aangebroken, gaan do mannen aan boord voor een reis, dio drie of vier dagen duurt. Zij nemen niets mee dan wat zwart brood, meel, cider en takkenbossen. Het is een niet algemeen bekend feit, dat de sardine een van de slimste visschen iö en daardoor zeer moeilijk te vangen. Om de irisch te verschalken, moeten do mannen hun netten dezelfde kleur geven als het water. •Daarom doopen zij hun netten in groote va- ben, govuld met indigo-blauw, om ze daarna uit te wringen en te drogen te hangen in de zon. Deze nebben zijn lang en smal en meten meest zes bij twee yards. Aan beide einden Kijn groote kurken drijvers bevestigd. Het visschen zelf vereischfc een zekere han digheid, welke eerst te erlangen is na veel Oefening. De mannen werpen do netten ach ter van boord uit en trekken ze door het wa ter. Een hunner gooit het aas, bekend onder den naam van ,,roque", aan één zijde van 't net uit. De visschen aan de andere zijde, die 't aas zien, komen er op af en raken gevangen in de fijne mazen. Zoodra een genoegzame Voorraad visch gevangen is, met één streek, wordt het net voorzichtig binnengehaald. Uit zijn gevangenis wordt de visch geschud in het ruim van het scheepje. Is de vangst met één streek zeer overvloedig, dan wordt het gdheele net in het ruim geborgen en zeilt het bootje dadelijk de haven binnen. Zoodra de sardine in de lucht komt, sterft re, waardoor het losmaken uit de mazen zeer gemakkelijk geschieden kan. Met één slag worden er soms meer dan liOOO visschen in de haven gebracht. Het torugkëeren van de sardine-booten met bet getij, meest in den avond, in de ba- Ven van Conoorneau, levert een verruk kelijk gezicht op, dat menig schilder geïn spireerd heeft De scheepjes met hun ge- okerdc zeilen, bol van een lichte bries, met hun zachtblauwe netten, die flapperend uit hangen in den wind, zijn als vogels, die loom vliegen boven de golven. Wanneer de booten de haven binnenzeilen, Btaan de vrouwen aan den kant en vragen uit de verte naar de grootte van de vangst Deze vrouwen zijn de tusschenpersonen, de •genten fcusschen de mannen en de fa briekseigenaars. De prijzen verschillen van tot 40 franks por duizend stuks. De koop wordt reeds gesloten vóór de visch op den wal is, daar de vrouwen dadelijk naar de fabriek rennen en over de prijzen onder handden, zoodra zij ietó met zekerheid kun nen zeggen over de resultaten der visscherij. Zoodra de visschen uit de boot zijn ge baald, worden de toebereidselen gemaakt voor een nieuwe reis. Wanneer de visschen in de fabriek zijn, worden zij door de „sardinières" opengesne den en van hun koppen ontdaan, en gelegd in de bekende tinnen busjes of blikjes, die dadelijk gevuld worden met olie. Deze olie wordt klaar gemaakt, zoodra do booten in idc haven gesignaleerd zijn. De inwoners van Concerneau weten dade lijk aan de lucht der olie, welke opstijgt uit de fabrieken, of dc vangst gunstig geweest is, en van zoovéél gewicht iö de sardine- vangst en -bereiding voor deze bevolking, dat de menscheti iu deze gewichtige dagen elkaar begroeten met een: ,,U y a do la sardine aujourd'hui", ïftfeivoorscliriftcu iu dc isiddaSeenwen. Een middelceuwsch Duitsch dichter, Tom- massin von Ziikler, van wien inen een lan gen tijd onbekend boek heeft ontdekt, heeft regels bezongen, volgens welke wèlop- gevoedo lieden van zijn tijd zich aan tafel moesten gedragen. Te oordeelen naar de voorschriften, die hij geeft, is er alle reden te gclooven, dat die lieden geen zeer nette manieren hadden. Wd laten hier èenige voorschriften volgen: Ieder gastheer moot er voor zorgen, dat zijn gasten genoeg te eten hebben, eti hun geen schotels presentee ren, waarvan rij niet houden. Daarentegen moeten de gasten te vreden zijn met wat men hun aanbiedt. Men moet niet al zijn brood opeten voor het einde van liet eerste gedeelte van den maaltijd, niet met twee handen eten en met drinken of spreken met een vollen mond. 't Is niet welgevcegÜjk zich tot rijn buur man te wenden oïn hem den beker aan te reiken, dien men nog aan den mond hééft. Men moet niet in groote haast de gerech ten gebruiken, zelfs als de tafel wordt ge ruimd, noch iets van het borJ van zijn buurman nemen. Wanneer men iemand aan zijn rechter hand heeft zitten, behoort men met zijn lin kerhand te eten. Onder het drinken ziet men naar zijn beker. Men mag zijn hand niet naar een schotel uitsteken, als een ander bezig is zich daar van te bedienen. Men behoort altijd zindelijke handen en korte nagels te h< hen, om geen afkeer bij de persode® op te wekken, die zich uit den- zelfden sChutel bedienen. Onder het diner moet men vermijden zijn neus schoon te makeli en daarin te krab ben, den lepel van zijn buurman te nomen, zijn brood uit te zuigen en dan weer in den schotel te doopen. Leg niet do ellebogen op de tafel, smak niet met de tong cn laat ook geen andere onbehoorlijke geluiden hooren. Geneesmiddelen tegen zeeziekte. Er bestaat niet één geneesmiddel tegen zeeziekte; er bestaan er vele. Men kan er zonder moeite zeven en twintig achtereen opnoemen. Dus: keuze genoeg. li Goed eten, vóór men zich aan boord begeeft 2. Op de brug wandelen. 3. In zijn hut blijven. 4. Met den buik op zijn valies gaan liggen. 5. Een glaaBje rum nemen. 6. Salie water drinken. 7. Anti-pyrine nemen. 6. Eiken morgen een glas zeewater drin ken. 9. Goed eten. 10. Wéinig eten. 11. Eon b re ede flanellen ceintuur dragen. 12. Den blik ver voor zich uit op het wa ter gevestigd houden. 13. Niet naar de zee kijken. 14. Een klein zakje met zeezout op do maag dragen. 16. Eiken morgen een glaasje cognac nemen. 16. Kirschwasser nemen. 17. Do schommelingen van het schip vol gen, hetzij loopende of zittende. 18i Zich zoo dicht mogelijk bij het midden van het 6chip ophouden en niet vóór of achter. 19. Een klein steentje in den mond ne men een kersepit iB nog beter. 20. Opgeruimd zijn» 21. Niet lezen of schrijven; zich niet aan ernstige bezigheden wijden. 22. Ernstige, boeiende studiën onder nemen. 23. Rooken. 24. Zich de maag wrijven niet collodium. 25. Citroeüwater drinken. 26. Gedurende de gansche réis een citroen in de hand houden. 27. Niets doen om de zeeziekte te voor komen. Het laatste middel is verreweg het een voudigste. Hatotswoiii kstégfam Een eigenaardige mode om de verloving te bezegelen, is onlangs door een Ëngelsch bruidspaar ingevoerd. Bruid en bruidegom gingen naar een bekenden t-atoueerder en lieten hun monogram in een lijstje op de ar men teekenen. Op den eéijen arm stond dat van den toekómstigpn echtgenoot, op den anderen dat van de bruid. Do tatoilèérder Vertelde: ,,Ik heb hier veel bruidsparen e.n jonggehuwden getatoueerd soms laten zc behalve de initialen, ook den datum van verloving en huwelijk er bij voegen. Eerst schamen zc zich een beetje, wat bun wel aan te zien is, maar ais Edwin klaar is, u ook Angelina bereid voor de operatie, vooral als zij nat, dat het geen pijn doet. Een gehuwde dame bet het opschrift van haar trouwring ook om den vinger ta- toueeren, wat natuurlijk niet te zien is, daar de ring het bedekt. Een andere dame, wier man officier is, liet niet slechts den datum van haar huwelijk tatoueeren, maar daar onder nog het regimentsteeken. Een heer liet de datums van verloving en huwelijk op zijn arm tatoueeren en eemgon tijd later den datum van zijn scheiding. Het merkwaardigst is echter het gevai van een bekend officier, wiens arm men als een stamboom kan beschouwen, want de data volgen daar elkaar snej op. Behalve de ver jaardagen van zichzelf en zijn vrouw, zijn daarop de huwelijksdag en de namen en ge boortedagen van al zijn kinderen getatou- eerd. Enkele kinderen zijn getrouwd en ook deze dagen zijn opgeteekend en nu staat er ook al een kleinkind bij. Ln bet geheel staan er 25 a 30 data en namen op zijn arm. Een jonge, mooie actrice ifl hier achtmaal geweest en telkens was zij vergezeld van een anderen vereerder. Telkens bet rij zich pa pier en inkt geven, dan schreef zij haar naam met een mooie krul neer, dan ont blootte haar begeleider zijn arm en snol ta- toueerde ik den naam boven zijn pols. Na het achtste bezoek moet de grap ech ter bekend geworden zijn, want zij kwam niet meer en na een paar weken kwamen drie der jonge heeren om het autogram te laten wegnemen 1" Uit het bovenstaande blijkt, dat de mode van Indianen on andere heidensche volken can zich te tatoueeren (het woord is eigen lijk Tahiti&n, van ta: een teeken) ook in den tegen woo rdi gem tijd en in onze mo derne maatschappij vereerders en navolger» vindt. Dat het tatoueeren reeds van zeer ouden datum is, blijkt voldoende uit de Heilige Schrift, waar in Lev. 19 28, 21 6, Deut» 14 1 en Jer. 16 0 aan de Israëlieten ver boden werd deze gewoonte van de naburige heidensche volken na te volgen. De tegenwoordige manio om getatoueerd te worden is een geliefkoosd tijdverdrijf van de monde qui s'cnnuie" en is vooral in zwang bij hooggeplaatste persomen, onder wie zelfs gekroonde hoofden, o. de koning van Zweden, groothertog Konstan tij n en groothertog Alexis van Rusland, prins George van Griekenland, prins en prinses Waldemar van Denemarken e. a De eerste voorschriften omtrent do kunst van het tatoueeren, zooals die tegenwoordig» beoefend wordt, is uit Japan afkomstig. 1 Zij worden ter harte genomen door drie En- gelsche artisten, mot name de heeren Riley* Macdonald en South. Deze heeren hebben die kunst met veel sucocs bestudeerd, zoodafc hun werk thans hoogor staat don dat der Japanneeze®. Hot salon van professor Ri ley, te Londen, is de verzamelplaats van de beau-monde der stad. Nu zal men wellicht vragen: „Wat bctee- kent dat tatoueeren toch?" En men zou on getwijfeld geneigd zijn te antwoorden: „Och, het is een tijdverdrijf voor menschen,; die te lui rijn om iets uit te voeren." Hoo- veel waars in dit antwoord ook moge liggen,- het tatoueeren heeft toch zijn nut. Zijn /nut? Ja zekerI In oen wereld vol onvoorziene gebeurte nissen is het dikwijls een behoefte iemands idcntitqit te kunnen vaststellen. Dit is som tijds zetir moeilijk en het is meermalen voor gekomen, dat men, helaas te laat, tot de ont dekking^ kwam don verkeerde® persoon te hobben r Angeweze®. Doch waar do identiteit kan woi [den vRstgerrteld door een zeker ken merk, b ijv. een getaioueerdo figuur op de huid, zail men zich niet licht kunnen ver gissen, l Dit verklaart, da® ook in zekere mate de reden, waarom in de eerste plaats vorsten, hooggeplaatste en rijke personen zich latenr tafcouëeroiVi. Do kumst Van het tatoueeren beétaat niet 1) In h\ct Wcreldpanorama is thans juist een getatolucerd Japanner te zien. t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 12