LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 27 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. V No. 13142 PERSOVERZICHT. Anno 1902 In Patrimonium U be woord, dat De Standaaixl heoffc verkondigd, dat bet Cal vinisme naar aard en wezon a o o i a 1 i s- t i s c h is. Deze bewering wordt vermeld in ©en ingezonden stuk, en hoewel-De titan* daard zegt: „dit is ook zoo'', had dat blad toch gaarne, om misverstand te voorkomen, oen toelichting van de redaotde bij dat in- geaonden artikel gezien: immers, men denk' bij socialisme zoo licht aan sociaal-democra ten on daarmede heeft het Calvinisme niets uitstaande. Wat is sooialismc? Het blad ECgt: ,,In dien zin nu is socialisme do brecde, alles omvattondo naam, dio allo beweging onder alle groepen insluit; die or op ge richt is, om allerlei sociale toestanden te verbeteren. Zoo is ©r een Ihxuneoh socialisme, hier be lando door dr. Soliaopman on dr. Nolens vertegenwoordigd. Zoo is or een liberaal socialisme, dat in mannen als Kerdijk en Druokor zijn tolken vindt. En zoo is or ook een Calvinistisch socia- lismo> dat, door mannen als Kater en Poe- siat aanbevolen, aanvaard is door heel do antirevolutionaire partii. Maar mot do sociaal-democratie heeft dit niets uitstaande. Tutfsohon do sooiaal-demooratdo ©n ons Calvinisme blijft dc kiov© oudempbaar, om dat de belijdenis van den Christus olk sa mengaan volstdöktolijk verb'edt." In eon asterisk „Tccliaioum" zegt Dc Standaard: Do Nieuwe Rvttcrdamsche Courant deelt haar lezors medo, dat in zako het c c h n i- c u m do Minister bakzeil moest halen. Wat Is hiervan aan De Minister vroeg f 8000 en 12,000. Tc weten 8000, om advies in to wincnn en plannen te ontworpen, en 12,000, om maat regelen te nemen, ton einde personeel to vor men. Nu wilde men hom die 8000 gunnen, maar niot do f 12,000. Met allen aandrang werd zelfs gevraagd, dat hij die zou terug nemen. Zelfs kwam oon amondement opda gen, dat voor advies anderhalf maal 8000 bood, mits de Minister die 12,000 voor do bedoelde maatregelen maar losliet. In weerwil hiervan hield do Minister den oisch van /8000 en f 12,000 vol, en do Ka mer bewilligde beide bedragen, èn voor on derzoek 6n voor maatregelen, zelfs zonder stemming. Wat do Minister toegaf, was alloen dit, dat hij afzag van do bepaalde aanstelling van leoranen, daarbij vorklarende, dat hij eon middel zog, om zonder dio bepaalde aan stelling toch zijn doel to bereiken. Als men dat nu noemt „bakzeil halen", dan zij toch govraagd, wat dc Nieuwe Rot- terdamsche Courant onder „gemeen overleg" vorstaat. „Bakzoil halen" is uit zwakheid toege ven, maar zoo dit hier van toepassing is, zal alleen hij als Minister nooit bakzoil halen, die koppig op zijn stuk blijft staan, en zelfs voor don vorm nooit iets toegeeft. Daarentegen is beslist onjuist, dat do Mi- nistor de dcfinitiove beslissing nu verschoof, waar hij dio eerst nu reeds wilde uitlokken. Duidelijk on onomwonden werd van moot ac uitgesproken, dat do poet van 12,000 niets praojudicioordc. De Tijd heeft ,,K oning Dollar" ge kozen tot onderwerp van een artikel. Na een beschrijving van do omstandighe den, waaronder „Koning Dollar" in Ame rika leeft, geoord on gevierd wordt, van do wijzo, waarop Keizor Wilhelm hom ont vangt on deze Keizer door hem beschouwd wordt, komt het blad bij de „trusts", waaraan het een bespreking wijdt. ,Bij dc trust is men tot hellen toe blijven staan. Toch kan in deze richting van do eco nomische ontwikkeling nog verder worden gegaan, wanneer nl. de trusts, die thans nog het privaat kapitaal, het particulior bezit vortogonwoordigen, zoudon worden ovorgo- nomen door do gemeenschap. En dit ware dan do beslissende stap, die den overgang zou vormon van het kapitalisme tot het so cialisme. Of do Nieuwe Wereld een dergelijke ramp to wachten staat t Öf althans oon geweldda dige poging, om zulk een sociale ©n econo mische catastrophe teweeg to brengen, voet- do groot© Republiek, in een nabijzijudo of ver verwijderde toekomst ligt f Of een revo lutie van den arbeid togen do almacht van het opeengestapelde groot-kapitaal daar ginds niet slechts tot de „mere pos&ibilia*. doch ook tot do waarschijn!ijkkodeu behoort f Kenners van het land met zijn nog jeug- dige geschiedenis ©n. rijn zoo gemengd© bis volking, mannen, vergrijsd in do studie van het karakter, de ontwikkeling cn do zeden dor Amorikaanscho maatschappij bis schoppen en priesters verholen hun orn- tlgo bezorgdheid daaromtrent niet." In een kruiskopjo „Bedenkelijke zeeman schap" zegt De Maasbode: Bedriegt niet elk uitzicht, dan van twccen één: óf er zal bij do Kamorverkiezin- g e n in 1905 oen frisch briesje opsteken aan het Nicuwodiep; óf er moot vóór dien tijd ccn roertjo wor den omgelegd. Zóó, als dc heer Staalman nu rondlavccrt, gaat hot op don duur niet. Daar komt avorij van. Wil hij niot op kompas varen, dan zullen zijn kiezers vermoedelijk wol een ouder schipper begunstigen. Nog heugt het streven van Helders af gevaardigde, om, bij do Algemeono Be schouwingen, het Christelijk Ministerie to overzoilon. En nu was hij fcrouwo bootsmaat bij de pogingen om Hoofdstuk VIII van bak- boordszij In te loopen. Dat alles zal geon toejuiching wekken aan Hollands noordpunt. Wie zich van roohts liet aanmonsteren, diont zich aan zijn rocdors to houden. En wio andore vlag hijscht, dan waar voor hom zcebriovon werden goreukt, behoort zijn verantwoording niot te ontgaan. Gelijk do heor Staalman nu rondzwalkt, kan men hem wel afvoeren van de rol der rechterzij do. Dc Nooid-Rmbanter spreekt over do o r i- b i r van hot. parlomontarismo. Hot blad begint zijn artikol roet do ver wijzen naar de onjuistheid, dio hot meeni te vindon in do thoorio vau don mensch in aJietraoto, als bostondon ovoral on ton uilen tijde dezelfde eenhoid van godaohto, dezelfde behoeften, dozolfdo bekwaamheden, waaruit dau zou volgen dat dozolfdo negcoringuvorm voor allo volken goed zou kunnen zijn. Zoo met het parlementaire stelsel. Hot blad zegt dan: „Thau-s zijn er uog in Europa Rijken, waar bot parlementaire etolsol in plooi* van goode vruahton voort to brengen, do bron is van onvruchtbare agitaten nood lottige oonfliotom. Men rio maar con» naar Frankrijk en Spanje. Om hot parlementaire stelsel normaal en vruahtbaar t© doen zijn, worde i twee voor- waardon voroisoht. Eerstens, moet er oon kiozm-skorps zijn, dat voldoende onderricht en belangloos genoog is om het algemeen welzijn to verkiezen boven partiouliero ho- langen. Vorvolgens moeten do vortegemavoor. digore zioh onderscheiden door politiek o mo raliteit, die hun mandaat niot to danken hebben aan bedrieglijke voorspiegelingen, aan leugens en bedrog, maar ddo gekozen zijn, omdat hun medeburgers vertrouwen bobben id hun talenten en in hun ongerepte trouw. Maar welke goede vrucht kan polilieko vrijheid vooithrongen, als do regeering in handen ie van poldbioko bedriegers, d o hun maoht tot niets anders gebruiken, dan voor ©ig©n bolangon, on dio altijd vaardig zijn om de politieke hartstochten op to wekken, als er voordeel mode to behalen is." 'Hot blad vraagt dan, wat Spanje heeft aan zijn Grondwet; wijst or op, boo in Frankrijk do afgevaardigd-n allerminst een afspiegeling zijn van dc kiezers, en zogl, dat „in Engeland, België en ons Vaderland de kiezers ton minste weten op wolken par tijman zij hun stom uitbrengen." Het eindigt dan zijn opstel, ondortookeml met C. L.met dc volgende zinsneden, die dc bedoeling van het artikol wcorgovcn. <e s />Tn hot Katholiek Sociaal Weekblad van "lieden schrijft nir. P. J. M. Aalberso het Volgende over „Do pers on de bestrij ding van do oneerlijke concur rentie": yin mijn proefschrift^ sckreof ik: r „Bovondien kan de Pers krachtig meewer ken tot bestrijding der oneerlijke concur rentie. Hier ligt een groote, indien goed aange wend misschien do krachtigste breidel. Het [fniddol, door bijna alle oneerlijke concur- rintic gebezigd, is: misleiding van et p u b 1 i c k. Laat de Pers dit middel jbntzcnuwcn, door steeds dat publiek voor te (iichten, door do misleiding te neutralisee- iren. Allo bekend wordende gevallen van on- ;©erlijko concurrentie dienen te worden ge jpublioeerd. De waarheid worde slechts be kend gemaakt, on. de oneerlijke concur rent heeft zijn doel gemist. De kwade prak tijken, aangewend om voordeel te behalen, iullen strekken juist tot nadeel. In 't bijzon der door altijd weer op dit onderwerp terug il» komen, door den handel voor to fich [Ion, hoe, reeds thans, do oneerlijke concur- j'ijtentio in rechte kan bestreden worden, door het mededeelen van gevoerde en ge- F' onnen processen, enz. kan do Pers krach- g ton goede werken." Toen ik met deze inleiding bij mijn pro- i motor kwam, las hij deze passage cn lachend (Vroeg hij: „Geloof je dat?" j,Natuur]ijk." Gelukkige optimist 1" l- „Waarom niet?" „Gelooft gij, dat ooit de Pers, die juist ifcim dc oneerlijke réclame zooveel voordeel ljueeft, krachtig mee zal werken tot do bestrij ding der oneerlijke oonourrcntic Met tnooi© hoofdartikelen ja, maar practisch? J)oor oneerlijke reclames te woren bijvoor beeld?f' Inderdaad, ik geloofde hot. Maar, ligt het alleen aan 't luttel beetjo 'jaren, dat ik ouder ben? Mijn geloof is ge schokt, geschokt vooral in de laatste woken, i Ieder kent van vroeger dc reusachtige ad vertenties van do „Delftschc Roombotor-In- iicliting' met do afbeelding van groote fa brieken met drie rookende schoorsteenen, ze tten zware auto-vrachtwagens, twee wapens, jjuc bijvoeging „Wckelijksche verzending op [heden ruim 30,000 Kg." en, last not least: i f,Dezelve staat onder contróle dor Boter- jlFVCfc" I Goede trouw wordt verondersteld. Bladen, j'diie vroegor deze advertentie opnamen, mag \focn daarvan dus geen vrwijt maken. ^Maar tliane??... In do Nieuwe Arnhcmschc Courant van t> Sopt. 1901 schroef dc heer Pyttorsen een geharnast, stukje proza tegen dit sterk staal tje van onoerlijko oonourrentie. Hot volgen de is er aan ontleend: „De kolossale fabric, drie hooge sclioor- eteenen op de oirouladro afgebeeld, besbaat ffcenvoudag niet. De molkaanvoer van 7000 toeden por week bestaat niet Die 7000 koeien grazen op de maan, maar niet op Neder- i üandachen bodem. De fabriek van m'ncer ji\V. v. S. Jaczn. bestaat uit een benoden- j puisje aan den Rijswijksóhen weg, waarin £snkclc vaton margarine aanwerig zijn, die IjLa'ter als fijne geurige Delftschc roomboter 'do fabriek verlaten. De heer v. S. kan dui zenden bewijzen .overleggen, dat hij aan de grootste inrichtingen en eerste familien zijn i tij no geurige boter levert. Wat hij ook kan j^verleggen, zijn de bewijzen, dat hij herhaal delijk wogenB bedrog iu den lioterbandel is veroordeeld H.j heeft vele attesten in zijn bezit, dat do fijnst© families zijn boter prij zen. Ongetwijfeld beeft hij nog meer attesten |dn zijn bezit, waarin de fijnste families hem !besri:ulddgen margarine te hebben geleverd Ün stede \an do geannonceerde fijne geurige boter. De heer v, S. speelt heel aardig met Boterwet cn do Strafwet. Hij biedt aan 'fijne geurige Dolftsehe roomboter van „zui- 1 ver gehalte", maar dio zuivere roomboter is, zoo verklaart, hij, vermengd met fijne eer- ête qualitedt margarine. Als hij dus marga rine levert in plaats van boter, zooals ge- eclüedtK dan is bij gedekt. Voorheen prijk- FEUILLETON. Peggy. ?5) „0, mevrouw Catchpool, dat spyt m\j yreoseryk - en ik ben u van harte dankbaar yoor uw goedheid, maar ik moot immers ijmoot naar huis," zoi Je Poggy met een smee kenden glimlach. Daarop ging zij haastig heen, en Billy hielp ihanr op een der gevaarlijke hooge rijtuigen, met do vermaning: „Vasthouden 1" „Nu, wat zegt g(j van onze „Lieve Een voud?"" vroeg juffrouw Oussie, toen hy, teruggekeerd, by do dames plaats nam. „Mooi", merkte hy, haar champagne inschen kend, op. „Wie 13 zij?" jDe vrouw van kapitein Carl Göring „Toch niet de vrouw van Charlie Göring?" riep hy, de floscli neerzettend. „Zokorl Wat zegt gU er van?" „Niets I Ik ben eenvoudig verbluft I" „Valt u niets anders in?" „Hm, hm, zlot er uit als een volbloed, maar of zy mijnheer Charlie do baan overbrengt, is leear do vraag. De huwelyksteugel brengt hom 'misschien over de eerste en tweede hindernis, 'maar dan „Maar dan?" „Breekt hy los! Oy wildet myn meening hooien, dat is zol" verklaarde Billy, zyn eigen glas zoo vol schenkend, dat het ovorliep. Terwyi haar vooruitzichten voor do toe komst somber werden gekleurd, ratelde Peggy met oen biy gemoed naar de Bourkestraat, waar z\J helaas echter geen Charlie vond. Zoo [inoest dan het jonge vrouwtje alleen haar ton op zijn circulaires verschillende wapens met het onderschrift „Hofleverancier". Het schijnt, dat die Hoven-voor de leverantie bedankt hebben, ze worden ton minste niet mcor vermeld. Het toppunt van onbe schaamdheid wordt bereikt door het onder schrift: „De boter staat onder zeer nauw keurige oont-róle der Boterwet". Hoeveel eerzame huismoeders met meer lofwaardige zuinigheid dan verstand zijn al niet het slachtoffer geworden van deze phrase; zijn boter staat immers onder contróle l Weet ge wat hij u zou antwoorden, wat hij eohter niet doet, op uwe reclame, dat g© marga rine hebt ontvangen in plaats van boter ©n ge u daarbij op die phraoe beroept? Boter staat immers onder contróle, daarvoor is hot een boterwet. De naakt© waarheid is, dat W. v. S. Jacan., Rijswijkscbe wog, Den Haag, margarine verkoopt, onder den naam en voor den prijs van boter. Wie or nu toch wil inloopen, ga z'n gang." Zoo schreef do heer Pyttereey. De heer Willem van Santen Jaozn. diende een aanklacht togon hom in wegens smaad schrift. Wat hierom al niet handig van hem wa6. omdat nu in allo bladen de aandacht- op hot bedriegelijkc zijnor advortont.iea werd gevestigd. Bij vonnis van 25 Februari van dit jaar, to vindon in het Weekbl. v. h. Recht No. 7764, ontsloeg echter de Rechtbank te Arn hem den heer Pyttersen van alle rechtsver volging. Zij overwoog in haar vonnis onder meor: „Overwegende toch dat getuige v. S. niet heeft weersproken, dat hij herhaaldelijk wo- gens overtreding der Boterwet door den strafreohtor is veroordeeld; dat hij in zijn prijscouranten ©n circulaires wel spreekt van roomboter en van een groot aantal kceien, die de melk voor zijn boter leveren, maar dat hij in werkelijkheid slechts niarga- rineboter aan zijn klanten aflevert; dat om die reden een waarschuwing aan het publiek ooi zioh door d© opgeschroefde taal van ge- tuiges reclameartikelen niet te laten ver schalken, alleszins geoorloofd en werkelijk in het belang van het dikwijls al te goedge loovige publiek moet worden geacht, terwij) do vorm, waarin die waarschuwing is inge kleed, hoewel scherp, naar het oordeel der Rechtbank niet zoo onnoodig scherp is, dat daardoor het doel ecnor waarschuwing zou worden voorbijgestreefd." Van deze strafzaak en dit vonnis is in alle Maden melding gemaakt. Ik had goeden moed, dat thans geen enkel blad ooit meer deze advertentie opnemen zou. Ik geloofde nog altijd, dat de Pers ons helpen zou in den strijd togen dc oneerlijke concurrentie, togen de oneerlijke geschikt. Maar de laatste weken zag ik deze advor- lentie weer opduiken in verschillende bladen. En nu is ook mijn vertx-ouwen ge<schokt. Neen, ik heb me vergist, de Pers zal hier niet „krachtig ton goede werken", zelfs niet flauwtjes. Hier kan-ons helpen alleen meer de wet. Dat zij onder dezen Minister van Justitio tot stand komo! Het publick zij onderwijl nog eens gewaar schuwd In zijn Kamerovorzicht sok rijft hot Han delsblad: „In zake dc Z o n d a g s r u s t legde de ^Minister (van Waterstaat) een zeker fana tisme aan den dag, dat ons niet verbaasde, maar waarvan wij nog bedenkelijke zaken duchten. De Minister blijkt wel er van over tuigd, dat wij geon Engelschen Zondag kunnen krijgen, doch alleen om bozwaren van de practijk. Hij verontschuldigde zich togon den heor Arts wegens het „magere resultaat", dat thans verkregen is, door op te merken, dat de zaak zoo moeilijk was te regolen, daar de spoorwegmaatschappijen hot onder elkander cn soms met zichzelf niet eens konden worden. Intusschen bleek hot „magere resultaat" hierin te bestaan, dot op liet traject UtrechtZeist 4 treinen op Zondag zijn vervallen, dat wil zeggen twaalf percent, en op andere trajecten 72 treinen dat is 21 percent (of 31); wij hebben het niet recht verstaan. En dat noemt dc Mi nister een „mager resultaat". Men hoeft niet te vragen wat van dozen Minister op tweede ontbyt gebruiken, dat slechts uit een glas melk en een paar beschulton bestond. Om drie uur echter hield haar ocktgenoot mot een elegaDte dogcart Yoor het huis stil, gaf zyn leedwezen te keonen, dat hy vanwege den dienst zoo laat kwam, en zeide, dat zy beiden zich dadeiyk voor het polo-spel moesten verkleeden. „Maak je maar mooi, kind," voegde ld) er by, „want wy zullen de gebeole wereld ont moeten on na het spel thee drinken." De nieuwe hoed was er nog wel niet, maar Göring had op de verschyning van zyn vrouw niets aan te merken. Zy straalde van geluk en haar mooi, vrooiyk gelaat trok menlgen blik tot zich, toen zy in een snellen draf naar het park redon. Rondom het polo plein stond een wagenmuur van dogcarts, landauers, victoria- en jachtwagons^aartusschen tallooze toeschouwers, want deze wedstryd telde tot de spanneudsto gebeurtenissen van het jaar. Yoor Peggy was alles nieuw en verrukkeiyk: het mooie park, het polo spel, de fraai uitgedoste menschen; zy zag er uit als een gelukkig kind by don kerstboom en veler oogen rustten op haar. Overste Valiancy kwam naderby-en liet zich voorstellen. Geruchten deden de ronde, dat Göring met een boerenmeisje was getrouwd, maar de jonge vrouw droeg onmiskenbaar het stempel van een goede opvoeding en was opvallend mooi, zelfs voor Ierland, waar schoonheid regel ls. Nadat de overste de hoop had te kennen gegeven, dat Dublin haar zou bevallen en naar haar reis en ovortocht had geïnformeerd, zocht hy_verlegen naar con ander thema. De onervarenheid van dit vrouwtje was echter ook verbluffend. Zy zag voor liet eerst polo-spelon, voor het eerst een vier- tpauuer, had nooit een wedelryd bygewoond, het stuk van korkelijken draaig zou zijn te wachten als hij niet door pract-isch© bezwa ren ietwat, werd betoomd. Hoo weinig de Minister rekening denkt te houden met den last, dien hij andersden kenden oplegt, blijkt hieruit, dat hij van meening blijft, dat er nog meer gedaan moet worden „al waro het alleen maar als getuigenis dat men den Zondag als rustdag wil beschouwen". Dit steile clericalism©, dat onze spoorwe gen gebruikt, om te getuigen van een bepaal de geloofsbelijdenis, staat ons bijzonder to gen. Do Minister, die aan de krachtige ge loofsovertuiging van dr. Kuyper een zekor fanatisme paart-, dat aan dr. Kuypor vreemd is, is voor de vrijzinnigen in don lando hot meest bedenkolijko element in dit ministerie. Het is vrijwel eon publiek geheim, dat hot drijven in protectionische richting uitgaat van Waterstaat, en do eenigo voxatoire maatregelen, dio wij tot dusver van dit mi nisterie hobben ondervonden, zijn eveneens door dat departement in het leven goroopen De minister Oycns is, hoe hoog wij ook opzien togen zijn kunde, te meer een gevaarlijk ele ment in het Kabinet, daar hij door zijn fijn- beschaafden geest en hoofsche manieren me nigeen inpakt." De Tijd merkt hierbij aan: Wij hadden tot dusver gemeend, dat, zoo men het al tusschen Christenen en „anders denkenden" niet eons waa over den plicht van Zondag heiliging, ten minste over do wenschelijkheid van zooveel mogelijk don Zondag als wekclijkschon rustdag te vie ren, tusschen de yersohillende partijen geen verschil van gevoelen bestond. Do argumenten, voor Zondagsheili ging aangevoerd, dragen uit den aard der zaak een godsdienstig karakter en kun nen daarom als geldende worden beschouwd alleen voor goloovigon. De redenen echter, dis or voor pleiten, aan zoo groot mogelijk getal personen in dienst van officicolo licha^ men of van particulieren Zondagsrust to verzekeren ,zijn van overwegend maat- schappelijken aard. De wet, dat do mensch Yan de zoven dagen dor weck er één zal rusten, is niet slechts een godsdienstwet, maar ook voorgeschre ven door de natuur zelvo. En zóólang het Christelijke bewustzijn van dc groote meer derheid van ons volk en tevens onze maat schappelijke zeden den Zondag aanwijzen als den rustdag bij uitnemendheid, zóólang kan het ook ven geheel neutraal standpunt geon onverschillige zaak zijn, of de noodza kelijke rust. op den Zondag of op een ande ren dag zal genoten worden. Alleen d&n zal voor den man, die zee da gen gewerkt heeft, do rustdag met recht zijn naam dragen, indion diezelfde dag ook als rustdag kan genoten worden door zijn gezin en zijn omgeving. Wie voor Zondagsrust ijvert wij wenschten, dat het van - Overheidswege nog iets krachtiger goschiedde oefent derhalvo „geen kerkdijken drang" uit. Hij logt geen „lasten op aan andersdenkenden", noch „ge tuigt door zijn streven van een bepaalde ge loofsbelijdenis, maar ijvert voor con sociaal belang van hooge bctcekenis." Bovendien behoeft heb nog geenszins als een blijk van „fanatisme" on „steil clerica- lisme" beschouwd te worden, indien men verlangt, dat de wetgeving en de Overheid er too zullen medewerken, om aan degenen, wolko Zondagsheiliging een plicht achten, do vervulling van dien plicht mogelijk t© maken. Het tegenovergestelde zou zelfs go heel in strijd zijn met den geest onzer Grondwet. Yan echte verdraagzaamheid getuigen dan ook de woorden van het Handelsblad vol strekt niet. Niets te willen opofferen vaa oigen gemak en genoegen, ten einde ootc an deren in do gelegenheid te stellen op Zon dag te rusten en desverk iczondu hun godsdienstplichten te vervullen, getuigt van een egoïsme, hetwelk ton allen tijde afkeu renswaardig zou moeten heoton, doch bijzon der in onze dagen, die zóó prat gaan op do verhooging van het gemeenschapsleven en den gemeenschapszin al con zfrer onaange- namen Indruk maakt. nooit een thoator bezocht, en dat was Göring's vrouw 1 Hy had in geheel Engeland geen grooter contrast van zyn eigen persoon kunnen vinden; slechts één ding hadden zy gemeen de schoonheid. De Görings waren onvoor- waardeiyk het mooiste paar, dat zich daar bevond on vele tooneelkyker3 .werden er op gevestigd. „Hallo! Daar zyt gy immers 1" klonk plotse ling een schrille vrouwenstem uit een elegante victoria. „Maar waar is de nieuwe hoed?" Peggy keek verbysterd om zich heen en optdekte nu haar boide nieuwe vriondinnen, dio haar toewenkten. Dadeiyk daarna verlieten de dames haar rytuig en kwamen by Peggy. Onder de toeschouwers keek men elkaar veel- beteekenend aan en oen van de regiments- dames merkte op: „Hoe jammer! Nu hoeft die afschuweiyke mevrouw Catchpool het be- koorlyke vrouwtje reeds in haar klauwen." Zestiende Hoofdstuk. Eindeiyk was hot spel uitde homelsblau- wen hadden overwonnen. De toeschouwers verstrooiden zich en Göring stuurde zyn ietwat weerspannig paard uit den kring, innerlyk zielsvergenoegd over het opzien, dat zyn vrouw had verwokt. Een onverwacht groot aantal kameraden was naderby gedrongen, om aan haar voorgesteld te worden, on de mooie Peggy van Niedor-Borion had heel doftig cour gehouden. Toen zich do mare van Göring's verloving had verbreid, doken allerlei verhalen van hem op. Een modemaakster of koorzangei es moest zyn uitverkorene zyn en dat Göring's keuzo op iemand uit den minderen stand was ge vallen, word gaarne geloofd. Toen wa3 te fechtor Lyd een brief van kap tein Kinioch te Dublin gearriveerd, welko het feit vaststelde: een meisje uit een verarmde adeliyko familie, in do sMlte van oen afgelegen dorp opge- grooid. Nu pas verwonderde men zich, want dat Taffy Göring zyn levensgezellin ter zyde van de groote heerbaan zou zoeken, dat was verrassend. Do dames van hot regiment, dio hem volstrekt niet mochten lyden, namen zich voor de jonge vrouw des te harteLykor te ontvangen. Hadden zy maar vermoed, hoe weinig wederliefde zy zouden ontvangen 1 „Ik zeg je, schat," zeide Göring, in snellen draf door het park rydend, „dat gy je een menigte zaken moot aanschaffen, kleeren, hoeden, mantels, alles piekfijn; ik zal wel betalen." „Is reeds gebeurd! Movrouw Catchpool was geheel van jouw meening en heelt het een en ander voor my uitgekozen: een mantel, een avondjapon en een hoed. Gy zult ontsteld zyn, als gy den hoed ziet en dan do rekening l" „HoezooV Wat is 't met den hoed?" „Vreeseiyk opvallend! Half spoorwogsig- naal, half lampekap!" „Des te betert Bestel maar dadolyk zes hoeden van die soort, zos avondjaponnen en zes avondmantels!" „Dat zal ik wel laten! Zulk een ver kwisting!" „Gij moet echter goed gekleed zyn!" ver klaarde Göring in oen opwelling van groot moedigheid. „Ik ben ontzettend trotsch op myn mooie vrouw, do mooiste van geheel Dublin, wat veel wil zeggen, en dat de kinder japonnetjes uit Nieder Barton niet voor je tegonwoordige positie on verschyning passen, dat ziet gy.toch wol in." „0, Charlie, gU vondt toch het donkerblauwe zoo mooi en myn bruidsjapon heeft tien pond gekost." „En al had ze honderd gekost, zo is nlei gedistingeerd! Gy zult nu op diners, bals en theepartyen komen." „In het regiment natuuriyk?" „Daar is geen sprake van," zeido Göring, „Dat is een suffe bool en hoe minder gy van de offleiersvrouwen te zien krygt, dos te boter. De vrouw van den overste hoeft my sinds maanden niot meer verzocht; zy vindt, dat ik oen gevaarlyk sujet ben, een zwart schaap c-r een slecht voorbeeld voor haar lammeren. Als zy eens haar langen nous by ons binnon- steekt, weos gedachtig daaraan! Mevrouw Timmins is oeü gansje, en Timmins ia haror waardig, een flauwe melksoep. Dan komt nog mevrouw Hesketh, Kinloch's nicht, in aan merking. Als zy komt, zeg dan niets slechts van Kinioch „Hoe zou ik dat kunnen doeo, Charllo? Ik mag hom immers zoo gaarne lyden." „Workeiyk? Nu, do liefde is wodorkeorig, hy vindt, dat gy veel te goed voor Taffy Göring zyt." „Ach, Charlie! Scherts tor zyde; ik zou gaarne ietB moer van mevrouw Hesketli willen weten." „Zy wil zich mot alle gewold „bemind" maken en neemt met mama Valiancy de jonge vrouwen onder haar hoede, is echter do beste van do bende. Sinds ik de ribben van haar hond heb stuk geslagen, behandelt zU my slecht." „Maar, Charlie, dat hebt gy toch niet gedaan?" „Zeker, heb ik dat gedaan!" antwoordde hy, zyn paard met oen flinkon zweepslag aanzettend. „Honden mogen iemand niet in den weg loopen en 'dat zy ribbon hebben, is bovendien zeer aanmatigend. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5