze worden uitgerekt. De magerheid wordt door een bepaalde voedingsmethode en een te groote omvang door het „electrisch korset" verbeterd. De vorm van de hand kan wel is waar niet totaal veranderd worden, doch door massage kan men een te vleezige hand zacht maken en de leelijkste nagels kan men door een energieke lees: pijnlijke 1 bewerking vervormen. Is een nagel misvormd, dan zijn velen moedig genoeg dien met salpeterzuur te laten wegbranden, opdat de nieuwe nagel van zijn „geboorte" af met groote zorgv<il- digheid kan worden behandeld. Een tooneel speelster te Londen zou op deze wijze al baar nagels hebben vernieuwd. Doch nog andere martelingen nemm de slachtoffers der mode gewillig op zich. Zij snoeren haar lichaam samen, opdat de heu pen verdwijnen, of eischt de wreede mode het tegendeel, dan wordt de taille inge snoerd, opdat de heupen naar voren treden. Zij be8tudeeren eiken lach, elke beweging, elke schrede, die haar rol voorschrijft. Zoo offeren duizenden zich jaarlijks aan de mode op. Zullen de navolgers en navolg sters van deze tyrannieke godin nog een maal wijzer worden en haar de gehoorzaam heid opzeggen? Wij betwijfelen het; het ge tal harer vereerders zal ten minste wel steeds groot biijven. De ziekenkeoken in den onden tijd. In het dokters- en apothekersboek van 1512 staat, dat iemand, die door een beroerte be dreigd wordt, altijd saffraan bij zijn eten moet hebben, en dat hij c 'rwijls in knollen gekookt vaa-kensvleesch moet eten, omdat dit de aderen versterkt. Had men geen saf fraan, dan kon men ook kaneel met osse- tongblad nemen. Saffraan gold als verster king, en moest dus allen zwakken toegediend worden. Met moet weten, schrijft Brunschweig, dat voor zwakte des harten niets zoo dien stig is als saffraan drinken, en l.ij egt er bij: als men ze heeft of ze betalen kan. De zwakke moest ze altijd in zijn soep en zijn moes gebruikenze versterkt hetart en ver- warmt koude menschen. Ook kan men eiken dag één of twee uur na den middag een ei nemen, waarvan het wit alleen hard ia Men maakt dan het ei open, doet den dooier alleen in een schotel tje, giet er een lepel bouillon over en doet er een weinig gestooten saffraan op, zooalj men zout bij een ei doet, en daarna nog een weinig zout. Dat is niet alleen een verster king voor het hart, maar voor het geheele lichaam. Ook een oude duif of kip is goed voor zwakken; men kookt ze zoolang, tot het vleesch van de beenderen valt en kookt vleesch en beenderen nog eens met saffraan op. Rijstebrij met melk en saffraan, groene peterselie met vleesch tot moes gekookt, en herte- en rundermerg uit den schenkel, zijn uitstekend voor zwakken. Kippen met saffraan in wijn gekookt ge ven een krachtige soep, evenzoo eieren mot wijn en boter gekookt, 's morgens en 's avonds gebruikt. Voor het hoesten wordt de asch van ge braden bieten aangeraden, voor het naar- bed-gaan, zoo heet mogelijk genomen met den volgenden drank: een schotel vol ge- stampte gerst, 8 lood rozijnen en 12 vijeren, goed met warm water afgewassohen. Men doet dit alles in een nieuwen pot, met vier maten water, laat het een half uur koken en doet het door een zeefdaarna doet men het nat weer in den pot en daarbij 12 lood suiker en laat het nog eens doorko ken, en dan gedekt afkoelen. Is hot te dik, dan doet men er wat water bij. Tegen slechten eetlust wordt groene gen»* ber aangeraden; heeft men die niet, dan moes van jonge brandnetels; dat verwarmt do maag, evenals groene kalmoes. Is het winter en heeft men deze groenten niet, dan gebruike men op de nuchtere maag anijs zaad op brood, met wat wijn bevochtigd. Togen de geelzucht kookt men een hand vol kersebladeren in melk of perzikpitten met azijn. Bij leverziekte, kreeften met een saus van berberissen of agrestdit is het sap van on rijpe druiven en aalbessen. (In u.on tijd deed dat sap dezelfde diensten als nu citroensap). Als drank voor leverzieken gaf men het afkooksel van bottels in zuren wijn. Aan longzieken waren alle zure en zont* spijzen verboden, alsmede alle vruchten, be halve rozijnen en blauwe pruimen. Ook mag hij kuikens en houtsnippen etenals hij rijk is, staat er bij, maar geen tortelduiven of vogels, die hun eten in het water zoeken. Koortszieken waren alle zware spijzen ver boden, ook gebraden vleesch, maar gevogoh to, lams- en geitevleesoh, alsook schnpepoo- ten, werden toegestaan. Als drank gaf men amandelmelk en hennepzaad in melk ge kookt, en was de zieke onrustig, maankop zaad in melk gekookt. Bij heete koorts gaf men water met violenstroop enwarme erwtensoep. De vierdaagsche koorts had een diëet in deze orde: men zal zich hoeden voor kaas, melk, varkens- en rundvleesch, voor honig en vooral voor vruchten, versch, gekookt of gedroogd. Men moet eten moes van bieten; spinazie, havermout, gerst, alles met eenige amandelen er door. Op vleeschdagen het vierde deel van een kip in water gekookt met wat pieterselie en drie latuwbladeren, doch men mag nooit genoeg eten. Op visch- dag neemt men kreeften, baars of een zacht ei. Wijn mag men alleen drinken bij liet eten en dan nog vermengd met gerstewater of gewoon water. Het gerstewater werd bereid van gepelde gerst, rozijnen, zoethout, venkel, steenvaren of miltkruid, alsem en pimpernel. Dus een heerlijk drankje 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 11