"Vrijdag 4 Aapril. A*. 1902. (§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van §pn- en feestdagen, uitgegeven. Keii.-Zuidafrikaanschc Vcreeiiigiog. Offieieele Kennisgeving. Leiden, 4 April. FEUILLETON. liet Kichtj c. flo. 12917 IISCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por S maandon I 1.10J ""Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln 1.80 Franco per post1.65- PRIJS DER ADVERTENTEËN Van 1-6 regels f 1.05. Iedero regel meer f 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Afd. Leiden en Omstreken. Ontvangen by den PenningmeesterZoeter- woudsche Singel 41: Door bemiddeliDg van het Leidsch Dagblad Gecollecteerd op eer. verjaarpartijtje van moeder bfc) J. K. f 1.885 Gecollecteerd door Femmetje op het 127? jarig huwelijksfeest van K. voor de Boeren 0-80 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan jden Penningmeester of aan het Bureel van dit ■Blad. Directe lielastliigen. De Burgemeester ran Loueu oreugt ter elgemeone konnie, d&i eau deu Outvangor der Dir» Bel&etiageo ie ter üar.d gesteld det s.oüier dor icrsoaeeie belasting Lo. 1 vau don dienst 1UU2, executoir verklaard dou 3doa April jl.j en hermiiert voorts de uelangheb- bendeu aan bun verpücbtiug, om den aanslag op deu bti de Wol bopaaldon voet te voldoen. Leiden, De liurgemoeater vooruoomd, i April 1»02. li. O. JOTA, W-tb., loco-Burg. Art. 240 j dor Gemeentewet toegepast. Men zal zich herinneren, dat in de ver gadering van den gemeenteraad van Leiden den 9den Januari 11.% nadat lang en breed was gedebatteerd over het leggen van een brug over de Zoeberwoudsche Singolgrachtj en eindelijk besloten was tot het maken van een verbinding zonder meer, met 18 tegen 10 stemmen een motie van mr. H. L. Druc- ker werd aangenomen van den volgenden in houd: „De Raad, van oordeel, dat tob den bouw van een brug over cte Zoeterwoudsche Sin gelgracht tegenover de Kraaierstraat niet behoort te worden besloten, alvorens is overwogen of een vorordening volgens art. B40j der Gemeentewet kan worden tot stand gebracht, noodigt B. en Ws. uit, omtrent zoodanige verordening den Raad van advies te dienen en besluit inmiddels de verdere behandeling te verdagen." De aanneming dezer motie was voorafge gaan door een breedvoerige gedachtenwisse- ling tusschen den voorsteller en den Voor zitter, waarin de laatsto in sterken twijfel trok of bedoeld art. der Gemeentewet hier wel toegepast kon worden. De hoer Drucker was van een tegenoverge steld gevoelen en de meerderheid van den Raad, niet genoegzaam juridisch ontwikkeld om zelfstandig te oordeelen, vereenigdc zich met het denkbeeld om B. en Ws. tot een na der onderzoek uit te noodigen om daarna advies uit te brengen. Sedert heeft men van de quaestie niets meer vernomen en het altijd ongeduldig pu bliek vraagt reeds: Hoe staat het met de ver binding? Zonder nu op heb advies vooruit te loo- pen, dab het Dag. Bestuur te zijner tijd wel den Raad zal geven, willen wij toch even me- dedeelen, dat do gemeente Amsterdam in een synoniem geval art. 240j nu heeft toege past, waar de Raad reeds vroeger een des betreffende verordening heeft gomaakt. Het betreft daar een doortrekking van de Yan-Wou-straat van de Willebrordstraat tot de Rustenburgerstraat. Een aantal terrei nen, die eerst- als achtererven weinig waar de hadden, grenzen thans aan den openba- .TBn weg, kunnen bebouwd worden en zijn al- zoo aanmerkelijk in waarde gestegen. De waardevermeerdering van al deze perceelea te zamon is door stads-ambtenaren geschat op 75,000. Dit cijfer nu is tot uitgangs punt genomen eener wel wat ingewikkelde berekening. De belasting voor iederon ebrekkenden me ter der gevellengte per jaar voor een per ceel, waarvan de kadastrale huurwaarde gedeeld door het aantal strekkende meters bedraagt: beneden 20 ƒ1.25; van 20 tot f 40 f 2.50; van /40 tot 60 3.76; van /60 tot 80 f5; van /80 tot 100 /6.2Ö; van f 100 tot 120 f 7.50; van f 120 tot f 160 f 8.75; van f 160 tot f 200 f 10; en vorder voor elk? verhooging ƒ40 meer. Men ziet, de belasting wordt grooter naar mate het belendend perceel meer huurwaar de heeft, een stelsel dat inderdaad aanbeve ling verdient. Beide grondslagen, lengte van den gevel en de kadastrale huurwaarde van het gebouw, zijn alzoo in aanmorking ge nomen. Bij de vaststelling der sohaal is in het oog gehouden dab de jaarlijksche opbrengst niet te boven mag gaan het bedrag van 2625, zijnde 3 1/2 pCt. van do ƒ75,000, waarop de totale waardevermeerdering is geschat. B. en Ws. van Amsterdam hebben indertijd gemeend, dat de algemeene bedoeling der Gemeentewet ben aanzien dor bijzondere be lastingen verbood, de vergoeding der kosten, welke do gemeente maakt, te zoeken in de heffing van een zeker bedrag inééns, waar mede de eigenaren dan voorgoed van de zaak af zouden .zijn, wat den meesten eigena ren misschien wel zoo aangenaam zou wezen. Zij hebben ook deze retributie gegoten in den vorm eener jaarlijksche heffing. De koninklijke goedkeuriag der verorde ning, ofschoon eerst laat verkregen, schijnt er op te wijzen, dat B. en Ws. van Amster dam juist geoordeeld hebben. Men zal zich misschien herinneren, dat de Voorzitter van onzen Raad oordeelde, dat de goedkeuring van de Regeering op deze verordening wel niet zou volgen, ter wijl de heer Druoker meende van wel. Waar dit nu is geschied, behoeft onzen Raad, als hij dit noodig oordeelt, niets te weerhouden het denkbeeld van de motie Drucker ook in con vorordening te belicha men en in den vorm eener bijzondere be lasting een gedeelte van de voor het bouwen eener brug benoodigdc gelden op de belang hebbenden te verhalen. De berekening zal echter hier nog meer ingewikkeld worden, omdat de waarde-vermeerdoring van den grond zal afnemen hoe verder die grond van de brug verwijderd,is. Een wieg voor don Prins(os). Tiet Vad. schrijft: „Naar wij hopen, zal over eenige maanden de ooievaar zijn opwachting maken in de vorstelijke woning aan het Noordeinde. Een gebeurtenis die met blijdschap wordt verwacht want het zal een nationale ge beurtenis wezen. Mogen wij een denkbeeld aan de hand doen? Toen Italië'8 Koningin haar echtgenoot een telg zou schenken, hebben do inwoners van de Hofstad het jeugdig echtpaar ver rast met een wieg voor het kindje dat ko men zou. Een voorbeeld dat navolging verdient, een vriendelijke attentie, die niet anders dan op prijs kan worden gesteld. Wij vragen een „Haagsoh" wiegje voor het komend Prinsje of Prin6esjo van Oranje." Geslaagd zijn voor het examen ln de nuttige handwerken te 's-Gravenhage de dames A. M. Kosters en D. G. M. Kosters, van Leiden, beiden leerlingen van mej. E C. M. Aewerdonk. Tweetal bU de Remonstrantsche Broeder schap te Alkmaar: H. v. Assendelft, te Bos koop, eu A. C. de Regt, te Oude-Wetoring. Prins Hendrik heeft aangenomen het be schermheerschap van de Nederlandsche Hélde- Maatschappij. De gezant van Mexico by ons Hof en bU het Belgische, de hoer J. Zenil, ls te 's-Gra- venhage aangekomen. De heer Plantet, secretaris van Legatie aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken te Parijs, is in het Hotel „den Ouden Doelen" te 's-Gravenhage aangekomen. Te 's-Gravenhage overleed op 69 jarigen leeftijd de gep. generaal majoor H. F. Allngs. In 1848 als cadet ln dienst getreden by de Kon. Mil. Academie, welke hy in 1852 als 2de luitenant verliet, werd hy, na in 1878 tot majoor te zyn benoemd, by het Departement van Oorlog overgeplaatst. In April 1891 werd hy, na achtereenvolgens kolonel-commandant van het 8de regiment infanterie te zyn ge weest en by het 4de te zyn overgeplaatst, generaal-majoor Inspecteur van het militair onderwys, en in 1894 op zyn aanvrage ge- pensionneerd. Hy was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en van de Eike- kroon. Op initiatief van het Ned. Landbouw- oomité werd gistermiddag te Utrecht een goed bezochte vergadering gehouden van af gevaardigden van verschillende landüouw- voreonigingen om dc wenschelijkhcid te overwegen van het opnieuw houden eener grooto nationale en internationale land bouwtentoonstelling hier te lande. Een 23-tal yoreenigiDgen hadden afge vaardigden gezonden. Aanwezig waren de heeren Ritsoma Bos, Bultman, Löhnis, Gale- sloot, Dugrancy, Brcebaart enz. Dc voorzitter de heer P. J. A. do Bruine gaf dc volgende vragen aan de vergadering ter overweging: Acht men in het algemeen houden van een internationale landbouw tentoonstelling nuttig en gowenscht? Acht men nu reeds de tijd gekomen om in Ncdor- land een dergelijke tentoonstelling te hou den? In 't bevestigende geval dient dan een commissie benoemd te worden tot liet uit brengen van een rapport waar on wanneer een tentoonstelling zal plaats hebben en hoeveel do kosten daarvan zullen bedragen. De heer H. F. Bultman opende de bespre kingen en betuigde zijn instemming met hot denkbeeld van het houden eener tentoonstel ling en gaf der vergadering in overweging het oomité in deze zaak zooveel mogelijk te steunen. (Applaus). Spreker herinnejxle ook nog aan de in 188-4 gehouden expositie. De heer F. B. Lohnis vroeg of het mis schien voor sommige takken van het land bouwbedrijf niet wen6ckelijkor zou wezen een nationale tentoonstelling te organisceren. Goed georganiseerde nationale tentoonstel lingen, die op bepaalde tijden worden ge houden, kunnen van veel nut en invloed we zen voor deo landbouw. Do heer Bultman zeido dat internationa le tentoonstellingen van veel belang zijn voor den landbouw. Een nationale tentoonstelling is zeker ook in het belang van don land bouw, maar aan een internationale expositie geeft hij toch de voorkeur. De heer mr. A. van Rijckovoreol vorklaar- de ook te zijn voor een internationale ten toonstelling. Door den heer Collot d'Escury van Hon- tenisse werd betoogd dat do Nederlandsche landbouwers wel zullen kunnen wedijveren met de buitenlanders. De volgende spreker do heer H. M. Har- tog uit Barnoveld meende dat het weneohe- lijk zal zijn bij een eventuecle tentoonstelling den landbouw van don tuinbouw te scheiden. De heer G. baron de Senardlens de Gran- cy, van Vuoht, geloofde dat de tuinbouw zeer goed een aparte afdeeling zou kunnen vormen, maar toch achtte hij scheiding niet gewenscht, om tot een krachtig goheel te komen. Namens de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde kan hij mo- dedeelen dat deze Maatschappij bereid is krachtig mede to werken tot bereiking vau het doel, dat het oomité zch voor oogen heeft gesteld. Hierna kwam aan de orde de vraag of men nu al den tijd gekomen acht weder een internationale tentoonstelling to organieee- ren. Daar geen der aanwezigen over dozo vraag het woord vroeg, meende do voorzitter tot de gevolgtrekking te mogen komen dat allen de vraag in bevestigenden zin wensohlen be antwoord te zien. Do heer Rijckcvorsel geloofde dat het won- scholijk zou wezen in 1901 een tentoonstel ling te organisceren. Vervolgens kwam in bc-handoling het derdo vraagpunt: benoeming ccncr voorloopigo commissie, welke zich zal bolastcn met te on derzoeken waar en wanneer een tentoon stelling zou kunnen worden gehouden en hoe groot de globale kosten zullen zijn aan con expositio verbonden. Nadat nog do heeren Hartog, Kortewcg, Breebanrt on Krolago het woord hadden gevoerd, werd besloten dat de voorloopigc commissie zou beslaan uit zeven leden. Op voorstel van don heer S. O. Korteweg uit 's-Gravenhago besloot dc vergadering dat het comité do leden der commissie zal benoo-, men en van de benoeming zal konnis geven aan de betrokken maatschappijen en ver- eondgingen. De voorzitter, do heer P. J. A. do Bruine, van Zwijndreaht, sloot hierop de vergadering met een woord van dank aan de aanwezigen voor hun tegenwoordigheid. Op het Philologencorgres to Groningen word naar aanleiding van de gevoorde be sprekingen over do stollingen van prof. Woltjer, do volgendo motio aan do vergade ring voorgestelt: Het derde Nederlandscho Philologcncon- gres, vergaderd te Groningen op 2 en 3 April 1902 gelezen het praeadvies over de wensche lijkhcid van één algemeen doctoraat in de letteren; gehoord do inleiding on de daarop vol gende debatten draagt het Bestuur op, tor kennis van de regeering te brengen, dat met algemeene stemmen do wonsche- lijkheid is uitgesprokon 27) ,,U liadt toch ongelijk", merkte Lamberti op; ,,er was veel goeds in; alles komt niet ineens, en het is nuttig allo proeven to be waren om later te zien, welke vorderingen men heeft gemaakt." - ,,Dat is een goede raad, dien je wel moogt waardceren," vond de graaf. Blandina had waarlijk dc aanmaning van haar voogd niet noodig om in haar ziel elke raadgeving van Mario to bewaren als een kostbaren schat. Zijn minste wenk ontging haar niet; al wat hij zei, elk gebaar ving zij op en beschouwde het als een kostbaar iets. Maar hij bleef koel. schijnbaar geheel zichzelvon meester, als bij de eerste zittingen. Mevrouw Morns stond op van haar plaatsje naast Blandina en kwam naar het werk van Lamberti kijken; hij liet echter geen oogenblik het penseel rusten en wend de niet eens het hoofd om bij het beantwoor den van een vraag der schoonc bewonderaar ster. Eenige minuten later raadpleegde hij zijn horloge, en ziende, dat het tijd werd om te eindigen, begon hij zijn boeltje in to pak ken. „Blijft u met ons ontbijten?" vroeg graaf Alessandro. „Dank u," stamelde de schilder; „ik heb nog iets te doen." „Meneer Lamberti neemt nooit een invi tatie aan om mee aan tafel to gaan," zei Blandina; ..daar is hij niet af te brengen." „Markiezin, dat heeft zijn redenen," ant woordde de jonge roan. „Als een arme schil der zijn taak ia de open lucht heeft afge daan, moet hij thuis zijn gereedschap ver- zo rgen." Daarop nam hij kalm afscheid en zei aan mevrouw Morris, dat hij haar in het hotel wachtte, als zij dan volstrekt tot hem wil de komen om zijn studies te zien. Dit nu onvermijdelijke bezoek mishaagde Blandina zeer. Een mensch beschikt nu een maal niet over het geduld der engelen. Daar om verzocht zij Sant-Evasio, de gast naar het dorp te vergezellen, en het jongmcnsch liet zich dat geen tweemaal zeggen. Oom Alessandro had met zeer veel genoe gen den dienst op zich genomen, maar hij wilde zijn nicht niet tegenspreken. Toch kon hij, toen de jonge markies met Evelina on haar onafscheidelijke gezel schapsdame op weg was, de opmerking niet achterwege laten: „Je stuurt je neef wel wat lichtzinnig mee." „.Waarom? Mijn neef is een man." „Ja, een mannetje van strooen stroo vat gauw vuur. Begrijp je?" „Ik begrijp," zei Blandina kalmpjes, ,,dat u liever het stroomannetje wezen wou." Intusschcn wandelde mevrouw Morris voort, tusschen Evasio, die haar een massa dwaasheden zei, en de gezelschapsjuffrouw, die tot haar geluk geen woord Italiaansch verstond. „Zie, goddelyke Eva," bazelde hy, „de wysten van Israël hebben my met u op weg gezonden." „Uw nichtje is zeker niet jaloersch," ver onderstelde de dame. Jn 't geheel niet; ten minste niet ln het onderhavige geval en wat my betreft." „Daarin heeft zy ook gelyk. Ze is schoon als de dag en heeft geen mededingster te vreezen. Ik zou wel eons willen weten, waarom u haar versmaadt „Dat heb ik nooit gezegd, mevrouw l" „Neen?" „Zeker nietl Men kan niet iemand ver smaden, die nooit zich heeft aangeboden." „Dat is oen ontwykend antwoord," meende mevrouw Morris. „Uw neef heeft toch...." „Myn neef redeneert als voogd en kan misschien liever willen, dat zyn pupil met my trouwt dan met een ander; maar ik heb nooit gemerkt, dat myn nicht my aanzag als iemand, wiens naam zy wel voor den haren zou willen ruilen." „En als ik haar er nu eens toe over haalde? „0 neen, dank ul Een schoone afgezante als u zou inderdaad kans hebben van te slagen, en dat zou my in het geheel niet gelegen komen." „Waarom niet, als ik vragen mag?" „Omdat.... Ik zou het wel willen zeggen, maar gy houdt Immers niet van compli mentjes, aanbiddelijke Evaneen, ik zeg u niets!" „Dat is een mooie methode I" zei de schoone vrouw sarcastisch. „U dwingt een ander, zich het hoofd te breken om er achter te komen, wat u denkt 1" „Maar zooveel is dat immers niet waard l" „Mooil Nu wordt u bescheiden." „Och, zoo hebben ze my opgevoed l Als lk tegen myn nicht zei, dat ze een goede schilderes was, antwoordde ze dadeiyk, dat ik my vergiste, dat ik er niets van begreep, en dat ze niet geprezen wilde worden. In zoo'n school moet iemand wel bescheiden worden." „Markiezin Blandina heeft een oprecht karakter en een reine ziel," zei mevrouw Morris; „ik houd al veel van haar, al ken Ik haar pas." „Zeg dat niet, ln vredesnaam 1 Zy is in staat, u niet te gelooven en boos te worden." „Kom, u ls niet in uw humeur, markiesI" „Niet in myn humeur? Ge vergist ui Verdenk my van zoo lots niet. Er is iets anders „Wat dan?" „Mag ik het eigeniyk wel zoggon? 't Is niet myn geheim, dat ik u moet openbareD, en dat u misschien al geraden heeft, het ls het geheim van myn nicht, dat ik meen te hebben geraden." „Laat dan eens hooren, dat geheim van uw nicht l" „Dat Is met weinig woorden te vertellen: zy is verliefd op den schilder Mario Lamberti l" „Eil" riep de weduwe uit, hem scherp ln de oogen ziende. „En maakt u dat niet boos „Volstrekt nietl In 't geheel nietl Mom- baldone zou in staat zyn, boos daarom to worden, ik niet l" getuigde Sant-Evaslo kalm. „Ik feliciteer u met uw scherpziendheid en uw philosophle," zei mevrouw Morris, harteiyk lachend, dat het een lust was om te hooren en vooral om te zien. „Ja, plaag my maar," antwoordde de jonge ling; „dicht my echter niet weer Iets toe, dat ik nooit gezegd heb; het li al mooi ge noeg, dat u my verplicht, te xwygen wat lk wel zeggen wildeKyk, daar voor ons is de „Rosa Fiorita"." „En hier laat u my alleen, nietwaar?" Zy stak hem de hand toe. „Dat was myn bedoeling niet.,.. Maar wilt u alleen zyn?" »Ja," antwoordde de dame, en ze zag hem 1. van do wederinvoering van één alge meen doctoraat in do letteren, mits met ruimo speling van examenvakken 2. do instelling eener regeeringseoinmissie, ten einde dit beginsel on zijne toepassing ook in verband met eono niouwo regeling van do bevoegdheden voor het middelbaar onderwijs to overwogen on do uitkomsten van hare overwegingen dor regeoring aan te bieden." Deze motio word met nlgomcono stemmen aangonomon. Zij zal ter konnis der regeoring worden gebracht. Besloten werd in 1004 het vierde Congres to houden fco Utrecht, wolko stad voorgesteld word door prof. Galléo. Prof. Kern bracht don voorzitter onder daverend applaus een woord van dank en stelde voor prof. Van Vliot uit to noodigen voor hot presidentschap. Na do gebruikolijko plichtplegingen ging het Congres uiteen. Te Apeldoorn kwam precies te 12 uron 11 m. gisternamiddag ten paloizo Het Loo do extratrein aan, die, begeleid door do hcoron Jorisson (inspecteur) en Koster (op zichter) hot Koninklijk Echtpaar met ge volg naar do zomerresidentie had gobracht. Een buitengewoon talrijk publiok, waar onder velen uit Doventer en Zutfon, was aanwezig om H. M. do i..oningin (in zwart bonten mantol) en Z. K. H. den Prins (in politiek) te begroeten, terwijl zich als offi eieele porsonen op hot perron bevonden do burgomeester van Apeldoorn en do hoer Loudon, jftgermee8ter van H. M. do Konin gin, met wie de Vorstelijke personen zich even onderhielden. Van het met twee sohimmolu bespannen gereedstnand rijtuig werd geen gebruik ge maakt. Hot hoogo Paar begaf zich te voet, steeds door het publiok toegojuioht, naar het paleis, waar het in de vcstibulo word verwelkomd door den hofmaarschalk baron Clifford on den intendant van Steyn. De standaardvlag werd onmiddellijk go- hoschon. Ook in het dorp wapperde van hot gemeentehuis, ovcnala bij volc particulieren, do nationale vlag. Bij de verkiezing van een koofdingo- land ou een hoofdingcland-plaatsvorvangor in het lste district van hot hoogheemraad schap van Delfland, hoofdplaats Delft, zijn gokozen: tot hoofdingeland, de keor A. La- bouchèro en tot id. plaatsvervanger, do heer L. F. van dor Klugt, boidon wonondo to Rijswijk. In do buitengowono vergadering der Provincialo Staten van Ovorij6el is in do plaats van wijlen rnr. Van Naomon van Eerancs, tot lid der Eerste Kamer gokozen mr. I. A. vun Royen (lib.), burgemeester van Zwolle, en wel met 21 tegen 18 stommen op prof. M. Noordtzij. Do uitvoering der werken voor den bouw eener brug voor spoorweg- en voor gewoon vorkoor over don IJsol bij Westervoort (vol- teoiingswerkon) is opgedragen aan don min sten inschrijver den heer S. Arntz te Millin- gen voor 336,960. Door dc maatschappij „l'Union" is oen onderhandscko aanbesteding gehouden van het bouwen van het nieuwe café restaurant ,,Do Kroon" te Haarlem. Laagste inschrijver do hcor M. v. Omme ren, voor ƒ119,000. (JI. C.) Te Haarlom is den predikant der Waal- scho Gem. dr. P. J. Muller, wegons dion« vertrok naar 's-Gravenhage, door loden en door do halfgesloten wimpers aan op een manior, die Evasio oen seconde verbaasd deed staan. Toon schudde hU hot hoofd en loosdo oon diepen zucht, die een heldhaftig besluit scheen te vorgezellen. „'tis bard," stamelde hy, „maar ik ge hoorzaam." Mevrouw Eva glimlachte, drukte hom de hand en trok de hare spoedig torug, toen hy die tweo seconden langer dan noodig waa wilde vasthoudon; daarna ging zU op do deur van het hotel toe. "Waarom wildo zy alleen zyn met don schilder, zonder andere getuigen dan da juffrouw, die geen woord Italiaansch verstond? Dat vroeg do Jonge markies zich af, torwyi hy langzaam den weg, dien hy gekomen was, terugkeerde. Die mooie vrouwen zitten zoo vol grillenl Dat zy vry met Lamborti wildo praten, was duldeiyk, en dat hy zou trachten, eenige galanterieën te siyton, niot minder. Markies (li Sant Evasio verkeerde in eon zonderling „psychologisch oogenblik". Eon bepaalde liefdesverklaring had hy nog niot gedaan, wyi mevrouw Morris die niet had uitgelokt en hy zelf er do noodzakeiykheid niet van Inzag; het beviel hom veel beter, een bescheiden ridderlykheid te toonen, dio alles liet raden en tot niets verbond. Daarom had hy tot dusver ook aan graaf Mombaldone kunnen verklaren, dat hy niet bepaald ver liefd was op mevrouw Eva.^Was hy echtor wel zeker daarvan? Was het' niet juister, té zeggen, dat hy in bet stadium verkeerde* waar afkoeling nog mogeiyk, maar toenemend* temperatuur tot het kookpunt waarschyn^ ïyker ls? Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1