No. 13120 LEIDSCH D AGBLAD, ZATERDAG 29 NOVEMBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1002 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Ina. Onder het hoofd Leiden sagt De Maas bode: De oijfers, die Leiden's stembus oplevert, iijn de aandacht waard. Voorop zij gezet, dat het vooruitzicht voor den oandidaat der anti - re vol u t i onn ai r en en Katholieken bemoedigend ie. De heer Do Lange werd zóó g06teund, dat, hadden de Chr.-historischen hun stommen op hem uit gebracht, hij bij eerste stemming zou geko zen zijn. Men make echter den Ohr.-historischen van hun houding geen verwijt. Terwijl zij ndet tegen den heer Van Kempen wilden uitkomen, ia hot alleszins begrijpelijk, dat zij thans, nu geen aftredend lid er door zou gestooten worden, hun kracht cons wilden beproeven. Do uitslag heeft getoond, dat hun sterkte in Leiden 7 pCt. der geldige stemmen te gering is, om iets positiefs tot stand to brongen, en het staatkundig inzicht hunner leiders zal bij verdere gedegenheden daarmee ongetwijfeld rekening houden. Hopen wo thans, dat bij de herstemming 'de Chrdstelijk-historisclien zich door geen confessioneelo, maar door staatkundige overwegingen zullen laten leiden. Dat de socialist sleohts 4 pCt. der geldige stommen behaalde, zal niemand verwonde ren, dde stad en omgeving van Loidcn kent. Wat echter een verrassenden indruk maakt, is liet geringe aanbal stemmendat do vrijzinnig-democraat verwierf. Terwijl in Juni van het vorig jaar links evenveel stem toon werden uitgebracht als thans (toen 1803, nu 1805), behaalden de vrij zinnig- democraton met hun candidaat Druoker ver leden jaar 1031 stemmen (waaronder dan 150 socialisten kunnen geweest zijn zeg dus: notto 930) ditmaal met hun oandidaat Sytsma... 183. Do liberalen daarentegen, do in 1901 uit kwamen met mr. Van der Kaay, brachten het toenmaals niet vrdoi dan tot 72-2 stem men, terwijl zo nu op naam van prof. Van der VIugt. er 1472 samenhoopten. Zoo ziot men opnieuw, hoeveel voor een partij aihangt van do keuze van een popu- lairen candidaat. Maar vooral dringt zich hior do uitroep op: Wat beginsel, of lie ver beginselloosheid, heorseht er tooh on der de liberale kdeaers, dat 750 hunner man nen hot eane jaar uitloopen op den vrijzin nig-democraat, en het andere jaar met even- voel pleizier uitkomen op den conservatief - liboraal. Wat overtuiging, en wat partij-disci pline 1 Wat betreft de recbtsche knezore, dezen zijn niet in zoo ruimen getale opgekomen als verleden jaar. Toch, nu éón groep meer feniefd word, doordien ze van eigen voor- our kon doen blijken, had liet aantal Christelijke stemmen hooger moeten zijn dan toen. 't Is juist minder geweest: 142. Dozen nu moeten bij herstemming worden opgehaald. Dozen, en andere or bij. Eon flinke krachtsinspanning, en Leidons Kamerzetel wordt stellig voor de Regee- rlngsparbij behouden. De vooruitzichten zijn gunstig. Prof. Van der Vlugt, hoe gezien ook, is conservatief On heeft een tegenzin in krachtige sociale hervormingen. Deze omstandigheid zal hem waarschijnlijk nóet slechts do stemmen der socialisten, maar ook die van do begdnsel- "trouwe vrijzinnig-democraten kosten. Daarentegen mag vertrouwd "worden, dat een deel der Cnristolijk-historischen a. s. Dinsdag op don heer De Lange gaan zal. Wordon deze vooruitzichten niot be schaamd, dan kan de wethouder 1) hot de volgende week met enkele honderdon stom men winnen van den hoogleeraar. Doch dan is onzerzijds allo krachtsinspan ning noodig. Er mag niets verzuimd worden om do sleutels der Peter- on Pauwoleetad in Ohrisbondianden te houden I De Standaard zegt in een asterisk Lei den: De uitslag van de stemming voor de Loid- sche Kamer-vacature is, zooals door ieder 1) Raadslid, bedoelt het blad. kenner van de sterkte der partijen en van den geest der Leidsohc kiezers verwacht kon worden. Niemand van hen zal gerekend hebben op een eindbeslissing bij eerste stemming. Er waren toch vijf oandidatenen al kon ieder wel weten, dat de heeren Sijtsma, Men- dels en Van den Berch van Heemstede „pro- test-candidaten" waren, d. w. z. Candida- ten, die geen kans hadden in herstemming te komen zoo moest tooh ieder van deze candidaten mot eenige stemmen gaan strij ken. Voor dc anti-revolutionaire partij is er al- zoo niet de minste reden om teleurgesteld te zijn. Integendeel mag gezegd wordon, dat do roomsch-katholieken en de anti-revolutio naire kiezers zich voortreffelijk hielden en een getal stemmen uitbrachten, dat klopt met wat vroeger voor hen uit do stembus kwam. Dit is van te meer beteekenis, nu die strijd moest worden gevoerd zondor den heer Van Kempen, wiens populariteit in Leiden spreekwoordelijk was. Indien de Christelijk-Historischen niet ter elfder ure met een. eigen candidaat waren gekomen, dan zou onze candidaat opeens ge kozen zijn geweost. Immers do volstrekte meerderheid was 1913. Waren nu de 264 stemmen, die de heer Van den Berch van Heomstcdo verkreeg, onmiddellijk op den heer De Lange gegaan, zoo zou dezo de meer derheid gehad hebben. In ieder geval kan het Ministerie tevreden zijn. Dr. Do Visser die de candidatuur-v. d. Berch van Heemstede bepleitte, aeide her haaldelijk het Kabinet te willen steunen, zoo dat de stemmen, op den Christ.-Hist, candi daat uitgebracht, ook stemmen zijn vóór het Kabinet. Het slechtst van do reis is gekomen do vrijzinnig-domocratische partij. Slechte 183 stemmen, 't Is waarlijk voor haar moedbe- nemend. De socialisten verkregen nog meer stemmen; en zij konden verloden jaar iiict eens 40 kiezers bijeen halen om een candi- daten-lijst in te dienen. Onze vrienden zullen nu hun uiterste krachten hebben in to spannen. Doch wij weten, dat men daarvan verzekerd kan zijn. •Tiet Centrum zegt in een asterisk Lei den: Het is te Leiden gegaan zooals wij hadden verwacht. Do anti-rcvolutionnaire candidaat, die bij eerste stemming zou gekozen zijn, indien de Christelijk-Historischen en vrij-antircvolu- tionnairen hom hun steun niet hadden ont houden, komt in herstemming met den libe raal. 't Is waar, hij heefteen flinkon voorsprong op zijn mededinger en zal naar alle waar schijnlijkheid bij de herstemming zegevieren. Maar beter ware hot toch zeker geweest, wanneer men den strijd in één slag had be ëindigd. De Nederlander schreef Maandagavond in een aanbeveling van jhr. Van den Berch van Heemstede ,,Een enkel orgaan, o. a. Tiet Centrum, stelt het voor, alsof do onzen een weinig bui ten hun boekje gaan door in Leiden een can didaat aan te bevelen, die niet in engeren zin geestverwant is van zijn voorganger. Het resultaat van do stembus van 1901 wordf dan als een soort f i x i m voorgesteld, waar aan nicte veranderd mag worden. Het komt ons voor, dat men zich door zulk een beschouwing niet moet laten ver ontrusten, vooral niet, nu onlangs die gefi xeerde verhouding dan toch reeds gewijzigd is, toen met behulp der onzen in Amster dam IX do heer Bij le veld word gekozen." De uitslag der stemming te Leiden be wijst ,dat do verhouding van rechts tot links daar nagenoeg onveranderd is gebleven. Do Christelijk Historischen, die in 1897 op een eigen candidaat 190 stemmen, vereenig- den, brachten het thans, door de vrij-anti- revolutionnairen gesteund, tot 261 stemmen, een verschil, dat niet belangrijk kan worden genoemd. Do antirevolutionnairen en liberalen kre gen mindor stemmen, dan destijds, maar dit is blijkbaar toe to schrijven aan een geringe re opkomst der kiezers. In elk geval blijven zij, evenals in 1901, de partijen, tusschen welke moet worden beslist, en de keuzo zal thans voor de vrij- anti-revolutionnairen en Christelijk-Histori schen niet moeilijk meer zijn. Het Handelsblad zegt over de verkie zing te Leiden: Dat hot to Leiden tot een herstemming zou komen tusschen den liberalen candidaat prof. Van der Ylugt en dien der antirevo lutionnairen on katholieken den heer J. de Lango, werd algemeen voorzien, nu de Chris tel ijk-historischen een eigen candidaat had den gesteld. Opmerkelijk is echter het zeer geringo aan tal steramen dat op den vrijzinnig-demoora- tisehen candidaat werd uitgebracht slechte 183. Immers in het vorig jaar stemden op den oud-hooglceraar Druoker, die dezelfdo richting is toegedaan, 10S1, en op den libe ralen candidaat don oud-minister van jus titie en oud-kantonrechter te Leiden mr. Yan der Kaay 722. Te zamen 1802. Nu waren de vrijzinnigen aldus verdeeld: voor prof. Yan der Ylugt 1172 .voor den vrijz.-demo craat Sijtsma 183. Blijkbaar heeft beide kee- ren de sympathie voor de personen der can didaten grooten invloed gehad, vooral bij dc verkiezing van thans. Hoe dc uitslag der herstemming zal wezen, is nog niet geheel en al zeker. Telt men de stemmen op den Chr.-historischen candidaat uitgebracht (26-1) bij dio welke do heer De Lange verkreeg (1756), dan ziet men dat nu reeds de Christelijken te zamen mot 2020, dus do meerderheid van 3825 geldige stem men, in 't veld kwamen. De heer Do Lange ware dus terstond gekozen, indien ook do Chr.-historischen hem hadden gesteld. Hier uit ziet men, gelijk reeds in 1897 en 1901 voor menig district is gebleken, dat de orthodoxe protestanten, voor den Kamerzetel de door slag hadden kunnen geven. Zij hebben stel lig ook dezer», keer door een eigon candidar- tuur te stellen, een waarschuwing willen go- vcn aan de Calvinisten en de katholieken, tegen wie zij in 1897 nog zoo fel zijn op getreden Hun. stemmen gaan nu stellig op den heer De Lange over, wiens kansen daar door zeer groot zijn. Toch kan prof. Van der Vlugt nog geko zen worden, indien de 900 d. i. 19 pCt. der kiezers, die wegbleven van do stembus of ongeldige stemmen uitbrachten, nog grooton- deels voor hem opkomen, en do 333 vrij zinnig- of sociaal democraten cvenzoo han delen. In het Sociaal Wcekblad wordt bespro ken, on tier het motto ..Mooi gedoe," bot antwoord van Het Vaderland, aan het So ciaal Weekblad gegeven op hetgeen laatst genoemd blad schreef aan het adres van het eerste in verband met diens aan-1 oveding van do oandidatuur Van dor Vlugt (welk antwoord wij medegedeeld bobben.) Thans zegt het Sociaal Weekblad omtrent dat antwoord: „Zooals men ziot vertelt do redactie vol strekt niot« van hetgeen wij hadden gezegd. Daarentegen maakt- zij aan haar lozers wijs, dat wij hot hadden over de respectieve be kwaamheden van de lieeren Sijtsma en Van der Vlugt. Zij vernemen dus niot, dat dó&r- van door ons niet was gerept. Zij vernemen ovonmin, dat wij, des hoeren Van der Vlugt's eigen woorden aanhalond, in hot licht had den gesteld, hoe onbegrijpelijk liet was, van d i o n kant d i o n man to zien aanprijzen als vooruitstrevend liberaal. En d dór op krijgen wij geen onkol woord bescheid. Waarlijk, Het Vaderland is tegenwoordig een blad, waaïop do „Liberale LTnic"- groep troteeti kan zijn." In een asterisk „De Loidsche Acade mie" zegt De Standaard: Prof. Van dor Vlugt had in zyn verkiozings- speech van Maandagavond slechts twoo pyien op z^jn boog; doch die, met de noodigo stembus handighoid togen het Kabinet gericht, voor zyn candidatuur heel vrat schonen te beloven. Twoo pijlen: de vrije invoer en de hand having der Rijksuniversiteiten. Om de waarheid te zoggen, viel ons dit we) een welnigje tegen. Van een geleerd man als pref- Van der Vlugt had mon toch wel iets anders mogen verwachten, dan juist zulke twee ordinaire stembus projectiolen. Over do invoerrechten kunnen we hier wel zwijgen. Het duur brood, dat in de leuze 0vrije Invoer" ligt opgesloten, zal nu wel niet zooveel Indruk meer maken. Een enkel woord echter over „de handha ving der Rijks universiteiten", waaromtrent in de eerste plaats zou kunnen gevraagd wor den, of er dan eenig gevaar bestaat voor die handhaving. Het schijnt wel zoo. Althans, In Lelden wordt rondverteld, dat het Ministerie het go- munt heeft op haar aloude Academie. Indien dit zoo was, dan zou het niet erg pleiten voor de dank baai heid van dr. Kuypor jegens een Hoogeschool, waar de stlchtor der anti-revolutionaire party en waar hyzolf hun studie hebben aangovangen. We verstaan ochtor niet, hoe mon aan dat praatje komt. Het is toch bekend genoog, dat juist dr. Kuyper op het punt van goed en wetenschappelijk onderwys niet schriel is. Dat biykt ook uit de begrooting van Hoofd stuk V voor 1903, waarop oemgo duizenden guldens meer voor de Leidsche hoogeschool wordon aangevraagd, dan verloden jaar. Een Minister, die den ondergang van de Academie op het oog had, zou dit zekor niet doen. Doch prof. van dor Vlugt, die dat natuurlyk weet, ziet het gevaar voor de Loidsche Uni versiteit ln iets anders. Namelijk ln het voornemen dor Regeering om ook het hooger onderwys vry te maken. Waarin die vry making bestaat, kunnen onze lezers wel vormooden. Immers in niets anders dan dit, dat do byzondere gymnasia en de Vrye Universiteit oenig Rykssubsidio zullen ontvangen, en dat onder zekero voorwaarden ook do graden van do Vrye Universiteit zullen worden orkond door het Ryk. Hierin nu ziet de Professor oen gevaar voor de Ryksuniver8iteiten. De Hoogleeraar kan niet tegonsproken, dat onder dit Ministerie oven dougdoiyk, zooniet deugdolyker, wordt behartigd het belang van het onderwys aan de Ryks univorsitelton; dat dus op dien grond de Leidsche academie minstens oven zekor van haar voortbostaan on haar bloei is als onder vorigo Ministeries. Doch do Vrye Universiteit zal oonige facili teiten ontvangen; en dat nu schynt, naar den Indruk, dien prof. van der Vlugt Maandag gaf, de doodsteek voor allo Rykshoogescholen te zyn. Hoe is 't mogeiyk, dat een geleerd man zoo iets kon zeggen en dat de hoorders niet door hilariteit hun verbazing te kennen gaven I Do Nieuwe Itotlcrdamsche Courantdie beweert nog altijd ,,h la recherche" van de Christelijko bcgïneolon van hot zittend Ka binet to zijn, en de Arnhcnisc/ie Courant wijden een artikel aan de Momorio van Antwoord. Do ArnJicmsche Courant meent, dat dc heer De Wilde indertijd wel gelijk kan ge had hebben mot to beweren, dat cr in het „vierjarig tijdperk" niets zal koraeai van de finaio oplossing der sohoolquacetio on haalt conigo zinsnodon uit do Memorie aan, die haar meening steunen. Verder zegt zij: „Wat do hoofdzaak betreft in do aongc- liaaldo zinsneden: do verwachting op be vrediging dor vronschon van do vrienden met betrokking tot het lager ondorwijs, mon heeft gezien hoe voorzichtig de Regcoring zich hierover uitlaat. Zeker niet ten on- roohte, want als men nagaat wat er, naar haar oordcel zelf, aan do „verdere vrijmaking" van hot lagor onderwijs vast zit, dan zouden ook ovor con jaar do vrien den nog wel weder eens in dio verwachting kunnen worden teleurgesteld. Maar voor het oogcnbLik zullen de gemoedoron door de voorspiegeling, dat in hot volgend jaar het lagor onderwijs aan de ordo komt, waar schijnlijk wel gesust wordon, ook al zullen or onder do vrienden zijn, die met verba zing zullen vernomen hebben, dat thans niet te beslissen valt of het gelukken zal, zonder Grondwetsherziening tot de finale oplos sing, in don geest van hot bokondo „Unie"- rapport, te geraken, terwijl toch daaraan in April 1901 zóó weinig word getwijfeld, dat finale oplossing in don geest va;) 't rapport „voor zoover de Grondwet toelaat", op den voorgrond is gestold l Het Kabinet etaat d>io oplossing wed „uit over tuiging" voor, maar voorloop ig ról het zich bepalen tot voortzetting van do in 18S9 „zoo gelukkig ondernomen poging tot oplossing van de schoolquacatie." Zóó heeft do voor malige hoofdredacteur van De Standaard over dio poging ook niot altijd gedacht en gesproken 1 Dooh ook dat voort- tten dier poging stoat nog niot vast; immers de Re gcoring beoogt ook eon „nader onderzoek of do finr.lo oplossing niet nog aannomelij- kor zou zijn." Nu tooh weder zondor Grond wetsherziening? waartegen bedenkingen zijn gorozen, die tot dusver nog niet uit den weg geruimd konden worden net Handelsblad is met do Memorie niet bijster ingonomon; vindt er te veol „theolo gie" in cn is het met do zienswijze van het Kabinet in dezen niet eens. Het bl:id be weert, om een voorbeeld aan to halen, dat do in do Memorie aangevoelde bewijzen voor de niet geheel ontkerstende staatsinrichting met do Nederlandscho Staatsinrichting niets to maken hebben. „De Grondwet kent geen koningschap „bij i do gratie Gods", on schrijft geen formulier van wetsindiening voor. Wel bevat zij het voorschrift: „Aan allo kerkgenootschappen in het Rijk wordt gelijke bescherming ver leend" om daarom wordt niet cnkil „dé Kerk van Christus in haar verschillende \ormen nog door den Staat geëerd." Over het huwelijk en do ouderlijke macht bestaan bij „do verschillende vormen van de „Kerk van Christus" zeer uitecnloopende gevoelenR. Mcu denko slechts aan het verbod omtrent echtscheiding bij de katholieken. Aan do strenge handhaving van het ouderlijk gezag, dat eouwenlang ook onder „oude christelij ke tradition" hot. kind tot een weerloos eigen dom van den vader maakte, zal welhaast ook in Nederland een einde komon, dank zij der bekende wet van het vorig liberaal Ka binet uitgegaan. Al dezo gezochte nrgumontatie, als zou het optreden van het „christelijk" Kabinet voor hot Nedcrlandsche volk noodig zijn gewor den ter wille „van het behoud van hot Chris telijke karakter der natie" dat is van een rechtvaardige en liefdevolle samenleving om dus ons volk te redden als uit een poel van zodolijken achteruitgang en vorval, waarop gelijkt dit betoog meer dan opweinig Christelijke grootspraak en echt theologische zelfverheffing." Het Vaderland is o. m niet zeker, dat do aangekondigde wetsontwerpen in don smaak van do Vrijzinnigen zullen vallen. Wat do Armenwet en do Staatemtkcoring botreft, zegt het blad: „Het zal moeten blijken of dit nieuw pro ject ook voor vrijzinnigen van allerhande gading verkieslijk zal zijn boven het meester lijk ontwerp-Borgosiu8, waarover aanstonds na zijn goboorto De Standaard de verdoe ming uitsprak, als de vrijheid dor Kerken to na te komon. Waarschijnlijk lijkt dit' voorshands niet on de korte zinsnee, waar mee dr. Kuypor de Armenwet bedacht, wijst gcon principieelo verschilpunten aan, waar aan ziju ontworp van dat zijns voorgan gers zal zijn te onderkennen. Do bijdrage van Staatswege belooft in het ontwerp-Kuyper hoogor te worden dan zij door den minister Lely was ontworpen. Do belofte moet gezet worden onder lift licht ■van do vóórlaatste Troonrede, waarin ver band werd gelegd tusschen het nadeel, dat do workman ten bate der nijverheid van liet voorgenomen protectionistisch bedrijf dor Rogccring zou hebben te lijden en dc opof feringen, die hij zich zou hebben te getroos ten, ten einde tegen dc euvelen van invnliui- teit en ouderdom zich gedekt te zien. En in dat licht verliest de toegezegde hoogere etaatsbijdrage allo eigenschappen van bruik baar lokaas." Het blad vestigt o. m. ook do aandacht op hot door don Minister gebruikte beeld van den stoep ie cha se. „Ik bon over tuigd", dus zei de Minister, „dat de lijn, voortvloeiende uit mijn beginselen, afwijkt van die welke voortkomt uit de hunne, en wanneer mon zich beweegt langs divorgec- rendo lijnen, is elke steeple cha^o vanzelf, uitgesloten." i) Intusschen was mevrouw von Bornheim druk in do weer met de toebereidselen voor de reis; het stond vast, dat zy na den terugkeer van haar man zich naar het meer van Genève zou begeven. Misschien kwam Waldemar later eenigen tyd met verlof, om haar gezelschap te houden. De moeder begon reeds de verwoeste luchtkasteelen te her bouwen, van een gelukkig by elkander-leven van oudors en kinderen en kleinkindoren in een nog al te verre toekomst. Hoe langzaam kropen de dagen voorbyWas het dan mogeiyk, dat nog geen week verloopen was sinds bet vertrek van Erhardt? En Ina zag tegen eiken nieuwen dag op als tegen eon steilen berg. Vroeger bracht iedero dag haar nieuwe blydschap en vrooiykheid. Het meisje herinnerde zich niet, in het vlinder achtig besta.m dat zy tot dusver had geleid, otfe iets byzondere te hebben gedaan. De avond overviel haar immer, de uren vlogen voorby, zy wist niet hoe; de nacht brak aan met zyn droomen en zyn zoete, zorgeloozen slaap. En ook in den tyd, dat zy verloofd was geworden, was het zoo geweest. Het denkeu aan de toekomst aan de zyde van den beminden man was haar van den morgen tot don avond een onuitaprokeiyk genot ge weest. En als hy er zelf was, had zy wel kunnen bidden: „Zonno, sta stil." En nu? Plotseling had zy over niets meer te denken, te droomen, niets meer te hopen. Slechts die eene vraag drong zich onophoude- lyk aan haar op: „Zou hy kan hy weder- keeren „Arm kind," zeide dikwyis teeder de moedor, „ik wilde, dat ik u die droefheid had kunnen besparen; hoe gelukkig zou ik dan geweest zyn. Neem het aan al3 oen beproeving. Niemand is Let weggelegd, zon der eenig leed het leven to gonioten. Maar het is slechts een wolk, door uw oigen dwaas heid te voorschyn geroeren.De zon is er nog, myn lieveling; zy is alleen maar voor korten tyd bedekt. Zy zal weder schynen, schooner, warmer dan te voren." „Het zal een dwaling zyn. MGn heeft Erhardt belasterd. Papa zal hem mede terug brengen," antwoordde Ina als in een droom, „Ik wil niet lydenik wil alleen gelukkig zyn met hem!" Voor den avond van den vierden dag eerst liad de heer^ von Bornheim telegraphisch konnis gegeven, dat hy nog dien dag zou torugkeeren. Het was reeds donker, lom het rytuig het landhuis verliet, om hem van het station af te halen. Ina sproDg op. Verdwenen was alle zwakte. Haar wangen gloeiden. „O, mamaik kan hem nog niet zienl Ik moet my er eerst op voorbereiden!" „"Wien toch, kind, ja papa?" „Noen, neen, Erhardt 1" „Meen je dan werkeiyk, dat hy misschien meekomt?" vroeg movrouw vou Bornheim verbleekend. A!s dat zou -geschieden, dan zouden haar mooie droomen voor de toekomst altijd droomen blyven. Niet lang daarna hoorde men het rytuig in de verte naderen. Beiden yiden naar de deur. „Laat my zien, Ina," riep de moeder zenuwachtig, „iaat mU zieu, denk er toch om, dat de dokter je kalmte heeft voorgeschreven Schreden weerklonken op de trap. Ina kon byna geen adem meer halen. Zy hoorde do stem harer moedor, haar vader antwoordde; haar hart klopte hoorbaar, haar oogen staardon .op de deur. Nog oen oogenblik, dat baar wol oen eouwiglieid toescheen; dan verschenen vader en moeder op den drempel en niemand met hen. Erhardt was niet gekomen. Het meisje zonk in een leuningstoel. Aan de vertwyfeling, dio zich nu van haar meester maak to, gevoelde zhoezeer zy Erhardt beminde. Half bewusteloos liet zy zich tioor haar vader liefkoozen; zy vernam den toon zyner stom, maar den zin zynor woorden was zy niet in staat te begrijpen. Maar toen hy haar een brief in do handen gaf, was het als ontwaakte zy plotseling mot schrik uit oen zwaren droom; krampachtig klemde zy hot papier in baar banden, „Kom, moeder, x.t ons Ina alleen laten met de afscheid ion van haar verloofde Erhardt is al on .or eg naar Egypte Wees verstandig, Ina; jy hebt het zoo ge wild, en niemand anders." Nadat do moedor haar heftig opgewonden kind nog oons vurig had omhelsd, verlieten de ouders het vertrok. Ja, zij was alleen, gansch alleon in de wyde wereld, meende Ina. Hy kwam niot, hy bad baar een afscheidsbrief gezonden, hy had haar aanstonds opgegoven, zonder nog een enkele poging te wagen, om haar tot andere gedachten te brengen. Hot was alles waar, wat men haar van hom had geschreven en dus was alles voorby. Zy ylde naar de tafel, waarop de lamp stond met de rozenroode kap, die hy zoo mooi had gevonden. Daar liad zy nog voor acht dagen zoo genoeglijk met hem gezeten. De brief woog soo zwaar in haar hand; het was, als hing aan dat papier een centenaars last. Waarom had zy niet don moed, hem te openen? „Aan Ina," stond er op het couvert. Wat was het schrift vast, wat heldor als de uitdrukking zyner ooren 1 Eindeiyk vorscheurdo zy met een zenuwachtige beweging het couvert. Er bovond zich oen dichtbeschreven blad in. „Je hebt het gewild, Ina, myn arm kind, daarom scboiden wy. Aan myn jonge vrouw zou ik alles, alles hebben bekend, maar voor myn bruid verzweeg ik deze korte dwaze dwaling myner jeugd. Ik zelf zou by je de voorspreker zyn geworden voor myn kind, dat ik heb moeten wegnemon van myn schoonzuster, die ray haatte, om liet, vor van haar invlood, in oen huis to brengen, waar het zich naar lichaam on geest vryeiyk zou kunnen ontwikkelen, in oen als voor- troffelyk geroomd pensionnaat in Zwitserland. Ik geef toe, dat het kleine meisjo mU geheel vreemd is gebleven. Gy badt het kind moeten leeron, van my te houden zoo had ik ge droomd. Myn huwoiyk met Louise, de zuster van ^nna, was mets dan oen reeks van allerlei teleurstellingen. Ik logeerde in hot huis van haar moeder, tydens oen verbiyf van meer dan een maand in Kagusa; ik wilde liet land en do mensclien leeren kennen, alvorens v6idor te reizen en te vorschen. De jongere dochter, myn latere vrouw, bezat een soort schoonheid, die onmiddeliyk innamdaarby was het een zeer hartstoohteiyke vrouw. Zy sprak een weinig Duitech on ik leerde hbt haar verder. Ik hoopte, wat Iedere man hoopt, die bemint, dat ik hot ideaal van haar leven zou worden. Jong en vurig als ik was, meende ik met deze schoone vrouw gelukkig te kunnen zyn, die jegens my een byna hart8tocbtoiyke liefde koesterde, llaar' moeder zoowol als baar zustor waron togen do verbintenis, daar myn plan was, na de huwelUksvoltrekklng mot baar myn reizen te hervatten; Louise moest in Ragu9a blyven en ik met haar, anders zouden zy or niot ln toestemmen. Wy lieten ons in stilte trouvron, on zy verklaarde zich beroid, my te volgen waarhoen ik gaan zou. Ik bekende nu ann do familie, dat liet huweiyk gosloton wa- en riep daarmede een gewoldigen storm to voor- ecbyn. Do moedor toonde zich oven wol spoe dig verzoeningsgezind. Do zuslor da irontugen bleef buiten zichzelve van woede on ovor- laadde ons steeds met hartstochtolyko ver* wyten. Totdat ik bot niet langor wilde ver dragen, on van de oude vrouw bodong, dat z'l) zich er na eon jaar niet me r togen zou verzetten, dat ik met haar dochter zou af reizen. Zoo bloven wij dan ik onder beding dat ik alleen zou vertrekken, zoodra ik door do Duitsche regooring zou worden terugga- roepon. Nu begonnen die smartoiyke teleur stellingen, welke onvermydeiyk zyn tusschen twee menschen, die op verschillende trappon van ontwikkeling staan en waarvan do eeno party zich in het minst niet geschikt toont om tot meerdore ontwikkeling te worden ge bracht. En dat was hier het goval. Daarby was Louise schrikkeiyk ijv uch on de uitingen van die y verzucht bra- hton v.-\\ ms byna tot afschuw. (It-o.;/, tl, lijd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5