LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 28 JUNI. - TWEEDE BLAD.
Officieels Kennisgeving.
FEUILLETON.
No. 129S8
Anno 1902.
volgtrokking voeren: wij bouwen geen
nieuwe schepen meer voor onze vloot Maar
wèl moet de Kamer er onverbiddellijk op
staan, dat haar telkens de noodzakelijkheid
van iederen bouw zóó overtuigend wordt
voor oogen gesteld, dat zij tegenover de be
lastingschuldigen is verantwoord met de
honderd duizenden toe te staan, die ieder
nieuw schip verslindt.
Het opbrengen der golden voor leger en
vloot gaat te zwaar en pijnlijk in zijn work
om er licht over te denken. En als dan ton
nen gouds worden verlangd zonder do zeker
heid van nuttige en doeltreffende besteding
voor een doel, waarvoor weinige maanden te
voren geen dringende behoefte aanwezig
werd geacht, en welks bereiking plotseling
wordt aangemerkt als tirgont, dan is de Ka
mer met het toestaan er van niet verant
woord, maar behoort zij het geld te weigeren,
al waro daarmede een ministerieel leven ge
moeid. Eon nieuw schipgoed on wel. Maar
dan ook een schip, dat voor het dool, waar
voor het zal worden ingericht, beslist onont
beerlijk is geoordeeldniet heden nodig,
terwijl het gisteren weelde gerekond werd.
Het Utrechtsch Dagblad bevatte twee arti
kelen over het algemeen stemrecht.
Er worden in de politiek zegt het blad
sinds daarin do massa's een woord mee
spreken, zekore korte en krachtige leuzen
gebruikt, die men niet al te nauw op haar
gehalte moet onderzoekon, maar die veeleer
als verzamelsignaal dienen voor groopon,
wion men geleerd heeft er naar te luisteren.
Schlagwörter noemt men zo in het
Duitsoh en zulk een slagwoord is de lous
„algemeen stemrecht".
Hot is zeer wel to begrijpen, dat men voor
zulk een instelling veel voolt. Hot gelijke
stemrecht droeg reeds zulke te waardeeron
vruchten.
Dc stem, die een man, die een eer is voor
de wetenschappelijke faculteit, waarin hij
zetelt, uitbrengt ovor do richting, waarin
naar zijn oordeel en inzicht het staatsbestuur
schrijden moet, precies gelijk aan de stem
van een dorpsbarbier, wiens blik niet ver
der gaat dan de aeep op hot golaat zijner
klanten.
De stem van een staatsman, dio zijn leven
en zijn diepste overpeinzingen aan don
dienst van don Staat heeft, gewijd, gelijk in
waarde aan de stem von den kastelein, die
zwotet met karrevoerders on dronken zeelui.
De stem van den geleerde, die zijn nacht
waken vervult mot de studie van de hoogste
problemen van wereld en maatschappij, ge
lijk in waarde aan de stom van den veeboer,
die van de wereld slechte de kroep zijnor
ossen kont.
De stem van den predikant cn den priester,
die in een leven vol zelfopoffering slechte
uit zijn op den dienst van het goodo, gelijk
in waarde aan de stem van don woekeraar,
die mot pandjeshuis of woninghuur de klei
ne lieden uitzuigt, of gelijk aan do stem van
den straatschuimer, die in losbandigheid
zijn lovon verkwist.
De stem van den eerlijken, vlijtigon werk
man, gelijk in waarde aan die van den
dronkaard, die zich verstompt in de her
berg on zijn vrouw on kinderen ranselt...
Inderdaad: deze gelijkheid van hot stem
recht moest aanlokken het ook nog uit te
breidon om het algemeen te maken.
Hot gaat zóó goed, het moot ill beter.
De vraag is nu maar: Wat is algemeen
stem recht1?
Het Utrechtsch Dagblad betoogt dan, dat
men onvermijdelijk in absurditeiten vervalt,
door niet vast te houden aan het begrip
„algomcen", en dat men ten slotte altijd wol
tot deze redeneering zal moeten komon, dat
de hoogcre eenheid, de Staat, uit de natuur
der dingon altijd door een minderhoid zal
worden bestuurd en dat het probleem slechts
is, die mindorheid zóó samen te stellen als
voor de staatsgomeonschap het best is
Ziedaar verklaard, waarom er geen alge-
meon stemrecht kan zijn, noch theoretisch,
noch practisch. Want dat het er in de prac-
tijk, zelfs bij een zeer ruim toegekend kies
recht, nog heel niet naar do regeering ,,van
allen door allen" uitziet, leert elk eenvoudig
onderzoek.
Gesteld bovendien, men slaagde er in, een
voor alle partijen bevredigend algemeen kics-
Kroonprins Friedrich August van Saksen en familie.
reaht te verkrijgen, wat bleef er dan over
van dat „algemeen" en van dio regeering
„van allen door allen", wanneer een goed
deel van de kiezore thuis blijft Men kon ze
dwingen om te gaan. Maar cilievo 1 hoe
dwingt men iemand een overtuiging op?
Evenredige vertegenwoordiging baat ook
al niet, want dit beginsel is immers niet
door te voeren bij de stemmingen in de Ka
mer.
Ten slotte betoogt het Utrechtsch Dagblad
dat terwijl nu reeds het regime der ver
kiezingen het regime der middelmatigheden
is hoe lager men afdaalt onder do lagen
van het volk, hoe lager het peil der middel
matigheid wordt, waarop de volksvertegen
woordiging staat.
Algemeen stemrecht is de souvoroiniteit
dor middelmatigheden, naar do juiste defi
nitie van Goumy; maar men verge te niet,
dat deze souvereinïteit is een absolute, zon
der controlccrcnde macht en zonder grenzen.
Het algemeen stemrecht, zegt Amnion, is
er op uit om allo uitstekende persoonlijkhe
den te olominceren. Zoodra do massa's be
speuren, dat iemand oen veel wijderen hori
zon hoeft, dan zij dachten, cn zich niet tot
vertegenwoordiging van particuliere belan
gen leent, maar alleen het algemeen belang
tot richtsnoer neemt, valt hij gewis. De be
kwaamste en eerlijkste afgevaardigden loo-
pen bij elke verkiezing bet meeste gevaar,
de schreeuwers en phrascurs zijn de bevoor
rechten; ja, men heeft potsenmakers me'
ovorwinningslauwercn uit do bus zion ko
men, wier verkiezing men voor ceu moreelo
onmogolijkheid gehouden had.
Zoolang de theorie van algemeen stem
recht ter sprake kwam, lag spot vanzelf op
do lippen ovor de kostelijke clowns-buitelin
gen op het gebied der logica, waarmede dat
meest absurdo van allo dogma's nu sinds
ruim honderd jaren meer nuchtere lieden,
die zich niet laten beetnemen noch andoren
wcnschen beet te nomen, vermaakt.
Maar komen wo op het gooied der pre
tijk, dan vergaat do lust tot spotten, omd,v
we het zeer ernstige gevaar zien. Het gevaar
van den ondergang van onzo beschaving ei»
ons volksbestaan in don wassenden stroom
der middel matigheden, die, zonder speciale,
kennis, zonder ervaring cn verantwoorde
lijkheidsbesef, door do van bun instincten
boliecrschte democratisoho massa's in do sou-
veroinitoit van het landsbestuui' zich gc
plaatst zien.
Do Arnhemschc Courant laat zich ovei
dozc artikelen niet bijzonder waardecrend
uit.
Het betoog, dat wo toch nooit in volstrok-
ten zin algomcen stemreoht krijgen, cn
do Staat altijd door ecu minderheid wordt
bestuurd, doet do Arnhemschc Courant
zeggen:
„Het staatkundig beginsel u herleid tot
een woordenzifter ij 1 Algcmccnc dienstplicht
onzin, omdat het kind niot rcods in do wieg
mot geweer en ransel ligt; dat een sterfgeval
algomeenc deelneming vindt, een leugen,
omdat er altijd monschen zijn, die or zich
niets van aantrekken; de natie heeft in do
vorige weken geen bange dagen doorleefd,
omdat or enkele Nederlanders zijn, die in het
levensbehoud dor Koningin geen zegen vooi
ons land kunnen zien; dc sympathie voor
Boeren in hun holdenstrijd wes niet alge
meen, omdat sommigen Engelands streven
gerechtvaardigd achten! Verba valcnt usu.
het gebruik stempelt do boteokenis der woor
den, schijnt aan het UtrechtsDagblad
niet bekend.
Teckencnd voor het gehalte zijne, argu
menten is ook do bestrijding van het propor
tioneel kiesrecht. In zijn tweede artikel
schrijft het:
„Doch onderstel, dat evenredige vertegen
woordiging voortaan de samenstelling der
Tweede Kamer bepaalde. Eiliovc, hoe stemt
dat lichaam dan? Als do minis: - van ma
rine een pantscrschip verlangt, zal men
voortaan dat schip evenredig vcrdcelen
als er van het aantal vóór waren, den
Minister dan ook geven 2/3 van den romp
on 2/3 van de takelagc? Dit 6ystecm ware
dan voor uitbreiding vatbaar on ongetwij
feld telle dan een met een meerderheid van
2/3 aangenomen wet voortaan 2/3 van de
voorgeeteldo artikelen."
Voorbereidend Militair Onderricht
De BURGEMEESTER der gemeente Lei-
Sen herinnert belanghebbenden aan dc na-
Volgende bepalingen van de regeling van het
voorbereidend militair onderricht, zooals
deze is vastgesteld bij beschikking van den
•Minister van Oorlog, del. 1 Juni 1898, Vilde
efd., no. 10:
„Onder voorbereidend militair onderricht
begrijpt deze regeling het elementair prac-
itiscli en theoretisch onderwijs in den dienst
der Infanterie en der Vesting-Artillerie, dat
door officieren en minder kader van het
iogor wordt gegeven aan jongelieden, buiten
den troep, die zich tot het ontvangen van
dat onderwijs vrijwillig aanmelden.
Het voorbereidend militair onderricht heeft
in het algemeen ten doel, door locale oefe
ning, die zooveel mogelijk aansluiting zoekt
bij het schoolonderwijs m dc gymnastiek, de
bekendheid te bevorderen met de eenvoudig
ste militaire exercitiën, terwijl het tevens
leert kennen de algemeene plichten van den
Boldaat.
Dat onderricht strekt bovendien om hen,
die de verbintenis wcnschen aan to gaan als
vrijwilliger voor het Reservekader, in de ge
legenheid te stellen zich dc voor die verbin
tenis gevordorde bedrevenheid in de behan
deling van het geweer eigen te maken ©n
voorts tot opleiding van toekomstige militie-
plichtigen, die aanspraak wenschon te ver
krijgen op plaatsing bij het korps en in het
garnizoen hunner keuze, óf die zich tijdens
hun verblijf onder de wapenen wensohen toe
'te loggen op het erlangen van eencn graad.
Het voorbereidend militair onderricht
Vormt cenen cursus, die loopt over twee
achtereenvolgende w i n tertijd p or kontelkens
van ongeveer half October tot ultimo Febru
ari on gedurende ten minste 3 uren per week.
Het voorbereidend militair onderricht is
kosteloos voor de deelnemers en kan worden
govolgd door jongelieden van 16- tot 24-jari-
gen leeftijd. Het wordt gegeven in plaatsen
waar Infanterie of Vesting-Artillerie in
garnizoen ligt, indien daar ten minste 3 ad-
Bpiranten voor het Reservekader of in het
geheel ten minste K) deelnemers de lessen
volgen.
De Hoofdoffioier van het Reservekader
doet jaarlijks in de maand Februari e«..n on
dorzoek instellen naar de vorderingen der
jongelieden, die aan het voorbereidend mi
litair onderricht deelnemen.
Aan hen, die voor de militie hebben geloot
ei den vorenvermelden 2-jarigen cursus in
Bijn geheel en, blijkens het onderzoek, met
vrucht hebben doorloopen, wordt uitgereikt
een getuigschrift model W.
Lotelingen, die op het tijdstip hunner in
lijving bij de militie in het bezit zijn van het
getuigschrift model W, komen, behalve dat
zij aanspraak kunnen maken op plaatsing
bij het korps cn in het garnizoen hunner
keuze, vóór andere lotelingen hunner lich
ting in aanmerking voor de opleiding tot
eenen graad, indien het korps, waarbij zij
zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wa
pen, voor welks dienst zij voorbereidend on
derricht genoten en zij ook in andere opzich
ten voor die opleiding de noodige geschikt
heid bezitten."
Voorts wórden belanghebbenden verwit
tigd, dat do aanmelding tot deelneming aan
bovenbedoeld onderricht moet geschieden
vóór 1 Juli a. s. bij den lieer Kolonel
Commandant van het 4de regiment Infan
terie alhier, en dat zij, die zich na dien da
tum aanmelden, vermoedelijk niet meer tot
bet volgen van dat onderricht zullen worden
toegelaten.
De Burgemeester voornoemd,
H. C. JUTA, Weth. loco-Burg.
Leiden, 14 Juni 1902.
PERSOVERZICHT.
De Provinciale Groninger Courant acht
het niet onwaarschijnlijk, dat als de Kamer
nog vóór het sluiten der zitting in Septem
ber bijeenkomt, zij ook nog zal behandelen
het nu reeds in staat van wijzen verkeerend
wetsvoorstel tot verhooging van de b e-
g rooting voor marine met twee ton als
In een nieuwe wereld.
1)
Ik heb een bijzonder interessanten avond
doorgebracht. Ik dineerdo met een paar zeer
ontwikkelde" vrienden in de „Nationale
Socialistische Club." Wij hadden een uitste
kend diner, de fazant met truffels was ver
rukkelijk, en als ik zeg, dat do Chateau La-
fitte 49 den prijs waard was, dien wij er
ivoor hebben betaald, weet ik niet, wat ik
meer te haren gunste zou kunnen zeggen.
Na het diner en onder het rookoa van een
6igaar (ik moet zeggen, dat zij in de „Nati
onale Socialistische Club" goede sigaren
weten op te doen) hadden wij een zeer leer
zaam gesprek over de toekomstige gelijkheid
der menschen en de verdeeling van het
'kapitaal.
Ik heb nic-t veel deel aan het gesprek ge
nomen, wijl ik, nog jong zijnde, reeds ge
noodzaakt werd in mijn eigen onderhoud te
jvoorzien, cn dus nooit tijd en gelegenheid
heb gehad deze vragen te bestudeeren.
Maar ik luisterde opmerkzaam, terwijl
mijn vrienden uitlegden hoe verkeerd de we
reld gedurende die duizenden ecuwen was
geweest, en hoe zij van plan waren die in
•iden loop der eerstvolgende jaren te verbe-
j'tcren.
Gelijkheid van het geheeie menschdom was
.hun wachtwoord volkomen gelijkheid in
alle dingen gelijkheid in bezittingen, ge
lijkheid in stand en invloed en gelijkheid in
Mplichten, en als een gevolg daarvan gelijk-
Jioid in geluk en tevredenheid.
C.
eersten termijn van de kosten van het op
stapel-zetten van een nieuw pantser-
sc h i p, bestemd voor de zeemacht in Oost-
Indië en den algemeenen dienst.
Do Provinciale Groninger herinnert er
aan, dat het bij de indiening en verdediging
der begrooting voor dit dienstjaar heette dat
het drijvend materieel, meer uitsluitend voor
onze landsdefensie, dringend behoefte had
aan versterking. Thans wordt geld aange
vraagd om de scheepsmacht voor ^ost-Indië
en den algemeenen dienst te kunnen comple-
tccren.
Geen wonder, meent het blad, dat deze
plotselinge ommekeer van inzicht bij zeer ve
le leden bevreemding, bij velen teleurstelling
daarenboven heeft gewekt. In do Memorio
van Toelichting tot de begrooting over het
loopend jaar heette het, dat do Minister de
mecning van zijn ambtsvoorganger, dat ver
nieuwing van het drijvend materieel voor de
landsdefensie „bepaald noodzakelijk" is, ten
volle onderschreef en zich dan ook voorstel
de weldra met een aanvraag om geld daar
voor voor den dag te komen. Ja, toen hem
werd aanbevolen de credietaanvraag terug tc
houden totdat do quaestie der landsverdedi
ging nogmaals in haar geheel door een com
missie van deskundigen zou zijn onderzocht,
wees hij dit denkbeeld beslist terug. De ver
wezenlijking er van zou immers „dc zoo
dringend noodige vernieuwing van het drij
vend materieel voor do landsdefensie" we
der schuiven op de lange baan en dan was
Leiden in last. Terwijl alzoo dc Kamer er op
is voorbereid, dat zij zal moeten gcloovcn
aan een zoogenaamd defensicschip, wordt zij
plotseling gesteld voor een aanvraag voor
een schip voor den Indischen en algemeenen
dienst, waarvan het acht maanden geleden
heette, dat versterking van dit materieel
„voorshands minder noodzakelijk" geacht
mocht worden en in de eischen van do Indi
sche strijdmacht naar behooren kon worden
voorzien, als de twee toen in aanbouw zijnde
pantser schep en zouden zijn in gebruik ge
nomen.
Onder deze omstandigheden schijnt de
Provinciale Groninger Courant de crcdiet-
aanvrage voor het nieuwe schip allerminst
geschikt vertrouwen in haar rechtmatigheid
cn noodwendigheid te wekken. Want dat nu
een schip zal worden gebouwd, dat acht
maanden geleden door dcnzelfden Minister,
die het op-stapel-zetten wil tegenover hen,
die toen voor de aanschaffing ijverden, werd
afgebroken, geeft alle recht te beweren, dat
op dit oogenblik iedere zweem van stelsel te
zoek is.
In het geloof in de onmisbaarheid van
den aangevraagden oorlogsbodem wordt het
blad alweder niet versterkt, als het de nood
zakelijkheid hoort inroepen „hot personeel
op de werven niet door tijdelijk gebrek aan
werk te desorganiseeren." Is het niet een
omkecren van de orde van zaken, als do aan
schaffing van nieuw marine-materieel wordt
beschouwd als het middel tot instandhouding
van dc werven'? Aanzienlijke uitgaven voor
nieuw materieel voor de zeemacht kunnen
nooit haar rechtvaardiging vinden in do be
hoefte aan werkverschaffing, die op deze
wijs ook een peperdure zou worden.
Dc Provinciale Groninger Courant gaat
in de verste verte niet mede met hen, dio
alle uitgaven in het belang onzer maritieme
strijdmiddelen geldverspilling achten, omdat
ons toch de financieele kracht ontbreekt de
inrichting onzer zeemacht aan billijke
eischen te doen beantwoorden. Zeker: nooit
kunnen wij tegen de grooten dezor aarde op.
En bij de kleine natiën is ongetwijfeld, in
liet aangezicht van het lot der stamverwante
Republieken dieper dan ooit het besef ge
worteld, dat macht alles, recht niets is in
het volkenrechtelijk verkeer. Maar als zij
niet althans allës doen wat kan worden ge
daan om haar onafhankelijkheid te beveili
gen en de wereld duidelijk te toonen, dat zij
haar heilig is en alles waard, dan is haar
ondergang onvermijdelijk een quaestie van
tijd. Daarom: eenvoudig bij de pakken to
gaan neerzitten, omdat op den duur David
tegen Goliath het moet afleggen, zou gelijk
staan met landverraad. Ook de omstandig
heid, dat verscheidene nieuwe wetten een
zwaren geldelijken druk op de schatkist leg
gen en dat zij daarenboven in de toekomst
voor sociale doeleinden geducht zal moeten
worden aangesproken, mag niet tot do ge-
De wereld behoorde aan allen in gelijke
mate en moest gelijk verdeeld worden. De
arbeid van ieder mensch was niet het eigen
dom van hem :.elf, maar van den staat,
welke hem voedde en kleedde en moest niet
tot zijn eigen voordeel, maar tot het ver
rijken van het geheeie geslacht aangewend
worden.
Privaat eigendom de maatschappelijke
keten, waarmede de kleine massa de groote
menigte had gebonden, het pistool van den
bandiet, waardoor een kleine hoop roovers
aan de maatschappij de vruchten van haar
arbeid heeft ontstolen moest hun ontno
men worden, die hem to lang bezeten hadden.
Maatschappelijke onderscheidingen de
slagboomen, waardoor de opkomende vloed
van het menschdom tot dusvor is tegenge
houden moesten voor altijd aan kant
gezet worden.
Het menschelijk geslacht moest vooruit
streven naar zijn bestemming (welke die
ook moge zijn), doch niet zooals nu, als een
verstrooide hoop, waarbij elk voor zichzelf,
over den hobbeligen grond van ongelijke
geboorte en fortuin, zoekt vooruit te komen,
terwijl hét" zachte gras bestemd is voor den
voet van den bevoorrechte, de harde steenen
voor den misdeelde; maar een goed georga
niseerd leger, waarbij allen naast elkaar
over de effe vlakte van billijkheid en ge
lijkheid maroheeren.
Onze moeder aarde moet al haar kinderen
op gelijke wijze voeden; niemand moet hon
gerlijden, niemand moet te veel hebben. De
sterke man moet niet meer ontvangen dan
de zwakke. De aarde cn alles, wat zij bevat,
is voor de menschen en zij moet onder het
menwlfidom in gelijke deelen verdeeld wor
den Alle menschea zijn door de wetten der
natuur gelijk en moeten door den wetten van
de menschen gelijk gemaakt worden..
Ongelijkheid bracht ellende, misdaad, zon
de, zelfzucht, verwaandheid en veinzerij te
weeg. In een wereld, waarin alle menschen
gelijk zijn, zal geen verzoeking tot het kwa
de bestaan en het edele in onze natuur zou
vanzelf aan het licht komen. Indien alle
menschen gelijk waren, zou do worold een
hemel zijn.
Wij hieven onze glazen op en dronken op
de g e 1 ij k h e i d, de heilige gelijkheid, en
gaven daarna aan den kellner order ons
groene Chartreuse en nog moer sigaren te
brengen.
Ik ging in gedachten verzonken naar huis.
Ik kon in do eerste uren den slaap niet vat
ten; ik lag wakker om na te denken over
dit visioen van een niouwe wereld, dat mij
was voorgespiegeld.
Hoe verrukkelijk zou het leven worden,
indien het plan van mijn socialistische vrien
den eens ten uitvoer gebracht werd 1 Er zou
geen strijd, geen worsteling meer onder do
menschen bestaan, geen afgunst, geen teleur
stelling, geen vrees voor armoede 1
De Staat zou zorg voor ons dragen, van
het oogenblik, dat wij geboren werden, tot
dat wij stierven, hij zou van de wieg tot aan
het graf in al onze behoeften voorzien, wij
behoefden ons om niets meer tc bekommeren.
Er zou niet hard meer gewerkt worden (drie
uur por dag zou net meest zijn, wat de Staat,
volgens onze berekeningen, van eiken volwas
sen burger mocht eischen, en niemand zou
toegestaan worden meer te doen) geen
arme om medelijden mee te hebben, geen rijke
om te benijden niemand, die op ons neer
ziet, niemand op wien wij kunnen neerzien,
(dit laatste is niet zoo aangenaam) ons
gehcole loyen wordt voor ons gorogeid wij
behoeven aan niets te denken dan aan do
glorierijke bestemming (hoe die ook zijn mo
ge) van de menschheid.
Daarop verwarden mijn gedachten zich en
viol ik in slaap.
Toen ik wakker werd, zag ik mijzelf ondor
een glazen stolp, in een hoog, somber ver
trek liggen. Er hing een papier bovon mijn
hoofd; ik keerde dot om en las de volgende
woorden:
„Een man in slaap,
tijdstip 19do eeuw.
Dozo man is in con huis te Londen, na do
groote sociale revolutie van 1890, Blapcnde
govondon. Volgons het beweren van zijn hos
pita moet hij reeds, toen mon hem vond,
meer dan tien jaar in slaap zijn geweest.
Mon heeft uit een wetenschappelijk oogpunt
besloten, hem niet wakker to maken om to
zien hoe lang hij zou doorslapen on hij werd
daarom den 14den Februari 1000 naar het
museum van curiositeiten gebracht en daar
tentoongesteld.
Bezoekers wordt verzocht geen water door
do luchtgaten te spuiten."
Een oude heer met een verstandig gelaat,
die bezig was in een naburige kast eenigc
opgestopte hagedissen to rangschikken,
kwam naar mij toe en nam de stolp van
mij af.
„Wat is er?" vroeg hij, „heeft iets uw
rust verstoord V'
„Neen," zeide ik. „Ik word altijd op dozc
manier wakker, wanneer ik voel, dat ik ge
noeg geslapen heb. In welke eeuw zijn we?"
„Dit," zeide hij, „is de negen en twintigste
eeuw.-Gij hebt juist duizend jaar geslapen."
„Ahl Ik ben ook geheel uitgerust," her
nam ik, terwijl ik van dc tafel afkwam. Er
gaat niets boven een goede nachtrusl.
„Ik merk, dat gij nog weet, hoe gij doen
moet", zoidc dc oude heer togon mij, toen ik
mijn klecren aantrok, welke naast mij in do
glazen kast hadden gelegen. „Verlangt gij,
dat ik met u door de stad wandel en u al
do veranderingen aantoon? Gij kunt dan
allerlei vragen doen en dwaze opmerkingen
maken."
„Ja," hernam ik, „ik geloof, dat dit het
beste zal zijn."
„Dat geloof ik ook," mompelde hij. „Kom,
laat ons dan gaan", en hij ging mij voor do
kamer uit.
Toen wij naar beneden gingen, zcido ik:
„Wel, is nu alles in orde
„Wat in orde?" vroeg hij.
„Wel, de wereld", antwoorddo ik. „Een
paar vrionden van mij waren even voordat
ik ging slapen, bezig haar uit elkaar tc ne
men en weer, zooals het behoort, in elkaar
to zetten. Is nu alles, zooals het wezen moet
Is iedereen gelijk on heeft men nu nfgedann
met do zonde cn het verdriet en al dio soort
dingen?"
„O ja", hernam mijn gids, „gij zult nu
alles in orde vindon. Wij hebben nu juist
een volmaakten toestand verkregen. Nie
mand wordt toegestaan iets verkeerds of iets
kwaads te doen, on, wat do gelijkheid be
treft, kikvorschen hebben in dat opzicht
niets boven ons voor."
Ik vond, dat hij cenigszina ruw sprak,
maar ik zeide hom dit natuurlijk niet
(Wordt vervolgd.)