Ingezonden.
Gemengd Nieuws.
ies; wanneer hij tijd had verder te zien, zou
nij verbaasd staan over de gmcelijko schep
pingen, die de reformbeweging voortbracht
en niet alleen voor slanke vrouwen, niet
alleen voor heel groot® beurzen. Maar mijn
heer Troub heeft blijkbaar geen tijd om een
zaak, waarover hij schrijven wil, te bcstu-
dcoren. Had liij daartoe wèl den tijd, dan
zou ik hem gaarne eens uitleggen hoe de
Hollandfiche reformkleeding in elkaar zit,
en dan zooi hem blijken, dat hij zijn heftigen
aanval in Be Hollandschc Lelie had moe
ten achterwege laten.
Ook zou ik hem duidelijk gemaakt heb-
fcen daifc bet goede korset, door hem bedoeld,
door geen enkele vrouw zou worden gedra
gen, gesteld dat zij zulk een goed korset kan
Krijgen. Waarom toch draagt een vrouw een
korset? Om den modevorm to verkrijgen,
aan don modevofili offert zij haar buigzaam,
heid, haar lenigheid op. Wanneer haar nu
een korset -wordt aangeboden, dat geheel
naar haar normaal lichaam gemaakt is, wat
heeft ze dan? Geen modevorm on geen lenig
heid; een normaalvorm zonuor do charme
van de lenigheid is hoogst onacsthebiscdi."
Bc Nieuwe Courant wil, bij de bespreking
Van het voorstel tot verhooging van
den a c c ij n s op het gedistilleerd, de
quacsbie van den invloed van drankaccijns
in liet algemeen onaangeroerd laten. Van
dit standpunt gezien, acht zij het vrij on
verschillig of de vrij hoogo accijns nog eens
verhoogd wordt, omdat deze verhooging wel
niet meer invloed op het drank verbruik zal
oefenen dan de vorige.
„De Rijksfinanciën worden intusschcn, dit
as zeker, door deze verhooging weder zoo
als het in vaste termen luidt: ,,nog meer
dan thans van het gebruik van sterken
drank afhankelijk gesteld." Dit is (niet al
leen uit specifiek Christelijk oogpunt) to be
treuren maar dc thcorio dient hier tc
•wijken voor de werkelijkheid des levens. Het
is ook eigenlijk niet zoo, dat in die afhanke
lijkheid do reden tot treuren gelegen is. Zij
ligt in het feit, dat hier te lando jaarlijks
8 a 9 liter per hoofd der bevolking verbruikt
wordt. Bestond er ook maar het geringste ge
vaar, dat de accijns of zijn verhooging dat
feit zou bestendigen of het verbruik doen
stijgen, men zou zich tegen dit middel tot
elijving dor schatkist tot het uiterste moeten
verzetten. Maar het gevaar bestaat zeer stel
lig niet.
Het nadeel van do accijnsverhooging voor
dc kleinhandelaars in sterken drank zal stel
lig weder breed worden uitgemeten en wij
cijferen het niet geheel weg. Het levert ge
vaar voor vervalsching, die echter voor een
groot deel door bijvoeging van water ge
schiedt waarbij zeker althans de drankbe
strijders zich kunnen neerleggen. Anderzijds
6chijnt do verhooging met zovon cents per
liter groot genoeg om den tapper te veroor
loven zijn winstderving, hetzij door een go-
ringo verhooging van den borrelprijs, hetzij
door een geringe verkleining van het drink
glas, hetzij door een geringe bijmenging van
water, goed te maken."
Men heeft dit voorstel een belasting op
do nooddruft genoemd, on daarvoor in do
plaats ccn sterkor progressie bij de vermo
gensbelasting aanbevolen. Dat acht het blad
gevaarlijk.
„Do vermogensbelasting op zichzelf moge
niet bijzonder drukkend zijn, niet te ontken
nen valt, dat door het samenstel onzer be
lastingen ook van dc grooto inkomens een
tamelijk hoog percentage wordt geheven.
Een plotseling gevreesd tekort in de schat
kist, zooals een deficit op de Stnatsbegroo-
ting is, cischt- bovendien, dat de verzwaring
der belastingheffing om er in te voorzien,
zoo weinig mogelijk voelbaar zij. Aan dezen
cisch beantwoordt een accijnsverhooging op
sterken drank, die door honderdduizenden
monscben betaald wordt zonder dat zij het
merken en door niemand als hij het niet wil,
terwijl een sterkere progressie in do vermo
gensbelasting aanstonds cn blijvend door een
betrekkelijk klein getal personen zeer wordt
gevoeld. Als men een voor eenmaal zich voor
doend deficit, waan'an men niet weet of het
blijvend zal zijn, maar ineens door enkelen
laat betalen, verspeelt men zijn aanspraken
om wanneer duurzame versterking der mid
delen noodig blijkt, wanneer do werkelijke
piood aan den man komt, een beroep óók op
do eigenaars van grooto vermogens te doen."
Het blad acht het wèl onrechtvaardig dac
met verhooging van den gedistillcordaccijns
niet tevens die van den wijnaccijns wordt
voorgesteld.
Ton slotte heeft Be Nieuwe Courant be
zwaar tegen do bepaling in het ontwerp, dat
ieder, die op het tijdstip dor in-werking-tre
ding meer dan 25 liter gedistilleerd, waar
van dc accijns reeds is betaald, in voorraad
heeft, tot aangifte on bijbetaling gehouden
as. Tor verzekering van do naleving van dit
voorschrift zijn do ambtenaren bevoegd om,
onder in-acht-neming van zekcro voorwaar
den, ,.nict. aan peiling onderworpen panden,
togen den wil dor bewoners of gebruikers,
binnen te treden."
,,Zoo wcnschclijk hot is dc wet, eenmaal
ingevoerd, in haar volle kracht toe tc pas
sen, zoo ongeraden is het. door strafbepa
lingen handelingen to willen voorkomen,
waartoe de in te voeren wet zelve uitlokt.
Zeker, als het eenmaal in de wet staat, moet
do overtreder strafbaar zijnmaar dc wet
gever herscheppo-niet, om aanstonds het on
derste uit do kan to halep, een zeer ver
schoonbare poging van den kleinhandelaar
om zich den overgang tot dc bolastingver-
hooging gemakkelijk to maken, tot een de
lict.
Integendeel, hij verhoogo dc belasting,
maar hij make den overgang licht. En bij
scliromo vooral elke, niet volstrekt noodige,
inbreuk op art. 158 der Grondwet. Zou de
Kamer niet kunnen zorgen, dat dit voor
schrift. hetwelk de binnen het verloop van
een halfjaar aangekondigde, aan te nemen
en in to voeren (1 April 1900) belastingver-
hooging voor do betrokkenen bijzonder hate
lijk maakt, uit het ontwerp verdwijne?"
Over de sociaal-democratische
p artij in de Kamer merkte de Arn-
hemschc Courant het volgende op:
,,Tot do in het openbaar debat gebruike-
lijko beweringen der sociaal-democraten, ge
lijk bekend van grootspraak niet afkeerig,
behoort ook deze, dab reeds van te voren het
standpunt van een sociaal-democraat ten
aanzien van elk vraagstuk te bepalen is we
gens de schorper omlijning zijner partij-be-
gmsclen. Geheel anders zou het met de an
dere partijen zijn, welker-aanhangers telkens
door hun stem toonen het omtrent tallooze
quaesfcics met elkaar eens te zijn.
Reeds heeft do ervaring geleerd, hoe ook
dit weder niets anders is dan sociaal-demo-
cratischo zelfverheffing, cn het is be voor
zien, dat de bewijzen daarvoor steeds talrij
ker zullen worden. De afstraffing, welke
den heer Ter Laan in de jongste uegrootings-
debatteri wegens een afwijkende mccning
door den heer Schaper ten aanhoore van de
Kamer werd toegediend, was uit dit oog
punt, zon men wil, slechts van weinig bctee-
kenis. Teekcnender voorzeker was de hef
tige strijd, in den boezem der partij gevoerd
over het standpunt, ten aanzien van de
schoolquaestie m te nemen, on do Groninger
motie moge oppervlakkig de eenheid op dit
punt hebben hersteld zelfs al moge zij
tegen nieuwe stormen bestand blijken, in elk
geval heeft de strijd getoond, dat heb in te
nemen standpunt niet altijd consequent
volgt uit de aangenomen beginselen. Door
het schrappen van den oisch van „verplicht
staatsonderwijs" uit het program der so-
ciaal-dcmocratisehe ondcrwijzcrsverecniging
moge do eenheid naar buiten bewaard schij
nen, onmogelijk is liet, dat de openbare on
derwijzers, leden dier vcrceniging, daarme
de ook werkelijk het bijzonder onderwijs
sympathiek gezind geworden zijn.
Een bijna vermakelijke strijd in den boe
zem der partij is dezer dagen ontbrand naar
aanleiding van' de woorden, den 8sten De
cember door den heer Schaper gesproken
in de Kamer: ,,In navolging van Bebel in
den Duitschen Rijksdag is het hier reeds her
haaldelijk gezegd cn durf ik hier ook thans
zeggen: dat wanneer het vaderland in ge
vaar komt-, wij, sociaal-democraten, de eer
sten zullen zijn aan de grenzen het vader
land tc verdedigen." Eerst Fortuyn, daarna
Loopuit, allerminst premiers venue der par
tij, zijn op heftige wijzo in Het Volk en in
vergaderingen daartegen in verzet gekomen
do eerste maakte zelfs als een eerctitel voor
zijn partij aanspraak op den naam van ,,Va-
terlandslose Rotte" en de poging van mr.
Troclstra om de opgezweepte hartstochten
te sussen, mislukte volkomen.
Men had Schaper niet goed begrepen en
ten onrechte in zijn woorden een verkeerden
klemtoon golegdde sociaal-democraten zou
den niet eerder dan anderen optrekken,
maar tegenover een buitenlandschen aanval
ler natuurlijk wel de rechten verdedigen,
door hen met groote mocito verwor
ven. In Het Volle hielden èn Schaper
èn Fortuyn desniettemin hun standpunt vol
en mr. Troelstra traoht de verbroken een
heid te herstellen door in een corresponden
tie in zijn blad het debat gesloten te verkla
ren. Alsof daarmede het geschil ware uit te
maken
Op zichzelf voorzeker is het weinig belang
rijk, dat er verschil van inzicht zich open
baart. tusschen leden eener zelfdo partij. Dit
kan men dagelijks waarnemen en het is ook
niet anders mogelijk, tenzij niet de vrijheid
van gedachte door de partij gehuldigd
wordt, maar onvoorwaardelijk gehoorzaam
heid aan de leiders of aan meerderheidsbe
sluiten van de leden wordt geëischt. Dat de
sociaal-democratie van deze laatste tyrannic
geheel vrij gebleven is, zullen wij niet bewe
ren; maar deze broedertwist kan haar op-
De correspondent der „Times" in Marok
ko, dc heer Harris, dio uit Fez vluchtte en
zich thans te Tangcr bevindt, geeft do vol-
geldc beschrijving van de stad Fez:
,,Ecn lange lijn van grauwe wallen, hier
en daar door een gccreneleerden toren on
derbroken en waarboven de witto muron van
het paleis des Sultans en enkele minaretten
uitsteken ziedaar het eerste schouwspel,
dat Fez aanbiedt voor den reiziger, die de
hoofdstad lang den grooten karavanenweg
nadert. Die weg heeft weinig aantrekkelijks,
want zij leidt over een hoogvlakte, tusschen
contonige, door niets afgewisselde vlakke
korenvelden. Ten noorden worden die vel
den begrensd door naakte heuvelen, en ten
zuiden op grooter afstand nog, door een
rotsachtig gebergte.
De stad Fez, of Fas, gelijk de Marokkanen
zeggen heeft haar naam aan een legende te
danken. Verteld wordt, dat toen Moelai
Idrahi de groote heilige, op de plaats waar
later Fee zou staan, de eerste kluit aarde
nieuw Ieeren, dat volkomen eenstemmigheid
in alle opzichten met de vrijheid van gedach
te onvereenigbaar is. En bij deze les zal hot
niet blijven 1 Kenschetsend is met het oog
daarop dc volgende zinsnede in het laatste
stuk van den heer Fortuyn:
„Wij, gewone leden der partij, die niet zoo
in do hoogc politiek thuis zijn als odzc Ka
merleden, mogen toch wel „met de noodige
bescheidenheid opmerken, dat wij het kies
recht toch niet hebben to omgeven met den
aureool van het patriotismeronduit hebben
wij het gezegd en moeten het blijven zeggen:
ubi bene ibi patri a: waar het goed
is, daar, dus overal, is ons vaderland."
,,'t Is volkomen juist," zegt de Arn-
hemsche Courant „hierin ligt het groote
gevaar voor de eenheid, waarop de sociaal
democraten vaak zoo prat gaan. Zoolang zij
uitsluitend oppositie waren tegen Staat en
maatschappij, was het gemakkelijk door het
machtwoord dc leiders de eenheid te bewa
ren, omdat ook deze laatsten utopisten cn
Principienreiter konden zijn; maar nu zij
door hun Kamerlidmaatschap, ter wille van
hun beginselen, telkens genoodzaakt worden
ook met de practijk rekening te houden, niet
alleen meer in de negatie kracht kunnen
vinden het verwijt van mr. Troclstra, den
20sten December tot. den heer Van der
Zwaag gericht, dat hij niet als vertegen
woordiger eener partij, maar slechts „fei
telijk voor zichzelf" in de Kamer zit, is in
dit opzicht teekenend 1 nu moet er onver
mijdelijk zich verschil van inzicht openbaren
tusschen de Kamerleden en de theoretici der
sociaal-democratische partij, uiteraard
steeds méér naarmate het aantal der so
ciaal-democratische afgevaardigden en daar
mede hun verantwoordelijkheidsgevoel toe
neemt.
't Kan niet anders of deze op zichzelf ge
lukkige noodzakelijkheid moet de sociaal
democraten op den duur tot bescheidenheid
6temmen, in welke deugd zij, zonder cenig
gevaar voor overdrijving, in 1903 nog veilig
groot© vorderingen zouden kunnen maken."
Desiderata. Het Utrccli tsch Bag-
blud geeft, er een lijstje van.
I. Een Minister heeft de handen vol met
den dagelijkschen bestuursarbeid.
En ondertusschen moeten toch ook nog
nieuwe wetsontwerpen worden voorbereid,
overwogen, bestudeerd!
Wij staan voor den eisch, dat velerlei wet
telijke regeling worde gemaakt om in do
verordening van onze zich steeds meer dif-
ferentiecrende maatschappij te voorzien.
Er moet, en de fout is, dat dit tot dus
ver niet geschiedde, nevens de administra
tieve taak eener Regeering organisch op
haar legislatieve taak worden gerekend.
Eerste desideratum zou dus moeten zijn:
organisatie van do voorbereiding van don
wet-gevenden arbeid.
Dit probleem was door Napoleon opgelost.
Bij hem was do Staatsraad wetgevend, het
Ministerie besturend lichaam; do Conseil
d'Etat zijn „idéé en considération", het Mi
nisterie zijn „idee en oxécution".
Do rol van Napoleon's Conseil d'Etat aan
onzen Raad van State te geven, zou to on
zent wellicht niet zoo gemakkehjk zijn, om
dat helaas in onzen constitutioneolen staats
vorm het zwaartepunt niet zóózeer in de mo
narchie ligt, als wel wensehelijk ware. Mis
schien zou evenwel aan de instelling van een
Minister-president het beginsel eener rege
ling als wij bedoelen, zijn vast te knoopen.
Tot uitwerking van een vast omschro/en
plan in deze is het nog niet de tijd. Maar
principieel mag als eerste ciscih do wensch
geformuleerd naar een zoodanige Rcgco-
Fez, de hoofdstad van Marokko.
omwerkte, hij uitriep„Hier leg ik mijn hak
neder. Fas nu is een Arabisch woord dat
„hak" een soort houweel, beteekont. Een
andere heilige stad, Kairocan, bezit een bij
na gelijkluidende legende.
De voornaamste poort van Fez, do Porta
Sogma, is ccn groote stad als Fez niet waar
dig want zij bestaat enkel uit een gewelf, in
den muur aangebracht; en dat gewelf heeft
niets grootsch of decoratiefs.
Ie men eenmaal de poort door, dan komt
men in ccn straat, waar in kleine winkel
tjes rozijnen, vijgen, noten en kruideniers
waren zijn uitgestald. Na deze straat een
korte poos te zijn gevolgd, komt men, wan
neer men plotseling naar links afslaat, voor
een der buitenste pleinen van liet palcis. Dit
plein is langwerpig on door hooge muren
omgeven, waardoor twee grooto poorten toe-
g&ng verschaffen. Rechts ziet men den gevel
en den ingang van het tuighuis, een wan
staltig product van slechte Europeesche en
Oo6terscho bouwkunst.
ringsorganisatie, dat administratieve en le
gislatieve arbeid worden gescheiden. Do ge
gevens der administratie behooren voor de
legislatie beschikbaar te zijn en te blijven,
maar do legislatie mag niet meer vertraagd
door het administratieve werk.
II. Naast dit eerste desideratum behoort
onmiddellijk: verbetering van de werkwijze
der Tweede Kamer.
Dat onze omslachtige wijze van schrifte
lijke voorbereiding verbetering behoeft, die
tal van hoogmogende anonymi kolommen
met niet altijd gewichtige, niet altijd diep
zinnige en niet altijd nieuwe opmerkingen
doet vullen, dat beaamt iedereen.
Zou dan geen weg zijn to vinden, als de
goede wil zoo algemeen is?
Wat zou men denken van een vaste com
missie, in verhouding tot de sterkte der par
tijen samengesteld?
Do twee desiderata, die de levenswijze
zelf van ons staatsorganisme betreffen, moe
ten vooropstaan.
Misschien raag men er bijvoegen: toeken
ning van het recht van amendement aan de
Eerste Kamer,
III. Wenschen van practischen aard.
Onder dit hoofd noemt het Utrechtsch
Bagblad o. in. de eenheid van tijd.
Is er, vraagt het blad, iets belachelijkers,
kruimeligers en kleinzicligcrs denkbaar, dan
ons voortdurend sukkelen en peuteren met
onzen tweeërlei tijd En met ingenomenheid
maakt het melding van de rede van den heer
Drucker bij do algemeen© beschouwingen
over de Staatsbegrooting.
Voorts wijst het Utrechtsch Bagblad nog
op twee belangrijke onderwerpen
Nevens eenheid van tijd wenschen wij
Staatsexploitatie van spoorwegen, desnoods
als overgangstoestand: exploitatie door één
maatschappij.
Niemand zal beweren, dat het systeem van
concentratie en concurrentie goedo vruchten
afwierp.
Dagelijks en. overal worden do booze ge
volgen van deze te kwader ure ondernomen
poging om het tegenstrijdige te binden on
dervonden.
Deze toestand mag dus zekerlijk niet zoo
blijven.
Maar ook principieel behoort een zoo go-
wichtig orgaan van ons maatschappelijk le
ven als het verkeer, dezer fijnvertaktc bloeds
omloop onzer natie, in handen te zijn van de
Overheid
Het is een openbaar belang geworden, dat
hier wordt gediend.
En mocht het, ten bate van heb algemeen
geleid, toch nog ovenals in Pruisen een bat©
afwerpen: do Minister van Financiën zou
haar stellig niet wijzen van de hand.
Eindelijk dreigt ccn beklemming meer cn
meer hulp t© eischen, dio don burger hier en
daar ook buiten het Staatsterrein benauwt:
de bedenkelijke financicelo toestand van me
nige, vooral grooter© gemeente.
Het wordt nieer cn meer twijfelachtig of
de uit-keering, door minister Sprcnger van
Eyk bedacht, voldoende elasticiteit bezit.
De uitgavo en het getal der niet-botalende
ingezetenen groeien aan, de inkomsten stij
gen niet in gelijko mate.
Men zal niet kimnen blijven zeggen: „De
wet-Sprcngcr van Eyk werkt nog pas vier
jaar, men kan er nog niet over oordcelen."
Dit onderwerp blijft urgent, met een aan
drang, die misschien gaat voor eiken ande
ren. En zoo neemt-, besluit het blad, ook dit
een belangrijke plaats in op de lijst onzer
desiderata.
Rechl voor zich uit ziet men do „Leeuwen
poort", een schoon monument in nieuwcr-
wetschen Marokkaanschen stijl opgetrokken
cn waarvan do al te opzichtigo kleuren lang
zamerhand wed gedekter worden. Het is on
der dit zware gewelf, dat een van de menig
vuldige gouverneurs van Fez recht 6preekt.
Aan do andere zijde dier poort bevindt
zich een ander publiek plein, waarop de bui
tendeuren van het paleis des Sultans uitko
men vóór de deuren staan schildwachten, dio
men vaker in diepe rust, dan in wakenden
toestand aantreft.
Van dit tweede plein gaan de wegen op,
die respectievelijk naar de „oude" en de
„nieuwe" stad voeren. Deze laatst© vormt do
bovenstad, die een meer modern karakter
draagt en het paleis en de jodenwijk bevat.
D© oud© stad is het vooral, die de aan
dacht trekt; die stad wemelt van oudo mos
keeën en bazaars, en in de nauwe geheimzin
nige straten verdringt zich een bont© menig
te van yrccmdo en onbekende rassen.
Mijnheer de liedacteur
Ik ben pandjeshuishouder en de broer van
den tapper.
Door het gosohryf van den heer D. M. voel
ik my verphcht, in deze zaak ook een woordje
mee to sproken, en het voor myn broer op
te nemen.
Mynheer, ik verklaar u op myn woord van
pandjeshuishouder, dat myn broer tapper Is,
en zyn vak verstaat.
De heer D. M. vindt het bespottelijk (een
minder scherp woord had by onze gedachten-
wisseling meer op zyn plaats geweest) een
stukje te schrijven over het nut van don
pandjeshuishouder; hy noemt my zelfs een
noodzakelijk kwaad, In het leven geroepen
door de armoede; zou het echtor, mot allen
eerbied voor u en myn broer gesproken, niet
meer een noodzakelijk kwaad, wezen de tapper
te zjjn, die mij het aanzijn gegeven heeft?
Dat myn broer zyn vak verstaat, biykt
duideiyk uit zyn groot debiet, zonder hain
en mossolen, en zet de heer D. M. minder
om, dan blijkt daaruit dus even duideiyk, dat
hy zjjn vak niet zoo goed verstaat als myn
broer, en als man van zaken ook ik ben
e.'da 10 jaren In de affaire weet ik dat maar
al te goed. Zaken zonder verstandis schade
voor de hand en voorat in het tappersyak is
kennis van zaken noodig.
Sedert ik naast de tapperij (met veel succes)
mijn affaire geopend heb, heelt de huisbaar
mijn broer een daalder opgeslagen; wol 0(_
bewijs, dat niet alleen de heer D. M. en collega's
zich bewust zyn van bet bolang, datdokro'g
by het pandjeshuis heeft.
Om een tweede bewys te leveren, hoe innig
tapper on pandjeshuishouder aan elkander ver
bonden zyn, ontleen ik het volgende ian het
hoofdorgaan van den „Algemeenen Nedor-
landschon Bond voor houders van Huizen van
Verkoop met het recht van "Wederinkoop",
waarin onzo Deensche correspondent ons in
het nummer van 27 November meldt:
„Door de vervanging van de jenever door
den bekenden volksdrank sleepen onze collega's
in dit land, een kwijnend bestaan voort, en
zal dezo nuttige stand, r.ooals nu reeds tappers
en slijters, spoedig tot het verledone behoorei.
Wat betreft de gepersonifieerdo onschuld
onder den appelboom, dranknoodwetjes en
styging van de jenevermarkt, heb ik ge
verstand, daar geeft de lombard geen geld op.
U, MUnheer de Redacteur, dankzeggend voor
do verleende plaatsruimte, in uw geëerd blad,
toeken ik Hoogachtend
Uw dw. dnr.
Een solide en goedkoope Pandjeshuishouder*
Volgens ©en Engelsch kappers»
orgaan Hair-dressers Weekly Journal"*
had oen dame onlangs een prijs gewonnen, i
met haar hoofdhaar, dat 0 voafc lang was.
Zekere lieer Craigie t© Porbh heeft thans
het record d©t langharighedd geslagen, mot
een baard van 7 voet, 2 1/2 duim.
Een heer to Illanduno kon enkel eon pre
mie halen met een stoppelbaardje van mot)
moor dan 4 voet 2 duim.
Do heer Craigie moet op een tafel gaaui
staan, als hij zdjn board wil uitkammen.
To Karden, aan de Moezol, ont
dekte de Duitsche politie dezer dagen twee
eoldaton in Fransohe uniform, die daar ia
de herbergen muziek maakten ea druk geld
ophaalden. Zij konden hun identiteit niet
bowijzon en werden daarom voor het kan
tongerecht te Kochem gebracht-, waar hot
volgond© bleek. Do beide rondreizend© muzi
kanten waren krankzinnigen, die in den
nacht van Eersten op Tweeden Kerstdag
uit het gesticht t© Frankfort a. d. Main
gevlucht waren. In het bezit van voldoende
geldmiddelen reisden zij per spoor over
Koblontz, Trier en Luxemburg naar Long-
wy, lieten zich daar voor het vreemdelin
gen-legioen aanwenen ©n weiden dadelijk
in uniform gestoken. Zij vluchtten echter
e enige dagen gel oden opnieuw en doken nu
t© Karden, op Duitsoh gebied, weer op. Daar
zijn zo thans door ambtenaren van bet
Frankforteoh© krankzinnigen gesticht af ge-
haald.
De Nobel-prijzen. Omtrent dej
grootte der Nobelprijzen deelt hot „Borl.
Tageblatt" eenigo bijzonderheden mede. In
•liet vorig jaar, toen zij voor het eerst wer-
den toegewezen, bedroeg elk der 5 prijzen
160,782 kronen cn 23 oore (ongeveer
f 101,600) Men beweerde toen dat het be-;
drag der volgende zou stijgen. Integendeel
zijn zij op' do tweede verdeoling ongeveer 1
mot 10,000 kronen gedaald, D© reden ligt
vooral hierin, dat voor het bouwfonds der
stichting 37,000 kronen in beslag werden
genomen. Bovendien heeft do stichting, nu
de zetel in haar gebouw t© Stockholm is
overgebracht, meer belasting to betalen. Wel
heeft het bestuur gemeend vrij van belas
ting te zijn, omdat de ctiohting tot dc vrij- i
gestolde wetenschappelijke vereenigingen'
behoort, maar de commissic vnn aanslag
heeft anders beslist en is in hoogor beroep
door de regecring in het gelijk gesteld. De
staatska© trekt dus een aardig voordeel uit
de stichting en bovendien moet elk dor be
kroonden over een jaar inkomstenbelasting
betalen. De korten van beheer hebben ia'
het vorig jaar 236,111 kronen bedragen.
Te Marseïho werd dezer dagen.,
een echtscbeidingszaak behandeld. De voogdy
over een 13-jarig meisje was den vader toe-,
gewezen, en deze zou het kind dat steeds
by de moeder was geweest medenemen.j
Het meisje weigerde echter don vader t©|
volgen, en toen de rechter bleef aandringen,
wierp zy zich voorover ln den brandenden(
haard, roepende: „Ik gooi me liever in het
vuur, dan dat ik met vader meega 1"
De rechter en de griffier snelden toe en
redden het meisje, dat vry ernstige brand
wonden aan gelaat en handen had bekomen.'
Intusschen had de vader zich op zyn gescheiden
vrouw geworpen en sloeg op baar los met een
stoel, terwyi de gendarmes, die haar te hulp
kwamen, ook hun deel van de slagen kregen.'
De zaak eindigde hiermede, dat de vader
In verzekerde bewaring werd genomen, terwijl
zyn dochtertje naar het hospitaal werd gebracht.