LEIDSCK DAGBLAD, WOENSDAG 6 AUGUSTUS. - TWEEDE BLADi
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De Ingenieur.
flo. 13021
Anno 1902.
minstand te verhelpen. Maafcregeikei van bo
ven geven niets; net komt vooral" aan op
nauwkeurige keimis van feiten, Eerat dan
kan de wetenschappelijke jurist aan hot
woord komen.
Het Handelsblad bevatte een artikel, waar
in, uitgaande van de restauratie
plannen van de „Liboraie Unie'1 en de
Provinciale Groninger Courant, de vraag
wordt gesteld: of inderdaad de kies-
reoht-urgenti e het een i ge is, dat
de vrijzinnigen verdeelt?
Do sohr. erkent, dat hij na het afgeloopen
parlementsjaar aan het twijfelen is geraakt.
Hij acht het opmerkelijk, ,,dat de vrijzinnig-
demooraben, in weerwil van de geringe
gelegenheid tot klourbekennen, herhaalde
lijk zijn ingegaan op een i n d i c o van de
sooialiston in de kleur van het 6 o o i a 1 e
s e nt i m e n t". Uit de behandeling van de
militaire ontworpen brengt hij voorbeelden
aan tot staving zijnor bewering. „Trouwens
heet het daarna ook bij een niot-mili-
tair onderwerp als de Aziatische stoomvaart
lijn waren de sooialisten en de vrijzinnig-
demooraten de oenjige groepen die en b 1 o o,
als partij, tegenstemden".
In elk geval: het feit, dat zelfs in een jaar
van zoo weinig „groote politiek" do vrijz.-
demooraten gelegenheid vonden tot hot inne
men van een eigen stelling, dicht bij do so
cialisten, geeft recht naar hij meent
tot hot onderstellen althans van do uiogo-
1 ijk hoi d, dat or wèl andere verschillen
bestaan.
En hij komt tot do vraag: of er niet wel
licht een scheidingslijn loopt, niet door het
algemeen kiesrecht on de urgentie-quaestie,
maar ergons door eon punt, van wat hij
noemde het sociale sentiment?
,,Hot is nuttig deze mogolijkheid onder de
oogon te zien vóór men toekomst-harmonieën
op kiesrecht-aoooorden oom poneert-. Bestaat
er inderdaad geon ander verschil dan ton
aanzien van het kiesrecht, welnu, dan zullen
wij het gaarne uit don weg zien ruimen.
Maar anders zou het niet de pijne waard
zijn."
De schrijver golooft mot de Nieuwe Rot ter -
damsche Courant dat voor het algemeen kies
recht dat hém koud noch warm maakt
ook de meerderheid van ons volk onverschil
lig is, zoodat hot als positieve leus onbruik
baar ie. Wil men een zoodanige uit die om
geving, dan vatte men hot vrouwen
kiesrecht aan, waarvoor een nog kleine,
maar wassende schare zich warm maakt.
De schrijver wil over de kicsreohtkloof wel
een brug, maar geen noodbrug, die na
do kiesreohtoplosüing wordt afgebroken.
Men dient dus vooraf zeker te zijn, dat niet
alleen op hot stuk van kiesrecht hcreoni-
ging zal worden verkregen. Goed on duide
lijk dient to worden afgesproken, dat" men
op sociaal gebied eenerzijdfl niet zal rotvnen,
nu al genoeg te hebben gedaan, maar an
derzijds ook niot, naar socialistischcn trant,
voor niets anders oog liooft dan voor den
workman. Goed on duidelijk dient ook tc
worden afgesproken, dat men op hot stuk
van landsverdediging gezamenlijk front zal
maken togon de socialisten. Van do „defen
sie-paragraaf govo do „Liberale Unie" geen
lettor prijs.
D r. K u y p o r. De heer H. de Wilde,
lid dor Staten van Zuid-Hol Land voor Mid-
delharnis, heeft een vlugschrift uitgegeven
getiteld: ,,Dr. A Kuypor, in zijn bebcekenis
voor do politieke ontwikkeling van hot Ne-
derlandsohc volk."
Aanloiding tot hot schrijven van dezo sohete
vond do heer De Wilde, blijkens do voorrede,
in de vraag, herhaaldelijk tot hom gericht:
,,of er con biographie bestond van don bo-
genwoordigen Minister van Binncnlandschc
Zaken, waarin niot slechte eenige voor zijn
persoonlijk leven on voor zijn familiekring
beteokonendo feiten en voorvallen voorko
men, maar formeel zijn beteekenis voor het
Nodorlandsohc volk, voor de wetenschap,
voor Kerk en Staat, wordt cvangogovon."
Volgens zijn oordcel voldoet hieraan zelfs
niet dc bekende lovene9ohets, door jhr. rar.
W. H. de Savornin Lobman in Mannen
van beteekenis van dr. Kuypcr ge
geven.
Deze leemte heeft do heer Dc Wilde nu
willen aonvullon door het schrijven van dit
werkje, waarin hij de geestverwant
me* de grootste bewondering uiteonzot hoe
cb. Kuypor zijn groeten invloed heeft ver
worven en getoond heeft niet enkol een volks-
leidor, maar ook een staatsman te zijn.
De Hollander sahrijft:
He* is bekend genoog, dat er onder de
predikanten bij de Horv. Kerk s o c ia-
listen zijn. Ondor hen behoort de heer
A. van dor Heide, predikant te Engel urn,
van wiens ,,preckon" to Leouwardcn Het
Volk een en ander mededeelt.
Men leze:
„Do partijgenooten te Leeuwarden had
don tweo achtereenvolgende Zondagen hot
genoegen, dab onzo partijgenoot A. v. d.
Heide van Engelum een preekbeurt vorvulde
in do horvormdo kerk te Leeuwarden.
Beide malen was een flink aantal partij-
genooten aanwezig, die do sooialo preek mc*
genoegen aanhoorden. Een scherpe critiek
werd geleverd op do maatschappelijke wan
verhoudingen, en gewezen op don plicht,
dien do godsdienstige monsoh bo ddon opzich
te moeeb innemen. De sprokor meend dat
Jezus, indien Hij nu weer op aarde kwam, r'
zijde dor sooialisten zou kiezen en d.„ Land-
schoen zou opnemen voor do verdrukten en
onterfden.
Do Kerk zou zeer in waarde stijgen, als do
predikers het kapitalisme bestreden zooals
dezo spreker, on niet handlangersdiensten
voor do kapitalisten verrichtten, zooals nu
meermalen het geval is."
Hot spreekt vanzelf, dat wij op dit stukje
niet ingaan; doch wol gcoft hot aanleiding
om te wijzen op do zonderlinge houding van
de Haagschc Synode, die geroepen is voor
den wolstand immers toch ook voor don
geostelijkon welstand van de Herv.
Kerk te zorgen.
In één harer vergaderingen, die de Haag-
solie Synode te 's-Gravenhage liield,, is heul
ornsfcig behandold do vraag of hot niet ge-
wensoht is voor te sohrijven, dat het predik
ambt in do Horv. Kork niet vereen ighaar is
met he* lidmaatschap dor Tweede Kamor.
Op hot oog had men vanzelf de hoeren Dc
Vissor on Schokking, omtrent wier werk
zaamheden als predikanten op voorstel van
de heoTon Bronsveld c. s. een onderzoek is
ingesteld.
Nu rijst vanzolf de vraag: Is hot looh niot
teokenond, dat do heeron van de Haagscho
Synode zich wel bekommerd maken over do
plichtsbetrachting van de predikanten De
Vissor on Schokking, terwijl de socialisti
sche predikanten ongestoord mogen voort
gaan om don kansel door hun socialistischo
„prcekon" to ontwijden?
Of wil men den hoeren Do Visser en Seliok-
king doen gevoelen, dat het niot aangaat in
do Kamer con politiek voor bo staan, die bij
den vioo-voorzitter der Synode, dr. Brons
veld c. a., geen genade kan vinden?
In elk geval komt ons do houding der
Synode zeer zonderling voor. Zonderling
voor wat betreft de socialistische predikan
ten en onbillijk on onredolijk tegenover dr.
Do Vissor en mr. Schokking, voor wier vor-
kiozing, althans van dr. De Vissor, do heet
Brónsvold in 1807 hard heeft gewerkt.
Het Centrum bevatte do volgende asterisk:'
Wij lezen in de Nieuwe Rotterdarnsche
Courant:
„Et worden hier ter stede pogingen aan
gewend tot hot oprichten van een vereeni-
ging, uitsluitend van personen, behooronlo
tot dan middenstand dor burgerij, met het
dool om zonder op godsdienst te lotton, voor
gemeenteraad on Twcode Kamer afgevaar
digden te kiezen, die de belangen van di n
6tand zullen behartigen.
Reeds is een voorloopig bestuur gekozen,
en weldra zal een openbare vergadering wor
den u itgesch roven.
Het moet ons uit dc pen, dat we voor zulk
eon organisatie en optreden slechts matige
sympathie kunnen gevoelen.
Dot do middenstand waakt voor zijn be
langen niots natuurlijker dan dat.
Wij bobben herhaaldelijk betoogd, dat vóór
on... dóór dezo nuttigo categorie van inge
zetenen veel te woinig werd gedaan, on or op
aangedrongen, dat men meer zou doen.
Ook zal een ieder hot billijken, dat dc mid-
De heer Van der Zwaag antwoordt in
zijn weekblad De Klok op den aanval, te-
fen hem gericht in De Volksstryd en in Het
'olk (zie vorig Overzicht).
Aan zijn antwoord is het volgende ont
leend:
Dat ik ..niet warm" meer ben voor de ge-
heele arbeidersbeweging is betrekkelijk waar,
is in zooverre waar, dat ik niet meer zoo
dikwijls en ik denk van ook niet met het
zelfde vuur van voorheen bij meetings en
vergaderingen optreed.
Daarvoor zijn twee redenen. Ten eerste
de eeuwige herrie in do arbeidersbeweging
'Aan welke zijde dc schuld hiervan ligt, laat
ik in het midden, maar mij heeft die herrie
ontmoedigd. Terwijl de eene „leider" met
,vuur oreert: „Dezen weg op!" komt er een
ander en roept: „Neen, die is de eenige weg
ter verbetering", terwijl een derde beweert,
dat dc beide eersten het ver mis hebben. En
ati dat nu nog ging op de manier van „Man
nen, broeders, ik geloof, dat het zóó is", zon
der persoonlijke aanvallen op do andere
richting en alleen voorlichtingsgewijze, met
het overlaten van de conclusie aan hoorders
en lezers, dün zou oneens-zijn ontwikkelend
kunnen werken.
Maar het is weer het oude liedjeeen
Dortsche Synode in socialistisch kleed.
't Is waar, personen en zaken zijn niet al
tijd te scheiden, maar naar mijn mecning
is het haast zoo ver in de arbeidsbeweging,
dat personen en zaken met elkaar maar al
te dikwijls worden verwisseld.
Ik kan daaraan niet meedoen en zou mij
dus alleen om deze reden nóch laten inlijven
bij de S.-D. A.-P.., nóch scharen bij de vrije
Socialisten of Anarchisten.
Wanneer ik dus optreed, tracht ik het so-
cialismo te propageeren, het aan dc hoor
ders overlatende hoe te werken, ten einde de
komst er van te bevorderen.
Daarom spreek ik als het zoo uitkomt
evengoed op socialistische meetings, waar
de parlementaire actie fel wordt bestreden,
als op die, waarop ze wordt aanbevolen,
en dat ik daarbij nog het meest in gezel-
sohap ben van bestrijders der parlementaire
actie, zit hem doodeenvoudig hierin, dat van
wege de voorstanders er van wel veel mee
tings en vergaderingen worden gehouden,
maar juist in hoofdzaak vóór die parlemen
taire actie alleen, zonder dat men van het
socialisme zelf daar veel hoort.
Dat ik voor het algemeen kiesrecht niet
meer met zulk een vuur kan pleiten, dat het
doovo kolen aansteekt, is eveneens waar. Düt
onderscheidt me juist weer van de sociaal-de
mocraten, in dubbel opzicht nog wel.
Toen ik er nog bijzonder warm voor was,
beschouwde Helsdingen hot stembiljet nog
als alleen goed als prop op een geweer en
was Schaper de jonge harddraver, die het
niet voldoende vond, dat de socialistenbond
zou werken met aüo temdienste-staaado mid-
dolen, wettige zoowel als onwettige; „ge
welddadige zoowel als vredelievende" moest
e.' bij. Ik denk, dat hij nu voor het „geweld
dadige" en Helsdingen voor do prop op het
geweer al evenmin warmers als de firma
Libertas voor revolvers.
Toch ben ik nóg voor algemeen kiesrecht,
maar ik wensch mij te honden aan het fiere
woord, indertijd door de gcheele socialisti
sche partij of althans namens die partij ge-
Bproken: Wij vragen het nu voor de laatste
maal.
Wel stem ik mee en debatteer ik soms mee
over kleine zaken in Staten en Gemeente
raad (en Tweede Kamer). Zeker, maar wat
doe ik niet en wat onderscheidt me dus in
dezen van de sociaal-democraten? Dit, dat
ik die kleine zaken niet grootcr voorstel dan
ze zijn en het geen verbetering van eenige
beteekenis noem, wanneer bijv. aangenomen
wordt, dat een werkgever de premie voor de
ongevallen-verzekering niet op het loon van
zijn werkman mag verhalen.
Onwaar is het, wat Het Volk beweert, dat
ik van wal gestoken ben als te „revolutio
nair" om mij bij de S.-D, A.-P. aan te slui
ten. Integendeel, en dit is geen „verande
ring" bij mij, maar steeds zoo geweest, ge
voel ik mij het meest in beginsel ver
want met de sociaal-democratie. Maar
om de waarhoid tc zeggen, 6tond mij
42)
„Zij hebben veel van oen zwerm opgejaag
de horzels", merkte Mac Williams lachend
op. „Wat zullen wij nu doen? Terugrijden,
hier wachten of de blokkade breken?"
„O, wij zullen een kleinen wedstrijd met
hen houden," antwoordde Langham. „Mijn
bloedverwanten wachten in groote spanning
op ons en ik zou hun gaarne vertellen, hoe
het gegaan is. Rijd door."
„Gaat liggen, kerels", beval Clay den ma
trozen, die achter hen in den wagen zaten,
„on niemand schiet, zonder dat ik daartoe
bevel heb gegeven. Yoorloopig mogen de an
deren alleen voor het schieten zorgen, die
kunnon immers niet eens een stilstaande lo
comotief troffen, laat staan dan een, die zich
in volle vaart bevindt"
„Of zij mogelijk de rails opgebroken heb
ben?" vroeg Mac Williams grijnzend. „Wij
zouden ons tamelijk dwaas gedragen, als wij
plotseling door de lucht vlogen."
„Och wat; zij hebben niet genoeg verstand
om aan zoo iets te denken", antwoordde
Clay. „Bovendien weten zij het immers ook
nog niet, dat wij het waren, die hun wape
nen weggenomen hebben."
Voorzichtig opende Mac Williams de
sloomklep en de trein zette zich langzaam
in beweging, maar won met elke omdraaiing
der raderen aan snelheid.
Toen het geraas, dat hij maakte, luider en
luider werd, steeg een gehuil van woede van
uit het fort omhoog; een menigte soldaten
destijds de manier nie$ aan, waarop
se tot stand kwam, afgescheiden nog
van de waarheid, dat men, als trouwe so
ciaal-democraten, nooit uit den ouden Bond
mocht loopen, indien men het sooialistische
inderdaad niet verre had achter gesteld bij
de democratie.
Ik gevoelde geen lust bovendien om mij
aan te sluiten bij personen, die, kort te vo
ren elkander nog uitscheldende met do lee-
lijksche namen, nu als broeders saAm verga
derden.
Onjuist is het dus, dat ik in naam anti
parlementair ben; het is maar een verschil
van graad tusschen ons. Ik ben bijv. weer
niet parlementair genoeg om voor verbete
ring van het lot van onderofficieren te strij
den om een klas van discipline noodig te
vinden; om herhaaldelijk te betuigen, dat
ik „reeds de eer" had Zijne Excellentie aan
zijn departement te spreken," enz., enz.
Dat ik overigens minder doe voor de ar
beidersbeweging dan vroeger, zit hem in
mijn gestel. Ik kan geen halfuur meer spre
ken in de open lucht zonder hoofdpijn te
krijgen en ook het spreken in zalen valt mij
zwaarder dan vroeger.
Zoolang De Klok bestaat heb ik, bijna van
den beginne af, haar altijd geredigeerd, in
de laatste jaren zonder eenige medewerking,
dan die van een inzender van een enkel stuk.
Alleen in de beide laatste jaren, vooral in
het voorgaande, heb ik eenige geregelde hulp
gekregen.
Elk nu, die een paar jaar of langer een
blad geredigeerd heeft, in hoofdzaak gevuld
ook, geheel alleen weet wat dat beteekent.
Ik ben er dan ook door afgemat geraakt
en gaarne beken ik het: Ik kan op dat ge
bied nut meer wat ik vroeger kon. Meer dan
eens ben ik wanhopig geweest, als de zetters
cien laatsten dag om kopij vroegen en ik niet
wist waar die te halen. Een en ander heeft
op mijn zenuwgestel zóó nadeelig ingewerkt,
dat meer dan één geneesheer mij telkens het
cptreden voor een langen tijd verbcod.
Zie, het is onaangenaam dergelijke dingen
te moeten zeggen in het publiek, maar als
men zoo wordt aangevallen en misschien cok
anderen rich wel eens verwonderen en erge
ren over gebrek aan warmte, dan moet het
wel eens gebeuren.
Maar toch noem ik het een leugen van
Tiet Volkdat „geen enkele beweging der ar
beiders zeiven buiten het parlement, in do
laatste jaren op touw gezet", mij uit mijn
rustig hoekje vermocht te lokken.
Juist het tegendeel is waar Waar ik mij
beperken moest, daar heb ik juist bij voor
keur die spreekbeurten aangenomen, die
voor een beweging van arbeiders zelve dien
den. Zoo heb ik bijv., indien het mij iets
mogelijk was, nooit een spreekbeurt afgesla
gen voor een vakverceniging van landarbei
ders of de oprichting er van. Voor dat doel
ben ik hoewel in hoofdzaak in Friesland
nogal eens opgetreden misschien nog een
keer meer dan liet Volk meent, want daar
op dergelijke vergaderingen niet zulke schit-
tejende overwinningen tc behalen zijn, als
in de verkiezingsvergaderingen, (waarin het
nu juist niet altijd een beweging van louter
arbeiders zeiven betreft) vergenoeg ik mij
in den regel met een heel kort berichtje
over zulk een spreekbeurt, een berichtje, dat
men gemakkelijk over het hoofd kan zien.
Ook sprak in enkele keeren voor de geheel
onthouding. omdat ik ook in deze beweging
iets van practisch nut zie.
Hier zal ik het voorloopig bij laten.
De zware strijd om het bestaan, dien het
klein bedrijf in onzen tijd te voeren
heeft, doet De Standaard een tweetal arti
kelen wijden aan con der misbruiken, waar
door vooral het kloin-bedrijf getroffen
wordt: de oneerlijke concur re n-
t i e:
Het i6 een zeer wijd begrip, die oneerlij
ke concurrentie Er moet natuurlijk bij het
aanprijzen der waar zekere speelruimte ge
laten worden. Het is to doem om den koo-
per aan te lokken, niot om een wetenschap
pelijk juiste besohrijving der waren, die men
aan den man wil brengen .Maar hoe ruim
hartig men ook de grensbepaling neme, al
le opzettelijk opwekken van valsche voor
stellingen, alle dupeeron van concurrentie
en publiek te gelijk door yaleohe opga* n
liep op do rails en sprong, de geweren drei
gend zwaaiend, tusschen en naast de spoor
staven.
„Dat ziet er toch uit, alsof zij weten, dat
wij de hand daarbij in het spel hebben ge
had," zeido Mac Williams nijdig, „maar als
zij niet voorzichtig zijn, kaü licht iemand
verongelukken."
Qp een plaats, waar. de soldaten het
dichtst opeen stonden, flitste het op en daar
op volgde nog een dozijn andere schoten,
waarvan de kogels tegen den schoorsteen cn
den ketel van de locomotief aansloegen.
„Misgeschoten 1" riep Mac Williams met
een verheugd gegrinnik, „maar pas nu eens
op."
En nu opende hij dc stoomklep, zoo ver
het gaan wilde, en de machine volgde deze
hulp als een raspaard de zweep. Het was bij
na alsof zij een sprong maakte. Zij trilde
en beefde als een levend wezen cn toen zij
daarop tusschen do soldaten schoot, stoven
zij zoo haastig mogelijk naar beide kanten
en Mac Williams boog zich, hen met den
vuist dreigend, ver uit den trein.
„Gij hebt de aansluiting gemist, niet
waar?" schreeuwde hij. „Zeer bedankt, ook
voor de geweren."
Toen de trein uit het kreupelhout te voor
schijn kwam cn het punt der lijn, het dichtst
bij de Palmenvilla gelegen, bereikte, liet
Mac Williams do stoomfluit driemaal hoo-
ren, terwijl de matrozen zich oprichtten en
een luid hoera riepen.
„Laat ze maar schreeuwen," merkte Clay
op. „Wij kunnen nu toch geen geheim meer
van de geschiedenis maken. Eindelijk is het
spel begonnen", besloot hij met een zucht
van verlichting.
„En wij hebben den eersten zet gedaan,"
bver de waarde der verkochte artikelen
bvereohrijdt die grens.
Die bedriegerij betreft oorsprong, samen
stelling of hoeveelheid der koopwaar, of de
waarde der aangeboden diensten. Ook wel:
misleiding omtrent titels^ onderscheidingen
of diploma's.
Bij deze publioafciën komt he* knoeien me*
quantitedt en qualiteit der koopwaar.
Een derde vorm ia het opzettelijk bena
deel en van de reputatie der oonourrenten.
Voorts is or he* me* geringe en niet in
bet oog vallende wijziging overnemen van
naam of handelsmerk van een gevestigde
en gerenommeerde zaak.
Of ook: het omkoopen van een meester
knecht om het geheim der samenstelling van
een fabrikaat meester te worden.
Als eerste middel, van overheidswege te
gen oneerlijke mededinging on te wenden,
noemt De Standaard de bepaling van art.
1401 van het Burgerlijk Wetboek: „Elke on
rechtmatige dood, waardoor aan een andeT
schade wordt toegebracht., stol* den gene,
door wiens schuld dc schade veroorzaakt is,
in de verplichting, dezelve te vergoeden."
Nu verdeelt het blad de gevallen van on
eerlijke concurrentie in twee ru rieken: die,
welke gerioht zijn tegen het publiek en de
concurrentie in het algemeen, en dio, welke
tegen één bopaalden concurrent zijn gericht.
Op de eerste rubriek zal art. 1401 B. W.
bezwaarlijk van toepassing kunnen zijn, aan
gezien daarvoor voroischt worat, da* de
rechtsvordering van één bepaald persoon
uitga. Zulk èen bepaald persoon ontbrc, _g.
Het tweede bezwaar tegen do toepassing ligt
in de moeilijkheid om het bewijs te leveren,
dat inderdaad schade is geleden
Voor de tweede rubriek is art. 1401 B. W.
gemakkelijker van toepassing. Daarbij helpt
voor tal van gevallen do wet tot bescher
ming van wettig gedeponeerde handels- en
fabrieksmerken.
Tooh blijft hier do moeilijkheid in de uit
legging van de uitdrukking: „onrechtmati
ge daad". Langen tijd was een deel der
rechtsgeleerde wereld van oordeel, dat een
onrechtmatige daad slechts dio daad kon
zijn, welke in strijd was met cenig positief
wettelijk voorschrift. Dc Fransohe rechter
huldigt echter bij een dcigolijk wetsartikel
als ons art. 1401 B. W. ecu ruimere opvat
ting. Daardoor kan hij dc oneerlijke con
currentie dan ook met meer vrucht beteu
gelen.
Gelukkig is er sedert 1894 ook te onzent
een ruimere interpretatie van art. 1401 toe
gelaten. Nooit is op rechtsgronden na dion
tijd een eisch om schadevergoeding wegens
deloyale ooncurrcntie ontzegd. Gebeurde
dit toch, dan was dit het gfevolg van de fei
telijke omstandigheden, die don rechter
dwongen de actie tot schadevergoeding niot
ontvankelijk te verklaren ojf te ontzeggen.
In Duitschland is een afzonderlijke wet te
gen de deloyale concurrentie in het leven ge
roepen (in 1896). Ongelukkig schijnt deze
volgens het oordeol van 'Duitschc juristen
in de praotijk dikwijls uiterst ormaliebisch
en benepen te zijn toegepast. En een
merkwaardig geval I do misbruiken van
het reclame-wezen zijn niot minder talrijk
geworden. Integendeel. Zij komen veclvul-
diger voor.
Tusschen dc Fransche opvatting van de
oude wetsbepaling cn de Duitsohc toepas
sing dor speciale wot is dus dc keuzo niet
mooi lijk
De Standaard komt dan ook bij do horin-
nering aan do ruimere opvatting, die sedert
1894 ook in Nederland heerscht ton opzichte
van de toepassing van art. 1401 B. W. tot
de meening, dat een nadere wet niet won-
sohelijk is in die gevallen, waarin de oneer
lijke oonourrontie gericht is tegen bepaald
aanwijsbare personen of firma's. Is die ech
ter gericht tegen alle concurrenten en het
publiek, daar vindt het blad een strafbepa
ling onontbeerlijk. De redactie dier bepaling
zal niet'gemakkelijk zijn.
Een vaste conclusie wil het blad niet trek
ken. Het was echter slechts zijn doel om
hen, die hot aanstaand congres voor de be
langen van den middenstand te Amsterdam
willen bijwonen, op te wekken daar hun er
varingen in deze zaak medo tedeelen. Ook de
oncerlijko concurrentie zal or besproken
worden Het is ieders plicht, dezen socialen
zeido Mac Williams, toen hij langzaam het
6lation binnenreed.
De fluit der locomotief en het'hocraroc-
pen der zeelui waren ver door den stillen
nacht gedrongen cn toen de mannen over do
grasperken in den tuin van de Palmenvilla
snelden, zagen zij, dat alle achtergeblevenen
op do veranda waren verschenen en hen
opwachtten.
„Komen de zegevierende helden?" riep
King.
„Ja, de zegevierende helden komen", ant
woordde dc jonge Langham lachend. „Al de
wapenen en de ammunitie zijn in onze han
den en men heeft op ons geschoten. Wij zijn
in het vuur geweest."
„Is iemand van ulicden gewond?" vroeg
miss Langham bezorgd, toen zij en de ande
ren de treden afsnclden, terwijl de man
schappen der „Vcsta", die achtergebleven
waren, hun kameradon vol nijd beschouwden.
„Wij hebben zoo in angst om u lieden
gezeten", zeide miss Langham.
Hope stak C'lay dc hand toe en begroette
hem met een kalmen, gelukkigen glimlach,
welke een scherp contrast met de om haar
heen heerschende agitatie en verwarring
vormde.
„Ik wist, dat gij behouden en wel zoudt
terugkeeren," zeidc zij, en de druk van haar
hand scheen er bij te voegen: „tot mij I"
XII.
De dag der groote parade brak helder en
zonnig aan en een lichte zeebries temperde
de hitte. Daar het een feestdag was, ver
toonde de haven een tafereel van ongewone
rust. De lichte rookwolken, welke uit den
schoorsteen der „Vesta" omhoog stegen, en
het feit, dat het jacht slechts nog aan een
anker lag, schenen aan te duiden, dat het
elk oogenblik gereed was zee te kiezen.
Toen Olay zijn koffie dronk, werden hem
twee brieven gebracht. Een daarvan was van
Mendoza, waarin hij Clay mededeelde, dat
hij besloten had van do medewerking van het
regiment, hetwelk in do mijnen werkte, af
te zien, daar hij bang was, dat het, wijl het
in zoo lang niet onder dc wapenen was ge
weest, de vergelijking met de anderen niet
doorstaan en hem meer nadeel dan voordeel
brengen kon.
„Sinds van nacht is hij daar bang voor,"
merkte Clay op, toen hij Mac Williams den
brief overhandigde. „Hij heeft volkomen ge
lijk: het zou hem kunaen schaden."
Het Lweedo briefje was van Stuart en be
vatte de mededeeling, dat reeds een groote
opgewondenheid in do stad was op te mer
ken, maar óf men dio aan het feit moest
toeschrijven, dat het een feestdag was, óf
aan een andere oorzaak, kon hij niet zeggen
dat zou eerst later blijken. Den vorigen na
middag was madame Alvarez op haar wan
delrit langs do Alameda voor een café door
een aantal lieden beschimpt, die opgestaan
waren en haar toegeschreeuwd hadden en
een van hen had haar zelfs een wijnglas in
den schoot geworpen. Zijn Stuart's
ruiters waren toegesneld en hadden zes van
de boosdoeners gevangengenomen Hij en
Rojas hadden den president overreed, alle
toebereidselen tot een onmiddellijke vlucht te
maken en den reiswagen ingespannen gereed
te houden. Bovendien had hij hem geraden,
bij de parade zich zooveel mogelijk bij zijn
eigen lijfwacht en zoo vor mogelijk van Men-
doza's regimenten te houden. Stuart voegde
er bij ,dat hij volkomen vertrouwen in zijn
manschappen stelde. Do politieagent, die ge-
tracht had Burke's briefje aan Mendoza uit
te leveren, had bekend, dat hij de eenige
verrader was en zonder ccnig succes had be
proefd zijn kameraden op Mcndoza's zijde
te brengen. Aan hot slot richtte Sluart het
verzoek aan Olay, zoo spoedig mogelijk bij
hem tc komen.
Na het lezen van deze brieven begaf Ola
zich allereerst naar dc Palmenvilla, on
dat hij daar mét mr. Langham had bernat
slaagd, zond hij Kirkland het bevel de man
schappen bijeen to roepen, zo er op tc wij
zen, hoeveel beter hun toestand was sinds zo
in do mijnen werkten cn hun een verhooging
van loon tc beloven, als zij nr. Langham
trouw bicven, evenals een zeker jaargeld
voor degenen, die tijder s hun diensttijd ge
kwetst werden, „wat ook de aanleiding toti
de verwonding zijn mocht."
„Zeg hun ook, dat, r-h zij trouw blijven,
zij van nu af ook kosteloos in hun huizon
mogen wonen," schreef Olay, „want dezen
wensch hebben zij immers voortdurend te
kennen gegeven. „Dat is een goedkoop®
vrijgevigheid," voegde hij er, tot mr. Lang
ham gewend, bij, „want wij zijn nog nooit
bij machte geweest eon penning huur van
hen te krijgen."
Tegen den middag beval de jonge Langhanf.
de drie beste paarden in den stal voor Clay,
Max Williams en hem te zadelen. Olay ver
zocht King nog bij het wegrijden, het jacht
tot uitzeiling gereed te hebben en den dames
gaf hij den raad haar klccrcn on voorworpen
van waarde in te pakken, zoodat zij zonder
tijdverlies aan boord zouden kunnen ge
bracht worden.
(Wordt vervolgd.)