Burgerlyke Stand. Gemengd Nieuws. Marktberichten. FEUILLETON. Ina. K?" ttde van ileit heer S. Talma. De kiezers kunnen in da laatste verkiezings campagne niet klagen over te weinig voor lichting. Voor de eerste stemming hebben alle pariyen en zelfs alle cnndidaten bun licht doen ecbynon, de antirevolutionaire kiesvereeniging sNedorland en Oranje" hiold roods twee open bare vergaderingen, en gisteravond kwam namens deze kiesvereeniging de heer A. S. Talma, lid der Twoede Kamer, nog eens een Jans broken voor de antirevolutionaire candidatuur. De groote zaal der Stadszaal was weder geheel gevuld; de belangstelling bleek due nog onverflauwd. Da. R. J. W. Rudolph, voorzitter der anti revolutionaire kiosvereoniging, oponde de byeenkomst met oen kort gebed en gaf na eon kort inleidend woord van wolkom, waarin by zoor vorbiyd zeido te wezen, dat de goede naam van den spreker zoovelon herwaarts had gelokt, het woord aan den spreker. De heer Talma begon met te wijden een woord van warme hulde aan de nagedachtenis van het overleden lid den heer A. E. van Kem pen, dien hy reeds lang vóór hy KamerHd was had leeren kennen en liofliebben wegens zyn groote trouw aan de antirevolutionaire begin selen. In do Kamer heeft hy alty I zyn plicht vervuld en spr. hoopt van harte, dat de man, die hem zal opvolgen, aan hem geiyk mag zyn in trouw en plichtsbotraoiting. Tot deze vei kiezing komende, herinnert hy hoe do eerste otomnnng is geweest een zuivere party- stemming, daar alle partyen met eon eigen candidaat voor den dag kwamen. Thans, by de herstemming, treedt de vraag op den voor grond: Vóór of tegen het Ministerie? Daar over zal nu de stryd loopen, hoewel spr., met het oog op de chndidatuur-Van der Vlugt meende te mogen vragenIs het wel moge- lyk, dat de stryd zuiver biyfi? Prof. Van der Vlugt, behoort tot die mannen in den lande, die mogen worden gedard en geacht om hun groote gaven van geest en gemoed en om hun krachtige en eeriyke overtuiging. Spr. had dan ook verwacht, dat deze man, geroepen om zich voor don stom- busstryd to openbaren, groote beginselen op den voorgrond had gesteld en aangetoond, dat het in den stryd om niets inindor gaat dan ora oen levensbeschouwing. Als spr. echter nagaat do redevoering, welko deze candidaat voor de kiezers heeft gehouden zooals zU in courante'nvorslagen tot hem is gekomen, dan biykt daaruit, dat hU in menig opzicht hot Ministerie de hand kan reiken. Siechts op twee punten schynt hU aanraor- koiyk met de Regoering to verschillen. De breuk mot het beginsel van den vryen handel en de zoogenaamde vrymaking van het Hooger Onderwys, daarvan vreest hy gevaar. Wie met aandacht heeft govolgd de lezens waardige geschnfion van den hoogleeraar, wr.aiin hy steeds doet uitkomen dat het niet In «10 maatschappy om een belangenstryd, maar om groote beginselen gaat, zal het vooropzelten dezer tweo punten hebben ver wonderd. Wei raakt de quaestio van liet Uooge Onder- wys groote goesUiyke belangen, maar wat prof. Van der Vlugt, volgens do bladen, van de plannen vaa .de Regeoring heeft gezegd, doet haast doukon, dat dit niet waar kan z(jn. En toch is het zool Volgens hem is het of aan het departement van binnenlaudsche zaken 0011 aanslag wordt gosiuood op de vry- heid van het Hooger Ondorwys. Nu kan een hoogleeraar, lid van den Senaat, meer van deze zaken weten dan een gewoon inunsch, maar wat daaromtrent wordt gezegd in de Memorie van Antwoord op de Staatsbegroolmg kari moeiiyk dit vermoeden doen op^yzen. Do door prof. Van der Vlugt aangehaalde zinnen uit de Memorie geven er geen aanloiding toe. Moeten wy daaruit opmaken, dat oen wets ontwerp aanhangig is, waaiby voortaan don hoogleeraren aan do Ryksuniversiteiten zal worden voorgeschreven de richting van htin on der wys? Biykbaar heelt de hoogleeraar nooit kennis genomen van datgene wat de anti revolutionaire party ia zake Hooger Onder- wys wenacht. Hy gelooft, dat wat dr. Kuyper met het Hooger Onderwys voor heeft, ook de vryzinnigeu kan bevredigen. De antirevolu tionairen hebben altygeprotesteerd tegen een Staatsschool, oen Staatskerk; hoe zou minister Kuyper nu de vryheid van het Hooger onderwys aan banden willen leggen? Haar waarom heeft prof. Van der Vlugt toch niet gesprokon over het Jager onderwys? Nu hoeft het allon schyn, dat hy niet heelt gevoeld waaro-t het oigeniyk gaat by de voorgestelde vrijmaking van hot Onderwys. Spr.'s party heeft wei eens gemopperd by eon benoeming van een hoogleeraar, het ls waar, en gevraagd of daarvoor niet oen man harer richting had kunnen worden benoemd, maar zy h er nooit aan gedacht dit on recht met ;oiyk onrecht to vergelden. Zy weet, d net geloof niet mag opdringen en zoodoondj uon huichelachtig geloof zou kweekou, erger dan het brutaalste ongeloof. Spr. wil wel erkem.en, dat der antirevolu tionaire party nog onibroekt een aantal weten schappelijke mannen, die hun sporen hebben verdiend. Nu willen ook zy door vrymaking van het onderwys met behulp der Staatsin richtingen van Hooger Onderwys zulke mannen vormen. Het gaat met sommige hoogleeraren als met vele openbare onderwUzersze dur ven de concurrentie met het vrye onderwys met aan. Tot dezulken wil spr. echter den candidaat der liberalen niet rekenen. Prof. Van der Vlugt heeft in een zynor geschriften aangetoond, dat by verkiezingen niet mogen worden aangeheven negatieve leuzen. Tot do Christeiyk-Historischen gekomen, kan hy echter niet geheel positief zyn. Hy kan niet anders gelooven, eomg mandaat daar toe heeft hy echter niet ook na do rede van dr. De Visser dan dat deze nu zullen overgaan op de candidatuur De Lange. De stembusaclie van het vorige jaar geelt daartoe alle aan leiding. Er ls gezegd, dat door apr's. party toen misbruik is gemaakt van den Zuidafri- kaanschen oorlog. Dit is onwaar maar wel heeft deze bygedragen tot de zege. Men heeft, ziende op dit heldenvolk, gevoeld, dat hot ook by ons moest komen tot dit heerlijk Gods-ver trouwen, dat mannen als Krüger beziolde. Dit besef heeft de' huidige Regeering met behulp der Christeiyk Historischen aan het bewind gebracht en haar daardoor ook zware verplichtingen opgelegd. Na nog eens op het Onderwys terugge komen te zyn, er op wyzend, dat de anti revolutionaire party is een ondorwysparty, getuigend ook de voorgestelde herziening van het technisch onderwys, komt spr. aan de opvatting die prof. Van der Vlugt heeft van het recht, als voortkomend uit het geloof aan den 1 avonden God. Het verwondert spr., waai; hy die meening dos hoogleeraars mot genoegen heeft vernomen, dat d ze zich ook in zake Hooger Onderwys wil stellen tegen de Regeering. De anti-rovo lutionaire party ls een party, waarvan alle loden, van den man van geboorte af, tot den arbeider toe, éóu gevoel hebben van vryheid en recht. (Do krachtigo improvisatie van den spr. werd togen zyn zin even wol her- liaaldelyk door applaus onderbroken en aan het einde daverend toegejuicht). Hierna werd ruime gelogonheid gegeven tot debat. Prof. Fockema Andreao vroeg het woord, terwyi prof. Oppenheirn het zou Jaten afhan gen van hetgeen de eerste debater zou zeggen of ook hy nog het woord zou voeren. Prof. Fockema Androao zei, na den katheder beklommen te hebben, voornameiyk het woord te hebben gevraagd, omdat hy heeft bygo- woonddo vergadering, waarin do heer Van der Vlugt voor de kiezers het woord heeft gevoerd. Misschien kon hy den heer Talma beter inlichtingen geven van wat de heer Van der Vlugt gesproken heeft dan dat hy het uit de courantenverslagen heeft vernomen. Do lieor Van der Vlugt heelt gesproken van oen Christeiyke Regeering, een woord dat de- spr. van hedenavond üiykbaar niet gaarne noemde Hy heeft gewraakt het be- dnegiyk spraakgebruik dat als onchristelyk brandmerkt ons wetenschappelylc ondeizoek en universitair onderwijs. Prof. Van der Vlugt heeft er niet aan godacht te meenen, dat Minister Kuyper don hoogleeraren een slot op den mond zou leggen of alleen mannen van zyn richting zou benoemen. Voor zichzelf wil hy iets zoggen omtrent de onpartydigheid by benoemingen door liberale rogeeringen. In den tyd, dat spr. solliciteerde naar oen betrekking by de recli- teriyke "macht, bestond nog de gewoonte dat ook moest worden overgelegd een bewys tot welke Kerk de sollicitant behoorde. Een liberaal minister heelt daar moe gebroken, oen blyk van groote onpartydigheid, meent spreker. En wat de vryheid van onderwys aan de Vrye Universiteit betreft, heeft niemand miiidbr dan mr. De Savornin Lobman onder vonden: omdat zyn onderwys niet was over eenkomstig den geest van het bestuur der Universiteit werd hy gedwongen heen te gaan. Dat noemt apr. onvryheid en hy durft wel verklaren, dat de heer Van der Vlugt zulk een aan-banden-leggen der wetenschap niet wenscht en gevaariyk acht voor de weten schap, die slechts in vryheid van allo haar vooraf opgelegde leerstellige uitkomsten kan tieren en gedyen. Ieder student kan aan onze Universiteiten gaan in de richting, die hy wil, en zelfs hy, die zelfstandig staat tegenover zyn leermeester, wordt niet hot minst geacht. «Spr. heeft het prof. Fabius de vorige week nog herinnerd hoe hy aan de Leidsche Hoogesch'ool is ge- wordon wat hy ia. En waar den heer Van der Vlugt de ware vrijheid van onderwys hef is, daar moest hy deze zaak, ook als hoog leeraar wel op den voorgrond plaatsen. En dat hy dit ook deed omtrent een actueel vraagstuk van den vryen handel of proteotie lag geheel voor de hand. Ton slotte wil spr. nog zeggen, dat do libs- ralon het ook niet aangenaam zullen vinden want daarop schynt het ten slótte neer te komen dat geld uit de Staatskas worde gegeven voor onderwys, dat zy niet in het belang der natie achten. Hierop verkreeg prof. Oppenheim het woord. Het zal hem een genot zyn met dezen wel- sprekendon kampvechter den degen te kruisen hy had nog gaarne een tyd lang naar hem geluisterd. Na hoeft het hom getroffen dat de spr. mot grooten lof hoeft gesproken van do kennis, de gaven van geest en gemoed van den heer Van der Vlugt en met geen onkel woord heeft gerept van den candidaat zyner eigen party don heer De Lange. Dat nu wil spr. doenhy wil zeggen, dat hy Do Lango als lid van den Raad heoft leer6n kennen en waardeeren. De prolessoron hebbeh geon aangonamen avond gehad en heel wat te hooren gekregen van den spreker. Zoo is het aan den hoor Van der Vlugt kwaiyk genomen, dat hij niet over levens beschouwingen beeft gesproken voor zyn kie zers. Toon spr. het verslag in de „N. R. C." tas zelf kon hy om huiseiyko omstandig heden niet aanwezig zyn toen heeft hy gedacht: Van der Vlugt hoeft zeer verstahdig gedaan practischo dingen to bespoken, die in de eerste drie jaren aan do orde zullen komen. Nu heeft de heer Talma voel over het Universitair ondorwys gosproken, doch niets over het tarief van Invoerrechten, een vraagstuk van zeer actueel belang echter ook voor de kleine luyden en de arbeiders. Spr. wil wel geluoven, dat prof. Van der Vlugt zich angstig heeft gemaakt over het geen in de Memorie van Antwoord over het Hooger Ondorwys is gozogd. Spr. zelf heeft er een nacht niet over kunnen slapen. Niet over den zin door don heer Talma voorgelezen, maar ovor een ander gedeelte, waarin gezegd wordt, dat men by het vernemen der plannen niet meer zal klagon over te weinig Christe- lykheid dor regoering. Dat doet vreezon. Hy vraagt levens, waar do heer Talma klaagde over partydige benoemingen indoriyd by de liberalen, of er ook thans niet wordt gemopperd. Het heeft hom verwonderd, den hoor Talma to hooron spieken over de vage rechtsbegrip pen van mr. Gort van der Linden, tonvyl de Regoering dozen zelfden man een plaats waar dig keurde in een hoog rechtscollege als de Raad van State. Hy vraagt tevens of mr. Anne Anoma, die zich biyitbaar in de sfeer van (ie Vrye Univer siteit niet thuis gevoelde en thans een der eersten is in de antirevolutionaire party, zyn oploiding niet heeft voliooid aan de Leid ache Hoogoschool, waar by van spr. is ge worden een der beate leerlingen en tliaus een vriend. Over het recht kan hy nu met den heer Talma geen debat aangaan; dit zou te veel tyd viagen; alleon wil hy opmerken, dat omtrent den grondslag van dat recht, n.l. de openbaring, by de antirevolutionairen groot verschil vail meening bestaat. Hy herinnert slechts aan de opvatting in zake de doodstraf. Eindelyk verdedigt hy de liberale party, die heel wat gedaan heeft voor de breede volksklassen. Hy noemt een reeks sociale wetten in de laatste 10 jaren onder een liberaal bewind tot stand gokomon, Mr. Anne Anoma had niet gedacht, dat hy hedenavond ook nog iets zou moeten zeggen. Nu echter zyn naam in het debat is genoemd door niemand minder dan zyn gewaardeorden leermeester prof. Oppenheim, mag hy niet zwUgon. Hy deukt met groot gonoegen teiug aan den iyd toen hy de colleges volgde van prof. Oppenheim, wiens beslist optreden hy verro verkoos boven de weifelende houding van diens voorganger prof. Buys, doch hy is niet hier gekomen omdat het hem aan de Vrye Universiteit te benauwd werd. Finan cieels redenen hebben hem daartoe genoopt. Voorts onikent hy dat het ODderwys aan de Vrye Umversitolt minder vry zou zyn dan dat aan de Staatsuniversiteiten. Indien de door hem begeerde wyziging van ona Hooger Onderwys tot stand komt, verwacht hy dat alle wetenschappelijke mannen van Calvinis- tischen huize hun opleiding aan de Vrye Universiteit zullen ontvangen. Hierna verkreeg de heer Talma nog het woord om de debatera te beantwoorden. Punt voor punt besprak hy uitvoerig hetgeen dóór do hoeren Fockema Andreae en Oppenheim was in het midden gedacht,, daarby nog eens zyn gevoelens in een duideiyk licht stel lende, om ten slotte als zyn meening te zog gen dat de Christel'yko democratie is de waarborg voor de vryhsid, dat daarin is go jegen de oplossing der toekomst. Ds. RudoJph bedankte debaters en spreker en maakte de opmerking, dat het dezen avond gebleken was, dat do antirevolutionaire party kan bogen op het bezit van flinke mannen. Had Groen van Prinsteror dozen avond hier kunnen tegenwoordig zyn, hy zou met wel gevallen gezien hebben, hoe de heoren Talma en Anoma niet schroomden den stryd aan te binden mot twee geharnasto ridders als de beide debaters. AARLANDERVEEN. Bevallen.: G.'van der Neut geb. Smit, leveul. D. T. van Harten geb. Kroon D. M- Groenenberg geb. Maasdam D. C. Knmpelman geb. Martens L. Overlodon,: G. JoDgeleen, eclitg. van J. A. van doa Akker, 27 j. J. G. van Dalen Z.. 8 j. ALFEN. Bevallen: M. van Asperen geb- Soesbergen D. Overleden: C. Snatersen, vr. van P. Scliel- liogorhout, 41 j. Gehuwd: P. Boef jm. 27 j. en B„ C. Ravens- bei gen ju. 20 j. G. F. Dekker jru. 27 j. en A. Putmau jd. 20 j. ALKEMADE. Bevallen: J. van Berkel geb. Vun der Zwet D. M. PAmi geb. De JoDg D. Overleden: A. W. C. van Dillon Z. 2 m. P. do Jong, echlg van M. van Hameren, 22 j. J. J. T. de Jong Z. 3 m. Gehuwd: H. Disseldorp, wedn. van A. van Diemon, 31 j. en 34. Atteveld jd. 22 j. L. Hoogenboom jm. 24 j. en O. H. L. Otten jd. 23 j. J. do Haas im. 23 j. en M P- Harleis ju. 24 j. BODEGRAVEN. Bevallen: M. van Geen geb. Wmgelaar D. Overleden. J. Roerhorst 20 m. E. Hom mels gehuwd met J. Bunnik Jz 60 j. J. Zwa nenburg gehuwd met L. A Hoogteiling 39 j. Gehuwd: K. Kortekaas 23 j. eu C. Schrijvers 24 j. HAZERSWOUDË. Bevallen: M. de Groot geb. Mol D. M. van Gent geb. van Elleswijk D. J. M. ZaudbergeD geb. Verver Z. VV. do Wilde geb. van 8tara D. H. Francken geb. van Ofwegeu D. Overleden: P. Brugman, wedn. van. J. M. Verbaar, 64 j. KOUDEKERK. Overleden: K van Klave ren, 3 m. Gehuwd: H. Hunnik 65 j. en J. Merjer53 j. LEIÜERüORP. Gehuwd- J. de Lange jm. 27 j. en G. Eikerbout jd. 25 j. Ondertrouwd- vV. A. U. Kockon 26 j., te Leiderdorp, en E. Pollius 25 j., (e Leiden. Geboren: Fredoriok, Z. van J. do Nie en D. Överveld. Overleden: Lena van Leeuwen, 41 j., yrouw van G. van Egraond. ZEG WA AR J. Geboren: Marten, Z. van D. Riezebos on J. C. Gillot. Overloden: Piotor Jansen Sm. Maartjo Groen 73 jechtg. van A. Verheul Wz. M. P. van Wensveen 3 m. Ondertrouwd: P. de Rogt 22 j. en Daatje Klo;i 21 j., vau Den Haag, - ZOETÈRMEER. Geboren: Theodora Anna Maria, D. van B. J. van der Meer en A. Wens veen. Cornelis Wilhelmus, Z. van W.J. Volle- bregt en G. v. Santen. Gehuwd: D. Sen tel 26 j. en A. C. van Driel 25 j., van Beulhuizen. Aan het t o 1 e p h o o n n e t, alhier zyn aangesloten onder No. 62 do heeren Duynslee v. d. Velden, kassiers, Rapenburg hoek Houtstraat. Heden is het 70 jaar geleden, dat de heer J. Doesburg Lannooy alhier, met zyn echtgenoote H. de Waal in het huweiyk is getreden. De bruid is thans 90 en de brui degom 89 jaar en met hot oog op hun hoogen leettyd is de staat van hun gezondheid nog vry goed. Het echtpaar is gezegend geweest met 14 kinderen, van wie er nog 4 in loven zyn. Het aantal kleinkinderen is 14, en dal der achterkleinkinderen ongeveer 40. Kamer-rhetorica. Een der} leden van de tweede Kamer zeide Donderdag avond dat hy „ook een steen wil se bijdragen? om zuiverder denkbeelden wortel te doe»' schieten." {N. R. C.)- Volgenste Arasterdam ontvan« gen particulier telegram ls de werkstaking te, Buenos-Ayres geëindigd. (Hó/.) De Maatschappy tot redding van drenkelingen, gevestigd te Amsterdam, heeft aan den heer Huysman, arts lo Bles- kensgrftaf, de gouden medaille toegekend omdat hy een drenkeling, die in scbyndooden toestand verkeerde, tot het leven teruggebracht. Men meldt uit Urk: De postboot; „Minister Havelaar" kwam gistermiddag mot de post en zwaar bevracht van Kampen aan. Zy zou heden zoo inogeiyk naar Enkhuizen f varen en- naar Kampen tenigkearen. Naar de „N. R. C." verneemt moet het in het voornemen liggen van de directie der Hollandsche IJzeren-Spoorw«g-Maatschy.r om het by die Maatschappy bestaande dienst- vervoer aanmerkelyk te bekorten. Dit zou geschieden naar aanleiding van een onderzoek, waaruit gebleken is, dat van dit voorrecht door enkele personen schromeiyk misbruik is gemaakt. De zaak van Gustav Muller, lndortyd te Katwyk aangehouden o. m. ver-' dacht van diefstal met üraak te Noordwyk, zal Donderdag 4 Dec. a. s. voor do arr.- rechtbank te 's Gravenhage worden behandeld, Geiyk men weet, werd hy reeds voor inbraak in het Badhotel lo Zanuvoort door de recht bank te Haarlom veroordeeld. Behalve voor de inbraak te Noordwyk, zal hy ook terecht staan voor diefstal te Leiden. De hongersnood woedt nog altyd door in Finland. In het kerspel Toesmiön is ten govolgo van do ellende hougerlyphus uitge broken. Volgens oen telegram uit Ha vanna, hebben de stakois met uitzondering van de sigarenmakers het weik lier vat. Alkmaar, 28 Nov. Kaas. AaogavoarJ 228 partjjen, wegende 84/J58 KG. Prjja voor klatne en com missie 28.middelbare f xö.öu. üandel vlug. ij «»e u tra men, 28 i\ov. Hoter. Ajiugaroeni la, 4 15/8 eu 4/16 v. Eerste soort f 61.—Kubrieksboter. aanvoer 13/3 en Tl,0 v., pnfi 45.et f oó.öO:" commissie f 60.50 a fKaast. .iaogovcrrd 6O28 KG. ftagel boere- fa Vee Do aanvoer bestond uedon uit: 787 Runderen, 3164 öcbapen, 10Ü5 V;.rk.eu#, 0 Hokken en Geiten, Paarden en Veulens. Öueien, enter- f 70 tot f VU), 1 weuter f 135 tot f 270, Ou»D f 200 tot f 220, vette Koeien f 190 tot f Ulo, inelke eu kalvo Koeien f lbö lot f 27Uj Pinken flb tot f 86, vetto lu-ti veren f 18 tot f 45, Graakalveren f 46 tot /Gö, nuchtere dito f9 tot /II, vette bchapen 21 tol 24, weide id. 20 tot 22, Laminereu ftot vette Varkens 86 tot /"96, magere dito f 46 tot f 00, vette Higgen f '26 tot 40, magere dito f 6 tot 8, Paaiden ftot fVeMe Koeien lete qual. tot o., 2de qual. tot o., ode qual. tot o., etteren per bout tot c., vette kalveren tot o., vette Bchapen tot -c., vette Varkous 22 lot 23 c., V arkeuj Londeusohe markt 19 tot 2O4 0. per KG. In Rundvee bestond voor België goede kooplust, doch de aauvoer was te gering; 10 oivee, hoewel minder aauvoer, beviedigeude omzet, eu m Varkens i willige handel, doch vour Loudeu lager prije. «ïuieiilei", 28 Noy. Hoter per val *6.s 26.50, ntw. f 24.— a 25.—per vat/11.60 s f 13, per KG. 1.10 af 1.26. Eieieu f 6.—a/8. de 100 stuks. Zwolle, 28 Nov. Hoter. Aanvoor 7666 KG pry's l.iO a 1.25 per kilo, per ll9 vat vuü zü kilo: prima f 2ó.a f 2Ü.al wy kende f 24.a f 24.60, 2de soort f 22.50 u f 23.50; per vat van 10 kilo: 12 a 13 naar quM. Handel vlug. Kipeieren 6.40 a 7 per 100 «stuks. Muasiiuis, 28 Nov. Up de heden gehouden kaasmarkt waien aangevoerd 11 stapels kaas, wegeude 2820 kilo. Prys 24 a 29 c. per kilo. IudeSied. Werkiur. z^Ju opgenomen» Volw. Kln- 1 "3 DATUM. DAGEN. pon. dsrsn 0 1 H 23 Nor. Zondag 46 8 61 24 Maandag 61 13 74 25 Dinsdag 69 20 89 26 Woensdag. 74 24 98 27 Donderdag 76 2T 102 28 Vrijdag 72 23 96 29 Zatardag 60 10 82 8 Miss Belcare droomde niet, zy was altyd mot haar geest in de volle workoiykheid; maar dat was ook een aangoname werkelyk Jieid, waarin zy alle dingen beschouwde, en alles dood ze mot een beminnoiyke blyheid van hart. Ina verheugdo zich over dien vrooiyken omgang tussbhon "Waldomar en Alice. Waarom was die dwaas nu toch eenmaal verliefd op zwart haar en zwarto oogon? Een vroolyker blondlno dan dezo dochter van Albion kon niet gevonden worden. Vreemd, Alice lachte, toen Ina eens, nadat zy langer dan gowooniyk met haar in don tuin was alleen geweest, zeldo, dat eei\ wederzydsche liefde volgens haar inzicht ook altyd een eerste liefdo moest zyn. „Maar dan zouden de moeste monschon ongetrouwd blyven, lieve. Wat is dan de zoogenaamde eerste liefde? Ik kan ze het beste vorgeiykon mot een kind, dat by het ontwaken grypt naar bet eerste het beste speelgoed, dat het onder de handen komt." „Maar, Alice, hoe oud ben je?" „Twintig jaar." „En je jong hart zou zich kunnen verge noegen met de liefde van een man, die roeds Iemand andors bemind hoeft?" „Als ik hem bemin en hem kan vertrou wen, waarom dan niet?" „Ge zoudt dus ook een weduwnaar willen trouwen, onverschillig of hy inzyn eerste huweiyk gelukkig of ongelukkig is geweest?" „Als ik hem beminde, zeker, In het geval, dat hy in zyn ^'orig huweiyk gelukkig zou zyn geweest, zou ik zeker zyn, dat hy ook my gelukkig zou maken. Was hy ongeluk kig, welnu, dan zou bet voor een vrouw een schoon© opdracht zyn, hem dat geluk nog te brengen." „Maar indien zulk een man ook een kind had, dus^-een voortdurend aandenken aan zulk een vrouw, die hy had liefgehad en verloren?" „Dan zou ik my er te meer om verheugen, want dan zou ik eens kunnen toonon.hoeik hem beminde, door goed voor dat kind te zorgen. Ik houd veel van kindoren, en lk zou het wat heeriyk vinden, als ik by myn trouwen reeds aanstonds zulk een schoone taak te vervullen kreeg. In Engeland leeron wy al vroeg ons om arme kinderen te be kommeren, voor hen te naaien en te breien en hun op Zondagscholen te onderwijzen. Ja, ja, Ina, ik geloof, dat de Engelsche meisjes van den meer gegoeden stand veel meer moeten zorgen en arbeiden dan de Duitsche." „Ja, daarin hebt ge misschien gelyk. Ik heb by mama reeds dikwyis geklaagd, dat ik niets behoorlyks te doen heb. Ik zou wel in Zürich willen gaan studeoren." „Maar wat dan? Heb je dan voor het een of andere vak een by'zondere voorbelde of moer dan gewonen aanleg?" Een blosje vertoonde zich op Ina's bleek gezicht. „Ach neen, dat geloof ik niet," antwoordde zy zacht. „Nu, dan zou het een veel dankbaarder en een veel aantrekkeiyker taak tevens zyn, behulpzaam te zjjn in de opvoeding van een arm kind." „Wie loert my dan, hoe ik daarmede be ginnen moet?" „Niemand anders dan j-j eigen hurt. Zyn de vrouwen er ook niet, om zich het lot van hulpeloozo kinderen «aan te trokken? Ik vind bovendien, dat er op de wereld geen grooier genoegen bestaat dan zoo'n kleine iets goede te leeren." Hoe nadenkend was Ina 11a dit gesprek geworden. Nog dagen later was zy by alle wandeltochtjes verstroofdf Waarheen dwaalden haar gedachten Het was oen van die heerlyke herfstdagen, die mot liun heldor weder, hun zachte warmte en frischheid de natuur in dat. aardsche paradys van Zwitserland dubbel zoo schoon maken als gowooniyk. Do beide jonge meisjes hadden in gozel- schap van Waldemar eenige uren in Ciare.nce doorgebracht, en keerden nu naar Vevoy terug, waar de ouders van Ina en Alice samen gedineerd hadden en nu op het torras de terugkomst der jongelui afwachtten. Den ganschen dag was de hemel strak blauw go- weest; langzamerhand evenwel hadden kloine wolkjes zich tot een groote samongopakt, die naderde met een steeds meor dreigend aanzien. Toen zy Clarence in hot ranke bootje ver lieten, waarschuwde hen een oude schipper, die ten stelligste een hevigen storm voorspelde. Erger dan in een der andere Zwitsersche meron kon het 6tormen in het meor van Qenève. Dikwyis zonder eenige voorbode vertoonen zich de wolkenkammen, die eerst als op een klomp verzameld zyn, maar dra met een angstwekkende snelheid de gansche lucht bedekken. Alles vlucht dan in de veilige haven, de stoomboolen zoowel als de gondels. De eerst zoa wonderbaar blauwe waterop pervlakte verandert als het gelaat van iomand in doodsstrijdhet wordt een vaal grauw, dat somtijds zelfs in loodblauw ver andert. Aan dc oevers slaaA de branding met een donderend geweld lioog-op tegen de rot sen en immer hooger, en tot ver over net land 'vliegen de witte schuimvlokken. Overal verzamelen zich groepen menschen, op de terrassen, in do tuinen, op de balkons, op de kaden, om van het woesb-schoone schouwspel te genieten. De ademlooze span ning onder de menigte bereikt het toppunt bij do verschijning van een vaartuig, hetwelk het niet meer gelukte, bijtijds de vlucht te nemen in een beschuttende bocht, en dat nu ten ondergang schijnt gedoemd. Hoe menig hartgrondig gebed stijgt dan uit de harten ophoe vouwen onwillekeurig aller handen zich samen, als het eenvoudige boerenvolk eenstemmig het lied aanheft.: „Ave Maria Stella, Ster der zee, wees gegroet" Red hen I Bij dezen hevigen storm werden slechts twee vaartuigen op de hoog opgaande golven heen en weder geslingerd, een groote gondel met een gansche schaar jeugdige toeristen, pensionnaires, onder geleide van twee oude meesteressen, en de gondel, waarin Ina zich bevond met haar beide metgezellen, beheyens dcli schipper. Waldemar hielp met alle macht roeien; zijn fijn besneden gelaat was marmerbleek. Alice zat onbeweeglijk; met een Moedige, vastberaden uitdrukking op het gelaat, naast hem en tegenover haar Ina, wier angstige- blik de andere boot aanstaar de, welke met dc angstig gillende kinderen nog een groot eind achter hen bleef en be denkelijk heen en weder slingerde. Heftig en immer heftiger joegen de golven tegen elkaar op, nu eens de ranke bootjes op de hooge, witgekuifde koppen verhef fend, dan weer ze in de diepte neerslinge- rend, en immer angstiger jammerden de kleine meisjes. „Het zijn kinderen van het een of ander pensionnaat," zeidc Alice, „wij zagen haar van morgen van het station te Montreux komen, zingend cn uitgelaten vroolijL Die arme kinderen, ze zullen het verstand verliezen van. angst., cn dan wordt het nog veel gevaarlijker." Inderdaad schenen eenige der meisjes te willen opstaan; in uitersten angst zag men een der onderwijzeressen als bezwerend do armen uitstrekken. „Rustig blijven zitten, kindetenriep Waldemar met een stentorstem, „als jelui leven je lief is, geen enkele bewoging 1 Wij zijn bijna in de haven 'Een korte wijl scheen die waarschuwing te helpenhet werd stil in de boot, totdat nieuwe reusachtige golven kwamen aanstor men, grooter, woester dan te voren. Het was, alsof zij zich een zeldzamen buit niet. wilden laten ontgaan, alsof reuzenhanden haar op- heven, om naar de arme slachtoffers te grij pen, en de ongelukkige omneodoogend neer te slingeren in een peilloozen afgrond. Een schrikkelijk angstgegil uit verscheiden kelen, een gewoel van .twintig menscbclijke gestalten in het ranko bootje toen was het omgeslagen. Een1 worstelen in de zieden de golven en de gestalten waren verdwe nen in de diepte. Een oogenblik daarna word een klein kind onzacht tegen het bootje geslingerd, waarin Ina en de haren zich bevonden; en zij, zoo bleek als een lijk, strekt de hand c:t cn buigt »ich voorover. (W 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 18