LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 28 JUNI. - TWEEDE BLAD. Officieels Kennisgeving. FEUILLETON. No. 129S8 Anno 1902. volgtrokking voeren: wij bouwen geen nieuwe schepen meer voor onze vloot Maar wèl moet de Kamer er onverbiddellijk op staan, dat haar telkens de noodzakelijkheid van iederen bouw zóó overtuigend wordt voor oogen gesteld, dat zij tegenover de be lastingschuldigen is verantwoord met de honderd duizenden toe te staan, die ieder nieuw schip verslindt. Het opbrengen der golden voor leger en vloot gaat te zwaar en pijnlijk in zijn work om er licht over te denken. En als dan ton nen gouds worden verlangd zonder do zeker heid van nuttige en doeltreffende besteding voor een doel, waarvoor weinige maanden te voren geen dringende behoefte aanwezig werd geacht, en welks bereiking plotseling wordt aangemerkt als tirgont, dan is de Ka mer met het toestaan er van niet verant woord, maar behoort zij het geld te weigeren, al waro daarmede een ministerieel leven ge moeid. Eon nieuw schipgoed on wel. Maar dan ook een schip, dat voor het dool, waar voor het zal worden ingericht, beslist onont beerlijk is geoordeeldniet heden nodig, terwijl het gisteren weelde gerekond werd. Het Utrechtsch Dagblad bevatte twee arti kelen over het algemeen stemrecht. Er worden in de politiek zegt het blad sinds daarin do massa's een woord mee spreken, zekore korte en krachtige leuzen gebruikt, die men niet al te nauw op haar gehalte moet onderzoekon, maar die veeleer als verzamelsignaal dienen voor groopon, wion men geleerd heeft er naar te luisteren. Schlagwörter noemt men zo in het Duitsoh en zulk een slagwoord is de lous „algemeen stemrecht". Hot is zeer wel to begrijpen, dat men voor zulk een instelling veel voolt. Hot gelijke stemrecht droeg reeds zulke te waardeeron vruchten. Dc stem, die een man, die een eer is voor de wetenschappelijke faculteit, waarin hij zetelt, uitbrengt ovor do richting, waarin naar zijn oordeel en inzicht het staatsbestuur schrijden moet, precies gelijk aan de stem van een dorpsbarbier, wiens blik niet ver der gaat dan de aeep op hot golaat zijner klanten. De stem van een staatsman, dio zijn leven en zijn diepste overpeinzingen aan don dienst van don Staat heeft, gewijd, gelijk in waarde aan de stem von den kastelein, die zwotet met karrevoerders on dronken zeelui. De stem van den geleerde, die zijn nacht waken vervult mot de studie van de hoogste problemen van wereld en maatschappij, ge lijk in waarde aan de stom van den veeboer, die van de wereld slechte de kroep zijnor ossen kont. De stem van den predikant cn den priester, die in een leven vol zelfopoffering slechte uit zijn op den dienst van het goodo, gelijk in waarde aan de stem van don woekeraar, die mot pandjeshuis of woninghuur de klei ne lieden uitzuigt, of gelijk aan do stem van den straatschuimer, die in losbandigheid zijn lovon verkwist. De stem van den eerlijken, vlijtigon werk man, gelijk in waarde aan die van den dronkaard, die zich verstompt in de her berg on zijn vrouw on kinderen ranselt... Inderdaad: deze gelijkheid van hot stem recht moest aanlokken het ook nog uit te breidon om het algemeen te maken. Hot gaat zóó goed, het moot ill beter. De vraag is nu maar: Wat is algemeen stem recht1? Het Utrechtsch Dagblad betoogt dan, dat men onvermijdelijk in absurditeiten vervalt, door niet vast te houden aan het begrip „algomcen", en dat men ten slotte altijd wol tot deze redeneering zal moeten komon, dat de hoogcre eenheid, de Staat, uit de natuur der dingon altijd door een minderhoid zal worden bestuurd en dat het probleem slechts is, die mindorheid zóó samen te stellen als voor de staatsgomeonschap het best is Ziedaar verklaard, waarom er geen alge- meon stemrecht kan zijn, noch theoretisch, noch practisch. Want dat het er in de prac- tijk, zelfs bij een zeer ruim toegekend kies recht, nog heel niet naar do regeering ,,van allen door allen" uitziet, leert elk eenvoudig onderzoek. Gesteld bovendien, men slaagde er in, een voor alle partijen bevredigend algemeen kics- Kroonprins Friedrich August van Saksen en familie. reaht te verkrijgen, wat bleef er dan over van dat „algemeen" en van dio regeering „van allen door allen", wanneer een goed deel van de kiezore thuis blijft Men kon ze dwingen om te gaan. Maar cilievo 1 hoe dwingt men iemand een overtuiging op? Evenredige vertegenwoordiging baat ook al niet, want dit beginsel is immers niet door te voeren bij de stemmingen in de Ka mer. Ten slotte betoogt het Utrechtsch Dagblad dat terwijl nu reeds het regime der ver kiezingen het regime der middelmatigheden is hoe lager men afdaalt onder do lagen van het volk, hoe lager het peil der middel matigheid wordt, waarop de volksvertegen woordiging staat. Algemeen stemrecht is de souvoroiniteit dor middelmatigheden, naar do juiste defi nitie van Goumy; maar men verge te niet, dat deze souvereinïteit is een absolute, zon der controlccrcnde macht en zonder grenzen. Het algemeen stemrecht, zegt Amnion, is er op uit om allo uitstekende persoonlijkhe den te olominceren. Zoodra do massa's be speuren, dat iemand oen veel wijderen hori zon hoeft, dan zij dachten, cn zich niet tot vertegenwoordiging van particuliere belan gen leent, maar alleen het algemeen belang tot richtsnoer neemt, valt hij gewis. De be kwaamste en eerlijkste afgevaardigden loo- pen bij elke verkiezing bet meeste gevaar, de schreeuwers en phrascurs zijn de bevoor rechten; ja, men heeft potsenmakers me' ovorwinningslauwercn uit do bus zion ko men, wier verkiezing men voor ceu moreelo onmogolijkheid gehouden had. Zoolang de theorie van algemeen stem recht ter sprake kwam, lag spot vanzelf op do lippen ovor de kostelijke clowns-buitelin gen op het gebied der logica, waarmede dat meest absurdo van allo dogma's nu sinds ruim honderd jaren meer nuchtere lieden, die zich niet laten beetnemen noch andoren wcnschen beet te nomen, vermaakt. Maar komen wo op het gooied der pre tijk, dan vergaat do lust tot spotten, omd,v we het zeer ernstige gevaar zien. Het gevaar van den ondergang van onzo beschaving ei» ons volksbestaan in don wassenden stroom der middel matigheden, die, zonder speciale, kennis, zonder ervaring cn verantwoorde lijkheidsbesef, door do van bun instincten boliecrschte democratisoho massa's in do sou- veroinitoit van het landsbestuui' zich gc plaatst zien. Do Arnhemschc Courant laat zich ovei dozc artikelen niet bijzonder waardecrend uit. Het betoog, dat wo toch nooit in volstrok- ten zin algomcen stemreoht krijgen, cn do Staat altijd door ecu minderheid wordt bestuurd, doet do Arnhemschc Courant zeggen: „Het staatkundig beginsel u herleid tot een woordenzifter ij 1 Algcmccnc dienstplicht onzin, omdat het kind niot rcods in do wieg mot geweer en ransel ligt; dat een sterfgeval algomeenc deelneming vindt, een leugen, omdat er altijd monschen zijn, die or zich niets van aantrekken; de natie heeft in do vorige weken geen bange dagen doorleefd, omdat or enkele Nederlanders zijn, die in het levensbehoud dor Koningin geen zegen vooi ons land kunnen zien; dc sympathie voor Boeren in hun holdenstrijd wes niet alge meen, omdat sommigen Engelands streven gerechtvaardigd achten! Verba valcnt usu. het gebruik stempelt do boteokenis der woor den, schijnt aan het UtrechtsDagblad niet bekend. Teckencnd voor het gehalte zijne, argu menten is ook do bestrijding van het propor tioneel kiesrecht. In zijn tweede artikel schrijft het: „Doch onderstel, dat evenredige vertegen woordiging voortaan de samenstelling der Tweede Kamer bepaalde. Eiliovc, hoe stemt dat lichaam dan? Als do minis: - van ma rine een pantscrschip verlangt, zal men voortaan dat schip evenredig vcrdcelen als er van het aantal vóór waren, den Minister dan ook geven 2/3 van den romp on 2/3 van de takelagc? Dit 6ystecm ware dan voor uitbreiding vatbaar on ongetwij feld telle dan een met een meerderheid van 2/3 aangenomen wet voortaan 2/3 van de voorgeeteldo artikelen." Voorbereidend Militair Onderricht De BURGEMEESTER der gemeente Lei- Sen herinnert belanghebbenden aan dc na- Volgende bepalingen van de regeling van het voorbereidend militair onderricht, zooals deze is vastgesteld bij beschikking van den •Minister van Oorlog, del. 1 Juni 1898, Vilde efd., no. 10: „Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt deze regeling het elementair prac- itiscli en theoretisch onderwijs in den dienst der Infanterie en der Vesting-Artillerie, dat door officieren en minder kader van het iogor wordt gegeven aan jongelieden, buiten den troep, die zich tot het ontvangen van dat onderwijs vrijwillig aanmelden. Het voorbereidend militair onderricht heeft in het algemeen ten doel, door locale oefe ning, die zooveel mogelijk aansluiting zoekt bij het schoolonderwijs m dc gymnastiek, de bekendheid te bevorderen met de eenvoudig ste militaire exercitiën, terwijl het tevens leert kennen de algemeene plichten van den Boldaat. Dat onderricht strekt bovendien om hen, die de verbintenis wcnschen aan to gaan als vrijwilliger voor het Reservekader, in de ge legenheid te stellen zich dc voor die verbin tenis gevordorde bedrevenheid in de behan deling van het geweer eigen te maken ©n voorts tot opleiding van toekomstige militie- plichtigen, die aanspraak wenschon te ver krijgen op plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze, óf die zich tijdens hun verblijf onder de wapenen wensohen toe 'te loggen op het erlangen van eencn graad. Het voorbereidend militair onderricht Vormt cenen cursus, die loopt over twee achtereenvolgende w i n tertijd p or kontelkens van ongeveer half October tot ultimo Febru ari on gedurende ten minste 3 uren per week. Het voorbereidend militair onderricht is kosteloos voor de deelnemers en kan worden govolgd door jongelieden van 16- tot 24-jari- gen leeftijd. Het wordt gegeven in plaatsen waar Infanterie of Vesting-Artillerie in garnizoen ligt, indien daar ten minste 3 ad- Bpiranten voor het Reservekader of in het geheel ten minste K) deelnemers de lessen volgen. De Hoofdoffioier van het Reservekader doet jaarlijks in de maand Februari e«..n on dorzoek instellen naar de vorderingen der jongelieden, die aan het voorbereidend mi litair onderricht deelnemen. Aan hen, die voor de militie hebben geloot ei den vorenvermelden 2-jarigen cursus in Bijn geheel en, blijkens het onderzoek, met vrucht hebben doorloopen, wordt uitgereikt een getuigschrift model W. Lotelingen, die op het tijdstip hunner in lijving bij de militie in het bezit zijn van het getuigschrift model W, komen, behalve dat zij aanspraak kunnen maken op plaatsing bij het korps cn in het garnizoen hunner keuze, vóór andere lotelingen hunner lich ting in aanmerking voor de opleiding tot eenen graad, indien het korps, waarbij zij zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wa pen, voor welks dienst zij voorbereidend on derricht genoten en zij ook in andere opzich ten voor die opleiding de noodige geschikt heid bezitten." Voorts wórden belanghebbenden verwit tigd, dat do aanmelding tot deelneming aan bovenbedoeld onderricht moet geschieden vóór 1 Juli a. s. bij den lieer Kolonel Commandant van het 4de regiment Infan terie alhier, en dat zij, die zich na dien da tum aanmelden, vermoedelijk niet meer tot bet volgen van dat onderricht zullen worden toegelaten. De Burgemeester voornoemd, H. C. JUTA, Weth. loco-Burg. Leiden, 14 Juni 1902. PERSOVERZICHT. De Provinciale Groninger Courant acht het niet onwaarschijnlijk, dat als de Kamer nog vóór het sluiten der zitting in Septem ber bijeenkomt, zij ook nog zal behandelen het nu reeds in staat van wijzen verkeerend wetsvoorstel tot verhooging van de b e- g rooting voor marine met twee ton als In een nieuwe wereld. 1) Ik heb een bijzonder interessanten avond doorgebracht. Ik dineerdo met een paar zeer ontwikkelde" vrienden in de „Nationale Socialistische Club." Wij hadden een uitste kend diner, de fazant met truffels was ver rukkelijk, en als ik zeg, dat do Chateau La- fitte 49 den prijs waard was, dien wij er ivoor hebben betaald, weet ik niet, wat ik meer te haren gunste zou kunnen zeggen. Na het diner en onder het rookoa van een 6igaar (ik moet zeggen, dat zij in de „Nati onale Socialistische Club" goede sigaren weten op te doen) hadden wij een zeer leer zaam gesprek over de toekomstige gelijkheid der menschen en de verdeeling van het 'kapitaal. Ik heb nic-t veel deel aan het gesprek ge nomen, wijl ik, nog jong zijnde, reeds ge noodzaakt werd in mijn eigen onderhoud te jvoorzien, cn dus nooit tijd en gelegenheid heb gehad deze vragen te bestudeeren. Maar ik luisterde opmerkzaam, terwijl mijn vrienden uitlegden hoe verkeerd de we reld gedurende die duizenden ecuwen was geweest, en hoe zij van plan waren die in •iden loop der eerstvolgende jaren te verbe- j'tcren. Gelijkheid van het geheeie menschdom was .hun wachtwoord volkomen gelijkheid in alle dingen gelijkheid in bezittingen, ge lijkheid in stand en invloed en gelijkheid in Mplichten, en als een gevolg daarvan gelijk- Jioid in geluk en tevredenheid. C. eersten termijn van de kosten van het op stapel-zetten van een nieuw pantser- sc h i p, bestemd voor de zeemacht in Oost- Indië en den algemeenen dienst. Do Provinciale Groninger herinnert er aan, dat het bij de indiening en verdediging der begrooting voor dit dienstjaar heette dat het drijvend materieel, meer uitsluitend voor onze landsdefensie, dringend behoefte had aan versterking. Thans wordt geld aange vraagd om de scheepsmacht voor ^ost-Indië en den algemeenen dienst te kunnen comple- tccren. Geen wonder, meent het blad, dat deze plotselinge ommekeer van inzicht bij zeer ve le leden bevreemding, bij velen teleurstelling daarenboven heeft gewekt. In do Memorio van Toelichting tot de begrooting over het loopend jaar heette het, dat do Minister de mecning van zijn ambtsvoorganger, dat ver nieuwing van het drijvend materieel voor de landsdefensie „bepaald noodzakelijk" is, ten volle onderschreef en zich dan ook voorstel de weldra met een aanvraag om geld daar voor voor den dag te komen. Ja, toen hem werd aanbevolen de credietaanvraag terug tc houden totdat do quaestie der landsverdedi ging nogmaals in haar geheel door een com missie van deskundigen zou zijn onderzocht, wees hij dit denkbeeld beslist terug. De ver wezenlijking er van zou immers „dc zoo dringend noodige vernieuwing van het drij vend materieel voor do landsdefensie" we der schuiven op de lange baan en dan was Leiden in last. Terwijl alzoo dc Kamer er op is voorbereid, dat zij zal moeten gcloovcn aan een zoogenaamd defensicschip, wordt zij plotseling gesteld voor een aanvraag voor een schip voor den Indischen en algemeenen dienst, waarvan het acht maanden geleden heette, dat versterking van dit materieel „voorshands minder noodzakelijk" geacht mocht worden en in de eischen van do Indi sche strijdmacht naar behooren kon worden voorzien, als de twee toen in aanbouw zijnde pantser schep en zouden zijn in gebruik ge nomen. Onder deze omstandigheden schijnt de Provinciale Groninger Courant de crcdiet- aanvrage voor het nieuwe schip allerminst geschikt vertrouwen in haar rechtmatigheid cn noodwendigheid te wekken. Want dat nu een schip zal worden gebouwd, dat acht maanden geleden door dcnzelfden Minister, die het op-stapel-zetten wil tegenover hen, die toen voor de aanschaffing ijverden, werd afgebroken, geeft alle recht te beweren, dat op dit oogenblik iedere zweem van stelsel te zoek is. In het geloof in de onmisbaarheid van den aangevraagden oorlogsbodem wordt het blad alweder niet versterkt, als het de nood zakelijkheid hoort inroepen „hot personeel op de werven niet door tijdelijk gebrek aan werk te desorganiseeren." Is het niet een omkecren van de orde van zaken, als do aan schaffing van nieuw marine-materieel wordt beschouwd als het middel tot instandhouding van dc werven'? Aanzienlijke uitgaven voor nieuw materieel voor de zeemacht kunnen nooit haar rechtvaardiging vinden in do be hoefte aan werkverschaffing, die op deze wijs ook een peperdure zou worden. Dc Provinciale Groninger Courant gaat in de verste verte niet mede met hen, dio alle uitgaven in het belang onzer maritieme strijdmiddelen geldverspilling achten, omdat ons toch de financieele kracht ontbreekt de inrichting onzer zeemacht aan billijke eischen te doen beantwoorden. Zeker: nooit kunnen wij tegen de grooten dezor aarde op. En bij de kleine natiën is ongetwijfeld, in liet aangezicht van het lot der stamverwante Republieken dieper dan ooit het besef ge worteld, dat macht alles, recht niets is in het volkenrechtelijk verkeer. Maar als zij niet althans allës doen wat kan worden ge daan om haar onafhankelijkheid te beveili gen en de wereld duidelijk te toonen, dat zij haar heilig is en alles waard, dan is haar ondergang onvermijdelijk een quaestie van tijd. Daarom: eenvoudig bij de pakken to gaan neerzitten, omdat op den duur David tegen Goliath het moet afleggen, zou gelijk staan met landverraad. Ook de omstandig heid, dat verscheidene nieuwe wetten een zwaren geldelijken druk op de schatkist leg gen en dat zij daarenboven in de toekomst voor sociale doeleinden geducht zal moeten worden aangesproken, mag niet tot do ge- De wereld behoorde aan allen in gelijke mate en moest gelijk verdeeld worden. De arbeid van ieder mensch was niet het eigen dom van hem :.elf, maar van den staat, welke hem voedde en kleedde en moest niet tot zijn eigen voordeel, maar tot het ver rijken van het geheeie geslacht aangewend worden. Privaat eigendom de maatschappelijke keten, waarmede de kleine massa de groote menigte had gebonden, het pistool van den bandiet, waardoor een kleine hoop roovers aan de maatschappij de vruchten van haar arbeid heeft ontstolen moest hun ontno men worden, die hem to lang bezeten hadden. Maatschappelijke onderscheidingen de slagboomen, waardoor de opkomende vloed van het menschdom tot dusvor is tegenge houden moesten voor altijd aan kant gezet worden. Het menschelijk geslacht moest vooruit streven naar zijn bestemming (welke die ook moge zijn), doch niet zooals nu, als een verstrooide hoop, waarbij elk voor zichzelf, over den hobbeligen grond van ongelijke geboorte en fortuin, zoekt vooruit te komen, terwijl hét" zachte gras bestemd is voor den voet van den bevoorrechte, de harde steenen voor den misdeelde; maar een goed georga niseerd leger, waarbij allen naast elkaar over de effe vlakte van billijkheid en ge lijkheid maroheeren. Onze moeder aarde moet al haar kinderen op gelijke wijze voeden; niemand moet hon gerlijden, niemand moet te veel hebben. De sterke man moet niet meer ontvangen dan de zwakke. De aarde cn alles, wat zij bevat, is voor de menschen en zij moet onder het menwlfidom in gelijke deelen verdeeld wor den Alle menschea zijn door de wetten der natuur gelijk en moeten door den wetten van de menschen gelijk gemaakt worden.. Ongelijkheid bracht ellende, misdaad, zon de, zelfzucht, verwaandheid en veinzerij te weeg. In een wereld, waarin alle menschen gelijk zijn, zal geen verzoeking tot het kwa de bestaan en het edele in onze natuur zou vanzelf aan het licht komen. Indien alle menschen gelijk waren, zou do worold een hemel zijn. Wij hieven onze glazen op en dronken op de g e 1 ij k h e i d, de heilige gelijkheid, en gaven daarna aan den kellner order ons groene Chartreuse en nog moer sigaren te brengen. Ik ging in gedachten verzonken naar huis. Ik kon in do eerste uren den slaap niet vat ten; ik lag wakker om na te denken over dit visioen van een niouwe wereld, dat mij was voorgespiegeld. Hoe verrukkelijk zou het leven worden, indien het plan van mijn socialistische vrien den eens ten uitvoer gebracht werd 1 Er zou geen strijd, geen worsteling meer onder do menschen bestaan, geen afgunst, geen teleur stelling, geen vrees voor armoede 1 De Staat zou zorg voor ons dragen, van het oogenblik, dat wij geboren werden, tot dat wij stierven, hij zou van de wieg tot aan het graf in al onze behoeften voorzien, wij behoefden ons om niets meer tc bekommeren. Er zou niet hard meer gewerkt worden (drie uur por dag zou net meest zijn, wat de Staat, volgens onze berekeningen, van eiken volwas sen burger mocht eischen, en niemand zou toegestaan worden meer te doen) geen arme om medelijden mee te hebben, geen rijke om te benijden niemand, die op ons neer ziet, niemand op wien wij kunnen neerzien, (dit laatste is niet zoo aangenaam) ons gehcole loyen wordt voor ons gorogeid wij behoeven aan niets te denken dan aan do glorierijke bestemming (hoe die ook zijn mo ge) van de menschheid. Daarop verwarden mijn gedachten zich en viol ik in slaap. Toen ik wakker werd, zag ik mijzelf ondor een glazen stolp, in een hoog, somber ver trek liggen. Er hing een papier bovon mijn hoofd; ik keerde dot om en las de volgende woorden: „Een man in slaap, tijdstip 19do eeuw. Dozo man is in con huis te Londen, na do groote sociale revolutie van 1890, Blapcnde govondon. Volgons het beweren van zijn hos pita moet hij reeds, toen mon hem vond, meer dan tien jaar in slaap zijn geweest. Mon heeft uit een wetenschappelijk oogpunt besloten, hem niet wakker to maken om to zien hoe lang hij zou doorslapen on hij werd daarom den 14den Februari 1000 naar het museum van curiositeiten gebracht en daar tentoongesteld. Bezoekers wordt verzocht geen water door do luchtgaten te spuiten." Een oude heer met een verstandig gelaat, die bezig was in een naburige kast eenigc opgestopte hagedissen to rangschikken, kwam naar mij toe en nam de stolp van mij af. „Wat is er?" vroeg hij, „heeft iets uw rust verstoord V' „Neen," zeide ik. „Ik word altijd op dozc manier wakker, wanneer ik voel, dat ik ge noeg geslapen heb. In welke eeuw zijn we?" „Dit," zeide hij, „is de negen en twintigste eeuw.-Gij hebt juist duizend jaar geslapen." „Ahl Ik ben ook geheel uitgerust," her nam ik, terwijl ik van dc tafel afkwam. Er gaat niets boven een goede nachtrusl. „Ik merk, dat gij nog weet, hoe gij doen moet", zoidc dc oude heer togon mij, toen ik mijn klecren aantrok, welke naast mij in do glazen kast hadden gelegen. „Verlangt gij, dat ik met u door de stad wandel en u al do veranderingen aantoon? Gij kunt dan allerlei vragen doen en dwaze opmerkingen maken." „Ja," hernam ik, „ik geloof, dat dit het beste zal zijn." „Dat geloof ik ook," mompelde hij. „Kom, laat ons dan gaan", en hij ging mij voor do kamer uit. Toen wij naar beneden gingen, zcido ik: „Wel, is nu alles in orde „Wat in orde?" vroeg hij. „Wel, de wereld", antwoorddo ik. „Een paar vrionden van mij waren even voordat ik ging slapen, bezig haar uit elkaar tc ne men en weer, zooals het behoort, in elkaar to zetten. Is nu alles, zooals het wezen moet Is iedereen gelijk on heeft men nu nfgedann met do zonde cn het verdriet en al dio soort dingen?" „O ja", hernam mijn gids, „gij zult nu alles in orde vindon. Wij hebben nu juist een volmaakten toestand verkregen. Nie mand wordt toegestaan iets verkeerds of iets kwaads te doen, on, wat do gelijkheid be treft, kikvorschen hebben in dat opzicht niets boven ons voor." Ik vond, dat hij cenigszina ruw sprak, maar ik zeide hom dit natuurlijk niet (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5