Jft 12919 (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van %on- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, FEUILLETON. Maandag 7 A. pril. A8. 1902. LEIDSCH DAGBLAD PBUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd ztfn 1.80 Franco per post 1.65- PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel moer f 0.171. Groot-ore lettors naar plaatsruimte. Voor het incassoeren buiten do stad wordt ƒ0.06 berekend. op Donderdag den lOden April 1902, dea namiddags te twee uren. Te behandelen ondtncerpen' lo. Benoeming van een derde onderwijzeres aan de openbare school der 3de klasse No. o. (80) 2o. Verzoek van dr. T, Zaayer om ontslag als Curator van het Gymnasium. (84) 3o, Verzoek van jhr. C. J. Striok van Linschoten om terugbetaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwjjs. (78) 4o. Verzoek van A. L. A, van Unen om vrij stelling van de betaling van schoolgeld, Uooger Onderwijs, en terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (81) 5o Staaf van af- en overschrijving op de be grooting, dienst 1901, van de Stads-Bank-van- Leening. (79) 6o. Verzoek van het Bestuur van het Genoot schap .Mathesis Scientiarum Genitrix" om het kosteloos gebruik van eenige lokalen der Gehoor zaal voor do tentoonstelling van teekeningen en het houden der jaarhjksche algemeene vergade ring. (82) 7o. Verzoek van L. E. Nieuwenbuizen om ver gunning tot demping en rioleering van de Lob- lloot on het gebruik van den door demping ver kregen grond. (75) 8o. Voorstel tot verhooging van de bezoldiging van den Commandant der Brandweer. (83) 9o. Verzoek van de Leidscbe Runder- en Varkens- elagers-vereeniging en van de Leidsche Varkens- elachters vereeniging om wijziging te brengen in de bepaling der Verordening op de Vee- en Vleesch- keuring, voor zooveel betreft de samenstelling van de herkeuringscommissie. (73) lOo. Verzoek van C. J. de Nie om kwijtschel ding van boete wegens te late oplevering van de 4de Wethouderskamer. (76) llo. Verzoek van P. van Driel Bzn. om den eigendom en het gebruik van twee strookjes grond nabij den Baagweg onder de gemeente Zoeterwoude. (74) 12o. Vaststelling van de Verordening voor de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeres sen (77) Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet; Brengen ter algemoene kennis, dat noor hen vergunning is verleend aan G. VAN BRÜ8SEL, en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een boekdrukkerij, gedreven door een gasmotor van 2 p.-k in het perceel Haarlemmerstraat No. 222, kad. bekend Sectie H No. 887. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, U. C. JUTA, Weth., loc.-Burg. 5 April 1902. VAN HEYST, Secretaris. Gemeentezaken. Een nieuwe commandant van de brandweer. Onze brave commandant van de brand weer gaat heen, gelijk men elders in ons blad vandaag kan lezen. We gunnen den heer Maas zijn rust. Hij wordt 15 April a. s. 65 jaar en op dien leeftijd convenieert het een mensoh niet zoo goed meer om te nacht en ontijd met de brandweer uit te rukken. Er staan jonge krachten gereed, die hem kunnen ovolgen. Maar nu komt het hinkende paard achter aan, zooals onze Wethouder van Financiën pleegt to zeggen. De bezoldiging aan de betrekking verbon den bedraagt thans 650. B. en Ws. men leze het in de ingeko men stukken achten die bolooning niet meer voldoende en willen het traktement van den opvolger van den heer Maas op 1000 zien vastgesteld. De Raad zal daaraan stellig zijn zegel hechten, want het Dag. Bestuur en vooral de Wethouder van Fabricage als hoofd der brandweer kan het best oordeelem over de eischen, die deze betrekking aan den te be noemen titularis stelt en de mate van ver antwoordelijkheid, er aan verbonden. Do Raad zal dus meegaan en ƒ350 meer is zoo erg niet. Maar wat zal van deze verhooging het ge volg zijn? Ons dunkt dit. Dat de onder-commandant, die nu 400 geniet, zich voorstelt 150 a 200 per jaar meer te ontvangen. Dat de opper-brandmeesters in plaats van 1 per uur 1.50 eischen de brandmeesters in plaats van /0.50 0.75 en ook de adj.- brandmeesters en spuitgasten naar rato een vormeerdering voor zich billijk achten. Want zoo zullen ze redeneeren als er evenredigheid in de salarieering bestond, zal deze zijn verbroken, nu de commandant ƒ350 meer ontvangt. Wil de gemeente van een algemeene ver hooging ndot weten, dan zal er heereohen ontevredenheid in het korps en dat zou voor een lichaam als de brandweer, waar alles van den goeden geest en de onderlinge sa/- menwerking afhangt noodlottig kunnen werken. Zoo zal deze verhooging van 350, die op zich zelve van geringe beduidenis is, vroe ger of later een algemeene vorhooging van do bezoldiging der brandweer ten gevoilgc hebben en daarmede weer een ferme greep i.i do gemeentekas gedaan worden. Zoo denken wij er over. De toekomst zal het leoren of wé goed gezien hebben 1 Gasfabriek en Electricileitsfabriek. Wij vernemen dat het winstsaldo der Ste delijke Gasfabriek over 1901 bedraagt ruim 98.000; dus 5500 meer dan bij het opma ken der begrooting voor dat jaar geraamd is geworden. Hierbij dient men in het oog te houden, dat in die begrooting de gasprijs voor het geheel e jaar op 5 1/2 cent per kub. meter is aangenomen, en dat sedert lo. April 1901, dus gedurende 3/4 jaar een prijs van 5 cent in rekening is gebracht. Het blijkt genoegzaam, dat bij de raming grooto voorzichtigheid in acht is genomen en dat de Gemeente zich en terecht in haar financieel beheer voor teleurstellingen tracht to vrijwaren. Aan het einde van het rapport betreffende de „Electriciteitsfabriek Leiden" lezen wij echter ,,Ten slotte kunnen wij niet nalaten er op te wijzen, dat wij in ons verslag niet getracht hebben de zaak rooskleuriger voor te stel len dan zij is. Wij verwachten dus, dat op den duur allicht voordeeliger resultaten zul len worden verkregen, dan door ons werden voorgesteld." ,,Onzo overtuiging is dan'ook, dat Leiden, door zonder uitstel tot den bouw eener elec- triciteitsfabriek voor draaistroom te beslui ten den eersten stap zal zetten op een weg, die aanvankelijk voor de gemeente van wei nig voor- of nadeel zal zijn, maar die na verloop van jaren zal blijken de weg te zijn geweest, die geleid heeft tot dezelfde goede resultaten op electrisch gebied, als waarvan de gasfabriek in Leiden op haar gebied reeds gcruimen tijd blijk heeft gegeven." Dit .rapport is van dezelfde zijde opge maakt, als waarvan de begrooting dor Gas fabriek werd ingediend, van een zijde dus die blijk heeft gegeven van zeer voorzichtig te ramen en nauwlettend te beheeren. Onwil lekeurig rijst bij ons dan ook de vraag: waarom wacht men n Leiden met tot den bouw eener Electriciteitsfabriek te beslui ten? In Haarlem is men bezig eeno centrale te bouwen, in Groningen nadert de centrale haar voltooiing, waarom blijft Leiden in deze achter? beiden, 7 April. Door den heer L. E. Nieuwonhuizen, al hier, wordt vergunning gevraagd om een tueschen zijn perceelen aan den Morsohwog gelegen, aan de gemeente in eigendom toe- behoorende sloot te mogen dempen en rioÜee- ren en voorts verzocht om den door demping verkregeD grond in gebruik te mogen ont vangen. Aangezien tegen de inwilliging van dit tweeledig verzoek noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij B. en Ws. bezwaar be staat, mits daaraan de gebruikelijke voor waarden worden verbonden, geven B. on Ws. den Raad in overweging de gevraagde ver gunning te vcrleenen. Door den aannemer van den bouw van do 4de wethouderskamer wordt kwijtschel ding verzocht van de hom opgelegde boete van 120 wegens de 12 dagen to-late-opleve- ring van dit werk. Het komt B. en Ws. mot de Commissie van Fabricage voor, dat er wel termen zijn om de krachtens de besteksbepalingen opge legde boete, zoo al niet geheel, dan toch voor het grootste gedeelte kwijt te sohelden. Het komt hun daarom gewenscht voor den aannemer althans eenigszins voor zijn ge- brok aan diligentio to doen boeion, zoodat zij in overweging geven de opgelegde boete bot een bedrag van 100 kwijt te schelden en hen te maohtigen deze soan alsnog aan den aannemer te- doen uitbetalen. Do Commissie van Financiën heeft te gen den ingedienden staat van af- en over schrijving op de begrooting van de Stads- Bank-van-Lccning voor hot jaar 1901 geen borJeiikingen, Zij stelt dus voor tob goedkeu ring van dien staat te besluiten. Ter vervulling der vacature van 3de onder wijzeres aan de school 3do klasse No. 5 is de volgende voordracht opgemaakt: lo. mej. C. F. Pillard, tijdelijk onderwijzeres aan de school 3de klasse No. 2; 2o. mej. M. J. G. Planken, tijdelijk onderwijzeres te Hazers- woudo; en 3o. mej. M. C. van Campen, tij delijk onderwijzeres aan dc Jongensschool 2de klasse. In do meening daarvan eigenaar te zijn, is door den heer P. van Driel Bz., alhier, een strookje gemeentegrond, gelegen onder de gemeente Zoeterwoude, nabij den Haagschen straatweg, onbovoegdelijk in gebruik geno men. Toen hem daarna dezerzijds op zijn vergissing werd gewezen en ook bij het daar na op zijn verzoek ingesteld onderzoek be vestigd werd, dat do ingenomen grond, tor grootte van 8 vierk. M., eigendom is der gemeente Leiden, verzocht do hoor Van Driel B. en Ws. den abusievelijk in gebruik genomen grond in huur te mogen bekomen. Dc Oommiasde van Fabricage, hierom trent door B. en Ws. gehoord, achtte het verkieslijker dat adressant den eigendom zou aanvragen van een gedeelte van don grond welks behoud voor do gemeente van geenerlei belang was on dat hem het over blijvende stukje ten gebruike zou worden afgestaan onder do door den Raad bij besluit van 26 Januari 1896 vastgestelde voorwaar den. Blijkens een nader schrijven had do heor Van Driel daartegen geen bezwaar. De koopprijs van den over te dragen grond wenscht do oommissie te bopolen op 5 per vierk. Meter, hetgeen ook B. en Ws. billijk voorkomt. Door do kcoren O. J. Leyk, voorzatter, en C. Wijnnabel, secretaris der Leidsoho Runder- en Varkensslagers-Verceniging, als mede door de heeren Th. M. W, Bergers, voorzitter, en W. Th. A. Bergers, secretaris der Leidsche Varkensslachters-Vereeniging is bij don gemeenteraad een adres ingediend waarin zij als vertegenwoordigende genoem de vereenigingen verzoeken art. 19 alinea 6 dor verordening op den invoer, het vervoer en do keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in de gemeente Leiden, d.d. 8 Nov. 1894, aldus te wijzigen, dat bij verschil van meoning omtrent de gegrond heid eener afkeuring van vco en vleesch, heb don betrokken vleosckkouwer of spekslager vergund zij in do te boaoomon oommissio van twee deskundigem, met do herkeuring belast, er zelve één te mogen benoemen, in pflaats zooala thans beidon te doen benoemen door Burgemeester en Wethouders. B. en We. geven don gemeenteraad in ovorwoging hun te machtigen aan adressan ten te berichten dat, daargelaten do vraag in hoeverre inwilliging van hun verzoek wensohelijk en uitvoerbaar zou zijn, uaaraan in ieder geval op dit oogonblik niet kan worden voldaan, maar dat bij de herziening der bestaande regeling op de vee- en vloesch- keuring, welke, in vorband met do opening van het openbaar slachthuis, nog in dit jaar zal plaats hebbon, nader zal worden overwo gen of en in hoeverre aan hun bezwaren kan worden tegemoet gekomen. Door het bestuur van het genootschap „Mathesis Scdentiarum Genitrix" is weder, evenals andore jaren, hot verzook ingediend om koetdloos gebruik te mogen maken van eend ge lokalen der Stadszaal, gedurende de week van 5 tot 12 Mei a. s- voor do tentoon stelling der door de leerlingon vervaardig- do teekeningen en voor hot houden dor jaarlijksche algomeeno vergadering. B. en Ws. ad vise eren gunstig. Door den heer L. Maas is ontslag ge vraagd uit zijn betrokking van commandant der brandweer. Ten einde in de vacature, welke dientenge volge ontstaan zal, op behoorlijke wijzo te kunnen voorzien, komt het B. en Ws. nood zakelijk voor, dat de aan ede betrekking verbonden bezoldiging eonigszins worde ver hoogd. Thans bedraagt deze 650. Het komt B. en Ws. voor, dat die belooning niet volldoen- do mag worden geacht voor een betrekking, waaraan ccn zoo groote mate van verant woordelijkheid is verbonden, die zeer bijzon- devo eiechon stolt aan den persoon,, die haar bokleedt cn die een geregeld dagelijks terug keerenden arbeid medebrengt. Immers de commandant dor brandweer zeggen B. en Ws. moet iemand zijn, die weet te leidon en te organiseeron, een beza digd en tactvol man, maar tevens een man, die, waar noodig, krachtig en doortastend weet op te treden. Van den andoren kant moge zijn tegen woordigheid bij het blus8ohon van brand nu niet dagelijks vererfscht zijn, dit neemt niet weg, dat een behoorlijke regeling van de brandweer on een regelmatig uitgeoefend toezicht op de brandbluschmiddelen iedereen dag een gedeelte van zijn tijd in bos lag neemt. Voor een dergclijko betrekking, van wier richtigo vervulling zooveel afhangt, mag dan ook zeker een salaris van 1000 's jaars ndot te hoog worden geacht. Naar aanleiding van het verzook van prof. dr. T. Zaayer om ontslag als curator van het gymnasium en van hot daaromtrent door hot collogo van curatoren uitgebracht advies, geven B. en Ws. in overweging aan adressant op zijn verzook op do meest eor- vólle wijzo hot gevraagde ontslag to vorlcc- non, on dor dankbetuiging voor do velo en gewichtige diensten, gedurende volo jaren door hem als zoodanig aan do gemeente be wezen. Vorder geven zij in overweging aan den heer A. L. A. van Unen vrijstelling te ver- leenen van do betaling vn schoolgold voor zijn beide zoons, leerling van het Gym nasium, over hot eerste kwartaal van den loopenden cursus en terugbetaling van schoolgeld voor zijn zoou, leerling aan do Jongensschool 2do klasse over do maand Januari, tot een bodrag van ƒ1:33. Ook stellen zij voor aan Jhr. 0. J. Strick van Linschoten terugbetaling van schoolgold to verleenen ovor het laatste kwartaal van den loopendon cursus voor zijn doehtor, leerlinge der Hoogore Burgerschool voor Meisjes, aangezien dozo wegens woonplaata- vorandering den lsten April a. s. deze on derwijsinrichting heeft verlaten. Door het bestuur van liet genootschap „Mathesis ScioDtlarum Genitrix" ts weder, evenals andere jaren, het verzoek ingediend om koeteloos gebruik te mogen maken van eenige lokalen dor Stadszaal, gedurende do week van 5 tot 12 Mol a. e. voor de tentoon stelling der door de leerlingen vervaardigde teekeningen en voor het houden der Jaariykscho algemeene vergadering. B. en Ws. advi- seeren gunstig. WU vernomon, dat voor een benoeming als opvolger des heeren Maas als commandant der brandweer bijzonder ln aanmerking komt de heer J: 0. Stam, wijnhandelaar (firma M. A. Kluit) alhier, vroeger kapitein ln Indischon dlenet. De Nederlandscho mail wordt hedenavond alhier verwacht. De Leidsche tooneelvoroeniging „rUnion fait la Force" gaf gisteravond ln „Hötel du Nord" een voorstelling en wel van „De Schip breuk", een drama ln v(]f bedrijven, van mr. J. van Scherichaven. Hadden de dilettanten b(J de eerste opvoering van dit stuk veel succes met hun spel behaald, gisteravond was dit niet minder het geval; ook nu hadden na leder bedrijf terugroepingen plaats en werden de optredenden lulde toegojuioht. Jammer was het voor hen, dat de zaal nlot beter was bezet. Na het slot van het laalste bedrijf dankte do voorzitter van „l'Unlon" de aanwezigen voor de aandacht, aan het epel geschonken, en riep hun een tot weerziens toe. In verband met het reods door ons mede gedeelde Inzake de annexatie van een gedeelte der kerkelijke gemeente te Oegetgoest tyj Lelden, kunnen we nog ter verduidelijking beriihten, dat hun, die hun attesi io-bewiJs bij den Kerkeraad der Ned.-Herv. Gom. van Oegstgeest lnloveron, gevraagd zal worden wat hun gevoelen Is omtrent die annexatie, m. a. w. of z(J deze verlangen of niet. Het Nichtje. 82) „Maar zeg mij: 't is toch niet gevaarlijk?" „Dat geloof ik niet. 't Kan erger worden, als u heengaat." „Maar hoe weet de markiezin ?..."- „Zij weet alles." „Ik heb aan niemand iets verraden 1" „Och, denkt u, dat men niet in uw ziel kan lezen? En heeft u ook niet in de hare gc?.czen V' „U vergist u, mevrouw. Ik weet niet, hoe de markiezin over mij denkt, en ik heb er nooit naar trachten te raden. Zij is markie zin en ik ben een schilder; zij heeft haar adel van vier of vijf eeuwen, ik mijn werk, idat zeker niet zoo lang zal loven." „Onnoodige bescheidenheid in uw geval, meneer MarioUw kunst is uw blazoen." De artist gaf zich nog niet gewonnen, en rij traden in een lang gesprek over stands- vooroordeelen, welke zoo menigmaal het ge luk van twee menschen in den weg staan. De echoone Amerikaan6che voqd een antwoord op al zijn bedenkingen, doch telkens had hij weer een nieuw argument. Eindelijk gaf zy liet op en vroeg: „Zeg mij nu: blijft gij of niet?" „Ik heb 't u al gezegd, mevrouw; ik blijf iniet I" „Luister eens meneer LambertiU zoudt inderdaad verkeerd doen, zóó heen te gaan, en u zoudt... neem het mij niet kwalijk... u zoudt niet de ridderlijke mn-n zijn, waarvoor ik u houd."- „Ik ga met bloedend hart; wat kan ik meer doen „Blijven als een offer aan het arme kind, dat gij hebt liefgehad, zonder haar de hulde van een liefdesverklaring te gunnen, trot- sohe man I" Mario zweeg een oogenblik; hij vatte niet do reden van haar telkens herhaald verzoek. Hij hernam: „Ik begrijp niet, waarom ik moot blijven; hoe ik van nut kan zijn voor de markiezin door mijzelven verder te kwellen. Maar u schijnt een dringend motief te hebben. Hoe veel dagen wilt u, dat ik blijf?" „Tot gc uw schilderij af hebt," antwoord de Eva, „Waar hebt ge het verborgen?" „Hier is het; ik legde het juist boven in de kist," „Zie nu eensl" zei de weduwe, na een paar seconden aan het doek te hebben ge wijd; „het zou toch zonde en jammer zijn, als u dat niet afmaakte!.,. Nog een paar dagen en het is klaar. Waarom zooidt u zoo lang niet blijven?... Ik zal intusschen Blan dina zoeken te kalmeeren en tot rede te brengen. Al overdrijft ge ook een beetje met uw maatschappelijke verschillen, ten slotte hebt ge wel gelijk met u wat op den achter grond te houden en voor uw waardigheid te waken." „O, erkent u 't nu ook?" „Zeker, voor zoover het erkend moet wor den. Maar ik vraag u, ridderlijk te handelen. Als ge de vlucht naamtr zou het schijnen, of ge beleedigd waart door de praatjes van graaf di TSfombaldone, of wat voor uw trots erger zou zijn, dat ge niet zeker waart van uw hart." »,Dat is zoo 1" moest hij bekennen. ,>Maar ik heb u immers gezegd, dat ik blijf hoeveel het mij ook kost." „Denk aan het schoone doel vod uw of fer, meneer, en wees intusschen verzekerd van mijn dankbaarheid. Ik heb u nog een gunst te vragen. Daar gij niet naar het kas teel wilt komen, mag ik u morgen of over morgen zeker wel opzoeken? Waar gaat gij werken 1" „Ginds, bij het gehucht San-Giovanni, dicht bij den molen; u zult mijn zonnescherm wel in de verte zien... Maar wou u alleen daarheen komen..." „Alleen of in gezelschap. Markies di Sant- Evasio is zoo bereidwillig 1..." Bij het hooren van dien naam kon Mario niet laten een grimas to maken, waaruit duidelijk bleek, hoe weinig hij- den neef der markiezin genegen was. „En hij heeft zeer veel respect voor u," ver volgde de dame; „hij houdt van u". „Hij houdt van mij 1" herhaalde de ander ironisch. „Zeker, en waarom zou hij niet? Mijn vrienden zijn zijn vrienden," antwoordde de schoone Amerikaansoho stoutweg. ,,Ahl" riep de schilder, voor wien een nieuwe wereld scheen open te gaan. „Is hij dan niet verloofd met de markiezin „Goddank niet I" klonk het openhartig. Hij zag haar zwijgend aan, met vragenden blik. Zij liet hem een oogenblik over aan zijn verbazing, eer ze antwoordde: „Ziet u, ik ben niet zoo gesloten als u; ik weet een geheim te vertrouwen aan iemand, dien ik acht." ,,U is veel beter dan ik 1" zei Mario. „Dat is weer een overdrijving." „Neen, neen, ik meen het. En ik reken op uw goedheid, als ik u verzoek, aaa me neer di Sant-Evasio al deze zwakheden van mijn hart niet to verraden, 't Is zoo dwaas onder mannen 1" „Hij weet van mij niets; maar ik waar- sohuw u, dat hij veel heeft geraden... Overi gens, als ik u wat to vertellen heb, wil ik ook wel alleen komen, zooals nu." En lachend ging de diplomate heen. Ma rio geleidde haar tot de deur, en toen hij terugkeerde, zette hij het pakken voort. XVIII. Mario zat te schilderen op heb plekje, dat hij gevondon te San-Giovanni, maar het vlotte niet erg; hem ontbrak do gelijkmatig heid en de gemoedsrust, noodig bij eiken ornstigen arbeid. Hij brak zich nog steeds het hoofd met de vraag, wat de mooie me vrouw Morris eigenlijk van hem wilde, toen ze hem tot blijven drong. En hij daoht aan Blandina, het schoone, onschuldige meisje, fier als een Diana; hij dacht aan de liefde, die des kunstenaars rust verstoort en zijn handen bindt... En plotseling klopte zijn hart sneller; hij had een gedruisch gehoord in het boschje bij hem; hij hoorde voetstappen en herkende den veerkrachtigen tred van Blandina. Ook zij scheen niet er op voorbereid, hem zoo spoedig te zien; want ze bleef plotseling staan, met dc geopende parasol over den schouder, zoodafc het wit satijn een aureool vormde om het blozende, blonde kopje. Op eenigen afstand ontwaarde men me vrouw di Villanova, de eeuwige gezellin, die nog niet er achter was, wat sedert twee dag gen de idyllische rust van Oarpeneto ver stoorde. Mario sprong verschrikt op. „Goeden morgen", sprak zij vroolijk; „moeten wij doen als Mohammed cn tot den borg komen?" „Markiezin „Laat dien titel weg; ik heet Bflandina..." „Di Carpeneto, dat weet ik," antwoorddo Lamberti. „Dat weet ikDat weet ik 1" herhaalde zij met lichte ironie. „Vergun mij u to zeggen, dat u niets met zekerheid weet. Maar laat mij uw schilderij eens zien (hij was zóó gaan staan, dat zijn rug heb doek verborg)... toe, kijk niet boos; ik ben ziek geweest cn nog een beetje... wat zal ik zeggen... zenuwach tig, ongeduldig... ik kan ook boos worden, net als u." „Misschien heb ik ongelijk gehad... maar er zijn dingen, die men niet zoo maar kan hooren zeggen... Eén ding heeft mij zoer be droefd, en dat zult u wol gelooven: namelijk dat u ziek was. Gelukkig..." „Gelukkig werd ik gauw genoeg boter om hier te kunnen komen, eer u vertrok, om uw beste vrienden in den steek to laten, die u niets hebben gedaan... die inderdaad ziek geworden zijn, als zij met zooveel trots on minachting waren behandeld... door u 1" Een traan schitterde tusschen haar wim pers, en haar stem klonk bewogen. „O, als u wist..." stamelde hij. „Kom, wat moet ik weten?" riep het meisje, met groote inspanning b- r eigen ontroering beheersohend; „spreek (SM volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1