No. 13990 LEIDSCH DACSLAD, ZATERDAG 25 OCTOBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1902 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De Residentiebode meent, dat er geen ro den behoeft to bestaan om tegen de benoe ming ran mr. Cort yan der Linden tot lid van den Baad van State bezwaar te maken. .Tegen een and^ro benoeming heeft h«?fc blad echter wol bezwaar. Het schrijft: Hetzelfde nummer ran do Staatscourant bevat echter een andere benoeming, welko ons minder kan voldoen. Het is die van mr. C. P ij n a c k e r H o r dij k, oud-hoogleeraar to Utrecht, oud-minister van binnenlandsche zaken, oud-Commissaris des Konings in Drente, oud-gouverneur-gcneraal van Ned.- Indië en oud-lid van de Eerste Kamer, tot curator der Leidseho universi teit. De ambten, door dezen staatsman bekleed, geven waarborg te over, dat hij is bij uit stek een bekwaam man. Het feit, dat hij als minister van binnenlandsche zaken, met de uitvoering der 6choolwettKappoyno belast, opkwam voor heb goed recht dor bijzondere school, waarborgt bovendien zijn eerlijkheid. Al willen wij aan het karakter van den heer Cort van der Linden geen afbreuk doen, veel liever nog hadden wij in zijn plaats den hoer Hordijk in den Raad van State zien zitting nemen. Altijd indien hij daartoe te vinden was, wat nog te bezien etaat. Maar dezelfde reden, die den anti-libera len Statenleden van Zuid-Holland noopte tot hun grootc spijt den heer Pijnacker Hor dijk dezen zomer niet opnieuw voor de Eer ste Kamer af to vaardigen... dezelfde reden had, ons crachtcns, do Regeering ook moe ten weerhoudon hem ditmaal tot curator der Leidsche hoogeschool te benoemen. Immers, al is hij misschien de eerlijkste onder de eerlijken, de heer Pijnacker Hor dijk staat in het liberale gelid en wij kunnen nu eenmaal con versterking daarvan in het collega der Leidsche hoogeschool onder geen voorwaarde goedkeuren, zoolang niet meer dan ócn beslist confessioneel man daarin zit ting heeft, en hadden dio keuzo, ronduit ge zegd, niet van deze Regeering verwacht. Do benoeming toch van Bolland op voor dracht der Leidsche curatoren is eon bewijs, welke verrassingen er van dit college te wachten zijn. En v/aar nu een goed deel dor Kotholiekc Jongelingschap zijn opleiding ontvangt ann de Leidsche hoogeschool en vooralsnog zal blijven ontvangen, daar betreuren wij voor loop ig elke aanvulling in het college van haar curatoren, wolko niet zeer beslist het Christelijk element op den voorgrond brengt. Wil onze wetgeving ook door komende ge slachten met het ..Christelijk zout worden ge kruid." dan moeten wij aanvangen de colle ges van curatoren der hoogescholen wij zul len niet zeggen daarin te pekelen, maar dan dienen zij toch voor het minst met een laag- jo van dat zout te worden bestrooid. In Het Centrum lezen wij het volgende: De liberale pers is reeds enkele malen ver rast door de benoemingen van do Regeering. Aangenaam verrast zolfs. Het kabinet toont zich niet eng-partijdig. Het ziet cr geen kwaad in, mannen, die niet tot zijn richting behooren, te benoemen tob aanzienlijke waardigheden. Blijkbaar had men zich een dergelijk optrc- ^don nimmer kunnon voorstellen van dit „clericaal" gouvernement. Zulk een verrassing is nu weer do benoe ming van don heer Cort van der Lin den tot lid van den Raad van State. Do Middelburgsche Courantanders zoo heftig tegen het ministerie gekant en zoo uiterst verontwaardigd over de verkiezing van een geestverwant der Regeering in Am sterdam IX, zegt er van ,,Voor de vrijzinnigen in 't bijzonder een aangenaam feit. Do Regeering heoft dus weer bij eon ge wichtige benoeming haar keuzo moeten doen vallen op een lid der tegenpartij. Dat is eigenaardig en zeer vleiend voor dio partij. Hoeveel er ook op haar moge afgegeven worden, bekwame, degelijke mannen vindt men bij haar toch meer dan één. De „honderdjarige" gast. 13) „Het laödgoed der Bockers, even buiten de Btad, Lehoorde vroegor aan een zekere adel lijke familie, von Boren genaamd," zoo her nam Waldmann zjjn verhaal; „doch zU be woonden het Binds honderd jaar niet meer, maar gaven het in pacht, totdat het nu omstreeks twintig jaar geleden tijdens de onlusten van den oorlog bij aankoop den heer Becker tot eigenaar kreeg. De laatste baron, die bet goed, waartoe nog een groot gedeelte onzer stadsparken behoorde, met zijn gezin Somtijds zelf bewoonde, was een groot ver kwister. HIJ trok wel is waar slechts hier heen, wannser hij na zijn losbandig leven, dat hy te ParUs of Venetiö leidde, weer tot kalmte wilde komen. Doch zelfs deze tyden ,van uitspanning waren gewoonlijk slechts eea voortzetting van de gewone vermakelijkheden, op verkleinde schaal. Thans nog zien wij er de sporen van de vroegere grootheid en pracht aan do uitgestrekte bouwvallen van het voor malig slot en de bijgebouwen, die reeds vóór zeventig jaren een prooi der vlammen gewor- don zjjn, en op wier plaats zich tegenwoordig 'het fraaie, burgerlijk bescheiden landhuis ver heft, dat de heer Becker destijds liet optrek ken. Ver in 't rond, waar thans de ploeg door de voren gaat, was eertijds alles tuin. Toen de baron de laatste maal op zijn land goed kwam, was het op een zeer ongewonen tijd en in zeer ongewoon groot gezelschap, nl. laat in den herfst en mot vijftien 4 twintig jonge edellieden en hun porsoneel. Zjjn dochter was destijds verloofd met den burggraaf De Dat getuigen zelfs has* tegenstanders door daden. Dc Regeering deed dan odk c$n goedo keuze. Do oud-minister van justitie is een zeer bekwaam man, wiens adviezen in dat hooge college zeker wel op hoogen prijs zullen wor den gesteld." Niet onaardig komt in dit stukje de oude liberale hoogheidswa&n weer oven om den hoek kijken. De Regeering „moest" haar keuze doen val len op een lid der tegenpartij, enz. Passons... Constateeren wij alleen* dat het ministerie ten minste nog goed genoeg is, om een goede keuze fco doen. Zelfs in do oogen zijner vinnigsbe bcstrij- dors. De Maasbode, merkt op, dat deze benoe ming wel eenige verwondering wekken zal; verwondering, dat thans benoemd is „tot raadsman over do ontwerpen van oon Chris telijk Kabinet ©en politicus, wiens lijn in diametraal-tegonovergestelde richting ligt." Uitteraard zal deze benoeming der libe rale pers nieuwe reden geven tot haar waan, dat ter rechterzijde geen mannen gevonden worden, bekwaam voor zoo gewichtige func tie als die van Staatsraad. Bij allen eerbied voor Cort van der Lin dens talont veroorloven we ons intusschen do bemerking, dat hij als onderwijsspocialiteit Hubrecht niet vervangen kan. Wel is hij een bekwaam jurist, maar aan dezulken was waarlijk geen behoeft© in het hoogo collego, dat op zijn lö leden 13 rechtsgeleerden belt. En we vragen ons af, of het dan zoo on vermijdelijk is, dat do Raad van State uit 13 advocaten en 2 militairen blijve bestaan'? Of or in dit bijna geheol liberaal college, dab ook te adviseeren heeft over fi- nanoio-zaken, over waters taats-quacsfcies, over kolonialo belangen, ovor sociale aange legenheden, dan absoluut geen plaats is voor een christelijk econoom, ingenieur, oud-gast of socioloog, al hebben die ook geen toga ge dragen of sabel gesleept?" De benoeming levert, naar Het Vaderland opmerkt, opnieuw het bewijs, dat het tegen woordig Kabinet or op uifT is om de be kwaamheden en talenben van loden der vori ge Regeering niet voor den lande te doen verloren gaan. „Het is geen geheim, dat reeds eerder ge poogd word den hoer Cort van der Linden te bewegen zijn politieke rust op te geven. Zijn zitting-nemen in het hoogst college van Staat, dat boven elko politieke overweging verheven behoort te zijn, behoeit, naar wij vertrouwen, niet to beteekencn, dat hij voor goed met de actieve staatkunde heeft afge daan. Wij hopen hem bereid to vinden wan neer do liberalen te cenigor tijd een beroep op hem mochten doen. Dat do Regeering bezwaarlijk bekwamer, achtenswaardiger man had kunnen vinden voor het vervullen eoner vacatur© in den Raad van State, behoeft dezerzijds aller minst uitdrukkelijk te worden geconstateerd Wij vreezen evenwel, dat aan de andere zijde deze benoeming met gemengde gevoelens zal worden ontvangen. Eensdeels zal zij als hot summun van on partijdigheid worden begroet. Anderdeels zal men het in de Regeoring wellicht laken, dat niet een man van gepro nonceerd Christelijke richting der Koningin is voorgedragen. Wij zoudon meonen, da tde waarheid in het midden ligt. Ongetwijfeld liceft de Regee ring haar uiterste best gedaan om aan de rechterzijde een geschikt condidaat te vin den. Maar men overschrijdt nu eenmaal den drempel van dit hooge college niet, zonder over meer dan middelmatige bekwaamheden to beschikken. De keuze u e r Regee ring in den eigen kring moest duswelbeperktzijn. En waar de met tertijd geschikte en bekwame candidates niet wilden, daar moest uitteraard de blik naar Links word1, gewend. Aannemende, d t dezo conjectuur niet al* te zeer van de feiten afwijkt, prijzen wij het nochtans in het Kabinet, dat het den Raad van State versterkt© met een man als Cort van der Linden, dio in dit hoogo ambt Vivienne, een rijken en aanzienlijken jongen edelman, die de Duitsche hoven met een boodschap van kardinaal Dubois had afgereisd. Dubois was de machtige minister van den hertog van Orleans, regent van Frankrijk, en Vivienne zijn bijzondere gunstoliDg. Men kan zich voorstellen, dat de baron van Boren, het aan niets liet ontbreken om zijn gast het verblijf in het landelijk paleis in de nabijheid eener kleine stad zoo aange naam mogelijk t© maken. De genietingen der tafel, do vermaken der jacht in de naburige bosschon wisseldon onophoudelijk af mot plei- zierreisjes, met het opvoeren van kleine Fran- sche tooneelstukken enz. Een zekere graaf Kreuznach, een jong en rijk edelman, de zoon van een der voornaamste familièn aan don Beneden-Rijn, trad in dezen kleinen kring als ceremoniemeester op. Hij was een liefhebber van het spel, kende het leven aan alle toenmalige hoven en had overal de kostbare kunst geleerd, do dagen in de grootst mogelijke afwisseling van vermake lijkheden door te brengen. Niets was in dit opzicht mot zijn vindingrijk brein t© vergelij ken. Baron von Boren had pas kort te vo ren, eer hij naar Bergheim ging, kennis met hem gemaakt en hem als een waren schat meegenomen, vermoedelijk ook wel omdat Kreuznach gaar no en hoog speelde, doch niet altijd gelukkig. Aldus was von hem me nige bijdrage to hopen, om het gestoorde evenwicht in zijn goldmiddelen te herstellen. Dezo zelfde jonge rijkaard was het ook, die, toen de winterdagen naderden, op den inval kwam om eens gemaskerde bals te ge ven en wel in dier voege, dat ieder zich zijn dame uit de nabuurschap of uit de stad, zonder te letten op stand of geboorte, kiezen «ou. Want inderdaad ontbrak het bij de ongetwijfeld het vaderland zeer nuttig zal zijn." De Arnhemsche Courant acht gespa tieerde woorden onbillijk goneraliscorcnd en onnoodig belcedigcnd. „Voor 't overige heeft het Haagsoho blad", zegt zij, „bij zijn conjectuur, dunkt ons, meer dan één feit over 't hoofd gezien. Allereerst dit, dat de minister Kuyper blijkbaar de traditie volgt, een traditio, die wij niet geacht willen worden goed t© keuren of t© verdedigen, dat katholieken slechts voor benoeming in aanmerking komen in zoogo- naamde „katholioke" vacatures. Hierdoor zeker word niet 't minst do keuze beperkt, en willekeurig beperkt. Bovendien moet in rekening gebracht worden, aan wolke eischen dr. Kuyper gemeend heeft, dat de opvolger van wijlen mr. Hubrecht moest beantwoor- don, en eindelijk zou nu werkelijk het be schikken over „meer dan middelmatige be kwaamheden" zulk een conditio aine qua non wezen, om een onoverkomelijke hinder paal te zijn voor het plaatsen van een anti revolutionair op don zetel van wijlen mr. Hubrecht? Och koml Aan het Kabinet komt ook o. L lof toe wegens do benoeming van mr. Cort van dor Linden, maar niet omdat hij een liberaal, maar omdat hij een zeer bekwaam man is." Het bouwkundig weekblad De Opmerker betreurt, dat in do Woningwet niet één gemeenschappelijke bouwverordening voor het goheale land is voorgeschreven, met bevoegdheid tot het aanbrengen van zoodar nigo wijzigingen als de plaatselijke omstan digheden zouden vorderen en met ontheffing voor kleine gemeenten van die bepalingen, die daar niet noodig worden geaoht. Thans komen dn de 'bouwverordeningen van de groote gemeenten vaak de grootste tegenstrijdigheden voor, die aan een archi tect, die in verschillende gemeenten werkt, het bouwen vaak zeer lastig maken. Wat men don architect op de eenc plaats t i streng st© in naam der gezondheid verbiedt, wordt hem elders, ook in naam der gezondheid, uit drukkelijk voorgeschreven. Icdore gemeente heeft, wat dit betreft, haar stokpaardje. De Opmerker meent, op grond van een èn ander, dat onze gemeenteraden niet in staat zijn, behoorlijke bouwverordeningen te maken, en met een schets hoe die verorde ningen meostal door niet-deskundigen ineen worden gezet en door een evenmin deskundi gen gemeenteraad vastgesteld, tracht hot blad zijn meening t© staven. Er is zeker veel waars in dezo opmerking. Maar óók waar is het toch, dat de bevoegd heid tot afwijking naar plaatselijke omstan digheden nogal vrij ruim zou moeten zijn. In De Amsterdammer, Weekblad vooi4 Ne derland, bespreekt G. W. B. do vraag of niet, indien een ernstige wil tot bezui niging op minder noodige uitgaven werd in toepassing gebracht, zou blijken, dat er voel kon wordon aangevat, waarvoor thajiB gezegd wordt geon gold beschikbaar to zijn. Hij heeft vooraf gezegd „Om ditmaal niet t© spreken van Oorlog on Marino, wil ik wijzen op do ontzaglijke sommen, die voor Waterstaatswerken wor don uitgetrokken, die voor Justitie steeds worden gevraagd en het Onderwijs aan drie (vier) hoogescholen vordert. Dit laatst© kent, om zoo te zeggen, geen grenzenwanneer be weerd wordt, dat do wetenschap do een of ander nieuwe ambtenaar, nieuwe inrichting, nieuwe uitbreiding van gebouwen of work- plaatson vordert, dan moge dit een korte poos aarzelend door een minister worden te gengehouden,,. steeds eindigt de Regeering met het toe te staan." Hij haalt dan als voorbeeld aan de eischen, dit jaar voor de Veearteonijschool gesteld, en levert dan een berekening, waar uit blijkt, dat iedere veearts dus vijf duizend achthonderd drie en twintig gulden gekost heeft aan het Rijk. En zegt dan „De vraag is zeker niet ongepast of zulk een bedrag van bijna f 6000 voor iederen vee arts niet waarlijk wat veel gevorderd is uit do algemeen© kas on of zij evenredig is aan het nut en althans bezuiniging niet moge lijk zou wezen feestelijkheden den heeron aan vrouwen. De jonge barones von Boron on haar weinige vriendinnen gingen te zeer in de talrijke me nigte der heoren verloren. „Waarom zouden we ook," meendo Kreuz nach, „naar den stamboom kijken? Do schoon heid vindt men in alle standen, kan zich met allo standen meten." Iedereen juichte dit voorstel toe, hoewel de jonge dames een weinig den neus optrok ken. Nu worden kleermakers on mod is ten van het stadje aan hot werk gozet; zelfs uit andore plaatsen liet men ze komen, om kos- tumes van allerlei aard te vervaardigen, Do burggraaf De Vivienne wilde ook hier in smaak boven allen uitsteken, en Kreuznach ook hier, gelijk altijd, den Franschman over vleugelen. Hij zocht in Bergheim den be- kwaamsten kleermaker en het knapste meis je, om naar het bal te brengen. Beiden vond hij onder één dak. Baas Vogel was do beste kleermaker, die terstond de teekeningen von den graaf begreep, en zijn dochter Henriett© In don vollen bloei harer schoonheid. Do graaf was herhaaldelijk in de werk plaatsen van den snijder te vinden. Hij had voortdurend toe te zien, dat er niets be dorven of versneden werd. Vooral had hij de vlijtige Henriotte bij haar arbeid aan veel te herinneren. Ook een paar kostelijke vrouwengewaden liet hij vervaardigendie moest Henriette niet alleen zelve naaien, doch haar vader moest ze ook aan haar li chaam passen, omdat de graaf zeide, dat een freule van een naburig slot, die hij naar het bal zou brengen, volkomen Henriefctee ge stalte had. Hoewel dezo met een knecht haars vaders zoo goed als verloofd was, vool- de Henriette zich met dezo onderschoiding doe graven zeer gevleid en nam zij ook reeds In geheel Nederland rijn nog geen 200 veoartson gevestigd en een ja&rlijksche aan vulling mot ongeveer eon elftal, zoo als hot gemiddelde aanwijst, schijnt inderdaad vol doende; voor de gewono praktijk zijn rij slechts noodig in streken, waar welvarende veefokkers wonen, en in de stedon vooral voor do houders van luxe-paarden. Op het platteland van vele provinciën zijn rij slechts zeer spaarzaam aanwezig, omdat bij de klei ne veehouders hun diensten zelden gevraagd worden en er voor hen geen bestaan te van- den is. Het Veeartsonijkimdig Staatstoezicht hoeft velen van hen echter noodig als districts-vee- arts, tor bestrijding van besmettelijke vee ziekten. Wij willen do vraag niet stellen of een Veeartsonijkundig Staatstoezicht nog wel gewettigd is, nu het Geneeskundig Staatstoezicht is opgeheven, maar toch of deze tak van dienst alleen reeds voor do op leiding van personeel zulke aanzienlijke of fers mag vorderen V r G. W. B. geeft dan aan, dat op voel goed- koopcr manier in do behoeften to voorzien is, en hij vindt een middel tot bezuiniging in de wijze waarop in de begrooting van landbouw de opleiding van houtvesters gere geld is, welke opleiding proefondervindelijk gebleken is doeltreffend te zijn. De Nederlander zegt „onder het hoofd „Beperkter re ch t so o 11 o go s" Tot ons genoegen heoft het Weekblad van het Recht instemming betuigd mot het denk beeld, om bij de hoogere rechtscolleges het aantal rechters in te korton. Het lieeft daarbij echter do opmerking go- maakt, dat hierbij het motief van zuinigheid niet t© pas komt. Zeer zeker zijn wij het eens met de geoor de redactie van dat blad, dat allerminst bij justitie het zuinighoids-argument den door slag mag geven. Dit is dan ook niet in ons artikel geschied. Do zaak word door ons uitsluitend verdedigd op gronden, ontleend aan do deugdzaamheid der regeling zelve. Wij wezen slechts in het voorbijgaan op de bezuiniging, dio van een andere rogolinghefc gevolg zal zijn, zonder dat zij cenig belang benadeelt. Ons dunkt dit, vooral voor regee ring en volksvertegenwoordiging, oen re den te meor om de voorgestelde regeling in te voeren. Wil men evenwel, ten einde waarlijk de bestenindo hoogoro colleges te krijgen, do bezoldiging verhoogen, waardoor do bezuini ging geheel of grootondools weer verloren gaat, dan zou daartegen onzerzijds zeker geen „principieel bezwaar" bestaan. Mits de noodzakelijkheid dior verhooging wordt aan getoond. Do Nieuwe Rolterdamsche Courant bevat een artikel, waarin met tal van bewijzen ge staafd wordt, dat or in verschillende ge meenten veel te weinig schoolruim te is voor al de leerlingen, die ten gevolge van do leerplichtwet naar school ge dreven worden. In Drent© is hot het ergst. Van daar wor don dingen gemeld, die schier ongcloofelijk zijn. „In de meeste scholon" zoo wordt ge rapporteerd ,is het aantal leerlingen ver boven do wettelijke maxima. Te Niouw-Dor- dreoht hebben tweo onderwijzeressen in één lokaal 112 leerlingen. Er is plaats voor M. „EEN OROOT GEDEELTE LIGT OP DEN GROND." Niet lang geledon zaten to Erioa in een lokaal op de twoepersoons- banken 3 4 4 kinderen; terwijl nog een ge deelte zaten op plankon, over lecgo bier vaatjes gelegd. Als die plankonzittcrc schrij ven moesten, gingen zo „PLAT OP DEN BUIK OP DEN VLOER LIGGEN." De Nieuwe Rotterdamsche Courant weet geen ander middel om dio misstandon weg te nemen dan het bouwen van nieuwe scho len. En dan zijn er gemeenteraden, dio on willig zijn; andere, die niot kunnen. Dan moot de Regeering een ©xtra-bijdrago schonken, maardo administratieve weg is zoo lang. Daaromtrent deelt het blad één staaltje mee uit vele. Reeds drie jaren geleden besloot de ge meenteraad van Roden een school te bouwen, mits hot Rijk een ruim subsidie wilde verleenen. Voordat do vorige minister de kleine geschenken aan, die Kreuznach haar vereorde. Weinige dagen vóór hot gemaskerde bal de verschillende gewaden waren reeds ge reed kwam dc graaf somber en ontstemd in het huis van baas Vogel. Hij verzocht den kleermaker om een onderhoud onder vier oogen en zij verwijderden zich. „Meestor," zoo begon hij, „ik verkoor in groote verlegenheid. Als gij wildot, zoudt ge mij uit den nood kunnen helpen, cn ik zal er u hooger voor beloonen, dan wanneer ge het gansche jaar balkleodercn voor mij moest naaien." „Ik ben Uw Qenades gehoorzame dienaar," antwoordde de kleermaker met een diepe buiging. „Verbeeld u, meester," vervolgde Kreuz nach „(de dame, die ik naar het bal zou voeren ,is ziek geworden en laat mij afzeg gen. Alle andere heeren hebben hun danse ressen en, zooaJs je weet, moest burgermeis jes uit dc stad. Nu sta ik daar, zonder mijn andere helft. Ik zou er wel een in de fami- liën der kooplieden en raadsKeeren kunnen vinden, maar wie passen do balkleerent Go ziet, baas Vogel, dat ik u wel om uw dochter verzooken moet. Gij zelf hebt haar immers de kleeren aan het lichaam gemeten? Ge moet het haar vragen." De kleormakor was verstomd. Zooveel eer had hij niet kunnen verwachten. Hij boog herhaaldelijk doch kon geen woord uitbren gen. „Henriette zal het niet berouwen," ging do graaf voort. „De kleedoron, waarin zij danst, blijven haar eigendom, en ik wil haar hetgeen rij noodig heeft om waardig in der gelijk gezelschap te verschijnen, gaarne aan schaffen.'- van binnenlandsoho zaken aftrad, zegde hij nog do gevraagde subsidio toe. De bestekken em teekeningen wanen ook reeds gerocd, maar daarop word nog 's Ministers goedkeu ring roroisehts En thans, andorhalf jaar la ter, is dio goodkouring er nog niet. Do zaak komt niet vorder. Eorst worden dc stukken teruggezonden met tal van opmerkingon, waardoor wijziging in do bestekken noodza kelijk werd. O. a. wordon in Den Haag do bedsteden in üe onderwïjzorswoning te lang bevonden. Wat door hot departement vaïi binnenlandsoho zaken verlangd werd, is ge schied. Do stukken worden daarna weder (naar Don Haag verzondenmaar men waoht nu roods maanden, en do definitieve goedkeuring verschijnt niet. Intussohen zijn sommige kinderon van onderwijs verstoken on moeten andere oen uur ovor de heide gaan om op school fco komen. De heer R. Mobolorkamp meant in Het Kindt dat men kan zeggen, dat do opvoe ding bon doel heoft-, do harmonisoho vor ming van liet Goedo, het Sterke on liet Sdhoouo in den monsch. In Duitsaliland is in don laats ton tijd eon storko beweging ontstaan, eon soort vjui geostelijko at rooming, betrekking bebbondo op do Opvoeding on do Kunst. Vorschoidene onderwijzers, kunstenaars en ouders hebben zioh bij dio bewoging aangesloten, zoodat het, volgons R. M., «eer goed mogelijk is, da£ do gevolgen or van zcor gewichtig wor den zoowel voor do opvoeding als voor het onderwijs. R. M. komt dan or too t© sproken ovor hebgecn in dio riohting in Nederland zou kunnen geschieden cn zegt dan: „Nu overgaande tot hot praotischc ge deelte van do zaak, ncoin ik als voorbeeld do laagste klaseo van con Hoogoro Burger school of een Gymnasium on wanneer ik dan aanneem 30 lesuren por week, dan zou ik er 8 willen besteden aan dc Aesthetische ont wikkeling. De hoofdei omen ten van do Uit drukking heb ik boven reods gonoomd: het Woord, het Sohrift, hot Beeld cn den Toon. Wolnu, laten do jongelieden eon paar uren per wcok geoefend worden in dc Kunst door middel van het Woord (lezon, meino- riscoren, voordragon van voi7.cn en proza stukken); een paar uren voor do Kunst door hot Schrift (opstellen maken, overschrijven van goode opstellen, enz.); ovencen.s eoa paar uren door hot Bcold (teekenon) on door do Muziok (zang), maar laat dat onderwijs gegeven worden door onderwijze rs^irti.sten, door workolijko kunstenaars, door onderwij zers, dio hun vak als kunstenaar grondig konnen cn men zal'reeds na verloop van een jaar resultaten zion. Hot woord van Schil ler is zoo waar: Oofon u maar iodoren dag, dan zult gij zien, wat dat vermag. Uit den aard dor zaak volgt hieruit, dat hot oxamen voor onderwijzer en leoraar zat moeten worden gesplitst in een Wetenschap polijk en Aenthotisdh gedeelte, die to zamcii één Paedogogisch geheel vormen, on dat, zooveel mogelijk, do heoren een werkkring moeten vervullen, waarin hun persoonlijk aanlog hot incest tot zijn recht komt. l il don aard dor zaak komen dan doN<-d land- flcho en vreemde talen, het tcekonon en do zang bij do Aosthct-isohe ontwikkeling het meest in aanmorking." In De Wegwijzer, een tijdschrift, dat zich bostrijding van stork c-d r a n k g o- b r u i k ton dool stelt, komt een betoog voor, waarin op grond von de statistiek in ons land on oldors en van dc uitspraken van vclo gezaghebbende schrijvers wordt aaugeLoond, dat hot duurder maken van hot gedistilleerd hot drankgebruik niot doot dalon. Do schrijver zegt o. a.: „Ia hot geen gebrok aan doorzicht vor- cneordoriug van 's lands inkomsten to zoe ken dédr, waar hot minst to halen is; dddr, waar reeds gebrok bestaat aan liet hoognoodige; daar, waar olko vorminde- ring van inkomsten zioh zal wreken op do koniondo gemeenschap Of wordt liet godistiJl. I niet in hoofd zaak geconsumeerd door do on- on iniuver. mogenden? En zal niet het onmiddellijke gevolg zijn, dat do inkomsten van de g zin- non dor consumenten zullen verminderen mot hetzelfde bedrag, dat men langs d« ii „Uw Genade is al te goed," roep baas Vo gel. Nog enkele woorden van verdere afspraak, cn do graaf vertrok. Toen de kleermaker het voorstel des graven aan zijn dochter over bracht ,waa deze één en al verrukking. En hoewel Christiaan, dc knecht, wien het val natuurlijk ook ter oorc kwam, ontzettend boos was, wist Henriette haar wil door l© zetten, daarbij een goed en trouw hart op offerend, want Christiaan verliet nog «lon- zelfden dag do woning van baas Vogel en do stad, om er nimmer weer te keeren Dames en liecrcn," ging Waldmann na een kleine pauzo voort), „gij bogint reeds t3 be- 8pourcn, hoe de geschiedenis haar verloop neemt. Dc een© bruid is reeds haar verloof de onttroggeld, d© burggraaf D© Vivicnno verliest d© zijn© en wordt na een door den graaf op het bal uitgcloki.cn twist uit hot slot van baron Von Boren gebannen. Dat Kreuz nach nog een derde maagd hot hoofdje op hol had gebracht, vernam men eerst, toen het noodlottig© reeds geschiod was. Want do afloop is bijna volkomen gelijk aan ctien van honderd jaar t© voren Do nacht was reeds ver gevorderd, toon de laatste gasten van het gemaskerde bal in haar rijtuigen weer naar het stadje reden. Alles lag nog in diepe rust. Doch eenigo uron later vloog een ontzettend gerucht door do straten der stad: men zou de «'-chler van een ambtenaar dood in haar bed gevonden hebben, met omgedraaiden hals. Men ver drong zich om het huis; gcnccshce-on en po litie snelden er heen. Dc verschrikkelijke klaagtonen uit het rouwhuis klonken door den hoop der toegestroomde nieuwsgierigen. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5