LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 9 OCTOBER. - TWEEDE BLAD. Anno 1902 Gemengd Nieuws. FEUILLETON. So. 13076 Koloniën. BATAVIA, 6-11 September. Van den resident van Amboina ie onder Üagteekening van 1 September het volgend telegram ontvangen: Algemeene politieke toestand over het algemeen gunstig. In de Elpapoetihbaai Zuid-Ceram was het in de negorijen Atia- hoe en Werinama onrustig, doch de geschil len zijn door mij plaatselijk en persoonlijk opgelost, zoodat de ru6t is hersteld. Gezond- tei datoestandten gevolge van lage tempe- (•ratuur veel aandoening van de ademha- I lingsorg&nen. (Java-Gt.) De „Java^Ct." meldt: In een telegram yan den 2d en September van den resident .van Menado wordt medegedeeld dat de po- llitioke toestand in zijn gewe6t gunstig ia, j behalve in het landschap Bolaiing Mongou- j'dou, waar eenige ongeregeldheden hebben plaat gehad. In het djocgoogoesehap Essang (land- «chap Tabookan, Sangi-en Talaut-eilanden) iheerscht een geest van verzet van de zijde (ivan eenige kapiteins tegen den inlandschen «elfbestuurder. De „Java^Bode" van 6 September be- j richt: Met de oholera begint het te Batavia steeds meer te luwen; gisteren overleden aan dierziekte slechts twee inlandsdie Trouwen. De correspondent te Soerabaia sphriyft. '<dató 9 September: De oholera breidt zich j.Öe ktatete dagen weer uit; van 213l Augus- jlfcus zijn officieel vermeld 177 gevallen, dus ongeveer 18 per dag, maar nu zal het wel ;«neer zijn. Gisteren werd aangetast en overleod in jjhet hospitaal de 2de luitenant der infante- j«ie J. van Geytenbeek. De „Java-Bode" van 8 September moldt 'het volgende: In den afgeloopen nacht drong een die- yenbende, 6terk naar gissing 10 man, de j woning binnen van den inlander Salim, J iuinbewaker en -bewerker van den land eigenaar, den Ohinees Dja-horong, van kampong Malakka. 'Het huis, nabij de Kali baroe te Moeara parang gelegen, heeft een peloepoc-omwan- cling en bestaat uit een voor- en achterhuis, ^ïn het voorhuis sliepen man cn vrouw, in •het achterhuis hun dochter. De dieven, goed voorzien van vuur- en hl anke wapenen, trokken juist om 10 uren ("©ver de brug van Moeara karang, en daar '«ij, naar het scheen, goed met de inwendige ifverdeeling van het huis bekend waren, gin. ;gen zij onmiuiuel'lijk naar de oostzijde er van én trachtten den bamboewand, die daar erg '„Wrak was, omver te doen vallen, juist daar, ,fwaar man en vrouw sliepen en het meeste )4e lialen viel. Het echtpaar, door het geraas wakker ge- gorden, trachtte liet omverdruxkon van den :,^and te beletten, toen een der dieven van lae noordzijde door het huis ging schieten. iD^raaii liep toon weg door do deur van het achterhuis en söhreeuwuc zioli heesoh om hulp, die niet kwam. De dieven hadden er trouwens voor ge- jfcorgd, da/, geen hulp kon komen, want in ;allc richtingen hoorde men hen schieten, bovendien lag de woning zeer geïsoleerd. Nadat de indringers zich van de kleeren jten de preciosa hadden meestergemaakt, voor teen waarde naar gissing van f 100, trokken jcj omsbreeka halfelf ongehinderd af. De vrouwen hadden zich in het huis ver- j borgen en haar geschiedde geen leed. ,,Zou het zoo langzamerhand geen tijd worden vraagt de ,,Java-Bodo" om ybok voor Java een korps, gedeeltelijk bere iden marechaussee, op te richten, om he<t jtoteods brutaler optredend rooveregespuis (bntzag in te boezemen? Waar zelfs Amster dam al om een afdeeling van 800 man mili. \tairo politie begint te roepen, omdat do ge- jioeentelijke het niet meer af kan, zou zij in jjflo groote terreinen om de groote Indische jrteden zeker niet misplaatst zijn; rampoke én ketjoes vioren daar ongehinderd hoogtij, ÜJfant de gewone politie is te zwak om pre ventief be kunnen optreden." ATJEH. De ,,Java Gt." van 9 September ontleent «tan een van den gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden ontvangen telegram van 6 September: Kapitein Colijn keerde te Kotta-Radja terug. De valide marechaussee'» zijner colonne marcheeren door Peusangan en Samalanga naar hun garnizoen in Pidië. In Peusangan doorzoeken zij Djeli waar de pretendent- sultan ia In een handgemeen te Ara Boengko (Keu. reutoe) werd levensgevaarlijk gewond de Europee6che sergeant Stendor (algemeene Stamboek no. 41240), niet levensgevaarlijk de Europeosohe fuseliers Smit, VerheijJa cobs, Aliet en Douma (algemeene stamboek noa 48871, 44329, 44335, 50259 en 3S736). De vijand liet negen dooden met vele blanke wapens in onze handen. In Boelah Blang Ara werd een bende aangevallen, die zeven dooden met wapens in onze handen liet. Onzerzijds werden daarbij niet levensge vaarlijk gewond de Europeesche korporaal Gooting (algemeen stamboek no. 43793) en een inlandsoh fuselier. Bij een patrouille in Boven-Sawang en Nisam liet de vijand vierentwintig dooden achter. Van de colonne Matthes in Mculaboh werd geen boriaht ontvangen. Aan de compagnie onder kapitein Pluim Mentz gelukte het wederom niet, de nabij gelegen kampong Kóng tc bereiken; 1a keer de terug om zioh bij de colonne in Samagan te voegen. Blijkens een telegram, ontvangen van den oiviol en militair gouverneur van Atjeh en Onderhoorighoclan, onder den datum van 8 September, is de controleur bij het binnen lands^ bestuur D. J. Oramer Nzn. met verlof te Pinang, den zesden September in Kedah door een revolvorsohot gedood. De consul der Nederlanden be Pinang 6telt een onderzoek in. (Bat. Nbld.) Door den Gouvorneur-Genoraal van Ned.-In- dië zijn de volgende beschikkingen genomen CIVIEL DEPARTEMENT. Ontsla gen: eervol uit 's lands dienst, de gewezen klerk op het assistent-residentiekantoor te Toeban (Rembang), P. A. de Santy. Benoemd: tot tijdelijk adjunct-inge nieur der eerste klasse bij den aanleg van staatsspoorwegen, de tijdelijke adjunct-inge nieur der tweede klasse J. van der Waerden. Ontslagen: met ingang van 10 Septem ber 1902 op verzoek t :>rvol uit 's lands dienst dc inspecteur van het Europecsch lager on derwijs in do derde afdeeling J. G. L. Dttc- ker. Benoemd: tot predikant bij do Profces- tantsche Gemeente te Soerabaia, de predi kant bij do Protestantsche Gemeente te Pro- bolinggo (Pasoeroean).. P. Nicuwenhuis; tot onderwijzeres eerste klasse bij het open baar Europeesch lager onderwijs, mej, M. S. van der Willigen, vroeger benoemd onder wijzeres eerste klasse, thans belast met de waarneming der betrekking van onderwijze res der tweede klasse. Benoemd: tot opzichter tweede klasse bij den dienst van den Sumatra-staatsspoor- weg, de opzichter der derde klasse A. M. D. van Kuilenburg; met bepaling dat hij belast blijft met de waarneming der betrekking van opziener der eerBto klasse bij de Ombilinmij- nen en in verband daarmede h la suite van zijn corps wordt gevoerd; tot griffier van den landraad te Sidoard- jo (Soerabaia), dc griffier van den landraad te Bondowoso (Besoeki) S. Jellen.a; tot griffier van den landraad te Bondowo so (Besoeki), do griffier van den landraad te Sidoardjo (Soerabaia) P. A. Pictcrs. Bij het binnenl. bestuur op Java en Madoera. Benoemd: tot controleur F. B Vode gel, ambtenaar op wachtgeld, laatstelijk die betrekking bekleed hebbend, met bepaling dat hij geplaatst wordt in de residentie Se- marang. Goedgekeurd: dat de resident van Semarang de commies derde klasse bij den post- en telegraafdienst F. G. Brouwer in zijn bediening heeft geschorst. Ontslagen: uit 's lands dienst, de ge schorste commies der derde klasso bij den post- en telegraafdienst F. G. Brouwer. Verleend: wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa, aan den boekhouder bij de fabriek der opium-regie G. Ch. Nauta. Ontslagen: op verzoek met ingang van 4 October 1902 eervol uit 's lands dienst, de hoofdingenieur der spoorwegen bij de afdee ling spoor- en tramwegen en stoomwezen van het departement der burgerlijke openbare werken Th. M. G. Keulemans wegens ziekte eervol uit zijn betrekking, de derde commies bij de algemeene rekenkamer Th. S. Reynkart, met bepaling dat dit ont slag wordt gerekend op 23 Augurtus 1902 tc zijn ingegaan uit zijn betrekking de geschorste zouthoofd- depot pakhuismeester te Morengan, Karta- sada, Paleboenan en Mondoeng-Mondocng, afdeeling Soemencp (Madoexp.) J. A. D. Rundberg; met bepaling dat nader zal wor den beslist of dit ontslag al dan niet moet worden beschouwd als te zijn verleend „eer vol." Tijdelijk belast: met de waarneming der betrekking van zouthoofddepotpakhuis- meester te Marangan, Kartasada, Palehoe- nan cn Mondoeng-Mondoeng, afdeeling Soe mencp (Madoora), de gopensionneerde ka pitein dor infanterie van het Oostinddsch le ger E. Koot. B c n o e m dbij het openbaar Europeesch lager ondorwijs tot onderwijzer der derde kl. en geplaatst aan de school te Japara (Sema rang) Ch. J. R. Both MILITAIR DEPARTEMENT. Ontsla gen: eervol als militaire commandant van de Zuider- en Oostcrafdeeling van Borneo, do luitenant-kolonol der infanterie P. J. Brandenburg. Benoemd: tot militairen ooinniandant van de Zuider- on Ooster afdeel ing van Bor neo, de luitenant-kolonol dor infanterie J. A. W. Woustmann Overgeplaatst: de kapitein der ar tillerie J. F. Baerveldt van de tweede com pagnie artillerie (fcweode veldbatterij) te Ba tavia naar do vierde compagnie artillerie (vierde batterij) te Kotta-Radja; dc majoor der artillerie F. W. A. Neetes-on van de vierde compagnie artillerie (vierde batterij) te Kotta-Radja naar het oomman- dement der artillerie in de eerste militaire afdeeling op Java te Batavia; van Padang naar Atjeh, de offioier van gez. der eerste klasso dr. L. J. Eilerts do Haan; bij hot eerste depotbataljon, de tweede luit. bij het garnizoonsbat. van Palembang L H. Pluim Mentz; de kapitein der art. E. Lankhout van de derde compagnie art. (dorde bergbattorij) tc Soerabaia naar de drie-en-twinbigstc com pagnie, (tweode compagnie vesting) artille. rie te Batavia en werkzaam gesteld bij het hoofdbureau der artillerie, de kapibein der artillerie W. L. Zennevijlle van de (derde compagnie vesting) artillerie te Soerabaia naar do derde compagnie artillerie (derde bergbatterij) te Soerabaia. Geplaatst: bij de troepenmacht ter Sumatra's Westkust ter nadere indeeling, de kapitein van verlof uit Nederland terug verwacht wordende J. F. G. van Mours; bij het negende bat., de tweede luit. uit Nederland verwacht wordende, zijnde be stemd voor den dienst hier bo lande G. A. Peric. Overgeplaatst: bij het derde depot bat., de tweede luit. bij het negentiende bat. J N. Broese; bij de troepenmacht in Atjeh ter nadere indeeling, de onderluitenant bij i o>t zestien de bat. F. H. de Vries, Wegens overcompleet in zijn rang is op non-aotiviteit gestold do eerste luitenant dor cavalerie H. Philipi, met ingang van 1 Sep tember 1902. Overgeplaatst: van de eerste com pagnie artillerie (eerste veldbatterij) te Ba tavia naar do achttiende compagnie artil lerie (eerste bergbatterij) te Banjoe Biroc de eerste luitenant der artillerie J. Barrau. DEPARTEMENT VAN MARINE. Ver io o n d: wegens ziokte twee jaren verlof naar Europa, aan den magazijnmeester bij het marine-établissement te Soerabaia B. F. Meyboom. Men meldt uit Haarlem aan de „N. R. C.": Toen de gemeente-veldwachter Schotvanger te Heemstede gisternacht sur veilleerde bij het buiten van jhr. Van Mer lon aan de brug bij Benncbroek, zag hij daar drie verdachte personen. Met een hem too- gevoegd burger hield hij die aan en het ble ken te zijn de beruchte Rijf uit Amsterdam, bonevens do zich noemende Koopziek en Wal deck. Alle drie waren zij in het bezit van een splinternieuw stel inbrekerswerktuigen, waaronder centerboren, ijzerboren, breek ijzers enz. Zij zijn overgebracht naar het paleis van justitie te Haarlem* waar zij in oellen zijn opgesloten, hun ontevredenheid daarover luchtende door te probeeren daarvan de deu ren stuk to trappen. Rijf, die do vorige week werd aangeduid als niet vreemd te zijn aan den moord op de weduwe Dijkshoorn te Amsterdam, gaf op, op weg te zijn naar den officier van justitio, om een aanklacht in te dienon tegen een paar Haarlemsche bladen, dio dit hadden gemeld. De politie te Amsterdam hoeft do hand gelegd op eon persoon, verdacht van verduistering van een klein bedrag aan geld ten nadeele van don notaris Kempers al daar. De twee grootste sociëteiten te Amsterdam, ,,T)e Groote Olub" en „Doctri- na," zullon wellicht binnenkort samenge smolten worden. Bij do besturen van beide instellingen bestonden nl. reeds lang plan nen van verbouwing cn vergrooting, doch, alvorons deze nader uit te werken, hebben zij een gezamenlijke conferentie gehouden over do vraag, of een samensmelting niet mogelijk zou wezon. Die mogelijkhoid ij door de besturen reeds bevestigend beantwoord, en den 27ston dezer zullen nu beide sociëteiten tegelijkertijd een algemeene ledenvergadering houden, ten ein de door do leden tc doen beslissen of zij een samensmelting ook gewcnscht achten. Wordt op beide vergaderingen d: vraag bevestigend beantwoord, dan beslaat het Ivoomcanen „Doctrina" naar ,,De Groote Club" to doen verhuizen, liet perceel waarin thans het café ,,Oost-Indië" is gevestigd bij dit gebouw te trekken, en do sociëteit dan onder leiding van den heer Ed. Cuypers een flinke restauratic te doen ondergaan. (N. v. N.) Gisteravond is op het station Maastricht een spoorwegbeambte aangere den, ten gevolgo waarvan de rechtervoet word afgereden en hij aan het hoofd zwaar verwond werd. Bij een te Maastricht gevang en- gonomen dievenbende zijn gevonden tal van reliquicën, welke zijn herkend door den pas toor tc Oud-Vroeuhoven als voor eenige ja ren uit dc kerk aldaar ontvreemd. To Cadier en Veer heeft bij hot verteren van de ,,bora" een geldsom door een hertrouwend weduwnaar gegeven om de in zoo'n geval gebruikelijke ketelmuziek te doen ophouden een vechtpartij plaats ge had, waarbij zekere P. Schreurs messteken dn den buik cn de zijde ontving, die zijn le ven in govaar brengen. Do verwondo is in het gesticht Calvaricnberg te Maastricht op genomen. De vermoedelijke dader is voort vluchtig. Een afschuwelijko moord is Maandag bij het station Baracaldo aan den spoorweg naar Bilbao, in Spanje, gepleegd. Een wisselwachter hoorde plotseling gekerm langs den weg cn op het geluid 'afgaande, vond hij een vrecsclijk verminkten jongen man van omstreeks 30 jaar, wicn beide boe nen cn een arm waren afgereden. Dc ge wonde». een zekere Victor Landa, had nog do (kjracht den spoorwegbeambte te vertellen hoe hij daar kwam. itij was in Bnuao 255 pesetas wezen halen. Op weg naar huis werd hij aangerand door twee personen, in een waarvan hij zijn schoonvader Juan Gomez herkende. De ander was een zekere Gabino Lavin. Zijn beide aanvallers hadden hem met stecncn neergeslagen, en, toen hij bewus teloos ineenzakte, hem, na hem van zijn zil veren horlogo en geld beroofd te hebben, in de meen ing dat hij dood was, op de rails ge worpen» Weder tot bewustzijn gekomen, be proefde do ongelukkige z-ich van de rails te wentelen, maar tevergeefs Beido becnen werden hem eenige oogenblikken later door een trein afgereden cn na een half uur door een andere trein zijn rechterarm. Dc wissel wachter riep dadelijk om hulp; eenige spoor wegarbeiders brachten Landa toen op ccn brancard naar buis, waar hij enkele uren later overleed. De schoonvader is reeds iu handen der justitie. Zijn medeplichtige heeft de vlucht genomen, maar men is hem op het spoor. Het Engel8clie schip „Dy no mo no," 14 September van Hongkong te ltoyal Roads aangekomen, werd op de reis. door twee typhoons beloopen. De eerste vond plaats 2 Augustus, twee dagen na het vertrek uit Hongkong, toen het geweldig begon to waaien uit het westen, met vrccselij'. hoogo verwarde zee, waardoor men genoodzaakt was voor top e» takel bij te leggen. Drie zwa re zeeën, die overkwamen, sloegen dc bak boordsboot aan stukken cn namen alles, wat los op dok was, mede overboord. Het schip werd plat op zijde geworpen en de verschan sing ging verloren. Do dekhuiten, wnar de zeeën overheen liepen, goraakten vol wutor en de hekken op de hutten werden wcggcsla- gen. Acht dagen later werd het schip in heb Bansbeo Kanaal door den tweeden typhoon beloopen, die 21 uven aanhield, docli do zee was niet zoo wild als in den eersten typhoon. T u 11 i o Murr i, d c voornaamste aangeklaagde in de veelbesproken moord zaak van graaf Bonmdrtini, zijn zwager, is aan Italië uitgeleverd door do Oostenrijk- sche rogeering. Bij aankomst te Bologna zei hij tegen den politiebeambte, die hom go- leidde: „Ziezoo, nu zal ?k eindelijk eens kun nen bewijzen, dat als ik hem gedood heb, ik in wettigo zelfverdediging heb gehandeld." In eon verhoor, dat hem onmiddellijk na aankomst werd afgenomen, heeft 1 nog eens hetzelfde gezegd. Do rechter van instructie deed er het zwij gen toe, want hij wilde alvorens met be klaagde daarover te redetwisten alle ver klaringen der getuigen hooren. Onder dczC is een zeer bezwarende mcdodceling van Mur- ri's vriend, den meer genoemden Dr. Naldu Deze toch heeft bekend deelgenomon te heb ben aan de toebereidselen tot den moord, maar er bij gevoegd, dat de moed hem op het laatste oogonblik ontzonk, en hij vóór de komst van Bonmartini was weggegaan. Alf dit waar is, dan heeft Tullio Murri's „zelf verdediging" niet veel kans door do jury voor goede munt te worden aangenomen. Men meldt uit Sittard: Eon h$- vigo brand vernielde te Susteren de schuren en stallingen van I. Schooyen en Th. Clao*- sens. Do gcheelo daarin goborgen oogst, ba- nevens eonig vee, werden een prooi der vlam* men. Door het krachtdadig optreden der bron<!«« weer bleven de behuizingen grootendeels g<& Bp aard. Hotgeheimvandenrijkenbeuro. man. Een jongmensch vroeg dezer dogeü aan con der steunpilaren van de Londen* schc beurs hoe hij 't toch aanlegde om, aan vankelijk zonder gold, zulke schatten te ver dienen. ,,0, dat is heel eenvoudig", waa 't antwoord: ik betaalde iots, dat ik nooit ont vangen zou, mot geld, dat ik nooit bezeten had, cn dan verkocht ik, wat niet in niijn bezit was, voor meer gold dan het mij gckoBfc had." (N. R. C.) Te Rome heefteen allorzondor- lingste diefstal plaats gevonden: er is n.l. ingebroken bij den burgemeester, prins Oo- lonna. Des morgens ontdekte men sporen van inbraak, en bij onderzoek bleek, dat bo- halvo tal van kostbaarheden en kunstvoor werpen 16,000 lire in goud cn zilver waren ontvreemd. Hoe de dieven te werk zijn ge gaan blijft een raadsel, daar het paleis van prins Colonna steeds goed bewaakt en vol bedienden ia De gouverneur van Martinique seinde eergisteren naar Parijs, dat de Mont Pcléo weder asch en rook uitwierp, terwijl een dof gerommel vernomon werd. In do omstreken van Basse-pointe richtten stroo men warm water schade aan. Op Gocam, het door de Vereenigde Staten geannexeerde eilandje in den Grooten Oce aan, ten oosten van de Filippijnen, dat voor al voor de kabelplannen en als maritiem sta tion van belang is, moeten vele gebouwen ver nield zijn dóór een aardbeving - Graaf Alex. 87) XXVII. Den volgenden morgen vroeg zond Lassow ëon paar knechts uit, om den gebroken wa- gen op te zoeken, en naar den wagenmaker ..Ie Tideborg te brengen. Juffiouw Doortje liet zich niert ziem en Marie braoht hem de boodschap, dat de juffrouw wegens hoofd- ijpijn in haar kamer bleef. Ofschoon Lassow 'juist niet in een vroolijke stemming was, knoest hij toch glimlachen. Dat had het jonge [^Touwtje dan toch van hem geleerd, dat er (geen gemakkelijker excuus bestaat dan Ahoofdpij-n hebben. Hij slenterde doeJloos jdoor de stallenhij gevoelde zich hier reeds ;aJs een vreemde, want dat hij van hier weg itooesi, na het voorgevallene, stond bij hem ijvasfc. Zoodra Ellingsen op was, zou hij met 'hem 8preken. Togen negen uur keerde Lassow naar huis lerug; Ellingsen zat aan tafel met eem bord ,'inelksoep voor zioh. „Mijn vrouw heeft ze- |ker weer eens hoofdpijn," snauwde hij hem j^l dadelijk too. „Dat komt van dat nacht braken. Om hoe laat zijt gij eigenlijk thuis gekomen? Ik heb u in het geheel niet ge boord." ,sWij rijn ook paa om één uur thuis g&- -komen»" „Hoe kan dafcl" voer ElIingBen üit. ku. t toch onmogelijk tot twaailf uur bij die ©ude ta.iite gebleven rijn." „Dat zijn wij ook nietWij zijn in Tide borg in den circus geweest," antwoordde Lassow, terwijl hij eon sigaar opstak. „Mijnheer 1" Ellingsen sloeg met zijn ge zonde vuist op do tafel, dat alles dreunde; „kom bij mij met zulke aardigheden niet aan 1" Lassow streek een tweeden lucifer af, want zijn sigaar wilde niet branden. „Er was niet veel aardigheid aan," antwoordde hij, „de voorstelling was zeer matig, en het terugkomen, bij het afschuwelijke weer, el lendig." Ellingsen werd bleek van woede. „Mensch ik ik is dat waar?" Lassow wees naar het venster, het regende nog aanhou dend. „Te oordeelon naar hetgeen gij van hier ziet, kunt gij u wel voorstellen hoe de wegen er uitzien." „Ik vraag u, man, of het waar is, dat gij met mijn vrouw te Tideborg in den circus zijt geweest?" „Ja zeker." „Weet gij wat dat beteekent? Dat mijn vrouw zich aan de grootste ongehoorzaam- heid heeft schuldig gemaakt. Ik zal mij van haar laten scheiden." „Datzelfde heb ik haar ook voorgesteld, maar rij wilde niet." „Gij gij]" Lassow knikte. v,Ik heb haar onder bet oog gebracht, dat naar leven aan uw zijde geen leven is; dat zij door u behandeld wordt, niet als de vrouw dee huizes, maar als een slavin, en dat zij zich dat volstrekt niet behoeft te laten welgevallen. Maar zij koestert jegens u een gevoel van aanhanke lijkheid en dankbaarheid, dat mij geheel on verklaarbaar is." ElIingBen hijgde êen pair m-aaJ gaar lucht, eer bet been weer mogelijk was te spreken1 angzaam on stootend kwam het toen over zijn lippen: „Weet gij wel, dot mijn vrouw letterlijk niets heeft, wanneer ik de hand van haar aftrek? Of wilt gij haar soms huwen?" De onuitsprekelijk hoogmoedige uitdruk king, die Ellingsen nu eenmaal niet uit kon staan, vertoonde zich weer op het gelaat van Lassow. „Daar is natuurlijk geen sprake van; maar ik zou haar onder mijn hoede hebben genomen, en op de goederen van mijn vader zou zij wel eon plaatsje gevonden hebben, waar zij zich behaaglijk kon inrichten met het deel van uw vermogon, dat gij verplicht zijt haar uit te keeren. Maar zij wilde niet." Do oude was al aan heel veel buitenge woons bij zijn volontair gewend, maar zóó iets was hem toch nog nooit voorgekomen. Daar zat die man heel op zijn gemak tegen over hem, rookte zijn sigaar, verklaarde, dat zijn vrouw bij hem een ondraaglijk lot had, en legde hem uit, wat hij haar had voorgesteld, om een scheiding mogelijk te maken. En dat alles ging met een kalmte, ailsof het de natuurlijkste zaak van de we reld was; zijn volontair, zijn ondergeschik te, een jongmensoh van vijf en twintig jaar, had hem zoo iets durven zeggen hem, El lingsen 1 Maar hij had daarbij zóó iets, dat ontzag inboezemde het liet zich zoo niet beschrijven; en ais men er eens goed over «ïadacht:, dan had brij niet zoo geheel en al ongelijk. Wat had Doortje eigenlijk voor een leven 1 En zij was booh nog boo jong. Dag in dag uit niets dan haar werk en het oppas sen van een ouden, knorrigen man, die zich tot haar heer en meester had gemaakt, zon der haar ooit zijn liefde te fcoonen. Hm, hm I Dus zij had niet gewild, ofschoon die knap pe jonge man haar de behulpzame hand had willen bieden, om aan dit leven een einde te maken. Hm I hm „Wilde zij werkolijk niet?" vroeg hij nog eens zacht on twijfelend. „Volstrekt niet." Ellingsen zag peinzend voor zich neer. „Meer dan dat, mijnheer Ellingsen," ver vólgde Lassow. „Zij was z -o verontwaardigd over mijn voorstel, dat zij mij de deur ge wezen heeft. Nog heden verlaat ik Ellings- hof." „Alle drommels, is zij zoo flink geweest? Dat had ik niet van haar verwacht 1" riep Ellingsen bijna vroolijk uit. Hij leunde ach terover in zijn stoel en zag Lassow een tijd zwijgend aan. „Ik geloof, mijnheer de graaf, dat wij niet bij elkander passen, en dat hot het beste is, dat wij weer scheidenmijn vrouw heeft daar groot gelijk in. Toch kan het geen kwaad, dat wij een half jaar met elkan der hebben doorgebracht; gij hebt Ieeren werken, jonge man. Ik kan van hier uit wol zien, dat alles goed op gang is: wellicht be ter dan onder mijn leiding; gij hebt jonge krachten en een paar scherpe oogen, en die komen u wellicht beter te pas dan mij mijn ondervir ing. En vlijtig zijt gij, die eer moet ik u laten. Daar heb ik mij in stilte over verheugd, al was er anders veel in u. waar ik mij over geërgerd heb. En dat be viel mij zoo in u, juist omdat gij zulk een voornaam heertje zijt Nu, en wat mij aan gaat ik heb ook iets van u geleerd. Gij hebt mij dikwijls ongezouten de waarheid gezegd zooals nog niemand ooit vóór u gedaan heeft. Jongen, jongen, dikwijls was ik op het punt u iets naar het hoofd te gooien, dat gij gevoeld zoudt hebben 1 Maar het heeft geholpenals gij nu vertrekt, kunt gij do overtuiging meenemen, dat mijn vrouw u veel te danken heeft, gij begrijpt mij wel." Hij zweeg met een verlegen lachje. Lassow stond op en drukte hem warm de hand. „Dat ia als eon man gesproken, mijnheer Ellingsen. Dus wij scheiden als vrienden. Maar nu nog iets. Wie voert nu het opzicht, als ik weg ben Ellingsen dacht even na. „Alles komt van daag zoo plotseling. Ik heb een neef, een ar me® stakker, die tevergeefs getracht heeft het goed van zijn vader, dat met schulden belast was, er weer bovenop te brengenhij is er zelfs geheel bij ten onder gegaan. Nu heeft bij mij reeds dik wij 1b geschreven of ik hem niet kon helpen, cn ik had het ook wc>l kunnen doen; maar mijn (.old was mij lie ver. Schrijf ik hem nu, hier te komen, dail is hij ook uit den nood gered." „Wacht dan geen oogonblik langer daar mee, mijnheer Ellingsen 1" riep Lassow, „om 'b hemels wil! Ik zal toch uw eigen bloedver wanten het brood niet voor den mond steo* ten." „En wat denkt gij te beginnen?" Lassow haalde even de schouders op „Wij spreken elkander nog nader. Tot weer ziens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5