No. 13024
LEIDSCH DAGBLAD,
ZATERDAG 9 AUGUSTUS. - TWEEDE BLAD.
Anno 19l):J.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
t
Ü9 Ingenieur.
De Arnhemsche Courant meent, dat de
èooggeleerdc schrijver in do Provinciale
Groninger Courant zich deerlijk vergist,
eoo hij gelooft, „dat op de kiesrecht-
vraag de hereoniging der ver
schillende elementen van de oude libe
rale part ij vastzit, want het verschil
van inzicht over die vraag is Ui dc oor-
raak dor scheiding; die oorzaak ligt veel
dieper on het kiesrechfcgekibbel is slechts een
hiting van het feit der scheiding, gelijk
jleze zich evenzeer openbaart door uiteen-
loopende meeningen op velerlei ander ge
bied, zij het ook, dat misschien het stand
punt, ten aanzien van het kiesreohtvraag-
Btuk ingenomen, de meest vertrouwbare
toetssteen ia voor de mate van werkelijk de-
tnocralischen zin. Omtrent zekere sociale
hervormingen kunnen ten slotte vrijzinnig-
democraten en achterlijke liberalen het eens
;worden, maar zij komen tot het gemeen
schappelijk besluit langs geheel verschillen
de wegen, omdat hun standpunt een geheel
jander is, ja veeltijds zij lijnrecht tegenover
elkaar staan. Als de eersten wettelijke bepa
lingen ten gunste van de loonarbeiders hel
pen tot stand brengen, omdat zij bun recht
daarop erkennen, dan werken de laatsten
daartoe mede schoorvoetend en sleohts tot
eoover als zij meonen, dat in het algemeen
belang, naar hun opvatting, de voorgestelde
wijziging in dc sociale verhoudingen niet
langer tegengehouden zou kunnen worden.
£et is intrinsiek tot zekere hoogte hetzelfde
verschil van opvatting, hetwelk men ge
woonlijk waarneemt tusschen zelfs den
meest vooruitstrovenden groot-indu6triecl
en zijn arbeiders: wat dezen als hun rcoht
lopeischen, wil de eerete hun vaak wel fcoe-
I etaan, maar als een gunst, niet als bun
i recht,"
I Op het advies van enkele organen om het
kiesrecht vooreerst te laten rusten, ant
woordt het Arnhem6che blad:
„Alsof algemeen kiesreoht voor de voor
standers doel, niet middel ware en niet
bun overtuiging, dat onder een zoo gebrek
kig, willekeurig on onrechtvaardig kies
recht, als waarmede de wet-Vau Houten
(Nederland begiftigd heeft, de sociale her
vormingen onbereikbaar zijn, waaraan zoo
groote behoefte bestaat, hen scheiden deed
Van de „Unie"- en andere liberalen, die wel
[e e i d e n dezelfde overtuiging te zijn toege
daan, maar weigerden er een vinger voor
[liit te steken om het struikelblok van den
■weg der sociale hervorming te verwijderen.
[En nu zouden zij, .gelijk de struisvogel, den
,kop in het zand stekende om het struikel
blok niet meer te zien, zich moeten trach
ten wijs to maken, dat het er dus ook niet
.meer is en terugkeeren in het kamp der li-
jberalen van allerlei kleur en pluimageMen
staat waarlijk verbaasd over zulk een na-
'iveteit der Nieuwe Rotterdamsche Courant;
|eou haar dan werkelijk de beteekcniB van
don kiesrecht-strijd geheel ontgaan? Men
moet het wel aannemen, als men haar ver
der hoort verkondigen, dat, indien bij al
len, ,,die tot de liberalen gerekend kunnen
gorden", do zucht naar hereeniging zoo
Sterk ware, dat omtrent het kiesrecht een
.öompromis gesloten kon wordon, dit dan
naar haar meening „geen punt van actie
^zou) kunnen worden, geschikt om met
geestdrift bij de verkiezingen tot een strijd
leus te worden gemaakt, maar veeleer een
Vredesverdrag (zou) moeten zijn, dat men
borg in het archief, om voorloopig met ver
leende krachten voor andere zaken ten strijde
to trekken".
,,Dio „andere zaken" zijn nu eohter, zelfs
ffmet vereende krachten", niet op bevredi
gende wijze tot stand te brengen; juist deze
Overtuiging was het, welke de minderheid
Her „Unie"-vergadering van 26 Januari 1901
,jfcot afscheiding noodzaakte, toen LLcek, dat
'de meerderheid in die vergadering haar ver
klaring omtrent de noodzakelijkheid van de
finitieve kiesrechtregeling „in het archief"
[wilde opbergen. En nu diezelfde meerder
heid in de jongste „Unie"-vcrgadering ccn
.aanloopjo heeft genomen om haar verkla
ring weder uit „het archief" to voorschijn
Ibe halen, ze op te poetsen en te verfraaien,
>u komt do Nieuwe Rott. Ct. aanbevelen,
sa opnieuw op te bergen, en in allen ernst
beweren, dat op die wijze de „aanleiding
tot verdeeldheid vervallen" zou kunnen
zijn. Met een oplossing te willen vinden van
het kiesreohtvraagst.uk, waarmede zoowel
vrijzinnig-democraten als achterlijke libe
ralen zioh vereenigen, jaagt de Prov. Gr on.
Ct. een ijdel droombeeld n', naar ons voor
komt, maar haar stroven verdient nog prao-
tisch te heeten in vergelijking met de meer
dan zonderlinge illusie der A ictiwe Rott.
Ct., dat met verloochening van al hetgeen
sedert 1897 de scheiding onvermijdelijk
heeft gemaakt, hereeniging der elementen
van de oude liberale partij mogelijk zo a
zijn."
Over de „oorreotieven" van de Prov.
Gron. Ct. oordeelt de Arnhems che Courant
aldus:
„Om voor „de aohterhoede der liberalen"
algemeen stemrecht smakelijk te maken,
geeft zij oorreotieven in overweging, „tegen
de uitspattingen van een roekelooze volks
vertegenwoordiging". Yoorloopig twee:
schrapping van de laatste zinsnede van art.
121 G. W.„de wetten zijn onschendbaar",
ten einde de rechterlijke macht de be
voegdheid te verleenen bij haar uitspraken
de wetten aan de Grondwet te toetsen, on
opheffing van de splitsing dor groobore ge
meenten in districten voor het gemeentel-jk
kiesrecht. Opmerkelijk is hot, dat deze cor
rectieven bestrijding en zelfs spottende cri-
tiek hebben uitgelokt langs de gehcelo liniï,
van de conservatieve christolijk-natiu.i.ile
Nederlander tot de sociaal-demooratischo
Kroniek toe, en terecht. Zeer juist zeg*,
de eerste: „Dit is feitelijk de felste bestrij
ding, ja de gevoeligste kaakslag, voor haar
eigen voorstel tot kiosrechtuitbroiding,"
hoe kunt gij die wensohen, ais gij or voor het
algemeen belang zooveel gevaar van ducht,
dat gij tegelijkertijd meent daartegen voor
zorgsmaatregelen te moeten nomen? »,Wij
vindon geen antwoord op de vraag, wat in
zulk een gedachtongang u tot kie6reohtuit-
breiding, nog wel tot een voortdurend ijve
ren daarvoor, beweogt." Gelijk De Neder
lander vindon wij dat evenmin En de
splitsing der groote gemeenten is onbe
twistbaar een kwaad, maar zo heeft althans
nog deze ééne goede zijde, dat zij. hoewel op
hoogst gebrekkige wijze, vertegenwoordi
ging, in de plaatselijke besturen schenkt aan
minderheden, die vóór de splitsing geheel
machteloos waren, misschien wel juist do
roden, waarom de opheffing dier splitsing
als correctief tegen „roekelooze" vertegen
woordigende colleges worde voorgesteld I Di^
splitsing zal in'ons zeker geen verdediger
vinden, maar als ze teruggenomen wordt,
dan vervangc haar efcn evenredig kiesrecht,
en niet weer de brutale heerschappij der
helft plus één.
„Na de alzijdige bestrijding, welke de
voorgestoldo correctieven der Prov. Gron.
Ct. hebben govonden, behoeven wij or vor
der niets meer van te zeggen en kunnen wij
ze rustig haar natuurlijken dood laten ster
ven. Dat zij in ernst worden in overweging
gegeven, bowijst voor hot overige hoe ge
rechtvaardigd de vrees is van den Bchrijvor
in het Alg. Handelsblad, dat niet alleen,
zelfs niet in de eerste plaats de oisoh van
algemeen kiesrecht, maar het verschil van
„sociaal sentiment de klove vormt tusschen
de vrijzinnig-democraten en liberalen der
achterhoede" en het zoeken naar een oplos
sing van do kiesreohtvraag, waarmede beide
elementen zich kunnen voreonigem, een ijdele
illusie zal blijken. Intussohen, wij herhalen
het in volle oprechtheid, mocht in de too-
komst die vrees worden gelogenstraft en het
droombeeld van den hooggeleerden schrijver
in de Prov. Gron. Ct. werkelijkheid kunnen
worden, wij zouden er ons van harte over
verheugen."
De Gids brengt deze maand een tweetal
artikelen van paedagogisohen aaru.
Mej. J. Kooistra, dircotrioe van de kweek
school voor onderwijzeressen te Apeldoorn,
schrijft over „het recht van do fantasie
en de opleiding van de onderwijze reeeen".
„Geef den kinderen niet alle<m een dool,
waarnaar zij moeten streven, zoo leest
men aan het slot van het eerste deel van het
betoog maar leer zo zooveel mogelijk zelf
het doel bepalen Dc nieuwe paedagogiek
stelt nl. den eieoh: breng de kinderen tot
zelf waarnemen, tot zelf denken, tot zelf
doen. Maar er moet nog iets bij: ze 1 f ver
zinnen. En een van die eisohen, aan uet
methodisch onderwijs te stellen, behoort te
zijn: Geef zooveel mogelijk aanleiding tot en
ruimte aan het initiatief."
Zij geeft daarna aan hoe zij dit beginsel
bij het onderwijzen van verschillende vak
ken wensoht toegepast te zien, bij: net tee
kenen, de handenarbeid, het spel, terwijl
zij tevens doet uitkomen, dat de onderwijzer,
wil hij met vrucht werken, zelf organisee-
rend talent moet hebben, welk talent rust
op intuïtieve verbeelding. Hij i_oct zelf zich
kunnen verplaatsen in den toestand van an
deren, zich het gevoel van die anderen kun
nen verbeelden. Yeel idtuïtie is noodig voor
den paodagogischen tact, d i- de
geschiktheid om steeds op oen gegeven
oogenblik juist dat to spreken of to doen,
dat to zwijgen of te laten, waardoor men op
hot kind, den op dit oogenblik beoogden,
goeden invloed uitoefent.
Hot tweode artikel is een zeer uitvoerige
beschouwing van dr. P. Leenderts Jr. over
„het e i n d-ex amen dor gymnasi a",
waarbij hij tor toetee brengt wat daarover
in den laatsten tijd is geschreven en voor-
gestold, o a. door mr. H. Goeman Borge-
sius, oud-minister, die wilde spreken van
een examen onder toezicht van" geoommit-
teerden, terwijl nu alleen wordt gezegd:
„ton overstaan van". Dr. Leendorts zet uit
een waarom hij meer na- dan voordeel ver
wacht van hetgeen mr. H. G. Borgesius
wensoht en waarom hij vreest, dat do ver
andering het kwaad grootor zou maken
daar hot allicht tot afriohtorij zou leiden.
Nu het ontwerp is ingetrokken, zou er eigen
lijk geen reden zijn er meer over to schrij
ven, maar van dr. Kuyper is gebleken, dat
hij het in dit opzicht vrij wel met zijn voor
ganger eens is, ja zolfs in sommige opzich
ten nog verder wcnscht to gaan. En nu ccn
herziening der wet op het hooger onderwijs
aanstaande is, achtte dr. L. het noodig or
op to wijzen.
Dr. L. geeft ton ëflotte ook zijn denkbeel
den over hot eindexamen, waaruit blijkt, dat
hij tot de noodige eenheid wil komen door
het rijkstoezicht uit to breicUn en het ge
meentelijke in tc krimpen Daar het aantal
inspecteurs echter steeds to kloin zal zijn,
wil hij de gelegenheid openen om ze t© ver-
vangeij of te doen bijstaan jdoor gecommit
teerden. Om een hartelijke 6amonwcrking
van leeraren on gecommitteerden te bevorde
ren, wil hij; dat leeraren en geoommiteer-
den samen één exam on-oommissie zullen uit
maken, waarvan de leden steeds gezamenlijk
beraadslagen en stemmen. Men zou de ge
committeerden dan een gelijk aantal stom
men kunnen Laten uitbrengen als de geza
menlijke leeraren.
Hij geeft voorts nog eenige desiderata.
De heer T. H. Oldonhuie Gratama, inspec
teur der registratie en. domeinen, verdedigt
in een open brief in do Nieuwe Rotterdam-
sche (Jourant tegenover mr. W. J. S. van
Waterschoot van der Gracht, voorzitter van
de Broedorsohap der Notarissen, het v r ij e
notariaat, vooral mot het oog op het
bezwaar dor onzekerheid van een goede
bewaring van het protoool.
In zijn openingswoord ter vergadering
der Broederschap had mr. W. v. d. G. op die
„onzekerheid" nadruk gelegd.
Het vrije notariaat heeft gewis ook voor
do belangen van het publiek zijn goede zijde
beweert do heer Oldonhuie Gratama
en mag niet genoemd worden „de dood voor
een goed notariaat."
Dat laatste hangt niet af van de wettelijke
inj-iohting, maar van de integriteit en do
kunde der titularissen.
Met een „vrij notariaat" bodoelen de voor
standers geenszins: oen geheel ongeregeld
bedrijf, dat hedon hier, morgen dóór, zon
der eenig toezicht van het openbaar gezag,
kan worden uitgeoefend.
Onjuist mot name is de vooretelling} die
ook door mr. W. v. cL G. schijnt gedeeld
te worden, alsof bij het vrije notariaat het
zoo gowiohtige onderdeel „hot protocol",
zoo geheel en al aan elk toezicht zcu zijn
onttrokken, dat belanghebbenden de groot
ste moeite zouden kunnen hebben, om hot
binnen-, misschien wel buitenslands, op to
sporen.
Nog eens worde daarom opgemerkt, dat
met de uitdrukking „het vrije notariaat"
enkel bedoeld wordt de bevoegdheid van den
caudrdaat-notaris'om zich na vervulling van
de bij de wet te stellen formaliteiten op do
plaats zijner keuze als notaris to vestigen,
on dat hij als zoodanig en dus ook zijn
protocol aan het door de wet t j regelen
toezicht zal zijn onderworpen.
Van een Vrijelijk verplaatsen van het pro
tocol behotfft daarbij evenmin sprake te zijn
als onder het tegenwoqrdigo stolsel en do
verwijdering of onvindbaarheid van het pro
tocol kan dus geen dionst doen tot bestrij
ding van het vrije notariaat.
Integendeel: de invoering van heb vrije
notariaat zal zeker ton gevolge hebben, wat
trouwens onder, iedere regeling zeer wen-
sohelijk is, dat hot .protocol onkel als pu
bliekrechtelijk bezit van den notaris be
schouwd wordt, zoodat hij daaromtrent op
geenorlei wijze zal kunnen beschikken.
In Frankrijk heeft zekere dokter Garnault,
om te bewijzen, dat do beroemde hooglecraar
Koch ong alijk heeft met zijn standvas
tig volgehouden bewering, dab rundor-tuber-
culosc niot op den mensch kan worden over
gebracht, ziohzelven een ernstige wond toe
gebracht, die wond met smetstof van tuber
culeus vee ingewreven en zich verder aan al-
lorlei smartelijke proefnemingen onderwor
pen. welke, volgens zijn eigen voorspelling,
met zijn gewissen dood moeten eindigen.
Deze daad wordt in binnon- en buitcnland-
sche bladen als een uiting van waren en ech
ten holdonmoed geprezon.
De Telegraaf o. a. zegt or van:
De heer Garnault, dio het niet met de ver
klaringen, door prof. Koch op het congres
te Londen afgelegd, eens is, heeft geduren
de twee uren een wonde, die hij in zijn li
chaam gesneden had, met smetstof van een
tuberculeuze koe bewerkt.
Deze proef veroorzaakte een zekere emotie
in do medische wereld, en do hoer Garnault
kwam .al heel spoedig tot de ontdekking, dat
zich op do geïnfecteerde plaats verschijnse
len voordeden, volkomen gelijk aan de tu
berculeuze producten, die de specialiteiten
in huidziekten bestempelen met den naam
van „tuborculum verrucosum cutis^* Thans
zijn dezo uitwassen onderzocht in het insti
tuut Pasteur door professor Tuffior, in te
genwoordigheid van de geneesheeren Roux
on Jacquet.
Een gedcolte van het sogmout werd wegge
sneden, om onderzocht te worden; een ander
deel werd ingeënt op eenigo cobayea (Zuid-
amerikaansche varkenkonijntjee). Eindelijk
heeft doktor Garnault op zijn verlangen het
grootste gedeelte van den uitwas zelf gehou
den, opdat men op zijn arm zijn ontwikke
ling cn aard zou kunnen nagaan.
Overigens, ten gevolgo van deze corate
proefneming op 15 Juli, heeft dokter Gar
nault. onder de huid van zijn linkerarm,
daar, waar eerst do insnijding was gedaan,
een tuberculeus gezwel gekregen, dat onge
veer zeshonderd gram woog. Dokter Jacquot
heeft rich belast met het volledig onderzoek
van de proeven van don heer Garnault op
dermatologisch gebieddoktor Roux en het
Instituut Pastour zullen het bacteriologisch
onderzoek doen, terwijl professor Tuffier
alle noodzakelijke maatregelen op chirur
gisch gebied zal nemen, ten eindo infectie
van de schouderholte of ten minste algcheole
infectie te voorkomen.
Tot heden hebben do proovcn van dokter
Garnault aangetoond, dat de cobayes, die
men met smetstof heeft ingespoten, niet bij
de corete proef geïnfecteerd zijn. Hier moet
echter aan wordon toegevoegd, dat de co
bayes, die op dczelfdo manier zijn ingespo
ten als do heer Garnault zichzelvon gedaan
heeft, na tóen dagen gestorven zijn. Niette
genstaande de critiok, die in do wetenschap
pelijke wereld is uitgeoefend, moet men toch
zonder voorbehoud don mood bewonderen,
waarvan deze Fransche geneesheer heeft
blijk gegoven, de man, die slechts één ding
verlangt, nl. het schitterend en onwedorlcg-
baar bewijs tc leveren van de onhoudbaar
heid der beweringen van prof. Koch, en die j
om dat doel te bereiken zijn leven ton offer I
brengt aan de wetenschap.
Nu wordt merkt De Tijd op onzer
zijds allerminst betwist, dat tot hot nemen
en vooral tot hot ten eindo, toe volhouden
van proeven als die van dr. Garnault op het
eigen lichaam een buitengewone m a van
persoonlijken moed en standvastigheid vor-
eischt wordt. Niettemin meonen wij, dat to
gen dio proefnemingen zeiven cn tegen don
lof, welken zij bij sommige persorganen viu-
den, ten ernstigste dient opgekomen.
Vooreerst omdat, naar onze vaste ovortui-
ging, den mensch geenszins in dio mate do
beschikking over zijn lichaam vrij staat, dat
hij dit wetens en willens aan een zekeren en
spoedigen dood mag w ij den* alleen tot op
lossing coner wetenschappelijke quaostio,
ook al moge to verwachten zijn, dat die op
lossing zijn medemensehen later, op i n d i-
r o c t e wijze, nuttig zal wezen.
In de tweede plaats zijn wij van mconing,
dat het nomen van dergelijke proovcn op
hot eigen lichaam andere, meer aan het
leven gehechte en egoïstisch gezinde, doch
even weetgierige geleerden er als vanzelf toe
leiden moet, dergolijko proefnemingen te
gaan nomon op do lichamen van ando
ren. Uit een aantal schandelik© feiten der
laatste jaren, voorgekomen in hospitalen,
enz., is gebleken, dat er reeds nu genees
kundigen gevonden worden, die, als zij hot
in het belang achten dor wetenschap of van
zichzelvon, niet opzien tegen het toepassen
van vivisectie of (wat op hetzelfde neer
komt) togen het nemen van smartelijke en
levensgevaarlijko proeven op menschcn. Met
nadruk o. -i. diont geprotesteerd tegen al
wat dorgelijke barbaarscbheden in de hand
kan worken En daartoe rekenen wij zeer
stellig proovon als die van dr. Garnault.
Reeds het feit, dat zeker gedeelte dor Pors
bij de bewondering van diens moed allo
voorbehoud omtrent het geoorloofde
en bctamonde van dergelijke proovon over
bodig achh, getuigt niet voor het standpunt
van hoogoro en christelijke beschaving onzer
XXsto couw.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant schrijft,
na de beschouwing van De Tijd over de proe
ven van dr. Garnault to hebben racdcgo-
deeld
„Maar or is nog iets andors, cn in ver
band daarmee vestigen wij do aandacht op
een artikel van prof. Winternitr. over „de
bestrijding der tuberculoso als volkszickté
on do baeillonvrces" (Bl&ttor für klinische
Hydrotherapic, XII, 7). waarin er nog eens
nadruk op gelogd wordt, dat do gunstige
voorwaardon voor de ontwikkoling van be
smettelijke ziektekiemen evenzeer, of meer,
tot het ziek-worden afdoen, als do aanwezig
heid van zulke kiomen op zichzelf. Wij ade1-
men, eten cn drinken voordurend allerlei ge
vaarlijke kiemen, maar bij een gozond
mensch heeft dat, tenzij in bijzondere geval
len, geen ernstige gevolgen. Waaruit wij nu
weer niet de gevolgtrekking zouden willen
maken, dat voorzorgsmaatregelen overbodó
zijn, want hoe sterker het gevaar van be
smetting verminderd wordt, des te grootor
wordt de kans, dat zelfs bij personen n et.
gering weerstandsvermogen do, besmetting
ziekte teweegbrengt. Maar om tot dr. Gar
nault terug te keeron: zulke proeven zijn,
andore overwegingen daargelaten,, reeds
hierom niet navolgonewaard, omdat zo geen
voldoende bewijskracht kunnen hebben.
Krijgt de man, in weerwil van zijn poging1
géén tuberculose, dan zou het nog heel goed
mogelijk kunnen zijn, dat Koch ongelijk h d:
misschien is Garnault's lichaam toevallig
zoo goed als onvatbaar voor een besmetting,
die het gros van zijn medomonschon nn
hun graf zou brengen. En maakt hij, in zijn
hartstocht, bij herhaalde proefnemingen do
omstandigheden hoe langer hoe gevaarlijker
dan komt hij eindelijk in een uitzondering
toestand, zoodat zijn ziek-worden ten langei
leeto ook dón nog niets bowijzon zou voor
de onverdraagbaarhoid van rundertuborcu-
loso op don normalen mensch."
Een dor slagwoorden van de sooialis-
fc o n is, dat zij vochten togen do brand
kast.
Daarover schrijft De Twee Provinciën
o. m.:
Wij maken bepaald bezwaar om allo lieden
mot brandkasten aan onze zijde to zien.
Brandkastmonschen zijn ovor het al gom een
49) -
„En Los Booos is een dorp, niet waar,
/welks landingsplaats in het geziaht van het
tolhuis ligt?"
,,Hot dorp ligt wat van de kust af en het
eenige hui6 aan hot strand is het tolhuis,
maar als wij daar aankomen, zal iedereen
felapen, en het aan boord brongen van mada
me zal hoogstens een minuut duren. Mocht
daar een schildwacht zijn, dan zal King die»
voor onze aankomst op de eon of andere
manier onschadelijk maken. In elk geval is
het niet noodig, ons met zorgen te kwellen,
die zoo ver af zijn. Wij hebben genoeg to be-
idenken, -want wij zijn daar nog niet."
Even daarna ging do maan op en over
goot het bosch met een overvloed van lioht.
welke de open plekken daghelder deed schij
nen. Zonderlinge schaduwen vielen op de
Straat on veranderden de rotsen ©n de ge
vallen boomen in de gedaanten van men-
Bchen, dio waren neergehurkt of met opge
heven armen rechtop stonden. De gelijkenis
was menigmaal zoo bedrieglijk, dat Clay en
(Langham telkens weer hun karabijnen aan
legden en op een zwart voorwerp mikten,
dat, dichterbij gekomen, van hout of steen
bleek te zijn. Dikwijls moesten rij kleine
beken of breede, vlakke stroomen doorwa
den, waarin de paarden glijdend on strom
pelend hun weg tegen den stroom verover
den. Het was een zwijgende pelgrimstocht
en geen oogenblik verdween de zenuwach-
[fcige spanning of lieten de mtjnen hun
paarden rust nomen. Menigmaal, als zy
over een hoogte of langs een afgrond reden,
van waar zij honderden meters in do diepte
op het glinsterende water neerzagen, dat zij
voor korten tijd doorwaad hadden, of tot de
rotsachtige punten der bergen, welke voor
hen lagen, omhoog keken, overweldigde hen
da schoonheid van don nacht en deed hun
het doel van hun reis vergeten.
Ook waren zij niet altijd alleen, want zij
reden van tijd tot tijd door Blapendo dorpen
met leemen hutten, waar de honden blaffend
van de hoeven op hen kwamen aanstormen.
In de dieper gelegen streken, waar de koorts
loerde, hing de nevel boven bun hoofden on
omhulde hen als met een nevel gordijn. Hier
daalde dc dauw.op hen neer, drong door hun
kleeren, hun verhitte lichamen afkoelend, en
de met schuim bedekte paarden draafden,
door don damp omhuld, voort.
„Wij komen uitstekend voorwaarts," zedde
Clay. „Achter dien heuvelring moet het
dorp San Lorenzo liggen. Is dat niet San
Lorenzo?" vroeg hij, terwijl hij vlak naast
den koetsier reed en met zijn zweep in do
bewuste richting wees.
„Ja, senoT," antwoordde de man, „maar
ik zal buiten om, op den ouden straatweg
rijden. Het is een groote plaats en er kon
den wel eens menschen wakker zijn. Yan
den top van dien heuvel kunt gij haar zien."
Toen zij op den aangoduiden heuvel waren
gekomen, hield de stoet stil, en de mannen
kekon op het stille dorp neer. Evenals al de
andoren, welke zij doorgereden waren, be
stond het uit een paar huizen, die om een
met gras bogrooid vierkant plein waren ge
bouwd, dat ternauwernood als plein te her
kennen ware geweest, zoo niet aan een kant
de kerk in het midden een groot bouten
kruis had gestaan. Van den top van den
heuvel kondon zij zien, dat het grootste ge
deelte der huizen donker was, slechte in een
gebouw van twee verdiepingen waren alle
ramen verlicht.
„Dat is de oomandanoia" verklaarde de
koetsier hoofdschuddend. „Daar zijn ze nog
op. Daar is ook het telegraafbureau."
„Goede hemel f riep Mac Williams doode-
lijk ontsteld. „Wij hebben den telegraaf ver
goten I Misschien hebben rij reeds overal
heen bericht van onze komst gezonden."
„Dat de monschen hier nog op zijn, heeft
wellicht niets bijzonders to beteekenen," ant
woordde Clay, „want negen uren is tcjch nog
niet zeer laat."
„In elk geval zou het beter zijn, wanneer
wij ons zekerheid trachtten te verschaffen",
vond Mac Williams. „Leen wij uw pony,
Tëd, en ga gij op mijn plaats zitten. Ik zal
•er heenrijden en zien wat er aan do hand is.
Aan don andoren kant van hot dorp zal ik
u weer treffen.
„Wacht een oogenblik", riep Olay. „Wat
wilt gij dan eigenlijk doen?"
„Dat kan ik u niet eerder zeggen dan
voordat ik Uaar ben, maar ik zal probeeren
uit te rinden, wat de menschen daar weten.
Wees maar niet bezorgd; zoodra ik onraad
vermoed, zal ik mij wel snel genoeg uit de
voeten maken. En als gij op een telegraaf
draad stoot, snijd dien dan door; misschion
is het bericht nog niet ver gegaan."
De beide dames in het rijtuig hadden de
lecren gordijnen op zij gesohoven om te hoo-
ren wat er gesproken werd, doch rij konden
het niot verstaan en Langham verklaarde
hun, dat rij op het punt waren, eón kleinen
omweg te maken en San Lorenzo te vermij
den, terwijl Mac Williams de plaats wilde
binnengaan om informaties in te winnen.
Daarna vroeg hij of zij zioh behaaglijk ge
voelden en verzekordo hun, dat het grootste
gedeelte van de reis achter hen lag cn do weg
van San Lorenzo naar zee zeer goed was.
Mac William reed over de hoofdstraat het
dorp binnon en wierp de teugels van zijn
paard over een van de palen, welke voor de
oomandanoia stonden. Moedig steeg hij tot
aan de tweede verdieping van het gebouw en
bleef hier bij een open deur staan. In de
kamer bevondon zich drie mannen, een be
jaard heer, die, zooals hij terecht vermoed
de, do oom andante was, cn twee jongeren,
welke zich in een door een laag hek afge
scheiden ruimte van het overige vertrek be
vondon, en rich over een op een tafel beves
tigd telegraaf apparaat heen bogen. Toen hij
met zware stappen de kamer binnentrad,
koken zij verrast op en hun gezichten verrie
den, dat hij hen in een oogenblik van bijzon
dere spanning had gestoord.
Mae Williams groette de drie mannen be
leefd en verzocht volgens landsgebruik om
excuus, dat hij met sporen voor hen ver
soheen. Hij kwam van Los Booos en wilde
naar de hoofdstad, doch zijn paard was kreu
pel geworden en hij zou gaarne een muil
dier huren. Zouden rij hem niet kum.cn
zeggen, waar hij ©t een kon krijgen? Want
hij moest volstrekt de hoofdstad nog dien
nacht bereiken
Een oogenblik monsterde de oomandante
hem, nog altijd verdrietig over do stoornis,
daarop schudde hij ongeduldig hot hoofd.
„<jij kunt wel bij eon zakeren Pulido Paul,
op den hoek van do plaza. een muildier hu
ren", zoide hij, en toen Mac Williams nog
altijd besluiteloos bleef staan, voegde hij er
bij: „Gij zegt, dat gij van Loe Bocoe komt.
Is u onderweg ook iemand togen gekomen V'
Do beide jonge mannen koken vol span
ning op, maar nog vóór Mac Williams kon
antwoorden, begon bet apparaat opnieuw
te klapperen. Zij haddon nu al hun aan
dacht weer daarbij, en een begon hot tol©
gram op to schrijven.
Ook voor Mac Williams sprak het instru
ment een verstaanbare taal, want hij was
gewoon dagolijkB van hot administratiege
bouw boodschappen naar de mij non to sei
nen on wol niet alleen in het Engelsch, maar
ook in hot Spaansch. Terwijl hij zich inspan-/
do om te begrijpen wat het zoido, begon hij
ii stotteren on kcok or onwïllekourig naar.
Zonder dat dit zonderling godrag wan
trouwen wekte, keerde de comandantc zioh
ook om en keek den man, die het telegram
opschreef, over den schouder. Bohalvo h«tf
goklappor van het apparaat, was het in dov
kamer volkomen stil. De drie hccren bogen i
zioh zwijgend over de tafel, terwijl Mac<
Williams naar do zoldering staarde en zijn
hoed in do handden ronddraaide. Het tele
gram, dat hij het instrument afluisterde,',
luidde als volgt:
„Zij moeten dc stad in zuidelijke richting
hebben verlaten, bijgevolg© gaan zij óf
naar Tara, San Perdo óf naar Loe Booos.
Onder allo omstandigheden moeten zij aan
gehouden worden laat do straat door ge
wapende mannen bewaken en de vrouw 1©
vend of dood hierheen terugbrengen. Zij
heeft in haar rijtuig of in haar klceron
wissels voor vijf millioan solo verborgen.
Herhaal deze opdracht ten toeken, dat gi/
dio goed begrepen hebt, en zond die naaj
Lob Boooe door. Als zij niet
(Wordt vervolgd.)