Ifc 12971
Maandaa: O Juni.
A». 1S02.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
fied.-Zuidafrikaanscho Vereenigiog.
Aan de Leidsche Burgerij!
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
IEIDSCH
DA&BLAB.
PRIJS DEZER COURANT i
Yoor Leidon por 8 maandon1.10.
"Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln a 1.80
Franco per post1.65-
PRIJS DER ADVERTÜN T1ÜN
Van 1 6 regols f 1.05. Iodore regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren buiteu de stad
wordt f 0.05 berekend.
Afd. Leiden en Omstreken.
Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter-
woudacben Singel 41:
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
Van den Ceremoniemeester P. v. d. B. f 1.86.
Nu de Boeren het sluiten van den vrede
den meest geschikten weg geoordeeld hebben
om tot hun doel het bezit van een vol
komen onafhankelijkheid te komen en de
vredesvoorwaarden geacht kunnen worden nog
maar gedeeltelijk bekend te z\jn, oordeelt het
Bestuur der Collectanten-Vereeniging „Zuid-
Afrika" te Leiden het wenscheiyk voor 't
oogenblik met het houden der collecte niet
door te gaan, in afwachting van meer licht.
Zooveel mag worden aangenomen, dat de
Boeren Engeland verplicht hebben in elk geval
iets terug te geven van wat men verwoest
en geroofd heeft, al zal Engeland nooit ln
staat wezen voor een tiende de ellende te
herstellen, die door gouddorst en moordzucht
Is teweeggebracht.
Duidelijk is ook dat er slachtoffers van den
1 oorlog s\jn, die niet door Engeland geholpen
I zullen worden, denk aan de zoogenaamde
robellen mannen, die jjnze achting en be
wondering verdleneD en voor wie hulp van
elders noodzakelijk zal volgen.
Het zal daarom mogelijk kunnen zfjn, dat
wU ons binnenkort nog eens verplicht gevoe
len ook in Leiden de gelegenheid aan te bieden
om nog meerderen steun aaTT de beroofde
slachtoffers te verleenen. In afwachting van
de dingen, die komen zullen, verzoeken wU
aan de collectanten de bussen te behouden,
terwijl binnenkort een vergadering zal belegd
worden.
W. Phba, Voorzitter.
P. van Dm el Bz., Secretaris.
W. F. K. Versteeg, Penningmeester.
G. B. Z. -SOHLATMANN. o
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de missive van den Minister van Binnonl.
Zaken, d.d. 23 Mei j.L, No. 1253, afd. K. W., waarbij
worden toegezonden de stukken, bedoeld hij art. 5
der Hinderwet, betreffende de plaatsing en in
werking-stelling van een stoomketel van 6
atmosferen en de verplaatsing van
het bestaand stoomwerktuig in het
Natuurkundig Laboratorium en Kabi-
'a e t der Rijks Universiteit te Leiden.
Gelet op art. 6 der bovengenoemde Wet;
Geven bij deze kennis aan het publiek dat de
bedoelde stukken op de Secretarie aozer gemeente
ter visie nedergelegd zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
Leiden, 11. C. JUTA, Weth., lpco-Burg.
9 Juni 1902. VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 9 Juni.
Het steffelyk overschot van wfjlen den
heer P. Zillesen zal morgen, Dinsdag, op do
begraafplaats aan de Groonesteeg worden ter
aarde besteld. De lykstaatsle zal daartoe om
halftwaalf het sterfhuis, aan het Rapenburg,
verlaten.
In de jongst gehouden jaarvergadering
der vereeniging „Schoolkindervoeding" to
Leiden werden als bestuursleden herkozen de
heeron H. de Kier, P. Lcm en D. C. Schuit,
en werd gekozen de heer S. K s h Lojenga,
die tevens met algemeonc stemmen tot voor
zitter werd benoemd.
In het op dezelfde vergadering uitgebracht
verslag wordt allereerst warme hulde ge
bracht aan den in het afgeloopen jaar over
leden voorzitter dr. 1. G. Hagen.
Toen hij jn de ledenvergadering van 1901
opnieuw als voorzitter werd gekozen cn tot
vreugde van zijn medebc:'juursleden, on
danks zijn hoogen leeftijd, ondanks de velo
gewichtige functiën, die h~ aan tal van
andere verecnigingen bonden, deze benoe
ming weder aannam, wie had toen kunnen
denken, dat wij hem zoo spoedig zouden moe
ten missen? Hij naar lichaam en geest nog
zoo frisch. n et rijke kennis en ervaring toe
gerust, belangstellend in al v .L, leed en hulp
noodig had, ieder onder dc bekoring bren
gend van zijn opgewektcn geest. Zijn heen
gaan is dan ook voor vel», a een groot ver
lies, de arme schooljeugd mist in hem een
trouwen beschermer, de vereeniging haar
voortrcffclijken leider. Zijn naam blijve in
dankbare herinnering a^n Schoolkindervoe
ding verbonden.
Een gebeurtenis van blijder aard vraagt
de tweede plaats in het verslag. Voortaan
zal de Vereeniging een deel van haar inkom
sten putten uit de Gemeentekas.
Mogo het gestelde maximum voor allen,
die iets voelen voor Schoolkindervoeding,'
een prikkel zijn om zooveel leden to werven,
dat de 500 Gld. elk jaar in de kas vloeien.
Een ieder doe dus zijn best en make dat den
volgenden winter elk behoeftig schoolkind
3 dagen in dc weck een voedzaam maal ont
vangt.
De opwekking om nieuwe leden te werven
was zeker niet misplaatst, daar toch in 3
jaar he* ledental met ruim 50 verminderd
is. De vereeniging telt nu 299 leden on 53
jaarlijksche bijdragenden.
Van 2 December tot 13 Maart heeft het be
stuur weder aan een groot aantal kindoren
in do spijskokcrij der Vinccntiusvereeniging
2 keer in de week een voedzaam maal kunnen
geven. Het Bestuur dor spijskokerij is zoo
vriendelijk geweest om verandering in het
menu te brengen, hetgeen den kleintjes goed
in den smaak is gevallen.. W s het vroeger
den geheelen winter door erwtensoep, die
opgeschopt werd, dezen keer bracht de rijrte-
of vleeschsoep daarin een gewenschte afwis
seling. Bij de soep werd steeds een snede
voedzaam tarwebrood gegeven, wat nog al
tijd zeer op prijs wordt gesteld. In het geheel
werden dezen winter 13,680 porties soep cn
108S brooden verstrekt. Het aantal kinderen
bedroeg in den aanvang 400door meerdere
aanvragen van de hoofden *'-r armenscho
len, die ook dit j. ar voortgingen hun ge
waardeerde medewerking te verLenen, steeg
dit tot 480. Evenredig aan dit buitengewoon
groote aantal bedeelden waren natuurlijk de
uitgaven. Deze bedroegen f 1260.20, terwijl
daartegenover stond als ontvangsten de som
van 1104.581/2. Gelukkig zeggen be
st uurderen dat we nog een appeltje voor
den dorst hadden, dat we nu van f 638.29 1/2
zagen slinken tot 482.68. De buitengewone
inkomsten vloeiden dit jaar niet zoo ruim
schoots toe als het vorige; geen enkele be
langrijke gift valt te vermelden; bestuurdc-
ren hopen van harte voor de vereeniging,
dat dit slechts tijdelijk is. Achttim Leidsche
vereenigingen, waaronder enkele voor het
eerst, zonden een bijdrage, waar bestuurde-
ren zeer orkentelijk voor zijn .Tot hun spijt
misten ze eenige goede bekenden op do lijst,
bet volgend jaar hopen ze dezen weder in de
gelederen te zien.
Hulde cn dank brengende aan allen, die
het bestuur in dit afgeloopen voreenigings-
jaar met hun steun verblijdden, in hot bij
zonder aan de dames en heeron, die bij do
maaltijden voor de bediening en het toezicht
zorgden, eindigt het verslag met den besten
wenseh voor de vereeniging Schoolkinder-
vooding uit te spreken.
Aan het jaarverslag over den toestand
van het Leidsche gemeente-archief geduren
de het jaar 1901 is nog het volgende ont
leend:
De toestand dor verzamelingen is over het
algemeen zeer bevredigend, alleen is de on
derste verdieping "niet geheel vrij van vocht,
hetgeen de gemeente-archivaris grootendeels
te wijten aoht aan het gebrek aan verwar
ming gedurende do wintermaanden, 's Zo
mers wordt zooveel mogelijk gespuid, doch
's winters is dit uitgesloten, daar hot vor-
blijf in deze onverwarmde ruimte van steen
en ijzer ook met gesloten vensters bij vorst
reeds vrijwel onhoudbaar is. Het achterwege
laten der centrale verwarming was een on
vergeeflijke fout van den bouwmeester, die
alleen te verklaren is uit diens vrees om hot
budget te overschrijden. Voortdurend werd
door den voorganger van den tegenwoordi-
gen archivaris op dit gebrek gewezen en op
het aanbrengen van centrale verwarming
aangedrongen en in het belang der verzame
lingen en in dat der beambten, voor wie do
overgang tiisscbfin de goed verwarmde bu
reau's cn dc ijskoude bergruimte slechte ten
kaste van een reeks verkoudheden is te vor
krijgen.
Een ongunstige uitzondoring op den toe
stand der verzamelingen wordt govormd
door de collectie teckeningen en prenten, af
komstig van het Stedelijk Museum. Deze
collectie heeft veel door vocht geleden en is
voor een groot deel slecht opgezet, waardoor
velo prenten zijn beschadigd. Ook eenige
portefeuilles zullon moeten vernieuwd wor
den en andere bijgemaakt, daar de porte
feuilles over het algemeen te vol zijn, het
geen nadcelig werkt1 voor de daarin gebor
gen prenten cn teckeningen.
Do op het archief aanwezige collectie om
vatte nog slechte dc topographie, terwijl do
afdeeling historieprenten en portretten nog
"op hot Stedelijk Museum Berust Op voor
stel van don' archivaris word besloten om ook
deze afdeel in gen naar het archief over te
brengen en met do daar reeds aanwezige ver
zameling te vereenigen. Deze nieuwe aan
winst maakte eenige verandering in de op
berging der bescheiden noodzakelijk, daar
een plaats moest worden ingeruimd voor de
prentenkast.
Enkele verbeteringen werden aangebracht
met het oog op^de onvoldoende middelen tot
beteugeling van brand on tegen hot gevaar
van overstrooming der binnen het dak aan
gebrachte goten.
Voor hot werken in de bergruimte werden
vier eenvoudige, samenklapbare tafels ver
vaardigd en door hot geheele gebouw werd
een elcctrischc sohelgeleiding aangebracht.
Om het naslaan der portefeuilles te ver
gemakkelijken werd op de Ambachtsschool
een portefeuillcstandaard vervaardigd on
voor de binderij werden eenige benoodigdho-
don, waaronder een bordsnijmachine, aange
kocht. De nummering der oharterlaatjes
werd dit jaar ten einde gebracht.
Voor het bureau werd een groote verbete
ring aangebracht door het naar buiten bron
gen dor jaloezieën. Te voren waren die bin
nen do ramen opgohangen, waardoor gedu
rende do zomermaanden op het bureau van
den archivaris een tropische hitte heerschte,
dio het werken er vrij wel onmogelijk maak
te. Ook aan do reeds sinds jaren ondervon
den bezwaren van onaangename vorwarming
's winters door gaskachels, word althans ge
deeltelijk te gomoet gekomen door hot ver
vangen van do gaskachel door een nieuwer
on beter model. Toch blijft, als is or werke
lijk veel verbeterd, ook hier vervanging door
centrale verwarming aan te bevelen.
Een reeds sinds jaren erkende noodzake
lijke verbetering werd door de oommissio
voor het Oud-Archief voorgesteld, doch we
gens don bekenden toestand der stadsfinan
ciën voor dit jaar weder van do begrooting
afgevoerd; met namo hot aanbrengen van een
gaanderij langs de boekenkasten op dc ka
mer van den archivaris.
De zeer onpractischo inrichting van dozo
ongeveer 5 1/2 M. hoogo kasten maakt hot
voortdurend heen en weder sjouwen noodza
kelijk met do zwaro hoogo ladder.
Niet slechts wordt hierdoor onnoodig veel
tijd verknoeid bij het opzoeken en opborgen
der boeken, doch tevens is het gevaar groot
voor bosohadiging, daar degene, die do boe
ken wegbergt voor dc hoogste rijen hierbij
niet de vrijo beschikking heeft over beido
handen, waardoor het laten vallen van boe
ken niet steeds is te voorkomen. Hot is daar
om ten zeerste gewenscht, dat deze niet kost
bare verbetering spoedig worde aangebracht,
te meer, daar gebrek aan bergruimto hot
aanbrengen van nieuwo kasten binnen kor
ten tijd dringend noodzakelijk maakt. Door
beido werkzaamheden gelijktijdig te doen ge
schieden, is eenige besparing in de kosten te
verwachten.
Hierna volgt een opgaaf van het gebruik,
dat van hot archief werd gemaakt, alsmedo
van dc aanwinsten voor de a rzamelingen
hetzij door schenkingen, hetzij door aan
koop
Onder de belangrijke aanwinsten is in de
eereto plaats to noemen het legaat van mr.
Oil. M. Dozy, bestaande uit een groot aantal
teckeningen en een verzameling oantee-
keningen, door hem bijeengebracht voor
een voorgenomen beschrijving van Lei
den. Deze reeds zeer Wblangrijko ver
zameling aanteekeningen doet het dub
bel betreuren, dat hot den ijvorigen
onderzoeker niet gegeven was deze tot een
geheel to bearbeiden. Onder de prenten cn
teokeningen vallen te vermelden: een teeke-
ning in zwart krijt, buste, door Lucas van
Leyden. Deze teckening is later overgebracht
naar het Stedelijk Museum cn thans aldaar
geëdposcerd.
Het Rijks-Ethnographisch Museum al-
hior heeft van den heer kapitein A. Schück,
to Hamburg, ten geschenke ontvangen een
exemplaar van diens werk: „Die Stabkarten
dor Marshall-Insulaner", Hamburg 1902.
In dit work wordt voor het eerst een be
schrijving gegeven van allo exemplaren van
.de merkwaardigo, van rietstaven vorvaar-?
digdo zoogenaamde zoilkaarten van do'
Marshall-eilanders, die in Europcescko cn,
andere Musea zich bevinden; alsmede con
overzicht van al hetgeen over deze hulpmid
delen voor het vinden van den weg op zeo»
bekend is geworden.
Aan den schenker is de dank der Rcgco*
ring betuigd.
Van 16—19 Juni a. s. zal by do firms*
Burgeredyk on Niermans, alhier, oen boek-
verkooping plaats kobbou, waarvan de cata-
logus reeds verschenen ia. Beschreven zijn
daarin ruim 2000 werken over allo weten
schappen, vormende de bibliotheek van wyien
mr. A. F. Lr Gregory, advocaat-generaal by
den Hoogen Raad te 's-Gravenhage, de uit
gebreide boekerij van ssn Noderlandsoh-Indisch
arts, de vorzameling van dr. G. F. Steen-
hulsen, arts te Overschie, en andoron.
De voillng bestaat uit oen verzameling van
457 werken on tydschriften op hot goblodi
dor genees- en hoelkundo, worken over
pharmacie en scheikunde, wis- en natuurkunde,
oen fraaie collectie van degeiyko uitgavon
der Qrieksche on Romelnsche klossiokon en
werken ovor oudhoidkunde, verder werkon
en tijdschriften over wijsbegeerte en godge
leerdheid, Een bijzonder belangryko afdeeling
is dio dor staats- on rechtswetenschappen,^
waarin de moest bokondo tydschriften en
handboeken, vooral betreffende Nederland en
zyn Kolonlön, voorkomen. Een kleine, maar
uitgezochte yerzamoling van workou ovor
geschiedenis en aardrUkskundo, taal- en lettor-
kunde, benovens schoone kunsten, komt. aan
hot slot; ook bookenkaston on chemische'
balansen komen ton verkoop. Al!oa is dezo
woek Vrijdag en Zatordag to zien.
De Koningin heeft bekrachtigd de be-
nooming van do professoren d'Aulnls do'
Bourouill, to Utrecht, Conrat J. V. do Groot
en Woltjor, to Amsterdam, J. J. Hartman^
J. Oppenheira on dr. D. C. Htssellng, to
Leiden, tot gewone leden dor Letterkundige
Afdeeling, van prof. Vf. Einthoven, teLoidon,
tot gewoon lid, en van de lieeren dr. A. W.
Nieuwenhuis, tydoiyk in Nedorland, en dr.'
W. van Bsmmelen, te Batavia, tot corres-'
pondenlen der natuurkundige afdeeling van
de Koninklijke Academio van Wetenschappen..
In hot bslang hunner geoefendheid zullen1
de vrywilligere van het Reservokador bU do'
infanterie en de vosting-artillerio, die in 1900
voor de laatste maal onder de wapenen zyn
geweoet on toen roods 8 maanden onder de
wapenen hadden doorgebracht, ln 1902 voor'
vier weken ln werkoiykon dienst mooton
komen, indion door hen nlot reeds is, of vóór
I Juli a. b. wordt aangevraagd om in dit jaar
vrywilltg ondor de wepenon to komen, oq
Indien hun dienstverbintenis niot eindigt vóór'
of op 80 Juni a. s. of hun niet is vergund,',
zich op te houden buiten Europa. De data
van opkomst zullon door de korpscomman-
daiïten worden bepaald.
Beroopen is by do Goref. Gemeente
Watergraafsmeer ds. J. L. Schouten, te Ha-
zerewoude,
Door het Ccntr..al-Conrité der lichtin
gen 1895, '96 cn '97 werd gisteren to Utrecht
onder voorzitt rschap van den heer Moin-
liardt uit Amsterdam, ccn congres gehouden.
Na hot uitbrengen van het verslag van
den ccntraal-secrctaris, kwam in behande
ling een voorstel van do afdeeling Amster
dam luidende: ,,Na dc koninklijke bckrach-
De PBeegzuster.
6)
Hy las het schryven van Frits Karl.
„Waarde en geachte NeefI
Met een onwillekeurigen uitroep van vreugde
begroette ik de tyding, dat u door 's Hemels
zegen het leven en de gezondheid terugge
schonken werden. Iets heoft, naar ik hoop,
ook de goede verpleging door myn verloofde
daartoe bygebraclït, en dat is my een zeer
aangename gedachte.
Ik bied u dus in de eerste plaats mijn
oprechten gelukwensch aan en wil u niet
verder met een lange inleiding kwellen, eer
ik tot de tweede aanleiding van myn 8chryven
kom; want ik ken uw grootmoedigheid uit
de brieven van myn meisje, welke steeds
geestdriftige schilderingen van uw persoon
bevatten, die my byna jaloersclr zouden maken,
zoo de aanleiding ~tot haar komst op Saloschln
Diet zoo diep treurig was goweest.
Om kort te gaan, waarde Neef, ik ben in
een vroesclijke financieel© ongelegenheid en
heb niemand op de vrercld, tot wien ik mij
zou kunnen venden om de betrekkelijk hooge
som van een m onverantwoordelijke licht
zinnigheid aangegane wisselschuld".,. Al-
brecht Wahlbeck fronste het voorhoofd bij
het lezen van die ,,in onverantwoordelijke
lichtzinnigheid" aanvaarde schuld. Toen
kwam echter een weemoedig lachje om zijn
lippen en ?ht sprak hij
Onverantwoordelijke lichtzinnigheid" is
wat sterkDe arme jongen heeft den wissel
getrokken op«mijn dood, met het gegronde
vooruitzicht, dien over een jaar ongeveer te
kunnen los--n. Onverantwoordelijke licht
zinnigheid zou ook wat te erg zijn voor Ma
rie Louise's loekomstigen echtgenoot, voegde
hij er bij, met een onrustigen blik op het
laatste zijd je van den brief.
,,U zult natuurlijk schrikken, als u de
som hoort; üs verzoek u echter vriendelijk,
mij toch te helpen het is 15,000 mark, en
als ik niet binnen veertien dagen betalen
kan, ben ik gedwongen, de uniform uit te
trekken en den dienst tc verlaten, wat een
naamloos ongeluk voor mij zou zijn, daar
ook mijn innig geliefde Marie Louise er
door wordt getroffen. Wij moeten immers
op mijn bevordering wachten om to kun
nen trouwen.
U ziet, dat ik openhartig tegenover U
ben, in het vaste vertrouwen, dat Ge mij
niet in den steek zult laten. U verzoekende
mijn verloofde do hartelijke groeten van
mij en mama over te brengen, noem ik mij
Uw zeer toegenegen neef
Frits Karl Wahlbeck."
Albrecht deed den brief in een portefeuille,
nam papier en schreef aan zijn bankier, da
delijk 15,000 mark tc zenden aan den eersten
luitenant Frits Karl baron von Wahlbeck,
Schadowstrasso 12, Berlijn.
Daarna verviel hij in ernstige overpein
zing.
„Ja, ja," dacht hij; „dat jongmensch heeft
een wissel getrokken op mijn dood, die hem
geluk moest aanbrengen. Daarop heeft hij
zich ook verloofd.^Hij heeft zich haastig van
dat schoone hart verzekerd... Dat was ver
standig van hem! Ware het niet zoo, ik zou
met hem om dat bezit gekampt hebben, en
wie weet, of ik geen overwinnaar zou geble
ven zijn, of ik niet beter er in geslaagd zou
zijn, haar gelukkig tc maken. Nu moet het
op een andere manier gebeuren. Op zijn pro
motic willen ze nu wachten, wijl ik geen
plaats maak, hier. Dat duurt in het gun
stigste geval eenige jaren. Een kwelling voor
beiden, ook voor haar. Ik moet raad schaf
fen; dat ben ik hun schuldig."
Dan dacht hij echter aan den morgen, toen
zo gezegd had: „Ik sta alleen op de wereld 1"
Hij had aan haar geheele manier van doen
gemerkt, dat do man, met wien zij verloof-!
was, niet de sleutel tot haar geest -m hart
bezat. Daarom wildo hij ook, in geval enkel
armoede haar tot een huwelijk dwong, een
aanzienlijk inkomen als erfenis aan haar
vermaken.
Ook dacht hij aan do laatste ontmoeting
met zijn neef, toon dezo zich, onder den in
vloed van den wijn, in zijn ware gedaante
had getoond. Was dat de man, aan wien hij
die lieve, goede vrouw mocht toevertrou
wen?... Neen, dat kon niet, dat mocht niet
gebeuren
Smartelijk verborg hij het gtlaat in de
handen en lang zat hij zoo, in bitteren twee
strijd. Wat moest hij doen voor die twee
menschen, die hun geluk hadden wiHen
grondvesten op zijn dood?
Zou hij haar ronduit, eerlijk vragen: „Heb
je dien man lief boven alles? Hoop je met
hem waarlijk gelukkig te worden?... Neen,
neen Hij dat vragen aan h d a r 1 Ondenk
baar Hij zou de kracht niet hebben, oog en
stem voldoende in bedwang te houden, kalm,
als een vader of broeder te spreken, terwijl
zij haar wonderbare oogen tot hem opsloeg.
Ja, wat zeiden toch die oogen?... Neen, dat
kon hij niet; dat mocht hij niet; want ze
was toch eens anders verloofde.
Scliryven?. Hot. zou hetzèlfde geweest zyn l
Plotseling kreeg hij eon gedachte. Een
vrouw, een verstandige, fijn-voelende vrouw,
met den noodigen tact, zou de diepte van dat
vrouwenhart kunnen peilen, ten vollo ver
trouwen kunnen winnen. Mevrouw Sonnya,
die met haar zachte, moederlijke manieren
het jonge meisje voor zich had ingenomen,
zou dat wol het beste kunnen. Misschien
wist zij al, wat hij zoo gaarne vernomen
wilde.
Maar... zou zij, die zoo slim en scherpzin
nig was, niet dadelijk zijn eigen hart door
gronden, don vurigen, misdadigen wensoh
raden, die het bezit van zijn neef dat meisje
gold? En Sonnya zelve had hom liefgehad,
had hem misschion nog lief I Ofschoon ze er
sedert dien avond niets meer van had laten
merken... in ©lk goval bleef zulk een verzoek
aan die vrouw een lastig ding.
Hij overwoog het vóór en tegen cn kwam
tot de conclusie, dat zij bij al haar harts
tochtelijkheid die hem in een vrouw van
haar leeftijd verrast had toch nooit een
laag, bekrompen karakter had getoond; zij
had moedig haaf eigen hart in bedwang ge
houden en Mario Louise bereidwillig dc eer
ste plaats naast hem gegund, gevoelig voor
do voortreffelijke eigenschappen van het
bekoorlijke meisje.
Ja, hij zou met Sonnya spreken, open cn
eerlijk, heden niet meer, daar hij reeds op
winding genoeg had, maarzorgen. Hij wil
de klaarheid, en toen hij dat besluit eenmaal
gonomen had, voolde hij zich verlicht en ver
blijd. Hoop vervulde hem; hij had bijna do
zekerheid, dat Mario's hart niet aan dien
ander-geboeid was; dat zij sinds lang die
banden had losgemaakt, zonder dat hij zelf
daartoe het geringste had gedaan.
Dat Marie zich thans meer op een afstand
hield, ernstiger en koeler, niets meer uitte,
van die weekheid, welke zij had geopen
baard, toen zo hem een stervende v/aande,
dat sprak voor hem niet tegen zijn hoopvolle
opvatting. Het hinderde hem niet; want het
viel hem niet in, dat zij reeds nu aan hem*
had gedacht als aan een man, dien men kon'
liefhebben op die eenige wijze, welke hij van,
haar begeerdehij was een ongeiukkigo, ter
flood veroordeelde man voor haar geweest,
die haar heilig medelijden opwekte.
Dio liefde, welke zich vol zaligheid toever
trouwt aan des geliefden arm cn beschcr-'
ming, had tot dusver in haar hart niet kun
nen groeien; doch de kiem kon er in verbor
gen zijn; uit die kiem zou misschien ccn
wondere bloem kunnen bloeien.
Doch alleen, ol8 zij vrijwillig den anderen
band brak, zonder drang, zonder eon wenk
zelfs van hem, slechts dkn kon hij naar haar
liefde dingen. Eén ding verontrustte hora:
nu zijn krachten toenamen on daarmee het
vermogen, zichzelvcn bozig te houden, kon.
mogelijk Bpoedig het oogenblik komen, dat
zc sprak: „Nu voel ik mij hier overbodig;
ik kan anderen nuttiger zijn. Heden of mor
gen keer ik terug naar hot sanatorium in de
nabijheid van mijn verloofde."
„Lieve mevrouw," sprak Albrecht tofc
Sonnya, die hij had verzocht, bij hem in ds
bibliotheek te komen, ,,ik moet u een dienst'
vragen, die verstand cn fijngevoeligheid
eisoht."
Ernstig zag ze hem aan cn ze antwoordde
zacht
,,'t Is veel eer, dat u iets van rnij vraagt,'
wat twee eigenschappen cischt, die ik eigen-4
lijk geen van beide heb getoond."
(Wordt vervolgd.')