LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 9 OCTOBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1902
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
So. 13076
Koloniën.
BATAVIA, 6-11 September.
Van den resident van Amboina ie onder
Üagteekening van 1 September het volgend
telegram ontvangen:
Algemeene politieke toestand over het
algemeen gunstig. In de Elpapoetihbaai
Zuid-Ceram was het in de negorijen Atia-
hoe en Werinama onrustig, doch de geschil
len zijn door mij plaatselijk en persoonlijk
opgelost, zoodat de ru6t is hersteld. Gezond-
tei datoestandten gevolge van lage tempe-
(•ratuur veel aandoening van de ademha-
I lingsorg&nen. (Java-Gt.)
De „Java^Ct." meldt: In een telegram
yan den 2d en September van den resident
.van Menado wordt medegedeeld dat de po-
llitioke toestand in zijn gewe6t gunstig ia,
j behalve in het landschap Bolaiing Mongou-
j'dou, waar eenige ongeregeldheden hebben
plaat gehad.
In het djocgoogoesehap Essang (land-
«chap Tabookan, Sangi-en Talaut-eilanden)
iheerscht een geest van verzet van de zijde
(ivan eenige kapiteins tegen den inlandschen
«elfbestuurder.
De „Java^Bode" van 6 September be-
j richt: Met de oholera begint het te Batavia
steeds meer te luwen; gisteren overleden aan
dierziekte slechts twee inlandsdie Trouwen.
De correspondent te Soerabaia sphriyft.
'<dató 9 September: De oholera breidt zich
j.Öe ktatete dagen weer uit; van 213l Augus-
jlfcus zijn officieel vermeld 177 gevallen, dus
ongeveer 18 per dag, maar nu zal het wel
;«neer zijn.
Gisteren werd aangetast en overleod in
jjhet hospitaal de 2de luitenant der infante-
j«ie J. van Geytenbeek.
De „Java-Bode" van 8 September moldt
'het volgende:
In den afgeloopen nacht drong een die-
yenbende, 6terk naar gissing 10 man, de
j woning binnen van den inlander Salim,
J iuinbewaker en -bewerker van den land
eigenaar, den Ohinees Dja-horong, van
kampong Malakka.
'Het huis, nabij de Kali baroe te Moeara
parang gelegen, heeft een peloepoc-omwan-
cling en bestaat uit een voor- en achterhuis,
^ïn het voorhuis sliepen man cn vrouw, in
•het achterhuis hun dochter.
De dieven, goed voorzien van vuur- en
hl anke wapenen, trokken juist om 10 uren
("©ver de brug van Moeara karang, en daar
'«ij, naar het scheen, goed met de inwendige
ifverdeeling van het huis bekend waren, gin.
;gen zij onmiuiuel'lijk naar de oostzijde er van
én trachtten den bamboewand, die daar erg
'„Wrak was, omver te doen vallen, juist daar,
,fwaar man en vrouw sliepen en het meeste
)4e lialen viel.
Het echtpaar, door het geraas wakker ge-
gorden, trachtte liet omverdruxkon van den
:,^and te beletten, toen een der dieven van
lae noordzijde door het huis ging schieten.
iD^raaii liep toon weg door do deur van het
achterhuis en söhreeuwuc zioli heesoh om
hulp, die niet kwam.
De dieven hadden er trouwens voor ge-
jfcorgd, da/, geen hulp kon komen, want in
;allc richtingen hoorde men hen schieten,
bovendien lag de woning zeer geïsoleerd.
Nadat de indringers zich van de kleeren
jten de preciosa hadden meestergemaakt, voor
teen waarde naar gissing van f 100, trokken
jcj omsbreeka halfelf ongehinderd af.
De vrouwen hadden zich in het huis ver-
j borgen en haar geschiedde geen leed.
,,Zou het zoo langzamerhand geen tijd
worden vraagt de ,,Java-Bodo" om
ybok voor Java een korps, gedeeltelijk bere
iden marechaussee, op te richten, om he<t
jtoteods brutaler optredend rooveregespuis
(bntzag in te boezemen? Waar zelfs Amster
dam al om een afdeeling van 800 man mili.
\tairo politie begint te roepen, omdat do ge-
jioeentelijke het niet meer af kan, zou zij in
jjflo groote terreinen om de groote Indische
jrteden zeker niet misplaatst zijn; rampoke
én ketjoes vioren daar ongehinderd hoogtij,
ÜJfant de gewone politie is te zwak om pre
ventief be kunnen optreden."
ATJEH.
De ,,Java Gt." van 9 September ontleent
«tan een van den gouverneur van Atjeh en
Onderhoorigheden ontvangen telegram van
6 September:
Kapitein Colijn keerde te Kotta-Radja
terug.
De valide marechaussee'» zijner colonne
marcheeren door Peusangan en Samalanga
naar hun garnizoen in Pidië. In Peusangan
doorzoeken zij Djeli waar de pretendent-
sultan ia
In een handgemeen te Ara Boengko (Keu.
reutoe) werd levensgevaarlijk gewond de
Europee6che sergeant Stendor (algemeene
Stamboek no. 41240), niet levensgevaarlijk
de Europeosohe fuseliers Smit, VerheijJa
cobs, Aliet en Douma (algemeene stamboek
noa 48871, 44329, 44335, 50259 en 3S736). De
vijand liet negen dooden met vele blanke
wapens in onze handen. In Boelah Blang
Ara werd een bende aangevallen, die zeven
dooden met wapens in onze handen liet.
Onzerzijds werden daarbij niet levensge
vaarlijk gewond de Europeesche korporaal
Gooting (algemeen stamboek no. 43793) en
een inlandsoh fuselier.
Bij een patrouille in Boven-Sawang en
Nisam liet de vijand vierentwintig dooden
achter.
Van de colonne Matthes in Mculaboh
werd geen boriaht ontvangen.
Aan de compagnie onder kapitein Pluim
Mentz gelukte het wederom niet, de nabij
gelegen kampong Kóng tc bereiken; 1a keer
de terug om zioh bij de colonne in Samagan
te voegen.
Blijkens een telegram, ontvangen van den
oiviol en militair gouverneur van Atjeh en
Onderhoorighoclan, onder den datum van 8
September, is de controleur bij het binnen
lands^ bestuur D. J. Oramer Nzn. met
verlof te Pinang, den zesden September in
Kedah door een revolvorsohot gedood.
De consul der Nederlanden be Pinang
6telt een onderzoek in. (Bat. Nbld.)
Door den Gouvorneur-Genoraal van Ned.-In-
dië zijn de volgende beschikkingen genomen
CIVIEL DEPARTEMENT. Ontsla
gen: eervol uit 's lands dienst, de gewezen
klerk op het assistent-residentiekantoor te
Toeban (Rembang), P. A. de Santy.
Benoemd: tot tijdelijk adjunct-inge
nieur der eerste klasse bij den aanleg van
staatsspoorwegen, de tijdelijke adjunct-inge
nieur der tweede klasse J. van der Waerden.
Ontslagen: met ingang van 10 Septem
ber 1902 op verzoek t :>rvol uit 's lands dienst
dc inspecteur van het Europecsch lager on
derwijs in do derde afdeeling J. G. L. Dttc-
ker.
Benoemd: tot predikant bij do Profces-
tantsche Gemeente te Soerabaia, de predi
kant bij do Protestantsche Gemeente te Pro-
bolinggo (Pasoeroean).. P. Nicuwenhuis;
tot onderwijzeres eerste klasse bij het open
baar Europeesch lager onderwijs, mej, M.
S. van der Willigen, vroeger benoemd onder
wijzeres eerste klasse, thans belast met de
waarneming der betrekking van onderwijze
res der tweede klasse.
Benoemd: tot opzichter tweede klasse
bij den dienst van den Sumatra-staatsspoor-
weg, de opzichter der derde klasse A. M. D.
van Kuilenburg; met bepaling dat hij belast
blijft met de waarneming der betrekking van
opziener der eerBto klasse bij de Ombilinmij-
nen en in verband daarmede h la suite van
zijn corps wordt gevoerd;
tot griffier van den landraad te Sidoard-
jo (Soerabaia), dc griffier van den landraad
te Bondowoso (Besoeki) S. Jellen.a;
tot griffier van den landraad te Bondowo
so (Besoeki), do griffier van den landraad
te Sidoardjo (Soerabaia) P. A. Pictcrs.
Bij het binnenl. bestuur op Java en Madoera.
Benoemd: tot controleur F. B Vode
gel, ambtenaar op wachtgeld, laatstelijk die
betrekking bekleed hebbend, met bepaling
dat hij geplaatst wordt in de residentie Se-
marang.
Goedgekeurd: dat de resident van
Semarang de commies derde klasse bij den
post- en telegraafdienst F. G. Brouwer in
zijn bediening heeft geschorst.
Ontslagen: uit 's lands dienst, de ge
schorste commies der derde klasso bij den
post- en telegraafdienst F. G. Brouwer.
Verleend: wegens ziekte een tweejarig
verlof naar Europa, aan den boekhouder bij
de fabriek der opium-regie G. Ch. Nauta.
Ontslagen: op verzoek met ingang van
4 October 1902 eervol uit 's lands dienst, de
hoofdingenieur der spoorwegen bij de afdee
ling spoor- en tramwegen en stoomwezen van
het departement der burgerlijke openbare
werken Th. M. G. Keulemans
wegens ziekte eervol uit zijn betrekking, de
derde commies bij de algemeene rekenkamer
Th. S. Reynkart, met bepaling dat dit ont
slag wordt gerekend op 23 Augurtus 1902 tc
zijn ingegaan
uit zijn betrekking de geschorste zouthoofd-
depot pakhuismeester te Morengan, Karta-
sada, Paleboenan en Mondoeng-Mondocng,
afdeeling Soemencp (Madoexp.) J. A. D.
Rundberg; met bepaling dat nader zal wor
den beslist of dit ontslag al dan niet moet
worden beschouwd als te zijn verleend „eer
vol."
Tijdelijk belast: met de waarneming
der betrekking van zouthoofddepotpakhuis-
meester te Marangan, Kartasada, Palehoe-
nan cn Mondoeng-Mondoeng, afdeeling Soe
mencp (Madoora), de gopensionneerde ka
pitein dor infanterie van het Oostinddsch le
ger E. Koot.
B c n o e m dbij het openbaar Europeesch
lager ondorwijs tot onderwijzer der derde kl.
en geplaatst aan de school te Japara (Sema
rang) Ch. J. R. Both
MILITAIR DEPARTEMENT. Ontsla
gen: eervol als militaire commandant van
de Zuider- en Oostcrafdeeling van Borneo,
do luitenant-kolonol der infanterie P. J.
Brandenburg.
Benoemd: tot militairen ooinniandant
van de Zuider- on Ooster afdeel ing van Bor
neo, de luitenant-kolonol dor infanterie J.
A. W. Woustmann
Overgeplaatst: de kapitein der ar
tillerie J. F. Baerveldt van de tweede com
pagnie artillerie (fcweode veldbatterij) te Ba
tavia naar do vierde compagnie artillerie
(vierde batterij) te Kotta-Radja;
dc majoor der artillerie F. W. A. Neetes-on
van de vierde compagnie artillerie (vierde
batterij) te Kotta-Radja naar het oomman-
dement der artillerie in de eerste militaire
afdeeling op Java te Batavia;
van Padang naar Atjeh, de offioier van
gez. der eerste klasso dr. L. J. Eilerts do
Haan;
bij hot eerste depotbataljon, de tweede
luit. bij het garnizoonsbat. van Palembang
L H. Pluim Mentz;
de kapitein der art. E. Lankhout van de
derde compagnie art. (dorde bergbattorij)
tc Soerabaia naar de drie-en-twinbigstc com
pagnie, (tweode compagnie vesting) artille.
rie te Batavia en werkzaam gesteld bij het
hoofdbureau der artillerie, de kapibein der
artillerie W. L. Zennevijlle van de (derde
compagnie vesting) artillerie te Soerabaia
naar do derde compagnie artillerie (derde
bergbatterij) te Soerabaia.
Geplaatst: bij de troepenmacht ter
Sumatra's Westkust ter nadere indeeling,
de kapitein van verlof uit Nederland terug
verwacht wordende J. F. G. van Mours;
bij het negende bat., de tweede luit. uit
Nederland verwacht wordende, zijnde be
stemd voor den dienst hier bo lande G. A.
Peric.
Overgeplaatst: bij het derde depot
bat., de tweede luit. bij het negentiende bat.
J N. Broese;
bij de troepenmacht in Atjeh ter nadere
indeeling, de onderluitenant bij i o>t zestien
de bat. F. H. de Vries,
Wegens overcompleet in zijn rang is op
non-aotiviteit gestold do eerste luitenant dor
cavalerie H. Philipi, met ingang van 1 Sep
tember 1902.
Overgeplaatst: van de eerste com
pagnie artillerie (eerste veldbatterij) te Ba
tavia naar do achttiende compagnie artil
lerie (eerste bergbatterij) te Banjoe Biroc de
eerste luitenant der artillerie J. Barrau.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Ver
io o n d: wegens ziokte twee jaren verlof
naar Europa, aan den magazijnmeester bij
het marine-établissement te Soerabaia B.
F. Meyboom.
Men meldt uit Haarlem aan de
„N. R. C.": Toen de gemeente-veldwachter
Schotvanger te Heemstede gisternacht sur
veilleerde bij het buiten van jhr. Van Mer
lon aan de brug bij Benncbroek, zag hij daar
drie verdachte personen. Met een hem too-
gevoegd burger hield hij die aan en het ble
ken te zijn de beruchte Rijf uit Amsterdam,
bonevens do zich noemende Koopziek en Wal
deck. Alle drie waren zij in het bezit van een
splinternieuw stel inbrekerswerktuigen,
waaronder centerboren, ijzerboren, breek
ijzers enz.
Zij zijn overgebracht naar het paleis van
justitie te Haarlem* waar zij in oellen zijn
opgesloten, hun ontevredenheid daarover
luchtende door te probeeren daarvan de deu
ren stuk to trappen.
Rijf, die do vorige week werd aangeduid
als niet vreemd te zijn aan den moord op de
weduwe Dijkshoorn te Amsterdam, gaf op,
op weg te zijn naar den officier van justitio,
om een aanklacht in te dienon tegen een
paar Haarlemsche bladen, dio dit hadden
gemeld.
De politie te Amsterdam hoeft
do hand gelegd op eon persoon, verdacht van
verduistering van een klein bedrag aan geld
ten nadeele van don notaris Kempers al
daar.
De twee grootste sociëteiten te
Amsterdam, ,,T)e Groote Olub" en „Doctri-
na," zullon wellicht binnenkort samenge
smolten worden. Bij do besturen van beide
instellingen bestonden nl. reeds lang plan
nen van verbouwing cn vergrooting, doch,
alvorons deze nader uit te werken, hebben
zij een gezamenlijke conferentie gehouden
over do vraag, of een samensmelting niet
mogelijk zou wezon.
Die mogelijkhoid ij door de besturen reeds
bevestigend beantwoord, en den 27ston dezer
zullen nu beide sociëteiten tegelijkertijd een
algemeene ledenvergadering houden, ten ein
de door do leden tc doen beslissen of zij een
samensmelting ook gewcnscht achten.
Wordt op beide vergaderingen d: vraag
bevestigend beantwoord, dan beslaat het
Ivoomcanen „Doctrina" naar ,,De Groote
Club" to doen verhuizen, liet perceel waarin
thans het café ,,Oost-Indië" is gevestigd bij
dit gebouw te trekken, en do sociëteit dan
onder leiding van den heer Ed. Cuypers een
flinke restauratic te doen ondergaan.
(N. v. N.)
Gisteravond is op het station
Maastricht een spoorwegbeambte aangere
den, ten gevolgo waarvan de rechtervoet
word afgereden en hij aan het hoofd zwaar
verwond werd.
Bij een te Maastricht gevang en-
gonomen dievenbende zijn gevonden tal van
reliquicën, welke zijn herkend door den pas
toor tc Oud-Vroeuhoven als voor eenige ja
ren uit dc kerk aldaar ontvreemd.
To Cadier en Veer heeft bij hot
verteren van de ,,bora" een geldsom door
een hertrouwend weduwnaar gegeven om de
in zoo'n geval gebruikelijke ketelmuziek te
doen ophouden een vechtpartij plaats ge
had, waarbij zekere P. Schreurs messteken
dn den buik cn de zijde ontving, die zijn le
ven in govaar brengen. Do verwondo is in
het gesticht Calvaricnberg te Maastricht op
genomen. De vermoedelijke dader is voort
vluchtig.
Een afschuwelijko moord is
Maandag bij het station Baracaldo aan den
spoorweg naar Bilbao, in Spanje, gepleegd.
Een wisselwachter hoorde plotseling gekerm
langs den weg cn op het geluid 'afgaande,
vond hij een vrecsclijk verminkten jongen
man van omstreeks 30 jaar, wicn beide boe
nen cn een arm waren afgereden. Dc ge
wonde». een zekere Victor Landa, had nog do
(kjracht den spoorwegbeambte te vertellen
hoe hij daar kwam. itij was in Bnuao 255
pesetas wezen halen. Op weg naar huis werd
hij aangerand door twee personen, in een
waarvan hij zijn schoonvader Juan Gomez
herkende. De ander was een zekere Gabino
Lavin. Zijn beide aanvallers hadden hem
met stecncn neergeslagen, en, toen hij bewus
teloos ineenzakte, hem, na hem van zijn zil
veren horlogo en geld beroofd te hebben, in
de meen ing dat hij dood was, op de rails ge
worpen» Weder tot bewustzijn gekomen, be
proefde do ongelukkige z-ich van de rails te
wentelen, maar tevergeefs Beido becnen
werden hem eenige oogenblikken later door
een trein afgereden cn na een half uur door
een andere trein zijn rechterarm. Dc wissel
wachter riep dadelijk om hulp; eenige spoor
wegarbeiders brachten Landa toen op ccn
brancard naar buis, waar hij enkele uren
later overleed.
De schoonvader is reeds iu handen der
justitie. Zijn medeplichtige heeft de vlucht
genomen, maar men is hem op het spoor.
Het Engel8clie schip „Dy no mo
no," 14 September van Hongkong te ltoyal
Roads aangekomen, werd op de reis. door
twee typhoons beloopen. De eerste vond
plaats 2 Augustus, twee dagen na het vertrek
uit Hongkong, toen het geweldig begon to
waaien uit het westen, met vrccselij'. hoogo
verwarde zee, waardoor men genoodzaakt
was voor top e» takel bij te leggen. Drie zwa
re zeeën, die overkwamen, sloegen dc bak
boordsboot aan stukken cn namen alles, wat
los op dok was, mede overboord. Het schip
werd plat op zijde geworpen en de verschan
sing ging verloren. Do dekhuiten, wnar de
zeeën overheen liepen, goraakten vol wutor
en de hekken op de hutten werden wcggcsla-
gen. Acht dagen later werd het schip in heb
Bansbeo Kanaal door den tweeden typhoon
beloopen, die 21 uven aanhield, docli do zee
was niet zoo wild als in den eersten typhoon.
T u 11 i o Murr i, d c voornaamste
aangeklaagde in de veelbesproken moord
zaak van graaf Bonmdrtini, zijn zwager, is
aan Italië uitgeleverd door do Oostenrijk-
sche rogeering. Bij aankomst te Bologna zei
hij tegen den politiebeambte, die hom go-
leidde: „Ziezoo, nu zal ?k eindelijk eens kun
nen bewijzen, dat als ik hem gedood heb, ik
in wettigo zelfverdediging heb gehandeld."
In eon verhoor, dat hem onmiddellijk na
aankomst werd afgenomen, heeft 1 nog eens
hetzelfde gezegd.
Do rechter van instructie deed er het zwij
gen toe, want hij wilde alvorens met be
klaagde daarover te redetwisten alle ver
klaringen der getuigen hooren. Onder dczC
is een zeer bezwarende mcdodceling van Mur-
ri's vriend, den meer genoemden Dr. Naldu
Deze toch heeft bekend deelgenomon te heb
ben aan de toebereidselen tot den moord,
maar er bij gevoegd, dat de moed hem op het
laatste oogonblik ontzonk, en hij vóór de
komst van Bonmartini was weggegaan. Alf
dit waar is, dan heeft Tullio Murri's „zelf
verdediging" niet veel kans door do jury
voor goede munt te worden aangenomen.
Men meldt uit Sittard: Eon h$-
vigo brand vernielde te Susteren de schuren
en stallingen van I. Schooyen en Th. Clao*-
sens. Do gcheelo daarin goborgen oogst, ba-
nevens eonig vee, werden een prooi der vlam*
men.
Door het krachtdadig optreden der bron<!««
weer bleven de behuizingen grootendeels g<&
Bp aard.
Hotgeheimvandenrijkenbeuro.
man. Een jongmensch vroeg dezer dogeü
aan con der steunpilaren van de Londen*
schc beurs hoe hij 't toch aanlegde om, aan
vankelijk zonder gold, zulke schatten te ver
dienen. ,,0, dat is heel eenvoudig", waa 't
antwoord: ik betaalde iots, dat ik nooit ont
vangen zou, mot geld, dat ik nooit bezeten
had, cn dan verkocht ik, wat niet in niijn
bezit was, voor meer gold dan het mij gckoBfc
had." (N. R. C.)
Te Rome heefteen allorzondor-
lingste diefstal plaats gevonden: er is n.l.
ingebroken bij den burgemeester, prins Oo-
lonna. Des morgens ontdekte men sporen
van inbraak, en bij onderzoek bleek, dat bo-
halvo tal van kostbaarheden en kunstvoor
werpen 16,000 lire in goud cn zilver waren
ontvreemd. Hoe de dieven te werk zijn ge
gaan blijft een raadsel, daar het paleis van
prins Colonna steeds goed bewaakt en vol
bedienden ia
De gouverneur van Martinique
seinde eergisteren naar Parijs, dat de Mont
Pcléo weder asch en rook uitwierp, terwijl
een dof gerommel vernomon werd. In do
omstreken van Basse-pointe richtten stroo
men warm water schade aan.
Op Gocam, het door de Vereenigde Staten
geannexeerde eilandje in den Grooten Oce
aan, ten oosten van de Filippijnen, dat voor
al voor de kabelplannen en als maritiem sta
tion van belang is, moeten vele gebouwen ver
nield zijn dóór een aardbeving
-
Graaf Alex.
87)
XXVII.
Den volgenden morgen vroeg zond Lassow
ëon paar knechts uit, om den gebroken wa-
gen op te zoeken, en naar den wagenmaker
..Ie Tideborg te brengen. Juffiouw Doortje
liet zich niert ziem en Marie braoht hem de
boodschap, dat de juffrouw wegens hoofd-
ijpijn in haar kamer bleef. Ofschoon Lassow
'juist niet in een vroolijke stemming was,
knoest hij toch glimlachen. Dat had het jonge
[^Touwtje dan toch van hem geleerd, dat er
(geen gemakkelijker excuus bestaat dan
Ahoofdpij-n hebben. Hij slenterde doeJloos
jdoor de stallenhij gevoelde zich hier reeds
;aJs een vreemde, want dat hij van hier weg
itooesi, na het voorgevallene, stond bij hem
ijvasfc. Zoodra Ellingsen op was, zou hij met
'hem 8preken.
Togen negen uur keerde Lassow naar huis
lerug; Ellingsen zat aan tafel met eem bord
,'inelksoep voor zioh. „Mijn vrouw heeft ze-
|ker weer eens hoofdpijn," snauwde hij hem
j^l dadelijk too. „Dat komt van dat nacht
braken. Om hoe laat zijt gij eigenlijk thuis
gekomen? Ik heb u in het geheel niet ge
boord."
,sWij rijn ook paa om één uur thuis g&-
-komen»"
„Hoe kan dafcl" voer ElIingBen üit.
ku. t toch onmogelijk tot twaailf uur bij die
©ude ta.iite gebleven rijn."
„Dat zijn wij ook nietWij zijn in Tide
borg in den circus geweest," antwoordde
Lassow, terwijl hij eon sigaar opstak.
„Mijnheer 1" Ellingsen sloeg met zijn ge
zonde vuist op do tafel, dat alles dreunde;
„kom bij mij met zulke aardigheden niet
aan 1"
Lassow streek een tweeden lucifer af,
want zijn sigaar wilde niet branden. „Er
was niet veel aardigheid aan," antwoordde
hij, „de voorstelling was zeer matig, en het
terugkomen, bij het afschuwelijke weer, el
lendig."
Ellingsen werd bleek van woede. „Mensch
ik ik is dat waar?" Lassow wees
naar het venster, het regende nog aanhou
dend. „Te oordeelon naar hetgeen gij van
hier ziet, kunt gij u wel voorstellen hoe de
wegen er uitzien."
„Ik vraag u, man, of het waar is, dat gij
met mijn vrouw te Tideborg in den circus
zijt geweest?"
„Ja zeker."
„Weet gij wat dat beteekent? Dat mijn
vrouw zich aan de grootste ongehoorzaam-
heid heeft schuldig gemaakt. Ik zal mij van
haar laten scheiden."
„Datzelfde heb ik haar ook voorgesteld,
maar rij wilde niet."
„Gij gij]"
Lassow knikte. v,Ik heb haar onder bet
oog gebracht, dat naar leven aan uw zijde
geen leven is; dat zij door u behandeld
wordt, niet als de vrouw dee huizes, maar
als een slavin, en dat zij zich dat volstrekt
niet behoeft te laten welgevallen. Maar zij
koestert jegens u een gevoel van aanhanke
lijkheid en dankbaarheid, dat mij geheel on
verklaarbaar is."
ElIingBen hijgde êen pair m-aaJ gaar
lucht, eer bet been weer mogelijk was te
spreken1 angzaam on stootend kwam het
toen over zijn lippen:
„Weet gij wel, dot mijn vrouw letterlijk
niets heeft, wanneer ik de hand van haar
aftrek? Of wilt gij haar soms huwen?"
De onuitsprekelijk hoogmoedige uitdruk
king, die Ellingsen nu eenmaal niet uit kon
staan, vertoonde zich weer op het gelaat van
Lassow.
„Daar is natuurlijk geen sprake van;
maar ik zou haar onder mijn hoede hebben
genomen, en op de goederen van mijn vader
zou zij wel eon plaatsje gevonden hebben,
waar zij zich behaaglijk kon inrichten met
het deel van uw vermogon, dat gij verplicht
zijt haar uit te keeren. Maar zij wilde niet."
Do oude was al aan heel veel buitenge
woons bij zijn volontair gewend, maar zóó
iets was hem toch nog nooit voorgekomen.
Daar zat die man heel op zijn gemak tegen
over hem, rookte zijn sigaar, verklaarde,
dat zijn vrouw bij hem een ondraaglijk lot
had, en legde hem uit, wat hij haar had
voorgesteld, om een scheiding mogelijk te
maken. En dat alles ging met een kalmte,
ailsof het de natuurlijkste zaak van de we
reld was; zijn volontair, zijn ondergeschik
te, een jongmensoh van vijf en twintig jaar,
had hem zoo iets durven zeggen hem, El
lingsen 1 Maar hij had daarbij zóó iets, dat
ontzag inboezemde het liet zich zoo niet
beschrijven; en ais men er eens goed over
«ïadacht:, dan had brij niet zoo geheel en al
ongelijk. Wat had Doortje eigenlijk voor een
leven 1 En zij was booh nog boo jong. Dag in
dag uit niets dan haar werk en het oppas
sen van een ouden, knorrigen man, die zich
tot haar heer en meester had gemaakt, zon
der haar ooit zijn liefde te fcoonen. Hm, hm I
Dus zij had niet gewild, ofschoon die knap
pe jonge man haar de behulpzame hand had
willen bieden, om aan dit leven een einde te
maken. Hm I hm
„Wilde zij werkolijk niet?" vroeg hij nog
eens zacht on twijfelend. „Volstrekt niet."
Ellingsen zag peinzend voor zich neer.
„Meer dan dat, mijnheer Ellingsen," ver
vólgde Lassow. „Zij was z -o verontwaardigd
over mijn voorstel, dat zij mij de deur ge
wezen heeft. Nog heden verlaat ik Ellings-
hof."
„Alle drommels, is zij zoo flink geweest?
Dat had ik niet van haar verwacht 1" riep
Ellingsen bijna vroolijk uit. Hij leunde ach
terover in zijn stoel en zag Lassow een tijd
zwijgend aan.
„Ik geloof, mijnheer de graaf, dat wij
niet bij elkander passen, en dat hot het
beste is, dat wij weer scheidenmijn vrouw
heeft daar groot gelijk in. Toch kan het
geen kwaad, dat wij een half jaar met elkan
der hebben doorgebracht; gij hebt Ieeren
werken, jonge man. Ik kan van hier uit wol
zien, dat alles goed op gang is: wellicht be
ter dan onder mijn leiding; gij hebt jonge
krachten en een paar scherpe oogen, en die
komen u wellicht beter te pas dan mij mijn
ondervir ing. En vlijtig zijt gij, die eer
moet ik u laten. Daar heb ik mij in stilte
over verheugd, al was er anders veel in u.
waar ik mij over geërgerd heb. En dat be
viel mij zoo in u, juist omdat gij zulk een
voornaam heertje zijt Nu, en wat mij aan
gaat ik heb ook iets van u geleerd. Gij
hebt mij dikwijls ongezouten de waarheid
gezegd zooals nog niemand ooit vóór u
gedaan heeft. Jongen, jongen, dikwijls was
ik op het punt u iets naar het hoofd te
gooien, dat gij gevoeld zoudt hebben 1 Maar
het heeft geholpenals gij nu vertrekt, kunt
gij do overtuiging meenemen, dat mijn vrouw
u veel te danken heeft, gij begrijpt mij wel."
Hij zweeg met een verlegen lachje. Lassow
stond op en drukte hem warm de hand.
„Dat ia als eon man gesproken, mijnheer
Ellingsen. Dus wij scheiden als vrienden.
Maar nu nog iets. Wie voert nu het opzicht,
als ik weg ben
Ellingsen dacht even na. „Alles komt van
daag zoo plotseling. Ik heb een neef, een ar
me® stakker, die tevergeefs getracht heeft
het goed van zijn vader, dat met schulden
belast was, er weer bovenop te brengenhij
is er zelfs geheel bij ten onder gegaan. Nu
heeft bij mij reeds dik wij 1b geschreven of ik
hem niet kon helpen, cn ik had het ook wc>l
kunnen doen; maar mijn (.old was mij lie
ver. Schrijf ik hem nu, hier te komen, dail
is hij ook uit den nood gered."
„Wacht dan geen oogonblik langer daar
mee, mijnheer Ellingsen 1" riep Lassow, „om
'b hemels wil! Ik zal toch uw eigen bloedver
wanten het brood niet voor den mond steo*
ten."
„En wat denkt gij te beginnen?"
Lassow haalde even de schouders op „Wij
spreken elkander nog nader. Tot weer
ziens.