No. 13120
LEIDSCH D AGBLAD, ZATERDAG 29 NOVEMBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1002
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Ina.
Onder het hoofd Leiden sagt De Maas
bode:
De oijfers, die Leiden's stembus oplevert,
iijn de aandacht waard.
Voorop zij gezet, dat het vooruitzicht voor
den oandidaat der anti - re vol u t i onn ai r en en
Katholieken bemoedigend ie. De heer Do
Lange werd zóó g06teund, dat, hadden de
Chr.-historischen hun stommen op hem uit
gebracht, hij bij eerste stemming zou geko
zen zijn.
Men make echter den Ohr.-historischen
van hun houding geen verwijt. Terwijl zij
ndet tegen den heer Van Kempen wilden
uitkomen, ia hot alleszins begrijpelijk, dat
zij thans, nu geen aftredend lid er door zou
gestooten worden, hun kracht cons wilden
beproeven.
Do uitslag heeft getoond, dat hun sterkte
in Leiden 7 pCt. der geldige stemmen
te gering is, om iets positiefs tot stand to
brongen, en het staatkundig inzicht hunner
leiders zal bij verdere gedegenheden daarmee
ongetwijfeld rekening houden.
Hopen wo thans, dat bij de herstemming
'de Chrdstelijk-historisclien zich door geen
confessioneelo, maar door staatkundige
overwegingen zullen laten leiden.
Dat de socialist sleohts 4 pCt. der geldige
stommen behaalde, zal niemand verwonde
ren, dde stad en omgeving van Loidcn kent.
Wat echter een verrassenden indruk
maakt, is liet geringe aanbal stemmendat
do vrijzinnig-democraat verwierf. Terwijl in
Juni van het vorig jaar links evenveel stem
toon werden uitgebracht als thans (toen
1803, nu 1805), behaalden de vrij zinnig-
democraton met hun candidaat Druoker ver
leden jaar 1031 stemmen (waaronder dan
150 socialisten kunnen geweest zijn zeg
dus: notto 930) ditmaal met hun oandidaat
Sytsma... 183.
Do liberalen daarentegen, do in 1901 uit
kwamen met mr. Van der Kaay, brachten
het toenmaals niet vrdoi dan tot 72-2 stem
men, terwijl zo nu op naam van prof. Van
der VIugt. er 1472 samenhoopten.
Zoo ziot men opnieuw, hoeveel voor een
partij aihangt van do keuze van een popu-
lairen candidaat. Maar vooral dringt zich
hior do uitroep op: Wat beginsel, of lie
ver beginselloosheid, heorseht er tooh on
der de liberale kdeaers, dat 750 hunner man
nen hot eane jaar uitloopen op den vrijzin
nig-democraat, en het andere jaar met even-
voel pleizier uitkomen op den conservatief -
liboraal.
Wat overtuiging, en wat partij-disci
pline 1
Wat betreft de recbtsche knezore, dezen
zijn niet in zoo ruimen getale opgekomen
als verleden jaar. Toch, nu éón groep meer
feniefd word, doordien ze van eigen voor-
our kon doen blijken, had liet aantal
Christelijke stemmen hooger moeten zijn dan
toen. 't Is juist minder geweest: 142.
Dozen nu moeten bij herstemming worden
opgehaald. Dozen, en andere or bij.
Eon flinke krachtsinspanning, en Leidons
Kamerzetel wordt stellig voor de Regee-
rlngsparbij behouden.
De vooruitzichten zijn gunstig. Prof. Van
der Vlugt, hoe gezien ook, is conservatief
On heeft een tegenzin in krachtige sociale
hervormingen. Deze omstandigheid zal hem
waarschijnlijk nóet slechts do stemmen der
socialisten, maar ook die van do begdnsel-
"trouwe vrijzinnig-democraten kosten.
Daarentegen mag vertrouwd "worden, dat
een deel der Cnristolijk-historischen a. s.
Dinsdag op don heer De Lange gaan zal.
Wordon deze vooruitzichten niot be
schaamd, dan kan de wethouder 1) hot de
volgende week met enkele honderdon stom
men winnen van den hoogleeraar.
Doch dan is onzerzijds allo krachtsinspan
ning noodig. Er mag niets verzuimd worden
om do sleutels der Peter- on Pauwoleetad
in Ohrisbondianden te houden I
De Standaard zegt in een asterisk Lei
den:
De uitslag van de stemming voor de Loid-
sche Kamer-vacature is, zooals door ieder
1) Raadslid, bedoelt het blad.
kenner van de sterkte der partijen en van
den geest der Leidsohc kiezers verwacht kon
worden.
Niemand van hen zal gerekend hebben op
een eindbeslissing bij eerste stemming.
Er waren toch vijf oandidatenen al kon
ieder wel weten, dat de heeren Sijtsma, Men-
dels en Van den Berch van Heemstede „pro-
test-candidaten" waren, d. w. z. Candida-
ten, die geen kans hadden in herstemming
te komen zoo moest tooh ieder van deze
candidaten mot eenige stemmen gaan strij
ken.
Voor dc anti-revolutionaire partij is er al-
zoo niet de minste reden om teleurgesteld te
zijn. Integendeel mag gezegd wordon, dat do
roomsch-katholieken en de anti-revolutio
naire kiezers zich voortreffelijk hielden en
een getal stemmen uitbrachten, dat klopt
met wat vroeger voor hen uit do stembus
kwam.
Dit is van te meer beteekenis, nu die strijd
moest worden gevoerd zondor den heer Van
Kempen, wiens populariteit in Leiden
spreekwoordelijk was.
Indien de Christelijk-Historischen niet ter
elfder ure met een. eigen candidaat waren
gekomen, dan zou onze candidaat opeens ge
kozen zijn geweost. Immers do volstrekte
meerderheid was 1913. Waren nu de 264
stemmen, die de heer Van den Berch van
Heomstcdo verkreeg, onmiddellijk op den
heer De Lange gegaan, zoo zou dezo de meer
derheid gehad hebben.
In ieder geval kan het Ministerie tevreden
zijn. Dr. Do Visser die de candidatuur-v. d.
Berch van Heemstede bepleitte, aeide her
haaldelijk het Kabinet te willen steunen, zoo
dat de stemmen, op den Christ.-Hist, candi
daat uitgebracht, ook stemmen zijn vóór het
Kabinet.
Het slechtst van do reis is gekomen do
vrijzinnig-domocratische partij. Slechte 183
stemmen, 't Is waarlijk voor haar moedbe-
nemend. De socialisten verkregen nog meer
stemmen; en zij konden verloden jaar iiict
eens 40 kiezers bijeen halen om een candi-
daten-lijst in te dienen.
Onze vrienden zullen nu hun uiterste
krachten hebben in to spannen. Doch wij
weten, dat men daarvan verzekerd kan zijn.
•Tiet Centrum zegt in een asterisk Lei
den:
Het is te Leiden gegaan zooals wij hadden
verwacht.
Do anti-rcvolutionnaire candidaat, die bij
eerste stemming zou gekozen zijn, indien de
Christelijk-Historischen en vrij-antircvolu-
tionnairen hom hun steun niet hadden ont
houden, komt in herstemming met den libe
raal.
't Is waar, hij heefteen flinkon voorsprong
op zijn mededinger en zal naar alle waar
schijnlijkheid bij de herstemming zegevieren.
Maar beter ware hot toch zeker geweest,
wanneer men den strijd in één slag had be
ëindigd.
De Nederlander schreef Maandagavond in
een aanbeveling van jhr. Van den Berch van
Heemstede
,,Een enkel orgaan, o. a. Tiet Centrum,
stelt het voor, alsof do onzen een weinig bui
ten hun boekje gaan door in Leiden een can
didaat aan te bevelen, die niet in engeren
zin geestverwant is van zijn voorganger. Het
resultaat van do stembus van 1901 wordf
dan als een soort f i x i m voorgesteld, waar
aan nicte veranderd mag worden.
Het komt ons voor, dat men zich door
zulk een beschouwing niet moet laten ver
ontrusten, vooral niet, nu onlangs die gefi
xeerde verhouding dan toch reeds gewijzigd
is, toen met behulp der onzen in Amster
dam IX do heer Bij le veld word gekozen."
De uitslag der stemming te Leiden be
wijst ,dat do verhouding van rechts tot links
daar nagenoeg onveranderd is gebleven.
Do Christelijk Historischen, die in 1897 op
een eigen candidaat 190 stemmen, vereenig-
den, brachten het thans, door de vrij-anti-
revolutionnairen gesteund, tot 261 stemmen,
een verschil, dat niet belangrijk kan worden
genoemd.
Do antirevolutionnairen en liberalen kre
gen mindor stemmen, dan destijds, maar dit
is blijkbaar toe to schrijven aan een geringe
re opkomst der kiezers.
In elk geval blijven zij, evenals in 1901,
de partijen, tusschen welke moet worden
beslist, en de keuzo zal thans voor de vrij-
anti-revolutionnairen en Christelijk-Histori
schen niet moeilijk meer zijn.
Het Handelsblad zegt over de verkie
zing te Leiden:
Dat hot to Leiden tot een herstemming zou
komen tusschen den liberalen candidaat
prof. Van der Ylugt en dien der antirevo
lutionnairen on katholieken den heer J. de
Lango, werd algemeen voorzien, nu de Chris
tel ijk-historischen een eigen candidaat had
den gesteld.
Opmerkelijk is echter het zeer geringo aan
tal steramen dat op den vrijzinnig-demoora-
tisehen candidaat werd uitgebracht slechte
183. Immers in het vorig jaar stemden op
den oud-hooglceraar Druoker, die dezelfdo
richting is toegedaan, 10S1, en op den libe
ralen candidaat don oud-minister van jus
titie en oud-kantonrechter te Leiden mr.
Yan der Kaay 722. Te zamen 1802. Nu waren
de vrijzinnigen aldus verdeeld: voor prof.
Yan der Ylugt 1172 .voor den vrijz.-demo
craat Sijtsma 183. Blijkbaar heeft beide kee-
ren de sympathie voor de personen der can
didaten grooten invloed gehad, vooral bij dc
verkiezing van thans.
Hoe dc uitslag der herstemming zal wezen,
is nog niet geheel en al zeker. Telt men de
stemmen op den Chr.-historischen candidaat
uitgebracht (26-1) bij dio welke do heer De
Lange verkreeg (1756), dan ziet men dat nu
reeds de Christelijken te zamen mot 2020,
dus do meerderheid van 3825 geldige stem
men, in 't veld kwamen. De heer Do Lange
ware dus terstond gekozen, indien ook do
Chr.-historischen hem hadden gesteld. Hier
uit ziet men, gelijk reeds in 1897 en 1901 voor
menig district is gebleken, dat de orthodoxe
protestanten, voor den Kamerzetel de door
slag hadden kunnen geven. Zij hebben stel
lig ook dezer», keer door een eigon candidar-
tuur te stellen, een waarschuwing willen go-
vcn aan de Calvinisten en de katholieken,
tegen wie zij in 1897 nog zoo fel zijn op
getreden Hun. stemmen gaan nu stellig op
den heer De Lange over, wiens kansen daar
door zeer groot zijn.
Toch kan prof. Van der Vlugt nog geko
zen worden, indien de 900 d. i. 19 pCt. der
kiezers, die wegbleven van do stembus of
ongeldige stemmen uitbrachten, nog grooton-
deels voor hem opkomen, en do 333 vrij
zinnig- of sociaal democraten cvenzoo han
delen.
In het Sociaal Wcekblad wordt bespro
ken, on tier het motto ..Mooi gedoe," bot
antwoord van Het Vaderland, aan het So
ciaal Weekblad gegeven op hetgeen laatst
genoemd blad schreef aan het adres van
het eerste in verband met diens aan-1 oveding
van do oandidatuur Van dor Vlugt
(welk antwoord wij medegedeeld bobben.)
Thans zegt het Sociaal Weekblad omtrent
dat antwoord:
„Zooals men ziot vertelt do redactie vol
strekt niot« van hetgeen wij hadden gezegd.
Daarentegen maakt- zij aan haar lozers wijs,
dat wij hot hadden over de respectieve be
kwaamheden van de lieeren Sijtsma en Van
der Vlugt. Zij vernemen dus niot, dat dó&r-
van door ons niet was gerept. Zij vernemen
ovonmin, dat wij, des hoeren Van der Vlugt's
eigen woorden aanhalond, in hot licht had
den gesteld, hoe onbegrijpelijk liet was, van
d i o n kant d i o n man to zien aanprijzen
als vooruitstrevend liberaal.
En d dór op krijgen wij geen onkol woord
bescheid.
Waarlijk, Het Vaderland is tegenwoordig
een blad, waaïop do „Liberale LTnic"-
groep troteeti kan zijn."
In een asterisk „De Loidsche Acade
mie" zegt De Standaard:
Prof. Van dor Vlugt had in zyn verkiozings-
speech van Maandagavond slechts twoo pyien
op z^jn boog; doch die, met de noodigo
stembus handighoid togen het Kabinet gericht,
voor zyn candidatuur heel vrat schonen te
beloven.
Twoo pijlen: de vrije invoer en de hand
having der Rijksuniversiteiten.
Om de waarheid te zoggen, viel ons dit
we) een welnigje tegen. Van een geleerd man
als pref- Van der Vlugt had mon toch wel
iets anders mogen verwachten, dan juist zulke
twee ordinaire stembus projectiolen.
Over do invoerrechten kunnen we hier wel
zwijgen. Het duur brood, dat in de leuze
0vrije Invoer" ligt opgesloten, zal nu wel niet
zooveel Indruk meer maken.
Een enkel woord echter over „de handha
ving der Rijks universiteiten", waaromtrent
in de eerste plaats zou kunnen gevraagd wor
den, of er dan eenig gevaar bestaat voor die
handhaving.
Het schijnt wel zoo. Althans, In Lelden
wordt rondverteld, dat het Ministerie het go-
munt heeft op haar aloude Academie.
Indien dit zoo was, dan zou het niet erg
pleiten voor de dank baai heid van dr. Kuypor
jegens een Hoogeschool, waar de stlchtor der
anti-revolutionaire party en waar hyzolf hun
studie hebben aangovangen.
We verstaan ochtor niet, hoe mon aan dat
praatje komt. Het is toch bekend genoog,
dat juist dr. Kuyper op het punt van goed
en wetenschappelijk onderwys niet schriel is.
Dat biykt ook uit de begrooting van Hoofd
stuk V voor 1903, waarop oemgo duizenden
guldens meer voor de Leidsche hoogeschool
wordon aangevraagd, dan verloden jaar.
Een Minister, die den ondergang van de
Academie op het oog had, zou dit zekor niet
doen.
Doch prof. van dor Vlugt, die dat natuurlyk
weet, ziet het gevaar voor de Loidsche Uni
versiteit ln iets anders. Namelijk ln het
voornemen dor Regeering om ook het hooger
onderwys vry te maken.
Waarin die vry making bestaat, kunnen
onze lezers wel vormooden. Immers in niets
anders dan dit, dat do byzondere gymnasia
en de Vrye Universiteit oenig Rykssubsidio
zullen ontvangen, en dat onder zekero
voorwaarden ook do graden van do
Vrye Universiteit zullen worden orkond door
het Ryk.
Hierin nu ziet de Professor oen gevaar voor
de Ryksuniver8iteiten.
De Hoogleeraar kan niet tegonsproken, dat
onder dit Ministerie oven dougdoiyk, zooniet
deugdolyker, wordt behartigd het belang van
het onderwys aan de Ryks univorsitelton;
dat dus op dien grond de Leidsche academie
minstens oven zekor van haar voortbostaan
on haar bloei is als onder vorigo Ministeries.
Doch do Vrye Universiteit zal oonige facili
teiten ontvangen; en dat nu schynt, naar
den Indruk, dien prof. van der Vlugt Maandag
gaf, de doodsteek voor allo Rykshoogescholen
te zyn.
Hoe is 't mogeiyk, dat een geleerd man
zoo iets kon zeggen en dat de hoorders niet
door hilariteit hun verbazing te kennen gaven I
Do Nieuwe Itotlcrdamsche Courantdie
beweert nog altijd ,,h la recherche" van de
Christelijko bcgïneolon van hot zittend Ka
binet to zijn, en de Arnhcnisc/ie Courant
wijden een artikel aan de Momorio van
Antwoord.
Do ArnJicmsche Courant meent, dat dc
heer De Wilde indertijd wel gelijk kan ge
had hebben mot to beweren, dat cr in het
„vierjarig tijdperk" niets zal koraeai van de
finaio oplossing der sohoolquacetio on haalt
conigo zinsnodon uit do Memorie aan, die
haar meening steunen. Verder zegt zij:
„Wat do hoofdzaak betreft in do aongc-
liaaldo zinsneden: do verwachting op be
vrediging dor vronschon van do vrienden met
betrokking tot het lager ondorwijs, mon
heeft gezien hoe voorzichtig de Regcoring
zich hierover uitlaat. Zeker niet ten on-
roohte, want als men nagaat wat er,
naar haar oordcel zelf, aan do „verdere
vrijmaking" van hot lagor onderwijs vast
zit, dan zouden ook ovor con jaar do vrien
den nog wel weder eens in dio verwachting
kunnen worden teleurgesteld. Maar voor het
oogcnbLik zullen de gemoedoron door de
voorspiegeling, dat in hot volgend jaar het
lagor onderwijs aan de ordo komt, waar
schijnlijk wel gesust wordon, ook al zullen
or onder do vrienden zijn, die met verba
zing zullen vernomen hebben, dat thans niet
te beslissen valt of het gelukken zal, zonder
Grondwetsherziening tot de finale oplos
sing, in don geest van hot bokondo „Unie"-
rapport, te geraken, terwijl toch daaraan
in April 1901 zóó weinig word getwijfeld,
dat finale oplossing in don geest va;)
't rapport „voor zoover de Grondwet
toelaat", op den voorgrond is gestold l Het
Kabinet etaat d>io oplossing wed „uit over
tuiging" voor, maar voorloop ig ról het zich
bepalen tot voortzetting van do in 18S9 „zoo
gelukkig ondernomen poging tot oplossing
van de schoolquacatie." Zóó heeft do voor
malige hoofdredacteur van De Standaard
over dio poging ook niot altijd gedacht en
gesproken 1 Dooh ook dat voort- tten dier
poging stoat nog niot vast; immers de Re
gcoring beoogt ook eon „nader onderzoek
of do finr.lo oplossing niet nog aannomelij-
kor zou zijn." Nu tooh weder zondor Grond
wetsherziening? waartegen bedenkingen
zijn gorozen, die tot dusver nog niet uit
den weg geruimd konden worden
net Handelsblad is met do Memorie niet
bijster ingonomon; vindt er te veol „theolo
gie" in cn is het met do zienswijze van het
Kabinet in dezen niet eens. Het bl:id be
weert, om een voorbeeld aan to halen, dat
do in do Memorie aangevoelde bewijzen voor
de niet geheel ontkerstende staatsinrichting
met do Nederlandscho Staatsinrichting niets
to maken hebben.
„De Grondwet kent geen koningschap „bij i
do gratie Gods", on schrijft geen formulier
van wetsindiening voor. Wel bevat zij het
voorschrift: „Aan allo kerkgenootschappen
in het Rijk wordt gelijke bescherming ver
leend" om daarom wordt niet cnkil „dé
Kerk van Christus in haar verschillende
\ormen nog door den Staat geëerd." Over
het huwelijk en do ouderlijke macht bestaan
bij „do verschillende vormen van de „Kerk
van Christus" zeer uitecnloopende gevoelenR.
Mcu denko slechts aan het verbod omtrent
echtscheiding bij de katholieken. Aan do
strenge handhaving van het ouderlijk gezag,
dat eouwenlang ook onder „oude christelij
ke tradition" hot. kind tot een weerloos eigen
dom van den vader maakte, zal welhaast
ook in Nederland een einde komon, dank zij
der bekende wet van het vorig liberaal Ka
binet uitgegaan.
Al dezo gezochte nrgumontatie, als zou het
optreden van het „christelijk" Kabinet voor
hot Nedcrlandsche volk noodig zijn gewor
den ter wille „van het behoud van hot Chris
telijke karakter der natie" dat is van een
rechtvaardige en liefdevolle samenleving om
dus ons volk te redden als uit een poel van
zodolijken achteruitgang en vorval, waarop
gelijkt dit betoog meer dan opweinig
Christelijke grootspraak en echt theologische
zelfverheffing."
Het Vaderland is o. m niet zeker, dat do
aangekondigde wetsontwerpen in don smaak
van do Vrijzinnigen zullen vallen. Wat do
Armenwet en do Staatemtkcoring botreft,
zegt het blad:
„Het zal moeten blijken of dit nieuw pro
ject ook voor vrijzinnigen van allerhande
gading verkieslijk zal zijn boven het meester
lijk ontwerp-Borgosiu8, waarover aanstonds
na zijn goboorto De Standaard de verdoe
ming uitsprak, als de vrijheid dor Kerken
to na te komon. Waarschijnlijk lijkt dit'
voorshands niet on de korte zinsnee, waar
mee dr. Kuypor de Armenwet bedacht, wijst
gcon principieelo verschilpunten aan, waar
aan ziju ontworp van dat zijns voorgan
gers zal zijn te onderkennen.
Do bijdrage van Staatswege belooft in het
ontwerp-Kuyper hoogor te worden dan zij
door den minister Lely was ontworpen. Do
belofte moet gezet worden onder lift licht
■van do vóórlaatste Troonrede, waarin ver
band werd gelegd tusschen het nadeel, dat
do workman ten bate der nijverheid van liet
voorgenomen protectionistisch bedrijf dor
Rogccring zou hebben te lijden en dc opof
feringen, die hij zich zou hebben te getroos
ten, ten einde tegen dc euvelen van invnliui-
teit en ouderdom zich gedekt te zien. En in
dat licht verliest de toegezegde hoogere
etaatsbijdrage allo eigenschappen van bruik
baar lokaas."
Het blad vestigt o. m. ook do aandacht
op hot door don Minister gebruikte beeld
van den stoep ie cha se. „Ik bon over
tuigd", dus zei de Minister, „dat de lijn,
voortvloeiende uit mijn beginselen, afwijkt
van die welke voortkomt uit de hunne, en
wanneer mon zich beweegt langs divorgec-
rendo lijnen, is elke steeple cha^o vanzelf,
uitgesloten."
i)
Intusschen was mevrouw von Bornheim
druk in do weer met de toebereidselen voor
de reis; het stond vast, dat zy na den
terugkeer van haar man zich naar het meer
van Genève zou begeven. Misschien kwam
Waldemar later eenigen tyd met verlof, om
haar gezelschap te houden. De moeder begon
reeds de verwoeste luchtkasteelen te her
bouwen, van een gelukkig by elkander-leven
van oudors en kinderen en kleinkindoren in
een nog al te verre toekomst.
Hoe langzaam kropen de dagen voorbyWas
het dan mogeiyk, dat nog geen week verloopen
was sinds bet vertrek van Erhardt? En Ina
zag tegen eiken nieuwen dag op als tegen
eon steilen berg. Vroeger bracht iedero dag
haar nieuwe blydschap en vrooiykheid. Het
meisje herinnerde zich niet, in het vlinder
achtig besta.m dat zy tot dusver had geleid,
otfe iets byzondere te hebben gedaan. De
avond overviel haar immer, de uren vlogen
voorby, zy wist niet hoe; de nacht brak aan
met zyn droomen en zyn zoete, zorgeloozen
slaap. En ook in den tyd, dat zy verloofd
was geworden, was het zoo geweest. Het
denkeu aan de toekomst aan de zyde van
den beminden man was haar van den morgen
tot don avond een onuitaprokeiyk genot ge
weest. En als hy er zelf was, had zy wel
kunnen bidden: „Zonno, sta stil."
En nu? Plotseling had zy over niets meer
te denken, te droomen, niets meer te hopen.
Slechts die eene vraag drong zich onophoude-
lyk aan haar op: „Zou hy kan hy weder-
keeren
„Arm kind," zeide dikwyis teeder de
moedor, „ik wilde, dat ik u die droefheid
had kunnen besparen; hoe gelukkig zou ik
dan geweest zyn. Neem het aan al3 oen
beproeving. Niemand is Let weggelegd, zon
der eenig leed het leven to gonioten. Maar
het is slechts een wolk, door uw oigen dwaas
heid te voorschyn geroeren.De zon is er
nog, myn lieveling; zy is alleen maar voor
korten tyd bedekt. Zy zal weder schynen,
schooner, warmer dan te voren."
„Het zal een dwaling zyn. MGn heeft
Erhardt belasterd. Papa zal hem mede terug
brengen," antwoordde Ina als in een droom,
„Ik wil niet lydenik wil alleen gelukkig
zyn met hem!"
Voor den avond van den vierden dag eerst
liad de heer^ von Bornheim telegraphisch
konnis gegeven, dat hy nog dien dag zou
torugkeeren. Het was reeds donker, lom het
rytuig het landhuis verliet, om hem van het
station af te halen.
Ina sproDg op. Verdwenen was alle zwakte.
Haar wangen gloeiden.
„O, mamaik kan hem nog niet zienl
Ik moet my er eerst op voorbereiden!"
„"Wien toch, kind, ja papa?"
„Noen, neen, Erhardt 1"
„Meen je dan werkeiyk, dat hy misschien
meekomt?" vroeg movrouw vou Bornheim
verbleekend. A!s dat zou -geschieden, dan
zouden haar mooie droomen voor de toekomst
altijd droomen blyven.
Niet lang daarna hoorde men het rytuig
in de verte naderen. Beiden yiden naar de
deur. „Laat my zien, Ina," riep de moeder
zenuwachtig, „iaat mU zieu, denk er toch om,
dat de dokter je kalmte heeft voorgeschreven
Schreden weerklonken op de trap. Ina kon
byna geen adem meer halen. Zy hoorde do
stem harer moedor, haar vader antwoordde;
haar hart klopte hoorbaar, haar oogen staardon
.op de deur. Nog oen oogenblik, dat baar wol
oen eouwiglieid toescheen; dan verschenen
vader en moeder op den drempel en
niemand met hen. Erhardt was niet gekomen.
Het meisje zonk in een leuningstoel. Aan
de vertwyfeling, dio zich nu van haar meester
maak to, gevoelde zhoezeer zy Erhardt
beminde. Half bewusteloos liet zy zich tioor
haar vader liefkoozen; zy vernam den toon
zyner stom, maar den zin zynor woorden
was zy niet in staat te begrijpen. Maar toen
hy haar een brief in do handen gaf, was het
als ontwaakte zy plotseling mot schrik uit
oen zwaren droom; krampachtig klemde zy
hot papier in baar banden,
„Kom, moeder, x.t ons Ina alleen laten
met de afscheid ion van haar verloofde
Erhardt is al on .or eg naar Egypte
Wees verstandig, Ina; jy hebt het zoo ge
wild, en niemand anders."
Nadat do moedor haar heftig opgewonden
kind nog oons vurig had omhelsd, verlieten
de ouders het vertrok.
Ja, zij was alleen, gansch alleon in de
wyde wereld, meende Ina. Hy kwam niot,
hy bad baar een afscheidsbrief gezonden, hy
had haar aanstonds opgegoven, zonder nog
een enkele poging te wagen, om haar tot
andere gedachten te brengen. Hot was alles
waar, wat men haar van hom had geschreven
en dus was alles voorby.
Zy ylde naar de tafel, waarop de lamp
stond met de rozenroode kap, die hy zoo
mooi had gevonden. Daar liad zy nog voor
acht dagen zoo genoeglijk met hem gezeten.
De brief woog soo zwaar in haar hand; het
was, als hing aan dat papier een centenaars
last. Waarom had zy niet don moed, hem
te openen?
„Aan Ina," stond er op het couvert.
Wat was het schrift vast, wat heldor als de
uitdrukking zyner ooren 1 Eindeiyk vorscheurdo
zy met een zenuwachtige beweging het couvert.
Er bovond zich oen dichtbeschreven blad in.
„Je hebt het gewild, Ina, myn arm
kind, daarom scboiden wy. Aan myn jonge
vrouw zou ik alles, alles hebben bekend,
maar voor myn bruid verzweeg ik deze korte
dwaze dwaling myner jeugd. Ik zelf zou
by je de voorspreker zyn geworden voor myn
kind, dat ik heb moeten wegnemon van myn
schoonzuster, die ray haatte, om liet, vor
van haar invlood, in oen huis to brengen,
waar het zich naar lichaam on geest vryeiyk
zou kunnen ontwikkelen, in oen als voor-
troffelyk geroomd pensionnaat in Zwitserland.
Ik geef toe, dat het kleine meisjo mU geheel
vreemd is gebleven. Gy badt het kind moeten
leeron, van my te houden zoo had ik ge
droomd.
Myn huwoiyk met Louise, de zuster van
^nna, was mets dan oen reeks van allerlei
teleurstellingen. Ik logeerde in hot huis van
haar moeder, tydens oen verbiyf van meer
dan een maand in Kagusa; ik wilde liet land
en do mensclien leeren kennen, alvorens
v6idor te reizen en te vorschen. De jongere
dochter, myn latere vrouw, bezat een soort
schoonheid, die onmiddeliyk innamdaarby
was het een zeer hartstoohteiyke vrouw. Zy
sprak een weinig Duitech on ik leerde hbt
haar verder. Ik hoopte, wat Iedere man
hoopt, die bemint, dat ik hot ideaal van
haar leven zou worden. Jong en vurig als
ik was, meende ik met deze schoone vrouw
gelukkig te kunnen zyn, die jegens my een
byna hart8tocbtoiyke liefde koesterde, llaar'
moeder zoowol als baar zustor waron togen
do verbintenis, daar myn plan was, na de
huwelUksvoltrekklng mot baar myn reizen te
hervatten; Louise moest in Ragu9a blyven
en ik met haar, anders zouden zy or niot ln
toestemmen. Wy lieten ons in stilte trouvron,
on zy verklaarde zich beroid, my te volgen
waarhoen ik gaan zou. Ik bekende nu ann
do familie, dat liet huweiyk gosloton wa- en
riep daarmede een gewoldigen storm to voor-
ecbyn. Do moedor toonde zich oven wol spoe
dig verzoeningsgezind. Do zuslor da irontugen
bleef buiten zichzelve van woede on ovor-
laadde ons steeds met hartstochtolyko ver*
wyten. Totdat ik bot niet langor wilde ver
dragen, on van de oude vrouw bodong, dat
z'l) zich er na eon jaar niet me r togen zou
verzetten, dat ik met haar dochter zou af
reizen. Zoo bloven wij dan ik onder beding
dat ik alleen zou vertrekken, zoodra ik door
do Duitsche regooring zou worden terugga-
roepon. Nu begonnen die smartoiyke teleur
stellingen, welke onvermydeiyk zyn tusschen
twee menschen, die op verschillende trappon
van ontwikkeling staan en waarvan do eeno
party zich in het minst niet geschikt toont
om tot meerdore ontwikkeling te worden ge
bracht. En dat was hier het goval. Daarby
was Louise schrikkeiyk ijv uch on de
uitingen van die y verzucht bra- hton v.-\\ ms
byna tot afschuw.
(It-o.;/, tl, lijd.)