Dc kroning van Eduard VII. Wetenschap en Industrie. Geschiedenis en Kunst. Stofgoud. Wekeiyksehe Kalender. v ALLERLEI. RECEPT. Raadsel. de zwartzijden sokken, liet uitgesneden vest, den rok mot een lintje in liet knoopsgat. Mijnheer is wel tien jaar verjongd J Hij is vroolijk, hij neuriet een populair wijsje. Tra déridédal Waar zal hij heengaan? Eerst even naar zijn club, waar men bepaald denkt dat hij dood en begraven is. Dan zal hij wel hooien wat de vriendjes voornemens zijn to doen; hij is vooruit reeds tevreden met hun programma voor dien avond, hij zal juist komen als ze hun diner op hebben, wanneer gelukkige stervelingen zonder fa milie en zonder villa zich afvragen*; „Waar zullen wc heengaan vanavond?" Buiten regent het nog immer door; de wind zweept de droppels tegen dc ruiten. Mijnheer gaat naar het salon, waar me vrouw zeer op haar gemak zit, den elleboog op tafel, het hoofd gebogen over een dag blad, prettig beschenen door het licht. Mijn heer beschouwt dit vredig huiselijk tooncel- tjo; dan, als een antwoord op eenig inwen dig verwijt, zegt hij: Geloof maar gerust, dat als het niet om idic receptie was, ik lekkertjes zou thuis blij ven in zoo'n hondenweer. Het is me wat I" En hij trekt zijn overjas aan, terwijl me vrouw ijverig doorleest. Eonsklaps slaakt zo een gilletje: „O, beste, wat een geluk, dat ik met het Stadsnieuws ben begonnon 1 Nu bespaar ik je hcclwat verdriet." „Hè, wat?" vraagt mijnheer, vaag onge rust. En movrouw lcost triomfantelijk: ,,Ten ge volge van het overlijdon van den schoonva der van den president kan do receptie van hedonavond niet doorgaan 1" Panl Alle plannen in duigen dusl Maar mijnheer bewaart oogonschijnlijk een sfcoï- cijnsche kalmte, want hij voelt hoe zijn vrouw hem tersluiks bespiedt. Het minsto teeken van ergernis zou hem verraden. Met een glimlach, een hartroerenden glimlach, 'doet hij zijn overjas veder uit en antwoordt: ,,Dat is een geluk! Verbeeld je, dat ik met dit weder voor een gesloten deur was geko- mon Ik dank jo wel, vrouwtje 1" En mijnheer geeft mevrouw een kus, met meer dan gowonc hartelijkheid. Er zijn teleurstellingen in het leven, die men het best doet, zwijgend te begraven. Het programma der kroningspleehtighe- don in de Westminster-Abdij te Londen op 26 Juni a.8. is openbaar gemaakt. Tal van eigenaardige bijzonderheden ko men daarin voor. Het volgende ia cr aan ontleend: Do Anglicaansche aartsbisschoppen en bisschoppen in ambtsgewaad zullen buiten do westelijke deur wachten totdat, bericht komt van 's Konings nadering cu alsdan het gebouw binnengaan. Dc Eoning cn dc Koningin worden met toepasselijk gezang ontvangen en gaan, evenals do aartsbis schop, voorafgegaan v. n den „koning" der Kousebandordc, met den lord-kanselier, enz. naar een groot platform, „het theater" genaamd, tusschon het koor en het sanctua rium opgericht. Do Koning staat in het mid den en keort zich naar do vier windstreken, terwijl de aartsbisschop tot do aanwezigen spreekt: „Heoren, ik stel" u hier voor Koning Eduard, den ongctwijfelden Koning van dit Rijk. En daarom, ijt gij allen, hier geko men om hem hulde te brengen, bereid zulks to doen?" Na do predikatie gaat do aartsbisschop voor den Koning staan en vraagt: „Sire, is Uwe Majesteit willons den eed af te leggen?" En dc Koning antwoordt: „Ik bon des willens." Daarop legt hij do vereischtc verklaring af, kust den Bijbel (een niouw en daartoe opzottclijk gebonden oxemplaar) en onder- tcokent den eed. Voorts knielt hij met zijn Gemalin en dc Kouscbandkoning roept vier riddors der orde op, die van den opperka merheer een prachtig zijdon kleed ontvangen om boven het vorstelijk paar op to houden. Dc Deken giet olio in con daartoo bestem den lepel en do aartsbisschop zalft den Koning op de kruin van het hoofd, zeggonde: „Uw hoofd zij gezalfd met heilige olie go- lijk Koningen, priesters en profeten werden gezalfd" op dc borst, zeggende: „Uwe bor6t zij ge zalfd met heiligo olie"; op do palmen der beido handen, zeggende: „Uwo handen zijn gezalfd met heilige olie. En gel ijk Salomo door Zadok don priester en Nathan den profeet tot Koning gezalfd word, zoo wees gij gezalfd, gezegend en go- wijd tot Koning over dit volk, hetwelk do Heere uw God u gegeven heeft, om dat to regceron en te besturen. In den naam dos Vaders", enz. Na opgestaan te zijn, knielt de Koning voorts opnieuw om door den aartsbisschop te worden gezegond. Zijn hielen worden aan geraakt met sporen, genomen van het altaar, cn hij ontvangt het zwaard dor gerechtig heid. Vervolgens ontvangt do Deken van den „behoerdor dor klceding" do „armilla" (armband) cn den rijksmantol van goudla ken, „het gewaad der gerechtigheid", en be kleedt Z. M. daarmede, waarbij do „Lord Great Chamberlain" "de gespen vastmaakt. Don zet zich dc Koning, de Deken brengt don Rijksappel cn het kruis van het altaar en onder een gebed worden hem die dooi den aartsbisschop ter hand gesteld, waarna ze door den Deken weer op het altaar wor den geplaatst. Van den „beheerder van het Juwcelenhuis" ontvangt do aartsbisschop 's Konings „waardigheidsring", dien hij bid dende ora Zr. Ms. linkerpink schuift. Een ander waardigheidsbekleder biedt een hand schoen aan en nadat die is aangetrokken neemt do Koning den schept.r met kruis, teeken zijner macht, in de rechterhand en den schepter met do duif, „staf van billijk heid cn genade", in zijn linker. Nu wordt dc kroon, vooraf op het altaar gelegd, door den aartsbisschop den Koning op het hoofd gezet; de aanwezigen juichen: „,God behoede den Koningtrompetten schallen, dc pairs cn hun gemalinnen zetten hun eigen kronen op cn de groote kanonnen van den Tower bulderen. Nadat Z. M. een Bijbel is aangeboden, dc zegen is uitgesproken en het Tc Deum ge zongen, wordt de Koning door dc aartsbis schoppen, bisschoppen en pairs op den troon geheven, waarna de pairs hem huldi gen. Terwijl nu de Koning op den troon zit, wordt zijn Gemalin gekroond. Daartoe treedt zij, door twee bisschoppen geleid, naar do trappen van het altaar en knielt or neder, terwijl de aartsbisschop van York een gebed spreekt. Daarop staat H. M. op en begeeft zich naar de plek der zalving. Hier knielt zij wederom neder en vier edel- vrouwen, door den Kouscbandkoning opge roepen, houden een kleed van goudlaken boven haar, terwijl dc aartsbisschop haar olie op het hoofd giet. Vervolgens doet hij haar een ring aan den rechtorringvinger. Ten slotto wordt bet Avondmaal gehou den, waarbij do Koning ccn altaarklced en een baar goud van con pond gewicht, do Ko ningin een dergelijk kleed en een „markge wicht" goud schenkt. Dc plechtigheid ein digt met het gezang: „Eere zij God in de hoogste Hemelen. Vrede op aarde", enz. De meest uitgebreide voorzorgen zijn door do overhoid genomen; zij, die tribunes bouwen, moeten aan strenge voorschriften voldoen, welko zoowel het gemak der bezoe kers als do openbare veiligheid ten doel hebben. Toch is het gevaar niet te overzien, wanneer op een punt langs dio mijlcnlango tribunengalerij een brand mocht uitbreken of do voorschriften onvoldoende mochten blijken. De politie heeft alle schikkingen getrof fen en het feit, dat tijdens Koningin Vic toria's jubileum in 1807 alles zoo voorbeeldig ordelijk toeging, levert cr waarborg voor, dat men ook ditmaal succes zal hebben; Do oudo Westminster-Abdij is sedert 1 April voor het publiek gesloten en overge leverd aan den aannemer, die haar voor het Kroningsfeest moet inrichten, en zóó zorg vuldig wordt zij tegen nieuwsgierigen be waakt, dat alle werklieden persoonlijk bij do een of andero der tijdelijko autoriteiten moet bekend zijn om toegelaten to wordon. Gedrukto of geschreven toegangskaarten worden te gevaarlijk geacht. Voor zoover tot nog toe kan worden nagegaan, zal alles daar op tijd gereed zijn cn plaatsen zijn verschaft voor ettelijke duizenden meer dan gewoon lijk. Allo plaatsen op de stoomboolcu van Niouw-York, Philadelphia en Boston zijn, met heb oog op Koning Eduard's kroning reeds besproken. Velen zullen over Canada of als tusschendeks-passagiers moeten gaan. Men rekent, dat tegen den kroningstijd moer dan honderd duizend Amerikanen to Londen zullen zijn. Hoofdpijn. Onder don algemeonen naam van hoofdpijn worden, zooals men weet, aan- dooningen van allorloi oorsprong en pijnen van allerlei aard te zamen gevoegd. Een Londensch geneesheer heeft getracht In dezou chaos wat orde te brengen. Ziehier in het kort zijn adviezen. Ondervindt men eon onaangenamen druk op hot voorhoofd, boven de oogon, en heeft men daarby aanvallen van duizeligheid en gebrek aan eetlust, dan Is oen bedorven maag do oorzaak en een kleine hongerkuur het beste middel. Is do pijn in het voorhoofd zeer hevig en gaat zij van koortsverschijnselon vergezeld, dan is naar alle waarschijnlijkheid een ziekte in aantocht en doet men verstandig als men een arts raadpleegt. Een aanhoudende pijn in het voorhoofd zonder duizelingen of koorts wijst er op, dat in de ademhalingsorganen iets niet in orde is. Heeft men dikwijls last van pijn in het achterhoofd, dan kan er sprake zijn van een begin van leververharding, waarvoor veel beweging het beste geneesmiddel is. Een stekende, borende pijn in de slapen wijst op bloedarmoede. Hevige hoofdpijn aan éóne zijde van het hoofd (zoogenaamde schele hoofdpijn of migraine) is een teeken van nervositeit; het beste middel daartogen is, eenige uren in volkomen rust en stilte in het donker door te brengen. Zit de pijn boven In het hoofd, zoodat men het gevoel heeft alsof men een centenaars gewicht op zjjn schedeldak had, dan kan men met groote zekerheid veronderstellen, dat geestelijke overspanning de oorzaak van het lijdon is. Beperking van arbeid, verkeer in de buitenlucht en krachtige voeding zijn dan aangewezen. Doen zich de pijnen gevoelen met korte tusschenpoozon en trekken zij door het geheele hoofd, dan zijn zjj van rhoumatischon aard en ontstaan ten gevolge van koude of tocht. Hier holpt liet best, het hoofd warm to houden of een flink zweetbad te gebruikon. De voedingswaarde van een ei. De me nigmaal geuite meening, dat een paar eieren overeenkomen in voedingswaarde met een half pond vleesch, wordt het best wederlegd door de mededeeling der door dr. Lcbbin uitgevoerde onderzoekingen in zake de sa menstelling van eieren. Hij vond gemiddeld in eieren 65 pCt. water, 117 pCt. eiwitstof fen, 11 pCt. vet en 1 pCt. asch (phosphaten cn ijzerverbindingen), het overige vormt de schaal (ca. 11 pCt.). Koopt mc.n dus 150 gram eieren, dan heeft men zoowat 16 gram eiwit stoffen; besteedt men denzelfden prijs voor vetvrij rund vleesch, dan krijgt men zooals ten minste de prijzen in Nederland gaan, minstens de d u b b e 1 o hoeveelheid eiwit stoffen. Yan belang is het evenwel de quali- teit van het vleesch en do gemakkelijker ver teerbaarheid van eieren in aanmerking te nemen. Papierfabricage. Er zijn tegenwoordig 3985 papierfabrieken in de wereld, welko jaarlijks 1450 milliocn kilogram papier op leveren. Daarvan wordt do helft voor druk kerijen gebruikt en wel alleen voor couran ten 335 milliocn kilogram. In de laatsto tien jaren is het verbruik van courantenpapier met 110 millioen kilo gram toegenomen. Het jaarlijksch papierverbruik bedraagt over dc inwoners verdeeld per hoofd: in Engeland 6.5, in de Yereenigde Staten 5.7, in Duitschland 4.4, in Frankrijk 4.2, in Ita lië en Oostenrijk 2, in Spanje 0.85. Naar Nederland zochten we, helaas, tever geefs in de opgave. Gu-staaf Adolf en het duel. Qustaaf Adolf, koning van Zweden, was oen tegenstander van het duel. Hij had het daarom in zijn land ultdrukkol(jk verboden en op de overtreding de doodstraf gesteld. Eens waren twee officieren met elkaar in twist geraakt; een twist, welke zóó hoog liep, dat zij meenden, dat hjj niet zonder duel kon worden bijgelegd. Z\j wendden zich daarom tot den koning met verzoek, dat hij hun zou toestaan, een tweegevecht te houden. Het antwoord luiddo, dat Gustaaf Adolf zijn toestemming gaf onder voorwaarde, dat hy zelf den kamp mocht bijwonen. Do officieren stomden daarin toe en op het bepaalde uur verschenen zy op do kampplaats, waar de koning hon opwachtto, vergezeld door een hooge, forsclio gestalte, in een langen, don keren mantel gewikkeld. Vóór het twee gevecht aanving, nam do koning het woord. „Een van u beiden," zeido hy, „zal natuurlijk overwinnaar bleven en waarschijnlijk zal de overwonnone met zjjn loven boeten. Maar dit verzeker ik u nadrukkoiyk: aan den over winnaar wordt onmiddoliyk de straf voltrok ken, die op het duel staat." Met deze woorden gaf h\j den vreemde een wenk, die, don langen mantel afwerpend, in het roode gewaad van den beul, met het groote zwaard by zich, voor hen stond. Do officieren stonden als van den donder getroffon, maar kozen spoedig de wijste party en verzoenden zich met elkaar in bijzijn van den koning. Misschien, dat een dergelijk dreigement tegenwoordig op een aantal vechtlustige helden ook nog wel een kalmeerenden Invloed zou uitoefenen l Dieet en Kunst. Een nieuw bewijs van den wederzjjdschen invlood van eten en drinken en kunst is gegeven door den buffet- houder van de Parysche Opera. Hom was gevraagd door iemand, die van statistiek houdt, of by elke voorstelling even veel ontvangen werd aan de buffetten. En toen kwam het merkwaardig antwoord: f Zeer verschillende dranken worden govraagd by verschillende stukken. Er wordt het meeste geld besteed door het publiek als „Faust" gegeven wordt. Limonade en champagne leveren dan veel voordeel. Op Meyerbeer* avonden is er vooral vraag naar ys. De opera's van Donizetti doen geregeld vraag ontstaan naar siropen zoete dranken dus en sinaasappelen." „En by ballet-uitvoeringen?" „Dio noemen wy steeds punch-avonden." „En "Wagner? Als byv. „Siegfried" wordt opgevoerd „O, dat zyn onze zwarte tyden. Dan wordt er niets gevraagd aan het buffet. Dan loopt het publiek, met gefronst voorhoofd, nadenkend heen en weer in de gangon." Zij, 'die den plioht erkennen als hun leider on dus voor het onzichtbare zich buigen, hebben do kern van elkon godsdienst. Oharles Boissevain. In uwe ziel moet godsdienst wezen, 'Als in uw godsdienst ziel zal zijn. E. Laurillard. Moobt het den godon behagen den men- schen evenveel te doen geven om verstand cn geweten als em het luttel beetje, dat zo vaak weten. S t r a b o. Wanneer de wijze zich baaddo in overvloed, volop genietende van het altijd meer ontdek ken en hot doorzien van wat waard is ge kend te worden, maar dit zaligste aller gonoegens had in volslagen eenzaamheid plaats, zonder er anderen in te kunnen doen declen, zoowaar, hij zou het even gaarno vaarwel zeggen. Oioero. Ieder mensch is als geestelijk wezen wel zelf doel, maar dat zelf staat in onafgebro ken samenhang met do mcnschenwereld. Waar do behoefte aan gemeenschap niet wordt gevoeld, waar alzoo het inwendige ge meenschapsleven wegvalt, daar verliest het leven zijn karakter van echt menschelijk leven. Allard Pier son. Reeds de onbeschaafde, ruwe mensch, die zijn natuurdriften den vrijen teugel liet, zal reeds spoedig bij allerlei leed en kwaad ge vraagd hebben: „Waarom mij dat?" En toen kregen priesters, toovenaars, asceten een grootcn invloed met hetgeen zij beweerden omtrent de oorzaak van het leed. De men- schen hadden dc oorzaak to zooken in een scliuld, in een 6tuk verleden én dus alle lij den als een straf te verstaan. De zoo levende mensch is als het ware ge fascineerd als eon kip, om welke een krijt streep getrokken is, zoodat hij niot meer komt buiten dien kring. De zieke, de lijder is geworden een schuldige. Jezus had den zondaar tot een kranke go- maakt. Later kwamen Zijn volgelingen, die den kranke tot een zondaar, tob een schul dige gingen maken. Fr. Nietzsohe. Zondag. De deugd des vadors is het grootste erf goed der kinderen. Maandag. Bij het verwijderen van onkruid uit do harten der kinderen zorgo men daartoe geen scherp werktuig to gebruiken. Anders loopt men zoo licht gevaar ook de wortels te tref fen, dio in zulke hartjes kunnen verborgen zijn. Dinsdag. Laat uw kind wat geld na: het kon hem misschien, hoewel niet altijd, tot nut zijn. Laat hem de herinnering na aan uw naam: bet zal hem een prikkel ten goede wezen. Laat hom ccn schat van liefde na, heilige beginselen, diep hem ingeprent: ziedaar de beste erfenis. Woensdag. Koop nooit rat gij niet noodig hebt, om dat het goedkoop is. Donderdag. Hoeveel angsten hebben ons die rampen gekost, die niet gebeurd zijn. Vrijdag. Nooit hebben wij berouw, dat wij to wei nig gegeten hebben. Zaterdag. Treuren is in don regol verbonden met werkeloosheid. Enfant terrible. Do heer Janszo: „Gaat je zuster dezen zomer naar een badplaats, Hendrik?" Hendrik.,.Dafc hangt geheel van u af. Ik hoorde ma zeggen, dat als u en Betsy ver loofd waren vóór het seizoen begon, er in 't geheel geen reden zou zijn om er heen te gaan." Modern kind. Achtjarige Lizo (voor den spiegel een hoed passend): „Mama, vind u ook niet, dat deze hoed mij wel tien jaar jonger maakt?" De hoofdzaak. Zoon: „Wat is eigenlijk een congres, vader?" Yader: „Ja, jongen, dat is een vergade ring, waar wordt uitgemaakt, waar ze do volgende maal weer te zanjen willen komen." Zy (woedend): „Watl Wil jij zeggen, dat je verstandiger bent dan ik? Hij (gemelijk): Wolneen, vrouwI Het te gendccl heb ik juist bewezen, door jou te trouwen." Onder vriendinnen. Clara: „De man, dien ik zal trouwen, moot iemand zijn, die denkt vóór hij spreekt." Mario: „Dan vrees ik, dat je nimmer trou wen zult." Mama: „Zeg eens, Mariél Waar hadt jc hot gisteravond toch zoo druk over met Har ry in het salon Dochter: „Wat bedoelt u, mama 3" Mama: „Wel, jelui waart aan het twisten als een paar gekken." Dochter: „O, mamaWij twistten niet. Harry verlangde, dat ik in den grooten leu ningstoel zou gaan zitten; en ik wilde, dat hij er in plaats nam." Mama: „Is dat alles I En wie kreeg zijn zin V' Dochter (verlegen): „Wel, mamal wij wij besloten er toén beiden maar in te gaan zitten." Onlangs verhuurde een paardenkoopman aan een advocaat een paard. De advocaat' verkocht het paard en wist het zoo ver te brengen, dat de paardenkoopman met den verkoop niet alleen genoegen nam, maar zelfs toestond, dat de advocaat hem in plaats van geld een schuldbekentenis zou geven. „Ja maar," sprak do spitsvondige advo caat, „ik kan jo in langen tijd niet betalen.: Ik ben zeer slecht by kasvindt je dus goed, dat ik de schuldbekentenis op een langen termijn stel?" „Goed," zei do ander, die veel geld van zijn paard had gemaakt, „bepaal zelf maai den termijn." Toon do paardenkoopman thuis op zijn gemak liet papier inzag, kwam hij tot d« ontdekking, dat de schuldbekentenis luidde: terug te betalen op den Dag des Oor deels," Er werd een actie tot betaling tegen den advocaat ingesteld, maar de advocaat ver zocht den rechter goed het stuk te bekijken.. „Ik heb hot goed bekeken," zei dc moderne Salomo; „do schuldbekentenis is uitste kend in orde, en daar dc dag van heden de dag van het oordeel over het stuk is, veroor deel ik jc dadelijk te betalen." „Nu, Truitje, als je dan absoluut weg wilt, ga dan, ik zal jo niet tegenhoudenj maar moet je geen getuigschrift hebben?" „O, mevrouw is wel goedl Maar mag ik mevrouw dan verzoeken een andoren naam er onder te zetten? Niemand hoeft to weten, dat ik in een huishouden van Jan Steen, als dat van mevrouw, gediend heb." Keizer Wilhelm heeft een eigenaardige go- woontc. Als hij poinst trekt hij zich gewoon lijk aan het rechteroor. Men vroeg hem waar om hij dat deed en hij antwoordde: „Dat doo ik alleen als ik een beetje 't land heb." „En als Uwe Majesteit dan heel erg het land heoft?" veroorloofde zich do nieuws gierige vrager to vervolgen. „Dan" hernam dc Keizer „dan... trek ik een ander aan 't oor 1" ZeeziekteIn de grappen-rubriek van de „Globe" wordt verteld, dat een Ylissing- sche stooomboot haar passagiers een waar schuwing geeft, waarop staat: „Passagiers moeten ontvangbewijzen krijgen voor allo' eetwaren, die zo aan boord gebruiken, cn dio goed bewaren." Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan' en herinnert aan een oud rijmpje: „There was a young man of Ostend, Who said he'd hold out till the end; But when halfway over From Ostend to Dover, He did what he didn't intend." Cromo van anrdboion. Een liter aardbeien wordt sterk gesuikerd en cön uur ter zijde gezet. Een liter dikko zoete room wordt met 125 gram suiker tot een dik schuim geklopt cn daarbij wordt go- voegd 23 grar.1 gelatine, dio in 1/2 liter water opgelost ia In een goed met besto amandelolie be smeerden vorm doet men laagsgewijze do crêmo cn de aardbeien, laat ze op ijs goed.^ stijf worden en versiert de crème, nadat zij) overgestort is, met nog eenige aardbeien en confituren. I. In 't Engelsch lig ik voor uw blik En tuurt gc op mij soms met veel schrik; Maar spreekt ge mij in 't Hollandsch uit,;' Dan ben ik een zeer prïkklend kruid. II. Zit gij er in het Engelsch in, Dan baast ge 11 wis er uit to komen; Maar wordt in Nederlandschen zin Dat woord op uwe lip genomen, Dan krijgt ge een -lbekende maat. Ik denk wel, dat ge 't spoedig raadt, III. Zoek mij in 't Duitsch aan 't hoofd, En wel alleen in 't oor. In 't Hollandsch echter krijgt Ge er heel iets anders voor: Een ramp, vol moord en brand, Een wee ver volk en land. Het antwoord op de Opgave der vorlgi week is: Kniesoor. De antwoorden op bovenstaand drieledig Raadsel geven wij in het nummer der yoD gendo wcek«

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 10