No. 12967 leidsch dagblad, woensdag 4 juni. - tweede blad. Au no 1902. trekhonden. FEUILLETON. PERSOVERZICHT. L Wat er tocb omtrent trekhonden zooal zou kunnen gezegd worden I Zeker weer dat ze to veel worden afgebeuld, dat honden eigen lijk tot werken ongeschikt zijn, dat men het gebruik van trekhonden zou moeten verbie den en dergelijke dingen meer, die we 6inds jaren tot vervelens too gehoord en gelezen hebben Neen: daarover zal ik het juist nu eens niet hebben, en wol om do eenvoudige reden, dat ik er hoegenaamd geen bezwaar in zie om een hond te laten werken, ik zelf moet het trouwens ook doendaarenboven ben ik eon liefhebber van trekhonden en vind het wat aardig, wanneer ik een goed verzorgden, tranigen, flinken hond voor of onder een kar zie loopen en zijn best zie doen om met meester, voor vrouw en kinderen, het dage- lijkscli brood to helpen verdienen. Laat gerust een hond werken, maar beult hem niet af; laat een hond gerust werken, maar zorgt er ook voor dat hij den buik vol krijgt cn dat hij minstens ééns per dag zoo veel mag eten als Lij lust; laat hem gerust werken, maar ziet Loe dat ge niet te veel van hem vergt en dat go zijn krachten niet over schat; laat hem gerust werken, maar geeft hem ook do noodige rust, en geeft hem do noodigo verpleging; dat is overigens even goed in uw eigen belang, als in dat van uw hond. Waar ik het dan over hebben zal? Hoe een trokhond, oen goede trekhond wel te ver staan, er uit ziet? Hoe hij behandeld moet •tvorden of aangespannen? Neen, ook daar over niet, ten minste niet vandaag, dat is eeno quaestie van later, heden wil ik u alleen kennis laten maken met een Bond, waar van gij zeker nog nooit gehoord hebt, wien9 bestaan gij niet cena vermoedt, van den t,Boiul tot bescherming van den trekhond in Nederland." Wie dien bond hebben opgericht, wat hij bedoelt cn welke middelen hij voornemens is te gebruiken om zijn doel te bereiken, daar over handelt dit eerste trekhonden-praatje. Een paar jaar geleden kwamen in België eenigo heeren op do gedachte om den trek hond, die daar veelvuldig voorkomt, Bel gië heeft zoo om en nabij tweemaal honderd duizend trekhonden te veredelen, dat wil zeggen, pogingen aan to~wcnuen om al wat te klein, to zwak en tot werken ongeschikt was, verwijderd te krijgen, daarentegen te gaan fokken met de beste honden die men kon vinden en zoo langzamerhand te komen tot een ras van trekhonden, die, flink ge bouwd, goed gespierd en recht op de pooten, berekend zouden zijn voor het werk dat zij te verrichten hebben. Het idee dor Belgische heeren, met den heer Graaf de 't ..erclaes aan het hoofd, vond "algemeencn bijval en in minder dan géén tijd was opgericht do Bond tot bescher ming cn verbetering van den Belgischen trekhond. De Bond wenddo zich tot de Bel gische Maatschappij van Landbouw met ver zoek om trekhonden op haar tentoonstellin gen toe te laten dat verzoek werd ingewil ligd; cn werden, nu hier, dan daar, wedstrij den op touw gezet voor trekhonden on thans, na nog geen vier jaar, vindt men in België reeds trekhonden, dio vjor geen twee-, en ook voor geen driehonderd gulden te koop zijnhonden die even sterk, ja zelfs sterker zijn dan een hit, veel vlugger en, wat ook veel waard is, veel gemakkelijker te onder houden. Ook in Nederland wordt do hond veel als trekkracht gebruikt; d etoestand, waarin hij bij ons verkeert, is nagenoeg dezelfde, veel eer nog slechter, dan dio waarin hij vroeger in België verkeerde en daarom wil men ook in ons land doe wat men in België gedaan heeft en nog doet, namelijk do trekhonden in. boscherming nemen cn verbeteren, hen veredelen, evenals men paarden, koeien, var kens, enz. veredelt, dat wil zeggen, al het mogelijke doen om ze beter aan hun doel te doen beantwoorden. Aan het hoofd dkr beweging plaatste zich den hoogwelgeb., heer F. W. baron Van Tuyll van Sorooskerken te Velzen, om wien zich do eersten van ons land schaarden, en zoo ontstond de Bond tot bescherming van De Pleegzuster. 31) „Ja. H\) biyrt tot morgon. Er deden zich eonigo moeiiykheden voor by veranderingen in hot testament, dat ik eenige maanden gëledon by hem gedeponoerd heb. Morgon kunnen wy, lioop ik, de zaak afdoen. Daarom biyft by van nachtNeen, dank u, geen lectuur meer; ik wou wat vroeger gaan slapen Eineck kan my myn avonddrankje wel gevon." Zy bleef aarzelend staan. „Ik mag u niet aan anderen overlaten," Bprak ze zacht. „Dan moet ik u verzoeken, mydemedicyn aan myn bed te komen gevon. Ik voel my zoor vermoeid." Met vorschenden blik sloeg zy hem gade. Ja, hy zag er zeer afgemat, verouderd uit. Zy gaf Eineck, die op het bellen gekomen was, een wenk en wachtte op hem buiten de kamer in den corridor. Na oen poosje kwam de kamerdienaar by haar. „Ik vroes, dat we een slochten nacht krygen," sprak ze snel en gedempt, onderwyl mevrouw Sonnya vriendeiyk groetend, die voorby kwam op weg naar de eetkamer. „Eineck, roep my om éón uur; ik moet hem zelf de droppels gevon, en ik biyf in elk geval van nacht op, in de zitkamer van den baron. Ik ben zeer beangst. Zorg, dat den geheelen nacht een rytuig klaar staat, om den dokter to halen, als het noodig is." Met treurig gezicht beloofde Eineck, alles te doen, wat ze zoi. In do eetkamer was het kil, ondanks het den trekhond in Nederlandwiens oprich ters zijn, behalve de heer Van Tuyll van Se- rooskerken, Mevr. Verbrugge, van 's-Gra- vendeel, Jonkvrouwe J. Roosmalen Nepvcu, Mr. C. Ridder van Rappard, Mevrouw Deufcz van Lennep en Mevrouw J Teding van Berkhout. Het doel van den Bond is geen ander dan den trekhond te beschermen en het ras te veredelen; met andere woorden, alles in het werk te stellen wat mogelijk is, om te voor komen, eventueel te verhinderen, maar om te voorkomen vooral, dat de trekhonden worden mishandeld en afgebeuld, zooals he laas nog zoo vaak gebeurd, en er voor te zorgen dat de eigenaren hunne honden be handelen en verzorgen zooals het behoort. Bovendien den trekhond niet alleen bescher men, maar ook veredelen, dat is, er naar streven om langzaam maar zeker, het daar heen te .loiden dat, evenals wij koeien en paarden hebben van verschillendo rassen, die zich door hun I ouw un door hun alge meen voorkomen van andere rassen onder scheiden, wij ook op den duur een ras van Hollandsche trekhonden krijgen, dat al de eigenschappen moet bezitten om to kunnen beantwoorden aan zijn doel en dat met een enkelen oogopslag i te onderscheiden van andere hondenrassen, ook van andere trek hondenrassen. Mooi, zeer mooi i.ells, hoor ik u zeggen, maar hoe zal de Bond het zoover kunnen brengen Trekhonden, zooals hij ze blijkens het voorgaande hebben wil, komen zoo maar niet uit de lucht vallen en om zoo'n exem plaar te koopen, daarvoor zijn. zou ik mee- nen, zooveel ïjksdaalders noodig dat maar een zeer enkele trekhondenman er genoeg in zijn spaarpot heeft om hem to kunnen be talen. Volkomen juist, en de Bond, waarover ik u thans een en ander vertel, heeft dat zelf zeer goed begrepenmaar, zegt een spreek woord, wie"het doel wil, wil ook de middelen cn waar do Bond tot bescherming van den trekhond in Nederland besloten heeft d: trekhonden in bescherming to nemen en het ras te verbeteren, daar gebruikt hij ook de middelen om tot dat doel te geraken: dio middelen nu, zijn velerlei, in een volgend artikeltje zal ik slechts de voornaamste aan halen. Het Centrum zegt in een asterisk ,,Romo en de Waarhei d": In Dc Hervorming geeft dc Leidschc hoog- lceraar H. Oordt een korte beschouwing over ,,hct pauselijk C o 11 c ge voor B ij b e 1- 61 u d i c." Na hieraan eenigo waardccrcncL- woor^n te hebben gewijd, besluit hij a'Jus: „Wij, Protestanten, weten gemeenlijk zeer weinig van wat in Roomsclic kringen omgaat, en dit is ons tot schade. Het waro te wen- schen, dat het weekblad der Evangelischo Maatschappij, Be Protestant, dat zoo trouw ons op dc hoogte brengt van dc bijgeloovig- hedon sic) en andere stoutigheden van Ro me, met evenveel liefst met nog meer ijver ons inlichtte omtrent het goede, dat in die Kerk te vinden is. Al was het maar om ons te versterken in ons geloof aan dc on weerstaanbaarheid der waarheid. Rome, pro- testantsche orthodoxie, moderne richting, allo moeten willens of onwiilons, mede naar de waarheid, die uit God is Gelukkig wio daartoe medewerkt 1" Een behartigenswaardige les, die thans in het orgaan van den Ned. Protestantenbond aan De Protestant en dergelijke anti-pa- pistische bladen ten beste wordt gegeven. Of ze dair evenwel baten zal, kan alsnog sterk betwijfeld worden. Wat blijft or voor Quasten en Zuidema's te doen over. als zij omtrent het Katholicis me niet anders dan de waarheid mec- deelen Zij hebben een oaricatuur noodig, die ontstaat in den windmolen hunner geprik kelde verbeelding, om den strijd tegen „Ro me" met rustcloozen ijver voort te zetten. Maar voor wèldenkende Protestanten, die niet geheel door vooroordeel zijn verblind, kan de opmerking van professor Oort zeker van nut zijn. grooto vuur, dat brandde onder do schouw. Marie Louise nam aan het gesprek byna geen deel; zwygend bewonderde ze de pracht van het oude goud en zilver in do reusachtige pronkkasten en de familieportretten aan de wanden. In éón der vakken hing een enkel portret: oen hooge gestalte in den witten wapenrok der kurassiers. Ze kon de trekken in de verte niet onderscheiden, Sonnya zag haar blik vragend op het beeld rusten. „'t Is de baron," zei ze, „drie jaar geleden ongeveer door Lenbach gedaan." De notaris, een vriendelyk, oud heertje, evenals zyn broer de dokter, verzekerde, dat do geiykenls destijds treffend was geweest, wat Sonnya mot een melancholiek gezicht bevestigde. De notaris nam een der zware kandelaars van de tafel op en wilde haar bylichten, om het portret oens tft. bezien. Doch zy schudde het hoofd, en spoedig daarna verliet zy met een stommen groet de kamer. Do notaris zag haar verwonderd na. Mevrouw Wengerska wiegde, vreemd lachend, haar mooie hoofd heen en weer, en zei, dat de zustor een weinig te teer voor haar beroep was. Marie Louise kwam zonder gedruisch te maken om negon uren in de zitkamer van Albreclit. Haar hart stond byna stil van angst. Do kamerdienaar zat dicht by de slaapkamer deur; waarschuwend stak hy do hand op en fluisterde: „Nu niet; hy slaapt." „Dat is onmogelyk.-Zonder de medicyn „Hy slaapt; maar niet zooals u donkt..." „Ik wil hem zien." Snel trok zy haar schoenen uit, en gevolgd door den kamerdienaar, sloop zy naar het bed. Onbeweeglijk lag hy op het eenvoudige Niet zoozeer aan „Rome", als aan de an dersdenkenden zelvon strekt het tot schade, 3at zij „gemeenlijk zeer weinig afweten van wat in Roomsche kringen omgaat." De Katholioke Kerk echter vreest aller minst een nauwkeurige kennismaking met haar leer en gebruiken. Om in don vollen glans van haar schoon heid te prijken, heeft zij alleen do zuivere, onvervalsohte waarheid noodig. ZooaJs J. de Maistre zeide: L'église n'a besoin que de la véritó." In het Katholiek Sociaal Weekblad wijdt dr. A. Borgman, die aan het hoofd staat der Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel cn der Ambachtschool te Ensche- dee, aan het vakonderwijs een artikel, waaraan het onderstaande is ontleend In bijna elk opzicht dient verbetering to worden aangebracht. Met onze tegenwoor dige onderwijs-organisatio is veel tot ver meerdering cn verbetering van o~s volksge luk en onze volkswelvaart aan te brengen doch een wijziging van geheel ons onderwijs kan niet uitblijven. Mocht het tot een wets wijziging komen, dan moeten deze wetten zooveel elasticiteit bezitten, dat zij de ont wikkeling van ons volk in alle lagen bevor deren. Die elasticiteit zal des te minder schade doen aan de juistheid on beslistheid der wetten, hoe meer alle deelcn van ons on derwijs één geheel vormen. Het is duidelijk, dat elk bedrijf van betee- kenis achteruit en dikwijls te niet gaat, in dien niet aan het hoofd staat een moreel man van uitgebreide, algemeeno ontwikke ling en daarin gewortelde degelijke vak kennis. Zoo iemand kan het bedrijf tot bloei bren gen; zoo iemand slechts durft dc verant woording dragen voor het welzijn zijner werknemers en van hun gezinnen. In zoo iemand stellen dezen vertrouwen. Maar evenzeer verdient hij in zijn streven begrepen te kunnen worden door hen, die krachtens hun aanleg den matorioelen arbeid verrichten. Evenzeer als de werkgever heeft de werknomer algemeene kennis en vakken nis noodig. Voor onze volkswelvaart en ons volksgeluk is het noodig, dat ieder zich naar zijn aanleg kan ontwikkelen, dat zoowel zij, die den maatschappclijken arbeid verrichten, als zij, dio dezen zullen vermeerderen of veredelen, scholen of cursussen vinden voor algemeene en bijzondere vorming. Dagelijks ondervind ik, dat het hoogcr en middelbaar „technisch" onderwijs duizend voudige vruchten zou dragen, indien het lager „technisch" onderwijs tevens wordt behartigd Hoe moeten wij dan 'tot een organisatie komen Wij moeten bij die organisatie niet verge ten. dat wij rekening moeten houden met het karakter van ons volk en met de plaats, die ons land inneemt cn moet blijven inne men in de rij der beschaafde, landen. Yoor de geheele organisatie» zooals ik dio voor het gansche land, dorp cn stad wcnsche- lijk en uitvoerbaar acht, is noodig, dat ons onderwijs aldus worde georganiseerd: Algemeen plan van ondcrwijzersorgani satie. lo. De gewone lagero school (a-k) moet blijven algemeen ontwikkelend. De lichame lijke, intellectucelo en moreele ontwikkeling van het kind moet zooveel mogelijk ccn orga nisch geheel worden. 2o. Op die gewone lagere school moeten volgen en daarbij aansluiten a. Algemeen ontwikkelend en vormend, voortgezet onderwijs tot pl.rn. zestien jaar, b. Lagere vakscholen. Beido scholen, sub 2a. cn 2b, worden ver deeld in dag- cn avondscholen. 3o. Bij dat voortgezet onderwijs tot pl.rn. zestien jaar sluiten aan: a. Middelbaar en Hooger Onderwijs voor algemeene vorming. b. Middelbare vakscholen. 4o. Aan die middelbare scholen en gymna sia sluiten aan a. Universiteiten. b. Hoogero vakscholen. Ofschoon uit dit verband reeds blijkt, dat do Universiteiten niet door mij worden be schouwd als vakscholen, hoewel er verschil- yzeren ledikant, aan het boveneinde door oen baldakijn van roode zyde beschut. Ze boog zich over hem' heen. GoddankHy ademde, kalm, regelmatig, in diepen slaap. Zij wisselde een vragenden, verbaasden blik met Eineck, die in de slaapkaraor bleof, terwyi zij in do woonkamer op de canapé ging rusten. Ze bleef wakker; geen slaap bekroop haar oog, en toen uren waren verloopen, zonder dat mon een geluid vernam, gleed zij nog maals zacht naar het slaapvertrek. Hy ademde hy sliep en steeds vorbaasder werd de blik, dien zy wisselde met den knecht, dio geduldig by de deur zat. Toen de rozenvingeren van den dag het gordyn der duisternis wegtrokken, knielde do zuster naast het doovende vuur van den haard, het gezicht verborgen in het kussen van den divan, de handen omboog, gevouwen, in vurig gebed. XVII. Een paar uren later kreeg Marie in haar kamer door Eineck bericht, dat ze dien voor middag den zieke niet moest bezoeken. Hy bevond zich vry wèl en zou met den notaris sproken. Ook was om dokter Philippi ge stuurd. Toen de notaris, die wegens drukke bezig heden niet lang kon wachten, vertrok, had hy in zUn portefeuille het ontwerp voor een testament, dat de bepalingen van het vroegere aanmerkoiyk veranderde. Een groot kapitaal, eerst aan vereenigingen en museums toegekend, werd nu overge schreven op mejuffrouw Marie von Rohr- moister, d. w. z.het vruchtgebruik, terwyl het kapitaal zóó belegd werd, dat zy noch haar gemaal het konden aanroeren. lende vakken theoretisch en practisch wor den beoefend, wil ik toch even opmerken, dat de universiteiten blijven, wat ze zijn, de hoogo vormscholen ter vrije ontwikkeling van denken en gevoelen, ter vorming van de intelligenten van geest. Evenwel, dit moet gezegd en eorbiedigd worden, dat zij, die daar zijn krachtens hun energie, straks evenveel, zoo niet meer zullen bijdragen tot kracht en steun van ons volk, dan zij, die daar behooren krachtens hunne natuurlijko intelligentie. Dikwijls begint immers do energie, waar het genie ophoudt. De Hollander ia niet afkeerig van hot denkbeeld van De Standaard om een congres van antirevolutionaire raadsleden uit heel ons land bijeen te roepen. Of do vlieger zal opgaan, hangt af van de instemming, waarmedo belangheb benden het ontvangen. Maar wordt een zoo danig congres gehouden, dan zou cr zeer wel ccn gemeenteprogram uit kunnen voortvloei en, geen program van beginselen, daar toch in don gemeenteraad, dio gebonden is door de wetten do6 Rijks, vanzelf de politieke be ginselen niet of zeer weinig cn don voor grond kunnen treden, maar dan tocb een program, dat een leiddraad zou kunnen ge ven voor het standpunt, dat onze mannen in den Raad hebben in to nemen ten opzichte van een reeks vraagstukken van gemeente lijk beleid. De Hollander geeft daarvan eon lijstje, om aan te tooncn, dat het aan f voor een program niet zou ontbreken. Dc Telegraaf nam over wat Flanor dezer dagen in De Sjscctator schreef, en voegt er aan toe, dat hieruit blijkt, „dat er nog men- schon zijn, welko durven doordenken, zelf standig, consequent, al verschillen zij daar door in meening van de groote massa." Flanor schreef o. a.: „Want als de Boer on hun onafhan kelijk h e id moeten prijsgeven, cn ik kan begrijpen, dat dat gebiedend kan zijn, dan is ons gevoel voor recht billijk heid voor altijd geschokt. Dan zal geen dominee cn g<»en pastoor meer kunnen sprekon a an de rechtvaardig heid Gods. Men kan dio qualitcit Godcs don wel schrappen uit de catechisatioboekjes. Waar nu al jaren lang door alle beschaafde volken de onrechtvaardigheid van deoi Zuid- af rikaanschcn oorlog is geproclameord, zou de overwinning dor Engolschcn een débaiclo zijn voor de gevoelens van heel do woreld." Wij kunnen zegt De Nederlander mot De Telegraaf niet instemmen, dat dit een bewijs van „doordenken" is. Wij zien er eor in de eerste, meest oppervlakkige uiting van een mensoh, die nog gehéél niet gedacht heeft. Wanneer mon toch maar een oogonblik na denkt,, kan men begrijpen, dat wij, onweten de cn kortzichtige menschen van één dag, niet in 6taat zijn do bodoelingon tc door schouwen van den eeuwigen c ahvofcenden God, voor Wien duizend jaren zijn als een onkele dag en Die in Zijn ondoorgrondelijke wijsheid alleen weet wat dienstig ie aan do volvoering van Zijn wereldplan. „God kent alleen het naaste pad, Dat uit loopt op de Hemelstad", dit geldt zoowel voor volken als voor individuen. In den 73stcn Psalm teekent Asaf op tref fende wijzo, hoe hij, door al wat hij in do wereld rondom zich zag, twijfelde aan Gods rechtvaardigheid... „totdat ik in Gods hoiligdommen inging". M. a. w. totdat hij ging „doordenken" in den verhevensten ziu van het woord. De Asafs van allo eeuwen hebben golijko ondervinding opgedaan, en het is een getui genis van buitengewono geestelijke ondiepte, wanneer men, zij het maar in spot, meent, dat Gods rechtvaardigheid verdonkerd wordt door den uitslag van den Boeren oorlog. Do grootste triomf, dien het onrecht ooit op deze wereld behaald heeft, was do krui siging op Golgotha. En het was diezelfde kruisiging, dio de redding werd der wereld. Wanneer in dien tijd volgelingen van Jezus gedacht hebben als thans deze schrijver, dan zien wij nu hun groote dwaling in. Zoo zal do eeuwigheid tooncn, wat God gewild heeft Do wagen, om doktor Philippi gezondeD, kwam leeg terug; de dokter was naar oen verren buitenpatiënt en zou niet vóór den avond thuis komen. Onrustig bracht Marie Louise den dag door. Elk oogenbhk verwachtte zy, geroepen te worden, en ze verliet haar kamer slechts oen halfuurtje, om te middagmalen. Sonnya verklaarde schouderophalend, dat zo ook niet wist, hoo de baron het maakte: ze was in diens kamer niet geweest. Maar ze begreop wel, dat er iets buitongowoons aan de hand moest zyn, daar notaris en doktor beiden geroepen waren. Met biydschap begroetto Marie het klokje van vyf uren, dat haar vergunde, weer by den zieke to komen. Zacht trad zy dekainor binnen; het was er alles als gewooniyk. Hy lag op zyn divan, hot schaaktafeltje stond daarnaast, vuur en lampen brandden. Het dekkloed was van do vleugelpiano geno men en het deksel geopend. „Hoe gaat het u?" vroeg zy bewogen, toen Albrecht haar zyn hand toostak. „Ik weet het zelf niet, zuster. Ik gevoel my vreomd, en heb al om den dokter ge stuurd. Ik geloof, dat er een verandering is ingetreden; ik bob het gevoel, of ik van nacht van do eeno flauwte in de andere ben gevallon." „Neen, dat is niet mogeiyk; u heeft ge slapen. Ik was den geheelen nacht hier en ben tweemaal aan uw bed geweest I" ant woordde zy snel. Hy zweeg en gaf na eenigo seconden e*n andere wending aan het gesprek. Op do piano wyzend, zei hy: „Ik wou wel graag wat muziek hooren. "Wilt u wat voor my spelen, of nog liever zingen, zuster? Ik weet, dat u het kunt," met al het onrecht cn de smart dezer voorbij', gaande wereld. Do geschiedenis der monschhcid is als een groot borduurwerk. Wij zien den verkeerden kant, en zooveel lijkt ons verward, raadsel-* achtig. hopeloos donker. Wij kunnen er geen wijs uit worden, en do bittero ,,Waaroms" dringen uit hart en lippen. Maar ééns wordt het borduurwerk omgekeerd. Dan zien wij Gods kant. En alleen een eeuwigheid zal vol» doende zijn, om de heerlijkheid en pracht daarvan to loven. - Tooh zijn or nu en dan reeds enkele hoofd» trekken, dio wij. altijd maar weer starende naar meer helderheid, meenon tc kunnen ontdekken. Daartoe behoort zeker de les van het „door kruis tot kroon"; do les, dat ook op geestelijk gebied alleen uit den nacht do morgen verrijst; de les juist van Golgotha, dat do via dolorosa do weg is ter ccuwigo heerlijkheid. En juist deze les der geschiedenis doet do geestelijke aVmocdc cn zinledigheid van een uiting, als welke wij citeerden, nog tc meer uitkomen. De Tijd zegt: Wij zullen aan deze lichtvaardige haal, waartegen De Spectator niet opziet, geen racovdoro aandacht schenken dan zij waard is. Waar sommige „dominees" van kunnen en waar zij eventueel van zullen sproken, daar valt moeilijk voor ih te staan. Wel durven wij vorzekeren. dat do pastoors er nimmer ann zullen denken, de icehtvaardig» heid als een eigenschap Gods nit het cate» chismusbockje to schrappen. Daar zijn trouwens in dc historie al meer schrikwekkende onrechtvaardigheden, zooals het vernietigen der Boeren-nationalitoit zijn zou, opgeteekend, zonder dat men er aan go- dacht heeft Gods rechtvaardigheid in twij fel to trekken, laat staan weg to cijferen. Wat ons evenwel bedenkelijk voorkomt is, dat bovenstaande onzin door Dc Telegraaf wordt overgenomen met de lofspraak, dat het is „een van die krachtige, opgewekte en opwekkende stukjes, dio cr aan herinne ren. dat er nog menschen zijn, wolko durvctf doordenken, zelfstandig, consequent, al ver schillen zij daardoor ook in mccning van dé massa" cn dat die overname, juist met het oog op do pas ontvangen berichten, ge schiedt ..mct dubbel genoegen." Er zijn lieden, die nogal iets ophebbert met do zoogenaamde neutraliteit van De Te- legraaf. Zij mogen uit dezo lofspraak lec- ren, hoe gevaavlijk het is, ?ls do voorlichting van hot publiek geschiedt door formeel ori^» kundigon in do zakon van het hoogste be lang, wier opinio omtrent d<» goddcllijkö eigenschappen zou kunnen weerlegd worden in Zuid-Afrika zelf door den eersten Boer den besten. Do ïrerkstaklug to Eusckodoo. Naar wij vernemen, is door den Minister van Binncnlandscho Zaken aan do nieuwo arbeiders van de hteren Van Heek cn Co.,- dio zich over do houding der politio to hun nen aanzien hadden beklaagd, to kennen gc- gevon: dat het door den Commissaris der Koningin in dc provincie Ovcrijscl op Zr. Es. verzoek mot don Procureur-Generaal bij het Gerechtshof te Arnhem persoonlijk in gesteld onderzoek naar do gegrondheid dier klachten cn dc bij het verslag hunner be vindingen overgelegde rapporten van den Officier van Justitie tc Almeloo en van do Districts-Coriimandantcn dor rijks- veldwacht en der maréchaussee volgens hot' eonparig oordeel, waanm»do do Minister zich vercenigt, hebben aangetoond dat hoo- wel do politie uit don aard dor zaak niet bij machte is bij een gespannen houding, als sedert maanden te Enschcdee tusscheu par tijen bestaande, clko mindere aangename bejegening op straat te voorkomen, hun klachten als schromelijk overdreven zijn to beschouwen, dat met name do in hun schrij ven tegen do Rijks- cn gemeento-politic ge uite ernstige beschuldiging van partijdig heid door geen enkel feit is gestaafd, en dat aan do betrokken autoriteiten in geen en kel opzicht plichtverzuim kan worden ten laste gelegd. „Gaarne," anlwooiddo zy vorheugd; want reeds horhaaldo malen had zo or naar vor- langd, zich voor den heöriyken Bochstein to kunnen nederzetten on haar govool uit ta storten in klanken, waardoor hot liebtor om haar heen werd. Zy trad aan de piano on logdo byna beschroomd de vingers op do toetsen. Zacht vloeiden de ociittf accoordon; on woldra ruischte er eon van Mendelssohn's „Liedor ohne Worte", een lentelied, vol zoeten klank en ingehouden lust, vol tranon en lachen on vogelengokwoel en dan wogstervond, als eon herinnering, mat een zacht, vragend accoord. Het lied was uit; zy zag om naar don zieke. Hy lag stil, on dit maaklo haar weer beangst. „0, houd nog niet op," fluistordo hy; „vordor, verdorl 0, wat g30f je mU voel, Mario!" Stil zette zy zich weer op hot piano» stoeltje. „Zing nu eens wat voor myi Kont u leta van buiten?" „Ja," zeide Mai:c; „mag ik my oveu bo denken?" K Zy dacht even na, Jat haar een klein, oud liedje inviel, dat zo in het schemeruur dikwyi8 had gezongen: grootvader mocht het zoo gaarne. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5