Gemengd Nieuws. ring is verkregen, zijn definitief tot leden van liet Hoofdbestuur benoemd de heeren: W. H. van Oordt, voorzitter; A. 0. Steen hoven, secretaris; W. Groit, penningmees ter, en J. van Steijn. Voorts werden uit de 'erkende leden als bestuurders gekozen de eeren Gijsb. de Wit en J. van der Zwart Az. Het aantal werkende leden bedraagt thans 14. Als kapelmeester fungeert de heer Hup- kens, van Leiden. Koudekerk. Voor do betrekking van ge meente-veldwachter alhier hebben zich ruim vijftig sollicitanten aangemeld. Door een der erfgenamen van een vroe ger bewoner van den Hoogen Rijndijk (to Leiden overleden) is aan den penningmees ter van het Algemeen Armbestuur alhier ter hand gesteld een bedrag van 50, door den overledene bestemd om verpleegden in het wees- en armhuis een vroolijkcn dag te be reiden. Voorschoten. Dc ambachtsteekensckool alhier, beleeft moeilijke tijden. Kon in vroe ger jaren deze zoo nuttige instelling op ruime bijdragen van particulieren rekenen, een vermogend ingezetene heeft den steun, dien hij vroeger aan deze instelling gaf, in getrokken, zoodat thans een belangrijk defi cit dreigt en dat niettegenstaande de ge meente haar subsidie, dat vroeger altijd 100 bedroeg, reeds heeft gebracht op 150, zoodat van die zijde op meerderen steun wel niet gerekend mag worden. In een dezer dagen gehouden vergadering van do. r.fdee ling van het ÏTut is deze zaak ter sprake gekomen en besloten, dat men zich om steun zal wenden tot het Hoofdbestuur, de Provin cie cn zoo noodig het Rijk. In dezo zelfde vergadering werd door den heer J. M, O. Paap een uitvoerig on zeer belangwekkend verslag uitgebracht over do door hem bijgewoonde vergadering van het Nut in Amsterdam en werden dc spreek beurten voor den a. 8. winter vastgesteld. Met het oog op de financiën werden deze bepaald op 4, tenvijl mr. Van Drooge zich bereid verklaarde een gratis spreekbeurt te vervullen, hetwelk zeer werd toegejuicht. Verder zullen lezen do heeren D. de Clcrcq, de heer Beekman, mcj. Wessels on zal er een kinderavond gegeven worden door den heer Van Rinsbergcn, goochelaar. De vergadering werd door een dertiental leden bijgewoond. Zootcrwoudc. Bij de gisteren gehouden verkiezing voor een lid van den Gemeen teraad werd slechts 1 candidatenlijst inge diend, ten name van M. Ph. Kompier, zoo dat dezo heer benoemd is verklaard tot lid van den Raad dezer gemeente. Het aandeel dezer gemeente in de kwade posten der grondbelasting, dienst J899, bedraagt 10.53 en in do personeele belasting over hetzelfde dienstjaar 14,70, totaal 25.23. Uit de „Staatscourant.." Koninklijke besluiten. Benoemd tot adspirant-ingenieur bij den Rijks-water- stoat F. L. Seklingemann en J. J. Canter C reine rs. Op verzoek eervol ontslagen dc directeur van het postkantoor te Arnhem N. J. A. C. Swolleng rebel en dr. W. A. Versluys, leeraar aan de Bijles Hoogere Burgerschool te Hee renveen. Mejuffrouw M. M. E. C. Tijdeman, laat stelijk directrice, tevens leerares aan de H. B. Sihool met driejarigen cursus voor meisjes te Batavia, thans met verlof hier te lande, is op haar verzoek, met ingang van 1 October, eervol uit 's lands dienst ontsla gen, met toekenning van pensioen. Pensioen verleend aan A. J. Vliegenthart, wed. P. graaf Van Hogendorp, bctaalmces- tor, /600; H. van Doesburg, wed. J. Klui ver, brievengaarder, 75; M. A. Masman, wed. mr. dr. J. B. Kan, rector van het Erasmiaansch gymnasium te Rotterdam, ƒ600; E Arends, wed. H. ter Beek, brie venbesteller, ƒ338; S. A. Hoskorn, wed. C. van den Nieuwenhuizcn, rijksklerk ten kan tore van do hypotheken en het kadastev te Dordrecht, /400; M. J. van Dalen, wed. I. C. Marijs, schippersknecht op een Rijks- vaartuig, 235; L. M. Rijkens, wed. P. R. Bos, leeraar aan do Rijks H. B. School te Groningen, 720J. A. Molhuysen, laatste lijk directeur der registratie en domeinen, 3000. Met 1 November a.s. de kapiteins ter zee J. Bollaan cn H. P. Netscher en de kapitein- luitonant ter zee O. H. Kuyck eervol ont hoven van het bevel over Hr. Ms. pantser- echip „Evertsen" en monitors „Cerberus" en ,,Roinier Clacszcn", cn dat bevel alsdan opgedragen respectievelijk aan den kapitein ter zee J. P. van Rossuin en de kapitein- luitenants ter zco J. C. Cramer en P. H. Brocx. Dc kapitein P. J. H. A. Janssen, plaatsc- lijko adjudant te Amsterdam, op zijn aau- vrage, met ingang van 6 November 1902 op pensioen gesteld en het bedrag van het pen sioen gesteld op ƒ1560 's jaars; do kapi tein C. Hoekwater, van het 3de regiment vesting artillerie, met ingang van 1 October 1902 op pensioen gestold en bet bedrag van het pensioen betaald op ƒ1141 's jaars. Aan Harcr Majesteits adjudant in buiten- gewonen dienst. den generaal-majoor der infanterie jhr. H. Laraan Trip, lid van het Hoog Militair Gerechtshof: lo. met ingang van 1 October 1902 op zijn aanvrage een eervol ontslag uit die betrekking verleend, en in verband daarmede op pensioen gesteld en hot bedrag van' het pensioen bepaald op ƒ2700 's jaars; 2o. Ilarer Majesteits dank betuigd voor do veeljarige en belangrijke diensten, door hem aan den lande bewezen. Do met verlof in Europa aanweziY mili taire. apotheker 1ste klasse van het leger in Ncdorl.-Indië H. van Os, op verzoek, 'met ingang van 1 October eervol uit den mil. dienst ontslagen met toekenning van pensioen. VeSÊB-EForBds. Het bestuur van het Koninklijk Neder- .landsch Aardrijkskundig Genootschap deelt ons mede. dat tor bijeenbrenging van een ka pitaal van minstens 100,000 ten behoeve van I het „Yeth Fondstot op hedc-n toezeggingen 1 zijn ingekomen tot een totaal bedrag van J 0^277. De zaak van Haarlsmschen Frans. Zelden is te Haarlem een rechtzaak met zooveel spanning te gemoet gezien als dio, welke gisteren voor de arrond.-rechtbank diende, namelijk dio, waarin Franciscus Hendricus Rosier, bij zijn kornuiten bekend onder den naam van „Haarlemsche Frans", is betrokken. Ontzettend groot was het aantal van hen, die tegenwoordig w nschtcn te zijn bij de terechtstelling; door den president der rechtbank waren ongewoon verschijnsel als gold het een verschrikkelijkheid tot een beperkt aantal toegangskaarten uitgereikt voor dc gereserveerde plaatsen in de recht zaal, als ware het een comcdie-voorstelling, weinig in overeenstemming met het plechtige en treurige aan een strafzitting verbonden, terwijl men op straat zich verdrong om bij dc opening der zitting een plaatsje op de publieke tribune te veroveren. Afdoende maatregelen tegen verstoring der orde wa ren genomen. Reeds om 8 uren gisterochtend stonden er personen voor den ingang der publieke tri bune van do rechtbank; lang vóór 10 uren was de geheelc zaal bezet met een gezelschap uit alle standen van de maatschappij, waar onder tal van dames. Te kwart over tienen kwam de rechtbank binnen, samengesteld uit dc liceren rurs. W. A. 't Hooft, president; Losecaat Vermeer en von Reeken, rechters; Van Doesburgh de Vries, subs.-officier van justitie, en Sloter- dijk, subs.-griffier. Verdediger was„mr. Van Geer. Franciscus Hendricus Rosier, oud28 jaar. geboren te Utrecht, werd door vier veldwach ters binnengeleid. Bijna alle advocaten in ambtsgewaad woon den de zitting bij. Na het doen der gebruikelijke vragen om trent naam, woonplaats en leeftijd en be roep van den beklaagde, dio deze op zwak ken, doch niet ondui del ijken toon beant woordde, werden hem dc handboeien losge maakt, op belofte van zich kalm to gedra gen. Rosier zag bleek, veel blecker dan bij zijn terechtstelling voor het kantongerecht; zijn rossige baard was kort geknipt. Hij was ge kleed in groenbruine broek, zwartmauwe jas en een wollen overhemd cn had rood flu- weelon pantoffels aan dc voeten. Hjj luisterde met alle aandacht naar de voorlezing van het tegen hem opgemaakt proces-verbaal, dc akte van aanhouding, enz. Hij had zich to verantwoorden ter zake van afpersing van mcj. de weduwe Van Dregt-, naar destijds omstandig werd mede gedeeld. Hcfc eerst werd als getuige gehoord mcj. Van Dregt, die verhaalde hoe Rosier den 7dcn October haar bezocht, haar mededeelde advocaat te Amsterdam te zijn en met haar te kornen spreken over een overleden familie lid. Bij haar boven toegelaten deed hij on derzoek naar haar overleden man, infor meerde naar zijn bezittingen. Eenigo oogen- blikken later ging hij heen cn beloofde den volgenden dag terug te komen. Hij kwam cn was dadelijk naar boven ge gaan zijn gedi-ag was van dien aard, dat zij bevreesd werd alleen te zijn, toch noodig- de zij hem uit te gaan zitten. Tot haar ver rassing verklaarde hij geen advocaat te zijn, maar een oplichter, die geld van haar wilde hebben, onder dreiging met een revolver en een dolkmes. Hij dwong haar de gordijnen neer te laten. Hij volgde haar terwijl zij ach teruit moest loopen, steeds do wapens op haar lichaam gericht, zoodat geen vuist er tusschen kon. Vooraf had hij haar laten zien, dat dc re volver geladen was, het. wapen daartoe vlak onder haar oogen houdend. Zo liet hem haar gouden horlogo zien, waarop hij vroeg: ,,Is dat een gedachtenis?" ,,Jn," was bet antwoord, „van mijn vader." „Dan mag je het houden." Toen nam zij uit een kast^ waarvoor ze het kleed moest lichten, zilvergeld, uit een brandkast 2 bankbiljetten van ƒ40, tc zamen 137.50. Voor hij het geld opstreek stak hij do wa pens bij zich en zeide, dat hij den vorigen dag reeds met dat doel gekomen was, doch toen zijn voornemen had laten varen omdat hij bemerkt had, dat er iemand bij haar was. Het papieren geld stak hij in deneeneo, het zilveren in een anderen zak en verliet haar onder bedreiging haar te zullen vinden, als zij de politie waarschuwde. Een rijksdaalder gaf hij terug. Dc juffrouw verklaarde, dat hij den eer sten dag. Maandags, bij haar was gekomen, gekleed in dof zwart pak met demi-saison. gele handschoenen; den volgenden dag had zij op zijn kleeren weinig gelet, alleen opge merkt dat hij gele schoenen droeg. Pres. „Herkent gc den beklaagde?" Got. „Ja." Pres. „Kunt gc u niet vergissen?" Get. (op beslisten toon.) „Neen De heer Losecaat Vermeer, een der rech ters, vroeg: „Hoe merkte hij dat er men- schen bij u waren?" Get „Hij hoorde dat ik zeide, wacht maar oven." Rechter. „Wist hij dat uw zoon niet thuis was." Get. ,,Ik vertelde hem, dat hij naar school was." Rechter. „Hééft hij gedreigd uw zoontje leed tc doen?" Get. „Dat kan ik mij niet herinneren, daarvan heeft hij niets gezegd." Pres. tot Rosier: ..Hebt gij de verkla ring gehoord?" Beklaagde „Ja." Pres. „Hebt ge iets aan to merken?" Beklaagde: „Ik bon niet bij de juffrouw geweest cn het pak dat ik dien tijd droeg, was hetzelfde als ik thans aanheb. Op do hoogte van haar omstandigheden was ik niet, want in 9 jaren ben ik niet te Haarlem ge weest." Get. blijft, bij haar verklaring, dat hij de zelfde persoon is. Hij had toen kortgeknipt haar, korte snor; hij is nu vervallen, doch zag cr toen goed uit." Bekl. zegt, dat hij er toen juist verbazend slecht uit zag. omdat hij pas uit dc gevange nis kwam. Waarom heeft de juffrouw niet gesproken van een rossig persoon, wafc het geval moest zijn geweest als ik dc dader was? Get. verklaart dat de man dezelfde is, met korte snor; hij is thans veel veranderd en heeft meer baard. Rechter tot do getuige: ..Nadat hij u be roofd had, heeft hij een rijksdaalder terug gegeven. Kort na zijn vertrek lcwarn juf frouw Bonfrère boven. Hodt ge haar verteld den vorigen dag bezoek te hebben gehad, een bezoek, dat ge niet vertrouwdet Get. „Ja." Advocaat Van Geer: Getuige heeft ver klaard bij den commissaris van politic, dat beklaagde was gekleed in een zwart pak cn thans trekt zij d verklaring in." Get. „Dat heb ik ook niet verklaard, Dins dags heb ik meer gelet op het wezen van den persoon dan op zijn kleerenden eersten dag maakte hij zijn jas los om mij papieren te laten zien. Advocaat Zc verklaarde ook gezien te heb ben des Maandags een man met een cape op ccn rijwiel, dio haar strak aanzag, wat is daarvan aan? Get. Ja, zoo iemand kwarn ik tegen, doch ik weet daarvan geen verklaring te geven. Rechter. Heb je je jongen van de school gehaald Get. Ja, ofschoon ik niet kon denken, dat iemand om een handvol geld mijn kt»& iets vrcesclijks zou doen. Get. verklaarde verder dat beklaagde den tweeden dag van zijn bezoek woest cn onge durig was. Rosier herhaalt, dat hij de persoon niet is geweest. Hij kon niet op do hoogte zijn van do omstandigheden der juffreuw. Juffrouw Van Dregt blijft volhouden dat Rosier de man is, doch toen zag hij er beter uit dan nu Neen, zegt Rosier, toen zag ik er juist ver bazend slecht uit. En dan, do juffrouw spreekt van een bruin persoon en ik ben rossig. D eofficier verklaart dit hieruit, dat be klaagde zijn baard heeft laten staan. Gehoord wordt daarop mej. Bonfrère, naast wie mej Van Dregt woont. Zij ver klaarde op 7 October des middags tusschen 2 en 3 uren een man te hebben gezien, die kort bleef en vertrok in dc richting van de Houtstraat. Den volgenden dag zag zij den- zelfden persoon en zeide tegen haar doch tor: „O Goddaar heb je dien advocaat van gis teren I" Juffrouw Van Dregt woonde nog pas 10 a 11 dagen naast haar, in een woning van haar, waarin de schilder bezig was. 's Maandags had zij aan juffr. Bonfrère ge vraagd, den schilder den volgenden dag niet te sturen, omdat ze dan bezoek zou krijgen. En daarop deed zij haar het verhaal van het bezoek. Omstreeks 10 uren kwam de man, ongeveer een uur later ging hij heen; wel vierinaal keek hij om voor hij den hoek om was, zij herkende hem nu beslist. Dat kwam haar verdacht voor, zc ging ook op aanraden harer dochter naar bui ten. riep door de opening der brievenbus, hoorde gekerm, waarop dc buitendeur werd opengetrokken en zij naar boven ging, waar zij juffrouw Van Dre.gt geheel ontdaan aan trof. In den beginne kon deze niet sprekenzij zag dc brandkast geopend en vermoedde toen alles. Na veel moeite vertelde juffrouw Van Dregt wat cr gebeurd was, doch aan de po litic durfde zij niets zeggen. Dc dochter van juffrouw Bonfrère ging daarop heen en kwam terug met een agent van politie. Rechter. Heeft ze verteld, dat beklaagde haar dreigde met haar kind Get. O ja, daarom haalden we hem alle dagen van school. Juffrouw Van Dregt werd nogmaals ge vraagd en vertelde, dat de man beloofd had het geld over een maand terug te zullen bron gen. Zo weet evenwel niet preoies hoe alles gegaan is; zo dacht waanzinnig te zullen worden. Beklaagde die langzamerhand eenige kleur heeft gekregen zegt dat &-■ juffrouw to goeder trouw aldus verklaart; hij kan bewijzen in dien tijd 125 te hebben gehad cn herhaalt het niet te zijn geweest. Ik ben het niet I roept hij luide met de handen op de bank slaande. Ik ben het nic.Laat ze mo dwingen, doch ik ben hot niet! Hem wordt een glas water gegeven om te bedaren. Advocaat wijst er op, dat de getuige niet pertinent verklaart; ze logt hier een sterker verklaring af dan voor den rechter van in structie. Get. herkent hem thans beslist. Pres, Is het dezelfde persoon, dien gc den 7den en den 8sten October hebt gezien? Get 't Is bepaald dezelfde; hij had een ronden zwarten hoed, „kaasbol", op. Deze getuige wordt gevolgd door mcj. Lin terman, die verklaart, dat op den 7den Oct. 11. bij haar kwam ccn man met do vraag waar do wed. Van Dregt woonde; hij had een cn ander met haar te bespreken. Ook deze getuige omschreef de kleedïng van dien man, overeenkomstig de beschrijving dor andere getuigen. Des middags was hij teruggekomen, en ver telde wel bij mej. Van Dregt to zij i geweest, doch dat het niet de rechte was, die was dik ker. Dezo getuige had beklaagde niet dadelijk herkend, omdat hij er toen gezonder uitzag; hij had kort haar, weinig snor en geen baard. Op do vraag van den president verklaart beklaagde dat do juffrouw zich vergist. Juffrouw Linterman keert zich naar hem toe, kijkt hem flink aan en zegt dan nog eens: Hij is hot. Pres. Hare verklaring is bezwarend. Bekl. Ik kan er niet-s aan doen. Deze juf frouw is na juffrouw Van Dregt bij den rech ter van instructie geweest; heeft zij toen met haar gesproken? Got. Neen. Bekl. Dan ben ik uitgepraat. Rechter. Heeft beklaagde niet gezegd, dat juffrouw Van Dregt in goeden doen was? Get. Ja, hij zeide. dat ze heel wat geld had. Pres. Heeft u de kleur van de jas onder de dciui-saison gezien? Get. 't Was een donkerblauw pak. Advocaat. Eerst is beklaagde geccm.ron- teerd met juffrouw Van Dregt en herkend; den volgenden dag r t deze juffrouw. Heb ben beide getuigen elkander vooraf ontmoet? Get. zeide juffrouw Van Dregt niet te heb ben gesproken vóór haar oproeping om in de gevangenis tc verschijnen. Gehoord wordt dc lieer C. M. Dekker, godsdienstleeraar to Scheveningen, die Ro sier in dc gevangenis heeft gebend. Deze deel de mede den man een bedrag van 100 ter hand te hebben gesteld van zijn zwager, na te voren voor hem te hebben gekocht een kos tuum, wat ondergoed en een parapluio. Pros. Hoe zag dat kostuupi er uit? Get. De kleur was blauw en dc snit was d zr-lfde als van het pak, dat hij nu aan heeft. Hij had toen een korten knevel, en zag er goed uit. Bekl. verklaarde op zijn verzoek van zijn zwager geld te hebben ontvangen, waarvoor kleeren zijn gekocht. Get- deelde mede, dat geen demi-sai6on was gekocht; dat de oogopslag van beklaagde al tijd iets woeste ha-d gehad, iets dat vrees in boezemde. Daaraan herkende hij Rosier dan ook bij den rechter van instructie. Dadelijk toen getuige had gehoord van de afch'eiging. was bij hem de gedachte opge komen dat het Rosier zou zijn. Ten slotte werd gehoord do agent van po litie N. H, Wenting, die zijn bevinding me dedeelde toen hij door juffrouw Bonfrère was geroepen en bij juffrouw Van Dregt kwam. Beklaagde herkende de voorwerpen, die op hem gevonden waren bij zijn aanhouding en in de zaal aanwezig waren: mes. revolver. Pres. 't Is zeer verzwarend voor je, dat je niet wilt zeggen waar je die dagen bent ge weest. Bekl. Hoe kan ik oen jaar mijn alibi be wijzen? Pres. Van je vertrek uit de gevangenis op 28 .September tot 8 October zal jc dat wel kunnen zeggen. Bekl. Veronderstel dat ik zeg waar ik 's nacht-s ben geweest, dan kunt ge nog zeg gen. dat ik over dag per spoor heb gereisd. Daarna neemt de subst.-officier van justi tie mr. De Vries van Doesburgh, het woord tot het houden van zijn requisitoir. Hij kan niet ontkennen, dat het begrijpe lijk is dat deze zaak bijzonder de aandacht heeft getrokken, om de ongunstige reputatie van den dader. Uit een juridisch oogpunt evenwel is dezo zaak vrij wel onbelangrijk, omdat ze zeer eenvoudig is. Hij besprak daarop in de eerste plaats het feit, vervol gens het bewijs, daarna den persoon van be ltin agdo en ten slotte de straftoemafce. Hij ging den loop der gebeurtenissen na, de bui tengewone brutaliteit der afpersing, ging na hoe door het zwijgen van beklaagde geduren de de instructie het licl.t werd onthouden, wat zeer in zijn nadeel is. Hij kan weten waar hij dc eerste dagen na zijn ontslag heeft doorgebracht., doch heeft niets gezegd daar door is niets kunnen worden onderzocht. Het ge tui gen bewijs is c\rcnwel tegen hem. Getuige Van Dregt maakt den indruk van grooto geloofwaardigheid. Zij heeft beklaag de herkend, na eenigo aarzeling, aan den oogopslag. Ook get. Bonfrère heeft gezien dat hij dezelfde persoon was. Door haar is reeds wettig en overtuigend bowezon ,doch ook de verklaring van mej. Linterman geeft een belangrijke aanwijzing. Bekl. wil niet zeggen waar zijn woonplaats is; deed hij dat, dan zouden zwart advoca- tonpak, gele schoenon en parapluie terecht komen. Getuige Dekker heeft bokl. gekend bij zijn vertrek, toen zag hij er werkelijk goed uit, wat overeenstemt met de overige verklarin gen. Deze persoon, met wien spreker diep me delijden heeft, die algemeen gehaat is, hij is door den volksmond aangewezen als den da der van den moord op den Raamsingel, van den diefstal van horloges in do Houtstraat, van den diefstal aan de Raamvest. Van zijn vroegste jeugd af was hij misda- diger: dat blijkt uit zijn voroordcelingcn: 22 Deo. 1888 op 14-jarigen leeftijd wegens diefstal van vee en oplichterij tot 6 maan den. op zijn 16de jaar wegens diefstal 6-maal I jaar en 6 maanden, op 18de jaar wegens diefstal 4 jaren, op 23ste jaar wegens dief stal tot- 5 jaren. Van de 28 jaren heeft hij dus II jaren in de gevangenis doorgebracht. De 30ste Juli was een heuglijke dag voor do Bloemendaalselie politic toen zij dezen man aanhield. Wegens afdreiging vroeg spreker vcroor- deeling tot een gevangenisstraf van 12 jaren. Een rilling ging door het xiubliek op het hooren van dezen cisch. Beklaagde liet zijn verdediging over aan zijn advocaat mr. Van Geer. Dezo besprak uitvoerig de dagvaarding en meende, dat verschillende gronden aanwezig waren tot nietigverklaring. Het feit heeft niet plaats gehad in de voor kamer, doch in twee vertrekken, van drei gen met een revolver of mes gewaagt de dag vaarding niet. Verder geeft do dagvaarding niet aan, dat Rosier zou maken, dat bij niet geven van geld de persoon niet levend uit de kamer zou komen; en de dagvaarding mag niet bevatten de gevolgen, dat is de taak van den rechter, doch wel feiten, en die worden niet omschreven. Beklaagde heeft hot recht te zwijgen, heeft volstrekt niet aan te toonen dat hij onschul dig is; do getuigen moeten bewijzen, dat hij schuldig zou zijn. Dc verklaring van getuige Wenting achtte ploiter van nul cn gcencr waarde; die van den heer Dekker stemt niet overeen., wat de kleeren betreft, met die der andere getui gen. De commissaris van politic, dien ploi ter noemde een kenner van dc zielen der misdadigers, zeide dat z. i. Rosier de schul dige niet kon zijn. Wat aangaat c1: getuige nis van mej. Linterman, clic achtte spreker van geen waarde, evenmin kan mej. Bon frère getuigenis afleggen over do. afdreiging, al heeft zij gezien dat d6 brandkast open stond- De hoofdgetuige heel. teruggenomen de verklaring omtrent de dreiging van haar zoondc wapens waarmede gedreigd heet te zijn, heeft men niet gevonden. Al de feiten der afpersing en de afpersing zelve worden geloofd door do verklaring van juffr. Van Dregt; Rosier heeft eenvoudig g'-zegrl ik moet 100 van je hebben, en dat is geen bedreiging. V. e hebben hier geen jury, doch een wetboek van strafrecht, dat ge volgd moet worden. Do dagvaarding kan ongeldig verklaard worden, men kan ontslag van rechtsvervol ging vragen, het bewijs is niet gegeven, daar om verzoekt pleiter Bet alleen oi '.slag vatt rechtsvervolging, maar ook onmiddellijke in vrijheidstelling. Deze werd geweigerd. Na re- en dupliek vrrog de president der rechtbank of beklaagde nog iets te zijner voiv dediging heeft in te brengen. Deze antwoord de, dat hij alle stormen over zijn hoofd heeft laten gaanhij heeft gezwegen. Hij is op 8 Oct. in Rotterdam geweest, doch dat geeft niets, 't Is onmogelijk dat te bewijzen. „Ik ben onschuldig" riep hij uit. ..Mijn portret cn dc geriichten zijn belangrijke factoren ge weest. De getuigen geven valschc verklarin gen; ik heb ze nooit gesproken, ik ken ze niet 1" Do uitspraak werd bepaald op over 8 da gen. Rosier liet- zich gewillig wegleiden. Het damespublick werd toen danig door hem op genomen. (O. II. C.) Aan het bestuur der schictver- eenigmg „Nederland en Oranje" te Alfeiï a/d. Rijn zal één goweer tot kamerschiet oefeningen M. 91 met toebehooren worden gezonden. Voor de Haagsche rechtbank stonden gisteren terecht vijf Delftechc stu denten, die een medestudent onder de kraan hadden gehouden bij een kapper aldaar.: Twee der beklaagden waren niet aanwezig. De anderen deelden mede, te hebben berust in het vonnis der Haagsche rechtbank, waarbij hun een boete van 26 was opge legd. De officier van juebitie was trouwens alleen in hoogor beroep gekomen. Zes getuigen werden gehoord. De aangerande student gaf ook thans weer het om&tandig verhaal, koe hij was ge trokken over de straat uit een sigarenwin kel, geduwd in een kapperswinkel, met ge weld op een stoel neergedrukt en vastge houden, terwijl do studenten bevalen hera te millimeteren, wat alleen niet gebeurde omdat do kapper zulks weigerde; bovendien had hij moeten dulden dat hom een lok van het haar door een der studenten werd afge knipt, terwijl een der studenten hem een revolver (ongeladen) op het hoofd zette en dreigde te zullen schieten als hij zich de be doelde bejegeningen niet liet welgevallen. Daarop was hij onder de waterkraan go- houden. Als een aardigheid had hij de zaak vol strekt niet opgevat. Daar aan de door hem ingediende klacht geen govolg werd gegeven, Had hij z.ich ge wend tot den minister van justitie. Getuige verklaarde, niet te hebben ge hoord dat do studenten hem op straat de keus hadden gegeven tusschen gemillimeterd te worden, op dc leestafel der sociëteit te worden nedcrgelegd niet zooals hij gekleed was, of in het water te worden gegooid; bor paald mishandeld was hij op straat niobf wel had men hem in den sigarenwinkel jas bijna aan stukken getrokken. De beklaagden verklaarden, kort te vores- nogal wat gedronken te hebben bij een diner ter gelegenheid van de opening van het uit gebouwde deel van de Studentensociëteit. Aanleiding tot het feit waa, dat de aange rande vroeger „lam was opgetreden" op do Studentensociëteit. Men vond hem eeö! flauwon vent. De kapper deelde méde, dat de aangeran de student niet gedwongen was den winkel binnen te gaan en op een stoel te gaan! zitten, maar was binnengeleid en zonder verzet was gaan zitten en zioh een kappers- mantel had laten omdoen. De vader van den aangeranden student,- predikant, die zijn zoon in den kapperswin kel had ontzet, verklaarde een der jongelui in zijn verontwaardiging een klap te heb ben gegeven, een ander ronduit ploert te hebben genoemd en zijn sterke afkeuring te hebben te kennen gegeven over het- on go- past gedrag van de jongelui, dio een oudr student zóó bejegenden, om zoogenaamd do eer van hel korps te wreken. Een andere student verklaarde dat op liet» bevel: ga zitten, de aangerande scudcnfc rustig was gaan zitten op den kappersstoel zonder zioh tc verzetten. Yan het begin tob het eind was cr geen quaestie van mishan deling. Men wou den aangerande, die als oud-lid van het korps nog wel eens in do sociëteit zat, doen voelen dat hot korps niets, meer met hem te maken wou hebber. Nader ondervraagd door den raadsheer mr. Yan Manen, verklaarde de student dat do aangerande op den stoel was neerge- duwd. Advocaat-generaal mr. Reitsma was van! oordeel, dat waar de aangerande verklaard heeft, lichamelijk leed te hebben ondervon den en er bij het voeren van den aan g er air- den persoon uit den sigarenwinkel ernstig geweld is gepleegd, wel degelijk die feiten heb karakter dragen van mishandeling. In de dagvaarding is ten laste gelegd, clat de aangerande persoon over de straat is ge<* gleurd; ook al mocht het sleuren niet- bowezen zijn, maar de bekl. don aangerande^ over do straat getrokken hebben, ia. toch het ten laste gelegde omtrent het .aan grijpen in den sigarenwinkel en het daar uit trekken van den aangevallene, zeer zo- ker als mishandeling op te vatten. Wat de bedreiging betreft, den oud-stu dent in het. water te zullen werpen, zulks is geenszins te bcsQiiouwcn als een eenvou dige bangmakerij, maar men he;ft door kerm tweemaal naar 'b water te sleuren cn ovep, de brugleuning tc houden, den mishandel de wel degelijk den indruk gegeven, dat het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 2