LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 6 DECEMBER. TWEEDE BL.AD. PERSOVERZICHT, No. 13126 Anno 1903 De Arnhemsche Courant zegt: Met het ver lies van den Lei-dschen zetel voor de Christeiyko meerderheid ls er een steen los geraakt in het fondament, -waarop 24] rust. Voorts gaat het blad na wat De Standaard, '„die zich bedwingt", zegt, wat Eet Centrum „op minder zoetsappigen toon" spreekt en \wat De Tijd oordeelt, om daarna eel/ te «eggen De ontstemming der bondgenooten is zeker Alleszins verklaarbaar. Maar wat wil men De Chiisteiyk historische party zit nueeDmaalop het midden van de wip en wil daarvan toch natuurjyk ook pleïzier hebben. In 1901 werd 1897 verloochend om naar rechts don door slag te geven, en zal zy van haar positie party trekken, dan moet zy natuuriyk weder eens naar links springen. De Tijd doet niet voorzichtig haar „onbeduidend" te noemen, want zo mocht eens langer „gepiqueerd" .blijven dan wenscheiyk is om haar bU de volgende verkiezing weer naar rechts te doen overspringen. Integendeel, veel verstandiger 1 is dan De Standaard om'liet foit maar alleen te constateeren: immers de Christeiyk-histo- tfiacben liooren naar hun natuur toch in don Conservatieven hoek thuis I De Nederlander, voor wie trouwens het •geval nogal lastig is, omdat zy den anti revolutionairen candidaat aanbeval tegen de Leidsche kiesvereenigmg, die tot onthouding besloot, zwygt1). Het relaas van het triomf feest voor prof. Van der Ylugt in „Zomerzorg" neemt zy mtusschen zonder commentaar uit l,de Nieuwe Kotter darnschc Courant over. Toch ook wol niet om den bondgenooten pleïzier te doen? Dc Hollander zegt onder het hoofd „Geen (verrassing:" •Niemand zal over den uitslag der Leicl- pohe verkiezing verwonderd zijn geweest. ImmerB ieder wist wol, dat het na do liou- tLmg den- ,,Christolijk-hnAorischen" een dub beltje op zijn kant zou wezen voor Van der •Ylugt en voor De Lange. Hoi dubbeljo is nu zoo gerold, dat prof. Van dear Ylugt word gekozen: maar met een meerderheid van 11 stemmen. Hoo Leiden voor lo o p i g voor ons ver loren ging? Om drie redenen. Ton eerste om do houding der Christelijk- historischen, zooals wc reeds zeiden. Het is gebleken, dat do meerderheid van hen go- woon Bronsveldiaansck zijn. Zelfs weigerden zij om één der hunnen door den steun der 'onzen en der roomsch-katholieken voor do [Staten to verkiezen in dc vacature-Van Kem pen. Ten tweede, omdat Prof. Van d.r Ylugt $en man is van Nederlandsche vermaarJ- lheid, geacht en hoog aangeschreven in heel j Leiden. Ware hij in 1897 en in 190i candi- idaat geweest, de heer Van Kempen zou niet ónwaarschijnlijk niet gekozen zijn en zeker amper do meerderheid hebben verkregen. Ten derde is do heer De Lange wel zeer ge waardeerd als raadslid en als practisch man door heel Leiden; dooh hij had het .onge luk" gereformeerd tc zijn, terwijl hij natuur lijk in wetenschappelijke kenni6 achterstaat Lij den professor. En ten vierdede heer Van der Ylugt had zich aangediend „als tc gcloovcn in den le venden god"terwijl de Nieuwe Rotterdam- 1sche Courant van hem vorklaarde, dat hij ook wol onder de Ohristelijk-historisohen ikon worden gebracht. In een kruiskopje „De tijdmeting" zegt Dc Maasbode: Mr. Druckor bracht in de Kamer een jeenvoudigen wensch ter sprake. Maar een (wensch, waarmee hij ongetwijfeld hot stil (Verlangen van honderd duizenden heeft ver- tolkt. I Groningen's afgevaardigde drong aan op wettelijke irTvoering van do eenheid van II ij d. Deze is inderdaad noodig. I Heb rekenen met twee tijdaanwijzingen {dient tot niets, geeft veel last en omslag, en (maakt ons tot een mikpunt van spot in het (buitenland. Duitschö reizigers die hier te lande zaken (komen doen, rekenen met drie tijden: deD 1 middeii-Eupopeeschen van hun horloge, den I Amsterdamsohen van onze kerktorens en den i Greonwich-tijd van de stationsklokken. Do ondervinding heeft bewezen, dat ons volk den Engelsclien tijd niet wil. Waarom kunnen we niet den goeden Am sterdam schcn tijd óók weerom krijgen voor het spoorwegwezen, den eenigen uitbijter? Laten wc nationaal zijn in alles! Bezwaar steekt er toch niet in, d. t de Brit, liier te lande passagierend, evengoed als de jDuitschcr bemerkte, hoe wij een nationalen tijd hebben, waaraan we ons houden dur- <ven 1 Ten slotte is het publick er toch niet voor dc spoorwegmaatschappijen, maar zijn /deze er voor het publiek. En het openbaar vervoer dient zich te re- gelen naar den geest der natie. Men kan zich herinneren hoe onlangs in ons Overzicht eenigc woorden van den heer Kerdijk geciteerd werden, waarin werd ge wezen op do moeilijkheid om den school- li o o x d e n een klas te geven zoolang er nog zoovele onrijpe onderwijzers zijn, iwaanncdo do heer K. di jeugdige onderwij- De Arnhemsche Courant kon Datuurlijk uiet weten, dat De Nederlander lieden zeggen zou: „In Leiden bleef de candidaat der rechterzijde enkele stemmen beneden zijn tegenstander. En boewei in den uitslag, de bijkomende omstandig heden in aanmerking genomen, geen zweem van jeen verminderd vertrouwen in het Kabinet ïïgt, bovendien do verkiezing van een buitengewoon begaafd man als prof. Van der Vlugt allicht tot jDeruating stemt, zoo is toch de nederlaag van :oen rechfschen candidaat des te pijnlijker, nu blijkt, aat zeer onpolitieke overwegingen ton slotte den «oorslsg hebben gegeven". [Red. L. D.\ zers aanduidde, die nog niet de hoofdakte bezaten. Dc Standaard vraagt nu: Als die onderwij zers niet rijp zijn, wie zijn dan wel rijp 1 Op 20-jarigen leeftijd kunnen de onderwijzers de hoofdakte „halen". Zijn ze dan rijp? Op 25- jarigen leeftijd mogen zij meekiezen; zijn ze dan rijp Maar kinderen opvoeden is moei lijker dan een lid voor de Tweede Kamer kie zen. Daar is ervaring levenswijsheid, ook ecnige practischc kennis toe noodig. Wan neer zullen zij in die afdeelingen rijp wor- en, en hoe? Hoeveel zal die school met al die rijpe onderwijzers kosten? Het blad eindigt dan „En is dat alles nu heusch noodig voor de practijk Wij meenen, dab we hier weer met een van die overdreven theorieën te doen hebben, die inderdaad de school niet helpen. Reeds het loutere bezit van do volledige bevoegdheid plus levenservaring en levene wijsheid kan niet batenzij moeten ook wor den toegepast op de schoolden onderwijzer moet de zeer bijzondere gave eigen zijn, met deze schatten tot heil van de jeugd te woe keren; en die gave is evenmin het eigendom van dc jeugd als van de grijsheid, hoewel wij toegeven, dat ze meer aan den gevorderden leeftijd eigen is. Men heeft dus de kans, dat men met een leeftijdsgrens niet bereikt; ieder, die geen vreemdeling is, weet trouwens uit ervaring wel, dat er ondorwijzors zijn, die, al doen ze nog zooveel ondervinding op, toch nooit in don goeden zin op do school thuis raken. Terwijl er daarentegen tal van jeugdige on derwijzers en onderwijzeressen worden ge vonden, dio zelfs zonder „volledige bevoegd heid" in hoogc mate de gaven bezitten, op de school onmisbaar. Do gansche leeftijdsgrens zegt dus weinig of niets. Op onze gewone lagere school, de ervaring heeft het ruimschoots bewezen, kunnen leer krachten van 18 jaar cn den daaraan gren- zendon leeftijd uitnemend met vrucht werk zaam ziju. Men late zich tot niet enkel belieerschcn door allerlei schoonklinkende theorieën, die vaak in de practijk geen stand kunnen hou den. Goede scholen on voortreffelijke onderwijs krachten, dio hebben wo natuurlijk noodig; wo kunnen ze niet missenmaar of de weg, door den heer A. K. aangewezen, een goede is, of hij niet leidt tot zware financieelc las ten, die toch geen bate beloven, is zeer dc vraag. Een practisch man zou niet gaarne dien weg opgaan." Hot Weekblad van het Rechthoewel van redactie veranderd, is even ingenomen ge bleven met het plan der Rogcoring, om dc jaarweddon van de rechters In dc Ilottordamsohe en Amsterdamsche rechtban ken bij partieel© rogoling tc vorhoogen, nu de aJgehcelo regeling nog wol langen tijd zal moeten uitblijven. Do redactie, ook dc argumenten voor de verhooging met den Minister dealende, maakt eonige aanmerkingen op hetgeen in het Voorloopig Verslag aan de Tweede Ka mer wordt aanbevolen. Dat or door hot ontwerp van don Minister afgeweken wordt van hot stelsel, dat rech ters van hoogeren rang hooger moeten bezol digd worden dan die van lage ren rang, en dat voor deuzelfden rang hotzolfdo trakte ment geldt, aoht het weekblad geen groot bezwaar: zóó is men niet aan een stolsel ge bonden on daarvoor de verhooging to noe men „plaatselijke Joelage", zooals hot V. V. wil, vindt do redactie onnoodig. Wel zou daarvoor reden kunnen bestaan, bij do stel ling in hot V. Y. aangenomen dat alleen door dit middel d verhooging buiten in vloed zou blijven op de pensionneering, doch dit geeft de redactie niet toe: Art. 12 der Wet van 9 Mei 1890, Stsbl. No. 78, volgens den door latere wetten gewij zigde® tekst bekend gemaakt bij K. B. van 10 Augustus 1898, Stsbl. No. 198, zegt, dat onder weddo of bolooning worden vorstaau a.lle inkomsten, die, hetzij onder do bena ming van traktement of percentsgewijze be looning, hetzij van vaste em lumenten, aan dc ambten of bediening zijn verbonden, zon der dat van een uitzondering ten aanzien van persoonlijke toelagen wordt gesproken. Art. 10 der wet spreekt van weddo of beloo ning en art. 13, tweede lid, zegt, dat bij elke verandering van belooning de grondslag voor hot pensioen opnieuw wordt geregeld of bevestigd. Alleen toevallige of tijdelijke vermeerdering of vermindering van veran derlijke belooningen blijft buiten aanmer king. Doch hier is sprake van een vaste ver meerdering van belooning, voorgoed aan de waargenomen functie verbonden, en wij zien vooralsnog niet in, waarom clie buiten de bepaling der Pensioenwet zou moeten val len. Daarom achten wij don bij den Minister geoefonden aandrang om in plaats van trak- tomentsverhooging de toekenning eener toe lage te stellen zonder voldoenden grond cn wij gelooven, dat. do Minister blijkens zijn Memorie van Antwoord terecht op dit denk beeld niet. is ingegaan." In afwijking van wat de Minister voor stelt, wil hot blad ovenwei, dat ook de jaar wedden van do raadsheeren in het Hof tc Amsterdam met 500 worden verhoogd. Im mers het argument van dén Minister, dat 4000 \oldoendc ie: gaat niet op, omdat dan dc wedden van president en vice-pre sident der rechtbank en officier van justi tie ook niet hooger behoefden te ziju. Dat zich bij de bezetting der plaatsen in het Hof geen gebrek aan candidaten voordoet, kan anders worden, immers: „Al mogen nu misschien voor de bezetting der 1 aadsheerplaatsen te Amsterdam niet dezelfde moeilijkheden zich hebben voorge daan als voor de vervulling der rechtbank vacaturen, omdat de leden der rechtbank te Amsterdam gaarnr- voor een plaats in liet Hof in aanmerking kwamen, het is de vraag, of die neiging even groot zal blij ven, nu aan dien overgang geenerlei finan cieel voordeel ia verbonden, veeleer het na deed, dat de kans op het vioe-preeidentscèiap en daarmee op verbetering van financieolo positie geringer wordt. Niet onmogelijk dus, dat het ministrieele voorstel er toe zal leidon, dat het aantal geschikte candidaten voor het hof te Amsterdam niet onbelang rijk zal afnemen." Omtrent de bekende vraag, of Den Haag in de verhooging moet deden et&at het blad geheel aan de zijde, van den Minister. Wel zou het pleit ten voordeel e van Den Haag beslist zijn, wanneer men slechte lette om den omvang en ai- beteekenis van den air- beid, doch niet daarom werd de v «rhooging tc Amsterdam en Botterdam gegeven, wel om het gebrek aan geschikte candidate® en dat gebrek heor.schte in het aangename Den Haag nooit. Bijwijze van „naschrift" op de algemeene beschouwingen over den huidigen politie- ken toestand, als voordracht op don ka thol. landdag to Sneek in Sopt. gegeven, zegt dr. Schacpman in hot jongste nummer zij- nor Chronica zijn meening omtrent de Me morie van Antwoord op Hoofd stuk I van do Staatsbcgrooting. Die meening luidt in alle opzichten on zelfs in bijna alle détails hoogst gunstig. „Kracht, klaarheid, zelfbewustzijn" ziet de schrijver in de Memorie. Over hetgeen gezegd is over liet Christe lijk karakter der Regeering. acht hij do zaak nu volkomen uit; alle verder praten is nutteloos. Hoewel hij hetgeen over demo- cratio en conservatisme in het staatsstuk voorkomt „even voortreffelijk in zijn soort" acht, uit hij dc voorzichtige vooronderstel ling, dat hot „zeer misschien" goed zou zijn geweest, ook duidelijk in de M. v. A. te zeg gen, dat Christelijke beginselen geen demo cratische staatsbegrippen vorderen. Dit is wel niet noodig voor hen, die als dr. Schacpman het goed recht der democra tie erkennen „mits gekerstend"; maar voor hen, die „de ongekerstendo democratie als dc eenige verhoffon en ook voor hen, die do continuïteit dor gedragslijn niet willen er kennen, zoo zij die niet mogen trekken, ware één tittel, één jota meer niet ongewenscht. En ook wel voor anderen Na heel wat lof aan de Regeering on een verzuchting, vastgeknoopt aan do uitdruk king in do memorie „ccn Christelijke staat als de onze", wordt speciaal do aandacht ge vestigd op dc uitdrukkelijke verklaring, dat het ministerie afwijkt van de meening der „enkele leden", dio verhooging van directe belastingen willen. Dr. S. acht dit „een dui delijk en eerlijk woord", waagt do veronder stelling, dat de „enkelo leden" zijn de leiders in den klassenstrijd, dio thans geld noodig hebben voor hen, die, „gespijzigd met het evangelie dor ontevredenheid", don predi kers nu brood vragen in plaats van steenen. Dozen geven belastingbiljetten. Klassen strijdbelasting wordt dan het wachtwoord." Zóó luidt, het slot. Het volgende stuk uit hetzelfde chronicon is een bestrijding van eon dor bondgenooten een woord „van verweer" tegen do bekende passago in den „Rondblik" van mr. Anne Anema, waarin deze beweert, dat de r.-ka tholieken „niet dat" voor do schoolquaestic voelen, wat do a.-r. cr voor voelen. Als dr. S. even geneigd is een ietwat flink antwoord to geven, houdt hij zichzelf dadelijk terug door te zeggen „geen gekijf". Dat de. „beste mannen in do roomscho staatspartij bij den schoolstrijd steeds in do eerste gelederen hebben gestaan", dat de bisschoppen „een machtig werk" hebben verricht, de chroni queur wijst er alleen op met de bijvoeging, dat hij er niet op wil wijzen, maar dan houdt hij den heer Ancma voor, dat het Roomscho aanvullingsprogram (waaruit mr. A. zijn bewering putto) do heele beginselver klaring van 1896 nog onaangetast liet cn dat in bedoeld program alleen maar wordt gezegd, wat do r.-k. eischen voor do zitting 19011905. Voorts bevat het Unie-rapport ook nog steeds wenscbon des schrij vors, doch „onbetwistbaar juist" oordeelt hij dezelfde twee bezwaren, die do heer Anema in zijn „Rondblik" noemt en die „een ook maar ccnigszins snelle oplossing in den weg 6taan", nl. het gebrek aan geld en in ver band daarmee do regeling, dio tusschen Rijk on gemeenten to dien opzichte zal moeten worden getroffen. Daar dezo bezwaren „tot voorzichtigheid verplichten", zijn dc uitkomsten van het Unie-rapport niet op het aanvullingspro gram der r.-k. gebracht. „Fraai als de con clusion zijn, zoo heet het in de Chronica mitg men haar toch niet zonder meer in een organieko wet omzetten" en ware do heer Schaepman een a.-r. deputaat, hij zou het eerste punt van het ..Program van Urgentie" niet hebben toegejuicht, daaren tegen zou hij aanbevolen hebben, er de pen sionneering, dio het r.-k. aanvullingspro gram wil, op te brengen. Hoeveel er aan vastzit, een eenmaal aan genomen beginsel in een wefcflarh te belicha men. loont hij aan, met de herinnering aan al dc „scherpzinnigheid en vernuft" destijds besteed aan arts 54 bis van dc wet van 1889, dat toch niet anders is dan de belichaming van een beginsel, waarover de leden der commissie van voorbereiding het volkomen eens waren. Nog zegt dr. Schaepman, cursi- vecrendo, dat een goede schoolwet ook door opvolgende and-erf gezinde meerderheden Iran worden geëerbiedigd cn uitgeroerd", zooal6 de wet-Mackay, die daarom „een nationale wet" is. Zulk een wet gelooft schr. kan best op het Unie-rapport worden gebaseerd, doch daarbij komt geen al te groote ijver le pas. Hot Sociaal H eckbiad, hei A'oomemen dor Regecring besprekende om zich bij de wet. te laten machtigen tot heffing van con s u r- taxcop suiker, als zij daartoe hot oogen- blik gekomen acht, begint mot do opmer king, dat het steeds een echt geweest is van hot Nederlandsche volk, zoo vast als een huis, dat de R ogee ring noch gelden van de ingezetenen mag heffen, noch gebruiken, dan in overleg mot do vertegenwoordiging. Dit recht is het fundament onzer vrijheid, omdat geen staatsmachine kan blijven loo- pen, oIb ze niet gesmeerd wordt. En daar volgens do Grondwet jaarlijksdo begroo tingen van alle uitgaven des Rijks on de middelen tot dokking moeten worden vast gesteld, is een Kabinet tegen den zin der volksverfcegenwoordiging hoogsteng een jaar bestaanbaar. Wat wil nu do Regeering doen? Zij heeft verklaard, dat. zij zich bij do wet wil laten vorleenon: „dc bevoegdheid om, zoodra dit noodig mocht blijken, bij aJgomeenon maat regel van bestuur over te gaan tot invoe ring van con bij do wet gorogelde surtax© tot zoodanig bedrag als do omstandigheden zullen gebieden, mits binnen de grenzen door dc conventie gestold." Het Sociaal Weekblad vraagt nu voor eerst, of de Regeering do belastingen mag heffen, omdat zij geregeld zijn bij do wetten op die belar.ingen, of wel, omdat zij ge noemd worden in de jaarlijks terugkeoren- de Middelenwet. Bedde meenmgen worden door mannen van naam verdedigd. Het Weekblad is van mee ning, dat de laatste meening dc juiste is, al was hot maar alleen omdat and errs do vaststelling van de begrooting van inkom sten bij do wet geen zin zou hebben. En nu wil liet Kabinet zich eons on vooral laten machtigen om naar eigon goedvinden een suikor-surtaxo to heffen of niet te hef fon. Het wil dus inbreuk maken op liet gewichtigste recht dor vertegenwoor diging, om jaarlijks te worden gehoord over alle uitgaven on alle inkomsten des Rijks zonder onderscheid. Maar er is nog een argument togen don door hot Kabinet beoogden maatregel uit do Grondwet te putten, to klemmender (cn daarom bewaarden wij het voor het laatst.) omdat het van kraolit is voor ieder, welke opvatting liij ook ia toegedaan ten opzichte van het karakter der Middelenwet. Sinds 1814 is uitdrukkelijk iu de Grond wet hot beginsel neergelegd: geon belas ting dan uit kraohle van ©on wot! En nu wil dc Regeering zoowaar ccn belasting voorstellen, waarvan bij algemee ne® maatregel van bestuur i. p. v. bij do wet zal worden uitgemaakt lo. óf ze zal wor den gchovon; 2o. t -t welk bedrag. Do grond wettige bepaling, die nooit sinds Hogen- dorps dagen is aangevochten, aan do beteo- kenis waarvan nooit iemand heeft gofcwij- fel, zal hier eenvoudig worden op-zij-gezet. Waarschijnlijk zal dc Regeering zeggen: maar 01* staat in de Grondwet „uit kracht© van een wet", en dezo surtax© zal worden geheven uit kracht© van een web, die ons do bevoegdheid verleent 0111 zo to hof feu. Het behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat, mocht de Rogcering met deze poovoro verdediging aankomen, hier gerust kan worden gesproken van „ccn draai aan de woorden dor Grondwet geven." Dat „uit kracht© von een wet" niet andere wil zeg gen dan „geregeld bij do wet" blijkt wol het duidelijkst uit do oorspronkelijk© lezing van het betreffende artikel in de Grondwet van 1814, waar gezegd werd, dat de Souvereino Voret ©n do Staten-Generaal samen, alleen en bij uitsluiting bevoogd zijn tot het hef fen en regel en van belastingen. Boven dien zou immers zulk een bepaling, waarbij do Rogecring wordt gemachtigd naar goed vinden ccn belasting te heffen of niet to bof fen tot een bedrag zoo hoog als men wil, terwijl slechts een maximum in de wet is neergelegd, lijnrecht indruisolien tegen den geheelcn geest van ons staatsrecht ton op zicht,; van dit onderworp, gelijk wij dien kortolijk boven uiteen bobben gezet. Mot do verschijning van liot nummer van 7 Dec., dat heden uitkwam, heeft Dc Heraut vyf en twintig jaren bostaan. Men leest dienaangaande in dit nummer van de hand Yan dr. A. Kuypor 0. m. liet volgende: „Er bestond geen aanleiding om van dit jubileum een feestviering to maken, zelfs niet om een foestnummor te doon verschynen. Tot andoren werkkring geroepen, moest ik my in de laatste maanden in hoofdzaak bepalen tot de rubriek der meditatiën. Toch is het my behoofto, myn dank uit te spreken, dat het my, korte wokon van ziokto in 1894 uitgezonderd, vergund werd deze vyf en twintig jaren eiken Zondag, onafge broken, over de heiligste dingen myn gewaar wordingen en denkbeelden ten beste to geven; myn dank voor den invloed, dien De Heraut deze vyf en twintig jaar op hot godsdienstig en kerkeiyk loven mocht hebben; en myn dank niet minder aan don breeden kring van myn getrouwo lozors, die my dit vierde eener eeuw door hun warmo belangstelling in myn arbeid steunen." Wij lozen in De Nederlander onder hei hoofd „Een nieuw weekblad": Het doet ons genoegen liier tc kunnen mol ding maken van een nieuw weekblad, Sof ia neTs Volksblad, Nieuws- cn Advertentie blad voor de Vechtstreek, do Dcdemsvaart. on omliggende plaatsen. In een artikel met het opschrift: „Wat willen wij?" geven do redacteuren, dr. C. C. Schot Cz., Geref. predikant tc Hardcnbcrg, ds. J. O. E. van Herwerden Herv. pred.. en da. G. Doekes. Ger. pred., beiden t© Hecmr- op deze vraag het volgende antwoord: „Doel van het blad is om op maatschappe lijk cn staatkundig gebied voor te lichten, cn tegen dc beginselen der Revolutio op elk ge bied des levens op Le treden naar bet door don heer Groen van Prinstercr uitgesproken beginsel: ..Tegen de Revolutie het Evange lie." Het wenscht zich daartoe niet in engeren zin uitsluitend te verbinden aan een bepaal de georganiseerd politieke partij, inaar zal trachten naar sa me 11werking der Christelij ke partijen als geboden door den nood der tijden, opdat do Christelijke grondslagen van ons volksleven niet wordon ondermijnd en weggenomen, maar mogen blijven be waard." Hoewol de redacteuren verschillend© scha* koeringen van ons Christenvolk vort©gon«j woordigen ,zijn zij in dit opzicht homogeen,., in dit doeJ eenstemmig. Ieder voor zich wen- schen zij daaraan ijverig mod© tc werken. Wij wonschon hun daarbij licht en wijsheid en hopen, dat hun arbeid mag strekkon om inderdaad hot. kostelijk doel, dat zij zich heb ben voorgesteld, to bereiken. Ga er van hot nieuwe weekblad in Sallnnd's volkskringen veel kracht ten goede uit Botercontrdle. Het rapport van do commissio voor het ontwerpen van een plan voor oen Algemeene Nederlandsche Botorcontróle is verschonen. Met waardeering van andore roods toege paste stolsels, acht de commissio hot voor een algemeono Nedorlandscho botercontróle noodig en afdoende, dat zy bestaat uit con- tróle in hot laboratorium, die gopaard gaat met controle over do boroidlngs- on opslag plaatsen, en over hot afgewerkte product, zoolang dit nog niet aan don kooper is afgeleverd. Deze contróle zal moeten uitgaan van oen «aantal stations, waarvoor de commissie aan beveelt om, naast do bostaando stations to Leeuwarden, Lolden, Eindhoven 011 Maastricht on het in wording zyndo station tc Deventer oen station te vestigen to Asson. De commissie acht het zoor gowonscht, dat do Gedeputeerde Staton dor verschillende pro vinciën worden uilgenoodigd om óón of meer leden to benoemen in hot bostuur, 011 acht hot noodzakeiyk, dat do zuivolconsulenten dor betreffende gewesten daarin zitting hebben, hetzy nis gewone, hetzU als advisoorondo leden. Byaldien ook aangeslotenen zitting in het bestuur hebben, moeten dezo nimmer de meerderheid ultmakon. Over do al of niet toelating tot do contrólo zal het bostuur, 11a don directeur gebeurd te hebben, moeten beslissen; bU evuntueole niet- toelating stelle men |iet opgeven dor rodoneh ovenwei niet verplichtend. Do leiding van hot contróle-station worde opgedragen aan een be- ëedigd dirocteur-scholkundigo, die moot zyn doctor in de chemie, apothokor of technoloog. Voor den conlróle-dion6t wolden aan hot station óón of moor beöedigde controleurs aangesteld. Zy zyn tegenover derden tot geheimhouding verplicht van alles, wat do inrichting der fabrieken of andere boroldingsplaatson, opslag plaatsen of dergeiyko, do beroidlug van oti den handol in boter en andore zuivelproducten betreft. Hy, dio zich by de contróle aansluit, moot zich by gezegeld contract verbinden: a. geen andere boter te bereiden of te doen bereiden, noch daarin handel te dryven, noch te leveren of op zyn naam door andoren to laten leveren, dan die voldoet aan art. 1 dor Boterwet, luidende: „in den zin dezer wet is boter het vetartikol, waarin geen andere vet bestanddeolon voorkomen dan die van molk afkomstig zyn; b. geen boter to bereiden of te doon boroi den, dan In lokalon, fabrieken of andere be- reidingsplaatsen, die onder toezicht staan vau een als betrouwbaar erkend botorcontrólo- station; c. goen audero boter to koopon of te ver- koopen, om to zetton of to verwerken, noch voor oigon, noch voor anderor rekening, dan dio, waarvan do bereiding staat ondor contróle van oen als betrouwbaar orkond botercon- tróle station; (l. in zyn fabriek of fabriokon, buiolhiigs- plaatsen, opslagplaatsen, winkels, kolders, pakhuizen, torreinon, onz. geen margarine of andere voor consumptie geschikte vetwaren, dio niot uitsluitend van melk afkomstig zyn, in voorraad te hebben. e. zyn gobeele fabriek of al zyn fabriokon, bereidingsplaatson mot do daarby behoorondo gebouwen, opslagplaateen, winkels, kolders, pakhuizen en terrolnon ton allen tydo, zonder eenig voorbehoud, toegankelijk to stollen voor de daaitoo door hot bostuur gemaobtigdo beöedigde ambtenaren van het contróle-stat ion, en hun, desverlangd, behulpzaam to zyn bU het kosteloos nomen van monsters van allo votwaren in of by genoom Jo plaatsen aanwozig en van room en melk, voor botorberolding be stemd. Voorts alle inlichtingen te vorschaüfon, die de directeur voor een goede contróle noodig acht; f. den ambtenaren van de als betrouwbaar erkende botercontróle stations uitdrukkelijk too te staan, kosteloos monstors to nomon van boter of op boter gelykendo waren, dio ter vorzending goreod staan of roods verzonden zyn, onverschillig waar dezo zich ook mogon bevinden; g. alle boterzondingon te voorzion van een merk, waardoor do herkomst door de ambte naren van dezo botorcontrólo-stations kan worden bepaald, ondor verplichting om lo bo- waren en op verzoek to vertoonen do noodtge gegevens, dio genoemde ambtenaren in staat kunnen stollen 11a to gaan, waar en door wien de betreffende boter is goproduceord "Waar do aangeslotenen zich vry wil lig zware verplichtingen opleggen in liet belang der geheele zuivelbereiding, wat een algemeen landsbelang mag genoemd wordon, omdat liet innig verbonden is aan den landbouw, moont de commissie, dat het biliyk zal zyn, dat het Ryk voor een niet gering dool in do kosten voorziot; voor het overigo zullen dezo moeten verdeeld worden over de aangeslotenen in verhouding tot het aantal kilogrammen boter in het afgoloopon jaar goproduceerd of gokocht. Voor een algemeene aansluiting is liet nood zakeiyk, dat de bydrago voor gopro iuceerdo boter hoogstens bedraagt 10 ct. per 100K.G. en voor gekochte boter G ct. pei 100 K.O. in beide gevallen met oen minimum van f 10. De commissie acht hot ten slotte wonsche- ïyk, dat do besturen der contróle stations te zaroeu oen bond vormen om de belangen dor producenten van en handelaren in onver- valschte natuurboter te behartigen: a. door het bevorderen, dat de aansluiting by de contróle stations zoo algemeen mogoiyk worde; b. door het maken van propaganda voor ondor contrólo staande boter in binnen- en buiten- land; c. door het uitoefenon van invloed op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5