No. 13141 LEIDSCH DAGBLAD. WÖËNSDAC 24 DECEMBER.
- TWEEDE BLAD.
Anno 1309'
Kersttonen.
FEUILLETON.
Peggy.
PERSOVERZICHT.
Is die hoop eeu illusie, on staat het inte
gendeel vast, dat de tij don, die wij beleven,
slechter zijn dan die er aan zijn voorafge
gaan en door nog slechtere zullen gevolgd
worden Is het waar, wat door sommigen
beweerd wordt, dat onder meer verfijnde
vormen de onderlinge vijandschap, vrucht
van onbevredigde zelfzucht, niet minder
slachtoffers zal blijven maken dan in tijdon
van een minder gemaskerd optreden! Is,
om een beeld te gebruiken, ons allen zoo goed
bekend, is liet Godsrijk, waarvan wij den
Stichter op Zijn geboortefeest hordenkon,
een fabel, en do voorstelling van het burger
schap van dat llijk een afdwaling van den
geest'?
Al leggen wij den vollen nadruk op de din
gen, die wij zien, en trachten wij geenszins de
beteekenis to verkleinen van de verontrusten
de verschijnselen van dezen tijd, wij behoe-
ven ons nog niet eens bezig be houden met
een onderzoek naar de verborgen krachten,
in de menschheid werkzaam, om tot de er
kenning te komen, door het aanschouwen
van do werkelijkheid, dat de zaadkorrel, in
den grond gelgd om te worden de boom,
die heel do menschheid onder zijn schaduw
herberg verleent, tot wasdom komt. Zoo het
waar mocht zijn, dat wellicht het kwaad zich
versterkt heeft door het gebruik van nieu
we wapenen, aan wetenschap en aan vlij
tige oefening ontleend, ook de reactie is veel
krachtiger geworden.
Het Oh rieten dom, onder wolken vorm hot
zich ook vertoont, mits slechts die vorm niet
het eenige on hot twisten over hot verschil
der vormen niet het hoogste worde geacht,
werkt door als hot geneesmiddel bij uitne
mendheid. Zelfs waar het dien naam ver
werpt, als eon begrijpelijk, maar niet te be
amen protest togen de misbruiken, welke
mon, ook al eeuwen achtereen, door dien
naam heeft trachten te bedekken, zelfs daar
oefent hot zijn werking uit, onweerstaan
baar, als de waterdroppelocn, die, in de sple
ten van het hardst gesteente dringende, dit
ton slotte in stof zullen doen vorkeeren.
Niet tevergeefs ruischen tegen het eind
van olk jaar de Kersttonen ons begon; cn
het is alsof zij ons zoggen willen; Ziet, hot
tijdperk, waarvan gij afscheid zult nomen,
hooft alweer veel teleurstellingen aangebo
den aan hen, die met verlangen uitzien naar
de zegepraal der hoogste wereldorde; maar
vast staat boven allen twijfel, dat het Gods
rijk van Vrede en Welbehagen er ia on dat
het zioh uitbreidt. Gij, met uw beperkten
blik, gij zoudt die uitbreiding wallen zien
en moten, gelijk gij op een kaart de vorde
ringen eens gewonen veroveraars aanstipt.
Maar deze overwinnaar heeft don tijd; niet
uw ongeduld bepaalt de snolheid van zijn
zegetocht.
Do menschen, die niet uitsluitend zioh be
zighouden met te strijden voor hun belan
gen en met te ijveren voer hun rechten,
maar die ook de belangen der broeders en
de rechten van hun naasten binnen den kring
van hun bemoeiingen brengen, zij worden
talrijker on sluiten zich beter aaneen. Hot
brutaal optreden van de machten der duis
ternis, van geldzucht en heerschzucht en ge-
woldenarij, het doet hun met meer kracht
do wapenen omklemmen om ze weerstand
te bieden. De harten verruimen zioh voor
het lijden, door onrogc' atige verhoudingen
in de maatschappij t weegg' bracht; het
denken richt zich op dc wegen, de handen
strekken zioh uit naar de middelen, om die
toestanden te verbotoren. Als dat geen open-
De Maasbode plaatste als hoofdartikel een
ingezonden stuk over Leiden en Brcu-
kelcn 1), getcekend dr. F. J. Nuyens. Hot
luidt als volgt (do noten zijn van dc Redactie
van De Maasbode)'.
De verkiezingen te Leiden en te Breukclen
voor de Provinciale Staton zijn voor
de Katholieken weder leerzaam geweest en
hebben un behartigenswaardige wenken ge
geven. Er blijkt namolijk uit, dat onder eom-
mige kiozers van rechts nog steeds neiging
bestaat in eon oud gebrek terug te vallen.
Met roden mocht worden gehoopt, dat ein
delijk eens het betere gevoel overheerschend
zou zijn cn voortgeworkt worden aan do be
vestiging der Christelijke meerderheid in de
Prov. fcjtaten, on daardoor middelijk aan do
vastheid der Christelijke Regeering.
Dat haat en hartstocht het vorstand ver
blinden, is ook hier weer duidelijk gcbloken,
en dat hieruit mettertijd nadeeligo gevolgen
voortkomen, is gemakkelijk te begrijpen.
Dat de Katholieke candidaat te Leiden
weer het kleinste aantal stemmen verwierf
moet noodzakelijk bij alle Katholieken ont
stemming veroorzaken, die allicht verflau
wen doet in den ijver om te zijner tijd naar
dc stembus op te gaan. Do rol van bedrogene
wordt niet voor onbopaalden tijd verdra
gen. 2)
Bij de verkiezing te Breukeion zijn waar
schijnlijk nog andere factoren in werking
getreden, die het getal Katholieke stemmen
minder deden wezen dan hot had kunnen
zijn. Wij mogen gerust veronderstellen, dat
vele Katholieken nog onder den indruk van
do bekende houding, door sommigo Katholio-
ken in 1901 bij de Kamerverkiezing aangeno
men, zijn weggebleven van de stombus om
hun ontevredenheid te laten blijkon. Dat die
indruk zoo sterk is geweest, dat de Katho
lieke Kiosveroeniging te Breukclen gedesor
ganiseerd is, dat daarvan liet verlies van oen
zetel voor dc rechterzijde het gevolg zoude
zijn, kunnen wij niet zoo grif toegeven. Wol
heeft de organisatie geleden (geen erger zaak
voor een leger dan desertie en verraad),
maar zij is zeer wol weer op normalen voet
te brengen, op twee voorwaarden.
Ton eerste, dat in dé toekomst worde vast
gehouden aan een Katholieke candidatuur
voor do Tweede Kamer en ook voor de Prov.
Staten Een andere tactiek zoude nu een
oapitulatio tegenover de andere partijen be-
tcckencn cn de kiezers voor een groot doel
lot werkloosheid doen overgaan.
Ten tweede voeling te houden met andere
Katholieko kicevereenigingen in districten,
waarin de Katholieken 1 de sterkste dor
Christelijke partijen vormen, om daardoor
tot een compromis te geraken in het stellen
van candidatcn cn do Katholieken beter tot
hun recht te doon Jtomen. Zonder die voor
waarden zullen er vele Kath. kiezers zijn,
die niet gezind blijken verder hun moeite
eu kosten te besteden ten bate van bondge-
nooten, waaronder er nog blijken to zijn,
wier goede trouw van geen goed Christelijk
gehalte is. Wij hebben reeds vroeger gezegd,
dat niet de organisatie alleen de zogo doet
behalen dit doet de discipline, deze geeft
den doorslag.
De Katholieken hebben mot hun minder
goede organisatie, maar goede discipline de
meerderheid der rechterzijde veroverd, de
,-antirev. met een goede organisatie maar min
deugdelijke discipline, zouden in staat zijn
1) Wij hebben dit artikel, hoewel we het
niet in alle bijzonderheden kunnen onder
schrijven, geen plaatsruimte willen weige
ren, daar het ons nuttig voorkomt, niet to
verhelen hoe in sommige Kath. kringen over
de onderhavige quaeetie gedacht wordt.
Uit het maken van zeer enkele kanttecke-
ningen onzerzijds worde niet afgeleid, dat
wij alle niet-betuttelde zienswijzen voor onze
rekening nemen.
2) Do Loidsche Katholieken zullen zich om
trent de gevoelens der chr.-hist. kiezers te
hunnen opzichte toch wel geen illusie hebben
gemaakt
liaar weder te doen verloren gaan. Zoo
als thans de verhouding nog i6, kan men
niet zeggen, dat zij geheel gezond is; ccn
kleine minderheid on verzoen lijken grijpt
naar de balans en dreigt die een verkeerde
richting te doen nemen.
Op den duur kunnen de Katholieken dit
niet als een normalen toestand aanvaarden
het zou do morecle Kracht en hot karakter
der kiezers bedorven cn dat dient verhoed
te worden.
Do rechtvaardigheid, dc billijkheid, dc ver
draagzaamheid bouwen op. het cischon van
voorrechten, de onbillijkheid, en on verdraag,
zaninheid breken af. En blijven do laatsten
heersclicn, mecnon zij de beslissing in handen
te bobben, dan zou eenmaal voor do Katho
lieken de tijd aanbreken, dat zij een besliste
houding moeten aannemen om niet het go-
hcelo politicko gewicht to verliezen, wat zij
thans bezitten. Zij zullen hoe langer hoe
mindor willen buigen voor den onwil
van een kle.ino minderheid; ten andero zon
den sommigen in de oude sleur willen door
gaan en dan zal de desorganisatie komen niet
in eon onkel, maar in bal van districten, en
de meerderheid der rechterzijde in gevaar
komen. Alle moeite, welke door de partijen
der linkerzijde gedaan wordt om verdeeld
heid te zaaien onder dio der rechterzijde,
is niet van zooveel boteekenis als de kwade
trouw, dio bij do laatste .verkiezingen te
Leiden cn te Breukclen haar rol weder ge
speeld heeft. De besturen dor A-R. kiesver-
eonigingen mogen goed gezind zijn, zoolang
zij hun volgelingen niet tot botere discipline
weten te brengen, zal hun ijver in woorden
niets afdoen.
Niet bij de Katholieken schuilt het gevaar
voor de verkiezingen van 1905, maar hij do
antirevolutionairen 1) en dat gevaar, zooals
blijkt, is verre van denkbeeldig.
Dit is con van de zwarte stippen aan den
politiekcn gezichtseinder.
De Economist zegt in zijn resumtie van
den stand der s u i k e r-q u a o s t i e, dat uit
hot feit der oppositie, welke do liberalen in
Engeland boden togen de goedkeuring der
conventie, niet mag worden afgeleid, dat
protectionistische promiopolitick, welke door
do conventie werd afgeschaft in dé contrae-
teerende landen, de instemming heeft der
opvolgors van Cobdon en Bright. Dc zaak
is eenvoudig deze, dat Engeland, zolf geen
suiker produocerend, en dus ook geen premies
vcrleonend, rechlstreeksch voordcol heeft van
de, dank zij den premien van het continent,
verlaagde suikerprijzen, cn alleen in zijn ko
loniën, vooral de W.-Indische, door die pro-
miön werd benadeeld. De als gevolg der con
ventie intredende stijging der suikorp rijzen
op dc wereldmarkt zal dus den Britschon
suikorconsument treffen, on dit directe na
deel woog bij de oppositie in het Engelsche
Lagerhuis zwaardor dan dc bolangen dor
W.-Indische koloniën, die bovendien reeds
door een gift uit de moederlandsche sohot-
kist zijn gesteund.
Wat do Noderlandscho Regeering betreft,
neemt De Economist het in elk opzicht
„kleine politiek", wat zij ter zake van den
accijns en de surtaxo aankondigt.
Hebben is hebben, denkt dc Regocring, on
krijgen do kunst; voor een proefneming om
door eon aecijnsvcrlaging, tot f 15 op f 20
bijv. op bet voetspoor van hetgeen elders
thans geschiedt, het verbruik van dit voe
dingsmiddel in ruimen kring te bevorderen,
wat weder aan de schatkist hot aanvankelijk
te lijden verlies gocddcols, wellicht zelfs go-
heel vergoeden zou, is zij niet te vinden.
„Wij weten niet" zegt de sohr. in De
Economist „wat haar tot deze boncpen,
ditmaal do suikerfabrikanteu cn de suiker-
consumenten gelijkelijk teleurstellende poli
tiek heeft gebracht. Dc loop der middelen,
die voortgaan boven verwachting ruim te
vloeion, kan het niet zijn. En evenmin blij
kens de bogrootingsdiscussie het streven om
dc ongelukkige tariefsherziening overbodig
1) Beter ware geweest: bij den nasleep
der a.-r., die eigenlijk tot de chr.-histori-
schcn moet worden gerokend, maar, bij ge
breke van pen oigon organisatie, in sommige
districten den a.-r. dikwijls tot dezer groo-
ten last als hinderlijke tros op de achter
hoede hangt.
tc maken. Ook daaraan houdt do Rege. ring
vast. Wij leven op financieel gebied nu een
maal in het tcekcn der indirecte belastingen,
Wat d surtaxc betreft, kondig; de Rcgeo-
ring haar verlangen aan, zicn by do wet te.
doen machtigen, om, op heb tijdstip, dat hiuu
raadzaam, en het bedrag dat, binnen do te
Brussel getrokken grenzen, haar oirbaar zal
dunken, tot invoering der surtax© Dij kon.
besluit over te gaan Nu, dat dit voorstel
het Staatsblad niet zal bereiken, waarop wa
gen wij het gerust te zijn. De Regeering, te
genover haar vrienden niet. flink de surtaxo
durvend wcigcrc-n, en tegenover haar l> -t rij
ders de surtaxc niet willende loslaten, heeft
gezocht naar eon tusschenwcg, welke echter
haar voerde tot een bepaling, welke niet
slechts vriend on vijand beiden onbevredigd
laat, maar, gelijk do Nieuwe Rotterdamschc
Courant reeds aanstonds opmerkte, metter
daad een poging moet hcetcn om het grond
wettig voorschrift, dat belastingen alleen
krachtens de wet worden geheven, te ont
duiken.
Of zal de Regeering zich verschuilen ach
ter do opmerking, dat een suikorsurtnxo
geen oent in de schatkist brengt en dus geen
belasting in den grondwettigen zin hooten
kan? Dc opmerking, al zou zij het voorstel
naar onze stellige verwachting niet redden,
is wat de premisse betreft feitelijk juist. Do
surtaxo ware een belasting, ten bote van par
ticulieren gohovcn, maar daarom toch een be
lasting, gelijk dan ook dfl invoerrechten nog
immer eon plaats in onze Middelenwet in
nemen. Het zou anders wel pikant zijn, difc
antwoord van dc Rcgeoring te vernemen en
daarmede van deze zijde do bevestiging te
ontvangen van hetgeen door do bestrijding
der suxbaxo herhaaldelijk daartegen is aan
gevoerd
Wat overigens deze kant der quaestie lx>-
treft moeten wij onzerzijds ten slotte verkla
ren door do mededeelingen van den heer
Heerma van Voss ter vergadering van do
„Vcrceniging voor de Staathuishoudkunde
en de Statistiek" van 22 November 1.1. bijna
bekeerd tc zijn. Van suikerfabrikanten, wior
naastenliefde» zoo ver gaat, dat zij aan con
currenten, die reeds vooraf verkl ard
hebben niet tc zullen producoeren, gel el
onverplicht daarna een uilkc. ng
doen, op den onkelen grond, dat zij iet
wcnschen te profitecrcn van het ongeluk dor
gozegde concurrenten, mag men niet ver
wachten, dat zij van een surtaxo gebruik
zullen maken om ten nadeclo der verbruikers
do prijzen op te voeren. Zóóveel mododoogon
tegenover concurrcntio.doet nog grooter wel
willendheid tegenover de afnemers onderstel
len I Wij zouden dan ook in de surtaxo wil
len borusten, ware het niet, dat liet humaner
voorkomt do hoeren niet in verzoeking to
brengen, om tegenover den suikorconsument
mindor liberaliteit te betrachten, dan tegen-
over den suikcrconcurrcnt.
De Nieuwe Courant heeft reeds ccn paar
malen er van gewaagd, dat do v r ij z i n-
n i g-d emoe rate n „hot dog rua vojj
don klassenstrijd" huldigen.
Het Sociaal Weekblad verzet zich bc&cn
die uitdrukking, cn noemt hot verkeerd, dat
een eerlijk denkend orgaan van het politie
ke leven den vrijzinnig-democraten dezen
onzin aanwrijft. Hy meent to moeten zog- 1
gen:
„Indien liet woord „klassontilrijd" ons
do boteekenis had van den klassenstrijd der
socialisten, den strijd op leven cn dood van
kapitalisten cn pioletariërs, als een histo
risch product der mnateohappolijke ontwik-
koling, dan zou, bet spreekt vanzolf, „tem
pering van den klassenstrijd" niet anders
zijn dan onzin. De klassenstrijd dor socia
listen is met te temperen. Hij moet noodza
kelijk ongebreddeld voortwoeden tot dc over
winning van liet proletariaat.
Reeds meermalen is ook onzerzijds aange
toond, dat dm socialistische beschouwing
van onze maatschappij con prinoipicclo fout
is. On» maatschappelijk lovon is te verschei
den, dan dat liet op die wijze zioh zou laten
indeolon en vorklaren. Telkens konion an
dore groepen van belangen m<it elkander in
botsing. Die botsingen zijn, ook door do wet
geving, te verkleinen in getal, tc ontdoen
van de hoftighoid. In dion zin is de Mpu-
aonstrijd te temporen."
De jaren schakelen zich aaneen tot
eeuwen, de geslachten der mensobea volgen
elkander op, en altijd blijft hetzelfde onbe
vredigd verlangen naar geluk, naar rust,
Baar vrede hen vervullen met weemoed.
Het kon zoo heerlijk wezen, het leven hier
beneden, en het is vaak too droevig. Niet
wogons de rampen, dio een Hoogere wilsbe
schikking oplegt: wie gelooft aan een on
eindige Liefde, en vertrouwen stelt in de
leiding der Vaderhand, heeft geleerd, er
zich aan tc onderwerpen zonder morren. En
bovendien, als de kinderen van éón huisge
zin elkanders lasten dragen, elkanders
krachten schragen; als de warmo hartslag
eonor opreohte deelneming troostend zich
voelen laat, dan kan ook bet smartelijkst
lijden de ziel niet ter neder drukken.
Doch do eene mensoh is de gol uk verstoor
der van don anderen. Niet naast elkander
©m to steunen, maar tcgenovor elkander om
ieder het zïjno to vermeerderen, staan zij als
in een worstelperk. Er wordt strijd go-
voerd op elk gebied, de overwinnaar van
heden is de verslagen© van morgen. Do aan
trekkingskracht van het stoffelijk bezit is
zoo groot, de lokstem van eer en aanzien is
zoo onweerstaanbaar, dat de begcerigom ver
dringen wie hun in den weg staan, en in de
wilde jacht naar deze goedcron er niet aan
denken, of niet een modedingor onder do
voeten raakte
Zoo ie het altijd geweest, zoo is het geble
ven tot op don dag van hedon. Het egoïsme
wijzigt zijn gestalte naar don geest der tij
den, vertoont zich in het kleed, dat voor hot
oogenblik het meest behaagt, maar treedt
immer op als dwingeland, die do menschen
Blaat in do boeien van zijn heerschappij, te
gelijk hun kracht tot verzet verlammende.
Het is dezelfde booze macht, die in kleine
kringen de menschen doet kijven om den
voorrang of elkander doet haten om een be
zit van betrekkelijk goringe waarde, maar
dio ook in de wereld der staatkunde de oor
logen verwekt met al de gruwelen, waardoor
zij zich bij toeneming kenmerken.
En toch, er leeft cn werkt in do mensch
heid een kracht van homolsohen oorsprong,
die haar belet zich daarbij neder to loggen.
Niet met do doffe berusting in het feit, dat
het zoo is, en dat het verstandigste wat men
nog doen kan is mededoen, ton einde ook
voor zich een aandeel te bekomen van den
buit, niet mot do betuiging van onmacht
is het laatste woord gezegd. LangB den
weg dor geschiedenis van liet menschdom,
waar zeor voel duisternis den blik verhin
dert door te dringen, zicn wij toch een lijn
van lichtondo punten, en het schijnt ons toe,
dat deze helderder worden naarmate die
weg zich verlengt in de richting van
het heden. Dat kan toch geen inbeel
ding zijn? En, do opnieuw intredende
feestdagen brengen hot ons in herinnering,
te midden van die vonkjes flikkert en vlamt
hot groot© licht, ontstoken door don Ecnige,
die meer dan wie vóór of na Hem do dragers
zijn geweest der Godsgedachte, de mensch
heid geleid heeft naar het onfeilbaar red
dingsmiddel uit de slavernij der zelfzucht.
Het Kerstfeest komt op den juisten tijd
ons dat alles weer voor den geest brengen.
O zokcr, 't zijn geen nieuwe dingen die het
ons zogt; geen verrassende ontdekkingen,
waarvan het ons deelgenoot maakt. Het Eero
zij God in don Hooge, Vrede op aarde, in dc
menschen een Welbehagon, wij behoeven
geen moeite meer te doen om het te onthou
den, want het klonk ons in de ooren, sinds
de eerste kinderjaren, gelijk het ons zal ver
gezellen tot aan 's levens einde. En vele jaar-
honderden. in evenveel talen als er gespro
ken worden in de vele landen, waar de Evan-
23)
t,Aoh, mijn lieve mevrouw Göring, schrik
maar nriet, dat ik zoo onmonoohelijk vroeg
kom 1 Ma als oude vriendin van uw man
mag ik mij wel iets veroorloven, en ik wildo
u tooh het allereerst begroeten on u vragen,
waarmee ik u hol pen kan."
„Zeer vriendelijk van u", antwoordde
Peggy, ,.©n ik zal u zeer dankbaar zijn voor
eenige inlïahtimg,"
„Eerst wil ik u echter aam mijn nicht
voorstellen: juffrouw Augusta Little, onder
vrienden „Gussie" genoemd. Denk er om,
dat gij van ons beiden ndot de een zonder de
ander moogt inviteeren."
„Namolijk, totdat men mij uitgehuwelijkt
heeft", merkte de jufrouw op, terwijl zij
Peggy's hand als in een schroef omklemde.
Zij was een sierlijk dametje met schitte
rende donkere oogen, een breeden stomp
neus en prachtige tarnden; haar bijzondere
roem bestond daarin, dat in geheel Dublin
niemand zoo luid laohte als zij. Peggy vond
haar betoovorend In haar keurig najaars
toilet.
Zijzolve maakte op do dame©, mot haar
lieven, schuchter on glimlach, den kinderlij
ken eenvoud en het frisscho rozige teint
een allergunstigaton indruk. Deze onschuld
van het land aan zich te boeien, als de in
tiemste vriendinnen van dit jong, argeloos
wezpm op te treden, kon de eig$n ietwat ver
welkte jeugd en deugd slechts tem goede ko
men. Mevrouw Catch pool was de eohtge-
gelieprediking is doorgedrongen, wordt het
gehoord en verstaan, wordt het opgevangen
als een regendroppel in dorstenden bloem
kelk, wordt het nagesproken als ccn uitdruk
king van hoop op betere dagen.
noot© van een veel ouderen wolgostolden
koopman, die zeer doof waa en benovens zijn
zaak slechte één hartstocht bezat en wel het
verzamelen van oude gravures en antiek
zilverwork. Zij bezat eon mooi huis, zag vele
menschen bij zich em kleedde zich bijzonder
opvallend. Bonovens eon goed gezond ver
stand bezat zij een scherp oog voor geeste
lijke en lichamelijke gebreken vam haar me-
demensohen; zij kon oen geheel gezel sell ap
amuseeren. Op haar gedrag wae naete be
paalds aam te merken; zij werd ook in hei
slot ontvangen en toch hielden de werkelijk
voorname menschen zioh op een afstand van
haar, wijl zij voor onbescheiden en onkiesch
doorging.
De kleine soupers van mevrouw Catehpool
waren berucht vanwege hun gebabbel, uit
gelatenheid en speelwoede Z.j had steeds
minstens twee hofdames bij zdch, die haar
smaak en haar neigingen deelden, woonde
allo wedrennen bij en liet zioh geca gelegen
heid tot wedden ontgaan.
Ondanks haar goede keuken en vele uit-
noodigimgen, was de dame langzamerhand
trede voor trede van de maatschappelijke
loader afgegleden, wat fcen gevolge had, dat
haar vroegere vrienden dikwijls over haar
scherpe tong gingen. Zij had in het begin
gedacht, dat een mooie, welgestelde, goed
gekleede vrouw rich in Dublin allee kon ver
oorloven, en dat was een groot© dwaling ge
weest. Eerst had men wel haar excentrici
teit vermakelijk gevonden, maar spoedig
had het blad zich gekeerd; in plaats, zooals
zij gehoopt had, daardoor don toon Ln de
voorname kringen aam te geven, zette men
haar den stoel bij de deur.
Zoodra zij dit had ingezien, liet zij alle
égards varen. In den laatsten tijd was zij
baringen zijn van het bestaam van het Gods
rijk, geen profetieën, die van Vrod em van
Welbehagen gotuigem, wat zijn hot dam?
haar wel vrije, maar geïsoleerde positie
moede geworden en deed zij wanhopige po
gingen, om weer bodem to veroveren. Zij
was onvermoeid in bezoeken bij nieuwe be
woners, maar deze werden van andere kan
ten gewaarschuwd en stolden zich tevreden,
met haar bezoek door kaartjes te beantwoor
den; voor haar verleidelijke invitatie® weid
beleefd, maar beslist bedankt.
Deze jomge vrouw had echter van niemand
ecm wenk gekregen en moest op de „lieve
jongens", dcc mevrouw Catohpool's intieme-
ren kring vormden, verrassend en boeiend
werken. Zoo moest dam Peggy, het onerva
ren, onschuldige, schuchtere landkind, on
der mevrouw Catchpool's vlag in de groot©
wereld gebracht worden.
Vijftiende Hoofdstuk.
„Ik ken dit huis vam oudsher," merkte
mevrouw Catehpool, in de kamer rondkij
kend, op, „en kan u precies zeggen, hoe-
vele stoelen wrak en welke pooten vam de
sofa aangelijmd zijn. Ik ben hdor zeer dik
wijls bij de SLappertons geweest. Maar waar
is het oude kamersaherm gebleven
„Zij hebben het misschien i ?egonomem
riep juffrouw Gussie met een lachtrillcr
van hrjt raam.
„Een paar kamerschermen moot gij echter
hebben, mijn lief, jong mevrouwtje," ver
klaarde mevrouw Catehpool met nadruk,
„er. eenige staande lampen met roeokappen;
mij t©m minste riet gij 's avonds niet bij u
zondor rose licht 1"
„Waarom dat?" vroeg Peggy, schuchter
glimlachend.
„Gij lieve onschuld 1 Wijl alleen rose-licht
flatteert. Wilt gij vam morgen ook uit
gaan f'
„Ja, maar er ia immers gecm haast bij;
ik heb slecht® een paar oommiseies te doen.''
„Dan gaan wij met u, en wel tfcraksl Al
tijd namelijk, als gij het aangenaam vindt?"
„Ach, en hooi Ik had echter niet durven
wagen, u daarom te verzoeken," verzekerde
Peggy n>t een dankbaar hart.
„Beschik als 't u blieft over mij als weg
wijzere», raadgeefster en vriendin I Ik ken
Dublin in- en uitwendig en kan u haarfijn
zeggen, waar gij alles bel best kunt k.ijgcn,
van uw brood tot aan uw baljaponwien
gii kennen moet en wien niet, waar gij ge
zien moet worden cn waar niet", zeide me
vrouw Catehpool.
„Hoe vriendelijk van ui"
„Dat ik mij zelf genoegen verschaf I Mag
ik u van middag in het rijtuig afhalen naar
het polospel?"
„Dank u wel; mijn man wil mij er heen
rijden."
„Ach zool Natuurlijk, gij zijt zeker op-en-
top oen tortelduivenpaar Taffy Göring als
getrouwd man, een voorstelling om dood to
lachen I Kom, hartje, zet dadelijk uw hoed
op, dan zal ik u in de eerste plaats de Graf-
tonstraat laten zien, waar wij waarschijlijk
eenigen der mooiste meisjes cn knapste man
nen van de wereld zullen ontmoeten
„Is zij niet allerliefst?" riep juffrouw
Gussie, toen Pcggy nog nauwelijks dc deur
achter zich had toegetrokken. „Ziet er nau
welijks ouder dan zeventien jaar uit cn is
even onschuldig als men heiligen schildert!
En dat een vrouw voor Taffy Göring! Die
zal wat beleven, als het verguldsel afslijt?'
„Hoe meent gij dat?"
„Wel, als zij zijn zelfzuchtig karakter leert
kennen I"
,8til, de muren zijn hier zeer dun 1 Herin
ner je, als 't je blieft, dut gij ook eens iets
voor hem gevoeld hebt."
„Ik?" riep Gussie nogmaals zeer luid. „En
al had hij millioenen bezeten, dan zou ik hem
nog niet genomen hebben, want zij waren
immers toch slechts zijn eigen hoogwaarde
persoon ten goede gekomen."
„Laat mij daarvoor maar zorgen 1 lïet lie
ve ding heeft een menigte zaken noodig en
ik zal die voor haar uitzoeken! Die lieve,
innemende glimlach! Een boschbloorn in een
tuinperk verplaatst is dat niet poëtisch
gezegd 1 Ik zeg jo, ik schrijf toch nrg ccd
boek voor mijn dood."
„Doe dat, maar ik wil er in voorkomen l"
„Ik zal haar kleeren uitzoeken cn aller
liefst tegen haar zijn."
„Op haar kosten 1 Doch neen, nu doe ik jo
onrecht, Netty; inhalig zijt gij immers nictl
u zou dol gaarne eens haar uitzet zien. Zeker
door do vrouw van den smid of dc zwijnen-
hoodster vervaardigd 1"
„Ötil, Gussie ;men hoort je immers door
het gehcclo huis en daar is zo."
Mevrouw Göring zag er in een donkerblau
we alpacajajon, met een wit matroz nhoed
je, volstrekt niet landelijk, maar bekoorlijk
uit, cn stelde zich met van geluk stralende
oogen, onder de hoede van haar geleidsters.
Het was een heldere, zonnige morgen en on
danks het vroege uur elf uur wemelde
het in do Grafstonstraat van menschen,
voornamelijk van dames, die, pas van een
badplaats of uit het gebergte teruggekeerd,
nu haar inkoopen voor herfst cn winter
deden.
(Wordt vervolgd.)