Jft 12919
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van %on- en feestdagen, uitgegeven.
Offieieele Kennisgeving.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
FEUILLETON.
Maandag 7 A. pril.
A8. 1902.
LEIDSCH
DAGBLAD
PBUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd ztfn 1.80
Franco per post 1.65-
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1 6 regels 1.06. Iedere regel moer f 0.171. Groot-ore
lettors naar plaatsruimte. Voor het incassoeren buiten do stad
wordt ƒ0.06 berekend.
op Donderdag den lOden April 1902,
dea namiddags te twee uren.
Te behandelen ondtncerpen'
lo. Benoeming van een derde onderwijzeres aan
de openbare school der 3de klasse No. o. (80)
2o. Verzoek van dr. T, Zaayer om ontslag als
Curator van het Gymnasium. (84)
3o, Verzoek van jhr. C. J. Striok van Linschoten
om terugbetaling van schoolgeld, Middelbaar
Onderwjjs. (78)
4o. Verzoek van A. L. A, van Unen om vrij
stelling van de betaling van schoolgeld, Uooger
Onderwijs, en terugbetaling van schoolgeld, Lager
Onderwijs. (81)
5o Staaf van af- en overschrijving op de be
grooting, dienst 1901, van de Stads-Bank-van-
Leening. (79)
6o. Verzoek van het Bestuur van het Genoot
schap .Mathesis Scientiarum Genitrix" om het
kosteloos gebruik van eenige lokalen der Gehoor
zaal voor do tentoonstelling van teekeningen en
het houden der jaarhjksche algemeene vergade
ring. (82)
7o. Verzoek van L. E. Nieuwenbuizen om ver
gunning tot demping en rioleering van de Lob-
lloot on het gebruik van den door demping ver
kregen grond. (75)
8o. Voorstel tot verhooging van de bezoldiging
van den Commandant der Brandweer. (83)
9o. Verzoek van de Leidscbe Runder- en Varkens-
elagers-vereeniging en van de Leidsche Varkens-
elachters vereeniging om wijziging te brengen in
de bepaling der Verordening op de Vee- en Vleesch-
keuring, voor zooveel betreft de samenstelling
van de herkeuringscommissie. (73)
lOo. Verzoek van C. J. de Nie om kwijtschel
ding van boete wegens te late oplevering van de
4de Wethouderskamer. (76)
llo. Verzoek van P. van Driel Bzn. om den
eigendom en het gebruik van twee strookjes
grond nabij den Baagweg onder de gemeente
Zoeterwoude. (74)
12o. Vaststelling van de Verordening voor de
Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeres
sen (77)
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, lste alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algemoene kennis, dat noor hen
vergunning is verleend aan G. VAN BRÜ8SEL,
en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een
boekdrukkerij, gedreven door een gasmotor van
2 p.-k in het perceel Haarlemmerstraat No. 222,
kad. bekend Sectie H No. 887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, U. C. JUTA, Weth., loc.-Burg.
5 April 1902. VAN HEYST, Secretaris.
Gemeentezaken.
Een nieuwe commandant van de brandweer.
Onze brave commandant van de brand
weer gaat heen, gelijk men elders in ons
blad vandaag kan lezen.
We gunnen den heer Maas zijn rust.
Hij wordt 15 April a. s. 65 jaar en op
dien leeftijd convenieert het een mensoh niet
zoo goed meer om te nacht en ontijd met de
brandweer uit te rukken.
Er staan jonge krachten gereed, die hem
kunnen ovolgen.
Maar nu komt het hinkende paard achter
aan, zooals onze Wethouder van Financiën
pleegt to zeggen.
De bezoldiging aan de betrekking verbon
den bedraagt thans 650.
B. en Ws. men leze het in de ingeko
men stukken achten die bolooning niet
meer voldoende en willen het traktement
van den opvolger van den heer Maas op
1000 zien vastgesteld.
De Raad zal daaraan stellig zijn zegel
hechten, want het Dag. Bestuur en vooral de
Wethouder van Fabricage als hoofd der
brandweer kan het best oordeelem over de
eischen, die deze betrekking aan den te be
noemen titularis stelt en de mate van ver
antwoordelijkheid, er aan verbonden.
Do Raad zal dus meegaan en ƒ350 meer
is zoo erg niet.
Maar wat zal van deze verhooging het ge
volg zijn?
Ons dunkt dit.
Dat de onder-commandant, die nu 400
geniet, zich voorstelt 150 a 200 per jaar
meer te ontvangen.
Dat de opper-brandmeesters in plaats van
1 per uur 1.50 eischen de brandmeesters
in plaats van /0.50 0.75 en ook de adj.-
brandmeesters en spuitgasten naar rato een
vormeerdering voor zich billijk achten.
Want zoo zullen ze redeneeren als er
evenredigheid in de salarieering bestond, zal
deze zijn verbroken, nu de commandant
ƒ350 meer ontvangt.
Wil de gemeente van een algemeene ver
hooging ndot weten, dan zal er heereohen
ontevredenheid in het korps en dat zou voor
een lichaam als de brandweer, waar alles
van den goeden geest en de onderlinge sa/-
menwerking afhangt noodlottig kunnen
werken.
Zoo zal deze verhooging van 350, die
op zich zelve van geringe beduidenis is, vroe
ger of later een algemeene vorhooging van
do bezoldiging der brandweer ten gevoilgc
hebben en daarmede weer een ferme greep i.i
do gemeentekas gedaan worden.
Zoo denken wij er over.
De toekomst zal het leoren of wé goed
gezien hebben 1
Gasfabriek en Electricileitsfabriek.
Wij vernemen dat het winstsaldo der Ste
delijke Gasfabriek over 1901 bedraagt ruim
98.000; dus 5500 meer dan bij het opma
ken der begrooting voor dat jaar geraamd
is geworden. Hierbij dient men in het oog
te houden, dat in die begrooting de gasprijs
voor het geheel e jaar op 5 1/2 cent per kub.
meter is aangenomen, en dat sedert lo.
April 1901, dus gedurende 3/4 jaar een prijs
van 5 cent in rekening is gebracht.
Het blijkt genoegzaam, dat bij de raming
grooto voorzichtigheid in acht is genomen
en dat de Gemeente zich en terecht in
haar financieel beheer voor teleurstellingen
tracht to vrijwaren.
Aan het einde van het rapport betreffende
de „Electriciteitsfabriek Leiden" lezen wij
echter
,,Ten slotte kunnen wij niet nalaten er op
te wijzen, dat wij in ons verslag niet getracht
hebben de zaak rooskleuriger voor te stel
len dan zij is. Wij verwachten dus, dat op
den duur allicht voordeeliger resultaten zul
len worden verkregen, dan door ons werden
voorgesteld."
,,Onzo overtuiging is dan'ook, dat Leiden,
door zonder uitstel tot den bouw eener elec-
triciteitsfabriek voor draaistroom te beslui
ten den eersten stap zal zetten op een weg,
die aanvankelijk voor de gemeente van wei
nig voor- of nadeel zal zijn, maar die na
verloop van jaren zal blijken de weg te zijn
geweest, die geleid heeft tot dezelfde goede
resultaten op electrisch gebied, als waarvan
de gasfabriek in Leiden op haar gebied
reeds gcruimen tijd blijk heeft gegeven."
Dit .rapport is van dezelfde zijde opge
maakt, als waarvan de begrooting dor Gas
fabriek werd ingediend, van een zijde dus
die blijk heeft gegeven van zeer voorzichtig
te ramen en nauwlettend te beheeren. Onwil
lekeurig rijst bij ons dan ook de vraag:
waarom wacht men n Leiden met tot den
bouw eener Electriciteitsfabriek te beslui
ten? In Haarlem is men bezig eeno centrale
te bouwen, in Groningen nadert de centrale
haar voltooiing, waarom blijft Leiden in
deze achter?
beiden, 7 April.
Door den heer L. E. Nieuwonhuizen, al
hier, wordt vergunning gevraagd om een
tueschen zijn perceelen aan den Morsohwog
gelegen, aan de gemeente in eigendom toe-
behoorende sloot te mogen dempen en rioÜee-
ren en voorts verzocht om den door demping
verkregeD grond in gebruik te mogen ont
vangen.
Aangezien tegen de inwilliging van dit
tweeledig verzoek noch bij de Commissie van
Fabricage, noch bij B. en Ws. bezwaar be
staat, mits daaraan de gebruikelijke voor
waarden worden verbonden, geven B. on Ws.
den Raad in overweging de gevraagde ver
gunning te vcrleenen.
Door den aannemer van den bouw van
do 4de wethouderskamer wordt kwijtschel
ding verzocht van de hom opgelegde boete
van 120 wegens de 12 dagen to-late-opleve-
ring van dit werk.
Het komt B. en Ws. mot de Commissie
van Fabricage voor, dat er wel termen zijn
om de krachtens de besteksbepalingen opge
legde boete, zoo al niet geheel, dan toch
voor het grootste gedeelte kwijt te sohelden.
Het komt hun daarom gewenscht voor den
aannemer althans eenigszins voor zijn ge-
brok aan diligentio to doen boeion, zoodat
zij in overweging geven de opgelegde boete
bot een bedrag van 100 kwijt te schelden en
hen te maohtigen deze soan alsnog aan den
aannemer te- doen uitbetalen.
Do Commissie van Financiën heeft te
gen den ingedienden staat van af- en over
schrijving op de begrooting van de Stads-
Bank-van-Lccning voor hot jaar 1901 geen
borJeiikingen, Zij stelt dus voor tob goedkeu
ring van dien staat te besluiten.
Ter vervulling der vacature van 3de onder
wijzeres aan de school 3do klasse No. 5 is de
volgende voordracht opgemaakt: lo. mej. C.
F. Pillard, tijdelijk onderwijzeres aan de
school 3de klasse No. 2; 2o. mej. M. J. G.
Planken, tijdelijk onderwijzeres te Hazers-
woudo; en 3o. mej. M. C. van Campen, tij
delijk onderwijzeres aan dc Jongensschool
2de klasse.
In do meening daarvan eigenaar te zijn,
is door den heer P. van Driel Bz., alhier, een
strookje gemeentegrond, gelegen onder de
gemeente Zoeterwoude, nabij den Haagschen
straatweg, onbovoegdelijk in gebruik geno
men. Toen hem daarna dezerzijds op zijn
vergissing werd gewezen en ook bij het daar
na op zijn verzoek ingesteld onderzoek be
vestigd werd, dat do ingenomen grond, tor
grootte van 8 vierk. M., eigendom is der
gemeente Leiden, verzocht do hoor Van
Driel B. en Ws. den abusievelijk in gebruik
genomen grond in huur te mogen bekomen.
Dc Oommiasde van Fabricage, hierom
trent door B. en Ws. gehoord, achtte het
verkieslijker dat adressant den eigendom
zou aanvragen van een gedeelte van don
grond welks behoud voor do gemeente van
geenerlei belang was on dat hem het over
blijvende stukje ten gebruike zou worden
afgestaan onder do door den Raad bij besluit
van 26 Januari 1896 vastgestelde voorwaar
den. Blijkens een nader schrijven had do
heor Van Driel daartegen geen bezwaar.
De koopprijs van den over te dragen
grond wenscht do oommissie te bopolen op
5 per vierk. Meter, hetgeen ook B. en Ws.
billijk voorkomt.
Door do kcoren O. J. Leyk, voorzatter,
en C. Wijnnabel, secretaris der Leidsoho
Runder- en Varkensslagers-Verceniging, als
mede door de heeren Th. M. W, Bergers,
voorzitter, en W. Th. A. Bergers, secretaris
der Leidsche Varkensslachters-Vereeniging
is bij don gemeenteraad een adres ingediend
waarin zij als vertegenwoordigende genoem
de vereenigingen verzoeken art. 19 alinea 6
dor verordening op den invoer, het vervoer
en do keuring van vee en vleesch en den
handel in vleesch in de gemeente Leiden,
d.d. 8 Nov. 1894, aldus te wijzigen, dat bij
verschil van meoning omtrent de gegrond
heid eener afkeuring van vco en vleesch, heb
don betrokken vleosckkouwer of spekslager
vergund zij in do te boaoomon oommissio
van twee deskundigem, met do herkeuring
belast, er zelve één te mogen benoemen, in
pflaats zooala thans beidon te doen benoemen
door Burgemeester en Wethouders.
B. en We. geven don gemeenteraad in
ovorwoging hun te machtigen aan adressan
ten te berichten dat, daargelaten do vraag
in hoeverre inwilliging van hun verzoek
wensohelijk en uitvoerbaar zou zijn, uaaraan
in ieder geval op dit oogonblik niet kan
worden voldaan, maar dat bij de herziening
der bestaande regeling op de vee- en vloesch-
keuring, welke, in vorband met do opening
van het openbaar slachthuis, nog in dit jaar
zal plaats hebbon, nader zal worden overwo
gen of en in hoeverre aan hun bezwaren
kan worden tegemoet gekomen.
Door het bestuur van het genootschap
„Mathesis Scdentiarum Genitrix" is weder,
evenals andore jaren, hot verzook ingediend
om koetdloos gebruik te mogen maken van
eend ge lokalen der Stadszaal, gedurende de
week van 5 tot 12 Mei a. s- voor do tentoon
stelling der door de leerlingon vervaardig-
do teekeningen en voor hot houden dor
jaarlijksche algomeeno vergadering. B. en
Ws. ad vise eren gunstig.
Door den heer L. Maas is ontslag ge
vraagd uit zijn betrokking van commandant
der brandweer.
Ten einde in de vacature, welke dientenge
volge ontstaan zal, op behoorlijke wijzo te
kunnen voorzien, komt het B. en Ws. nood
zakelijk voor, dat de aan ede betrekking
verbonden bezoldiging eonigszins worde ver
hoogd.
Thans bedraagt deze 650. Het komt B.
en Ws. voor, dat die belooning niet volldoen-
do mag worden geacht voor een betrekking,
waaraan ccn zoo groote mate van verant
woordelijkheid is verbonden, die zeer bijzon-
devo eiechon stolt aan den persoon,, die haar
bokleedt cn die een geregeld dagelijks terug
keerenden arbeid medebrengt.
Immers de commandant dor brandweer
zeggen B. en Ws. moet iemand zijn, die
weet te leidon en te organiseeron, een beza
digd en tactvol man, maar tevens een man,
die, waar noodig, krachtig en doortastend
weet op te treden.
Van den andoren kant moge zijn tegen
woordigheid bij het blus8ohon van brand nu
niet dagelijks vererfscht zijn, dit neemt niet
weg, dat een behoorlijke regeling van de
brandweer on een regelmatig uitgeoefend
toezicht op de brandbluschmiddelen iedereen
dag een gedeelte van zijn tijd in bos lag
neemt.
Voor een dergclijko betrekking, van wier
richtigo vervulling zooveel afhangt, mag dan
ook zeker een salaris van 1000 's jaars ndot
te hoog worden geacht.
Naar aanleiding van het verzook van
prof. dr. T. Zaayer om ontslag als curator
van het gymnasium en van hot daaromtrent
door hot collogo van curatoren uitgebracht
advies, geven B. en Ws. in overweging aan
adressant op zijn verzook op do meest eor-
vólle wijzo hot gevraagde ontslag to vorlcc-
non, on dor dankbetuiging voor do velo en
gewichtige diensten, gedurende volo jaren
door hem als zoodanig aan do gemeente be
wezen.
Vorder geven zij in overweging aan den
heer A. L. A. van Unen vrijstelling te ver-
leenen van do betaling vn schoolgold voor
zijn beide zoons, leerling van het Gym
nasium, over hot eerste kwartaal van den
loopenden cursus en terugbetaling van
schoolgeld voor zijn zoou, leerling aan do
Jongensschool 2do klasse over do maand
Januari, tot een bodrag van ƒ1:33.
Ook stellen zij voor aan Jhr. 0. J. Strick
van Linschoten terugbetaling van schoolgold
to verleenen ovor het laatste kwartaal van
den loopendon cursus voor zijn doehtor,
leerlinge der Hoogore Burgerschool voor
Meisjes, aangezien dozo wegens woonplaata-
vorandering den lsten April a. s. deze on
derwijsinrichting heeft verlaten.
Door het bestuur van liet genootschap
„Mathesis ScioDtlarum Genitrix" ts weder,
evenals andere jaren, het verzoek ingediend
om koeteloos gebruik te mogen maken van
eenige lokalen dor Stadszaal, gedurende do
week van 5 tot 12 Mol a. e. voor de tentoon
stelling der door de leerlingen vervaardigde
teekeningen en voor het houden der Jaariykscho
algemeene vergadering. B. en Ws. advi-
seeren gunstig.
WU vernomon, dat voor een benoeming
als opvolger des heeren Maas als commandant
der brandweer bijzonder ln aanmerking komt
de heer J: 0. Stam, wijnhandelaar (firma M.
A. Kluit) alhier, vroeger kapitein ln Indischon
dlenet.
De Nederlandscho mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
De Leidsche tooneelvoroeniging „rUnion
fait la Force" gaf gisteravond ln „Hötel du
Nord" een voorstelling en wel van „De Schip
breuk", een drama ln v(]f bedrijven, van mr.
J. van Scherichaven. Hadden de dilettanten
b(J de eerste opvoering van dit stuk veel
succes met hun spel behaald, gisteravond was
dit niet minder het geval; ook nu hadden na
leder bedrijf terugroepingen plaats en werden
de optredenden lulde toegojuioht. Jammer
was het voor hen, dat de zaal nlot beter
was bezet.
Na het slot van het laalste bedrijf dankte
do voorzitter van „l'Unlon" de aanwezigen
voor de aandacht, aan het epel geschonken,
en riep hun een tot weerziens toe.
In verband met het reods door ons mede
gedeelde Inzake de annexatie van een gedeelte
der kerkelijke gemeente te Oegetgoest tyj
Lelden, kunnen we nog ter verduidelijking
beriihten, dat hun, die hun attesi io-bewiJs
bij den Kerkeraad der Ned.-Herv. Gom. van
Oegstgeest lnloveron, gevraagd zal worden
wat hun gevoelen Is omtrent die annexatie,
m. a. w. of z(J deze verlangen of niet.
Het Nichtje.
82)
„Maar zeg mij: 't is toch niet gevaarlijk?"
„Dat geloof ik niet. 't Kan erger worden,
als u heengaat."
„Maar hoe weet de markiezin ?..."-
„Zij weet alles."
„Ik heb aan niemand iets verraden 1"
„Och, denkt u, dat men niet in uw ziel
kan lezen? En heeft u ook niet in de hare
gc?.czen V'
„U vergist u, mevrouw. Ik weet niet, hoe
de markiezin over mij denkt, en ik heb er
nooit naar trachten te raden. Zij is markie
zin en ik ben een schilder; zij heeft haar
adel van vier of vijf eeuwen, ik mijn werk,
idat zeker niet zoo lang zal loven."
„Onnoodige bescheidenheid in uw geval,
meneer MarioUw kunst is uw blazoen."
De artist gaf zich nog niet gewonnen, en
rij traden in een lang gesprek over stands-
vooroordeelen, welke zoo menigmaal het ge
luk van twee menschen in den weg staan. De
echoone Amerikaan6che voqd een antwoord
op al zijn bedenkingen, doch telkens had hij
weer een nieuw argument. Eindelijk gaf zy
liet op en vroeg:
„Zeg mij nu: blijft gij of niet?"
„Ik heb 't u al gezegd, mevrouw; ik blijf
iniet I"
„Luister eens meneer LambertiU zoudt
inderdaad verkeerd doen, zóó heen te gaan,
en u zoudt... neem het mij niet kwalijk... u
zoudt niet de ridderlijke mn-n zijn, waarvoor
ik u houd."-
„Ik ga met bloedend hart; wat kan ik
meer doen
„Blijven als een offer aan het arme kind,
dat gij hebt liefgehad, zonder haar de hulde
van een liefdesverklaring te gunnen, trot-
sohe man I"
Mario zweeg een oogenblik; hij vatte niet
do reden van haar telkens herhaald verzoek.
Hij hernam:
„Ik begrijp niet, waarom ik moot blijven;
hoe ik van nut kan zijn voor de markiezin
door mijzelven verder te kwellen. Maar u
schijnt een dringend motief te hebben. Hoe
veel dagen wilt u, dat ik blijf?"
„Tot gc uw schilderij af hebt," antwoord
de Eva, „Waar hebt ge het verborgen?"
„Hier is het; ik legde het juist boven in
de kist,"
„Zie nu eensl" zei de weduwe, na een
paar seconden aan het doek te hebben ge
wijd; „het zou toch zonde en jammer zijn,
als u dat niet afmaakte!.,. Nog een paar
dagen en het is klaar. Waarom zooidt u zoo
lang niet blijven?... Ik zal intusschen Blan
dina zoeken te kalmeeren en tot rede te
brengen. Al overdrijft ge ook een beetje met
uw maatschappelijke verschillen, ten slotte
hebt ge wel gelijk met u wat op den achter
grond te houden en voor uw waardigheid te
waken."
„O, erkent u 't nu ook?"
„Zeker, voor zoover het erkend moet wor
den. Maar ik vraag u, ridderlijk te handelen.
Als ge de vlucht naamtr zou het schijnen, of
ge beleedigd waart door de praatjes van
graaf di TSfombaldone, of wat voor uw
trots erger zou zijn, dat ge niet zeker
waart van uw hart."
»,Dat is zoo 1" moest hij bekennen. ,>Maar
ik heb u immers gezegd, dat ik blijf hoeveel
het mij ook kost."
„Denk aan het schoone doel vod uw of
fer, meneer, en wees intusschen verzekerd
van mijn dankbaarheid. Ik heb u nog een
gunst te vragen. Daar gij niet naar het kas
teel wilt komen, mag ik u morgen of over
morgen zeker wel opzoeken? Waar gaat gij
werken 1"
„Ginds, bij het gehucht San-Giovanni,
dicht bij den molen; u zult mijn zonnescherm
wel in de verte zien... Maar wou u alleen
daarheen komen..."
„Alleen of in gezelschap. Markies di Sant-
Evasio is zoo bereidwillig 1..."
Bij het hooren van dien naam kon Mario
niet laten een grimas to maken, waaruit
duidelijk bleek, hoe weinig hij- den neef der
markiezin genegen was.
„En hij heeft zeer veel respect voor u," ver
volgde de dame; „hij houdt van u".
„Hij houdt van mij 1" herhaalde de ander
ironisch.
„Zeker, en waarom zou hij niet? Mijn
vrienden zijn zijn vrienden," antwoordde de
schoone Amerikaansoho stoutweg.
,,Ahl" riep de schilder, voor wien een
nieuwe wereld scheen open te gaan. „Is hij
dan niet verloofd met de markiezin
„Goddank niet I" klonk het openhartig.
Hij zag haar zwijgend aan, met vragenden
blik. Zij liet hem een oogenblik over aan
zijn verbazing, eer ze antwoordde:
„Ziet u, ik ben niet zoo gesloten als u;
ik weet een geheim te vertrouwen aan
iemand, dien ik acht."
,,U is veel beter dan ik 1" zei Mario.
„Dat is weer een overdrijving."
„Neen, neen, ik meen het. En ik reken
op uw goedheid, als ik u verzoek, aaa me
neer di Sant-Evasio al deze zwakheden van
mijn hart niet to verraden, 't Is zoo dwaas
onder mannen 1"
„Hij weet van mij niets; maar ik waar-
sohuw u, dat hij veel heeft geraden... Overi
gens, als ik u wat to vertellen heb, wil ik ook
wel alleen komen, zooals nu."
En lachend ging de diplomate heen. Ma
rio geleidde haar tot de deur, en toen hij
terugkeerde, zette hij het pakken voort.
XVIII.
Mario zat te schilderen op heb plekje, dat
hij gevondon te San-Giovanni, maar het
vlotte niet erg; hem ontbrak do gelijkmatig
heid en de gemoedsrust, noodig bij eiken
ornstigen arbeid. Hij brak zich nog steeds
het hoofd met de vraag, wat de mooie me
vrouw Morris eigenlijk van hem wilde, toen
ze hem tot blijven drong. En hij daoht aan
Blandina, het schoone, onschuldige meisje,
fier als een Diana; hij dacht aan de liefde,
die des kunstenaars rust verstoort en zijn
handen bindt...
En plotseling klopte zijn hart sneller; hij
had een gedruisch gehoord in het boschje bij
hem; hij hoorde voetstappen en herkende den
veerkrachtigen tred van Blandina.
Ook zij scheen niet er op voorbereid, hem
zoo spoedig te zien; want ze bleef plotseling
staan, met dc geopende parasol over den
schouder, zoodafc het wit satijn een aureool
vormde om het blozende, blonde kopje.
Op eenigen afstand ontwaarde men me
vrouw di Villanova, de eeuwige gezellin, die
nog niet er achter was, wat sedert twee dag
gen de idyllische rust van Oarpeneto ver
stoorde.
Mario sprong verschrikt op.
„Goeden morgen", sprak zij vroolijk;
„moeten wij doen als Mohammed cn tot den
borg komen?"
„Markiezin
„Laat dien titel weg; ik heet Bflandina..."
„Di Carpeneto, dat weet ik," antwoorddo
Lamberti.
„Dat weet ikDat weet ik 1" herhaalde zij
met lichte ironie. „Vergun mij u to zeggen,
dat u niets met zekerheid weet. Maar laat
mij uw schilderij eens zien (hij was zóó gaan
staan, dat zijn rug heb doek verborg)... toe,
kijk niet boos; ik ben ziek geweest cn nog
een beetje... wat zal ik zeggen... zenuwach
tig, ongeduldig... ik kan ook boos worden,
net als u."
„Misschien heb ik ongelijk gehad... maar
er zijn dingen, die men niet zoo maar kan
hooren zeggen... Eén ding heeft mij zoer be
droefd, en dat zult u wol gelooven: namelijk
dat u ziek was. Gelukkig..."
„Gelukkig werd ik gauw genoeg boter om
hier te kunnen komen, eer u vertrok, om uw
beste vrienden in den steek to laten, die u
niets hebben gedaan... die inderdaad ziek
geworden zijn, als zij met zooveel trots on
minachting waren behandeld... door u 1"
Een traan schitterde tusschen haar wim
pers, en haar stem klonk bewogen.
„O, als u wist..." stamelde hij.
„Kom, wat moet ik weten?" riep het
meisje, met groote inspanning b- r eigen
ontroering beheersohend; „spreek
(SM volgt.)