Voor Amateur-Photografen. Wetenschap en Industrie. Stofgoud. Wekeljjksehe Kalender. v RECEPT. ALLERLEI. Raadsel. oproerigheden" voorgoed den kop in te druk ken, werden uitvoerige beschrijvingen van deze opstandige schoenmakers naar alle voor name plaatsen gezonden, met verzoek om ze aan de schoenmakersbazen mede to deelen en er bij te voegen, dat het op zware straf veiboden was, iemand dier opgeaoemden in 't werk te nemen of hun huisvesting to ver- leenen. Op deze wijzo ^erd de strijd onder de Augsburgcr schoenmakers beslecht. (Medegedeeld door J. Janssen, Thoto- Artikelen, Leiden.) llot ontwikkolen. De door de plaat tijdens de belichting ont vangen indruk is latent; dat wil zeggen on zichtbaar, en moet door behandeling met een vloeistof, den ontwikkelaar, te voorschijn geroepen worden. Deze bewerking noemt men de ontwikkeling. De ontwikkeling kan direct na de opname of ook leter in de donkere ka- mor bij rood licht geschieden. Men zet hier voor klaar 3 schalen; een voor ontwikkelen, con voor wasschen en een voor fixeeren. Ver der een maatglas en zoo men geen waterlei ding in de donkere kamer heeft, één of twee liter water. Nu kan men do roode lamp aan steken en de ontw'kkcling beginnen. Voor ontwikkelaar kunnen wij aanraden Edinol of Adurol, Rodinal, enz. Men legt dc plaat mot de gevoelige zijde •jaar boven in de schaal en giet den ontwik- ielaar er ineens geheel ever. Men houdt do schaal steeds in beweging en na 10 of 20 se ct nden begint het beeld op to komen. Men beoordeelt af en toe de plaat in door licht en ontwikkelt zoolang totdat de don- Jcere partijen goed zwart zijn en alle détails Ju do schaduw verschenen zijn. Mon kan ook het roode licht op den glas kant laten vallen en dan moet daar het beeld goed zichtbaar zijn. Men hoede zich er voor t o k o r t to ontwikkelen. Verschijnt het beeld plotseling en met alle détails, zoodra do ontwikkelaar er over ge goten is, dan voegt men onmiddellijk 10 tot 15 druppels eenor oplossing, bestaande uit 10 gr. broomkali/en 100 gram water, bij en ontwikkelt dan gewoon door. Deze bijvoe ging vertraagt de ontwikkeling. Een norma le ontwikkeling duurt van 5 tot 20 minuten. Na do ontwikkeling spoelt men de plaat goed af en brengt haar in het fixeerbad, be staande uit 250 gr. onderzwaveligzure soda, 1 L. waterof nog betor uit een pakje fixeer- zout op 800 gr. water. Dit bad kan zeer lang gebruikt worden. Do plaat blijft ongeveer 10 ïomuten in het fixeerbad, in ieder geval zoo lang tob de glaskant der plaat, welke in den ontwikkelaar wit scheen, geheel zwart is ge worden. Hierna wordt do plaat, nu nega tief geheeten, gedurendo een uur in stroo- mend water of bij gebrek aan waterleiding in telkens ververscht water uitgespoeld. Hiorna worden do platen op een droogrek to drogen gezet zonder warmte aan te wen den. Om do negatieven snel te drogen, kan mon zo na het wasschen 10 minuten in alco hol leggen; daarna zet men ze op den tocht en dan zijn zij in een kwartier droog on klaar om af to drukken. Om de negatieven tegen beschadiging to beschutten, kan men ze lakken door zo even to warmen en dan met de in den handel zijndo negatieflak to overgieten. Ook voor deze bewerking moeten zij goed droog zijn. Zwarte vlekken ontstaan wanneer men do platen vóór het fixeeren met vingers aan pakt, waaraan sporen van soda zijn. Wanneer het negatief flauw is, d.w.z. de lichten niet goed zwart en in de schaduw partijen geen teekening, is de plaat bij het opnemen te kort belicht. Is het negatief flauw en egaal, terwijl toch in de schaduwon alle détails aanwezig zijn, dan is hot te lang belicht. Een juist belichte en ontwikkelde plaat geeft een mooi negatief met krachtige dek king in do lichten cn goede doorteckcning der schaduwpartijen. Voor to korte of to lange belichting helpt menigmaal een vorsterkingsbad, bostaando uit 6 gr. sublimaat op 100 gr. water, waarin het negatief wordt gebracht na grondig to zijn uitgospoold. Hierin blijft het ongevcor 10 minuten, waarna een kwartier spoelen. Het negatief heeft dan een witte kleur, door den kwikneerslag, welke weder zwart wordt in heb 2do bad, 10 gr. ammonia Liquida op 100 gr. water, daarna 10 min. spoelen en dan op do gewone wijze drogen. Men lette cr vooral op, dat het te versterken negatief ge.en spoor van Bypo meer heeft, daar dit gele vlekken veroorzaakt. De versterkings- badon kan men in goed gesloten flcsschen bcwaron. (Op vragen, onder dezo rubriek vallende, zullen inlichtingen gegeven worden, als bijv. over toestellen, ontwikkelaars, enz. Vragoe cn antwoorden zullen worden opgenomen). ROOKEN. Tn do „Hygiënischo Bladen" schrijft dr. Vitus Bruinsma over het „rooken van altruïstisch standpunt beschouwd", behal ve eenige zuiver medische opmerkingen, o. a. nog dit: ,,A1 de niet-rooken den, en dit zijn meestal vrouwen, worden in vergaderingen en ook in gewone gezelschappen en in huiskamers, waar gerookt wordt, met de slachtoffers van het rooken zelf voor een groot deel aan de zelfde benadeeling van hun gezondheid onderworpen. En het is merkwaardig hoe gelaten dc vrouwen veelal dien hinder en dat nadeel weten te verdragen. Do heer Christiaan H. J. Baad, die onlangs in het tijdschrift ,,De Levende Natuur" de tabak als plant, als een plant met mooie merk waardige bloemen, beschouwde, is ook vol bewondering en verbazing over die liefe lijke eigenschap. ,,0 alle gij Nederlandsche vrouwen", roept hij uit „gij maagden van Oudhollandschen stam, ik prijs u 1 Ik loof u met hart en mond om uw engelach tige zelfverloochening, welke u, terwijl uw gemaal of uitverkorene bezig is, u onder het genot van zijn „tweede liefde" zijn „zoo veel om een dubbeltje" in een schoone... bok king te veranderen, nog met den innemend- sten glimlach kan doen zeggen: „Ik mag zoo'n geurig sigaartje wel." Daar kan mijn egoïstische mannenziel niet bij, en daarom straalt uw gelaat van uit zulk een nimbus van roeterigen tabakswalm mo tegen als dab van een blijmoedige martelares. Uw nog heldere, gulle lachjes, die door do deken van dikken neveldamp, waarmee men u liefderijk omgaf, mijn oor nog wetén te be reiken, klinken me toe als victoriepsalmen van hen, die zich geheel geven voor „het genot" van anderen. Dames, ik geloof u, al begrijp ik u niet, al is mijn ziel te klein, om zooveel altruïstischen helden moed te bevatten." Wij willen den vrouwen niet aanraden in het huisgezin een ander standpunt in te nomenhet echtelijk geluk cn de huiselijke vrede zijn zaken, die wij niet gaarne zouden aantasten. Bovendien, het meeste nadeel van het rooken wordt niet in de huiskamer geleden, waar meestal maar spaarzaam door een enkele gerookt wordt, maar op vergade ringen, waar vaak dicht aaneengesloten rij en rookers zitten te dampen. Er is niets tegen, dat de vrouwen krachtig optreden om aan dat rooken een eind te maken; laten z;j gerust de voorwaarde stel len, dat, als men ook haar aanwezigheid waardeert, er absoluut niet gerookt zal wor den. Dat is ook zeer in het belang der man nen. Want hetzij dezen al dan niet tot de rookers behooren, zij zullen gebaat zijn door demjjeheelen avond in een rookvrij lokaal te hebben verkeerd; en wat zij aan geeste lijk gerot op zulk een vergadering hebben gewonnen, zal dan niet overschaduwd wor den door het nadeel, dat hun longen en daardoor hun gehecle lichaam hebben on dervonden." Frissche lue-ht. Uit dc brochure „Eubio tiek" (Zutfeu, K. H. Beylevelt) is het vol gende ontleend: Evenals bij het branden der kachel (waar bij hout cn steenkool voornamelijk in water damp en koolzuur worden omgezet) steeds frissche lucht moet toegevoerd worden, evenzoo kan ook do stofwisseling in ons lichaam slechts dan goed plaats vinden, wanneer wij steeds voldoende frissche lucht inademen. Ensschc lucht verschaft ons in dc zuurstof, die zij bevat, het bestanddeel, waardoor de stofwisseling wordt onderhou den. Daarom mag de ademhaling geen-mi nuut onderbroken worden, wil do machine (hot mcnschelijk lichaam) blijven Werken. Zeer terecht wordt de zuurstof daarom le venslucht genoemd. In onze kamers is do lucht steeds min of meer verontreinigd, omdat zij reeds döor onzo longen en dio van anderen gegaan is. Niemand zal gootwater drinken, maar tegen het inademen van lucht, die reeds door de longen van anderen ging, neemt men geen maatregelen. En toch is het gemakkelijk to begrijpen, dat bij alle personen, die zich veel in slecht geluchte vertrekken bevinden, de stofwisse ling van streek raakt, do levenssappen slecht worden cn een hoogo graad van bloedzwaktc intreedt, welke ziektetoestand, hetzij jong of oud, allen krachteloos maakt. In hun rijen vindt do dood een zeer rijken oogst. Frissche lucht daarentegen maakt ons ge hard en krachtig. Wij zien hot onderscheid duidelijk bijv. bij een stads- cn een dorpskind, tusschen oen tuinman en een fabrieksarbeider, cn tusschen een boerenmeisje en een 6tads- naaistertje. Wat moeten wij nu doen om de vele voordooien der fris sche lucht te gonicten? Wij moeten i c d o r e gelegenheid om in de frissche lucht te komen aangrijpen 1 Zeg niet: „Ik heb er geen tijd voor." Als ge ziok zijt, moet go er wel don tijd afnemen om betor te worden 1 Maar dam is het dikwijls al to laat en genezing niet meer mogelijk. Ga vooral met vrouw en kinderen in do vrijo natuurLaat de kinderen stoeien naar hartelust Wek uw kinderen op tot spelen, wandelen en zwemmen 1 Dat verruimt de borst on houdt de longen gezond. Maak er een ge woonte van om in do vrijo natuur goed diop adem te halen, opdat do longen tot aan de uiterste toppen aan-de ademha ling deelnemen. Doet ge dit niet, dan blijven enkele gedeelten dor longen steeds in rust en worden daardoor zeer geschikt voor ziek worden. Verricht uw arboid zooveel mogelijk h\j geopende vensters. Open 'a winters her haalde malen eenige minuten de ramen en deuren. Door alléén de ramen te ope nen wordt do kamerlucht niet voldoende verfrischt. Zorg vooral, dat 's nachts het raam v£& uw slaapkamer open staat. Juist dan heeft het lichaam de grootste behoefte aan frissche lucht, aan zuurstof, die het verzamelen moet als voorraad voor den volgendon dag. Dit is evenwel in dc be dorven lucht "van een gesloten slaapkamer niet mogelijk. „Adem steeds door don neus!" Zijn vochtige behaarde slijmhuid houdt alle stof vast. De lucht wordt in den neus ver warmd en komt zoo minder koud in dc lon gen. „Gesloten mond, Houdt ge- zo n dl" Wat menschenhersenen wegen. —""Van de nieuwste onderzoekingen van Marchand, te Marburg, over het gewicht van de hersenen bij den mensch heeft prof. Ranke, uit Mün- chon, op het congres voor anthropologic te Dortmund een overzicht gegeven. Het onderzoek strekte zich uit ovc* 1234 gevallen, waarbij steeds de weekc hersen vliezen mee werden gewogen en waarbij de verhoudingen naar geslacht en leeftijd wer den nagegaan en do uitkomsten werden vergeleken met vroegere dergelijke .naspo ringen bij Europeeërs. Als gemiddeld ge wicht dor hersenen, waarbij vooral de be volking van Hessen, waarin Marburg ge legen is, het materiaal leverde, werd in den leeftijd van 1550 jaar, dus vóór de afne ming wegens ouderdom, voor mannen 1405 gram en voor vrouwen 1275 gram gevonden. Bij zuigelingen stijgt het gewicht tot bet dubbele in do eerste 9 maanden; het be draagt vóór liet eind van het derde levens jaar het drievoud van dat bij de geboorte; daarna stijgt het gewicht langzamer on bij vrouwen minder dan bij mannen. Een da ling van het gemiddelde gewicht, wegens verschrompeling, wordt bij mannen tus- sohon 70 en 80, bij vrouwen tusschen 60 en 70 jaren waargenomen, doeh met talrijko persoonlijke afwijkingen. Het grootste ge wicht bereiken do hereenen bij mannen tus schen 19 en 20, bij vrouwen reeds tusschen 16 on 18 jaar. In do kinderjaren stijgt het gewicht der hersenen naar gelang van don goheelcn groei van het lichaam, tot een lichaamslengte van ongeveer 70 cM. is bereikt; daarna gaat het minder regelmatig. Verder werd bevonden, dat bij mannen beneden dc gemiddelde lengto (150160 centimotors) de hersenen gewoon lijk wat minder wegen dan bij langere per sonen; bij vrouwen eerst ben-den 145 cM. De mindere grootte der horsenan bij do vrouw bleek niet af^te hangen van mindere lichaamslengte, tvaht het gemiddelde ge wicht der hersenen bij de vrouwen is zon der uitzondering kleiner dan dat bij man nen van gelijke lengte. Deze uitkomst van het onderzoek kómt niet overeen möC het geen vroeger was gevonden, toen o. a. Bi- 6choff uit metingen van de schedel ruimte tot de govolgtrekking kwam, dat bij de vrouw, in verhouding tot do gehcelo liohaamsontwikkcling, de hersenen nog iets zwaarder zijn dan bij den man. Prof. Marchand, die tot een andere slot som is gekomen, zegt daarvan o. „De geringere grootte der horsenen, bij bet vrou welijk geslacht hangt 6amon met een andere (fijnere) organisatie van bet lichaam der vrouw, wat zich bij de hersenen eveneens ver toont als bij andore organen. Zij spruit wel licht, bij overigens gehcele gelijkheid, enkel voort uit een grootere fijnheid dor merg- houdende (zenuw-)vczels, wat mon echter nog niet door den mikroskoop heeft kunnen bewijzen." Schapen en wolHet eohaap is zeker het nuttigste dier voor den mensch. Er rijn ongeveer 540 millioon schapen op de we reld; dat is ongeveer 100 millioen meer dan het aantal van alle overige nuttige dieren te zamen. Hot menschdom verteert jaarlijks 2,800,000 ton 6chapenvleesch, dat is ongoveeT hot rijf de deel van hot gezamenlijke vleesch verbruik tor wereld. Men zou hot echter nog buiten dat vloe6ch kunnen stellen. Maar wat mon niet zou kunnen ontboren, dat is de wol dor èchapen. Engeland alleon voert jaarlijks 158 mil lioen kilogram wol uit, welke, verwerkt tot vorsehillendo stoffen, een waarde vertegen woordigen van 528,000,000. Op de geheelo wereld worden jaarlijks bij na 12 millioen ton schapenwol verwerkt; dat is veel meer dan van eenig ander jfeot klcedingstof fon gebruikt natuurproduct, met uitzondering van katoen. Alleon van katoen worden 13 millioen ton vorbruikt, Ziekte is een bezoek van den dood. Hij gaat weer heen, omdat hij eerst nog elders wezen moetmaar bij hot heengaan zegt hij Ik kom zeker terug. C. E. van Koetsveld. 't En is geen schand te vallen, 't Is schand niet op te staan. Huygens. Luister toe als de waarheid spreekt en vraag niet als zij zwijgt. G o b s n e r. Geloof niet aan kwakzalversmiddelen In dien gij u niet met water, lucht en beweging kunt genezen, ga dan naar uw medicus. H. B. J. v a n R ij n. Zondag. De liefde tot onze Koningin zij het zinne beeld van de eenheid onzer partijschappen. Maandag* Wees een zegen. «■-*-— Dinsdag. Uit de vruchten wordt de boom gekend Woensdag. God zet den eenzame in een huisgezin, Donderdag. Wie is rijk? Wie weinig begeert. Vrijdag. Wie is wijs? Wdo van anderen leert. Zaterdag. Wie is sterk? Wie zichzelven regeert. Levenswaarde. Er ziDgt een vogel in het woud Zgn vrooljjk, jub'lend lied! Daar vat oen ruwe hand hem aan, 't Is met het kleine dier gedaan 1 Eén vogel mist men nietl Er bloeit in 't veld oen schoono bloem Tot vreugd van wio haar ziet Daar komt een snelle voetstap aan, 't Is met do arme bloem gedaanl Eén bloomke mist meu nietl Er klopt een hart, in blijde jeugd, 't Droomt zich een schoon verschiotl Daar grjjpt de levensstrijd het aan, Zóó, dat het plots'lmg stil bljjft staanI Eén hart men mist het nietl De wereld gaat haar ouden gang, 't Is leven wam- men ziet. En wat eens was en heeft bestaan, Het is voorbij wie denkt er aanl Wat heen ging, mist men nietl Géén vogel zong zijn lied vergeefs! Géén bloeme bloeide om niet! Het mensch'luk harte mocht vergaan, Yoor wio het liefheeft bleef 't bestaan. Niets is er ooit om niet! Want niets is groot, en niets is klein. Geen eindo in 't verschiet, 't Blijft alles in elkaar bestaan, Hot eene vult hot nudoro aan. Niete is er ooit om niet. Het hooge, trotscho berg-gevnart, Het rits'lond oeverriet, Het starren-heir, dat volgt zijn baaD, Het onnaspoorlgkst kleinst bestaan, Niets is er ooit om niet, Eén wonder is het gansch Heelal 1 De fnenscb, die denkt en ziet, H\j kan slechts peinzend verder gaan En blgft voor d' Onbegrensdheid staan Der Macht, die 't Al gebiedt Gefarceerde eieron. Laab tien eieren koken totdat zij zeer hard zijn. Koel zo af, ontdoe ze van de sohaal en snijd zo in twee gelijke helften overlangs. Haal nu voorzichtig don halven dooier uit het wit en log de dooiers in een diepe 6ohaal. Voeg daaraan toe boter gelijk aan de hoe veelheid eierdooiers, wat zout, gehakte pe terselie en eenige fijngehakte champignons, peper en brood, de grootte van twee eieren dat een half uur in lauwe melk geweekt is geworden. Maak dit allea fijn on meng dit goed. Met deze farce vult gij do halve witten, zoo, dat de farce een paar centimeter boven den rand^omt. Strijk dit glad en rond af mot een mes. Het overschot van de geprepareerde dooiers brengt men nu eerst in een vuur vasten schotel met een stuk boter en legt daarin de gefarceerde eieren en zet alles in den oven om het een aangename kleur te geven. Men kan dezen schotel nog opwer ken door stukjes geroosterd orood daarin te plaatsen. „De Hollandsche Lelio", thans onder redactie van mej. A. do Savornin Lohman, kwam daarmede onder een geheel nieuwe regeering. Deze verandering blijkt hot best uit de „correspondentie van de redactie met do abonnóce", waarbij enkele antwoorden, die lang niet malaoh zijn on die sommige inzen ders, ook aan andore bladen, in den zak kunnen stoken. „Mevr. V., te B. U zijt zeker een nieuwe linge op dit gebied. U zendt namelijk kopij in, die aan beide zijden beschreven, dus on bruikbaar is, en doet dat op een manier, alsof u denkt, dat het voor de redactie een bijzonder genoegen zal zijn, uw orders uit te voeren. „Zoo spoedig mogelijk terug, bij niet plaatsing." En „Als het bij „Do Hol landsche Lelie" niet terecht is, dan maar bezorgen bij de redactie van dat andere blad." Laat mij u zeggen, Mevrouw, dat u ziclizelve hebt te belasten mot de verdere ronclbronging uwer kunstproducten. Lij mij komt uw manuaoript in den papierkorf te recht, tenzij u behoorlijk frankeering tc4« zendt, om het aan u over te maken. Ik ben met de eer van de lezing méér dan voldaad Als ik die eer nog betalen moest óók, door do terugzending te vergoeden, zou het èi te veel van mijn goedheid gevergd rijn." j En het volgende aan een inzendster, ddfl wat overmoedig is over con klein succesje- „Wie proza kan schrijven, is daarom no^ maar rriit dadelijk dichteres meteen. Da^f, ééne gedichtje wil jt wel plaateen, maal' ik laat de twee slotcoupletten weg; want diq liefde heeft dddr nu niete Jbij te mak au elf komt er erg onecht achteraan. Over het ge heel is de liefde in uw gedichten zoo onecht op den voorgrond gesleept. Belééf dat gevoel maar eerst eens, of liever gezegd, verlang er niet zoo bakvisch-achtig naar. Zal ik ze u terugzonden, dan krijg ik wol de benoodigde frankeering Of willen we de papiermand er maar gelukkig mee ma ken?" Onderwijzer (die hot gehad heeft over het' vervaardigen van porselein en aardewerk): „Hebt jelui wol eens een kop en schotel ge zien, waar letters op zijn aangebracht?" Toestemmend gemompel in de klasse. „Nu, Mina, wat staat'er op jouw kopje?'' Mina: „Voor uw verjaardag." Onderwijzer: „En op dat van jou, Marie?'* Marie: „Moeders lieveling." Meester: „Welzoo, dat is aardig. En, Anna, heb jij ook een eigen kop en schotel ?"-. Anna: „Tante heeft er voor mij een van de reis meegebracht en daar staat op: „Str" tionsreetau ratie. Meester: „Ei, ei I" Tooneelspeler: „Ik hoop, dat de treanb maar bijtijds aankomt, want ik moet van» avond nog spelen." Sportman: „Wat moot je spelen?" TooneelspeJer:Hamlet 1"... Sportman: „Hamlet!... Hamlet!... dafe- spel ken ik niet 1" Genadig. Rechter: „Je bent tot levens- lango tuchthuisstraf veroordeeld." Veroordeelde (op smeekenden toon): „Och; heer rechter, ik bid u, wil het vonnis wat verzachten. Ik zal mij boteren," Rechter: „Nu, goed; dan zullen we je een jaar van je straf kwijtschelden. Ondeugend. ^,Hoe oud schat u mij, prc*^ fessor ,Neem mij niet kwalijk, juffrouw, ik ban muziekleeraar, maar geen oudheidkundige.* Dokter (met zijn oor op de borst van <ïon patiënt): „Er is een aanmerkelijke zwelling te bespeuren in de nabijheid van het hart, f maar ik vlei mij, dat ik die zal weten to verminderen." Patiënt (angstig): „Diio „zwelling" is mij portefeuille, doktor. Maak ze niet al t4 dun." Vrouw: „Man, hot bedje van onzen Jnnf begint te kort te wordon." Man: „Het zijn sleohte tijden, laat ons. beginnen met zijn haar te laten knippen* Ambtelijke taal verknoeiing. Vanwege Oorlog is te Zaandam de levering aanbe-, steed van „gedrukten" voor de fabriek aatf de Hembrug. (Bedoeld was: drukwerk.) Ook een uiti-egging. Een buitenmeid kreeg eens van haar mevrouw een kaartje» voor een concert. Zij kwam nogal vroeg thuis en haar mevrouw vroeg haar daö. ook naar de roden. „Ik ben heengegaan vóór het uit was", antwoordde rij, „en zij waren bezig het gauwi) af te maken, want toen ik weg ging, zongen' ze met hun tweeën te gelijk." Kies zestien woorden, elk van zeven letters, en plaata ze onder elkaar. De beginletters dier woor-' don, van boven naar onder gelezen, moeten te, zamen vormen een wensch, welke b\j do viering* van den verjaardag onzer geliefde Koningin her-( baaldelijk weerklinken zal. Het eerste en het tweede woord noemen een mannennaam. 1 Het derde en het vierde woord noemen achteix eenvolgens een gemeente in de provinciën Gr<K ningen en Gelderland. Het rijfde en het zesde woord gevon de namen van een beroemd Grioksch zanger en van een godin der Grieken en Romeinen. Het zovende, het achtste en het negende woord zijn de namen van een Nederlandscho provincie, een rivier in Aziö en een Chineesche provincie. Het tiende woord is do naam van een groot dier. Het elfde en het twaalfde-woord noemen een gemeente in Noord-Holland en in Zeeland. Het dertiende woord is de naam van een vrouwè' die o"* nan Servië doet denken. Het veertiende woord noemt den naam van eo*'' eigenschap van een waar Nederlander. Het vijftiende woord noemt den naam van een stad in Perrië. liet zestiende woord doet denken aan een feesfr viering op den vorigen dag of avond. [De oplossing van dit Raadsel geven wij in het nummer der volgende week.] Oplossing van hot Raadsel der vorige weekt, b. a.; Almkerk: Abconde; r. r.Belfeld; w. a.j' IJ, Beerta: RestorenAbcoude; Ameland; Kedk' chem; Ede; Naaldwyk; Sneek; Baardwijk; Ake* baan. J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 10