PONDERS
irijwiilihh
HIMBER-Rijwieleii
Bet Wereldberoemde fabrikaat.
Wandgedierte
de Witte Poetspommade
ianobauilel(Ms. KKELJ0I,
Bloembollenveiling,
op Woensdag 28 Mei 1902,
SEiiED 1. BEE, Breestraat 28.
Centraal Apotheek C. B. DUYSTER Jr. A|iolliekersdijk.
zijn te Leiden: Breestraat BB.
Uit de Rechtzaal.
Burgerl. Stand van Leiden,
iV
Wegens Liquidatie
Buitengewone
ie Katwijk a. d. iijn,
SOLIDE ORGELS
130 GULDEN.
AGENT:
Q.> SiUBIOnS SOOBT,
P. W. LICHT Ji*.,Ainsterdam.
FEUILLETON.
G. v. d. H., geboren te Zegwaard, stond
gisternamiddag torecht voor de Haagsche
rechtbank.
Uit een schuur in genoemde gemeente,
welke schuur gebruikt ordt tot het bergen
van boter, kaas en eieren, ontvreemdde hij
tot tweemalen toe in de maand April eenige
potten met boter, een aanzienlijke hoeveel
heid eieren en een paar kazen.
Dc eigenaar had spoedig den diefstal ont
dekt en de Rijksveldwachter was er gauw
achter hoo een en ander in 't werk was ge
gaan.
Beklaagde, die er niet naar een dief uit
lag en zich ter terechtzitting zeer bescheiden
gedroeg, bekende zich met een vaïsch sleu
teltje toegang verschaft te hebben tot de
schuur, staande naast de woning van den
eigenaar v. d. S., en de genoemde waren te
hebben ontvreemd, waarvan hij het meeste
van dc hand deed en iets voor zich behield.
Het aantal eieren, dat hij ontvreemddo, gaf
hij op te zijn 95; dl eigen4i; sprak van
ruim honderd.
Beklaagde, recidivist, zei ook nu weer uit
armoede tot den diefstal te zijn gekomen;
hij had veel wederwa.vrdigl. den, waerdoor
hij nictr'wcrken kon on dus Ook niet voor
zien in de behoeften van zich en de zijnon.
Toevallig was hij tot dc ontdekking geko
men, dat hij een sleuteltje had, dat op de
schuurdeur paste. Den waren slautol had hij
in handen gekregen door de goedheid van dc
moedor van den eigenaar, die hem een voer
tuig tor leen had afgestaan, dat in do berg
plaats stond. Toen viel hem op, dat deze
sleutel gelijk was aan een, welko in zijn bezit
was.
Het O. M., de activiteit der Rijksveld-
wacht lovende en den diefstal van ernstigen
aard achtende, eischte tegen bekl. 8 maan
den gevangenisstraf.
P. G., 38 jaar, kleedermaker en manufac-
turier tc Rijnsburg, moest in bet bewuste
bankje plaats nemen, omdat hij een jongen
Rijnsburger mishandeld had. Den 30sten
April sloeg hij een knaap op het hoofd en
gaf hem een paar schoppen tegen het dikste
gedeelte des lichaams.
Bekl. bekende het feit, doch voerde tevens
aan, dat zijn kinderen dikwerf geplaagd
werden door den mishandelden knaap.
Daarom tuchtigde lijj dezen.
Do mishandelde beweerde, dat G's jongen
hem ook wel kwaad deed.
De gemeente-veldwachter (die volgens bekl.
juist bij don barbier was; of liij al dan niet
onder het mes zat wist hij niet) van RijnB-
burg had gezien, dat G. don jongen éón slag
en één schop gaf. Bloed had hij niet zien.
vloeien. De veldwachter wist niet te zeggen
of waar waa wat bekl. zei, dat G's kinderen
bij het naav-school-gaaa te Leiden bepaald
het. mikpunt voor andere jongen3 waren.
Een vrouwelijke getuige verklaarde, dat
do kinderen van G. wel degelijk veel te lijden
hebben .Haar hulp was daarom door dezen
wel eeus ingeroepen.
De geslagen en geschopte knaap werd door
den president nog even berispt.
Heb O. M. eischte tegen P. G. 3 gulden of
3 dagen gevangenisstraf.
J. de B., van Noordwijk naar Den Haag
gekomen, was inmiddels (wellicht door al
den vrijen lijd) zóó beschonken geworden,
dat hij, na tusschen twee veldwachters do
rechtzaal binnengebracht te zijn, onmiddel
lijk weer afgevoerd moest worden, zonder
de bank der beschuldigden te hebben aange
raakt. Dat iemand er geen zorg voor kan
dragen in behoorlijken staat voor de rech
ters te verschijnen, 't Is schande I
Hij, die zich thans zoo onbehoorlijk ge
droeg, vernielde op 4 Mei j.l. een paar rui
ten in de woning van H., onder Noordwijk-
aan-Zee. 'tWas dicht tegen middernacht.
Het O. M. vroeg 5 gulden boete, subsidiair
5 dagen gevangenisstraf.
A. v. d. N., uit Leiden, beleedjgdo in de
stad zijner inwoning, zooals zoo dikwijls ge
beurt en altijd door straf gevolgd wordt, de
politie. 'tWas toen hij, beschonken zijnde,
werd gearresteerd en van de Volmolengracht
overgebracht naar het bureel van politie.
Eisch van het O. M. 10 gulden boete, sub
sidiair 10 dagen gevangenisstraf.
TTitspraa kin de gisteren vermelde zaak en
in vorenstaande zaken a.s. Maandag.
Voor do Haagscho rechtbank is gisteren
voortgezet de behandeling der zaak van de
drie jongens, verdacht van diefstal met braak
In een perceel ln de Nassaulaan te's-Graven-
hage. Als getuige werd nog geboord een
man, die destijds aan een der joDgens een
breekyzer had geleend en die in handels-
relatiön had gestaan met een jongen, die aan
vankelijk ook in arrest was genomen, verdacht
in den diefstal betrokken te zijn geweest.
Door den verdediger, mr. "Wiercx, werden
aan dezen getuigo een aantal vragen gesteld
om te constateeren, dat men hier met iemand
van twijfelachtige reputatie te doen h,ad.
De jongens bloven ontkennen den diefstal
gepleegd te hebben.
De subst.-off. van justitie, mr. Van Geuns,
nagaande het bewijsmateriaal in deze zaak
aanwezig, stelde in het licht het verband, dat
er bestaat tusschen de gestolen voorwerpen
en deze beklaagden. Vaat staat dat twee van
de bekl. de van diefstal afkomstige pendule
hebben verkocht en vast staat ook, uit het
getuigenverhoor, dat zy het uurwerk gestolen
hebben, al geeft het 0. M. toe, dat geen
absolute zekerheid bestaat, dat de diefstal op
22 November is gepleegd.
Verder wees bet O. M. op het vinden van
het breekijzer op een der beklaagden, zoomede
op het vinden ter plaatse van het misdrijf
van diens ontslagbrieven uit de gevangenis.
Duidelijk was ook gebleken, meende het O. M
dat de joDgens elkaar zeer goed kenden, al
ontkennen zy dit. Uit het getuigenverhoor,
verleden Donderdag gehouden, is, naar het
oordeel van het 0. M., de schuld der bekl.
gebleken en het vorderde voor twee van do
drie bekl. 8 jaren en voor den derde 2 jaren
gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Wiercx, herhaalde zijn
bezwaren tegen de dagvaar ding, die z. i. niet
aan de vereischten voldoet.
Pleiter concludeerde tot nietigverklaring dor
dagvaarding en reeds op grond daarvan onmid
dellijk ontslag alt de voorloopige hechtenis;
als tweeden grond voor de nietigverklaring der
dagvaarding voerde pleiter aan de behandeling
dezer zaak in de instructie. Waar gesproken
wordt van „andere voorwerpen", zonder nadere
aanduiding, wordt aan de bekl. de mogelijkheid
ontnomen om zich daarop te verdedrgen. Ook
in dit opzicht voldoet dus de dagvaarding niet
aan de wetteiyke voorschriften.
Verder bestreed pleiter uitvoerig de opvat
ting van het 0. M., dat de schuld van zyn
cliënten was bewezen.
Het verzoek, tot onmiddellijke invrijheid
stelling werd afgewezen.
Do uitspraak wordt later medegedeeld.
Aan onze herstellende Kon.agio.
'tVolk dacht aan TT en aan Uw smarten,
En weerpljn voelde 't ook van 't leed,
Dat in de U 't naast bestaande harten
Zoo diepe en scherpe wonden sneed.
't Dacht aan zichzelf ook. By de wenken
Van hoog gevaar vroeg 't bang: „Wat nu?"
Het kon, het durfde zich niet denken,
Hoe 't Neörland zijn zou zonder U.
't Bad met Gemaal en Moeder mede,
Toen angst en jammer rees in top;
'tZond duizendstemmig ééne bede
Voor U tot d' Albehoeder op.
En nu, een biyd en hoopvol Heden
Vlecht om hot kruis een rozenrank,
En hart'iyk, 'zoo als 't heeft gebeden,
Spreekt, zingt heel 't vaderland „Goddank
(N. v. d. D.) E. Laurillakd.
Eerste huweiyksal kondiging van 25 Mei.
H. P. Goedhart jm. 31 j. en J. G. Tieleman
jd. 24 j. J. L. M. van Hel ver t jm. 25 j. en
W. I. Stijnman jd. 23 j. G. J. van Klaveren
jm. 24 j. en D. Brugman jd. 26 J. J. Kenbeek
jrn. 23 j. en J. AL B. Struijkonkamp jd. 25 j.
\V. de Zoeten w. 45 j. en A. P. M. Gaykema jd.
33 j. G L. wan Boy eren jm. 36 j. en M. W.
Michel jd. 33 j. L. E. van Bronswijk jm. '29 j. -
en L. BruDe ]d. 24 j. R. Vermeer jm. 27 j. en
W. S. Kloota jd. '27 j. P. Duikers jm. 33 j. en
C. Arnoldus jd. 35 j. L. van Maris jm. 23 j
i. 29
en L. Bon jd. 24 j. W. 1L Gertenaar jm.
j. en J. Overdjjk jd. 28 j. G. Verwer jm. 26
j. en W. Baart jd. 26 j. CL J. Pap6t jm. 30
j. en E. S. M. Hoogmolon jd. 32 j. G. Rol jm.
j, en H. W. Mieremet jd. 18 j.
Kininepillen, 100 stuks a f 0.50.
Blaud's Staalpillen, 1000 stuks hf 1.50.
Rhabarborpillen, doo? b, f 0.25.
Cascarapillen, flac. 0.40.
Melksuiker, per pond f 0.60.
Eiwitstaai, p. fl. 20, 40, 70 Cts.
Levertraan, per fl. 'f 0.30.
Zenuwstaaldruppels, per fl. f 0.20.
Kinadruppels van Dr. DE VRIJ, Origi
neel© flacons f 0.80. 6937 18
Recepten worden onmiddellijk gereedgemaakt on vry aari huis bezorgd.
Lange Alux-e 40, Leiden. 10660 20
Nienwe Pianino's vanaf ƒ250.— tot ƒ1000
Verhuren, Stemmen, Repareeren, Ruilen, Transporteeren
P. S. Zorgvuldig gerepareerde Instrumenten zijn
steeds in zeer lilBlijlcen prijs voorhanden.
van de zeer gunstig bekend staande Kraam-Bloembol-
len van den Heer E. WASSENAAR, waaronder voorkomen:
80 R.R Murillo, 70 R.R Proserpine,
70 R.R Rose gris de lin, Vermilion Brillant,
Prins wan Oostenrijk, Rosé Due,
Mon Trésor, Gele Prins, enz.,
van den Heer C. WASSENAAR Sr.:
100 R.R. op leverbaar geplante Scilla's en van den Heer
J. SCHONENBERG zeer groote partijen
Scarlet Due, La Reine, Vermilion Brillant, enz.
Alles buitengewoon zwaar en gezond te veld staande.
Partijgoed niet op weiling geplant.
CATALOGUS zal intijds verkrijgbaar zijn.
De Directeuren:
JAC. v. d. GUGTEN.
6172 76 C. WASSENAAR Jr.
A. DE MOOIJ Jr.
in pry zen van af f 40.
Gratis Handleiding en Toetsenlooper.
Honderden dankbetuigingen.
Vraagt gratis Catalogus en conditiën
JOH. BE HEER, 673 25
Rotterdam, Noordmolenstraat 71.
LEIDEN, Haarlemmerstraat 195.
DAMES:
HEEREH:
PRIJZEN,
f 225.-, f 175. f 840
f 200.-, f 160.-, f 130-
f 110.-
f 105.-
'*/eW*
VAN
3389 40
v.ordt uitgeroeid met garautio en zonder boschadiging door
IiCidschentfaw, Hen Haag 6fl Leiden, Noorüeinde 43.
(Geen insectenpocder-beioerking). 4275 22
KLEID"ra& ESIXT VLiüG
poetst
MET BRILLANTINE.
Merk: Kroon in een driehoek.
EENIG FABRIKANT: 5289 90
Pleegzuster.
23)
„O neen, dat mocgt u niet denken I U
kwetst my niet. U doet my goed, als u zegt,
dat ik u goed doe waarmee, dat is onver
schillig hot is imners myn eenig doel
hier I Ach
-Zy slokte; want zy dacht er over, waarom
zij i.esn goed bevallen moost.
liy logdo dat zwUgen anders uit.
„Ach, wilt u zeggen, helpen kunt u my
niet meer, enkel verlichten; een beetje weldoen
aan den veroordeelde, die geen hoop heeft,
dat is liet werk van uw barmhartigheid, niet
waar, zuster?"
Nu sloeg zy vry den blik op hem.
„Met alle kracht, die In my isl Wat in
myn macht staat, wil ik doen voor dat schoone
werk."
Warm on vochtig wei-Je het naar haar
oogen; wat reeds larg voelde zy haar hart
boklemd, sinds zij d'.on brief van Frits ge
lezen had.
Hy glimlach o biymosdig.
„Dank u. Ik neem alles aan, ik protesteer
in het geheel nieten als ik u zeggen
zal, voor de laatsto maal: door uw zorg waren
de laatste dagen van myn leven de beste,
dan zult u dat gaarne hooren en
„En het in myn ziel bewaren wie weetl
misschien ook als myn boste uren
„Uw loven is zeker niet gemakkeiyk," zei
hy, mot een nadenkenden blik op den trek
van smart, dien zy niet kon bedwingen, en
den vochtigen sluier voor haar oogen.
I „Hot zalzeker niet gemakkeiyk wor-
i den," fluisterde zy.
„En nu," vervolgde hy mat, „nu begrypen
wy elkaar. Nu weet en denkt u by alles
wat ik zeg, dat ik nog slechts een geest,
oen van het lichaam verloste ziel ben, die
spoedig gebeol vry zal wezen van allen aard-
schen schyn."
Hy hief de hand omhoog; steeds zachter
was hy gaan spreken, en flauw slechts klonk
hot in haar ooren:
.Boven de sterren hereenen zioh weder
Zielen, door 't noodlot verwijderd op a»rd-r
Daar valt do scheidsmuur, de hindrende, neder,
Blijft wat bijeen hoort, in vredo vergaard."
Onwillobourig moest zy weer denkon aan
haar verloofde; tusschen hem en haar scheen
ook oen scheidsmuur op te ryzen, die hen
belette, elkaar te leoren kennen, zooals zy dat
gewenscht en gehoopt had.
Do vochtige sluier gleed van haar oogen,
en een paar tranen vielen van de wimpers
neer. Hy zag het niet; hy leunde achterover;
een lichte onmacht had hem bevangen.
Snel en met kalme zekerheid wendde zy
de altUd gereed staande middelen aan, om het
oogen'olikkoiyke gevaar af to weren.
Oogonblikkelyke gevaar 1? Zou het wel een
ongeluk voor hem zyn, als hy uit zulk oen
onmacht niet weer ontwaakte? Als hy zóó
insluimerde, als thans, met zulke gedachten
en vizioonen met den vrede op het
schoone voorhoofd, waar do smartplooi ver
dwenen was?
Een ongeluk? Was het niet eerder een
geluk te noemen?.... een geluk, ook voor
Frits en haar
Maai* hy bewoog zich; het leven koerde
nog eenmaal weer en ook de rimpel van
smart. Zy knielde, om het hoofd wat op te
beuren, -dat te laag was gegleden. Teeder, of
hy een kind was, legde zy dat hoofd tegen
haar borst, zeer teeder en stil hy ademde
roods regelmatiger.
Met een pyniyken zucht keerde het be-
wustzyn weder. -
Zy stond op en ging aan het voeteneind
van het rustbed. Voor heden was het met
zyn helderheid en kracht ten einde; de
oogen dwaalden glansloos in het rond; de
mond was half geopend, het lichaam lag
onbeweegiyk.
Als hy zich in dien toestand bevond, kon
zy niet anders doen dan af en toe oen lepeltje
vol opwelckenden drank over .de lippen laten
vloeien en de zweetdroppels van het voor
hoofd wisschen. En als zy dat gedaan had,
zat zy weer stil en lette goed op. Langzaam,
langzaam vloeiden tranen uit haar oogen op
de gevouwen handen.
De avond daalde; het vuur vlamde niet
moer hoog op. Hot rood der scheidende zon
gleed over den blanken parketvloer en hot
beeld der Pietè.
Toen Marie Louièe 's avonds in haar kamer
kwam, vond zy do thee gereed, die zy ge
woonlijk alleen gebruikte. Mevrouw Wengerska
had haar op vriendelyko whze te kennen
gegeven, dat ze de avonduren noodig had voor
haar boekhouding, onz.; de zuster moest dus, als
de baron om negen uren ter ruste was gegaan,
verder den tyd maar alleen doorbrengen.
In 't algemeen had Marie wel nu en dan
een prettig praatuurtje met de weduwe, maar
geen innige aansluiting gevonden. Mevrouw
Wengerska scheen die niet te zoeken, en het
meisje zag haar dagen achteroen niet anders
dan bij het middagmaal.
Op een elegant zilveren blad lag een brief;
hot adres was van Frits. Haar hart klopte
sneller; doch het was niet van groote biyd-
schap als de eerste maal; er kwam nu iets
by, dat op angst, een onbestemde vrees geleek.
Byna aarzelend opende zy het met een wapen
gestempelde couvert.
„Lieve Marie Louise I
Een poos geleden schreef ik je; maar tot
heden kreeg ik geen antwoord. Ik wil toch
niot hopen, hartje, dat je gepikeerd bent,
omdat ik my veroorloofde, een beetje met je
meisjesachtige zwakheden te spotten, en ik
die als man natuuriyk meer levenservaring
en practischen zin bezit het waagde, je
opmerkzaam te maken, dat het eenvoudig
plicht voor je is, aan onze gemeenschappslyko
toekomst to donken.
Vergeef my, lief, best m6isje, dat ik zoo
ernstig met je spreek; maar ik moet wel;
je dwingt my er toe.
Zie eens: je hebt je vry willig met my
verloofd; je bent zoo goed en zoo onvoor
waardelijk de myne, of je reeds myn vrouw
waart. En de vrouw moet den man onder
danig zyn, zich laten welgevallen, dat hy haar
onderricht en vermaant. „Hy zal uw heer
zfjn"Maar jy schynfc je al te verzetten
tegen de allergeringste berisping; myn ver
zoek, om op anderen toon te achryven, ver
waardig je zelfs met geen antwoord, nadat
je eerst tyd had, een heele preek te schryven 1
Je weet, hoe grenzenloos veel ik van je houd,
waariyk niet minder dan jy van my, en je
weet, dat ik nooit iets te veel of onredeiyks
van je zal eischen maar ik moet je dringend
verzoeken, schatje, myn brieven en vragen
per ommegaande te beantwoorden."
Marie was doodsbleek geworden onder het»)
lezen. Zy legde den brief, die nog slechts éórjÈJ
zytje vorder liep, op de tafel en bedekte haai1'
gezicht met de handen. Zy snikte:
„O Frits, hoe kan je mu dat aandoen? Hoé]
kan je zoo tot my spreken, my zoo boos\eri
aan herinnerend, dat je myn heer en meester]
zyt, aan wien ik al myn denken en gevoelen,
moet onderwerpen?!"
Nu, zoo erg was het niet gesteld met zyn|
toorn over haar zwygen. Die toorn was enkefr
een beetje kunstmatig aangevuurd.
Zyn moeder had nameiyk gezegd: „Fritr
Karl, je lieve aanstaande schijnt je met ver
achting te straffen en gepikeerd te zyn overj
de manier, waarop je haar poëtischo ont*';
boezemingen hebt opgenomen. Ik vergis myl
nooit in het beoordoelen van de menschenf|
en ik zag dadelyk, by nadere kennismaking;
met dat meisje, dat zy veel minder lief en;
vrouwelyk is dan jy beweerde en zy er uitzag.'
Pas op: die geeft je nog raadseltjes op te:
lossen als je getrouwd bent, ten minste zoo;
je niet bytyds wat ernstiger toon aanslaat;
en die verschrikkeiyke hooghartigheid in den!
aanvang bedwingt." i
Dien raad had hy nu op zyn manier opge
volgd. In waarheid amuseerde hy' zich te Ber-
lyn veel te goed om er toe te komen, een]
leemte te gevoelen, ie kon worden aange
vuld door eon brief v;n zjn meisje. Hy was;
een zeer oppervlakkig meisch meteen weinig,
ontwikkeld geestesle- en. Als hy het bekoor*
ïyke schepseltje oma md9. was hy hartstoch*;
teiyk verliefd en had all j tonen van een war-
mo, verlangende gemgen ieid te zyner beschik*!
king; nu zy echter ver van hem was, smachtt#
hy volstrekt niet naar geesteiyk verkeer en
gedachtenwisseling.
(Wordt vervolgd,}