RE. 13126. Teleurgesteld 1 Max je Volkmann is veel veranderd den laatsten tijd, opmerkelijk veranderd. Sedört eenige weken is liij niet meer van het gym nasium thuis gekomen mot zijn boordje en das in den zak, in plaats van om den hals. Op desbetreffende aanmerkingen van zijn moeder bad Max vroeger altijd hetzelfde antwoord: ..Het boordje zat mij zoo nauw, en of ik zoo n ding om hel) of niet, is toch ook precies hetzelfde!" Niet alleen, dat Max nu steeds heb na-uwe ding om zijn hals duldt, hij merkt het zelfs ook op, als do strijkster boordjes en man chetten niet in onherispelijkcn toestand af geleverd liceft, en Jnj kan bij ontdekking van een vlekje le keer gaan. alsof hij minstens papa was. 's Morgens bij het aankleeden overlegt Max ernstig bij zichzelven. welke das hij zal omdoen, cn dikwijls sluipt hij heimelijk naar inama's toilettafel oin wat odeur op zijn zakdoek te doen. Max 16 ij del geworden. Wat alle verma ningen van zijn beste moeder, alle ernstige berispingen van zijn strengen vader over Max' slordigheid niet haddon vermocht, was bereikt door het bestaan van Liddy Sboin- rück. Dat wil zeggen, Liddy Steinrück was er altijd al geweest. Zij was in de stad op gegroeid en dagelijks Max op zijn weg naar school tegengekomen. Maar tot voor eenige weken was Liddy den gymnasiast even on- verscliillig geweest als al de dwaze meis jes". Hij bad zich al dikwijls met mannelijk meerderheidsgevoel afgevraagd, waartoe eigenlijk dit soort schepsels geschapen was. Toen echter was er iets hoogst wonderbaars gebeurd. Op een heerlijken morgen ging Max zijn gewonen weg naar het gymnasium. En toon gebeurde het. De kleine Liddy, haastig loo- pende. kwam hem tegen. Max wou haar juist met een onverschillig gezicht voorbij gaan, voor zoo'n meisje te „doppen" kwam niet in hem op toen Liddy's in perkamentpapier gewikkelde boterham op den grond viel. Max blijft staan, een seconde dan bukte hij zich en reikte met een vuur rood gezicht Liddy het pakje aam Zij nam het met een verlegen knikje aan en fluister de nauwelijks hoorbaar: „Ik dank je zeer." En hij stond heel dicht bij haar en zag haar groote blauwe oog en met donkere wimpers en haar blozende wangen. En toen nam hij zijn petje af en maakte een soort van bui ging, die intusschen meor leek op een spier- verrekking. Liddy knikte weer en daarna ging ieder verder. Na eenige stappen draaide Max zich orn en zonderling, bootst zonderling Liddy deed juist, hetzelfde. Hun blikken ontmoet ten elkaar, hun hoofden werden nog rooder, en toen was liet gebeurd: Max had in deze seconde doorgrond, waarom de „kleine meisjes?" op de wereld zijn. En van dezen morgen af werd Max ijdel, hechtte hij groote waarde aan zijn uiterlijk, en ging liij heime lijk naar mama's odeurfleschje. Op dit beslissende oogenblik volgde een heerlijke tijd Toen Max den volgenden, mor gen Liddy in de verto zag aankomen, begon zijn jonge hart onstuimig te kloppen, eii toen zij elkaar genaderd waren, nam hij heel eerbiedig zijn pet af. Eu Liddy beantwoord de blozend zijn groet met een sierlijk knikje. Maar vandaag was zij niet alleeai. Zij liep tusschen twee vriendinnen in, en deze beide meisjes waren zóó verbaasd over Max7 groet, dat. haar de mond bleef openstaan, tot Max heolemaal voorbij was. Max draaide zich ook nu nog eens om, maar Liddy deed het niet. Natuurlijk niet, zij was immers niet alleen. Hij was evenwel zoo ook al tevreden; van achteren zag Liddy er ook zoo aardig uit met haar dikke blonde vlecht op den rug. Et was stellig geen liekoorlijkor meisje op heel de wereld 's Namiddags, het was Woensdag, sloeg Max, onder voorwendsel van hard te moeten werken, een voorstel van zijn besten vriend af om samen wat naar buiten te gaan: een poosje later ging hij alleen uit en richtte zijn schreden naar de straat, waarin Liddy's oudea's woonden- Tegenover het huis kwam een steeg op de straat uit, die steeg liep liij wel tienmaal op en neer, schuw als een mis dadiger naar de ramen kijkende. En wat een geluk! „Zij" werd zichtbaar, ,,bij" groette en „zij" beantwoordde zijn groot met een vriendelijk knikje! Dronken van zaligheid ging Max terug naar buis. Zoo bleef het nu geruimen tijd- Tot de dansles naderde. Voordat Liddy's boterham op den bewusten morgen op den grond ge vallen was, had Max zijn moeder, zoo vaak or sprake van de dansles geweest was, met nadruk verzekerd, dat hij er niet aan dacht ze mee te maken. Hij hield niet. van zulke „dwaasheden" en zoo'n „gehuppel" diende ook nergens toe. Nu echter begon In j op een avond in schemerdonker met ietwat ofazekere stem„Mama, men moet zich nu voor de dansles aangeven- Omdat u en papa er zoo vóór zijt, heb ik besloten, ze toch maar mee te maken." Mama glimlacht heimelijk en zegt: „Wat ben jo toch een goedo jongen. Maxje, dat je ons dat offer brengen wilt. Maar je moet je om ons geen dwang opleggen. Als je met leeren je best maar doet, zijn papa en ik al tevreden." „Jawel, mama. maar eenmaal moet het toch wezen, en het. volgende jaar zal ik mis schien zooveel tijd niet hebben." „Nu, als het zijn moet. jongen, zal ik er met papa over spreken." En mama sprak met papa, en bij dit ge sprek lachten de ouders hartelijk. En ver volgens sprak papa met den rector van het gymnasium en op een morgen aan de koffie zeide hij: „Zeg, jongen, ik heb met den rec tor gesproken en hij beeft er niets tegen, dat jo naar de dansles gaat. Hij meende, dat het maar het best was, alle kinderziekten voor de hoogste klasse door te maken." Max was zoo gelukkig, dat hij de „kinder ziekten" stilzwijgend op den koop toenam. Nog denzelfden dag bestelde hij vijftig vi sitekaartjes. Door middel van een dezer kaartjes, waarop in de modernste letters de gewichtige naam Max Volkmann go- drukt stond, gaf hij zich aan voor de dans les. Een tweede kaartje diende voor een hoo- ger doel. Hiermee „engageerde Max in hoffelijke woorden juffrouw Liddy Stein rück voor de dansles. Dat was zoo het g®- bruik in de stad. Iedere jongen, die zich zelven respecteerde, zorgde er al vóór het be gin van den cursus voor, dat. hij een van do „goede" dames kreeg, om later niet itet „overschot" voor lief te moeten nomen. Dat Liddy de beste dame van de heclc dansle* zon zijn, stond vast bij Max. Walter Fri.'d- berg hield wel is waar Ann eken Hammer voor de mooiste, Otto Lang beweerde, dat WaLly Kohlmann beslist dc „star van den cursus zou wezen, maar Max wist liet beter Hij riohtte dus zijn naamkaartje met do ge wichtige vraag tot mejuffrouw Liddy Stein rück, en vertrouwde hot mni een kloppend hart toe aan de post. Per keorendc post kwam er ecu lang, sinai briefje, dat in sierlijk steilschrift was ge adresseerd aan don heer Max Volkmann. Het cbiïvvft bevatte een alleraardigst ivoor kleurig visitekaartje, en onder den naam in drukletters stond jd hetzelfde sierlijke schrift te lezen: „heeft de eer, n mede t® declen, dat zij luet vriendelijk engagement gaarne aazmeemt." Wat een zaligheid, MaxjeTerloops rij op gemerkt, dal; Max het in den laatsten tijd onaangenaam vindt, als iemand hem Maxje noemt. Alleen zijn moeder mag het nog wel doen, namelijk als er niemand bij ia Zij is ook zoo lief nu, zijn moederzij hoort luum altijd weer geduldig aan, als hij haar vun Liddy vertelt, en zij leert hem zelfs don walspas, dien kij eerst maar niet te pakken kon krijgen. Als de groote dag daar is, do dag der voorstelling, de eerste gemeenschappelijke dansles, is Max al ee>n heel goed danser. O, deze voorstellingBen end staat Ma* tegenover haar; eindelijk is het groot» oogenblik gekomen, dat hij het wagen mag, het eerste woord bot haar te richten. Do mu ziek begint den eersten dans to spelen. Aar zelend gaat- Max c*p Liddy loe, en na een diepe, onberispelijke buiging voelt hij haar hand in de zijne en geleidt hij baar in de» kring. De eerste dans tax verder alle iran- Caises en quadrilles zijn voor den beer, dj® zijn dame besproken heeft. Nu staat Maxje, nadat de eerste rondt voorbij is, naast haar en mag bij met haar praten. Het is vreeselijk, dat hem nu juist niets geschikts invallen wil! Daar ontdekt' hij tot zijn geluk een roos in haar ceihtung' cn die helpt hem op weg. „O, wat een mooie roos! U houdt zekef veel van rozen zegt hij hakkelend. Waarop Liddy blozende en met oen aller liefst glimlachje antwoordt: „O ja, ik houd' van allo bloemen veel." Nu is bet ijs gebroken, de verlegenheid, wijkt en al gauw babbelen zij er samen lustig op los. Elke week is er dansles. Maxje Volkman» is in den zevenden hemel, en er is voor her» maar één engel in dezen hemelLiddy. Zelfs den langen Müllerr, die zich als iemand uit de hoogste klasse inbeeldt, de eerste rol ta

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 9