R\ 13072
Zaterdag 4 October.
1902.
iCoarant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
5 Dit nommer bestaat uit
s VIJF Bladen.
Eerste Blad.
hitetanten-VEreeiijiig „luld-Mrika".
f 2.-
Postkantoor Leiden.
Lr-
FEUILLETON.
IEIBSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT i
J Voor Leiden per 8 maandon I 3 I I i 5 f 5 f l**®-
vBuiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd ztjn v 1.80
Franco per post I I J I I i l*®5*
PRIJS DER ADVERTENTTËN
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedero regel meer 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron bulten do stad
wordt ƒ0.05 berekend.
1 BO den heer Fontein na do colleot#
Gezonden0.00
V BU dr. He8aellng van de gemeente
r oorschoten,98.22
BU prol. dr. M. J. de Goeje van N. N. 1.—
P. van Driel Bzn., Secretaris.
Voor bol fonds der Bseren-Generaalt.
Van K.
Van E. H
Van de openbare school te Zoeter-
'jroude
0.25
5.17
t Ter algemeene kennis wordt gebracht, dat
Van af heden Is opgetreden als waarnemend
Jbirecteur de hoer A. C. P. F. HOLLINGERUS
[PIJPERS, Commies lste klasse dsr PosterUen,
\eerstaanwezend ambtenaar.
J\. in verband met m\Jn aftroden als Directeur
Verzoek ik beleefd alle correspondentie over
ienstzaken te ricbten aan „den Directeur
het Postkantoor" en ze, öf af te geven
an het loket, öf in een der brievenbussen
werpen, in geen geval in de bus aan de
irecteurs-woning.
Hot sproekuur over dienstzaken wordt be-
i&ald van 10-12 en 1 'A 4 u. 's mtdd.
De aftredende Directeur,
v-' A. L. NAGEL.
Leiden, 2 October 1902.
Leiden, A October.
Donderdag de 2de October was voor de
Öhrlsteiyke School aan de Hooigracht een
lag van groote beteekenis en vreugde. Op
lezen dag tooh vierde het hoofd der school
;yp. jaardag en mocht hU, hersteld uit zeer
[érnstige krankheid, voor het eerst weer de
ichool binnentreden. Geen wonder dus, da'
loze dag niet onopgemerkt mocht voorbijgaan,
e heer Sohaap trad te halfelf de school binnen,
aar hU werd opgewacht door het sohool
©stuur en enkele belangstellenden, waar-
•nder ook de heer arrondissemonts-school-
.pzloner werd opgemerkt. Plechtig klonk het
ilt der kinderen mond uit den 103den Psalm
'.Looft Hom, die
Jw krankheön kent en liefderijk geneest;
pie van 't verderf uw leven wil verschoonen,
iJet goedheid en barmhartlgheén u kronen,
Dio In den nood uw Redder Is geweest."
D8. Rudolph, voorzitter van het sohool-
estuur, herinnerde in welgekozen woorden
,n de baDge dagen, zoo pas doorleefd; aan
en angst en de spanning In de uren des
loodelljken gevaars en aan de genadige uit
redding, door 's Heeren hand beschikt. Spreker
eindigde mot een hartelljken gelukwensch op
dezen dubbelen feestdag.
Een alleraardigst oogenbllk was het, toen,
torwyi ©en meisje, leerlinge van de eerste
klasse, op nalevo wijze eenigo kinderlijke
dichtregelen uitsprak, een ander meisje den
jubilaris bloemen aanbood en een kleine
jongen de bewijzen van achting on liefde der
leerlingen aanbood, waarbU onder anderen
een prachtige ln kleuren uitgevoerde pen-
teekening, door een der onderwyzers ver
vaardigd, welke teekenlng ln sleriyke letters
te lezen geeft do woorden: ,De Heere heeft
groote dingen by ons gedaan; diee zijn wy
verbiydl"
De heer Kielstra, arrondlssements school
opziener, betuigde zUn dank voor de vrlende-
ïyke uitnoodlging, om op dezen biyden morgen
hier tegenwoordig te zyn; sprak ln vleiende
bewoordingen over deze school, baar hoofd
en het onderwyzend personeel en voegde zyn
h&rtelyke wenschen by de reeds ultgesprokene.
Namens het personeel sprak de oudste
onderwyzer, de heer J. M. de Koning, en wees
op het verledene en zUn smarten, op het
heden en zyn biydschap en op de toekomst
en haar eisch, en eindigde met een harte-
ïyken zegenwensch.
Aangedaan (kon het andere stond de heer
Schaap op, om „groote en kleine vrienden"
te danken voor al de bewijzon van llefds en
aanhankeiykheld in dezo oogenblikken ont
vangen. In het byzonder dankte spreker het
personeel, dat met vrlendeiyke voorkomend
heid zyn zorgen voor de school en al wat
daartoe behoort, heeft op zich genomen en
niet het minst wenschte de heer Schaap Hem
te erkennen, die hem in de ure des gevaars
gaf moed om te sterven en die hem thans
geeft genade om te leven on lust om te
arbeiden.
Nadat gezongen was Psalm 68 10, eindigde
Da. H. J. Kouwonhoven met dankgebed. De
„groote vrienden" verlieten het versierde
schoollokaal; de „kleine vrienden" worden
onthaald, waarna ook zy, dankbaar en voldaan,
huiswaarts keerden.
Aan het zoo pas verschenen verslag
aangaande den jaarcursus 1901 1902 van
het Gymnasium ontleenen wU het volgende
Na twintig jaren met zyn vriendelUko,
altyd bereide zorg de belangen van hot
Gymnasium te hebben behartigd, moest prof.
dr. T. Zaayer wegens vermeerdering zyner
ambtelijke bezigheden tot zyn leedwezen de
betrekking van curator van het Gymnasium
neerleggen. In zyn plaats werd benoemd
prof. dr. H. Kamerlingh Onnes. Behalve den
rector waren 14 leeraren aan de inrichting
verbonden. Na den dood van don heer K. Wio-
rlnga werd het. onderwijs ln zijn vakkon
tydeiyk opgedragen aan den heer J. Gossos,
doctorandus in do Ned. letteren. Den 19den
November 1901 werd echter benoemd de heer
A. L. van Beek, doctorandus in de letteren.
In de plaats van dr. G. van Vloten, wien
eervol ontslag was verleend, werd tot leeraar
ln hot Hebreeuwsch benoemd de heor H. J.
Oohen, leeraar by ds Israölietlsche gemeente
alhier, terwyi voor den heer dr. Vuyck, die
aan het Curatorium schrifteiyk had meegedeeld
dat hy wegens de uitgebreidheid zyner werk
zaamheden met het begin van den cursus
1902 1908 de lessen ln de natuuriyke historie
wenschts te eindigen, werd benoemd dr. Henri
W. do Graaf.
In het goheel hebben 21 leerlingen de in
richting verlaten en zyn er 24 nieuwelingen
bygekomen.
De nieuwe cursus is begonnen op Donder
dag 4 September met 102 leerlingen.
Herinneren we nog, dat met 1 Jan, a. a.
de rector dr. H. W. van dor Mey en dr. P. H.
Damsló de inrichting gaan verlaten, de eerste
wegens hoogen leeftyd, de ander wegens
benoeming tot hoogleeraar to Utrecht.
Van de Confesaioneele Vereeniglng zal
de algemeene prov. ledenvergadering plaats
hebben Donderdag 16 Oct. a. s. te Lelden ln
het lokaal Pnlél, Middelste Gracht.
a. Opening door den voorzitter. b. Notulen.
c. Ingekomen stukken, —d. Verkiezing van
bostuursloden wegens period, aftreding van
ds heeren v. d. Hagt, Buiakool en KlootsJr.
e. Verslag van de werkzaamheden door den
secretaris. Verslag van den staat der ka#
door den penningmeester. g. Rondvraag.
Pauze tot 1 uur. o. Bidstond onder lei
ding van Ds. H. v. d. Hagt uit Rotterdam.
b. MededeeliDgen van den Evangelist der Prov.
Commissie, den heer Hack, aangaande *yn
arbeid op Voorne en Putten. o. Referaat van
Ds. G. H. Wagenaar uit Leeuwarden. d.
Sluiting.
Do naraiddagvergaderlng Is voor iedereen
tosh&nkeiyk.
Gedurende het 8de kwartaal 1902 hebben
zich ter dienstneming by de Kweekschool
voor Zeevaart alhier aangemeld 184 Jongens,
waarvan 111 lichamelUk ongeschikt bevonden
werden om by de Kouinkiyke Nederl&ndsche
Marine te dienen en de overigen, zyndo 78
jongens, een verbintenis by Hr. Ms. zeemacht
hebben aangegaan.
Als bestuurslid van den Houtrakpolder
(vacature wyien den heer P. Zillesen alhier)
ls gokozen de heer G. Kruseman, te Hout-
ryk en Polanen.
Aan het postkantoor Noordwyk en de,
daaronder ressorteerende, hulpkantoren werd
gedurende het 3de kwartaal 1902, Ingelegd
24518.37', en terugbetaald ƒ9295.17. Het
laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje
draagt bot nummer 1037.
Op de tiende lyst van de 24ste Jaarcollecte
voor de Scholen met den By bel komen o. m
voor Leimuidon met Bilderdam mot f 35.34.
Totaal van 250 locale comités ƒ81,250 36.
De commissie voor de verzoekschriften
aan de Tweede Kamor Lb Da intrede van het
nieuwe zittingsjaar samengesteld uit de heeren
De Waal Malefyt, Van Styrum, Fock, Van
Nispen tot Sevenaer en Van Veen.
Men meldt dat ln verschillende afdeellngen
der Tweede Kamt.: t>y het onderzoek der
Indische begrooting het optredon van den
minister van koloniön, den heer Idenburg,
met ingenomenheid is begroet.
In enkelo section 1# reeds het onderzoek
van de eersto Hoofdstukken der staatsbo-
grooting aangevangen, de ovorigo hebben de
overweging der koloniale begrooting voortgezet.
De minister van kolontön heeft deze
week achtereenvolgens de verschillende af-
deelingen van zyn departement bezocht, ten
einde kennis te maken met de ambtenaren,
daarby werkzaam.
De minister van oorlog, lult.-generaal
Bergansiu8, vertrekt heden mot drie weken
verlof uit Den Haag.
H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins
der Nederlanden zullen zi h vermoedelijk in
het laatst van October of in het begin van
November naar Mecklenburg begevon.
Op 1 Augustus reeds zyn de Gezond
heids- en Wonlngwetton officieel ln werking
getreden; thans, twee maanden later, zyn,
enkele groote gemeenten uitgezonderd, de
plaatseiyko gezondheldscommissién nog niet
samengesteld en hebben de commissarissen
der Koningin van den gezondheidsraad nog
niet de voordrachten ontvangen, waaruit zy
de leden moeten benoemen. Wanneer men
nagaat, dat ook deze keuze onmogeiyk met
grooten spood kan van stapel gaan en daarna
nog een honderdtal secretarissen voor deze
commlsslén moeten worden benoemd, zsl het
nieuwe jaar waarschyniyk Diet ver meer zyn,
eer alles voor het ln werking treden dier
wetten ln orde le.
Toch li de weinige voortgang, die gemaakt
wordt, licht te begrypen, wanneer men de
groote moeiiykheden nagaat, die verbonden
zyn aan het vinden van geschikt personeol
voor al deze commlsslén. De wot geeft aan
burgemeester en wethouders het recht perso
nen aan te wyzen; de minister heeft reeds
laten weten hoe op vele plaatsen van deze
bevoegdheid tegen de bedoeling gebruik ge
maakt ls door eenvoudig don burgemeester
en den secretaris of den geneesheer op te
geven. In byna alle gevallen zullen de eersten,
evenals wethouders en zelfs leden van den
gemeenteraad, minder geschikt zyn, omdat
door de Woningwet vooral do taak dezer
commission dikwyis zal indrulschen tegen
hetgeen vele gemeentebesturen boschouwen
als hun naastllggenden plicht, en ook uitslui
tend of zelfs voor hot grootste deel genees-
heeren zitting te doen nemen in deze com-
misslén is van den beginne af minder raad
zaam geacht.
By doze gebrekkige of slecht begrepen
voorlichting der plaatsoiyke overheden komt
nog, dat waarachUniyk slechts enkele leden
van den gezondheidsraad uit eigen ervaring
de eigenaardige toestanden der bevolking ten
plattelande kunnen beoordeelen en dat do
nieuwe inspecteurs, de aangowozen personen
om de meest goscblkte leden ln de onder
scheidens kleine plaatsen en dorpen aan te
geven, allen nog byna zonder uitzondering
vreemd zyn in de provlnciön, die hun als
dienstkrlng zyn aangewezen. NR. 0.)
By het onderzoek der Amsterdamscbe
gemeente begrooting voor 1903 gingen in
meerdere afdeellngen stemmen op om de
universiteit af te schaffen, uit eon oogpunt
van bezuiniging.
Daartegenover wezen vorschlllende Raads
leden op de Indirecte voordeelen der Universi
teit. Ofschoon ook zU het botreurden, dat
Amsterdam eenmaal zich de luxe van eene
Universiteit in hot levon to roepen veroor
loofde, meenden zy, dat de Amsterdammers
nu niet anders kunnen doen dan haar houden
on zoo goed mogeiyk onderhouden.
BU den heer J. M. Biedóe, to Rotter
dam, ls verschenen „Herinneringen," mee
gedeeld door Fidslio.
Deze „Herinneringen" zyn nlot nieuw. Reeds
in onderschelden Jaargangen van de „Stommen
voor Waarheid en Vrede" werden z(J opge
nomen. Op verlangen van veel lezers werden
zy byeengevoegd on andermaal uitgegeven.
Zy worden den lezer aangebodon met den
wensch, dat zy hem goed tullen doen. Gaarne
wil Fidelio, wanneer de noodzakeiykhold daar
toe biykt, meerdere laten volgon.
Deze schetsen zyn elf ln getal
Er worden ln dezo schetsen veel dingen
gezegd, die by bet lezen doen donken aan
„gouden appelen op zilveren schalen"; er
worden namen genoemd van mannen, die
velen hebben gekend en liefgehader worden
toestanden in het gemoenteleven geteekend,
die menigeen heeft doorleefd, en voortdurend
doen denken aan het woord van een hoog
leeraar: „Gy gaat nu naar een nieuwe leor-
school", waar ook geleerd wordt „de kwaden
te verdragen." Dit alles levert voorstudenten
ln de godgeleerdheid en ook voor JoDge predi
kanten een niet alleen aangename, maar ook
heilzame lectuur.
Men meldt uit Utrecht, dd. 2 Oct.Gisteren
was het 40 jaren geleden, dat de heer 0>
Hartwigsen, hoo,id der Ned. Herv. Diaconie-
school No. 2 (op hot Jacoblkerkhof) zyn ambt
aanvaardde. Hoo zUn arbeid, die zeer velen ten
zegen was, gewaardeerd werd, bleek uit alles,
wat aangewend werd om hem en zyn echt
genoot© dezen dag tot een waren feestdag te
maken. Sierlyke planten en prachtige bloemon,
naast tal van kostbare geschenken, waren do
tolken van veler sympathie In de stad en
daarbuiten. Uit de gelukwenschen, door zoo
menige deputatie den jubilaris toegesproken,
bleek ondubbelzinnig, dat hy ln do kringen
der Christelijke onderwyzere hoog staat aan
geschreven niet alleen, maar dat ook de school-
aotoritelten zyn gewichtigen arbeid, op zoe
menig terrein, weten te waardeeren. Moge het
hem gegeven zyn, nog vele jaron met oven-
veel Uver, toewyding en opgewektheid, als tot
nu toe, zyn goxegendon arbeid voort to zotton I
De plechtige Installatie van de nieuwe
leden van 't Utreclitsch Studentenkorps zal op
Woensdagavond 15 dezer ln 't Gebouw van
Kunsten en Wetenschappen to Utrecht plaats
hebben. Na afloop wordt een fakkeltocht naar
de studentensociëteit aan het Jansherkhof
gehouden. Donderdag 16 dezer wordt do kleine
en Vrydag 17 dezer do groots ryparty dor
nieuwe l»den gehouden.
,,Do Tijd" geeft het navolgend pro
gramma van den Neordaollandschcn katho
liekendag te Alkmaar op Donderdag 10 Oot.
Do heer W. O. J. Passtoors, lid van do
Tweede Kamor, leidt in het onderworp: ,,Do
noodzakelijkheid van het sociale vorecni-
gingsloven, zoowel voor de land- als voor do
industrie-arbcidcra.
Als conclusie wordt gesteld: ,,Do katholie
kendag in Noord-Holland, de noodzakelijk
heid erkennende van het nut van kath. so-
oialo vereenigingcn, spreekt do wenschelijk-
heid uit, dat, zoowel onder land- als onder
industrie-arbeiders, verecnigingen worden
opgericht, gebaseerd op katholieken grond
slag, lo. ter bovordcring van het godsdien
stig leven2o. ter bevordoring van de maat
schappelijke belangen3o. om con dam op te
worpen tegen het sooialisme."
De heer L. J. J. -logeraats leidt in, in
aansluiting met do uoven vcrmolde conclu
sie, hot onderwerp: „Jongelingsvcreonigin-
gen."
Daarbij wordt als conclusie gesteld: „Waar
eon mannenvoreonigii.g noodig is, daar dient
reeds de jongeling voor hot vereenigingslo-
von te worden opgeleid, en moet dus een jon-
gclingsverconiging worden opgericht. Die'
jongcldngsvcrceniging moet aan hot hoofd
hebben een priester, door de bevoegdo ker-
kolijko overheid daartoe a&ngcwczoa.
.,Lid van do vorecniging moeten worden
jongelingen, die de school verlaten hebben.
Zij blijven lid, totdat zij tot do mnnnonver-
eeniging kunnen ovorgoan.
,,'t Is wenschelijk, de leden naar hun leef
tijd te verdeclcn."
Te Haarlem is de heer J. W. Florijn,
de oandidaat dor antirovolutionnairon voor
den Gemeenteraad, alsnog teruggekomen op
de aanneming van deze candidatuur, ten
eindo versnippering van stemmen met zijn
partijgenoot Baron Van Lijnden to voor
komen.
Dr. D. Boe, lid van do Twcodo Kamer,
is lijdende aan een ingewandsziekte. Direct
gevaar bestaat er niet. Doen zich geen com
plicaties voor, dan zal de heor Bos over en
kele weken weer aan do werkzaamheden der
Kamer kunnen deelnemen.
Graaf Alex.
'Juffrouw Doortjo liet zich werkelijk over
halen. Weken lang had zij het huis niet ver
laten, Ellingshof was haar bijna vreemd ge-
fworden. Eerst bracht Lassow haar naar den
paardenstal. Dit was zijn trots; want wat
paarden betrof, was hij geheel op de hoogte.
(Een paar maal sloeg zij do handen in elkaar.
>,Wat hebt gij Liet de dieren gedaan? Ik ken
20 haast niet meer 1 En de stal is zoo zinde
lijk vroeger was het voor mij bijna onmoge
lijk er te komen."
Nu gingen zij op smalle voetpaden langs
golvende korenvelden. Do zon scheen helder,
Van tijd tot tijd vloog een leeuwerik vroolijk
kweelend op. Juffrouw Doortjo liep zwij
gend naast Lassow voort; zij plukte koren
bloemen, en toen Lassow eens dreigend den
.vinger ophief en haar lachend waarschuwde
rijn koren niet te vertrappen, zag zij met
{stralende oogen tot hem op en zeide: „Zóó
jfcrouw waakt gij over onze bezittingen en wie
weet, of wij or u ooit genoegzaam voor zul
len kunnen danken."
Het veld liep eenigszins op; daar, waar
Lhet bosch begon, stond een bank, en hiorop
gingen zij zitten. Aan hun voeten strekten
zich velden en weiden uit; in de schaduw
jder oude linden lagen de gebouwen en El
lingshof, en ver aan den horizon vertoonde
.rich een donkere streep, de zee, Doortjo
'Ellingsen nam haar hoed af en liet haar
banden vol bloemen in haar schoot rusten.
^Gjj leeft al heel eenzaam," zeide Lassow na
een kort stilzwijgen, „zoolang ik op Ellings
hof ben, is er behalve do oude dokter, geloof
ik, nog niemand geweest."
„Neen, maar dat is altijd zoo geweest, zoo
lang ik mij herinneren kan."
„Zijt gij dan op den Ellingshof opge
groeid?"
„Ja." Een vluchtige blos bedekte even
haar gelaat.
„Mijn man was vroeger mijn oom, hij heeft
mij bij zich genomen, toen ik aJs klein kind
mijn ouders verloor."
„En toen hebt gij hem later gehuwd?"
,,Ja, hij wilde het volstrekt hebben."
Lassow kon zijn lachen niet bedwingen.
„Hij kon eerder uw grootvader zijn. En
hebt gij er dadelijk in toegestemd?"
„Niet dadelijk; hij was zooveel ouder dan
ik. Ik had mij mijn man altijd jong en
krachtig voorgesteld, en ook altijd gedacht,
hoe heerlijk het moest zijn samen te loven
met een jongen man, die lange wandelingen
met mij zou maken, in een open rijtuig zou
rijden, en niet altijd klagen over tocht en
dergelijke dingen. Maar ik kende niemand,
er kwamen toen noj geen volontairs op El
lingshof, en andere jonge lieden kreeg ik
niet te zien. En mijn oom zeide, dat, als ik
hem niet trouwde, ik weg moest gaan van
Ellingshof. En daar ik niemand op de we
reld heb, naar wien ik had kunnen gaan,
heb ik hem gehuwd."
Lassow zag haar aangedaan en vol mede
lijden aan. „En hoe leeft gij dan nu met
hém?"
„Evenals Vroeger, meer vrijheid heb ik
niet gekregen; hij volgt mij op den voet; ik
mag eigenlijk het huis niet uit zonder dat
hij het weet.*" Zij had tot nu toe met een
treurige stem gesprokennu keek zij plot
seling op, en zeide: „Soms loop ik wel eens
heimelijk weg. Dan kan ik het niet langer
uithouden; dan moet ik boomen zien, of de
zee hooren ruischen. Ik doe ook niets ver
keerds; ik ga maar aan het strand zitten,
of ik ga onder een boom liggen. Dan breng
ik een schat van bloemen mee naar huis, en
laat hem stilletjes knorren."
„Mijn hemel, wat een wanhopig levon 1"
riep Lassow ontzet uit. „Hoo kon hij er op
staan u te huwen, daar hij toch wist, dat
gij hem niet liofhadt!"
„Hij heeft mij ook niet lief," antwoordde
rij kalm, „maar hij vreesde, dat ik een
ander zou huwen, en dan was er niemand
om hem op te passen. Vandaag ben ik ook
heimelijk weggoloopen; hij sliep juist, en als
hij belt, kan Marie zien, wat hij noodig
heeft."
„En nu moot gij het straks ontgolden?"
„Natuurlijk, maar als hij het mij al te
bont maakt, ga ik de kamer uit; hij kan mij
toch niet naloopen, nu hij in bed ligt."
Lassow lachtte onwillekeurig om den dro
gen toon, waarop zij dit zeide. „Van nu af
zal ik u nog eens meer vragen mij te bege
leiden, juffrouw Ellingsen. Daar de heer
des huizes verhinderd is zelf het opzicht
over zijn goederen te voeren, moet zijn
vrouw dat in zijn plaats doen".
Zij stonden nu op en gingen langzaam
door de weiden naar huis. „Drie uren vrij
heid," zeide Doortje vroolijk lachend, daar
voor kan men wel een boetpredikatie van
eon half uur aanhooren." Zij wilde nu naar
de slaapkamer van haar man gaan, maar
Lassow hield haar tegen. „Wacht nog wat,
juffrouw Ellingsen; ik moet uw man eens
spreken."
Zij sag hem verschrikt aanMijnheer Las
sow, gij wilt toch niet..."
„Zaken, juffrouw Ellingsen, niete dan za
ken, maar ik moet hem bepaald spreken."
Lassow ging nu voor het eerst de slaap
kamer van Ellingsen binnen. De zieke richtr
te zioh op in zijn kussens.
„Waar is mijn vrouw?" snauwde hij Las
sow too.
„In do huiskamer, geloof ik," antwoordde
deze kalm.
„Maar rij is uit geweest"
„Ja, juffrouw Ellingsen is met mij de
velden eens rond geweest Er waren een
paar dingen, waaromtrent ik bepaald op
helderingen noodig had. Gij moet bedon-
ken, dat ik hier nog tamelijk vreemd ben."
„Ieder van de knechts had dat beter kun
nen doen dan mijn vtouw; maar natuurlijk
was dat voor haar weer een heerlijke gele
genheid, om uit te gaan, en mij alleen te
laten liggen, al ben ik doodziek. Maar ik
geloof, dat het haar niets zou kunnen sche
len, al was ik in dien tijd gestorven."
„Gij zijt niet doodziek," antwoordde Las
sow mot dezelfde onverstoorbare kalmte*
„maar als gij u zoo boos maakt om een onbe-
teekenonde zaak, 6ta ik er niet voor in, dat
gij geen aanval van beroert krijgt."
„Menschl" Ellsingsen weru donkerrood
van woede; hij richtte zich op en keek om
zioh heen, of hij niete vond, dat hij zijn vo
lontair naar het hoofd ko nwerpen. „Ga
uit mijn oogen I"
In plaate van dit bevel op te volgen, haal
de Lassow een paar brieven uit rijn zak en
ging bij het bed zitten. „Ik heb hier aan
biedingen van een paar handelaars in gra
nen; wees zoo goed ze eens in te zien, en mij
uw mee-ning te zeggen." Ellingsen was op
bet oogenblik nog te veel buiten zichzelf
van ergernis om antwoord to geven. „Giste
ren kwam er een paardcnhandolaar uit Fh-
non; hij bood vijfhonderd mark voor het
veulen van de merrie Brunhilde; maar vindt
gij niet, dot wij wel zeshonderd kunnen vra
gen
Dit wekte nu toch de belangstelling van
Ellingsen, en hij beantwoordde dezo en an
dere vragen met kennis van zaken. Eindelijk t
roikto Lassow hem do hand: „Goeden nacht,
mijnheer Ellingsen; ik hoop, dat gij zoover,
hersteld zult zijn, dat gij zelf weer alles na
kunt gaan."
Do zieko bromde iets binnensmonds en
zeide toen op barschen toon: „Stuur mij
mijn vrouw 1"
Lassow was reeds bij de deur, maar hij
keerde zich om, en zeide: „Het is waar ook;
ik vergat u to zeggen, dat uw vrouw naar*
haar k mor is gegaan, omdat zij hoofdpijn f
had. Zij laat u door mij goeden nacht won-1
schen. Marie slaapt van nacht in de kamer'
hier naast voor het geval, dat gij iets noo-|
dig mocht hebben."
Iets dergelijks zou op het kasteel dor gra
ven La8Sow-Domst iets heel gewoons zijn ge-,
weest, hier op Ellingshof was hot iets ongo-|
hoordsEllingsen hijgde naar lucht, maar
nog eer hij iets zeggen kon, was Lassow do/
kamer al uit.
Doortje EllingBen en hoofdpijn I Op El
lingshof had nog nooit iemand hoofdpijn,
gehad; niemand, behalve d© heer de© huizeaj
had het recht ziek te zijn I
Wordt ér volqd.)