No. 13141 LEIDSCH DAGBLAD. WÖËNSDAC 24 DECEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1309' Kersttonen. FEUILLETON. Peggy. PERSOVERZICHT. Is die hoop eeu illusie, on staat het inte gendeel vast, dat de tij don, die wij beleven, slechter zijn dan die er aan zijn voorafge gaan en door nog slechtere zullen gevolgd worden Is het waar, wat door sommigen beweerd wordt, dat onder meer verfijnde vormen de onderlinge vijandschap, vrucht van onbevredigde zelfzucht, niet minder slachtoffers zal blijven maken dan in tijdon van een minder gemaskerd optreden! Is, om een beeld te gebruiken, ons allen zoo goed bekend, is liet Godsrijk, waarvan wij den Stichter op Zijn geboortefeest hordenkon, een fabel, en do voorstelling van het burger schap van dat llijk een afdwaling van den geest'? Al leggen wij den vollen nadruk op de din gen, die wij zien, en trachten wij geenszins de beteekenis to verkleinen van de verontrusten de verschijnselen van dezen tijd, wij behoe- ven ons nog niet eens bezig be houden met een onderzoek naar de verborgen krachten, in de menschheid werkzaam, om tot de er kenning te komen, door het aanschouwen van do werkelijkheid, dat de zaadkorrel, in den grond gelgd om te worden de boom, die heel do menschheid onder zijn schaduw herberg verleent, tot wasdom komt. Zoo het waar mocht zijn, dat wellicht het kwaad zich versterkt heeft door het gebruik van nieu we wapenen, aan wetenschap en aan vlij tige oefening ontleend, ook de reactie is veel krachtiger geworden. Het Oh rieten dom, onder wolken vorm hot zich ook vertoont, mits slechts die vorm niet het eenige on hot twisten over hot verschil der vormen niet het hoogste worde geacht, werkt door als hot geneesmiddel bij uitne mendheid. Zelfs waar het dien naam ver werpt, als eon begrijpelijk, maar niet te be amen protest togen de misbruiken, welke mon, ook al eeuwen achtereen, door dien naam heeft trachten te bedekken, zelfs daar oefent hot zijn werking uit, onweerstaan baar, als de waterdroppelocn, die, in de sple ten van het hardst gesteente dringende, dit ton slotte in stof zullen doen vorkeeren. Niet tevergeefs ruischen tegen het eind van olk jaar de Kersttonen ons begon; cn het is alsof zij ons zoggen willen; Ziet, hot tijdperk, waarvan gij afscheid zult nomen, hooft alweer veel teleurstellingen aangebo den aan hen, die met verlangen uitzien naar de zegepraal der hoogste wereldorde; maar vast staat boven allen twijfel, dat het Gods rijk van Vrede en Welbehagen er ia on dat het zioh uitbreidt. Gij, met uw beperkten blik, gij zoudt die uitbreiding wallen zien en moten, gelijk gij op een kaart de vorde ringen eens gewonen veroveraars aanstipt. Maar deze overwinnaar heeft don tijd; niet uw ongeduld bepaalt de snolheid van zijn zegetocht. Do menschen, die niet uitsluitend zioh be zighouden met te strijden voor hun belan gen en met te ijveren voer hun rechten, maar die ook de belangen der broeders en de rechten van hun naasten binnen den kring van hun bemoeiingen brengen, zij worden talrijker on sluiten zich beter aaneen. Hot brutaal optreden van de machten der duis ternis, van geldzucht en heerschzucht en ge- woldenarij, het doet hun met meer kracht do wapenen omklemmen om ze weerstand te bieden. De harten verruimen zioh voor het lijden, door onrogc' atige verhoudingen in de maatschappij t weegg' bracht; het denken richt zich op dc wegen, de handen strekken zioh uit naar de middelen, om die toestanden te verbotoren. Als dat geen open- De Maasbode plaatste als hoofdartikel een ingezonden stuk over Leiden en Brcu- kelcn 1), getcekend dr. F. J. Nuyens. Hot luidt als volgt (do noten zijn van dc Redactie van De Maasbode)'. De verkiezingen te Leiden en te Breukclen voor de Provinciale Staton zijn voor de Katholieken weder leerzaam geweest en hebben un behartigenswaardige wenken ge geven. Er blijkt namolijk uit, dat onder eom- mige kiozers van rechts nog steeds neiging bestaat in eon oud gebrek terug te vallen. Met roden mocht worden gehoopt, dat ein delijk eens het betere gevoel overheerschend zou zijn cn voortgeworkt worden aan do be vestiging der Christelijke meerderheid in de Prov. fcjtaten, on daardoor middelijk aan do vastheid der Christelijke Regeering. Dat haat en hartstocht het vorstand ver blinden, is ook hier weer duidelijk gcbloken, en dat hieruit mettertijd nadeeligo gevolgen voortkomen, is gemakkelijk te begrijpen. Dat de Katholieke candidaat te Leiden weer het kleinste aantal stemmen verwierf moet noodzakelijk bij alle Katholieken ont stemming veroorzaken, die allicht verflau wen doet in den ijver om te zijner tijd naar dc stembus op te gaan. Do rol van bedrogene wordt niet voor onbopaalden tijd verdra gen. 2) Bij de verkiezing te Breukeion zijn waar schijnlijk nog andere factoren in werking getreden, die het getal Katholieke stemmen minder deden wezen dan hot had kunnen zijn. Wij mogen gerust veronderstellen, dat vele Katholieken nog onder den indruk van do bekende houding, door sommigo Katholio- ken in 1901 bij de Kamerverkiezing aangeno men, zijn weggebleven van de stombus om hun ontevredenheid te laten blijkon. Dat die indruk zoo sterk is geweest, dat de Katho lieke Kiosveroeniging te Breukclen gedesor ganiseerd is, dat daarvan liet verlies van oen zetel voor dc rechterzijde het gevolg zoude zijn, kunnen wij niet zoo grif toegeven. Wol heeft de organisatie geleden (geen erger zaak voor een leger dan desertie en verraad), maar zij is zeer wol weer op normalen voet te brengen, op twee voorwaarden. Ton eerste, dat in dé toekomst worde vast gehouden aan een Katholieke candidatuur voor do Tweede Kamer en ook voor de Prov. Staten Een andere tactiek zoude nu een oapitulatio tegenover de andere partijen be- tcckencn cn de kiezers voor een groot doel lot werkloosheid doen overgaan. Ten tweede voeling te houden met andere Katholieko kicevereenigingen in districten, waarin de Katholieken 1 de sterkste dor Christelijke partijen vormen, om daardoor tot een compromis te geraken in het stellen van candidatcn cn do Katholieken beter tot hun recht te doon Jtomen. Zonder die voor waarden zullen er vele Kath. kiezers zijn, die niet gezind blijken verder hun moeite eu kosten te besteden ten bate van bondge- nooten, waaronder er nog blijken to zijn, wier goede trouw van geen goed Christelijk gehalte is. Wij hebben reeds vroeger gezegd, dat niet de organisatie alleen de zogo doet behalen dit doet de discipline, deze geeft den doorslag. De Katholieken hebben mot hun minder goede organisatie, maar goede discipline de meerderheid der rechterzijde veroverd, de ,-antirev. met een goede organisatie maar min deugdelijke discipline, zouden in staat zijn 1) Wij hebben dit artikel, hoewel we het niet in alle bijzonderheden kunnen onder schrijven, geen plaatsruimte willen weige ren, daar het ons nuttig voorkomt, niet to verhelen hoe in sommige Kath. kringen over de onderhavige quaeetie gedacht wordt. Uit het maken van zeer enkele kanttecke- ningen onzerzijds worde niet afgeleid, dat wij alle niet-betuttelde zienswijzen voor onze rekening nemen. 2) Do Loidsche Katholieken zullen zich om trent de gevoelens der chr.-hist. kiezers te hunnen opzichte toch wel geen illusie hebben gemaakt liaar weder te doen verloren gaan. Zoo als thans de verhouding nog i6, kan men niet zeggen, dat zij geheel gezond is; ccn kleine minderheid on verzoen lijken grijpt naar de balans en dreigt die een verkeerde richting te doen nemen. Op den duur kunnen de Katholieken dit niet als een normalen toestand aanvaarden het zou do morecle Kracht en hot karakter der kiezers bedorven cn dat dient verhoed te worden. Do rechtvaardigheid, dc billijkheid, dc ver draagzaamheid bouwen op. het cischon van voorrechten, de onbillijkheid, en on verdraag, zaninheid breken af. En blijven do laatsten heersclicn, mecnon zij de beslissing in handen te bobben, dan zou eenmaal voor do Katho lieken de tijd aanbreken, dat zij een besliste houding moeten aannemen om niet het go- hcelo politicko gewicht to verliezen, wat zij thans bezitten. Zij zullen hoe langer hoe mindor willen buigen voor den onwil van een kle.ino minderheid; ten andero zon den sommigen in de oude sleur willen door gaan en dan zal de desorganisatie komen niet in eon onkel, maar in bal van districten, en de meerderheid der rechterzijde in gevaar komen. Alle moeite, welke door de partijen der linkerzijde gedaan wordt om verdeeld heid te zaaien onder dio der rechterzijde, is niet van zooveel boteekenis als de kwade trouw, dio bij do laatste .verkiezingen te Leiden cn te Breukclen haar rol weder ge speeld heeft. De besturen dor A-R. kiesver- eonigingen mogen goed gezind zijn, zoolang zij hun volgelingen niet tot botere discipline weten te brengen, zal hun ijver in woorden niets afdoen. Niet bij de Katholieken schuilt het gevaar voor de verkiezingen van 1905, maar hij do antirevolutionairen 1) en dat gevaar, zooals blijkt, is verre van denkbeeldig. Dit is con van de zwarte stippen aan den politiekcn gezichtseinder. De Economist zegt in zijn resumtie van den stand der s u i k e r-q u a o s t i e, dat uit hot feit der oppositie, welke do liberalen in Engeland boden togen de goedkeuring der conventie, niet mag worden afgeleid, dat protectionistische promiopolitick, welke door do conventie werd afgeschaft in dé contrae- teerende landen, de instemming heeft der opvolgors van Cobdon en Bright. Dc zaak is eenvoudig deze, dat Engeland, zolf geen suiker produocerend, en dus ook geen premies vcrleonend, rechlstreeksch voordcol heeft van de, dank zij den premien van het continent, verlaagde suikerprijzen, cn alleen in zijn ko loniën, vooral de W.-Indische, door die pro- miön werd benadeeld. De als gevolg der con ventie intredende stijging der suikorp rijzen op dc wereldmarkt zal dus den Britschon suikorconsument treffen, on dit directe na deel woog bij de oppositie in het Engelsche Lagerhuis zwaardor dan dc bolangen dor W.-Indische koloniën, die bovendien reeds door een gift uit de moederlandsche sohot- kist zijn gesteund. Wat do Noderlandscho Regeering betreft, neemt De Economist het in elk opzicht „kleine politiek", wat zij ter zake van den accijns en de surtaxo aankondigt. Hebben is hebben, denkt dc Regocring, on krijgen do kunst; voor een proefneming om door eon aecijnsvcrlaging, tot f 15 op f 20 bijv. op bet voetspoor van hetgeen elders thans geschiedt, het verbruik van dit voe dingsmiddel in ruimen kring te bevorderen, wat weder aan de schatkist hot aanvankelijk te lijden verlies gocddcols, wellicht zelfs go- heel vergoeden zou, is zij niet te vinden. „Wij weten niet" zegt de sohr. in De Economist „wat haar tot deze boncpen, ditmaal do suikerfabrikanteu cn de suiker- consumenten gelijkelijk teleurstellende poli tiek heeft gebracht. Dc loop der middelen, die voortgaan boven verwachting ruim te vloeion, kan het niet zijn. En evenmin blij kens de bogrootingsdiscussie het streven om dc ongelukkige tariefsherziening overbodig 1) Beter ware geweest: bij den nasleep der a.-r., die eigenlijk tot de chr.-histori- schcn moet worden gerokend, maar, bij ge breke van pen oigon organisatie, in sommige districten den a.-r. dikwijls tot dezer groo- ten last als hinderlijke tros op de achter hoede hangt. tc maken. Ook daaraan houdt do Rege. ring vast. Wij leven op financieel gebied nu een maal in het tcekcn der indirecte belastingen, Wat d surtaxc betreft, kondig; de Rcgeo- ring haar verlangen aan, zicn by do wet te. doen machtigen, om, op heb tijdstip, dat hiuu raadzaam, en het bedrag dat, binnen do te Brussel getrokken grenzen, haar oirbaar zal dunken, tot invoering der surtax© Dij kon. besluit over te gaan Nu, dat dit voorstel het Staatsblad niet zal bereiken, waarop wa gen wij het gerust te zijn. De Regeering, te genover haar vrienden niet. flink de surtaxo durvend wcigcrc-n, en tegenover haar l> -t rij ders de surtaxc niet willende loslaten, heeft gezocht naar eon tusschenwcg, welke echter haar voerde tot een bepaling, welke niet slechts vriend on vijand beiden onbevredigd laat, maar, gelijk do Nieuwe Rotterdamschc Courant reeds aanstonds opmerkte, metter daad een poging moet hcetcn om het grond wettig voorschrift, dat belastingen alleen krachtens de wet worden geheven, te ont duiken. Of zal de Regeering zich verschuilen ach ter do opmerking, dat een suikorsurtnxo geen oent in de schatkist brengt en dus geen belasting in den grondwettigen zin hooten kan? Dc opmerking, al zou zij het voorstel naar onze stellige verwachting niet redden, is wat de premisse betreft feitelijk juist. Do surtaxo ware een belasting, ten bote van par ticulieren gohovcn, maar daarom toch een be lasting, gelijk dan ook dfl invoerrechten nog immer eon plaats in onze Middelenwet in nemen. Het zou anders wel pikant zijn, difc antwoord van dc Rcgeoring te vernemen en daarmede van deze zijde do bevestiging te ontvangen van hetgeen door do bestrijding der suxbaxo herhaaldelijk daartegen is aan gevoerd Wat overigens deze kant der quaestie lx>- treft moeten wij onzerzijds ten slotte verkla ren door do mededeelingen van den heer Heerma van Voss ter vergadering van do „Vcrceniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek" van 22 November 1.1. bijna bekeerd tc zijn. Van suikerfabrikanten, wior naastenliefde» zoo ver gaat, dat zij aan con currenten, die reeds vooraf verkl ard hebben niet tc zullen producoeren, gel el onverplicht daarna een uilkc. ng doen, op den onkelen grond, dat zij iet wcnschen te profitecrcn van het ongeluk dor gozegde concurrenten, mag men niet ver wachten, dat zij van een surtaxo gebruik zullen maken om ten nadeclo der verbruikers do prijzen op te voeren. Zóóveel mododoogon tegenover concurrcntio.doet nog grooter wel willendheid tegenover de afnemers onderstel len I Wij zouden dan ook in de surtaxo wil len borusten, ware het niet, dat liet humaner voorkomt do hoeren niet in verzoeking to brengen, om tegenover den suikorconsument mindor liberaliteit te betrachten, dan tegen- over den suikcrconcurrcnt. De Nieuwe Courant heeft reeds ccn paar malen er van gewaagd, dat do v r ij z i n- n i g-d emoe rate n „hot dog rua vojj don klassenstrijd" huldigen. Het Sociaal Weekblad verzet zich bc&cn die uitdrukking, cn noemt hot verkeerd, dat een eerlijk denkend orgaan van het politie ke leven den vrijzinnig-democraten dezen onzin aanwrijft. Hy meent to moeten zog- 1 gen: „Indien liet woord „klassontilrijd" ons do boteekenis had van den klassenstrijd der socialisten, den strijd op leven cn dood van kapitalisten cn pioletariërs, als een histo risch product der mnateohappolijke ontwik- koling, dan zou, bet spreekt vanzolf, „tem pering van den klassenstrijd" niet anders zijn dan onzin. De klassenstrijd dor socia listen is met te temperen. Hij moet noodza kelijk ongebreddeld voortwoeden tot dc over winning van liet proletariaat. Reeds meermalen is ook onzerzijds aange toond, dat dm socialistische beschouwing van onze maatschappij con prinoipicclo fout is. On» maatschappelijk lovon is te verschei den, dan dat liet op die wijze zioh zou laten indeolon en vorklaren. Telkens konion an dore groepen van belangen m<it elkander in botsing. Die botsingen zijn, ook door do wet geving, te verkleinen in getal, tc ontdoen van de hoftighoid. In dion zin is de Mpu- aonstrijd te temporen." De jaren schakelen zich aaneen tot eeuwen, de geslachten der mensobea volgen elkander op, en altijd blijft hetzelfde onbe vredigd verlangen naar geluk, naar rust, Baar vrede hen vervullen met weemoed. Het kon zoo heerlijk wezen, het leven hier beneden, en het is vaak too droevig. Niet wogons de rampen, dio een Hoogere wilsbe schikking oplegt: wie gelooft aan een on eindige Liefde, en vertrouwen stelt in de leiding der Vaderhand, heeft geleerd, er zich aan tc onderwerpen zonder morren. En bovendien, als de kinderen van éón huisge zin elkanders lasten dragen, elkanders krachten schragen; als de warmo hartslag eonor opreohte deelneming troostend zich voelen laat, dan kan ook bet smartelijkst lijden de ziel niet ter neder drukken. Doch do eene mensoh is de gol uk verstoor der van don anderen. Niet naast elkander ©m to steunen, maar tcgenovor elkander om ieder het zïjno to vermeerderen, staan zij als in een worstelperk. Er wordt strijd go- voerd op elk gebied, de overwinnaar van heden is de verslagen© van morgen. Do aan trekkingskracht van het stoffelijk bezit is zoo groot, de lokstem van eer en aanzien is zoo onweerstaanbaar, dat de begcerigom ver dringen wie hun in den weg staan, en in de wilde jacht naar deze goedcron er niet aan denken, of niet een modedingor onder do voeten raakte Zoo ie het altijd geweest, zoo is het geble ven tot op don dag van hedon. Het egoïsme wijzigt zijn gestalte naar don geest der tij den, vertoont zich in het kleed, dat voor hot oogenblik het meest behaagt, maar treedt immer op als dwingeland, die do menschen Blaat in do boeien van zijn heerschappij, te gelijk hun kracht tot verzet verlammende. Het is dezelfde booze macht, die in kleine kringen de menschen doet kijven om den voorrang of elkander doet haten om een be zit van betrekkelijk goringe waarde, maar dio ook in de wereld der staatkunde de oor logen verwekt met al de gruwelen, waardoor zij zich bij toeneming kenmerken. En toch, er leeft cn werkt in do mensch heid een kracht van homolsohen oorsprong, die haar belet zich daarbij neder to loggen. Niet met do doffe berusting in het feit, dat het zoo is, en dat het verstandigste wat men nog doen kan is mededoen, ton einde ook voor zich een aandeel te bekomen van den buit, niet mot do betuiging van onmacht is het laatste woord gezegd. LangB den weg dor geschiedenis van liet menschdom, waar zeor voel duisternis den blik verhin dert door te dringen, zicn wij toch een lijn van lichtondo punten, en het schijnt ons toe, dat deze helderder worden naarmate die weg zich verlengt in de richting van het heden. Dat kan toch geen inbeel ding zijn? En, do opnieuw intredende feestdagen brengen hot ons in herinnering, te midden van die vonkjes flikkert en vlamt hot groot© licht, ontstoken door don Ecnige, die meer dan wie vóór of na Hem do dragers zijn geweest der Godsgedachte, de mensch heid geleid heeft naar het onfeilbaar red dingsmiddel uit de slavernij der zelfzucht. Het Kerstfeest komt op den juisten tijd ons dat alles weer voor den geest brengen. O zokcr, 't zijn geen nieuwe dingen die het ons zogt; geen verrassende ontdekkingen, waarvan het ons deelgenoot maakt. Het Eero zij God in don Hooge, Vrede op aarde, in dc menschen een Welbehagon, wij behoeven geen moeite meer te doen om het te onthou den, want het klonk ons in de ooren, sinds de eerste kinderjaren, gelijk het ons zal ver gezellen tot aan 's levens einde. En vele jaar- honderden. in evenveel talen als er gespro ken worden in de vele landen, waar de Evan- 23) t,Aoh, mijn lieve mevrouw Göring, schrik maar nriet, dat ik zoo onmonoohelijk vroeg kom 1 Ma als oude vriendin van uw man mag ik mij wel iets veroorloven, en ik wildo u tooh het allereerst begroeten on u vragen, waarmee ik u hol pen kan." „Zeer vriendelijk van u", antwoordde Peggy, ,.©n ik zal u zeer dankbaar zijn voor eenige inlïahtimg," „Eerst wil ik u echter aam mijn nicht voorstellen: juffrouw Augusta Little, onder vrienden „Gussie" genoemd. Denk er om, dat gij van ons beiden ndot de een zonder de ander moogt inviteeren." „Namolijk, totdat men mij uitgehuwelijkt heeft", merkte de jufrouw op, terwijl zij Peggy's hand als in een schroef omklemde. Zij was een sierlijk dametje met schitte rende donkere oogen, een breeden stomp neus en prachtige tarnden; haar bijzondere roem bestond daarin, dat in geheel Dublin niemand zoo luid laohte als zij. Peggy vond haar betoovorend In haar keurig najaars toilet. Zijzolve maakte op do dame©, mot haar lieven, schuchter on glimlach, den kinderlij ken eenvoud en het frisscho rozige teint een allergunstigaton indruk. Deze onschuld van het land aan zich te boeien, als de in tiemste vriendinnen van dit jong, argeloos wezpm op te treden, kon de eig$n ietwat ver welkte jeugd en deugd slechts tem goede ko men. Mevrouw Catch pool was de eohtge- gelieprediking is doorgedrongen, wordt het gehoord en verstaan, wordt het opgevangen als een regendroppel in dorstenden bloem kelk, wordt het nagesproken als ccn uitdruk king van hoop op betere dagen. noot© van een veel ouderen wolgostolden koopman, die zeer doof waa en benovens zijn zaak slechte één hartstocht bezat en wel het verzamelen van oude gravures en antiek zilverwork. Zij bezat eon mooi huis, zag vele menschen bij zich em kleedde zich bijzonder opvallend. Bonovens eon goed gezond ver stand bezat zij een scherp oog voor geeste lijke en lichamelijke gebreken vam haar me- demensohen; zij kon oen geheel gezel sell ap amuseeren. Op haar gedrag wae naete be paalds aam te merken; zij werd ook in hei slot ontvangen en toch hielden de werkelijk voorname menschen zioh op een afstand van haar, wijl zij voor onbescheiden en onkiesch doorging. De kleine soupers van mevrouw Catehpool waren berucht vanwege hun gebabbel, uit gelatenheid en speelwoede Z.j had steeds minstens twee hofdames bij zdch, die haar smaak en haar neigingen deelden, woonde allo wedrennen bij en liet zioh geca gelegen heid tot wedden ontgaan. Ondanks haar goede keuken en vele uit- noodigimgen, was de dame langzamerhand trede voor trede van de maatschappelijke loader afgegleden, wat fcen gevolge had, dat haar vroegere vrienden dikwijls over haar scherpe tong gingen. Zij had in het begin gedacht, dat een mooie, welgestelde, goed gekleede vrouw rich in Dublin allee kon ver oorloven, en dat was een groot© dwaling ge weest. Eerst had men wel haar excentrici teit vermakelijk gevonden, maar spoedig had het blad zich gekeerd; in plaats, zooals zij gehoopt had, daardoor don toon Ln de voorname kringen aam te geven, zette men haar den stoel bij de deur. Zoodra zij dit had ingezien, liet zij alle égards varen. In den laatsten tijd was zij baringen zijn van het bestaam van het Gods rijk, geen profetieën, die van Vrod em van Welbehagen gotuigem, wat zijn hot dam? haar wel vrije, maar geïsoleerde positie moede geworden en deed zij wanhopige po gingen, om weer bodem to veroveren. Zij was onvermoeid in bezoeken bij nieuwe be woners, maar deze werden van andere kan ten gewaarschuwd en stolden zich tevreden, met haar bezoek door kaartjes te beantwoor den; voor haar verleidelijke invitatie® weid beleefd, maar beslist bedankt. Deze jomge vrouw had echter van niemand ecm wenk gekregen en moest op de „lieve jongens", dcc mevrouw Catohpool's intieme- ren kring vormden, verrassend en boeiend werken. Zoo moest dam Peggy, het onerva ren, onschuldige, schuchtere landkind, on der mevrouw Catchpool's vlag in de groot© wereld gebracht worden. Vijftiende Hoofdstuk. „Ik ken dit huis vam oudsher," merkte mevrouw Catehpool, in de kamer rondkij kend, op, „en kan u precies zeggen, hoe- vele stoelen wrak en welke pooten vam de sofa aangelijmd zijn. Ik ben hdor zeer dik wijls bij de SLappertons geweest. Maar waar is het oude kamersaherm gebleven „Zij hebben het misschien i ?egonomem riep juffrouw Gussie met een lachtrillcr van hrjt raam. „Een paar kamerschermen moot gij echter hebben, mijn lief, jong mevrouwtje," ver klaarde mevrouw Catehpool met nadruk, „er. eenige staande lampen met roeokappen; mij t©m minste riet gij 's avonds niet bij u zondor rose licht 1" „Waarom dat?" vroeg Peggy, schuchter glimlachend. „Gij lieve onschuld 1 Wijl alleen rose-licht flatteert. Wilt gij vam morgen ook uit gaan f' „Ja, maar er ia immers gecm haast bij; ik heb slecht® een paar oommiseies te doen.'' „Dan gaan wij met u, en wel tfcraksl Al tijd namelijk, als gij het aangenaam vindt?" „Ach, en hooi Ik had echter niet durven wagen, u daarom te verzoeken," verzekerde Peggy n>t een dankbaar hart. „Beschik als 't u blieft over mij als weg wijzere», raadgeefster en vriendin I Ik ken Dublin in- en uitwendig en kan u haarfijn zeggen, waar gij alles bel best kunt k.ijgcn, van uw brood tot aan uw baljaponwien gii kennen moet en wien niet, waar gij ge zien moet worden cn waar niet", zeide me vrouw Catehpool. „Hoe vriendelijk van ui" „Dat ik mij zelf genoegen verschaf I Mag ik u van middag in het rijtuig afhalen naar het polospel?" „Dank u wel; mijn man wil mij er heen rijden." „Ach zool Natuurlijk, gij zijt zeker op-en- top oen tortelduivenpaar Taffy Göring als getrouwd man, een voorstelling om dood to lachen I Kom, hartje, zet dadelijk uw hoed op, dan zal ik u in de eerste plaats de Graf- tonstraat laten zien, waar wij waarschijlijk eenigen der mooiste meisjes cn knapste man nen van de wereld zullen ontmoeten „Is zij niet allerliefst?" riep juffrouw Gussie, toen Pcggy nog nauwelijks dc deur achter zich had toegetrokken. „Ziet er nau welijks ouder dan zeventien jaar uit cn is even onschuldig als men heiligen schildert! En dat een vrouw voor Taffy Göring! Die zal wat beleven, als het verguldsel afslijt?' „Hoe meent gij dat?" „Wel, als zij zijn zelfzuchtig karakter leert kennen I" ,8til, de muren zijn hier zeer dun 1 Herin ner je, als 't je blieft, dut gij ook eens iets voor hem gevoeld hebt." „Ik?" riep Gussie nogmaals zeer luid. „En al had hij millioenen bezeten, dan zou ik hem nog niet genomen hebben, want zij waren immers toch slechts zijn eigen hoogwaarde persoon ten goede gekomen." „Laat mij daarvoor maar zorgen 1 lïet lie ve ding heeft een menigte zaken noodig en ik zal die voor haar uitzoeken! Die lieve, innemende glimlach! Een boschbloorn in een tuinperk verplaatst is dat niet poëtisch gezegd 1 Ik zeg jo, ik schrijf toch nrg ccd boek voor mijn dood." „Doe dat, maar ik wil er in voorkomen l" „Ik zal haar kleeren uitzoeken cn aller liefst tegen haar zijn." „Op haar kosten 1 Doch neen, nu doe ik jo onrecht, Netty; inhalig zijt gij immers nictl u zou dol gaarne eens haar uitzet zien. Zeker door do vrouw van den smid of dc zwijnen- hoodster vervaardigd 1" „Ötil, Gussie ;men hoort je immers door het gehcclo huis en daar is zo." Mevrouw Göring zag er in een donkerblau we alpacajajon, met een wit matroz nhoed je, volstrekt niet landelijk, maar bekoorlijk uit, cn stelde zich met van geluk stralende oogen, onder de hoede van haar geleidsters. Het was een heldere, zonnige morgen en on danks het vroege uur elf uur wemelde het in do Grafstonstraat van menschen, voornamelijk van dames, die, pas van een badplaats of uit het gebergte teruggekeerd, nu haar inkoopen voor herfst cn winter deden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5