No. 13024 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 9 AUGUSTUS. - TWEEDE BLAD. Anno 19l):J. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. t Ü9 Ingenieur. De Arnhemsche Courant meent, dat de èooggeleerdc schrijver in do Provinciale Groninger Courant zich deerlijk vergist, eoo hij gelooft, „dat op de kiesrecht- vraag de hereoniging der ver schillende elementen van de oude libe rale part ij vastzit, want het verschil van inzicht over die vraag is Ui dc oor- raak dor scheiding; die oorzaak ligt veel dieper on het kiesrechfcgekibbel is slechts een hiting van het feit der scheiding, gelijk jleze zich evenzeer openbaart door uiteen- loopende meeningen op velerlei ander ge bied, zij het ook, dat misschien het stand punt, ten aanzien van het kiesreohtvraag- Btuk ingenomen, de meest vertrouwbare toetssteen ia voor de mate van werkelijk de- tnocralischen zin. Omtrent zekere sociale hervormingen kunnen ten slotte vrijzinnig- democraten en achterlijke liberalen het eens ;worden, maar zij komen tot het gemeen schappelijk besluit langs geheel verschillen de wegen, omdat hun standpunt een geheel jander is, ja veeltijds zij lijnrecht tegenover elkaar staan. Als de eersten wettelijke bepa lingen ten gunste van de loonarbeiders hel pen tot stand brengen, omdat zij bun recht daarop erkennen, dan werken de laatsten daartoe mede schoorvoetend en sleohts tot eoover als zij meonen, dat in het algemeen belang, naar hun opvatting, de voorgestelde wijziging in dc sociale verhoudingen niet langer tegengehouden zou kunnen worden. £et is intrinsiek tot zekere hoogte hetzelfde verschil van opvatting, hetwelk men ge woonlijk waarneemt tusschen zelfs den meest vooruitstrovenden groot-indu6triecl en zijn arbeiders: wat dezen als hun rcoht lopeischen, wil de eerete hun vaak wel fcoe- I etaan, maar als een gunst, niet als bun i recht," I Op het advies van enkele organen om het kiesrecht vooreerst te laten rusten, ant woordt het Arnhem6che blad: „Alsof algemeen kiesreoht voor de voor standers doel, niet middel ware en niet bun overtuiging, dat onder een zoo gebrek kig, willekeurig on onrechtvaardig kies recht, als waarmede de wet-Vau Houten (Nederland begiftigd heeft, de sociale her vormingen onbereikbaar zijn, waaraan zoo groote behoefte bestaat, hen scheiden deed Van de „Unie"- en andere liberalen, die wel [e e i d e n dezelfde overtuiging te zijn toege daan, maar weigerden er een vinger voor [liit te steken om het struikelblok van den ■weg der sociale hervorming te verwijderen. [En nu zouden zij, .gelijk de struisvogel, den ,kop in het zand stekende om het struikel blok niet meer te zien, zich moeten trach ten wijs to maken, dat het er dus ook niet .meer is en terugkeeren in het kamp der li- jberalen van allerlei kleur en pluimageMen staat waarlijk verbaasd over zulk een na- 'iveteit der Nieuwe Rotterdamsche Courant; |eou haar dan werkelijk de beteekcniB van don kiesrecht-strijd geheel ontgaan? Men moet het wel aannemen, als men haar ver der hoort verkondigen, dat, indien bij al len, ,,die tot de liberalen gerekend kunnen gorden", do zucht naar hereeniging zoo Sterk ware, dat omtrent het kiesrecht een .öompromis gesloten kon wordon, dit dan naar haar meening „geen punt van actie ^zou) kunnen worden, geschikt om met geestdrift bij de verkiezingen tot een strijd leus te worden gemaakt, maar veeleer een Vredesverdrag (zou) moeten zijn, dat men borg in het archief, om voorloopig met ver leende krachten voor andere zaken ten strijde to trekken". ,,Dio „andere zaken" zijn nu eohter, zelfs ffmet vereende krachten", niet op bevredi gende wijze tot stand te brengen; juist deze Overtuiging was het, welke de minderheid Her „Unie"-vergadering van 26 Januari 1901 ,jfcot afscheiding noodzaakte, toen LLcek, dat 'de meerderheid in die vergadering haar ver klaring omtrent de noodzakelijkheid van de finitieve kiesrechtregeling „in het archief" [wilde opbergen. En nu diezelfde meerder heid in de jongste „Unie"-vcrgadering ccn .aanloopjo heeft genomen om haar verkla ring weder uit „het archief" to voorschijn Ibe halen, ze op te poetsen en te verfraaien, >u komt do Nieuwe Rott. Ct. aanbevelen, sa opnieuw op te bergen, en in allen ernst beweren, dat op die wijze de „aanleiding tot verdeeldheid vervallen" zou kunnen zijn. Met een oplossing te willen vinden van het kiesreohtvraagst.uk, waarmede zoowel vrijzinnig-democraten als achterlijke libe ralen zioh vereenigen, jaagt de Prov. Gr on. Ct. een ijdel droombeeld n', naar ons voor komt, maar haar stroven verdient nog prao- tisch te heeten in vergelijking met de meer dan zonderlinge illusie der A ictiwe Rott. Ct., dat met verloochening van al hetgeen sedert 1897 de scheiding onvermijdelijk heeft gemaakt, hereeniging der elementen van de oude liberale partij mogelijk zo a zijn." Over de „oorreotieven" van de Prov. Gron. Ct. oordeelt de Arnhems che Courant aldus: „Om voor „de aohterhoede der liberalen" algemeen stemrecht smakelijk te maken, geeft zij oorreotieven in overweging, „tegen de uitspattingen van een roekelooze volks vertegenwoordiging". Yoorloopig twee: schrapping van de laatste zinsnede van art. 121 G. W.„de wetten zijn onschendbaar", ten einde de rechterlijke macht de be voegdheid te verleenen bij haar uitspraken de wetten aan de Grondwet te toetsen, on opheffing van de splitsing dor groobore ge meenten in districten voor het gemeentel-jk kiesrecht. Opmerkelijk is hot, dat deze cor rectieven bestrijding en zelfs spottende cri- tiek hebben uitgelokt langs de gehcelo liniï, van de conservatieve christolijk-natiu.i.ile Nederlander tot de sociaal-demooratischo Kroniek toe, en terecht. Zeer juist zeg*, de eerste: „Dit is feitelijk de felste bestrij ding, ja de gevoeligste kaakslag, voor haar eigen voorstel tot kiosrechtuitbroiding," hoe kunt gij die wensohen, ais gij or voor het algemeen belang zooveel gevaar van ducht, dat gij tegelijkertijd meent daartegen voor zorgsmaatregelen te moeten nomen? »,Wij vindon geen antwoord op de vraag, wat in zulk een gedachtongang u tot kie6reohtuit- breiding, nog wel tot een voortdurend ijve ren daarvoor, beweogt." Gelijk De Neder lander vindon wij dat evenmin En de splitsing der groote gemeenten is onbe twistbaar een kwaad, maar zo heeft althans nog deze ééne goede zijde, dat zij. hoewel op hoogst gebrekkige wijze, vertegenwoordi ging, in de plaatselijke besturen schenkt aan minderheden, die vóór de splitsing geheel machteloos waren, misschien wel juist do roden, waarom de opheffing dier splitsing als correctief tegen „roekelooze" vertegen woordigende colleges worde voorgesteld I Di^ splitsing zal in'ons zeker geen verdediger vinden, maar als ze teruggenomen wordt, dan vervangc haar efcn evenredig kiesrecht, en niet weer de brutale heerschappij der helft plus één. „Na de alzijdige bestrijding, welke de voorgestoldo correctieven der Prov. Gron. Ct. hebben govonden, behoeven wij or vor der niets meer van te zeggen en kunnen wij ze rustig haar natuurlijken dood laten ster ven. Dat zij in ernst worden in overweging gegeven, bowijst voor hot overige hoe ge rechtvaardigd de vrees is van den Bchrijvor in het Alg. Handelsblad, dat niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats de oisoh van algemeen kiesrecht, maar het verschil van „sociaal sentiment de klove vormt tusschen de vrijzinnig-democraten en liberalen der achterhoede" en het zoeken naar een oplos sing van do kiesreohtvraag, waarmede beide elementen zich kunnen voreonigem, een ijdele illusie zal blijken. Intussohen, wij herhalen het in volle oprechtheid, mocht in de too- komst die vrees worden gelogenstraft en het droombeeld van den hooggeleerden schrijver in de Prov. Gron. Ct. werkelijkheid kunnen worden, wij zouden er ons van harte over verheugen." De Gids brengt deze maand een tweetal artikelen van paedagogisohen aaru. Mej. J. Kooistra, dircotrioe van de kweek school voor onderwijzeressen te Apeldoorn, schrijft over „het recht van do fantasie en de opleiding van de onderwijze reeeen". „Geef den kinderen niet alle<m een dool, waarnaar zij moeten streven, zoo leest men aan het slot van het eerste deel van het betoog maar leer zo zooveel mogelijk zelf het doel bepalen Dc nieuwe paedagogiek stelt nl. den eieoh: breng de kinderen tot zelf waarnemen, tot zelf denken, tot zelf doen. Maar er moet nog iets bij: ze 1 f ver zinnen. En een van die eisohen, aan uet methodisch onderwijs te stellen, behoort te zijn: Geef zooveel mogelijk aanleiding tot en ruimte aan het initiatief." Zij geeft daarna aan hoe zij dit beginsel bij het onderwijzen van verschillende vak ken wensoht toegepast te zien, bij: net tee kenen, de handenarbeid, het spel, terwijl zij tevens doet uitkomen, dat de onderwijzer, wil hij met vrucht werken, zelf organisee- rend talent moet hebben, welk talent rust op intuïtieve verbeelding. Hij i_oct zelf zich kunnen verplaatsen in den toestand van an deren, zich het gevoel van die anderen kun nen verbeelden. Yeel idtuïtie is noodig voor den paodagogischen tact, d i- de geschiktheid om steeds op oen gegeven oogenblik juist dat to spreken of to doen, dat to zwijgen of te laten, waardoor men op hot kind, den op dit oogenblik beoogden, goeden invloed uitoefent. Hot tweode artikel is een zeer uitvoerige beschouwing van dr. P. Leenderts Jr. over „het e i n d-ex amen dor gymnasi a", waarbij hij tor toetee brengt wat daarover in den laatsten tijd is geschreven en voor- gestold, o a. door mr. H. Goeman Borge- sius, oud-minister, die wilde spreken van een examen onder toezicht van" geoommit- teerden, terwijl nu alleen wordt gezegd: „ton overstaan van". Dr. Leendorts zet uit een waarom hij meer na- dan voordeel ver wacht van hetgeen mr. H. G. Borgesius wensoht en waarom hij vreest, dat do ver andering het kwaad grootor zou maken daar hot allicht tot afriohtorij zou leiden. Nu het ontwerp is ingetrokken, zou er eigen lijk geen reden zijn er meer over to schrij ven, maar van dr. Kuyper is gebleken, dat hij het in dit opzicht vrij wel met zijn voor ganger eens is, ja zolfs in sommige opzich ten nog verder wcnscht to gaan. En nu ccn herziening der wet op het hooger onderwijs aanstaande is, achtte dr. L. het noodig or op to wijzen. Dr. L. geeft ton ëflotte ook zijn denkbeel den over hot eindexamen, waaruit blijkt, dat hij tot de noodige eenheid wil komen door het rijkstoezicht uit to breicUn en het ge meentelijke in tc krimpen Daar het aantal inspecteurs echter steeds to kloin zal zijn, wil hij de gelegenheid openen om ze t© ver- vangeij of te doen bijstaan jdoor gecommit teerden. Om een hartelijke 6amonwcrking van leeraren on gecommitteerden te bevorde ren, wil hij; dat leeraren en geoommiteer- den samen één exam on-oommissie zullen uit maken, waarvan de leden steeds gezamenlijk beraadslagen en stemmen. Men zou de ge committeerden dan een gelijk aantal stom men kunnen Laten uitbrengen als de geza menlijke leeraren. Hij geeft voorts nog eenige desiderata. De heer T. H. Oldonhuie Gratama, inspec teur der registratie en. domeinen, verdedigt in een open brief in do Nieuwe Rotterdam- sche (Jourant tegenover mr. W. J. S. van Waterschoot van der Gracht, voorzitter van de Broedorsohap der Notarissen, het v r ij e notariaat, vooral mot het oog op het bezwaar dor onzekerheid van een goede bewaring van het protoool. In zijn openingswoord ter vergadering der Broederschap had mr. W. v. d. G. op die „onzekerheid" nadruk gelegd. Het vrije notariaat heeft gewis ook voor do belangen van het publiek zijn goede zijde beweert do heer Oldonhuie Gratama en mag niet genoemd worden „de dood voor een goed notariaat." Dat laatste hangt niet af van de wettelijke inj-iohting, maar van de integriteit en do kunde der titularissen. Met een „vrij notariaat" bodoelen de voor standers geenszins: oen geheel ongeregeld bedrijf, dat hedon hier, morgen dóór, zon der eenig toezicht van het openbaar gezag, kan worden uitgeoefend. Onjuist mot name is de vooretelling} die ook door mr. W. v. cL G. schijnt gedeeld te worden, alsof bij het vrije notariaat het zoo gowiohtige onderdeel „hot protocol", zoo geheel en al aan elk toezicht zcu zijn onttrokken, dat belanghebbenden de groot ste moeite zouden kunnen hebben, om hot binnen-, misschien wel buitenslands, op to sporen. Nog eens worde daarom opgemerkt, dat met de uitdrukking „het vrije notariaat" enkel bedoeld wordt de bevoegdheid van den caudrdaat-notaris'om zich na vervulling van de bij de wet te stellen formaliteiten op do plaats zijner keuze als notaris to vestigen, on dat hij als zoodanig en dus ook zijn protocol aan het door de wet t j regelen toezicht zal zijn onderworpen. Van een Vrijelijk verplaatsen van het pro tocol behotfft daarbij evenmin sprake te zijn als onder het tegenwoqrdigo stolsel en do verwijdering of onvindbaarheid van het pro tocol kan dus geen dionst doen tot bestrij ding van het vrije notariaat. Integendeel: de invoering van heb vrije notariaat zal zeker ton gevolge hebben, wat trouwens onder, iedere regeling zeer wen- sohelijk is, dat hot .protocol onkel als pu bliekrechtelijk bezit van den notaris be schouwd wordt, zoodat hij daaromtrent op geenorlei wijze zal kunnen beschikken. In Frankrijk heeft zekere dokter Garnault, om te bewijzen, dat do beroemde hooglecraar Koch ong alijk heeft met zijn standvas tig volgehouden bewering, dab rundor-tuber- culosc niot op den mensch kan worden over gebracht, ziohzelven een ernstige wond toe gebracht, die wond met smetstof van tuber culeus vee ingewreven en zich verder aan al- lorlei smartelijke proefnemingen onderwor pen. welke, volgens zijn eigen voorspelling, met zijn gewissen dood moeten eindigen. Deze daad wordt in binnon- en buitcnland- sche bladen als een uiting van waren en ech ten holdonmoed geprezon. De Telegraaf o. a. zegt or van: De heer Garnault, dio het niet met de ver klaringen, door prof. Koch op het congres te Londen afgelegd, eens is, heeft geduren de twee uren een wonde, die hij in zijn li chaam gesneden had, met smetstof van een tuberculeuze koe bewerkt. Deze proef veroorzaakte een zekere emotie in do medische wereld, en do hoer Garnault kwam .al heel spoedig tot de ontdekking, dat zich op do geïnfecteerde plaats verschijnse len voordeden, volkomen gelijk aan de tu berculeuze producten, die de specialiteiten in huidziekten bestempelen met den naam van „tuborculum verrucosum cutis^* Thans zijn dezo uitwassen onderzocht in het insti tuut Pasteur door professor Tuffior, in te genwoordigheid van de geneesheeren Roux on Jacquet. Een gedcolte van het sogmout werd wegge sneden, om onderzocht te worden; een ander deel werd ingeënt op eenigo cobayea (Zuid- amerikaansche varkenkonijntjee). Eindelijk heeft doktor Garnault op zijn verlangen het grootste gedeelte van den uitwas zelf gehou den, opdat men op zijn arm zijn ontwikke ling cn aard zou kunnen nagaan. Overigens, ten gevolgo van deze corate proefneming op 15 Juli, heeft dokter Gar nault. onder de huid van zijn linkerarm, daar, waar eerst do insnijding was gedaan, een tuberculeus gezwel gekregen, dat onge veer zeshonderd gram woog. Dokter Jacquot heeft rich belast met het volledig onderzoek van de proeven van don heer Garnault op dermatologisch gebieddoktor Roux en het Instituut Pastour zullen het bacteriologisch onderzoek doen, terwijl professor Tuffier alle noodzakelijke maatregelen op chirur gisch gebied zal nemen, ten eindo infectie van de schouderholte of ten minste algcheole infectie te voorkomen. Tot heden hebben do proovcn van dokter Garnault aangetoond, dat de cobayes, die men met smetstof heeft ingespoten, niet bij de corete proef geïnfecteerd zijn. Hier moet echter aan wordon toegevoegd, dat de co bayes, die op dczelfdo manier zijn ingespo ten als do heer Garnault zichzelvon gedaan heeft, na tóen dagen gestorven zijn. Niette genstaande de critiok, die in do wetenschap pelijke wereld is uitgeoefend, moet men toch zonder voorbehoud don mood bewonderen, waarvan deze Fransche geneesheer heeft blijk gegoven, de man, die slechts één ding verlangt, nl. het schitterend en onwedorlcg- baar bewijs tc leveren van de onhoudbaar heid der beweringen van prof. Koch, en die j om dat doel te bereiken zijn leven ton offer I brengt aan de wetenschap. Nu wordt merkt De Tijd op onzer zijds allerminst betwist, dat tot hot nemen en vooral tot hot ten eindo, toe volhouden van proeven als die van dr. Garnault op het eigen lichaam een buitengewone m a van persoonlijken moed en standvastigheid vor- eischt wordt. Niettemin meonen wij, dat to gen dio proefnemingen zeiven cn tegen don lof, welken zij bij sommige persorganen viu- den, ten ernstigste dient opgekomen. Vooreerst omdat, naar onze vaste ovortui- ging, den mensch geenszins in dio mate do beschikking over zijn lichaam vrij staat, dat hij dit wetens en willens aan een zekeren en spoedigen dood mag w ij den* alleen tot op lossing coner wetenschappelijke quaostio, ook al moge to verwachten zijn, dat die op lossing zijn medemensehen later, op i n d i- r o c t e wijze, nuttig zal wezen. In de tweede plaats zijn wij van mconing, dat het nomen van dergelijke proovcn op hot eigen lichaam andere, meer aan het leven gehechte en egoïstisch gezinde, doch even weetgierige geleerden er als vanzelf toe leiden moet, dergolijko proefnemingen te gaan nomon op do lichamen van ando ren. Uit een aantal schandelik© feiten der laatste jaren, voorgekomen in hospitalen, enz., is gebleken, dat er reeds nu genees kundigen gevonden worden, die, als zij hot in het belang achten dor wetenschap of van zichzelvon, niet opzien tegen het toepassen van vivisectie of (wat op hetzelfde neer komt) togen het nemen van smartelijke en levensgevaarlijko proeven op menschcn. Met nadruk o. -i. diont geprotesteerd tegen al wat dorgelijke barbaarscbheden in de hand kan worken En daartoe rekenen wij zeer stellig proovon als die van dr. Garnault. Reeds het feit, dat zeker gedeelte dor Pors bij de bewondering van diens moed allo voorbehoud omtrent het geoorloofde en bctamonde van dergelijke proovon over bodig achh, getuigt niet voor het standpunt van hoogoro en christelijke beschaving onzer XXsto couw. De Nieuwe Rotterdamsche Courant schrijft, na de beschouwing van De Tijd over de proe ven van dr. Garnault to hebben racdcgo- deeld „Maar or is nog iets andors, cn in ver band daarmee vestigen wij do aandacht op een artikel van prof. Winternitr. over „de bestrijding der tuberculoso als volkszickté on do baeillonvrces" (Bl&ttor für klinische Hydrotherapic, XII, 7). waarin er nog eens nadruk op gelogd wordt, dat do gunstige voorwaardon voor de ontwikkoling van be smettelijke ziektekiemen evenzeer, of meer, tot het ziek-worden afdoen, als do aanwezig heid van zulke kiomen op zichzelf. Wij ade1- men, eten cn drinken voordurend allerlei ge vaarlijke kiemen, maar bij een gozond mensch heeft dat, tenzij in bijzondere geval len, geen ernstige gevolgen. Waaruit wij nu weer niet de gevolgtrekking zouden willen maken, dat voorzorgsmaatregelen overbodó zijn, want hoe sterker het gevaar van be smetting verminderd wordt, des te grootor wordt de kans, dat zelfs bij personen n et. gering weerstandsvermogen do, besmetting ziekte teweegbrengt. Maar om tot dr. Gar nault terug te keeron: zulke proeven zijn, andore overwegingen daargelaten,, reeds hierom niet navolgonewaard, omdat zo geen voldoende bewijskracht kunnen hebben. Krijgt de man, in weerwil van zijn poging1 géén tuberculose, dan zou het nog heel goed mogelijk kunnen zijn, dat Koch ongelijk h d: misschien is Garnault's lichaam toevallig zoo goed als onvatbaar voor een besmetting, die het gros van zijn medomonschon nn hun graf zou brengen. En maakt hij, in zijn hartstocht, bij herhaalde proefnemingen do omstandigheden hoe langer hoe gevaarlijker dan komt hij eindelijk in een uitzondering toestand, zoodat zijn ziek-worden ten langei leeto ook dón nog niets bowijzon zou voor de onverdraagbaarhoid van rundertuborcu- loso op don normalen mensch." Een dor slagwoorden van de sooialis- fc o n is, dat zij vochten togen do brand kast. Daarover schrijft De Twee Provinciën o. m.: Wij maken bepaald bezwaar om allo lieden mot brandkasten aan onze zijde to zien. Brandkastmonschen zijn ovor het al gom een 49) - „En Los Booos is een dorp, niet waar, /welks landingsplaats in het geziaht van het tolhuis ligt?" ,,Hot dorp ligt wat van de kust af en het eenige hui6 aan hot strand is het tolhuis, maar als wij daar aankomen, zal iedereen felapen, en het aan boord brongen van mada me zal hoogstens een minuut duren. Mocht daar een schildwacht zijn, dan zal King die» voor onze aankomst op de eon of andere manier onschadelijk maken. In elk geval is het niet noodig, ons met zorgen te kwellen, die zoo ver af zijn. Wij hebben genoeg to be- idenken, -want wij zijn daar nog niet." Even daarna ging do maan op en over goot het bosch met een overvloed van lioht. welke de open plekken daghelder deed schij nen. Zonderlinge schaduwen vielen op de Straat on veranderden de rotsen ©n de ge vallen boomen in de gedaanten van men- Bchen, dio waren neergehurkt of met opge heven armen rechtop stonden. De gelijkenis was menigmaal zoo bedrieglijk, dat Clay en (Langham telkens weer hun karabijnen aan legden en op een zwart voorwerp mikten, dat, dichterbij gekomen, van hout of steen bleek te zijn. Dikwijls moesten rij kleine beken of breede, vlakke stroomen doorwa den, waarin de paarden glijdend on strom pelend hun weg tegen den stroom verover den. Het was een zwijgende pelgrimstocht en geen oogenblik verdween de zenuwach- [fcige spanning of lieten de mtjnen hun paarden rust nomen. Menigmaal, als zy over een hoogte of langs een afgrond reden, van waar zij honderden meters in do diepte op het glinsterende water neerzagen, dat zij voor korten tijd doorwaad hadden, of tot de rotsachtige punten der bergen, welke voor hen lagen, omhoog keken, overweldigde hen da schoonheid van don nacht en deed hun het doel van hun reis vergeten. Ook waren zij niet altijd alleen, want zij reden van tijd tot tijd door Blapendo dorpen met leemen hutten, waar de honden blaffend van de hoeven op hen kwamen aanstormen. In de dieper gelegen streken, waar de koorts loerde, hing de nevel boven bun hoofden on omhulde hen als met een nevel gordijn. Hier daalde dc dauw.op hen neer, drong door hun kleeren, hun verhitte lichamen afkoelend, en de met schuim bedekte paarden draafden, door don damp omhuld, voort. „Wij komen uitstekend voorwaarts," zedde Clay. „Achter dien heuvelring moet het dorp San Lorenzo liggen. Is dat niet San Lorenzo?" vroeg hij, terwijl hij vlak naast den koetsier reed en met zijn zweep in do bewuste richting wees. „Ja, senoT," antwoordde de man, „maar ik zal buiten om, op den ouden straatweg rijden. Het is een groote plaats en er kon den wel eens menschen wakker zijn. Yan den top van dien heuvel kunt gij haar zien." Toen zij op den aangoduiden heuvel waren gekomen, hield de stoet stil, en de mannen kekon op het stille dorp neer. Evenals al de andoren, welke zij doorgereden waren, be stond het uit een paar huizen, die om een met gras bogrooid vierkant plein waren ge bouwd, dat ternauwernood als plein te her kennen ware geweest, zoo niet aan een kant de kerk in het midden een groot bouten kruis had gestaan. Van den top van den heuvel kondon zij zien, dat het grootste ge deelte der huizen donker was, slechte in een gebouw van twee verdiepingen waren alle ramen verlicht. „Dat is de oomandanoia" verklaarde de koetsier hoofdschuddend. „Daar zijn ze nog op. Daar is ook het telegraafbureau." „Goede hemel f riep Mac Williams doode- lijk ontsteld. „Wij hebben den telegraaf ver goten I Misschien hebben rij reeds overal heen bericht van onze komst gezonden." „Dat de monschen hier nog op zijn, heeft wellicht niets bijzonders to beteekenen," ant woordde Clay, „want negen uren is tcjch nog niet zeer laat." „In elk geval zou het beter zijn, wanneer wij ons zekerheid trachtten te verschaffen", vond Mac Williams. „Leen wij uw pony, Tëd, en ga gij op mijn plaats zitten. Ik zal •er heenrijden en zien wat er aan do hand is. Aan don andoren kant van hot dorp zal ik u weer treffen. „Wacht een oogenblik", riep Olay. „Wat wilt gij dan eigenlijk doen?" „Dat kan ik u niet eerder zeggen dan voordat ik Uaar ben, maar ik zal probeeren uit te rinden, wat de menschen daar weten. Wees maar niet bezorgd; zoodra ik onraad vermoed, zal ik mij wel snel genoeg uit de voeten maken. En als gij op een telegraaf draad stoot, snijd dien dan door; misschion is het bericht nog niet ver gegaan." De beide dames in het rijtuig hadden de lecren gordijnen op zij gesohoven om te hoo- ren wat er gesproken werd, doch rij konden het niot verstaan en Langham verklaarde hun, dat rij op het punt waren, eón kleinen omweg te maken en San Lorenzo te vermij den, terwijl Mac Williams de plaats wilde binnengaan om informaties in te winnen. Daarna vroeg hij of zij zioh behaaglijk ge voelden en verzekordo hun, dat het grootste gedeelte van de reis achter hen lag cn do weg van San Lorenzo naar zee zeer goed was. Mac William reed over de hoofdstraat het dorp binnon en wierp de teugels van zijn paard over een van de palen, welke voor de oomandanoia stonden. Moedig steeg hij tot aan de tweede verdieping van het gebouw en bleef hier bij een open deur staan. In de kamer bevondon zich drie mannen, een be jaard heer, die, zooals hij terecht vermoed de, do oom andante was, cn twee jongeren, welke zich in een door een laag hek afge scheiden ruimte van het overige vertrek be vondon, en rich over een op een tafel beves tigd telegraaf apparaat heen bogen. Toen hij met zware stappen de kamer binnentrad, koken zij verrast op en hun gezichten verrie den, dat hij hen in een oogenblik van bijzon dere spanning had gestoord. Mae Williams groette de drie mannen be leefd en verzocht volgens landsgebruik om excuus, dat hij met sporen voor hen ver soheen. Hij kwam van Los Booos en wilde naar de hoofdstad, doch zijn paard was kreu pel geworden en hij zou gaarne een muil dier huren. Zouden rij hem niet kum.cn zeggen, waar hij ©t een kon krijgen? Want hij moest volstrekt de hoofdstad nog dien nacht bereiken Een oogenblik monsterde de oomandante hem, nog altijd verdrietig over do stoornis, daarop schudde hij ongeduldig hot hoofd. „<jij kunt wel bij eon zakeren Pulido Paul, op den hoek van do plaza. een muildier hu ren", zoide hij, en toen Mac Williams nog altijd besluiteloos bleef staan, voegde hij er bij: „Gij zegt, dat gij van Loe Bocoe komt. Is u onderweg ook iemand togen gekomen V' Do beide jonge mannen koken vol span ning op, maar nog vóór Mac Williams kon antwoorden, begon bet apparaat opnieuw te klapperen. Zij haddon nu al hun aan dacht weer daarbij, en een begon hot tol© gram op to schrijven. Ook voor Mac Williams sprak het instru ment een verstaanbare taal, want hij was gewoon dagolijkB van hot administratiege bouw boodschappen naar de mij non to sei nen on wol niet alleen in het Engelsch, maar ook in hot Spaansch. Terwijl hij zich inspan-/ do om te begrijpen wat het zoido, begon hij ii stotteren on kcok or onwïllekourig naar. Zonder dat dit zonderling godrag wan trouwen wekte, keerde de comandantc zioh ook om en keek den man, die het telegram opschreef, over den schouder. Bohalvo h«tf goklappor van het apparaat, was het in dov kamer volkomen stil. De drie hccren bogen i zioh zwijgend over de tafel, terwijl Mac< Williams naar do zoldering staarde en zijn hoed in do handden ronddraaide. Het tele gram, dat hij het instrument afluisterde,', luidde als volgt: „Zij moeten dc stad in zuidelijke richting hebben verlaten, bijgevolg© gaan zij óf naar Tara, San Perdo óf naar Loe Booos. Onder allo omstandigheden moeten zij aan gehouden worden laat do straat door ge wapende mannen bewaken en de vrouw 1© vend of dood hierheen terugbrengen. Zij heeft in haar rijtuig of in haar klceron wissels voor vijf millioan solo verborgen. Herhaal deze opdracht ten toeken, dat gi/ dio goed begrepen hebt, en zond die naaj Lob Boooe door. Als zij niet (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5