Burgerlyke Stand.
Gemengd Nieuws.
Marktberichten.
FEUILLETON.
Ina.
K?"
ttde van ileit heer S. Talma.
De kiezers kunnen in da laatste verkiezings
campagne niet klagen over te weinig voor
lichting. Voor de eerste stemming hebben alle
pariyen en zelfs alle cnndidaten bun licht doen
ecbynon, de antirevolutionaire kiesvereeniging
sNedorland en Oranje" hiold roods twee open
bare vergaderingen, en gisteravond kwam
namens deze kiesvereeniging de heer A. S.
Talma, lid der Twoede Kamer, nog eens een
Jans broken voor de antirevolutionaire
candidatuur. De groote zaal der Stadszaal was
weder geheel gevuld; de belangstelling bleek
due nog onverflauwd.
Da. R. J. W. Rudolph, voorzitter der anti
revolutionaire kiosvereoniging, oponde de
byeenkomst met oen kort gebed en gaf na
eon kort inleidend woord van wolkom, waarin
by zoor vorbiyd zeido te wezen, dat de goede
naam van den spreker zoovelon herwaarts
had gelokt, het woord aan den spreker.
De heer Talma begon met te wijden een
woord van warme hulde aan de nagedachtenis
van het overleden lid den heer A. E. van Kem
pen, dien hy reeds lang vóór hy KamerHd was
had leeren kennen en liofliebben wegens zyn
groote trouw aan de antirevolutionaire begin
selen. In do Kamer heeft hy alty I zyn plicht
vervuld en spr. hoopt van harte, dat de man,
die hem zal opvolgen, aan hem geiyk mag
zyn in trouw en plichtsbotraoiting. Tot deze
vei kiezing komende, herinnert hy hoe do
eerste otomnnng is geweest een zuivere party-
stemming, daar alle partyen met eon eigen
candidaat voor den dag kwamen. Thans, by
de herstemming, treedt de vraag op den voor
grond: Vóór of tegen het Ministerie? Daar
over zal nu de stryd loopen, hoewel spr., met
het oog op de chndidatuur-Van der Vlugt
meende te mogen vragenIs het wel moge-
lyk, dat de stryd zuiver biyfi?
Prof. Van der Vlugt, behoort tot die mannen
in den lande, die mogen worden gedard en
geacht om hun groote gaven van geest en
gemoed en om hun krachtige en eeriyke
overtuiging. Spr. had dan ook verwacht, dat
deze man, geroepen om zich voor don stom-
busstryd to openbaren, groote beginselen op
den voorgrond had gesteld en aangetoond,
dat het in den stryd om niets inindor gaat
dan ora oen levensbeschouwing.
Als spr. echter nagaat do redevoering, welko
deze candidaat voor de kiezers heeft gehouden
zooals zU in courante'nvorslagen tot hem is
gekomen, dan biykt daaruit, dat hU in menig
opzicht hot Ministerie de hand kan reiken.
Siechts op twee punten schynt hU aanraor-
koiyk met de Regoering to verschillen. De
breuk mot het beginsel van den vryen handel
en de zoogenaamde vrymaking van het Hooger
Onderwys, daarvan vreest hy gevaar.
Wie met aandacht heeft govolgd de lezens
waardige geschnfion van den hoogleeraar,
wr.aiin hy steeds doet uitkomen dat het niet
In «10 maatschappy om een belangenstryd,
maar om groote beginselen gaat, zal het
vooropzelten dezer tweo punten hebben ver
wonderd.
Wei raakt de quaestio van liet Uooge Onder-
wys groote goesUiyke belangen, maar wat
prof. Van der Vlugt, volgens do bladen, van
de plannen vaa .de Regeoring heeft gezegd,
doet haast doukon, dat dit niet waar kan z(jn.
En toch is het zool Volgens hem is het of
aan het departement van binnenlaudsche
zaken 0011 aanslag wordt gosiuood op de vry-
heid van het Hooger Ondorwys. Nu kan een
hoogleeraar, lid van den Senaat, meer van deze
zaken weten dan een gewoon inunsch, maar
wat daaromtrent wordt gezegd in de Memorie
van Antwoord op de Staatsbegroolmg kari
moeiiyk dit vermoeden doen op^yzen. Do door
prof. Van der Vlugt aangehaalde zinnen uit
de Memorie geven er geen aanloiding toe.
Moeten wy daaruit opmaken, dat oen wets
ontwerp aanhangig is, waaiby voortaan don
hoogleeraren aan do Ryksuniversiteiten zal
worden voorgeschreven de richting van htin
on der wys? Biykbaar heelt de hoogleeraar nooit
kennis genomen van datgene wat de anti
revolutionaire party ia zake Hooger Onder-
wys wenacht. Hy gelooft, dat wat dr. Kuyper
met het Hooger Onderwys voor heeft, ook
de vryzinnigeu kan bevredigen. De antirevolu
tionairen hebben altygeprotesteerd tegen
een Staatsschool, oen Staatskerk; hoe zou
minister Kuyper nu de vryheid van het
Hooger onderwys aan banden willen leggen?
Haar waarom heeft prof. Van der Vlugt toch
niet gesprokon over het Jager onderwys?
Nu hoeft het allon schyn, dat hy niet heelt
gevoeld waaro-t het oigeniyk gaat by de
voorgestelde vrijmaking van hot Onderwys.
Spr.'s party heeft wei eens gemopperd by
eon benoeming van een hoogleeraar, het ls
waar, en gevraagd of daarvoor niet oen man
harer richting had kunnen worden benoemd,
maar zy h er nooit aan gedacht dit on
recht met ;oiyk onrecht to vergelden.
Zy weet, d net geloof niet mag opdringen
en zoodoondj uon huichelachtig geloof zou
kweekou, erger dan het brutaalste ongeloof.
Spr. wil wel erkem.en, dat der antirevolu
tionaire party nog onibroekt een aantal weten
schappelijke mannen, die hun sporen hebben
verdiend. Nu willen ook zy door vrymaking
van het onderwys met behulp der Staatsin
richtingen van Hooger Onderwys zulke mannen
vormen. Het gaat met sommige hoogleeraren
als met vele openbare onderwUzersze dur
ven de concurrentie met het vrye onderwys
met aan. Tot dezulken wil spr. echter den
candidaat der liberalen niet rekenen. Prof.
Van der Vlugt heeft in een zynor geschriften
aangetoond, dat by verkiezingen niet mogen
worden aangeheven negatieve leuzen.
Tot do Christeiyk-Historischen gekomen,
kan hy echter niet geheel positief zyn. Hy
kan niet anders gelooven, eomg mandaat daar
toe heeft hy echter niet ook na do rede van
dr. De Visser dan dat deze nu zullen overgaan
op de candidatuur De Lange. De stembusaclie
van het vorige jaar geelt daartoe alle aan
leiding. Er ls gezegd, dat door apr's. party
toen misbruik is gemaakt van den Zuidafri-
kaanschen oorlog. Dit is onwaar maar wel heeft
deze bygedragen tot de zege. Men heeft, ziende
op dit heldenvolk, gevoeld, dat hot ook by
ons moest komen tot dit heerlijk Gods-ver
trouwen, dat mannen als Krüger beziolde.
Dit besef heeft de' huidige Regeering met
behulp der Christeiyk Historischen aan het
bewind gebracht en haar daardoor ook zware
verplichtingen opgelegd.
Na nog eens op het Onderwys terugge
komen te zyn, er op wyzend, dat de anti
revolutionaire party is een ondorwysparty,
getuigend ook de voorgestelde herziening van
het technisch onderwys, komt spr. aan de
opvatting die prof. Van der Vlugt heeft van het
recht, als voortkomend uit het geloof aan den
1 avonden God.
Het verwondert spr., waai; hy die meening
dos hoogleeraars mot genoegen heeft vernomen,
dat d ze zich ook in zake Hooger Onderwys
wil stellen tegen de Regeering. De anti-rovo
lutionaire party ls een party, waarvan alle
loden, van den man van geboorte af, tot den
arbeider toe, éóu gevoel hebben van vryheid
en recht. (Do krachtigo improvisatie van den
spr. werd togen zyn zin even wol her-
liaaldelyk door applaus onderbroken en aan
het einde daverend toegejuicht).
Hierna werd ruime gelogonheid gegeven tot
debat.
Prof. Fockema Andreao vroeg het woord,
terwyi prof. Oppenheirn het zou Jaten afhan
gen van hetgeen de eerste debater zou zeggen
of ook hy nog het woord zou voeren.
Prof. Fockema Androao zei, na den katheder
beklommen te hebben, voornameiyk het woord
te hebben gevraagd, omdat hy heeft bygo-
woonddo vergadering, waarin do heer Van
der Vlugt voor de kiezers het woord heeft
gevoerd. Misschien kon hy den heer Talma
beter inlichtingen geven van wat de heer
Van der Vlugt gesproken heeft dan dat hy
het uit de courantenverslagen heeft vernomen.
Do lieor Van der Vlugt heelt gesproken van
oen Christeiyke Regeering, een woord
dat de- spr. van hedenavond üiykbaar niet
gaarne noemde Hy heeft gewraakt het be-
dnegiyk spraakgebruik dat als onchristelyk
brandmerkt ons wetenschappelylc ondeizoek
en universitair onderwijs. Prof. Van der Vlugt
heeft er niet aan godacht te meenen, dat
Minister Kuyper don hoogleeraren een slot op
den mond zou leggen of alleen mannen van
zyn richting zou benoemen.
Voor zichzelf wil hy iets zoggen omtrent
de onpartydigheid by benoemingen door
liberale rogeeringen. In den tyd, dat spr.
solliciteerde naar oen betrekking by de recli-
teriyke "macht, bestond nog de gewoonte dat
ook moest worden overgelegd een bewys tot
welke Kerk de sollicitant behoorde. Een
liberaal minister heelt daar moe gebroken,
oen blyk van groote onpartydigheid, meent
spreker.
En wat de vryheid van onderwys aan de
Vrye Universiteit betreft, heeft niemand
miiidbr dan mr. De Savornin Lobman onder
vonden: omdat zyn onderwys niet was over
eenkomstig den geest van het bestuur der
Universiteit werd hy gedwongen heen te gaan.
Dat noemt apr. onvryheid en hy durft wel
verklaren, dat de heer Van der Vlugt zulk
een aan-banden-leggen der wetenschap niet
wenscht en gevaariyk acht voor de weten
schap, die slechts in vryheid van allo haar
vooraf opgelegde leerstellige uitkomsten kan
tieren en gedyen.
Ieder student kan aan onze Universiteiten
gaan in de richting, die hy wil, en zelfs hy,
die zelfstandig staat tegenover zyn leermeester,
wordt niet hot minst geacht. «Spr. heeft het
prof. Fabius de vorige week nog herinnerd
hoe hy aan de Leidsche Hoogesch'ool is ge-
wordon wat hy ia. En waar den heer Van
der Vlugt de ware vrijheid van onderwys hef
is, daar moest hy deze zaak, ook als hoog
leeraar wel op den voorgrond plaatsen. En
dat hy dit ook deed omtrent een actueel
vraagstuk van den vryen handel of proteotie
lag geheel voor de hand.
Ton slotte wil spr. nog zeggen, dat do libs-
ralon het ook niet aangenaam zullen vinden
want daarop schynt het ten slótte neer te
komen dat geld uit de Staatskas worde
gegeven voor onderwys, dat zy niet in het
belang der natie achten.
Hierop verkreeg prof. Oppenheim het woord.
Het zal hem een genot zyn met dezen wel-
sprekendon kampvechter den degen te kruisen
hy had nog gaarne een tyd lang naar hem
geluisterd. Na hoeft het hom getroffen dat de
spr. mot grooten lof hoeft gesproken van do
kennis, de gaven van geest en gemoed van
den heer Van der Vlugt en met geen onkel
woord heeft gerept van den candidaat zyner
eigen party don heer De Lange. Dat nu wil
spr. doenhy wil zeggen, dat hy Do Lango
als lid van den Raad heoft leer6n kennen en
waardeeren.
De prolessoron hebbeh geon aangonamen
avond gehad en heel wat te hooren gekregen
van den spreker.
Zoo is het aan den hoor Van der Vlugt
kwaiyk genomen, dat hij niet over levens
beschouwingen beeft gesproken voor zyn kie
zers. Toon spr. het verslag in de „N. R. C."
tas zelf kon hy om huiseiyko omstandig
heden niet aanwezig zyn toen heeft hy
gedacht: Van der Vlugt hoeft zeer verstahdig
gedaan practischo dingen to bespoken, die
in de eerste drie jaren aan do orde zullen
komen. Nu heeft de heer Talma voel over
het Universitair ondorwys gosproken, doch
niets over het tarief van Invoerrechten, een
vraagstuk van zeer actueel belang echter ook
voor de kleine luyden en de arbeiders.
Spr. wil wel geluoven, dat prof. Van der
Vlugt zich angstig heeft gemaakt over het
geen in de Memorie van Antwoord over het
Hooger Ondorwys is gozogd. Spr. zelf heeft
er een nacht niet over kunnen slapen. Niet
over den zin door don heer Talma voorgelezen,
maar ovor een ander gedeelte, waarin gezegd
wordt, dat men by het vernemen der plannen
niet meer zal klagon over te weinig Christe-
lykheid dor regoering. Dat doet vreezon. Hy
vraagt levens, waar do heer Talma klaagde
over partydige benoemingen indoriyd by de
liberalen, of er ook thans niet wordt gemopperd.
Het heeft hom verwonderd, den hoor Talma
to hooron spieken over de vage rechtsbegrip
pen van mr. Gort van der Linden, tonvyl de
Regoering dozen zelfden man een plaats waar
dig keurde in een hoog rechtscollege als de
Raad van State.
Hy vraagt tevens of mr. Anne Anoma, die
zich biyitbaar in de sfeer van (ie Vrye Univer
siteit niet thuis gevoelde en thans een der
eersten is in de antirevolutionaire party,
zyn oploiding niet heeft voliooid aan de Leid
ache Hoogoschool, waar by van spr. is ge
worden een der beate leerlingen en tliaus een
vriend.
Over het recht kan hy nu met den heer
Talma geen debat aangaan; dit zou te veel
tyd viagen; alleon wil hy opmerken, dat
omtrent den grondslag van dat recht, n.l. de
openbaring, by de antirevolutionairen groot
verschil vail meening bestaat. Hy herinnert
slechts aan de opvatting in zake de doodstraf.
Eindelyk verdedigt hy de liberale party,
die heel wat gedaan heeft voor de breede
volksklassen. Hy noemt een reeks sociale
wetten in de laatste 10 jaren onder een liberaal
bewind tot stand gokomon,
Mr. Anne Anoma had niet gedacht, dat hy
hedenavond ook nog iets zou moeten zeggen.
Nu echter zyn naam in het debat is genoemd
door niemand minder dan zyn gewaardeorden
leermeester prof. Oppenheim, mag hy niet
zwUgon. Hy deukt met groot gonoegen teiug
aan den iyd toen hy de colleges volgde van
prof. Oppenheim, wiens beslist optreden hy
verro verkoos boven de weifelende houding
van diens voorganger prof. Buys, doch hy is
niet hier gekomen omdat het hem aan de
Vrye Universiteit te benauwd werd. Finan
cieels redenen hebben hem daartoe genoopt.
Voorts onikent hy dat het ODderwys aan
de Vrye Umversitolt minder vry zou zyn dan
dat aan de Staatsuniversiteiten. Indien de door
hem begeerde wyziging van ona Hooger
Onderwys tot stand komt, verwacht hy dat
alle wetenschappelijke mannen van Calvinis-
tischen huize hun opleiding aan de Vrye
Universiteit zullen ontvangen.
Hierna verkreeg de heer Talma nog het
woord om de debatera te beantwoorden. Punt
voor punt besprak hy uitvoerig hetgeen dóór
do hoeren Fockema Andreae en Oppenheim
was in het midden gedacht,, daarby nog
eens zyn gevoelens in een duideiyk licht stel
lende, om ten slotte als zyn meening te zog
gen dat de Christel'yko democratie is de
waarborg voor de vryhsid, dat daarin is go
jegen de oplossing der toekomst.
Ds. RudoJph bedankte debaters en spreker
en maakte de opmerking, dat het dezen avond
gebleken was, dat do antirevolutionaire party
kan bogen op het bezit van flinke mannen.
Had Groen van Prinsteror dozen avond hier
kunnen tegenwoordig zyn, hy zou met wel
gevallen gezien hebben, hoe de heoren Talma
en Anoma niet schroomden den stryd aan te
binden mot twee geharnasto ridders als de
beide debaters.
AARLANDERVEEN. Bevallen.: G.'van der
Neut geb. Smit, leveul. D. T. van Harten geb.
Kroon D. M- Groenenberg geb. Maasdam D.
C. Knmpelman geb. Martens L.
Overlodon,: G. JoDgeleen, eclitg. van J. A.
van doa Akker, 27 j. J. G. van Dalen Z.. 8 j.
ALFEN. Bevallen: M. van Asperen geb-
Soesbergen D.
Overleden: C. Snatersen, vr. van P. Scliel-
liogorhout, 41 j.
Gehuwd: P. Boef jm. 27 j. en B„ C. Ravens-
bei gen ju. 20 j. G. F. Dekker jru. 27 j. en
A. Putmau jd. 20 j.
ALKEMADE. Bevallen: J. van Berkel geb.
Vun der Zwet D. M. PAmi geb. De JoDg D.
Overleden: A. W. C. van Dillon Z. 2 m.
P. do Jong, echlg van M. van Hameren, 22 j.
J. J. T. de Jong Z. 3 m.
Gehuwd: H. Disseldorp, wedn. van A. van
Diemon, 31 j. en 34. Atteveld jd. 22 j. L.
Hoogenboom jm. 24 j. en O. H. L. Otten jd. 23 j.
J. do Haas im. 23 j. en M P- Harleis ju. 24 j.
BODEGRAVEN. Bevallen: M. van Geen
geb. Wmgelaar D.
Overleden. J. Roerhorst 20 m. E. Hom
mels gehuwd met J. Bunnik Jz 60 j. J. Zwa
nenburg gehuwd met L. A Hoogteiling 39 j.
Gehuwd: K. Kortekaas 23 j. eu C. Schrijvers 24 j.
HAZERSWOUDË. Bevallen: M. de Groot
geb. Mol D. M. van Gent geb. van Elleswijk D.
J. M. ZaudbergeD geb. Verver Z. VV. do Wilde
geb. van 8tara D. H. Francken geb. van
Ofwegeu D.
Overleden: P. Brugman, wedn. van. J. M.
Verbaar, 64 j.
KOUDEKERK. Overleden: K van Klave
ren, 3 m.
Gehuwd: H. Hunnik 65 j. en J. Merjer53 j.
LEIÜERüORP. Gehuwd- J. de Lange jm.
27 j. en G. Eikerbout jd. 25 j.
Ondertrouwd- vV. A. U. Kockon 26 j., te
Leiderdorp, en E. Pollius 25 j., (e Leiden.
Geboren: Fredoriok, Z. van J. do Nie en D.
Överveld.
Overleden: Lena van Leeuwen, 41 j., yrouw
van G. van Egraond.
ZEG WA AR J. Geboren: Marten, Z. van D.
Riezebos on J. C. Gillot.
Overloden: Piotor Jansen Sm. Maartjo
Groen 73 jechtg. van A. Verheul Wz. M.
P. van Wensveen 3 m.
Ondertrouwd: P. de Rogt 22 j. en Daatje
Klo;i 21 j., vau Den Haag, -
ZOETÈRMEER. Geboren: Theodora Anna
Maria, D. van B. J. van der Meer en A. Wens
veen. Cornelis Wilhelmus, Z. van W.J. Volle-
bregt en G. v. Santen.
Gehuwd: D. Sen tel 26 j. en A. C. van Driel
25 j., van Beulhuizen.
Aan het t o 1 e p h o o n n e t, alhier
zyn aangesloten onder No. 62 do heeren
Duynslee v. d. Velden, kassiers, Rapenburg
hoek Houtstraat.
Heden is het 70 jaar geleden,
dat de heer J. Doesburg Lannooy alhier, met
zyn echtgenoote H. de Waal in het huweiyk
is getreden. De bruid is thans 90 en de brui
degom 89 jaar en met hot oog op hun hoogen
leettyd is de staat van hun gezondheid nog
vry goed. Het echtpaar is gezegend geweest
met 14 kinderen, van wie er nog 4 in loven
zyn. Het aantal kleinkinderen is 14, en dal
der achterkleinkinderen ongeveer 40.
Kamer-rhetorica. Een der}
leden van de tweede Kamer zeide Donderdag
avond dat hy „ook een steen wil se bijdragen?
om zuiverder denkbeelden wortel te doe»'
schieten." {N. R. C.)-
Volgenste Arasterdam ontvan«
gen particulier telegram ls de werkstaking te,
Buenos-Ayres geëindigd. (Hó/.)
De Maatschappy tot redding
van drenkelingen, gevestigd te Amsterdam,
heeft aan den heer Huysman, arts lo Bles-
kensgrftaf, de gouden medaille toegekend
omdat hy een drenkeling, die in scbyndooden
toestand verkeerde, tot het leven teruggebracht.
Men meldt uit Urk: De postboot;
„Minister Havelaar" kwam gistermiddag mot
de post en zwaar bevracht van Kampen aan.
Zy zou heden zoo inogeiyk naar Enkhuizen f
varen en- naar Kampen tenigkearen.
Naar de „N. R. C." verneemt moet
het in het voornemen liggen van de directie
der Hollandsche IJzeren-Spoorw«g-Maatschy.r
om het by die Maatschappy bestaande dienst-
vervoer aanmerkelyk te bekorten.
Dit zou geschieden naar aanleiding van een
onderzoek, waaruit gebleken is, dat van dit
voorrecht door enkele personen schromeiyk
misbruik is gemaakt.
De zaak van Gustav Muller,
lndortyd te Katwyk aangehouden o. m. ver-'
dacht van diefstal met üraak te Noordwyk,
zal Donderdag 4 Dec. a. s. voor do arr.-
rechtbank te 's Gravenhage worden behandeld,
Geiyk men weet, werd hy reeds voor inbraak
in het Badhotel lo Zanuvoort door de recht
bank te Haarlom veroordeeld. Behalve voor
de inbraak te Noordwyk, zal hy ook terecht
staan voor diefstal te Leiden.
De hongersnood woedt nog altyd
door in Finland. In het kerspel Toesmiön is
ten govolgo van do ellende hougerlyphus uitge
broken.
Volgens oen telegram uit Ha
vanna, hebben de stakois met uitzondering van
de sigarenmakers het weik lier vat.
Alkmaar, 28 Nov. Kaas. AaogavoarJ 228 partjjen,
wegende 84/J58 KG. Prjja voor klatne en com
missie 28.middelbare f xö.öu. üandel vlug.
ij «»e u tra men, 28 i\ov. Hoter. Ajiugaroeni la, 4
15/8 eu 4/16 v. Eerste soort f 61.—Kubrieksboter.
aanvoer 13/3 en Tl,0 v., pnfi 45.et f oó.öO:"
commissie f 60.50 a fKaast. .iaogovcrrd 6O28
KG. ftagel boere- fa
Vee Do aanvoer bestond uedon uit: 787
Runderen, 3164 öcbapen, 10Ü5 V;.rk.eu#, 0 Hokken
en Geiten, Paarden en Veulens.
Öueien, enter- f 70 tot f VU), 1 weuter f 135
tot f 270, Ou»D f 200 tot f 220, vette Koeien
f 190 tot f Ulo, inelke eu kalvo Koeien f lbö lot
f 27Uj Pinken flb tot f 86, vetto lu-ti veren f 18 tot
f 45, Graakalveren f 46 tot /Gö, nuchtere dito f9
tot /II, vette bchapen 21 tol 24, weide id. 20
tot 22, Laminereu ftot vette Varkens
86 tot /"96, magere dito f 46 tot f 00, vette
Higgen f '26 tot 40, magere dito f 6 tot 8,
Paaiden ftot fVeMe Koeien lete qual.
tot o., 2de qual. tot o., ode qual. tot
o., etteren per bout tot c., vette kalveren
tot o., vette Bchapen tot -c., vette
Varkous 22 lot 23 c., V arkeuj Londeusohe markt
19 tot 2O4 0. per KG.
In Rundvee bestond voor België goede kooplust,
doch de aauvoer was te gering; 10 oivee, hoewel
minder aauvoer, beviedigeude omzet, eu m Varkens i
willige handel, doch vour Loudeu lager prije.
«ïuieiilei", 28 Noy. Hoter per val *6.s
26.50, ntw. f 24.— a 25.—per vat/11.60 s
f 13, per KG. 1.10 af 1.26. Eieieu f 6.—a/8.
de 100 stuks.
Zwolle, 28 Nov. Hoter. Aanvoor 7666 KG pry's
l.iO a 1.25 per kilo, per ll9 vat vuü zü kilo:
prima f 2ó.a f 2Ü.al wy kende f 24.a f 24.60,
2de soort f 22.50 u f 23.50; per vat van 10
kilo: 12 a 13 naar quM. Handel vlug.
Kipeieren 6.40 a 7 per 100 «stuks.
Muasiiuis, 28 Nov. Up de heden gehouden
kaasmarkt waien aangevoerd 11 stapels kaas,
wegeude 2820 kilo. Prys 24 a 29 c. per kilo.
IudeSied. Werkiur. z^Ju opgenomen»
Volw.
Kln-
1 "3
DATUM.
DAGEN.
pon.
dsrsn
0
1 H
23 Nor.
Zondag
46
8
61
24
Maandag
61
13
74
25
Dinsdag
69
20
89
26
Woensdag.
74
24
98
27
Donderdag
76
2T
102
28
Vrijdag
72
23
96
29
Zatardag
60
10
82
8
Miss Belcare droomde niet, zy was altyd
mot haar geest in de volle workoiykheid;
maar dat was ook een aangoname werkelyk
Jieid, waarin zy alle dingen beschouwde, en
alles dood ze mot een beminnoiyke blyheid
van hart.
Ina verheugdo zich over dien vrooiyken
omgang tussbhon "Waldomar en Alice. Waarom
was die dwaas nu toch eenmaal verliefd op
zwart haar en zwarto oogon? Een vroolyker
blondlno dan dezo dochter van Albion kon
niet gevonden worden.
Vreemd, Alice lachte, toen Ina eens,
nadat zy langer dan gowooniyk met haar in
don tuin was alleen geweest, zeldo, dat eei\
wederzydsche liefde volgens haar inzicht ook
altyd een eerste liefdo moest zyn.
„Maar dan zouden de moeste monschon
ongetrouwd blyven, lieve. Wat is dan de
zoogenaamde eerste liefde? Ik kan ze het
beste vorgeiykon mot een kind, dat by het
ontwaken grypt naar bet eerste het beste
speelgoed, dat het onder de handen komt."
„Maar, Alice, hoe oud ben je?"
„Twintig jaar."
„En je jong hart zou zich kunnen verge
noegen met de liefde van een man, die roeds
Iemand andors bemind hoeft?"
„Als ik hem bemin en hem kan vertrou
wen, waarom dan niet?"
„Ge zoudt dus ook een weduwnaar willen
trouwen, onverschillig of hy inzyn eerste
huweiyk gelukkig of ongelukkig is geweest?"
„Als ik hem beminde, zeker, In het geval,
dat hy in zyn ^'orig huweiyk gelukkig zou
zyn geweest, zou ik zeker zyn, dat hy ook
my gelukkig zou maken. Was hy ongeluk
kig, welnu, dan zou bet voor een vrouw een
schoon© opdracht zyn, hem dat geluk nog te
brengen."
„Maar indien zulk een man ook een kind
had, dus^-een voortdurend aandenken aan
zulk een vrouw, die hy had liefgehad en
verloren?"
„Dan zou ik my er te meer om verheugen,
want dan zou ik eens kunnen toonon.hoeik
hem beminde, door goed voor dat kind te
zorgen. Ik houd veel van kindoren, en lk
zou het wat heeriyk vinden, als ik by myn
trouwen reeds aanstonds zulk een schoone
taak te vervullen kreeg. In Engeland leeron
wy al vroeg ons om arme kinderen te be
kommeren, voor hen te naaien en te breien
en hun op Zondagscholen te onderwijzen. Ja,
ja, Ina, ik geloof, dat de Engelsche meisjes van
den meer gegoeden stand veel meer moeten
zorgen en arbeiden dan de Duitsche."
„Ja, daarin hebt ge misschien gelyk. Ik
heb by mama reeds dikwyis geklaagd, dat
ik niets behoorlyks te doen heb. Ik zou wel
in Zürich willen gaan studeoren."
„Maar wat dan? Heb je dan voor het
een of andere vak een by'zondere voorbelde
of moer dan gewonen aanleg?"
Een blosje vertoonde zich op Ina's bleek
gezicht. „Ach neen, dat geloof ik niet,"
antwoordde zy zacht.
„Nu, dan zou het een veel dankbaarder en
een veel aantrekkeiyker taak tevens zyn,
behulpzaam te zjjn in de opvoeding van een
arm kind."
„Wie loert my dan, hoe ik daarmede be
ginnen moet?"
„Niemand anders dan j-j eigen hurt. Zyn
de vrouwen er ook niet, om zich het lot van
hulpeloozo kinderen «aan te trokken? Ik vind
bovendien, dat er op de wereld geen grooier
genoegen bestaat dan zoo'n kleine iets goede
te leeren."
Hoe nadenkend was Ina 11a dit gesprek
geworden. Nog dagen later was zy by alle
wandeltochtjes verstroofdf Waarheen dwaalden
haar gedachten
Het was oen van die heerlyke herfstdagen,
die mot liun heldor weder, hun zachte warmte
en frischheid de natuur in dat. aardsche paradys
van Zwitserland dubbel zoo schoon maken
als gowooniyk.
Do beide jonge meisjes hadden in gozel-
schap van Waldemar eenige uren in Ciare.nce
doorgebracht, en keerden nu naar Vevoy
terug, waar de ouders van Ina en Alice
samen gedineerd hadden en nu op het torras
de terugkomst der jongelui afwachtten. Den
ganschen dag was de hemel strak blauw go-
weest; langzamerhand evenwel hadden kloine
wolkjes zich tot een groote samongopakt, die
naderde met een steeds meor dreigend aanzien.
Toen zy Clarence in hot ranke bootje ver
lieten, waarschuwde hen een oude schipper,
die ten stelligste een hevigen storm voorspelde.
Erger dan in een der andere Zwitsersche
meron kon het 6tormen in het meor van
Qenève. Dikwyis zonder eenige voorbode
vertoonen zich de wolkenkammen, die eerst
als op een klomp verzameld zyn, maar dra
met een angstwekkende snelheid de gansche
lucht bedekken. Alles vlucht dan in de veilige
haven, de stoomboolen zoowel als de gondels.
De eerst zoa wonderbaar blauwe waterop
pervlakte verandert als het gelaat van
iomand in doodsstrijdhet wordt een vaal
grauw, dat somtijds zelfs in loodblauw ver
andert. Aan dc oevers slaaA de branding met
een donderend geweld lioog-op tegen de rot
sen en immer hooger, en tot ver over net land
'vliegen de witte schuimvlokken.
Overal verzamelen zich groepen menschen,
op de terrassen, in do tuinen, op de balkons,
op de kaden, om van het woesb-schoone
schouwspel te genieten. De ademlooze span
ning onder de menigte bereikt het toppunt
bij do verschijning van een vaartuig, hetwelk
het niet meer gelukte, bijtijds de vlucht te
nemen in een beschuttende bocht, en dat nu
ten ondergang schijnt gedoemd. Hoe menig
hartgrondig gebed stijgt dan uit de harten
ophoe vouwen onwillekeurig aller handen
zich samen, als het eenvoudige boerenvolk
eenstemmig het lied aanheft.: „Ave Maria
Stella, Ster der zee, wees gegroet" Red hen I
Bij dezen hevigen storm werden slechts
twee vaartuigen op de hoog opgaande golven
heen en weder geslingerd, een groote gondel
met een gansche schaar jeugdige toeristen,
pensionnaires, onder geleide van twee oude
meesteressen, en de gondel, waarin Ina zich
bevond met haar beide metgezellen, beheyens
dcli schipper. Waldemar hielp met alle
macht roeien; zijn fijn besneden gelaat was
marmerbleek. Alice zat onbeweeglijk; met
een Moedige, vastberaden uitdrukking op het
gelaat, naast hem en tegenover haar Ina,
wier angstige- blik de andere boot aanstaar
de, welke met dc angstig gillende kinderen
nog een groot eind achter hen bleef en be
denkelijk heen en weder slingerde.
Heftig en immer heftiger joegen de golven
tegen elkaar op, nu eens de ranke bootjes
op de hooge, witgekuifde koppen verhef
fend, dan weer ze in de diepte neerslinge-
rend, en immer angstiger jammerden de
kleine meisjes. „Het zijn kinderen van het
een of ander pensionnaat," zeidc Alice, „wij
zagen haar van morgen van het station te
Montreux komen, zingend cn uitgelaten
vroolijL Die arme kinderen, ze zullen het
verstand verliezen van. angst., cn dan wordt
het nog veel gevaarlijker."
Inderdaad schenen eenige der meisjes te
willen opstaan; in uitersten angst zag men
een der onderwijzeressen als bezwerend do
armen uitstrekken.
„Rustig blijven zitten, kindetenriep
Waldemar met een stentorstem, „als jelui
leven je lief is, geen enkele bewoging 1 Wij
zijn bijna in de haven
'Een korte wijl scheen die waarschuwing
te helpenhet werd stil in de boot, totdat
nieuwe reusachtige golven kwamen aanstor
men, grooter, woester dan te voren. Het was,
alsof zij zich een zeldzamen buit niet. wilden
laten ontgaan, alsof reuzenhanden haar op-
heven, om naar de arme slachtoffers te grij
pen, en de ongelukkige omneodoogend neer
te slingeren in een peilloozen afgrond.
Een schrikkelijk angstgegil uit verscheiden
kelen, een gewoel van .twintig menscbclijke
gestalten in het ranko bootje toen was
het omgeslagen. Een1 worstelen in de zieden
de golven en de gestalten waren verdwe
nen in de diepte.
Een oogenblik daarna word een klein kind
onzacht tegen het bootje geslingerd, waarin
Ina en de haren zich bevonden; en zij, zoo
bleek als een lijk, strekt de hand c:t cn
buigt »ich voorover.
(W 0