No. 13072 v LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 4 OCTOBER. - VIERDE BLAD. Auno 1902.
Ingezonden.
FEUILLETON.
Staatshegroofting voor 1903.
Hoofdstuk Ylll (Oorlog).
Daar het wenschclijk ia om nu en dan of
ficieren, bchoorende tot den grooten staf,
Ito doen deelnemen aan oefeningen/ is daar-
yoor als toelage 100 uitgetrokken.
Met liet oog op do sterkte van het garni
zoen en de bcteekenis van de betrekking in
do garnizoensplaatsen 's-Gravenhage en Am
sterdam, acht de minister het zeer wensche-
lijk, dat de plaatselijke commandanten al-
Idaar den rang van lonel kunnen hebben.
[Deze wijziging kan geschieden in verband
met de vermindering van het aantal plaatse
lijke adjudanten.
In verband met de wijzigingen en de rege
ling van het reservekader en van de vrijwil
lige oefeningen in den wapenhandel, is het
personeel, dat vroeger het bureel van den
hoofdou'icier van het reservekader vormde,
thans werkzaam gesteld ten bureel2 van den
inspecteur der infanterie.
Ter besparing is het beheer der artillerie
magazijnen zoodanig gewijzigd, dat drie ma
gazijnen konden worden opgeheven.
In afwachting van de beslissing, welke na
der omtrent de rijschool der bereden artille
rie zal worden genomen, is de leiding dier
Bchool voorloopig aan den onder-directeur,
een kapitein der artillerie, opgedragen al
leen dan wanneer het onvermijdelijk noodig
mocht blijken een nieuwen directeur te be
noemen, zal hiertoe o vergegaan worden.
Het meerdere bedrag voor militaire koks
Uitgetrokken, strekt om verdere uitvoering
te kunnen geven aan den maatregel om ge
leidelijk ten behoevo \an alle menages bij do
korpsen, vrijwillig dienende militairen, die
bij do Amsterdamschc Huishoudschool of bij
een andere dergclijko inrichting het getuig
schrift hebben verkregen van militairen kok,
to kunnen aanstellen tot korporaal-kok.
Het blijvend gedeelte.
De hoogere raming in verband met samen
stelling van het blijvend gedeelte wordt ver
oorzaakt; lo. door liet voornemen om bij
de beredeu korpsen do geheele lichting zes
maanden over het blijvend gedeelte onder
1 do wapenen te houden,, en 2o. door do groo-
tero sterkte uitgetrokken voor het blijvend
gedeelte bij do onbereden korpsen, zoowel
in verband met de uitbreiding van do orga
nisatie als om een behoorlijke kader-oplei
ding te verzekeren. Intusschen blijft de
grootste sterkte, die het blijvend gedeelte zal
hebben, toch nog 1000 man beneden hetgeen
yolgens art. 109 der Militiewet 1901 als
maximum is toegestaan.
Er is op gerekend dat van de lichting
van 1903 zullen worden ingelijfd 12,300 man
tot volledige cn 5200 tot korte oefening. Bo
vendien zullen in 1903, ten gevolge van de
bepaling der laatste zinsnede van art. 99
der Militiewet 1901, nog ongeveer 800 man
dor liehting van 1902 voor volledige oefening
worden ingelijfd.
Het voornemen bestaat om in 1903 bij do
bereden korpsen twee en bij de onbereden,
met uitzondering van het korps genietroepen,
drie lichtingen voor herhalingsoefeningen
in wcrkclijken dienst te doen komen.
Voor 1903 wordt geraamd voor vergoeding
ingevolge do laatste zinsnede van art. 113
Militiewet 1901 75,000. Tot 1 Juni van het
loopende jaar was aan vorgoeding toegekend
ƒ43,851.
Kleeding en uitrusting.
Voor klceding en uitrusting is voor 1903
mcor geraamd 181.641, ten einde voor het
vervolg zooveel mogelijk to kunnen voorko
men, dat het voor aanschaffen en aanmaak
van kleeding benoodigdo wegens te lage ra
ming bij suppletoirs begrooting moet wor
den verhoogd.
Do prooven met hot doen herstellen van
de lijf- en workgoederen voor Rijksrekening
hebben aangetoond, dat daarmede voor do
gewone behoefte gemoeid zou zijn een bedrag
van pl.m. f 60 000 per jaar. De aanvanke
lijke meening van do betrokken autoriteit,
dat door toepassing van don hierbedoelden
maatregel op do verstrekking van niouwo
goederen een besparing zou kunnen worden
verkregen van pl.m. 30,000 's jaars, werd
door de ondervinding niet bevestigd. Den
minister komt een jaarlijksche geldelijke uit
gaaf voor dat doel niet alleen niet voldoende
gewettigd voor, doch hij acht het noodzake
lijk, dat de soldaat zooveel mogelijk zorg
drage voor het onderhoud van zijn kleeding
en in staat zij, zelf zijn onderkleeding in
bruikbaren toestand te houden. Daar het
intusschen niet te loochenen is, dat aan de
uitvoering van sommige herstellingen door
de militairen bezwaren van technischen aard
kunnen verbonden zijn, is ten einde aan do
troepencommandanten gelegenheid te geven
zoodanige herstellingen door deskundigen te
doen verrichten, aanvankelijk bij wijze van
proef aan die commandanten do beschikking
gegeven over een vast jaarlijksoh bedrag,
waartoe voor 1903 wordt aangevraagd
/15,000.
Bevordertng Schictvaardigheid.
f 1000 is op deze begrooting uitgetrokken
tot goedmaking van de kosten van het ver-
lecnen van den bij Koninklijk besluit inge-
stelden eereprijs in zilver, verguld-zilver en
goud, ten einde den onder de bevolking toe-
nemenden zin tot vrijwillige beoefening van
het schieten met handvuurwapenen aan te
moedigen. De bedoeling is om do gelegen
heid to openen in de schietvaardigheid, die
aanspraak kan geven op den eereprijs, te
doen blijken op gemeentelijke, provinciale
cn nationale wedstrijden.
Een subsidie van f 100 is uitgetrokken
voor den Nederlandschen Officiers-Scherm-
bond.
Varia.
Do uitgaven vereischt voor het voorbe
reidend militair onderricht en voor de oefe
ning met het reservekader buiten het leger
worden geraamd op 130,967.
Er is gerekend op drie paardenartsen der
lste klasse meer en op drie paardenartsen
der 3do klasse minder in verband met hot
bepaalde daaromtrent in de Bevorderings-
wet voor de landmacht 1902.
Bij 's Rijks magazijn van geneesmiddelen
is de noodzakelijkheid gebleken tot uitbrei
ding van het personeel.
Er is gerekend op een bedrag van 5000
meer, ten einde twee burgerartsen meer dan
in vorige jaren tot officier van gezondheid
te kunnen benoemen.
Aangezien bij de invoering der Bevorde-
ringswet voor de landmacht 1902 de positie
der paardenartsen belangrijk verbeterd is,
zijn hun traktementen nader geregeld.
Voor don paardenarts der 2de klasse bij
aanstelling /1500, na 6 jaar dienst /1700;
voor die der lsto kl. bij aanstelling /2100,
na 15 jaar 2300, na 20 jaar 2500, na 25
jaar f 2700, na 30 jaar 2900.
Voor den dirigcerenden paardenarts met
rang van majoor /3200; met rang van luit.-
kol. f 3600.
Tegen het vorplegen van vrouwen en kin
doren van militairen in militaire zieken-in-
richtingcn bestaan uit den aard der zaak
bezwaren. Toch kan 't geval zich voordoen,
dat opneming van bedoelde personen in zie-
koninrichtingen noodzakelijk is. Het is daar
om wcnschelijk geacht dat die opneming met
machtiging van den minister kan plaatsheb
ben.
Voor do viering van het 75-jarig bestaan
der Kon.Mil. Academie wordt als tegemoet
koming in de kosten 4000 uitgetrokken.
Het ligt in de bedoeling, de leerlingen van
den Hoofdcursus op dezelfde wijze van leer
boeken enz. to voorzi a als bij de Kon. Mil.
Academie cn bij de Cadettenschool geschiedt.
Met afwijking van den tot nu too gevolgden
regel is in deze begrooting weggelaten de
opgave van vuurmonden, projectielen, af
fuiten, voertuigen, buskruit en ander mate
rieel ten behoove van de bewapenirg en uit
rusting der korpsen cn verdedigingswerken
voorhanden. Het publiek maken van derge
lijk» opgaven wordt niet in 's lands belang
geacht.
Hof van Arbitrage.
In do ochtendzitting van het schoidsgo-
rcoht in het goschil tusschcn Amerika en
Mexico heeft rar. Dolacroix, advocaat van
Mexico, uitvoerig gereplioeerd.
Do scheidsrechter in 1876 kon z. i. onmo
gelijk hebben uitgemaakt-, dat de bisschop
pen een eeuwigdurend, vóór 1848 reeds be
staand recht op de gevorderde interessen
hadden, omdat Mexico in 1848 door het ver
drag van Guadeloupe volkomen waa gede
chargeerd tegenover Amerika. Pleiter ont
kende, dat het internationaal privaatrecht
de toepasselijkheid van het Mexicaanscho
recht zou uitsluiten. Integendeel, volgens
internationaal privaatrecht geldt de wet
van het land waar de goederen gelogen zijn.
Dat do Mexioaonaoho wetgeving wille
keurig zou zijn, is ten process© geenszins
beweerd.
De vijfjarige verjaring nu van achterstal
lige interessen is ten deze toepasselijk, daar
Amerika van 18751891 niet heeft gerecla
meerd boon Mexico nfet betaalde. Volgens
pleiter was het recht der kerk geenszins be
wezen; het eigendomsrecht van den Staat
stond in dezen vast. Het ging voorts niet
aan om 6 pCts te vragen ook over de vor
deringen ten laste vazf den Mexicaanschon
Staat, die een deel van het fonds uitmaak
ten, daar de<ze te niet waren gegaan toen
Mexico het fonds nationaliseerde en boven
dien slechts do onroerende goederen van 't
fonds inkomsten opbrachten.
Niet de bisschoppen van Amerika, maar
dio van Mexico zijn te beschouwon als do
„opvolgers" van den bisschop van Call-
fornië, voor wien Mexico in 1842 de be
doelde rente toekende. In 1848 bestonden
trouwens nog geen Amorikaansche bisschop
pen met rechtspersoonlijkheid in Califor-
nië, maar werd de gemeenschap der geloo-
vigen vertegenwoordigd door het Ameri-
kaansoh gouvernement, dat gelijk reeds
gezegd door het verdrag van Guadeloupe
Mexico volledig dechargeerde.
Onbillijk, en in strijd mot don regel, dat
allo staten recht hebben, hun schulden te be.
talen in de nationale munt, ware het,
Mexioo te verplichten in goud te betalen
in plaats van in zilver.
Aan hot einde van zijn pleidooi gekomen,
dankte mr. Delaroix hot scheidsgerecht
voor do welwillendheid, waarmede het de
pleidooien had aangehoord en zijn tegen
standers voor de aangenamo en correcte
verstandhouding die er tusschon hen on do
pleiters voor Mexico heeft bestaan geduren
de dit proces.
In do des middags gehoudon zitting van
het scheidsgereoht repliceerde mr. Bcer-
nacrt, do advocaat van Mexico, dio hoofd
zakelijk de vraag behandelde, in hoeverro
do beslissing van liet vroegere scheidsge
recht in 1875 in deze zaak kracht van ge
wijsde heeft. Hij wees er op, dat de vroe
gere oppcrsoheidsrechtor Thornton ten on
rechte heeft beslist, dat do Kerk in Cali-
forniö Amerikaansch was geworden door
dat zij bij de afscheiding van Californië in
18-18 niet voor Mexico heeft geopteerd, en
dat die Kerk rechtspersoonlijkheid zou
hebben bezeten vóór de Staat in 1854 haar
die verleend had. Opnieuw zette pienter
uiteen, hoe tengevolge het verdrag van
Guadeloupe in 1848, door de eischers slechts
vorderingen konden worden ingesteld, wel
ker ontstaan dateerde van ni dien datum,
zoodat dan ook de opperarbiter heeft be
slist, dat de vordering uitsluitend op in
teresten betrekking had, en dus geen be
slissing nam of kon nemen omtrent eonig
eeuwigdurend recht, ontstaan vóór 1848,
daar dit zou hebben gelijkgestaan met er
kenning, dat de eischers rechten hadden op
hot kapitaal van het fonds, waaromtrent
echter hot verdrag Mexico volledig had ge
dechargeerd. Waar dus uitsluitend werd
rechtgesproken ter zake van do niet-beta-
ling van een bepaald aantal termijnen, kon
deze beslissing alleen kracht van gewijsde
vorkrijgon ten aanzien van dio bepaalde
veroordeeling en geenszins een beslissing
geven voor de toekomst. Het gewijsdo kan
slechts op het verleden betrokking hebben.
Na deze repliek verklaarde de voorzit
ter van het scheidsgerecht, de opperarbiter
prof Matzon, de zitting gesloten. Het
scheidsgereoht zal beraadslagen en het von
nis zal worden openbaargemaakt in een
zitting, waartoe do agenten en do raads
lieden van beide partijen behoorlijk zullen
worden opgeroepen.
De datum van do uitspraak is niet be
paald.
De TeyIer-zaak.
De Haarlcmsche correspondent van de
,,N. 0." ontving nog de volgende mededeo-
lingen van den heer W. R. J. Overmeer,
amanuensis ter gemeentebibliotheek te Haar
lem, dio een bijzondere studie van de Tcyler-
zaak maakt.
Mr. R. Meijer Wiersma te Groningen, dio
in 1895 en 1896 de Tevlcrznak in handen had
voor belanghebbenden, deelt mede dat door
Pictor Teyler van der Hulst bij codicil aan
de erfgenamen van moedorszijde 100,000
vermaakt werd. naar men zegt, onder bepa
ling, dat dit geld eerst na 100 jaren verdeeld
mocht worden.
Dat laatste stuk heeft mr. Wiersma toen
echter niot kunnen vinden.
Wel wordt in het testament van 17 Moi
1756 f 100,000 toegekend aan de erfgenamen
van moederszijde, doch van bewaren gedu
rende 100 jaren spreekt dat testament niet
Den 17den Juni 1770 is echter die making
door Pieter Teyler van der Hulst ingetrok
ken, hetgeen blijkt uit don inventaris op
gemaakt door den notaris J. H. Froichen
te Haarlem op 9 April 1778 en de volgende
dagendaarin staat dat de making van dio
100,000 (in het afschrift van het testament
dat bij zijn dood in zijn boedel gevonden
werd), is herroepen, in deze woorden: ,,do
making vernietigd cn ingetrokken den 17den
Juni 1776."
Opmerkelijk is het dat dit codicil en de in
trokking van donzelfden datum zijn. Wan
neer derhalve hot codicil echt is, dan komt
er naar de meening van den heer Overmeer
een nieuw licht in deze zaak. Want dan zou
do bedoelde intrekking in onmiddellijk ver
band staan met do op dienzelfUcn dag ge
maakte bepaling, waarin gesproken wordt
van ,.het bewaren gedurende 100 jaar". En
juist op deze laatste bepaling, die altijd zoek
8 geweest, gronden de arfgenamen hun recht
op de erfenis.
Volgons den heer Overmeer is dit stuk dan
ook een van do belangrijkste documenten in
deze zaak.
RECLAMES,
a 40 Cents per regel.
Dal had ik nooit gedacht.
In bot schoon gelegen dorpjo Rossum, In
de provincie Gelderland, niet ver van Zalt-
Bommel, woont mejuffrouw de Wed. Brants,
die aan onzen verslaggever op zyn rondreis
door Nederland eenige inlichtingen heeft ge
geven ter bevestiging van een tot ons gericht
schrijven. De brief zelf wa3 door haar dochter
geschreven en luidde als volgt:
„Myn moeder, zestig jaar oud, was reeds
gerulmen tyd lydonde aan een algemeene
verzwakking on zenuwziekte, alle lust tot bet
geringste huiswerk was haar ontnomen, zy
kon niot meer alleen opstaan, waa geheel eu
al gekromd en had een tegenzin ln allea. De
spijsvertering was zeer onregelmatig; maag
krampen deden zich voor; zU was kortademig,
had veel last van duizelighedon en de weinige
slaap werd nog door akelige droomen afgo
broken. Ook klaagde zU steeds ovor koude
handen en voeten. Wat lk ook aanwendde,
om mUn geliefde moeder maar eonige ver
lichting te bezorgen, bleef vruchteloos, totdat
lk olndeiyk op aanbovollng eonlgo doozon
Pink-Pillen van Dr. Williams liet komen, en
na een kort gebruik or van is zy zóó vol
komen genezen, dat wy er bepaald verstomd
van staan.
„Natuurlijk," zoo ging zU tot onsen ver
slaggever voort, „konden wU op zoo'n ge
vorderden leeftijd geen nieuwe jeugd meer
verwachten, maar wy zyn den uitvinder van
dat reddingsmiddel ten hoogste dankbaar en
wy zullen het een leder ten zeerste aan
bevelen."
De maagziekten veroorzaken veelvuldig
bloedarmoede, omdat, als dit orgaan slecht
werkt, de spyzen niet in het bloed wor-
don opgenomen, het bloed put zich uit en
.de uittering brengt vreeseiyko verwoestingen
ln het lichaamsgestel te weeg en dienten
gevolge ook de Algemeene zwakte, waaraan
juffrouw Brants lydende was. Do Pink-Pillen
hebben ton doel het bloed te verrykon, het
te versterken en do algemeene worklngen ln
hot lichaam te regelen.
Haar werkiDg is onovertreffeiyk ln al de
gevallen van bloedarmoede, bleokzucht of
algemeene zwakte. Zy doen byna steeds de
rheumatlek aanvallen vordwynen en geven aan
de uitgeputte personen een nieuwe levens
kracht terug.
Wy kunnen er echter niot genoeg op aan-
1
dringen, dat men wel aclit govo do echte
Pink-pilleu van Dr. Williams te bekomen,
want geiyk alle goedo producten wordonook,
do PinkplÜér, reeds op esn grove manier
nagemaakt, zelfs zoodanig, dat zy uiteriyk
den ecbyn hebben van de ochto te zyn, doch
de heilzamo en genezende bestanddeelen be-'
zitten zo in geenen deels. Koopt ze slechts1
by de depothouders, die ondor de attesten
xlln aangegeven, of zoo gy maar eenigen
twyfel mocht hebben, laat ze rochtstroeks'
van den Hoofddepothouder komen, den Heer
SnabllW.
Prys f 1.75 de doos; f 9.- per G doozon.'
Verkrijgbaar by J. H. I. Snabii.u?, Steiger 27,
Rotterdam, hoofddepotlioudor voor Nodorland,
en in de apotheken.
Franco toozonding togen postwissel.
Ook echt verkrygbaar voor Leidon 011 Om-
stroken by Reyst Krak, Drogisten, Bees
tenmarkt Wyk 5 No. 41, on J. H. Dijkhuis,
Drogist, Hoogstraat No. 5. 0437 76
Geachte Heer Redacteur!
In hot „Leldsuh Dagblad" van 1.1. Donder
dag komt onder het „Gemongd Nieuws" een
bericht voor betreffende de staking van een
23-tal poisouen aan de Leidsche Katoenmaat-
schappy. Dat bericht maakt don Indruk, een
■cheeve voorstelling te willen geven van de
houding dor stakers, die inmiddels weder aan
den arbeid zyn gegaan.
Laat ik boginnen U to zoggon, dat wy, die
als Bestuurdeis der drlo vorooniglngon hior
ter atodo by die werkstaking botrokkon waren,
met allen lof kunnen sproken over het ult-
stekond gsJrag der stakers tydens hun strike.
Wy zijn onmiddellijk 11a hot lozon van dat
boricht op onderzook uitgetogen. En wat
bleek toen Dat vier dor stakers een
gewezen kameraad ontmoetten, die als stoker
by de Kon. Nod. Marino eenige jaren wog
was geweost en mot welvoorziene beurs
terugkeerde. Op dat weerzien volgde een
rondje, wat de lui in stemming biacbt en
Jan-Maat, die zoo lang gevaron had, wilde nu
wel eens oen toertje rUden. Een rUtutg werd
bestold on dio vier vrienden-stakers mooston
meoproflteoreu.
Zie hier, M. de R., oone andore lozing, voor
wolker juistheid ik insta.
Ik hoop dat andero bladen, die Uw eerste
bericht overnamen, ook dit zullen overnemon
ter wille van de waarheid en om don smet
weg te nemen, dio door het onjuiste bericht
don 6takors werd aangewreven.
C. H. Kouw.
Lkidkn, 3 Oct. '02.
Haarlemmermeer. Ondanks yvorige na-
sporlngoo dor politie, is het ha.nog niet
mogen gelukken een of meer dor daders van
de verschillende onlangs ln deze gemeente
gopleegde diefstallen en inbraken, op te sporen
en wellicht Is niet ten onreohto hot vermoeden
gerezen, dat men te doen heeft met een
dievenbende, die hier en ln de omliggende
stroken rondzwalkt on van Inbreken on stolen
een beroep scbynt to makon.
Omtrent den onlangs by de V. gopleegden
diefstal had mon eerst gedacht het spoor der
daders gevonden te hebben, daar kort na de
inbraak in don omtrek der woning 8 vor-
dachte personen werden aangetroffen, dooh
men schyot zich hierin vergist te hebben.
Door Mej. J. A. Bassdt is eervol ootslag
aangevraagd als onderwyzeres aan de O. L.
School No. 4 te Hoofddorp, wegens haar be
noeming als zoodanig te Voorschoten.
Te Hoofddorp zal in 't a. s. voorjaar
een aanvang worden gomaakt met den bouw
van fortificatiën. De plannen zyn reods vast
gesteld en men 1b reods begonnen mot het
doen der opmetingen.
In den nacht van Woensdag op Donder
dag werd ten nadeel* van den vlsschor B. te
Vyfhuizen uit een voor diens woning aan
wezige vischbun, niet minder dan 100 pond
paling gestolen. Men vermoedt dat deze diefstal
is gepleegd door personen, die 'e nachts met
eon schuitje er op uitgaan om te stroopon.
Mon heeft nog geen spoor der daders kunnen
ontdekken.
Naar wy vernomon, werden door nog
onbekende daders, by gelegenheid van don
brand by G. v. K. aan de Nieuwe Meer, land
bouwgereedschappen ontvreemd.
>-
Q-raaf _A_lex.
80)
„Zeker, mijn jongen, zeg mij alles."
Hij ging op oen laag stoeltje bij baar zitten
en begon alles to vertellen. Hij verzweeg haar
niets van hetgeen er tusschen hem en Elviro
en ook niets van hetgeen tusschen hem en Ir
ma was voorgevallen. Nora viel hem met
geen enkol woord in dc redo; een paar maal
balden haar handen zich onwillekeurig tot
vuisten* on oons streek zij haar lichtzinnigen
neef zacht over hot donkaro haar.
„Lex Lassow, gij zijt een lieve jongen,
maar toch ook geheel een jongen," zeide zij,
toen hij ophield met spreken. „Dat wordt nu
door de lieele wereld „de dolle graaf" ge
noemd cn laat zich tot tweemaal toe vangen
in de strikken van een valsche, coquette
vrouw 1"
Hij ging niet in op haar vrijmoedig schert
senden toon. Hij zag haar aan en zeide: „Zeg
zelf, ben ik het nog waard do hand naar El
vire uit te strekken Do toon van zijn stem
klonk kalm. maar uit zijn oogen sprak een
brandende, smeekende vraag.
Nora Krocker zag een oogenblik recht voor
:zich uit; haar gelaat werd hoe langer hoe
j ernstiger. „Neen," zeide zij toen, „nu zijt
I gij nog niet waard haar te bezitten. Word
eerst een man, Lex Lassow, op wien men kan
bouwen als op een rots."
„En denkt gij, dat ik dan nog... „Hij
drukte haar hand krampachtig in de zijne,
i „Jo zonde is niet zoo groot, dat een lief-
/hebbend hart je die zou kunnen vergeven.
Want de liefde vergeeft veel I Maar je bent
nog niet vast cn sterk genoeg, om een vrouw
tot ateun te zijn voor haar geheele leven,
vooral niet, als deze vrouw nog bijna een
kind is, zooals Elviro. Tracht daarom een
vaster karakter te krijgen, een karakter,
waaraan Elvi werkelijk steun vinden kan,
en als uw beider liefde dan nog oven groot
is, dan geloof ik niet. Lex, dat jouw geluk
nog iets in den weg staat. Maar vóór dien
tijd kan geen vader jo met een gerust gewe
ten het lot van zijn kind toevertrouwen, dab
ziet ge zelf wel in."
Lex Lassow boog het hoofd over Nora'3
hand. „Nog nooit heb ik je iets bekend, No-
ra, of je hebt mij rust en troost gegeven.
Hoe ik je voor dit uur dank, daar kan ik
gecm woorden voor vinden. Vaarwel, Nora,
lieve Nora; o, als ik jou niet had I" Hij sloeg
de armen om haar heen en kuste haar. „Ik
zal er naar streven, zóó te worden, dat ge te
vreden over mij zijt. Vaarwel 1"
Lex Lassow kon nu eenmaal niet doen,
zooals andere menschen; Nora Krocker was
dat al lang van hem gewend; maar wat er
nu gebeurde, overtrof toch haar verwachtin
gen. Luitenant graaf Lassow diende een ver
zoek om ontslag in, en te gelijk daarmee ver
zocht hij om onmiddellijk verlof voor langen
tijd, en toen de overste om hem zond, daar
hij deze zaak nog eens wilde bespreken, was
Rij afgereisd. Niemand wist waarheen. Het
grootste deel van zijn goed had hij meegeno
men, het verdere, in een kist verpakt, aan
zijn ouders gezonden. Wat hij op zijn kamers
had achtergelaten, verdeelden zijn oppasser
en hospita onder elkarvder.
Op zijn schrijftafel lag een brief, aan No-
ra ge-ad res8e«rd.
>JLIk begin nu een geheel nieuw; leven, want
ik voel, dat ik niet kan worden, wat ge van
mij verlangt, als ik niet breek met het ver
leden. Als graaf en cavalerie-officicr ging
de boel niet goed, dan zullen wij nu eens van
dat alles afstappen en alleen mensoh zijn. Of
do weg, dien ik insla, de ware is, weet ik
niet, dat moet de toekomst leeren. Gij ziet
mij eerst woder, wanneer ik tot een of an
der resultaat ben gekomen, hoe dan ook. Tot
zoolang blijf ik verdwenen, voor allen, die
mij kennen.
Nora, zoo Elvi werkelijk nog iets voor me
voelt, zeg haar dan, maar neen, wat ik haar
zou willen zeggen ,kan ik niet onder woorden
brengen. Maar ge zult wel de juiste uitdruk
king treffen, en alles in het beste licht stel
len.
Wees er van overtuigd, dat ik u geen van
beiden, noch u, noch Elvi, ooit een enkelen
dag in mijn leven zal vergeten.
Lex Lassow."
Van Lassow's ouders was ook niets andere
te yernemenintegendeel, het plotselinge
verdwijnen van hun zoon was hun nog on
verklaarbaarder dan do familie Krocker.
In het regiment heerschte natuurlijk de
grootste opgewondenheid. De vrienden onder
zijn kameraden wachtten den eersten tijd nog
op een brief, maar tevergeefs. Het voorval
was niemand heel duidelijk. Wel bracht men
jiet in verband met Elvire Krocker, maar
het j uiste. daar kwam toch niemand achter.
Elvire Krockor herstelde na verloop van
tijd, maar haar linkerarm bleef ©enigszins
stijf, en de uitdrukking van haar gelaat was
geheel anders geworden.
„Zij heeft een trek om haar mond," be
weerden eenige dames, „waardoor rij wel
tien jaar ouder lijkte
Het huis te Messclm stond weer leeg; het
heette, dat de baron mot zijn vrouw voor
langen tijd op reis waren gegaan, cn dan
een der andere goederen zouden betrokken.
XXIII.
fc/Is het waar, juffrouw, dat do nieuwe vo
lontair een Duitscher is?"
„Ja, ik goloof, dat hij uit Holstcin komt."
„En als hij nu eens geen Dcensch kent?"
,,0, dat zal hij zeker wel; anders zou hij
toch niet hier komen, om den landbouw to
leeron. Maar laat de gordijnen nog wat zak
ken, Marie, en zorg er voor, dat de bedsprei
recht ligt."
Het kleine, maar handige dienstmeisjo
antwoordde toestemmend, en juffrouw El-
lingsen, de jonge huisvrouw op Ellinghof,
vorliet de kamer, waar de nieuwe volontair
zijn intrek zou nemen, om weer naar beneden
te gaan. In den grond was zij even nieuws
gierig naar den nieuwen huiegenoot, als Ma
rie en het overige personeel. Als men zoo
eenzaam leeft, als de bewoners van Elling
hof, is het niet onverschillig mot wien men
deze eenzaamheid gedurende maanden, of
misschien jaren zal deelcn.
Van den nieuwen volontair, die vandaag
komen zou. wist men te Ellinghof zoo goed
als niets. Do onderhandelingen waren door
een agent uit Kopenhagen gevoord; men
wist niet eens, hoe „do jonge Duitscher van
goede familie" heette. Nu, men zou het wel
zienmisschien kreeg men dezen keer wel
eens iets bijzonders.
Tegen zes uur in den namiddag kwam het
wagentje terug, dat den vreemde van het
station had afgehaald, en verborgen achter
de gordijnen van haar huiskamer, zag juf
frouw Doortje Ellingscn een zoor slonk
heer van den bok springen. Do zwarte oogen
in het fijne, door do zon verbrande gelaat
hadden een bijna sombere uitdrukking, en
het gebaar, waarmee hij den toegeloopon
knecht beduidde zijn koffers in huis te dra
gen, had iets bevelends. Zijn voorgangers
waren gewoonlijk met koffers, reistasch cn
mantel beladen in huis gekomen, maar deze
scheen er niet aan to denken, ook maar iets
van zijn goed zelf op te nemen.
Do heer Ellingsen kwam nu uit zijn kamer
en begrootte den nieuw aangekomene. Hij
was een groot, magor man van over dc zes
tig jaar, mot een wantrouwende, verdrie
tige uitdrukking op het perk amen tachti go
gelaat. Hot gesprok, dat de twee heeren in
de kamer van Ellingson voerden, was ta
melijk lang; veel te lang voor de nieuwsgie
righeid van juffrouw Doortje. Eindelijk
zeido de heer Ellingsen: „Nu, zooals gij
wilt; staat u dat „graaf" in den weg, dan
eenvoudig: mijnheer Lassow. Als gij wat
van het werk afweet, kondet gij mijnentwege
een prins zijn, mij hindert het niets."
,.Ik zie ook niet om u van mijn titel af."
werd met een zeker samentrekken der
wenkbrauwen cn een nauw merkbare, trot-
sche beweging van het hoofd gezegd; maar
nog eer de heer Ellingsen het antwoord,
dat hem op do tong lag, kon uitspreken,
ging Lassow voort: „Wees zoo goed mij nu
mijn kamer te laten wijzen; na dë reis zou ik
den uiterlijken mcnsch graag wat ver-
frisschcn."
(Wordt vervolgd.)