Generaal Üe la Rey te Leiden.
Tweede Kamer.
De lang verboido dag was dan eindelek
aangebroken. Niet alle Boeren generaals kon
don komen. AVy Lei do naars bobben liet boon-
gaan van De Wet naar zyn arm land geöer-
óiocligd al badden wij ook hem gaarne onze
groeten gebracht; w|] moeten er vrodo mee
hebben dat ook Bol ba zich moest veront
schuldigen en zyn dankbaar dat Do la Rey
heeft willen komen om te zien en te hooren
dat ook onze stad warm klopt voor het
heldenvolk, nu, helaas, weder geknecht.
In hem begroeten wij ook zijn wapen
broeders. Daarvan getuigden levens de in de
stad wappeiendo vlaggen.
Hedenmorgen te ruim 11 uren de trein
arriveerde 17 min. te laat kwam de trein
xan, waarmode generaal De la Roy met zijn
schoonzoon en particulieren secretaris den heor
Forreira on met don heer Van Velden, parti
culieren secretaris van generaal Botha, om
dozen te vertegenwoordigen, zich naar Leiden
hadden begoven.
Er waren al vroeg vrij vsel menscben op de
boon, óók omdat het juist marktdag was.
In de wachtkamer eerste klasse, daarvoor
door de Hollandscbe Spoorwegmaatschappij
op vorzoeic van den Stationchef welwillend
afgestaan, werd de generaal met zijn gevolg
opgowacht door een drietal comité's, benevens
^arnos- en hoeren collectanten.
Zoodra het gezelschap de wachtkamer onder
luid gejuich was binnengeleid, trad prof. dr.
to. J. de Goeje als voorzitter van de atdeeling
Lelden on Omstreken der Zuidafrikaansche
Vereeniging naar voren om den generaal
welkom le heeion.
Wy hebben met belangstelling, zoo sprak
bU, in de couranten uw reizen gevolgd en
waren blijde verrast toen een telegram ons
uw komst aankondigde. Wy kunuen ons voor
stellen welk eon groote opoffering hot voor
a is onder do overstelpende werkzaamheden
ons te komen bezoeken. Dit durft spr. ver
klaren: Leiden stelt dit bezoek op zeer
(hoog en prijs. Mot angstige spanning hebben
jwü uwon baügon worstelstrijd gevolgd, met
u gohoopt en gevreesd voor uwe heilige zaak,
.die ook de.ouae was. Leiden verheugt er zich
,in, u thans in haai midden te zion. Spr. deelde
vervolgens meo hoe mon zich voorste dj den
genoi aal dezen dag het meest aangenaam te
zullen kunnen maken on hoe de beroemde
J geschiedschrijver prof. Blok in de Gonoorzaal
'den generaal in het openbaar zou toespreken,
(waarna deze ook in do golegenhsid zou zijn
iets te zeggen.
Daarna nam namens de Collectanten-ver
eeniging „Zuid-Afrika" de heer W. Pera het
woord en sprak ongevoer het volgende:
Hooggeachte Generaal/
De commissie voor da ontvangst voor de
helden uit Zuid Afrika is van oordeel goweest
.dat het welkom in Leiden niet alleen mocht
-bestaan in eou woord, maar dat dit woord
vergezeld moest gaan van een daad.
In den oorlog hebt gij do wereld een niet
i to beschrijven bewondering en eerbied afge
dwongen door do blijken van uw wilskracht,
j moed en beleid. Maar toen hier do inhoud van
uw proclomatie aan de burgors van do ver
woeste landen bekend word, waarby go beloofdet
elders hulp on steun te zullen zoeken voor uw
arm volk, toen zijn dio bewondering en eor-
.bied meer dan verdubbeld. By bet aanvaarden
[van die grootscho, doch zoo moeilijke taak,
.drong zich do vraag naar de lippen: „Wat
•mannen zijn dat toch, kunnen die alles?"
1 Het moet toch erkend worden, dat hot rond
gaan met den bedelnap, het meest onmoge-
jyko work moet genoemd worden voor de
'mannen, die zich helden betoond hebben in
bet strijdperk, geiyk gij. „Kunnen zulke hel
den ook bedelen?' Op deze vraag dien ik
'aanstonds to Jaten volgon de verklaring, dat
er ook eon bedelen is boven allen lot verheven
'een bedelen, dat een verbeven heilig werk
moet genoemd worden. Dat bedelen is in
Neerland* geschiedenis bekend, en nog voelen
wy onze boiston van ingenomenheid zwellen,
wanneer wy denken aan do mannen onder
ons voorgeslacht, die zich den naam van
Geuzon als een eoreiiaam hebben toegerekend.
Zulk een fcvorüeven heilig werk zyt gy bezig
uit to voeren en ge hebt u daarmee in een
etrydperk geplaatst, waarin de eischen van
wilskracht, moed en beleid minstens even
groot zyn als de pas geëindigde worsteling.
De wijze Spreukenschryver heeft het reeds
gezegd: „Wie heerscht over zynen geest is
beter dan wie een stad inneemt." En die
heerschappy hebt gy ten volle noodig. De
gelegenheden hebben zich voorgedaan, dat
uw heldenbloed moet gekookt hebben, en toch
moest ge uwen geest beheerschen om daardoor
tie satanische geesten, dio over de wereld
ïwevon, in toom te houden. Dat is een reuzen
werk en hot moet erkend worden, dat ge
iok op dit gebied den goneraalsstaf met alle
t>er hebt verdiend.
Uw beteekenis? Een dor teekenlngen van
Braaken8iok, enkele weken geleden, stelt voor
de schim van Bismarck met keizer Wilhelm
voor zicb. Do laatste staat als met een ver
schrikt gelaat, en met gebalde vuist op uw
aangezicht te staren. Bismarc! raagt hem:
yWut nu, zoo bevreesd voor d.. lioeren;?"
Doch by dit alles zyt gy mensciisn, zwakke
Jnenschen. Gode zy dank, er is echter een
boogere kracht, die u aangordt en sterkte
geeft. En waartoe deze kracht leidt beluisteren
wy, wanneer rfy een oogenblik toeven op de
puinlioopen van Jeruzalem In de dagen, toen
Israöl wederkeerde uit do Babylonische balling
schap. Alles Is verwoest, de behoeften zyu
groot, van allo kanten worden zy die stad en
tempel zullen herbouwen, belaagdmen wordt
door do vyanden omringd. Doch te midden van
dit alles hooien wy van de lippen van Nehemia
deze taal: „God van don hemel, die zal het
ons doon gelukken, en wy, zyne knechten,
zullen ons opmaken en bouwen."
Voor dien bouw een 6toen moe te mogen
aandragen, acht Lelden zich tot een voorrecht.
Voor 't grootste deel ziet ge u hier omringd
door een kring van dames en heeren, die
vóór do oorlog geëindigd was, er reeds eenige
keeien op uit zyn gegaan gelden In te zamelen
ij voor 't doel, waarvoor gy het thans komt
vragen. En nu mot hot oog op uw komst Is
dit weik voortgezet. Ook do omliggende ge
meenten bobben niet stil gezeten. Leiderdorp,
I-Iazerswoude, Zoeter woude, Voorscholen,
Valkenburg, Katwijk^ Rynsburg, Noprdwyk,
Sassenhëim en Warmond, hebben ook uydra-
gen ingezonden tot een gezamenlijk bedrug van
veertienhonderd negentig gulden, zoodac ik
het voorrecht heb u fe mogen overhandigen j
do som van zevenduizend gulden.
Ik doo dit mot het uitspieken van do hoop
dat God, wiens wogen wonderlijk zyn, en
die menig koer door diepten voert, doch ook
verrassende uitkomston geeft, dat God
u geve weldra uw arm doch hoog geöerd
volk te zien, weer wonende in zyn eigen
hulzen, voorzien van het noodige, en dat
ook aan u en do uwen alzoo bevestigd worde
Na lyden, Verbiydeul"
Na den heer Pera trad de heer J. Hoog
kamer naar voren om uit naam van de
Studenten-afd86ling Leiden der Ned. Zuid
afrikaausche Vereeniging oen kort woord van
hulde te brengen aan den generaal. Wy zyn
er trotsch op, zeido spr., u onze sympathie
te betuigen, al doet het ons oprecht leed, dat
de omstaudigheden hebben gewild, dat nw
wapenbroeders Botha on De Wet niet konden
komen. Do Leidscho studenten voelen oen
nauwen band van gehechthoid met de Zuid-
afnkaansche natio. Met den diepstou eerbied
iiobben 10 u gevolgd in don glorieuson stryd,
dio thans door u in Europa is uitgevochten.
Leidens studenten zullen u helpen zooveel
zo kunnen en lovendig belang biyvon stellen
in het lot uwer natie.
Hot gozelschap begaf zioh daarna op het
Stationsplein, naar de ln ons vorig nommer
vermelde volgorde, in de gereedstaande rytui
gen, door het talryk publiek, dat ondanks do
felle koude hot wachton niot moe word, met
luid gejuich begroot, torwyi byna ook overal
langs den weg, welke gevolgd werd, een be
langstellende menigte geschaard stond.
Tweo bereden politie agenten gingen vooraf.
Allereerst werd een bezoek gebiacht aan
het Stadhuis, waar de Boeren generaal met
zyn gevolg door den waarnemenden Burge
meester, Wethouders en loden van den Raad
werd ontvangen. De waarnemende Burge
meester, de heer H. C. Juta, sprak den gene
raal een kort woord van welkom toe. Het
was hem een eer namens den Raad een der
grooto leiders van het Zuid-Afrikaansche hel
den volk te mogen begroeien in deze zaal.
De heer De la Rey antwoordde slechts
kort Wat hij had to zeggen, wilde hij straks
in do openbare bijeenkomst uitspreken. Het
deed hem óók léed dat Botha, die nog altijd
lijdende ia, niet heeft mee kunnen komen.
Hij oprok tea slotte zijn hartelijken dank uit
voor 4ó moeite, die men zich vandaag in
Leiden voor kern getroost.
Na door den waarnemend en Burgemeester
aan do leden van "den Raad te zijn voor
gesteld, onderhield do generaal zich op een-
voudigen toon een geruimen tijd met ver
schillende raadsleden. Hij deelde mee dat
Sfceyn nog zeer zwak was. Dat wij hem spra
ken, zou niet goed voor zijn gemoedstoestand
zijn, zeide hij.
Over den toestand van land en volk spre
kende, vertelde hij dat deze donker was,
doch mon vertrouwde nog steeds op God.
Aan het opbouwen der woningen is niet do
grootste behoefteeen boer schikt zich spoe
dig wat de woning aangaat, als hij maar
zaad heeft om zijn land te bezaaien en werk
tuigen om het te bewerken en maar in het
bezit kan geraken van vee.
Hij vond het sedert zijn komst in Holland
zeer veranderd. Toen was het land vol
„zwarte biestcn", nu is alles kaaJ en leeg
buiten, zeide hij.
Over den gezondheidstoestand van gene
raal Botha liet hij zicb weinig geruststellend
uit. Zelfs was hij ook niet geheel goed.
Eindelijk werd een en ander van het Raad
huis bezichtigd, waarna de rijtoor door de
stad werd hervat.
Het eerst werd het standbeeld van Pieter-
Adriaansz. Van der Worf bozlchtigd, dat den
genoraal veel belangstelling inboezemde.
Ten huize van prof. dr. M. J. De Goeje
aan den Vliet werd een lunch georulkt, door
Z.H.Gel. wolwillend aan den generaal, de
secretarissen, commissieledon en genoodigden
aangeboden. Daar vertoefde men van twaalf
uren tot ruim halftwee.
Na afloop werd een bezoek gebracht aan
den gedenksteen gewyd aan de nagedachtenis
van dr. Herman Coster in den gevel van
hot Academiegebouw.
Nadat verder oen groot doel der stad was
doorgereden, kwam men te twee uren by de
Stadsgehoorzaal aan, die inmiddels reeds vol
van belangstellenden was.
Ook de galerfj was gobeel bezet. Toen de
genoraal door de Commissie werd binnen
geleid, rezen allen van hun zitplaatsen op en
speelde de muziek van het vierde den „Cornelius-
Marsch" van F. Mendelssohn. De eenvoudige
generaal hoorde do tonen staande met onge-
dekten hoofde aan.
Hem werd aldaar ook een krans aangeboden.
Spoedig daarop betrad prof. dr. P. J. Blok
het spreekgestoelte en sprak de volgende
rede uit:
t Generaal/
Vergun my een kort woord tot U to
sproken uit naam van een groot aantal inge
zetenen van Leiden, hier byeengekomon om
U hunne gevoelens kenbaar te maken. Dat
woord kan kort zyn, want gy man van
de krachtige daad begeert geen lange rede
voeringen en wset elgeniyk reeds, hoe wy
allen, Nederlanders, jegens U en Uw volk
gezind zyn. Maar het is goed dit ook bier
vóór Uw vertiek naar Zuid-Afrika nog eon-
rnaal te laten hooren in onze stad, welker
ingezotenon eenmaal in een wereldberoemd
beleg, ook vrouw en kind, goed on bloed
voor de zaak van het Vaderland hebben ge
offerd en dood en ellende daarvoor hebben
onder het oog gozion.
Wy zyn er trotsch op U in ons midden
te zien, Generaal, vertegenwoordiger van een
volk „van Neerlandsch bloed" als wy', dat
2l/j jaar lang heeft gestreden voor de hoogo
idealen van Recht en Vryheid, naar zelf
bestuur naar Uw eigen inzicht, vanhetrtcht
om met elkander te verkoeren en God Le
bidden in Uw eigon taal, die ook do onze is.
Wy begroeten U met eerbied en bewondering
en wat Qy in Uw klein volk hebt gedaan,
hebt geleden, voor de hoogste goederen
waarvoor een niensch kan lyden enstryden.
De overeenkomst, waarmede die heldenkamp
la beëindigd om over te gaan in den toestand
van vrede, die noodig was wU weten liet
thans maar al te goed om Uw dapper
volk le redden van de verniotigmg door de
geweldige overmacht van een niets ontzfenden,
met wilde Kaffers verbonden vyand de
overeenkomst van Pretoria was voor U en
voor allen, die het Recht en de Vryheid
liefhebbon, een bittere noodzakelijkheid,
U afgedwongen, niet door 's vyands krijgs
beleid, maar door de gevaren en eilanden
van vrouw en kind, van gewonden en krygs-
gevangenen. Maar de hennneiing aan wat
gy, de aanvoerders, oh uw volk hebt gedaan
zal do eeuwen door duren, zal ton voorbeeld
strekken aan komende geslachten, zal zyn
als eon lamp voor bun voeten, als oen
schitterend licht op do baan van de Yoort-
scbrydende inenschlieid. Doch gy zyt, hier
niet gekomen om U bier te laten bewierooken.
Gy zyt hier gekomen mot oen gansch ander,
een h 0 0 g e r dool. De volkeren hebben met
u medegeleefd, van maand tot maand, van
dag tot dag, van uur tot uur, in den langen
slryd; zy hebben gejuicht om uw zegepralen;
zy hebbon gedeeld in uwe verliezenzy
hebben gejubeld by de berichten van Colenso,
Magerslontein en Spionkop, om Lord Me' huon's
gevangonnemlng, om die talloozo groote en
kleine overwinningen onder uw peisooniyke
leiding door uw onderbevelhebbers, door uw
medeveldbeeren behaald. Zy bobben getreurd
op ds noodlottig© dagen van ElandsJaagto
waar onze Coster viel, vau Paardeborg, waar
Cronjé het hoofd boog, op den dag van den
ramp6poodigon uittocht bU Komatipoort, op
den jammerdag van Vereeniging. ZjJ hebben
met voldoening, wy Nederlanders met trots
de moedige daad begroet van onze edele
Koningin, dio.al leen onder de voorsteu niet
schroomde uw ouden president te redden uit
de handen zijner doodvijanden. Gy vondt In
de belangstelling der volkoren aanleiding om
er op te rekeneu dat zy u ook zouden steu
nen in uw pogingen on die uwer beide wapen
broeders om uw meedoogenloos en tot den
grond verwoest arm land, uw tot den bedel
staf gebrachte landgenooteu, de vader- en
moederlooze kinderen van uweii itamweder
op te heffen. En gy hebt gedaan zooals
de woorden van ons schoon Wilhelmuslied
zingen van een groot man, onzen priDS Willem
van Oranje, die in andero omstandigheden
eenmaal, ook door het ongeluk diep getroffen
en „Oorlof" nam van zyn „arme schapen",
die waren in „grooton nood", maar hun by
zyn vertrek naar de vreemdelingschap toeriep
Uw herder zal niet slapen,
Al zyt ghy, nu verstrooid.
En gy en uwe beide wapenbroeders, gy dap
pere krygers, zyt uitgegaan om geld, veel
geld te verzamelen, te vragen voor uw volk.
Wy gevoelen diep wat u daarby bezielen moet,
welke bezwaren gy daarby hadt te boven te
komen. Wy eeran u te hooger om deze zelf
verloochenende daad edeler daarom
nog, dan de daden die ge deedt op het slag
veld. En wy wilden u geven wat.wy voordat
schoone doel meenden to mogen afzonderen
van het onze. Wat wy u geven is volstrekt
niet alleen het talent van den ryke, maar ook
het penningske van de weduwe, de gift van
den vader maar ook de spaarpot van het
kind, de gulden van den vermogende, maar
ook do cent van den arme. Ja ik mag het
wel uitspreken openlyk wat wy allen weten,
dat de minder vermogende hier te lande in
dezen naar de mate zyner krachten, enkelen
velen niet te na gesproken, meer deed dan
de vermogende.
Maar toch, het mag ook erker.^|: allo standen,
alle leeftydon in Nederland heoben deel aan
wat gedaan werd voor de bevolking der
vreeselyke concentratiekampen, die moord
kampen van Zuid Afrika, zooals do volksstem
ze noemt, voor uw hierheen als in een veilige
haven gevluchte landgenooten, voor de zieken
en gewonden in uwe deeriyk gedunde r\jen.
Treffende voorbeelden zou ik u kunnen noemen
van offervaardigheid ln nauwe Leidsche stegen
en door minvermogenden bewoonde Leidsche
hofjes, waar de vrywillige collectanten met
vreugde werden begroet door do vele, vele
armen onder ons, die hunne voor hen aan-
zieniyke bydragen met zorg voor andere wil
den verbergen omdat zy meer gaven dan zy
eigeniyk voor zich konden verantwoorden. Ik
zou u kunnen spreken van menig zuur ver
diend geldstuk als ter sluiks ln bussen en
schalen geworpen. O als gy die thans nog
midden in den kryg waart had kunnen zien
hoe, dagelijks tientallen mannen en vrouwen,
jong en oud met uitgerekten hals de telegram
men trachtten te ontcyferen door een onver
moeid dagblad hier ter stede onmiddellUk na
ontvangst verspreid en tot ln verre achter
straten op de ramen der winkels geplakt. Als
gy hadt kunnen hooren hoe men dageiyks
met eenvoudige, zelfo betweterige strategische
leekenovei wegingen uwe kansen op de zege
naging, uwe wegon langs het onherbergzame
veld en m het rotsachtige gebergte naspeurde
met den vinger op de oorlogskaarten, voor
zoover tenminste uw pijlsnelle wendingen
naar rechts en links over de onafzienbare vlak
ten, voor zoorer de dikwyis opzctteiyk ondui
delijke telegrammen van vUand9 zyde dat ge
doogden! Als gy hadt kunnen waarnemen,
hoe uwe gevaren, uwe daden, de zielen roor-
den, hoe menigeen rust noch duur had, wan
neer belangrijke gebeurtenissen op til schenen
te zijn, hoe menige nachtrust werd verstoord
door hoopvolle of bittere gedachten, boe mon
lachte wanneer de buitengewoon verstandige
ozels des vyands uwe sydo kozen en zyne
kanonnen halsstarrig Daar uwe gelederen weg
sleepten, wanneer by ongeluk en zulke
ougelukkon kwamen nogal eens voorl
de Engolscben telegrammen over uwe ver
liezen oen 0 te veel, die over uwe winsten
een 0 te weinig telden. Wanneer gy wist hoe
van Sevilla tot Archangel, van ons Noordon
tot Algiers de volkoren met u waren, de
groote sympathie, u allerwegen betoond, zou
u nog minder verwonderen dan thans reeds
het geval is. Maar die sympathie Isjiiet ge
noeg, daden wildot gy ontlokken. En gy
gingt heon en gy drongt aan. Gy onderwierpt
U aan volksbetoogingen. Gy hoordet laügo
redevoeringen aan met geduld; gy ontzaagt
tyd noch moeite 1 Gy lettet niot op eigen wen-
schen en behoeften 1 Gy trotseerdet klimaat en
vermoeidheid I Gy we: ktet op het gemoed, op het
eergevoel ook van hem, die gisteren uw bitterste
vyaud was. Gy over wont uw tegenzin om met
hom in onderhandeling te treden en Gy offerdet
u zelf voor uw volk, uw arm verdrukt volk,
dat daar zat by do ruinen van zyn weivaart 1
Zegen op uw werk, Generaal, zegen op uw
volkl Dat arme volk zal ook op zyn beurt
u zegenen voor wat gy en uw wapenbroeders
doden in Europa. En wanneer eenmaal zal
gebeuren wat gy met de uwen zoo treffend
hebt uitgesproken ia die droeve ure te
Vereeniging in het verre Zuiden, wanneer de
vryheid, het zelfbestuur ten minste, waarop
gy na al wat gy leedt aanspraak hebt, weder
in volle male uw deel zal zyn geworden
wanneer het profetische woord van Kruger
„alle3 8al rcch kom", hoe en wanneer dan
ook, zal z\jn verwozenlykt wanneer do
heldere zon der vryheid elndeiyk weder zal
opgaan over geheel het vereenigd Zuid-
Afrika, dan zullen naast do namen van Kruger
en Sleyn, de grooto leiders der uit bloed en
yzer geboren Afrikaanscbe natio, ook uw naam
en dio uwer wapenbroeders Botha, De Wet,
Do la Rey lichten in helderen glans 1 Dan
zal do Nederlandache, de Hollandsche 6tam
over alle werelddeelen heen, dan zal de
menschheld van Oost en West die namen
gedenken als de namen van de onversaagde
stryders voor hun hoogste idealen, als de
namen van de onzelfzuchtige redders van het
Atnkaansche volk gy, die u door geen
oogenschyolyke vernedering, door geen opge-
8chroefden toorn, door geen opgezweepte
volksmenigten, zelfs niet door den smadelyk-
sten laster hebt laten dringen van den goeden
weg, maar als mannen uw rechtuitpaadje"
zyt biyvon volgen tot het einde, dat gy u
hadt gesteld.
Uw doel is niet gy hebt het honderd-
malen verzekerd terug te komen op wat
gy te Pretoria en te Vereeniging hebt ver
klaard en beregeld met uwe onderteekeniog.
Gy vraagt alleen hulp om.uw volk tegemoet
te komen ln zyn ellende, hulp voor de
weduwen en weezen, hulp voor de Invaliden,
hulp voor het opbouwen uwer 80,000 ver
brande hoeven, voor het aankoopen van nieuw
vee in plaats van het by duizenden roekeloos
vermoorden van het geslachte en gestolene,
hulp niet het minst voor onderwys in uw
taal, die u lief en heilig is, de taal van uw
By bel, do taal van uw hulsgezin. Voor dit
alles zyn millioenen by mlllioenen noodig en
gy hebt geen oogenblik kunnen verwachten,
dat men u dat alles thans zou geven. Gy,
verstandige manDen, weet zoo goed als wy,
dat de sympathie, het medegevoel der men-
Bcben niet altyd door een geheel daaraan ge
evenredigd geven wordt gevolgd. Gy hebt
allereerst dooi uw vragen willen trachten
te voorzien in de eerste nooden. Gy hebt
allereerst gesproken van weduwen en weezen,
van onderwys. Ook van het laatste, van onder
wys in uw taal. Gy wilt die behoeden voor
ondergaDg in den stryd met de machtige
wereldtaal die haar bedreigt. Eo ook daarin
willen wy u helpen, ook voortaan, want zy
is ook onze taal, die ons lief is, wier eer
ons ter harte gaat, zy, do taal, is het.uiter
lijk kenmerk vau onze gemeenschappeiyke
afkomst, van onze verwantschap, die wy thans
ten volle hebben leeren waardeeron. Wy willen
u ook voortaan helpen om uw volk door onder
wys in die taai te ontwikkelen, opdat het de toe
komstige vryheid, het toekomstige zelfbestuur
kunne verdragen, kunne ontwikkolen uit eigen
kracht, opdat het in den wedloop der volkeren
biyvend kunne mededingen. En wy willen U
helpen, zooals gy wilt dat wy U helpen zulRn.
Wy willen niet zooals vroeger wel eens
beter weten wat goed voor U is dan gy
zei ven. Wy willen U vragen: wat meent
gy dat wy voor U moeten doen? Wyst ons
den weg en wy zullen hem gaanl Wy be
zitten in onze groote Ned.-Zuidafrikaansche
Vereeniging een krachtig lichaam, dat ondanks
allen smaad en tegenwerking bereid is voort
te gaan om hulp te verleenen aan den Neder-
landschen stam ln het verre Zuiden. Op haar
en op ons kunt gy rekenen, ook voor de
toekomst, vooral waar het geldt te zorgen
voor de taal en voor het onderwys.
Wees daarom harteiyk gegroet, Generaal,
by Uw aanstaand vertrek naar Uw thans
arm maar U en ons dierbaar landl Weesge
groet, eerbiedig gegroet, gy edele vertegen
woordiger van het handjevol volks, dat den
kamp tegen een wereldmacht glorierijk langen
tyd hebt doorstaan I Weest harteiyk en eer
biedig gegroet, Gy mannen van onzen stam,
die niet schroomt nu gy de Mausers hebt
begraven, rond te gaan met den Geuzennap
die in ons hart heeriyke, heilige, meer dan
drie eeuwen oude herinneringen wekt, maar
90k heeriyk heilig vertrouwen op de toekomst.
Want wy hebben vertrouwen op de krachtige
mannen en op de dappere en edele vrouwen
van Uw volk, dat zich zooveel heeft getroost dat
een zoo bitteren ïydeDekelk heeft willen ledigen
tot den bodem. Wy hebben vertrouwen op
uw toekomst, waar gy en uw wapenbroeders
optreedt als do leiders, nu de groote vader
lander Steyn, laat ons hopen tydeiyk slechts,
de leiding heeft moeten nederleggen. Wy gaan
ln weerwil van alles als gy mot moed de
toekomst inl Wees verzekerd, Generaal, van
dit ons vast vertrouwen, van onze harteiyke
broedeiiyke en zusteriyke gezindheid voor U
en uw volk. Groet gy, als gy weder „thuis"
zult zyn, dat volk van ons zyn broeders en
zusters, dat volk dat met u den echt Nedor-
landscheu geest heeft gestand g laan
Den vaderland getrouwe
Biyf lek tot in den doedt.
Deze met gloed uitgesproken rede werd
herhaa 'jjk door applaus onderbroken en aan
het eindt» met grooto geestdrift toegejuicht.
Daarop klonk het Wilhelmus oude toon
zetting krachtig door de zaal.
Zie vervolg pagina 3.)
RECLINES,
a 40 Cents per regel. 11764 1
Na-dat de algemeen© beraadslaging over
het hoofdstuk BuitenlancLche Zaken der
Staafcsbegrooting voor 1903 was gesloten,
'werd aangevangen met de behandeling der
artikelen.
Op art. 6 (Gezantschappen) is een amende
ment voorgesteld door de heeren Yan Raal-
te c. s. tot vermindering van het artikel met
5400, om te doen vervallen de bedragen
voor kanseliers te Madrid, Stockholm cn
Bern.
De heer Tydenton bestrijdt dit amende
ment, waarbij de heer Van Bylandfc zioh
aansluit, die den minister in overweging
geeft voor deze betrekkingen élève-oonsuls te
gebruiken.
De heer Schaper komt op tegen ue neiging
van deze Regeering, om ons consulaatwezen
te vervangen door het diplomaatwezen. Spe
ciaal beeft- hij het oog op Peking. Men kan
het mot een consul minstens even goed doen
als met een gezant. Spr. en zijn geestver
wanten stellen een amendement voor om dit
ambt met 26.000 te verminderen.
De Minister bestrijdt de amendementen.
Kanseliers zijn noodig. Zij zijn geen diplo
maten en verrichten ondergeschikte dien
sten. Geenszins ligt het in het streven om de
consuls te vervangen door gezanten.
De heer Fokker steunt het amendement-
Schaper.
De heer Van der Borch van Verwolde bo-
tuigt instemming met het amend.-Yan Raal-
t-c c. s., doch geeft in overweging het bedrag
op de helft te brengen, ten einde den minis
ter gelegenheid te geven enkele kanseliers
aan te stellen.
De heer Schaper is bang dat a-ls men lo
Peking een diplomaat gaat aanstellen, deze
zal gaan mededoen aan konkelarij, die leidt
tot ongeregeldheden. Hij heeft er liever een
eenvoudig man, die goed voor de zaken op
komt, waarvoor hij gesteld is. Spr. ziet ook
niets in dat meedoen aan grootdoenderij
De heer Van Eamebcek is overtuigd, dat
arbeidskracht noodig is en zal zich net alle
kracht er tegen verzetten om den minister
het geld te onthouden om in hulp te voor
zien.
De amendementen worden door spr. be
streden. In Peking is altijd een diplomaat
geweest. Het amendement-Schaper is dan
ook eigenlijk een slag in de lucht Spr. be
grijpt niet waarom de beer Schaper nn een
amendement wil doordrijven met het oog
op de mogelijkheid, dat later geld gevraagd
zal worden voor een secretaris.
De heer Van F aal te wijzigt zijn amende
ment in dien zin, dat den minister het geld
voor één kanselier gelaten wordt
Het amendement van den heer Van Raai te
wordt verworpen met 36 tegen 31 stemmen.
Het amendement-Schaper, om de 'liploroa-
tieko betrekking te Poking te vervangen door
een consulaire, wordt, verworpen met 46 te
gen 20 stemmen. Art. 6 wordt goedgekeurd.
Heden voortzetting.
Tegen verkoudheid, Vorkoudheidssther Fcrmanl
W««rb©rlcl»t v*u O December.
(VoI(«di op<kT«n »«n Kol Rvn. N»J. M»i. Inimuut
Verwachting: Zwakke oostolyko wind.
Licht bewolkte lucht. Geringe afneming in
temperatuur.
ZUling van heden. (Per Telegraaf.)
B n i te n 1 an d sehe Zaken.
Bij de voortgezette behandeling van Hoofd
stuk III der Staotabegrooting voor 1903
werd een amendement-Van Raai te, -Fock en
-Hubrecht om artikel 7 te verminderen met
f 10,000, uitgetrokken voor een vice-consul te
Tientsin, verdedigd door de heeren Van
Raaltoeo Fock, die een onbezoldigd, zg.
honorair consul daar voldoende achtten on
bestreden door de heeren Pompe van
Meerdervoort, V an Bylandt, Loh-
m a n en den Minister van Buiten-
landsohe Zaken, met het oog op de Ne
derlandache handelsbelangen, bij de vesti
ging van dit vice-consulaat betrokken, ver
worp o n met 33 tegen 30 stemmen
De Bogrooting werd aangenomen met
57 tegen 8 stemmen.
Algemeen© Besohou w i n g en.
Hierna werd het algemeen begrootingsde-
bat voortgezet.
De Minister van Binnenland-
so he Zaken, dr. Kuyper, deelde mede,
dat de regeling van de werktijden, de bezol
diging en de Zondagsdienst der beambten
aan de Departementen van Algemeen Be
stuur tot beslissing ia gekomeneen wetsont
werp tot afschaffing van het onderzoek naar
het vaderschap zal met bekwamen spoed wor
den voorbereiddo rechtspositie der ambte
naren zal geregeld worden te gelijk met de
regeling der administratieve rechtspraak.
Een afzonderlijke regeling betreffende de
veiligheid der mijnarbeiders zal worden
voorgesteld. Zoolang de Zondagswet or is,
gaat. het niet aan, deze op zij do to zetten,
maar eou poging om haar toe te passen zou
eerder or too strekken, dc totstandkoming
eener nieuwe Zondagswet te bemoeilijken.
Tegenover het verwijt als zou do Speetwet
een poging tot reactie zijn, beriep de Minis
ter zich op hetgeen door hem in de Eerste
Kamer is gezegd, dat het g*enszins zijn be
doeling is de Arbeidswet te verslappen.
Hierna behandelde de Minister: de coa
litie-idee, het Unie-rapport, dc gemeentefi-
nanciën. de werkeloosheid van het Kabinet
en wat genoemd is ,,d© andere köers."
Hij dankte den heer Lohman voor
diens verdediging van de Regecring; waa
van oordeel dat waar 5 partijen samenwer
ken to. één meerderheid, coalitie niet in
prijsgeven der zelfstandigheid, in fusie mag
ontaarden, maar tot inschikkelijkheid moet
leiden meende dat een democratische coali
tie althans in deze periode en vermoedelijk
nog wel eenigen tijd daarna niet voor verwe
zenlijking vatbaar ia, daar zulk een coalitie
slechts is tc aanvaarden met algemeen kies
recht tot uitgangspunt, terwijl de sociaal
democraten juist door hun drijven vele am
dero partijen bevreesd maken voor uitbrei
ding van het kiesrecht.
Toegevend, dat partijprogramma's tot
groote misbruiken kunnen leiden meende de
Minister, dat zulks niet mag leidon tot af
schaffing daarvan, maar slechte tot scher
per t ielit op iv n f rmulcering.
De Regecring aanvaardt niet alleen cri-
tiek van dc opp ïlimaar stelt nog meer
prijs op critick van uit baar eigen beginss-