LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 6 DECEMBER. TWEEDE BL.AD.
PERSOVERZICHT,
No. 13126
Anno 1903
De Arnhemsche Courant zegt: Met het ver
lies van den Lei-dschen zetel voor de
Christeiyko meerderheid ls er een steen los
geraakt in het fondament, -waarop 24] rust.
Voorts gaat het blad na wat De Standaard,
'„die zich bedwingt", zegt, wat Eet Centrum
„op minder zoetsappigen toon" spreekt en
\wat De Tijd oordeelt, om daarna eel/ te
«eggen
De ontstemming der bondgenooten is zeker
Alleszins verklaarbaar. Maar wat wil men De
Chiisteiyk historische party zit nueeDmaalop
het midden van de wip en wil daarvan toch
natuurjyk ook pleïzier hebben. In 1901 werd
1897 verloochend om naar rechts don door
slag te geven, en zal zy van haar positie
party trekken, dan moet zy natuuriyk weder
eens naar links springen. De Tijd doet niet
voorzichtig haar „onbeduidend" te noemen,
want zo mocht eens langer „gepiqueerd"
.blijven dan wenscheiyk is om haar bU de
volgende verkiezing weer naar rechts te doen
overspringen. Integendeel, veel verstandiger
1 is dan De Standaard om'liet foit maar alleen
te constateeren: immers de Christeiyk-histo-
tfiacben liooren naar hun natuur toch in don
Conservatieven hoek thuis I
De Nederlander, voor wie trouwens het
•geval nogal lastig is, omdat zy den anti
revolutionairen candidaat aanbeval tegen de
Leidsche kiesvereenigmg, die tot onthouding
besloot, zwygt1). Het relaas van het triomf
feest voor prof. Van der Ylugt in „Zomerzorg"
neemt zy mtusschen zonder commentaar uit
l,de Nieuwe Kotter darnschc Courant over. Toch
ook wol niet om den bondgenooten pleïzier
te doen?
Dc Hollander zegt onder het hoofd „Geen
(verrassing:"
•Niemand zal over den uitslag der Leicl-
pohe verkiezing verwonderd zijn geweest.
ImmerB ieder wist wol, dat het na do liou-
tLmg den- ,,Christolijk-hnAorischen" een dub
beltje op zijn kant zou wezen voor Van der
•Ylugt en voor De Lange.
Hoi dubbeljo is nu zoo gerold, dat prof.
Van dear Ylugt word gekozen: maar met een
meerderheid van 11 stemmen.
Hoo Leiden voor lo o p i g voor ons ver
loren ging?
Om drie redenen.
Ton eerste om do houding der Christelijk-
historischen, zooals wc reeds zeiden. Het is
gebleken, dat do meerderheid van hen go-
woon Bronsveldiaansck zijn. Zelfs weigerden
zij om één der hunnen door den steun der
'onzen en der roomsch-katholieken voor do
[Staten to verkiezen in dc vacature-Van Kem
pen.
Ten tweede, omdat Prof. Van d.r Ylugt
$en man is van Nederlandsche vermaarJ-
lheid, geacht en hoog aangeschreven in heel
j Leiden. Ware hij in 1897 en in 190i candi-
idaat geweest, de heer Van Kempen zou niet
ónwaarschijnlijk niet gekozen zijn en zeker
amper do meerderheid hebben verkregen.
Ten derde is do heer De Lange wel zeer ge
waardeerd als raadslid en als practisch man
door heel Leiden; dooh hij had het .onge
luk" gereformeerd tc zijn, terwijl hij natuur
lijk in wetenschappelijke kenni6 achterstaat
Lij den professor.
En ten vierdede heer Van der Ylugt had
zich aangediend „als tc gcloovcn in den le
venden god"terwijl de Nieuwe Rotterdam-
1sche Courant van hem vorklaarde, dat hij
ook wol onder de Ohristelijk-historisohen
ikon worden gebracht.
In een kruiskopje „De tijdmeting" zegt
Dc Maasbode:
Mr. Druckor bracht in de Kamer een
jeenvoudigen wensch ter sprake. Maar een
(wensch, waarmee hij ongetwijfeld hot stil
(Verlangen van honderd duizenden heeft ver-
tolkt.
I Groningen's afgevaardigde drong aan op
wettelijke irTvoering van do eenheid van
II ij d.
Deze is inderdaad noodig.
I Heb rekenen met twee tijdaanwijzingen
{dient tot niets, geeft veel last en omslag, en
(maakt ons tot een mikpunt van spot in het
(buitenland.
Duitschö reizigers die hier te lande zaken
(komen doen, rekenen met drie tijden: deD
1 middeii-Eupopeeschen van hun horloge, den
I Amsterdamsohen van onze kerktorens en den
i Greonwich-tijd van de stationsklokken.
Do ondervinding heeft bewezen, dat ons
volk den Engelsclien tijd niet wil.
Waarom kunnen we niet den goeden Am
sterdam schcn tijd óók weerom krijgen voor
het spoorwegwezen, den eenigen uitbijter?
Laten wc nationaal zijn in alles!
Bezwaar steekt er toch niet in, d. t de Brit,
liier te lande passagierend, evengoed als de
jDuitschcr bemerkte, hoe wij een nationalen
tijd hebben, waaraan we ons houden dur-
<ven 1
Ten slotte is het publick er toch niet
voor dc spoorwegmaatschappijen, maar zijn
/deze er voor het publiek.
En het openbaar vervoer dient zich te re-
gelen naar den geest der natie.
Men kan zich herinneren hoe onlangs in
ons Overzicht eenigc woorden van den heer
Kerdijk geciteerd werden, waarin werd ge
wezen op do moeilijkheid om den school-
li o o x d e n een klas te geven zoolang er
nog zoovele onrijpe onderwijzers zijn,
iwaanncdo do heer K. di jeugdige onderwij-
De Arnhemsche Courant kon Datuurlijk uiet
weten, dat De Nederlander lieden zeggen zou:
„In Leiden bleef de candidaat der rechterzijde
enkele stemmen beneden zijn tegenstander. En
boewei in den uitslag, de bijkomende omstandig
heden in aanmerking genomen, geen zweem van
jeen verminderd vertrouwen in het Kabinet ïïgt,
bovendien do verkiezing van een buitengewoon
begaafd man als prof. Van der Vlugt allicht tot
jDeruating stemt, zoo is toch de nederlaag van
:oen rechfschen candidaat des te pijnlijker, nu blijkt,
aat zeer onpolitieke overwegingen ton slotte den
«oorslsg hebben gegeven". [Red. L. D.\
zers aanduidde, die nog niet de hoofdakte
bezaten.
Dc Standaard vraagt nu: Als die onderwij
zers niet rijp zijn, wie zijn dan wel rijp 1 Op
20-jarigen leeftijd kunnen de onderwijzers de
hoofdakte „halen". Zijn ze dan rijp? Op 25-
jarigen leeftijd mogen zij meekiezen; zijn ze
dan rijp Maar kinderen opvoeden is moei
lijker dan een lid voor de Tweede Kamer kie
zen. Daar is ervaring levenswijsheid, ook
ecnige practischc kennis toe noodig. Wan
neer zullen zij in die afdeelingen rijp wor-
en, en hoe? Hoeveel zal die school met al
die rijpe onderwijzers kosten?
Het blad eindigt dan
„En is dat alles nu heusch noodig voor de
practijk
Wij meenen, dab we hier weer met een van
die overdreven theorieën te doen hebben,
die inderdaad de school niet helpen.
Reeds het loutere bezit van do volledige
bevoegdheid plus levenservaring en levene
wijsheid kan niet batenzij moeten ook wor
den toegepast op de schoolden onderwijzer
moet de zeer bijzondere gave eigen zijn, met
deze schatten tot heil van de jeugd te woe
keren; en die gave is evenmin het eigendom
van dc jeugd als van de grijsheid, hoewel wij
toegeven, dat ze meer aan den gevorderden
leeftijd eigen is.
Men heeft dus de kans, dat men met een
leeftijdsgrens niet bereikt; ieder, die geen
vreemdeling is, weet trouwens uit ervaring
wel, dat er ondorwijzors zijn, die, al doen ze
nog zooveel ondervinding op, toch nooit in
don goeden zin op do school thuis raken.
Terwijl er daarentegen tal van jeugdige on
derwijzers en onderwijzeressen worden ge
vonden, dio zelfs zonder „volledige bevoegd
heid" in hoogc mate de gaven bezitten, op
de school onmisbaar.
Do gansche leeftijdsgrens zegt dus weinig
of niets.
Op onze gewone lagere school, de ervaring
heeft het ruimschoots bewezen, kunnen leer
krachten van 18 jaar cn den daaraan gren-
zendon leeftijd uitnemend met vrucht werk
zaam ziju.
Men late zich tot niet enkel belieerschcn
door allerlei schoonklinkende theorieën, die
vaak in de practijk geen stand kunnen hou
den.
Goede scholen on voortreffelijke onderwijs
krachten, dio hebben wo natuurlijk noodig;
wo kunnen ze niet missenmaar of de weg,
door den heer A. K. aangewezen, een goede
is, of hij niet leidt tot zware financieelc las
ten, die toch geen bate beloven, is zeer dc
vraag. Een practisch man zou niet gaarne
dien weg opgaan."
Hot Weekblad van het Rechthoewel van
redactie veranderd, is even ingenomen ge
bleven met het plan der Rogcoring, om dc
jaarweddon van de rechters In dc
Ilottordamsohe en Amsterdamsche rechtban
ken bij partieel© rogoling tc vorhoogen, nu
de aJgehcelo regeling nog wol langen tijd
zal moeten uitblijven.
Do redactie, ook dc argumenten voor de
verhooging met den Minister dealende,
maakt eonige aanmerkingen op hetgeen in
het Voorloopig Verslag aan de Tweede Ka
mer wordt aanbevolen.
Dat or door hot ontwerp van don Minister
afgeweken wordt van hot stelsel, dat rech
ters van hoogeren rang hooger moeten bezol
digd worden dan die van lage ren rang, en
dat voor deuzelfden rang hotzolfdo trakte
ment geldt, aoht het weekblad geen groot
bezwaar: zóó is men niet aan een stolsel ge
bonden on daarvoor de verhooging to noe
men „plaatselijke Joelage", zooals hot V. V.
wil, vindt do redactie onnoodig. Wel zou
daarvoor reden kunnen bestaan, bij do stel
ling in hot V. Y. aangenomen dat alleen
door dit middel d verhooging buiten in
vloed zou blijven op de pensionneering,
doch dit geeft de redactie niet toe:
Art. 12 der Wet van 9 Mei 1890, Stsbl.
No. 78, volgens den door latere wetten gewij
zigde® tekst bekend gemaakt bij K. B. van
10 Augustus 1898, Stsbl. No. 198, zegt, dat
onder weddo of bolooning worden vorstaau
a.lle inkomsten, die, hetzij onder do bena
ming van traktement of percentsgewijze be
looning, hetzij van vaste em lumenten, aan
dc ambten of bediening zijn verbonden, zon
der dat van een uitzondering ten aanzien
van persoonlijke toelagen wordt gesproken.
Art. 10 der wet spreekt van weddo of beloo
ning en art. 13, tweede lid, zegt, dat bij elke
verandering van belooning de grondslag
voor hot pensioen opnieuw wordt geregeld
of bevestigd. Alleen toevallige of tijdelijke
vermeerdering of vermindering van veran
derlijke belooningen blijft buiten aanmer
king. Doch hier is sprake van een vaste ver
meerdering van belooning, voorgoed aan de
waargenomen functie verbonden, en wij zien
vooralsnog niet in, waarom clie buiten de
bepaling der Pensioenwet zou moeten val
len. Daarom achten wij don bij den Minister
geoefonden aandrang om in plaats van trak-
tomentsverhooging de toekenning eener toe
lage te stellen zonder voldoenden grond cn
wij gelooven, dat. do Minister blijkens zijn
Memorie van Antwoord terecht op dit denk
beeld niet. is ingegaan."
In afwijking van wat de Minister voor
stelt, wil hot blad ovenwei, dat ook de jaar
wedden van do raadsheeren in het Hof tc
Amsterdam met 500 worden verhoogd. Im
mers het argument van dén Minister, dat
4000 \oldoendc ie: gaat niet op, omdat
dan dc wedden van president en vice-pre
sident der rechtbank en officier van justi
tie ook niet hooger behoefden te ziju. Dat
zich bij de bezetting der plaatsen in het
Hof geen gebrek aan candidaten voordoet,
kan anders worden, immers:
„Al mogen nu misschien voor de bezetting
der 1 aadsheerplaatsen te Amsterdam niet
dezelfde moeilijkheden zich hebben voorge
daan als voor de vervulling der rechtbank
vacaturen, omdat de leden der rechtbank
te Amsterdam gaarnr- voor een plaats in liet
Hof in aanmerking kwamen, het is de
vraag, of die neiging even groot zal blij
ven, nu aan dien overgang geenerlei finan
cieel voordeel ia verbonden, veeleer het na
deed, dat de kans op het vioe-preeidentscèiap
en daarmee op verbetering van financieolo
positie geringer wordt. Niet onmogelijk
dus, dat het ministrieele voorstel er toe zal
leidon, dat het aantal geschikte candidaten
voor het hof te Amsterdam niet onbelang
rijk zal afnemen."
Omtrent de bekende vraag, of Den Haag
in de verhooging moet deden et&at het blad
geheel aan de zijde, van den Minister. Wel
zou het pleit ten voordeel e van Den Haag
beslist zijn, wanneer men slechte lette om
den omvang en ai- beteekenis van den air-
beid, doch niet daarom werd de v «rhooging
tc Amsterdam en Botterdam gegeven, wel
om het gebrek aan geschikte candidate® en
dat gebrek heor.schte in het aangename Den
Haag nooit.
Bijwijze van „naschrift" op de algemeene
beschouwingen over den huidigen politie-
ken toestand, als voordracht op don ka
thol. landdag to Sneek in Sopt. gegeven, zegt
dr. Schacpman in hot jongste nummer zij-
nor Chronica zijn meening omtrent de Me
morie van Antwoord op Hoofd
stuk I van do Staatsbcgrooting.
Die meening luidt in alle opzichten on zelfs
in bijna alle détails hoogst gunstig. „Kracht,
klaarheid, zelfbewustzijn" ziet de schrijver
in de Memorie.
Over hetgeen gezegd is over liet Christe
lijk karakter der Regeering. acht hij do
zaak nu volkomen uit; alle verder praten is
nutteloos. Hoewel hij hetgeen over demo-
cratio en conservatisme in het staatsstuk
voorkomt „even voortreffelijk in zijn soort"
acht, uit hij dc voorzichtige vooronderstel
ling, dat hot „zeer misschien" goed zou zijn
geweest, ook duidelijk in de M. v. A. te zeg
gen, dat Christelijke beginselen geen demo
cratische staatsbegrippen vorderen. Dit is
wel niet noodig voor hen, die als dr.
Schacpman het goed recht der democra
tie erkennen „mits gekerstend"; maar voor
hen, die „de ongekerstendo democratie als
dc eenige verhoffon en ook voor hen, die do
continuïteit dor gedragslijn niet willen er
kennen, zoo zij die niet mogen trekken, ware
één tittel, één jota meer niet ongewenscht.
En ook wel voor anderen
Na heel wat lof aan de Regeering on een
verzuchting, vastgeknoopt aan do uitdruk
king in do memorie „ccn Christelijke staat
als de onze", wordt speciaal do aandacht ge
vestigd op dc uitdrukkelijke verklaring, dat
het ministerie afwijkt van de meening der
„enkele leden", dio verhooging van directe
belastingen willen. Dr. S. acht dit „een dui
delijk en eerlijk woord", waagt do veronder
stelling, dat de „enkelo leden" zijn de leiders
in den klassenstrijd, dio thans geld noodig
hebben voor hen, die, „gespijzigd met het
evangelie dor ontevredenheid", don predi
kers nu brood vragen in plaats van steenen.
Dozen geven belastingbiljetten. Klassen
strijdbelasting wordt dan het wachtwoord."
Zóó luidt, het slot.
Het volgende stuk uit hetzelfde chronicon
is een bestrijding van eon dor bondgenooten
een woord „van verweer" tegen do bekende
passago in den „Rondblik" van mr. Anne
Anema, waarin deze beweert, dat de r.-ka
tholieken „niet dat" voor do schoolquaestic
voelen, wat do a.-r. cr voor voelen. Als dr.
S. even geneigd is een ietwat flink antwoord
to geven, houdt hij zichzelf dadelijk terug
door te zeggen „geen gekijf". Dat de. „beste
mannen in do roomscho staatspartij bij den
schoolstrijd steeds in do eerste gelederen
hebben gestaan", dat de bisschoppen „een
machtig werk" hebben verricht, de chroni
queur wijst er alleen op met de bijvoeging,
dat hij er niet op wil wijzen, maar dan
houdt hij den heer Ancma voor, dat het
Roomscho aanvullingsprogram (waaruit mr.
A. zijn bewering putto) do heele beginselver
klaring van 1896 nog onaangetast liet cn
dat in bedoeld program alleen maar wordt
gezegd, wat do r.-k. eischen voor do zitting
19011905. Voorts bevat het Unie-rapport
ook nog steeds wenscbon des schrij vors, doch
„onbetwistbaar juist" oordeelt hij dezelfde
twee bezwaren, die do heer Anema in zijn
„Rondblik" noemt en die „een ook maar
ccnigszins snelle oplossing in den weg
6taan", nl. het gebrek aan geld en in ver
band daarmee do regeling, dio tusschen Rijk
on gemeenten to dien opzichte zal moeten
worden getroffen.
Daar dezo bezwaren „tot voorzichtigheid
verplichten", zijn dc uitkomsten van het
Unie-rapport niet op het aanvullingspro
gram der r.-k. gebracht. „Fraai als de con
clusion zijn, zoo heet het in de Chronica
mitg men haar toch niet zonder meer in
een organieko wet omzetten" en ware do
heer Schaepman een a.-r. deputaat, hij zou
het eerste punt van het ..Program van
Urgentie" niet hebben toegejuicht, daaren
tegen zou hij aanbevolen hebben, er de pen
sionneering, dio het r.-k. aanvullingspro
gram wil, op te brengen.
Hoeveel er aan vastzit, een eenmaal aan
genomen beginsel in een wefcflarh te belicha
men. loont hij aan, met de herinnering aan
al dc „scherpzinnigheid en vernuft" destijds
besteed aan arts 54 bis van dc wet van 1889,
dat toch niet anders is dan de belichaming
van een beginsel, waarover de leden der
commissie van voorbereiding het volkomen
eens waren. Nog zegt dr. Schaepman, cursi-
vecrendo, dat een goede schoolwet ook door
opvolgende and-erf gezinde meerderheden Iran
worden geëerbiedigd cn uitgeroerd", zooal6
de wet-Mackay, die daarom „een nationale
wet" is.
Zulk een wet gelooft schr. kan best
op het Unie-rapport worden gebaseerd, doch
daarbij komt geen al te groote ijver le pas.
Hot Sociaal H eckbiad, hei A'oomemen dor
Regecring besprekende om zich bij de wet. te
laten machtigen tot heffing van con s u r-
taxcop suiker, als zij daartoe hot oogen-
blik gekomen acht, begint mot do opmer
king, dat het steeds een echt geweest is
van hot Nederlandsche volk, zoo vast als een
huis, dat de R ogee ring noch gelden van de
ingezetenen mag heffen, noch gebruiken,
dan in overleg mot do vertegenwoordiging.
Dit recht is het fundament onzer vrijheid,
omdat geen staatsmachine kan blijven loo-
pen, oIb ze niet gesmeerd wordt. En daar
volgens do Grondwet jaarlijksdo begroo
tingen van alle uitgaven des Rijks on de
middelen tot dokking moeten worden vast
gesteld, is een Kabinet tegen den zin der
volksverfcegenwoordiging hoogsteng een jaar
bestaanbaar.
Wat wil nu do Regeering doen? Zij heeft
verklaard, dat. zij zich bij do wet wil laten
vorleenon: „dc bevoegdheid om, zoodra dit
noodig mocht blijken, bij aJgomeenon maat
regel van bestuur over te gaan tot invoe
ring van con bij do wet gorogelde surtax©
tot zoodanig bedrag als do omstandigheden
zullen gebieden, mits binnen de grenzen
door dc conventie gestold."
Het Sociaal Weekblad vraagt nu voor
eerst, of de Regeering do belastingen mag
heffen, omdat zij geregeld zijn bij do wetten
op die belar.ingen, of wel, omdat zij ge
noemd worden in de jaarlijks terugkeoren-
de Middelenwet.
Bedde meenmgen worden door mannen van
naam verdedigd. Het Weekblad is van mee
ning, dat de laatste meening dc juiste is,
al was hot maar alleen omdat and errs do
vaststelling van de begrooting van inkom
sten bij do wet geen zin zou hebben.
En nu wil liet Kabinet zich eons on
vooral laten machtigen om naar eigon
goedvinden een suikor-surtaxo to heffen of
niet te hef fon. Het wil dus inbreuk maken
op liet gewichtigste recht dor vertegenwoor
diging, om jaarlijks te worden gehoord
over alle uitgaven on alle inkomsten des
Rijks zonder onderscheid.
Maar er is nog een argument togen don
door hot Kabinet beoogden maatregel uit
do Grondwet te putten, to klemmender (cn
daarom bewaarden wij het voor het laatst.)
omdat het van kraolit is voor ieder, welke
opvatting liij ook ia toegedaan ten opzichte
van het karakter der Middelenwet.
Sinds 1814 is uitdrukkelijk iu de Grond
wet hot beginsel neergelegd: geon belas
ting dan uit kraohle van ©on
wot! En nu wil dc Regeering zoowaar ccn
belasting voorstellen, waarvan bij algemee
ne® maatregel van bestuur i. p. v. bij do
wet zal worden uitgemaakt lo. óf ze zal wor
den gchovon; 2o. t -t welk bedrag. Do grond
wettige bepaling, die nooit sinds Hogen-
dorps dagen is aangevochten, aan do beteo-
kenis waarvan nooit iemand heeft gofcwij-
fel, zal hier eenvoudig worden op-zij-gezet.
Waarschijnlijk zal dc Regeering zeggen:
maar 01* staat in de Grondwet „uit kracht©
van een wet", en dezo surtax© zal worden
geheven uit kracht© van een web, die ons do
bevoegdheid verleent 0111 zo to hof feu.
Het behoeft nauwelijks te worden gezegd,
dat, mocht de Rogcering met deze poovoro
verdediging aankomen, hier gerust kan
worden gesproken van „ccn draai aan de
woorden dor Grondwet geven." Dat „uit
kracht© von een wet" niet andere wil zeg
gen dan „geregeld bij do wet" blijkt wol het
duidelijkst uit do oorspronkelijk© lezing van
het betreffende artikel in de Grondwet van
1814, waar gezegd werd, dat de Souvereino
Voret ©n do Staten-Generaal samen, alleen
en bij uitsluiting bevoogd zijn tot het hef
fen en regel en van belastingen. Boven
dien zou immers zulk een bepaling, waarbij
do Rogecring wordt gemachtigd naar goed
vinden ccn belasting te heffen of niet to bof
fen tot een bedrag zoo hoog als men wil,
terwijl slechts een maximum in de wet is
neergelegd, lijnrecht indruisolien tegen den
geheelcn geest van ons staatsrecht ton op
zicht,; van dit onderworp, gelijk wij dien
kortolijk boven uiteen bobben gezet.
Mot do verschijning van liot nummer van
7 Dec., dat heden uitkwam, heeft Dc Heraut
vyf en twintig jaren bostaan.
Men leest dienaangaande in dit nummer
van de hand Yan dr. A. Kuypor 0. m. liet
volgende:
„Er bestond geen aanleiding om van dit
jubileum een feestviering to maken, zelfs niet
om een foestnummor te doon verschynen. Tot
andoren werkkring geroepen, moest ik my in
de laatste maanden in hoofdzaak bepalen tot
de rubriek der meditatiën.
Toch is het my behoofto, myn dank uit te
spreken, dat het my, korte wokon van ziokto
in 1894 uitgezonderd, vergund werd deze
vyf en twintig jaren eiken Zondag, onafge
broken, over de heiligste dingen myn gewaar
wordingen en denkbeelden ten beste to geven;
myn dank voor den invloed, dien De Heraut
deze vyf en twintig jaar op hot godsdienstig
en kerkeiyk loven mocht hebben; en myn
dank niet minder aan don breeden kring van
myn getrouwo lozors, die my dit vierde eener
eeuw door hun warmo belangstelling in myn
arbeid steunen."
Wij lozen in De Nederlander onder hei
hoofd „Een nieuw weekblad":
Het doet ons genoegen liier tc kunnen mol
ding maken van een nieuw weekblad, Sof
ia neTs Volksblad, Nieuws- cn Advertentie
blad voor de Vechtstreek, do Dcdemsvaart.
on omliggende plaatsen.
In een artikel met het opschrift: „Wat
willen wij?" geven do redacteuren, dr. C. C.
Schot Cz., Geref. predikant tc Hardcnbcrg,
ds. J. O. E. van Herwerden Herv. pred.. en
da. G. Doekes. Ger. pred., beiden t© Hecmr-
op deze vraag het volgende antwoord:
„Doel van het blad is om op maatschappe
lijk cn staatkundig gebied voor te lichten, cn
tegen dc beginselen der Revolutio op elk ge
bied des levens op Le treden naar bet door
don heer Groen van Prinstercr uitgesproken
beginsel: ..Tegen de Revolutie het Evange
lie."
Het wenscht zich daartoe niet in engeren
zin uitsluitend te verbinden aan een bepaal
de georganiseerd politieke partij, inaar zal
trachten naar sa me 11werking der Christelij
ke partijen als geboden door den nood der
tijden, opdat do Christelijke grondslagen
van ons volksleven niet wordon ondermijnd
en weggenomen, maar mogen blijven be
waard."
Hoewol de redacteuren verschillend© scha*
koeringen van ons Christenvolk vort©gon«j
woordigen ,zijn zij in dit opzicht homogeen,.,
in dit doeJ eenstemmig. Ieder voor zich wen-
schen zij daaraan ijverig mod© tc werken.
Wij wonschon hun daarbij licht en wijsheid
en hopen, dat hun arbeid mag strekkon om
inderdaad hot. kostelijk doel, dat zij zich heb
ben voorgesteld, to bereiken. Ga er van hot
nieuwe weekblad in Sallnnd's volkskringen
veel kracht ten goede uit
Botercontrdle.
Het rapport van do commissio voor het
ontwerpen van een plan voor oen Algemeene
Nederlandsche Botorcontróle is verschonen.
Met waardeering van andore roods toege
paste stolsels, acht de commissio hot voor
een algemeono Nedorlandscho botercontróle
noodig en afdoende, dat zy bestaat uit con-
tróle in hot laboratorium, die gopaard gaat
met controle over do boroidlngs- on opslag
plaatsen, en over hot afgewerkte product,
zoolang dit nog niet aan don kooper is
afgeleverd.
Deze contróle zal moeten uitgaan van oen
«aantal stations, waarvoor de commissie aan
beveelt om, naast do bostaando stations to
Leeuwarden, Lolden, Eindhoven 011 Maastricht
on het in wording zyndo station tc Deventer
oen station te vestigen to Asson.
De commissie acht het zoor gowonscht, dat
do Gedeputeerde Staton dor verschillende pro
vinciën worden uilgenoodigd om óón of meer
leden to benoemen in hot bostuur, 011 acht
hot noodzakeiyk, dat do zuivolconsulenten dor
betreffende gewesten daarin zitting hebben,
hetzy nis gewone, hetzU als advisoorondo
leden. Byaldien ook aangeslotenen zitting in
het bestuur hebben, moeten dezo nimmer
de meerderheid ultmakon.
Over do al of niet toelating tot do contrólo
zal het bostuur, 11a don directeur gebeurd te
hebben, moeten beslissen; bU evuntueole niet-
toelating stelle men |iet opgeven dor rodoneh
ovenwei niet verplichtend. Do leiding van hot
contróle-station worde opgedragen aan een be-
ëedigd dirocteur-scholkundigo, die moot zyn
doctor in de chemie, apothokor of technoloog.
Voor den conlróle-dion6t wolden aan hot station
óón of moor beöedigde controleurs aangesteld.
Zy zyn tegenover derden tot geheimhouding
verplicht van alles, wat do inrichting der
fabrieken of andere boroldingsplaatson, opslag
plaatsen of dergeiyko, do beroidlug van oti den
handol in boter en andore zuivelproducten
betreft.
Hy, dio zich by de contróle aansluit, moot
zich by gezegeld contract verbinden:
a. geen andere boter te bereiden of te doen
bereiden, noch daarin handel te dryven, noch
te leveren of op zyn naam door andoren to
laten leveren, dan die voldoet aan art. 1 dor
Boterwet, luidende: „in den zin dezer wet is
boter het vetartikol, waarin geen andere vet
bestanddeolon voorkomen dan die van molk
afkomstig zyn;
b. geen boter to bereiden of te doon boroi
den, dan In lokalon, fabrieken of andere be-
reidingsplaatsen, die onder toezicht staan vau
een als betrouwbaar erkend botorcontrólo-
station;
c. goen audero boter to koopon of te ver-
koopen, om to zetton of to verwerken, noch
voor oigon, noch voor anderor rekening, dan
dio, waarvan do bereiding staat ondor contróle
van oen als betrouwbaar orkond botercon-
tróle station;
(l. in zyn fabriek of fabriokon, buiolhiigs-
plaatsen, opslagplaatsen, winkels, kolders,
pakhuizen, torreinon, onz. geen margarine of
andere voor consumptie geschikte vetwaren,
dio niot uitsluitend van melk afkomstig zyn,
in voorraad te hebben.
e. zyn gobeele fabriek of al zyn fabriokon,
bereidingsplaatson mot do daarby behoorondo
gebouwen, opslagplaateen, winkels, kolders,
pakhuizen en terrolnon ton allen tydo, zonder
eenig voorbehoud, toegankelijk to stollen
voor de daaitoo door hot bostuur gemaobtigdo
beöedigde ambtenaren van het contróle-stat ion,
en hun, desverlangd, behulpzaam to zyn bU
het kosteloos nomen van monsters van allo
votwaren in of by genoom Jo plaatsen aanwozig
en van room en melk, voor botorberolding be
stemd. Voorts alle inlichtingen te vorschaüfon,
die de directeur voor een goede contróle noodig
acht;
f. den ambtenaren van de als betrouwbaar
erkende botercontróle stations uitdrukkelijk too
te staan, kosteloos monstors to nomon van
boter of op boter gelykendo waren, dio ter
vorzending goreod staan of roods verzonden
zyn, onverschillig waar dezo zich ook mogon
bevinden;
g. alle boterzondingon te voorzion van een
merk, waardoor do herkomst door de ambte
naren van dezo botorcontrólo-stations kan
worden bepaald, ondor verplichting om lo bo-
waren en op verzoek to vertoonen do noodtge
gegevens, dio genoemde ambtenaren in staat
kunnen stollen 11a to gaan, waar en door
wien de betreffende boter is goproduceord
"Waar do aangeslotenen zich vry wil lig zware
verplichtingen opleggen in liet belang der
geheele zuivelbereiding, wat een algemeen
landsbelang mag genoemd wordon, omdat liet
innig verbonden is aan den landbouw, moont
de commissie, dat het biliyk zal zyn, dat het
Ryk voor een niet gering dool in do kosten
voorziot; voor het overigo zullen dezo moeten
verdeeld worden over de aangeslotenen in
verhouding tot het aantal kilogrammen boter
in het afgoloopon jaar goproduceerd of gokocht.
Voor een algemeene aansluiting is liet nood
zakeiyk, dat de bydrago voor gopro iuceerdo
boter hoogstens bedraagt 10 ct. per 100K.G.
en voor gekochte boter G ct. pei 100 K.O.
in beide gevallen met oen minimum van f 10.
De commissie acht hot ten slotte wonsche-
ïyk, dat do besturen der contróle stations te
zaroeu oen bond vormen om de belangen dor
producenten van en handelaren in onver-
valschte natuurboter te behartigen: a. door
het bevorderen, dat de aansluiting by de
contróle stations zoo algemeen mogoiyk worde;
b. door het maken van propaganda voor ondor
contrólo staande boter in binnen- en buiten-
land; c. door het uitoefenon van invloed op