Voor Amateur-Photografen.
Wetenschap en Industrie.
Stofgoud.
Wekeljjksehe Kalender.
v
RECEPT.
ALLERLEI.
Raadsel.
oproerigheden" voorgoed den kop in te druk
ken, werden uitvoerige beschrijvingen van
deze opstandige schoenmakers naar alle voor
name plaatsen gezonden, met verzoek om
ze aan de schoenmakersbazen mede to deelen
en er bij te voegen, dat het op zware straf
veiboden was, iemand dier opgeaoemden in
't werk te nemen of hun huisvesting to ver-
leenen.
Op deze wijzo ^erd de strijd onder de
Augsburgcr schoenmakers beslecht.
(Medegedeeld door J. Janssen, Thoto-
Artikelen, Leiden.)
llot ontwikkolen.
De door de plaat tijdens de belichting ont
vangen indruk is latent; dat wil zeggen on
zichtbaar, en moet door behandeling met
een vloeistof, den ontwikkelaar, te voorschijn
geroepen worden. Deze bewerking noemt men
de ontwikkeling. De ontwikkeling kan direct
na de opname of ook leter in de donkere ka-
mor bij rood licht geschieden. Men zet hier
voor klaar 3 schalen; een voor ontwikkelen,
con voor wasschen en een voor fixeeren. Ver
der een maatglas en zoo men geen waterlei
ding in de donkere kamer heeft, één of twee
liter water. Nu kan men do roode lamp aan
steken en de ontw'kkcling beginnen. Voor
ontwikkelaar kunnen wij aanraden Edinol of
Adurol, Rodinal, enz.
Men legt dc plaat mot de gevoelige zijde
•jaar boven in de schaal en giet den ontwik-
ielaar er ineens geheel ever. Men houdt do
schaal steeds in beweging en na 10 of 20 se
ct nden begint het beeld op to komen.
Men beoordeelt af en toe de plaat in door
licht en ontwikkelt zoolang totdat de don-
Jcere partijen goed zwart zijn en alle détails
Ju do schaduw verschenen zijn.
Mon kan ook het roode licht op den glas
kant laten vallen en dan moet daar het beeld
goed zichtbaar zijn. Men hoede zich er voor t o
k o r t to ontwikkelen.
Verschijnt het beeld plotseling en met alle
détails, zoodra do ontwikkelaar er over ge
goten is, dan voegt men onmiddellijk 10 tot
15 druppels eenor oplossing, bestaande uit
10 gr. broomkali/en 100 gram water, bij en
ontwikkelt dan gewoon door. Deze bijvoe
ging vertraagt de ontwikkeling. Een norma
le ontwikkeling duurt van 5 tot 20 minuten.
Na do ontwikkeling spoelt men de plaat
goed af en brengt haar in het fixeerbad, be
staande uit 250 gr. onderzwaveligzure soda,
1 L. waterof nog betor uit een pakje fixeer-
zout op 800 gr. water. Dit bad kan zeer lang
gebruikt worden. Do plaat blijft ongeveer 10
ïomuten in het fixeerbad, in ieder geval zoo
lang tob de glaskant der plaat, welke in den
ontwikkelaar wit scheen, geheel zwart is ge
worden. Hierna wordt do plaat, nu nega
tief geheeten, gedurendo een uur in stroo-
mend water of bij gebrek aan waterleiding
in telkens ververscht water uitgespoeld.
Hiorna worden do platen op een droogrek
to drogen gezet zonder warmte aan te wen
den. Om do negatieven snel te drogen, kan
mon zo na het wasschen 10 minuten in alco
hol leggen; daarna zet men ze op den tocht
en dan zijn zij in een kwartier droog on
klaar om af to drukken.
Om de negatieven tegen beschadiging to
beschutten, kan men ze lakken door zo even
to warmen en dan met de in den handel
zijndo negatieflak to overgieten. Ook voor
deze bewerking moeten zij goed droog zijn.
Zwarte vlekken ontstaan wanneer men do
platen vóór het fixeeren met vingers aan
pakt, waaraan sporen van soda zijn.
Wanneer het negatief flauw is, d.w.z. de
lichten niet goed zwart en in de schaduw
partijen geen teekening, is de plaat bij het
opnemen te kort belicht.
Is het negatief flauw en egaal, terwijl toch
in de schaduwon alle détails aanwezig zijn,
dan is hot te lang belicht.
Een juist belichte en ontwikkelde plaat
geeft een mooi negatief met krachtige dek
king in do lichten cn goede doorteckcning
der schaduwpartijen.
Voor to korte of to lange belichting helpt
menigmaal een vorsterkingsbad, bostaando
uit 6 gr. sublimaat op 100 gr. water, waarin
het negatief wordt gebracht na grondig to
zijn uitgospoold. Hierin blijft het ongevcor
10 minuten, waarna een kwartier spoelen.
Het negatief heeft dan een witte kleur, door
den kwikneerslag, welke weder zwart wordt
in heb 2do bad, 10 gr. ammonia Liquida op
100 gr. water, daarna 10 min. spoelen en
dan op do gewone wijze drogen. Men lette cr
vooral op, dat het te versterken negatief
ge.en spoor van Bypo meer heeft, daar dit
gele vlekken veroorzaakt. De versterkings-
badon kan men in goed gesloten flcsschen
bcwaron.
(Op vragen, onder dezo rubriek vallende,
zullen inlichtingen gegeven worden, als bijv.
over toestellen, ontwikkelaars, enz. Vragoe
cn antwoorden zullen worden opgenomen).
ROOKEN.
Tn do „Hygiënischo Bladen" schrijft dr.
Vitus Bruinsma over het „rooken van
altruïstisch standpunt beschouwd", behal
ve eenige zuiver medische opmerkingen,
o. a. nog dit:
,,A1 de niet-rooken den, en dit zijn meestal
vrouwen, worden in vergaderingen en ook
in gewone gezelschappen en in huiskamers,
waar gerookt wordt, met de slachtoffers van
het rooken zelf voor een groot deel aan de
zelfde benadeeling van hun gezondheid
onderworpen. En het is merkwaardig hoe
gelaten dc vrouwen veelal dien hinder en
dat nadeel weten te verdragen. Do heer
Christiaan H. J. Baad, die onlangs in het
tijdschrift ,,De Levende Natuur" de tabak
als plant, als een plant met mooie merk
waardige bloemen, beschouwde, is ook vol
bewondering en verbazing over die liefe
lijke eigenschap. ,,0 alle gij Nederlandsche
vrouwen", roept hij uit „gij maagden
van Oudhollandschen stam, ik prijs u 1 Ik
loof u met hart en mond om uw engelach
tige zelfverloochening, welke u, terwijl uw
gemaal of uitverkorene bezig is, u onder het
genot van zijn „tweede liefde" zijn „zoo
veel om een dubbeltje" in een schoone... bok
king te veranderen, nog met den innemend-
sten glimlach kan doen zeggen: „Ik mag
zoo'n geurig sigaartje wel." Daar kan mijn
egoïstische mannenziel niet bij, en daarom
straalt uw gelaat van uit zulk een nimbus
van roeterigen tabakswalm mo tegen als
dab van een blijmoedige martelares. Uw nog
heldere, gulle lachjes, die door do deken
van dikken neveldamp, waarmee men u
liefderijk omgaf, mijn oor nog wetén te be
reiken, klinken me toe als victoriepsalmen
van hen, die zich geheel geven voor „het
genot" van anderen. Dames, ik geloof u,
al begrijp ik u niet, al is mijn ziel
te klein, om zooveel altruïstischen helden
moed te bevatten."
Wij willen den vrouwen niet aanraden
in het huisgezin een ander standpunt in te
nomenhet echtelijk geluk cn de huiselijke
vrede zijn zaken, die wij niet gaarne zouden
aantasten. Bovendien, het meeste nadeel
van het rooken wordt niet in de huiskamer
geleden, waar meestal maar spaarzaam door
een enkele gerookt wordt, maar op vergade
ringen, waar vaak dicht aaneengesloten rij
en rookers zitten te dampen.
Er is niets tegen, dat de vrouwen krachtig
optreden om aan dat rooken een eind te
maken; laten z;j gerust de voorwaarde stel
len, dat, als men ook haar aanwezigheid
waardeert, er absoluut niet gerookt zal wor
den. Dat is ook zeer in het belang der man
nen. Want hetzij dezen al dan niet tot de
rookers behooren, zij zullen gebaat zijn door
demjjeheelen avond in een rookvrij lokaal
te hebben verkeerd; en wat zij aan geeste
lijk gerot op zulk een vergadering hebben
gewonnen, zal dan niet overschaduwd wor
den door het nadeel, dat hun longen en
daardoor hun gehecle lichaam hebben on
dervonden."
Frissche lue-ht. Uit dc brochure „Eubio
tiek" (Zutfeu, K. H. Beylevelt) is het vol
gende ontleend:
Evenals bij het branden der kachel (waar
bij hout cn steenkool voornamelijk in water
damp en koolzuur worden omgezet) steeds
frissche lucht moet toegevoerd worden,
evenzoo kan ook do stofwisseling in ons
lichaam slechts dan goed plaats vinden,
wanneer wij steeds voldoende frissche lucht
inademen. Ensschc lucht verschaft ons in
dc zuurstof, die zij bevat, het bestanddeel,
waardoor de stofwisseling wordt onderhou
den. Daarom mag de ademhaling geen-mi
nuut onderbroken worden, wil do machine
(hot mcnschelijk lichaam) blijven Werken.
Zeer terecht wordt de zuurstof daarom le
venslucht genoemd.
In onze kamers is do lucht steeds min of
meer verontreinigd, omdat zij reeds döor
onzo longen en dio van anderen gegaan is.
Niemand zal gootwater drinken, maar tegen
het inademen van lucht, die reeds door de
longen van anderen ging, neemt men geen
maatregelen.
En toch is het gemakkelijk to begrijpen,
dat bij alle personen, die zich veel in slecht
geluchte vertrekken bevinden, de stofwisse
ling van streek raakt, do levenssappen slecht
worden cn een hoogo graad van bloedzwaktc
intreedt, welke ziektetoestand, hetzij jong
of oud, allen krachteloos maakt. In hun
rijen vindt do dood een zeer rijken oogst.
Frissche lucht daarentegen maakt ons ge
hard en krachtig.
Wij zien hot onderscheid duidelijk bijv.
bij een stads- cn een dorpskind, tusschen
oen tuinman en een fabrieksarbeider, cn
tusschen een boerenmeisje en een 6tads-
naaistertje. Wat moeten wij nu doen
om de vele voordooien der fris
sche lucht te gonicten? Wij moeten
i c d o r e gelegenheid om in de frissche lucht
te komen aangrijpen 1 Zeg niet: „Ik heb er
geen tijd voor." Als ge ziok zijt, moet go er
wel don tijd afnemen om betor te worden 1
Maar dam is het dikwijls al to laat en
genezing niet meer mogelijk.
Ga vooral met vrouw en kinderen in do
vrijo natuurLaat de kinderen stoeien naar
hartelust
Wek uw kinderen op tot spelen, wandelen
en zwemmen 1 Dat verruimt de borst on
houdt de longen gezond. Maak er een ge
woonte van om in do vrijo natuur goed
diop adem te halen, opdat do longen
tot aan de uiterste toppen aan-de ademha
ling deelnemen. Doet ge dit niet, dan blijven
enkele gedeelten dor longen steeds in rust
en worden daardoor zeer geschikt voor ziek
worden. Verricht uw arboid zooveel mogelijk
h\j geopende vensters. Open 'a winters her
haalde malen eenige minuten de ramen
en deuren. Door alléén de ramen te ope
nen wordt do kamerlucht niet voldoende
verfrischt. Zorg vooral, dat 's nachts het
raam v£& uw slaapkamer open staat.
Juist dan heeft het lichaam de grootste
behoefte aan frissche lucht, aan zuurstof,
die het verzamelen moet als voorraad voor
den volgendon dag. Dit is evenwel in dc be
dorven lucht "van een gesloten slaapkamer
niet mogelijk.
„Adem steeds door don neus!"
Zijn vochtige behaarde slijmhuid houdt alle
stof vast. De lucht wordt in den neus ver
warmd en komt zoo minder koud in dc lon
gen. „Gesloten mond, Houdt ge-
zo n dl"
Wat menschenhersenen wegen. —""Van de
nieuwste onderzoekingen van Marchand, te
Marburg, over het gewicht van de hersenen
bij den mensch heeft prof. Ranke, uit Mün-
chon, op het congres voor anthropologic te
Dortmund een overzicht gegeven.
Het onderzoek strekte zich uit ovc* 1234
gevallen, waarbij steeds de weekc hersen
vliezen mee werden gewogen en waarbij de
verhoudingen naar geslacht en leeftijd wer
den nagegaan en do uitkomsten werden
vergeleken met vroegere dergelijke .naspo
ringen bij Europeeërs. Als gemiddeld ge
wicht dor hersenen, waarbij vooral de be
volking van Hessen, waarin Marburg ge
legen is, het materiaal leverde, werd in den
leeftijd van 1550 jaar, dus vóór de afne
ming wegens ouderdom, voor mannen 1405
gram en voor vrouwen 1275 gram gevonden.
Bij zuigelingen stijgt het gewicht tot bet
dubbele in do eerste 9 maanden; het be
draagt vóór liet eind van het derde levens
jaar het drievoud van dat bij de geboorte;
daarna stijgt het gewicht langzamer on bij
vrouwen minder dan bij mannen. Een da
ling van het gemiddelde gewicht, wegens
verschrompeling, wordt bij mannen tus-
sohon 70 en 80, bij vrouwen tusschen 60 en
70 jaren waargenomen, doeh met talrijko
persoonlijke afwijkingen. Het grootste ge
wicht bereiken do hereenen bij mannen tus
schen 19 en 20, bij vrouwen reeds tusschen
16 on 18 jaar.
In do kinderjaren stijgt het gewicht der
hersenen naar gelang van don goheelcn groei
van het lichaam, tot een lichaamslengte van
ongeveer 70 cM. is bereikt; daarna gaat het
minder regelmatig. Verder werd bevonden,
dat bij mannen beneden dc gemiddelde lengto
(150160 centimotors) de hersenen gewoon
lijk wat minder wegen dan bij langere per
sonen; bij vrouwen eerst ben-den 145 cM.
De mindere grootte der horsenan bij do
vrouw bleek niet af^te hangen van mindere
lichaamslengte, tvaht het gemiddelde ge
wicht der hersenen bij de vrouwen is zon
der uitzondering kleiner dan dat bij man
nen van gelijke lengte. Deze uitkomst van
het onderzoek kómt niet overeen möC het
geen vroeger was gevonden, toen o. a. Bi-
6choff uit metingen van de schedel ruimte
tot de govolgtrekking kwam, dat bij de
vrouw, in verhouding tot do gehcelo
liohaamsontwikkcling, de hersenen nog iets
zwaarder zijn dan bij den man.
Prof. Marchand, die tot een andere slot
som is gekomen, zegt daarvan o. „De
geringere grootte der horsenen, bij bet vrou
welijk geslacht hangt 6amon met een andere
(fijnere) organisatie van bet lichaam der
vrouw, wat zich bij de hersenen eveneens ver
toont als bij andore organen. Zij spruit wel
licht, bij overigens gehcele gelijkheid, enkel
voort uit een grootere fijnheid dor merg-
houdende (zenuw-)vczels, wat mon echter
nog niet door den mikroskoop heeft kunnen
bewijzen."
Schapen en wolHet eohaap is zeker
het nuttigste dier voor den mensch. Er rijn
ongeveer 540 millioon schapen op de we
reld; dat is ongeveer 100 millioen meer dan
het aantal van alle overige nuttige dieren
te zamen.
Hot menschdom verteert jaarlijks 2,800,000
ton 6chapenvleesch, dat is ongoveeT hot rijf
de deel van hot gezamenlijke vleesch verbruik
tor wereld. Men zou hot echter nog buiten
dat vloe6ch kunnen stellen. Maar wat mon
niet zou kunnen ontboren, dat is de wol dor
èchapen.
Engeland alleon voert jaarlijks 158 mil
lioen kilogram wol uit, welke, verwerkt tot
vorsehillendo stoffen, een waarde vertegen
woordigen van 528,000,000.
Op de geheelo wereld worden jaarlijks bij
na 12 millioen ton schapenwol verwerkt;
dat is veel meer dan van eenig ander jfeot
klcedingstof fon gebruikt natuurproduct, met
uitzondering van katoen.
Alleon van katoen worden 13 millioen ton
vorbruikt,
Ziekte is een bezoek van den dood. Hij
gaat weer heen, omdat hij eerst nog elders
wezen moetmaar bij hot heengaan zegt hij
Ik kom zeker terug.
C. E. van Koetsveld.
't En is geen schand te vallen,
't Is schand niet op te staan.
Huygens.
Luister toe als de waarheid spreekt en
vraag niet als zij zwijgt.
G o b s n e r.
Geloof niet aan kwakzalversmiddelen In
dien gij u niet met water, lucht en beweging
kunt genezen, ga dan naar uw medicus.
H. B. J. v a n R ij n.
Zondag.
De liefde tot onze Koningin zij het zinne
beeld van de eenheid onzer partijschappen.
Maandag*
Wees een zegen.
«■-*-—
Dinsdag.
Uit de vruchten wordt de boom gekend
Woensdag.
God zet den eenzame in een huisgezin,
Donderdag.
Wie is rijk? Wie weinig begeert.
Vrijdag.
Wie is wijs? Wdo van anderen leert.
Zaterdag.
Wie is sterk? Wie zichzelven regeert.
Levenswaarde.
Er ziDgt een vogel in het woud
Zgn vrooljjk, jub'lend lied!
Daar vat oen ruwe hand hem aan,
't Is met het kleine dier gedaan 1
Eén vogel mist men nietl
Er bloeit in 't veld oen schoono bloem
Tot vreugd van wio haar ziet
Daar komt een snelle voetstap aan,
't Is met do arme bloem gedaanl
Eén bloomke mist meu nietl
Er klopt een hart, in blijde jeugd,
't Droomt zich een schoon verschiotl
Daar grjjpt de levensstrijd het aan,
Zóó, dat het plots'lmg stil bljjft staanI
Eén hart men mist het nietl
De wereld gaat haar ouden gang,
't Is leven wam- men ziet.
En wat eens was en heeft bestaan,
Het is voorbij wie denkt er aanl
Wat heen ging, mist men nietl
Géén vogel zong zijn lied vergeefs!
Géén bloeme bloeide om niet!
Het mensch'luk harte mocht vergaan,
Yoor wio het liefheeft bleef 't bestaan.
Niets is er ooit om niet!
Want niets is groot, en niets is klein.
Geen eindo in 't verschiet,
't Blijft alles in elkaar bestaan,
Hot eene vult hot nudoro aan.
Niete is er ooit om niet.
Het hooge, trotscho berg-gevnart,
Het rits'lond oeverriet,
Het starren-heir, dat volgt zijn baaD,
Het onnaspoorlgkst kleinst bestaan,
Niets is er ooit om niet,
Eén wonder is het gansch Heelal 1
De fnenscb, die denkt en ziet,
H\j kan slechts peinzend verder gaan
En blgft voor d' Onbegrensdheid staan
Der Macht, die 't Al gebiedt
Gefarceerde eieron.
Laab tien eieren koken totdat zij zeer hard
zijn. Koel zo af, ontdoe ze van de sohaal en
snijd zo in twee gelijke helften overlangs.
Haal nu voorzichtig don halven dooier uit
het wit en log de dooiers in een diepe 6ohaal.
Voeg daaraan toe boter gelijk aan de hoe
veelheid eierdooiers, wat zout, gehakte pe
terselie en eenige fijngehakte champignons,
peper en brood, de grootte van twee
eieren dat een half uur in lauwe melk
geweekt is geworden. Maak dit allea fijn on
meng dit goed. Met deze farce vult gij do
halve witten, zoo, dat de farce een paar
centimeter boven den rand^omt. Strijk dit
glad en rond af mot een mes.
Het overschot van de geprepareerde
dooiers brengt men nu eerst in een vuur
vasten schotel met een stuk boter en legt
daarin de gefarceerde eieren en zet alles
in den oven om het een aangename kleur
te geven. Men kan dezen schotel nog opwer
ken door stukjes geroosterd orood daarin te
plaatsen.
„De Hollandsche Lelio", thans onder
redactie van mej. A. do Savornin Lohman,
kwam daarmede onder een geheel nieuwe
regeering. Deze verandering blijkt hot best
uit de „correspondentie van de redactie met
do abonnóce", waarbij enkele antwoorden, die
lang niet malaoh zijn on die sommige inzen
ders, ook aan andore bladen, in den zak
kunnen stoken.
„Mevr. V., te B. U zijt zeker een nieuwe
linge op dit gebied. U zendt namelijk kopij
in, die aan beide zijden beschreven, dus on
bruikbaar is, en doet dat op een manier,
alsof u denkt, dat het voor de redactie een
bijzonder genoegen zal zijn, uw orders uit
te voeren. „Zoo spoedig mogelijk terug, bij
niet plaatsing." En „Als het bij „Do Hol
landsche Lelie" niet terecht is, dan maar
bezorgen bij de redactie van dat andere
blad." Laat mij u zeggen, Mevrouw, dat
u ziclizelve hebt te belasten mot de verdere
ronclbronging uwer kunstproducten. Lij mij
komt uw manuaoript in den papierkorf te
recht, tenzij u behoorlijk frankeering tc4«
zendt, om het aan u over te maken. Ik ben
met de eer van de lezing méér dan voldaad
Als ik die eer nog betalen moest óók, door
do terugzending te vergoeden, zou het èi
te veel van mijn goedheid gevergd rijn." j
En het volgende aan een inzendster, ddfl
wat overmoedig is over con klein succesje-
„Wie proza kan schrijven, is daarom no^
maar rriit dadelijk dichteres meteen. Da^f,
ééne gedichtje wil jt wel plaateen, maal'
ik laat de twee slotcoupletten weg; want diq
liefde heeft dddr nu niete Jbij te mak au elf
komt er erg onecht achteraan. Over het ge
heel is de liefde in uw gedichten zoo onecht
op den voorgrond gesleept. Belééf dat gevoel
maar eerst eens, of liever gezegd, verlang
er niet zoo bakvisch-achtig naar.
Zal ik ze u terugzonden, dan krijg ik wol
de benoodigde frankeering Of willen we de
papiermand er maar gelukkig mee ma
ken?"
Onderwijzer (die hot gehad heeft over het'
vervaardigen van porselein en aardewerk):
„Hebt jelui wol eens een kop en schotel ge
zien, waar letters op zijn aangebracht?"
Toestemmend gemompel in de klasse.
„Nu, Mina, wat staat'er op jouw kopje?''
Mina: „Voor uw verjaardag."
Onderwijzer: „En op dat van jou, Marie?'*
Marie: „Moeders lieveling."
Meester: „Welzoo, dat is aardig. En,
Anna, heb jij ook een eigen kop en schotel ?"-.
Anna: „Tante heeft er voor mij een van
de reis meegebracht en daar staat op: „Str"
tionsreetau ratie.
Meester: „Ei, ei I"
Tooneelspeler: „Ik hoop, dat de treanb
maar bijtijds aankomt, want ik moet van»
avond nog spelen."
Sportman: „Wat moot je spelen?"
TooneelspeJer:Hamlet 1"...
Sportman: „Hamlet!... Hamlet!... dafe-
spel ken ik niet 1"
Genadig. Rechter: „Je bent tot levens-
lango tuchthuisstraf veroordeeld."
Veroordeelde (op smeekenden toon): „Och;
heer rechter, ik bid u, wil het vonnis wat
verzachten. Ik zal mij boteren,"
Rechter: „Nu, goed; dan zullen we je een
jaar van je straf kwijtschelden.
Ondeugend. ^,Hoe oud schat u mij, prc*^
fessor
,Neem mij niet kwalijk, juffrouw, ik ban
muziekleeraar, maar geen oudheidkundige.*
Dokter (met zijn oor op de borst van <ïon
patiënt): „Er is een aanmerkelijke zwelling
te bespeuren in de nabijheid van het hart, f
maar ik vlei mij, dat ik die zal weten to
verminderen."
Patiënt (angstig): „Diio „zwelling" is mij
portefeuille, doktor. Maak ze niet al t4
dun."
Vrouw: „Man, hot bedje van onzen Jnnf
begint te kort te wordon."
Man: „Het zijn sleohte tijden, laat ons.
beginnen met zijn haar te laten knippen*
Ambtelijke taal verknoeiing. Vanwege
Oorlog is te Zaandam de levering aanbe-,
steed van „gedrukten" voor de fabriek aatf
de Hembrug.
(Bedoeld was: drukwerk.)
Ook een uiti-egging. Een buitenmeid
kreeg eens van haar mevrouw een kaartje»
voor een concert. Zij kwam nogal vroeg
thuis en haar mevrouw vroeg haar daö.
ook naar de roden.
„Ik ben heengegaan vóór het uit was",
antwoordde rij, „en zij waren bezig het gauwi)
af te maken, want toen ik weg ging, zongen'
ze met hun tweeën te gelijk."
Kies zestien woorden, elk van zeven letters, en
plaata ze onder elkaar. De beginletters dier woor-'
don, van boven naar onder gelezen, moeten te,
zamen vormen een wensch, welke b\j do viering*
van den verjaardag onzer geliefde Koningin her-(
baaldelijk weerklinken zal.
Het eerste en het tweede woord noemen een
mannennaam. 1
Het derde en het vierde woord noemen achteix
eenvolgens een gemeente in de provinciën Gr<K
ningen en Gelderland.
Het rijfde en het zesde woord gevon de namen
van een beroemd Grioksch zanger en van een
godin der Grieken en Romeinen.
Het zovende, het achtste en het negende woord
zijn de namen van een Nederlandscho provincie,
een rivier in Aziö en een Chineesche provincie.
Het tiende woord is do naam van een groot
dier.
Het elfde en het twaalfde-woord noemen een
gemeente in Noord-Holland en in Zeeland.
Het dertiende woord is de naam van een vrouwè'
die o"* nan Servië doet denken.
Het veertiende woord noemt den naam van eo*''
eigenschap van een waar Nederlander.
Het vijftiende woord noemt den naam van een
stad in Perrië.
liet zestiende woord doet denken aan een feesfr
viering op den vorigen dag of avond.
[De oplossing van dit Raadsel geven wij in het
nummer der volgende week.]
Oplossing van hot Raadsel der vorige weekt,
b. a.; Almkerk: Abconde; r. r.Belfeld; w. a.j'
IJ, Beerta: RestorenAbcoude; Ameland; Kedk'
chem; Ede; Naaldwyk; Sneek; Baardwijk; Ake*
baan. J