"Vrijdag 4 Aapril.
A*. 1902.
(§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Keii.-Zuidafrikaanschc Vcreeiiigiog.
Offieieele Kennisgeving.
Leiden, 4 April.
FEUILLETON.
liet Kichtj c.
flo. 12917
IISCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por S maandon I 1.10J
""Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln 1.80
Franco per post1.65-
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedero regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeron buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Afd. Leiden en Omstreken.
Ontvangen by den PenningmeesterZoeter-
woudsche Singel 41:
Door bemiddeliDg van het Leidsch Dagblad
Gecollecteerd op eer. verjaarpartijtje van
moeder bfc) J. K. f 1.885
Gecollecteerd door Femmetje op het
127? jarig huwelijksfeest van K. voor
de Boeren 0-80
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
jden Penningmeester of aan het Bureel van dit
■Blad.
Directe lielastliigen.
De Burgemeester ran Loueu oreugt ter elgemeone
konnie, d&i eau deu Outvangor der Dir» Bel&etiageo ie
ter üar.d gesteld det s.oüier dor icrsoaeeie belasting
Lo. 1 vau don dienst 1UU2, executoir verklaard dou
3doa April jl.j en hermiiert voorts de uelangheb-
bendeu aan bun verpücbtiug, om den aanslag op
deu bti de Wol bopaaldon voet te voldoen.
Leiden, De liurgemoeater vooruoomd,
i April 1»02. li. O. JOTA, W-tb., loco-Burg.
Art. 240 j dor Gemeentewet toegepast.
Men zal zich herinneren, dat in de ver
gadering van den gemeenteraad van Leiden
den 9den Januari 11.% nadat lang en breed
was gedebatteerd over het leggen van een
brug over de Zoeberwoudsche Singolgrachtj
en eindelijk besloten was tot het maken van
een verbinding zonder meer, met 18 tegen
10 stemmen een motie van mr. H. L. Druc-
ker werd aangenomen van den volgenden in
houd:
„De Raad, van oordeel, dat tob den bouw
van een brug over cte Zoeterwoudsche Sin
gelgracht tegenover de Kraaierstraat niet
behoort te worden besloten, alvorens is
overwogen of een vorordening volgens art.
B40j der Gemeentewet kan worden tot stand
gebracht, noodigt B. en Ws. uit, omtrent
zoodanige verordening den Raad van advies
te dienen en besluit inmiddels de verdere
behandeling te verdagen."
De aanneming dezer motie was voorafge
gaan door een breedvoerige gedachtenwisse-
ling tusschen den voorsteller en den Voor
zitter, waarin de laatsto in sterken twijfel
trok of bedoeld art. der Gemeentewet hier
wel toegepast kon worden.
De hoer Drucker was van een tegenoverge
steld gevoelen en de meerderheid van den
Raad, niet genoegzaam juridisch ontwikkeld
om zelfstandig te oordeelen, vereenigdc zich
met het denkbeeld om B. en Ws. tot een na
der onderzoek uit te noodigen om daarna
advies uit te brengen.
Sedert heeft men van de quaestie niets
meer vernomen en het altijd ongeduldig pu
bliek vraagt reeds: Hoe staat het met de ver
binding?
Zonder nu op heb advies vooruit te loo-
pen, dab het Dag. Bestuur te zijner tijd wel
den Raad zal geven, willen wij toch even me-
dedeelen, dat do gemeente Amsterdam in
een synoniem geval art. 240j nu heeft toege
past, waar de Raad reeds vroeger een des
betreffende verordening heeft gomaakt.
Het betreft daar een doortrekking van de
Yan-Wou-straat van de Willebrordstraat tot
de Rustenburgerstraat. Een aantal terrei
nen, die eerst- als achtererven weinig waar
de hadden, grenzen thans aan den openba-
.TBn weg, kunnen bebouwd worden en zijn al-
zoo aanmerkelijk in waarde gestegen. De
waardevermeerdering van al deze perceelea
te zamon is door stads-ambtenaren geschat
op 75,000. Dit cijfer nu is tot uitgangs
punt genomen eener wel wat ingewikkelde
berekening.
De belasting voor iederon ebrekkenden me
ter der gevellengte per jaar voor een per
ceel, waarvan de kadastrale huurwaarde
gedeeld door het aantal strekkende meters
bedraagt: beneden 20 ƒ1.25; van 20 tot
f 40 f 2.50; van /40 tot 60 3.76; van /60
tot 80 f5; van /80 tot 100 /6.2Ö; van
f 100 tot 120 f 7.50; van f 120 tot f 160 f 8.75;
van f 160 tot f 200 f 10; en vorder voor elk?
verhooging ƒ40 meer.
Men ziet, de belasting wordt grooter naar
mate het belendend perceel meer huurwaar
de heeft, een stelsel dat inderdaad aanbeve
ling verdient. Beide grondslagen, lengte van
den gevel en de kadastrale huurwaarde van
het gebouw, zijn alzoo in aanmorking ge
nomen.
Bij de vaststelling der sohaal is in het oog
gehouden dab de jaarlijksche opbrengst niet
te boven mag gaan het bedrag van 2625,
zijnde 3 1/2 pCt. van do ƒ75,000, waarop
de totale waardevermeerdering is geschat.
B. en Ws. van Amsterdam hebben indertijd
gemeend, dat de algemeene bedoeling der
Gemeentewet ben aanzien dor bijzondere be
lastingen verbood, de vergoeding der kosten,
welke do gemeente maakt, te zoeken in de
heffing van een zeker bedrag inééns, waar
mede de eigenaren dan voorgoed van de
zaak af zouden .zijn, wat den meesten eigena
ren misschien wel zoo aangenaam zou wezen.
Zij hebben ook deze retributie gegoten in
den vorm eener jaarlijksche heffing.
De koninklijke goedkeuriag der verorde
ning, ofschoon eerst laat verkregen, schijnt
er op te wijzen, dat B. en Ws. van Amster
dam juist geoordeeld hebben.
Men zal zich misschien herinneren, dat
de Voorzitter van onzen Raad oordeelde,
dat de goedkeuring van de Regeering op
deze verordening wel niet zou volgen, ter
wijl de heer Druoker meende van wel.
Waar dit nu is geschied, behoeft onzen
Raad, als hij dit noodig oordeelt, niets te
weerhouden het denkbeeld van de motie
Drucker ook in con vorordening te belicha
men en in den vorm eener bijzondere be
lasting een gedeelte van de voor het bouwen
eener brug benoodigdc gelden op de belang
hebbenden te verhalen. De berekening zal
echter hier nog meer ingewikkeld worden,
omdat de waarde-vermeerdoring van den
grond zal afnemen hoe verder die grond van
de brug verwijderd,is.
Een wieg voor don Prins(os).
Tiet Vad. schrijft:
„Naar wij hopen, zal over eenige maanden
de ooievaar zijn opwachting maken in de
vorstelijke woning aan het Noordeinde.
Een gebeurtenis die met blijdschap wordt
verwacht want het zal een nationale ge
beurtenis wezen.
Mogen wij een denkbeeld aan de hand
doen?
Toen Italië'8 Koningin haar echtgenoot
een telg zou schenken, hebben do inwoners
van de Hofstad het jeugdig echtpaar ver
rast met een wieg voor het kindje dat ko
men zou.
Een voorbeeld dat navolging verdient, een
vriendelijke attentie, die niet anders dan op
prijs kan worden gesteld.
Wij vragen een „Haagsoh" wiegje voor het
komend Prinsje of Prin6esjo van Oranje."
Geslaagd zijn voor het examen ln de
nuttige handwerken te 's-Gravenhage de dames
A. M. Kosters en D. G. M. Kosters, van Leiden,
beiden leerlingen van mej. E C. M. Aewerdonk.
Tweetal bU de Remonstrantsche Broeder
schap te Alkmaar: H. v. Assendelft, te Bos
koop, eu A. C. de Regt, te Oude-Wetoring.
Prins Hendrik heeft aangenomen het be
schermheerschap van de Nederlandsche Hélde-
Maatschappij.
De gezant van Mexico by ons Hof en bU
het Belgische, de hoer J. Zenil, ls te 's-Gra-
venhage aangekomen.
De heer Plantet, secretaris van Legatie
aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken
te Parijs, is in het Hotel „den Ouden Doelen"
te 's-Gravenhage aangekomen.
Te 's-Gravenhage overleed op 69 jarigen
leeftijd de gep. generaal majoor H. F. Allngs.
In 1848 als cadet ln dienst getreden by de
Kon. Mil. Academie, welke hy in 1852 als
2de luitenant verliet, werd hy, na in 1878
tot majoor te zyn benoemd, by het Departement
van Oorlog overgeplaatst. In April 1891 werd
hy, na achtereenvolgens kolonel-commandant
van het 8de regiment infanterie te zyn ge
weest en by het 4de te zyn overgeplaatst,
generaal-majoor Inspecteur van het militair
onderwys, en in 1894 op zyn aanvrage ge-
pensionneerd. Hy was ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw en van de Eike-
kroon.
Op initiatief van het Ned. Landbouw-
oomité werd gistermiddag te Utrecht een
goed bezochte vergadering gehouden van af
gevaardigden van verschillende landüouw-
voreonigingen om dc wenschelijkhcid te
overwegen van het opnieuw houden eener
grooto nationale en internationale land
bouwtentoonstelling hier te lande.
Een 23-tal yoreenigiDgen hadden afge
vaardigden gezonden. Aanwezig waren de
heeren Ritsoma Bos, Bultman, Löhnis, Gale-
sloot, Dugrancy, Brcebaart enz.
Dc voorzitter de heer P. J. A. do Bruine
gaf dc volgende vragen aan de vergadering
ter overweging: Acht men in het algemeen
houden van een internationale landbouw
tentoonstelling nuttig en gowenscht? Acht
men nu reeds de tijd gekomen om in Ncdor-
land een dergelijke tentoonstelling te hou
den? In 't bevestigende geval dient dan een
commissie benoemd te worden tot liet uit
brengen van een rapport waar on wanneer
een tentoonstelling zal plaats hebben en
hoeveel do kosten daarvan zullen bedragen.
De heer H. F. Bultman opende de bespre
kingen en betuigde zijn instemming met hot
denkbeeld van het houden eener tentoonstel
ling en gaf der vergadering in overweging
het oomité in deze zaak zooveel mogelijk te
steunen. (Applaus).
Spreker herinnejxle ook nog aan de in
188-4 gehouden expositie.
De heer F. B. Lohnis vroeg of het mis
schien voor sommige takken van het land
bouwbedrijf niet wen6ckelijkor zou wezen een
nationale tentoonstelling te organisceren.
Goed georganiseerde nationale tentoonstel
lingen, die op bepaalde tijden worden ge
houden, kunnen van veel nut en invloed we
zen voor deo landbouw.
Do heer Bultman zeido dat internationa
le tentoonstellingen van veel belang zijn voor
den landbouw. Een nationale tentoonstelling
is zeker ook in het belang van don land
bouw, maar aan een internationale expositie
geeft hij toch de voorkeur.
De heer mr. A. van Rijckovoreol vorklaar-
de ook te zijn voor een internationale ten
toonstelling.
Door den heer Collot d'Escury van Hon-
tenisse werd betoogd dat do Nederlandsche
landbouwers wel zullen kunnen wedijveren
met de buitenlanders.
De volgende spreker do heer H. M. Har-
tog uit Barnoveld meende dat het weneohe-
lijk zal zijn bij een eventuecle tentoonstelling
den landbouw van don tuinbouw te scheiden.
De heer G. baron de Senardlens de Gran-
cy, van Vuoht, geloofde dat de tuinbouw
zeer goed een aparte afdeeling zou kunnen
vormen, maar toch achtte hij scheiding niet
gewenscht, om tot een krachtig goheel te
komen.
Namens de Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde kan hij mo-
dedeelen dat deze Maatschappij bereid is
krachtig mede to werken tot bereiking vau
het doel, dat het oomité zch voor oogen
heeft gesteld.
Hierna kwam aan de orde de vraag of
men nu al den tijd gekomen acht weder een
internationale tentoonstelling to organieee-
ren.
Daar geen der aanwezigen over dozo vraag
het woord vroeg, meende do voorzitter tot
de gevolgtrekking te mogen komen dat allen
de vraag in bevestigenden zin wensohlen be
antwoord te zien.
Do heer Rijckcvorsel geloofde dat het won-
scholijk zou wezen in 1901 een tentoonstel
ling te organisceren.
Vervolgens kwam in bc-handoling het derdo
vraagpunt: benoeming ccncr voorloopigo
commissie, welke zich zal bolastcn met te on
derzoeken waar en wanneer een tentoon
stelling zou kunnen worden gehouden en hoe
groot de globale kosten zullen zijn aan con
expositio verbonden.
Nadat nog do heeren Hartog, Kortewcg,
Breebanrt on Krolago het woord hadden
gevoerd, werd besloten dat de voorloopigc
commissie zou beslaan uit zeven leden.
Op voorstel van don heer S. O. Korteweg
uit 's-Gravenhago besloot dc vergadering dat
het comité do leden der commissie zal benoo-,
men en van de benoeming zal konnis geven
aan de betrokken maatschappijen en ver-
eondgingen.
De voorzitter, do heer P. J. A. do
Bruine, van Zwijndreaht, sloot hierop de
vergadering met een woord van dank aan
de aanwezigen voor hun tegenwoordigheid.
Op het Philologencorgres to Groningen
word naar aanleiding van de gevoorde be
sprekingen over do stollingen van prof.
Woltjer, do volgendo motio aan do vergade
ring voorgestelt:
Het derde Nederlandscho Philologcncon-
gres, vergaderd te Groningen op 2 en 3
April 1902
gelezen het praeadvies over de wensche
lijkhcid van één algemeen doctoraat in de
letteren;
gehoord do inleiding on de daarop vol
gende debatten
draagt het Bestuur op, tor kennis van de
regeering te brengen,
dat met algemeene stemmen do wonsche-
lijkheid is uitgesprokon
27)
,,U liadt toch ongelijk", merkte Lamberti
op; ,,er was veel goeds in; alles komt niet
ineens, en het is nuttig allo proeven to be
waren om later te zien, welke vorderingen
men heeft gemaakt." -
,,Dat is een goede raad, dien je wel moogt
waardceren," vond de graaf.
Blandina had waarlijk dc aanmaning van
haar voogd niet noodig om in haar ziel elke
raadgeving van Mario to bewaren als een
kostbaren schat. Zijn minste wenk ontging
haar niet; al wat hij zei, elk gebaar ving
zij op en beschouwde het als een kostbaar
iets. Maar hij bleef koel. schijnbaar geheel
zichzelvon meester, als bij de eerste zittingen.
Mevrouw Morns stond op van haar
plaatsje naast Blandina en kwam naar het
werk van Lamberti kijken; hij liet echter
geen oogenblik het penseel rusten en wend
de niet eens het hoofd om bij het beantwoor
den van een vraag der schoonc bewonderaar
ster. Eenige minuten later raadpleegde hij
zijn horloge, en ziende, dat het tijd werd om
te eindigen, begon hij zijn boeltje in to pak
ken.
„Blijft u met ons ontbijten?" vroeg graaf
Alessandro.
„Dank u," stamelde de schilder; „ik heb
nog iets te doen."
„Meneer Lamberti neemt nooit een invi
tatie aan om mee aan tafel to gaan," zei
Blandina; ..daar is hij niet af te brengen."
„Markiezin, dat heeft zijn redenen," ant
woordde de jonge roan. „Als een arme schil
der zijn taak ia de open lucht heeft afge
daan, moet hij thuis zijn gereedschap ver-
zo rgen."
Daarop nam hij kalm afscheid en zei aan
mevrouw Morris, dat hij haar in het hotel
wachtte, als zij dan volstrekt tot hem wil
de komen om zijn studies te zien.
Dit nu onvermijdelijke bezoek mishaagde
Blandina zeer. Een mensch beschikt nu een
maal niet over het geduld der engelen. Daar
om verzocht zij Sant-Evasio, de gast naar
het dorp te vergezellen, en het jongmcnsch
liet zich dat geen tweemaal zeggen.
Oom Alessandro had met zeer veel genoe
gen den dienst op zich genomen, maar hij
wilde zijn nicht niet tegenspreken.
Toch kon hij, toen de jonge markies met
Evelina on haar onafscheidelijke gezel
schapsdame op weg was, de opmerking niet
achterwege laten:
„Je stuurt je neef wel wat lichtzinnig mee."
„.Waarom? Mijn neef is een man."
„Ja, een mannetje van strooen stroo
vat gauw vuur. Begrijp je?"
„Ik begrijp," zei Blandina kalmpjes, ,,dat
u liever het stroomannetje wezen wou."
Intusschcn wandelde mevrouw Morris
voort, tusschen Evasio, die haar een massa
dwaasheden zei, en de gezelschapsjuffrouw,
die tot haar geluk geen woord Italiaansch
verstond.
„Zie, goddelyke Eva," bazelde hy, „de
wysten van Israël hebben my met u op weg
gezonden."
„Uw nichtje is zeker niet jaloersch," ver
onderstelde de dame.
Jn 't geheel niet; ten minste niet ln het
onderhavige geval en wat my betreft."
„Daarin heeft zy ook gelyk. Ze is schoon
als de dag en heeft geen mededingster te
vreezen. Ik zou wel eons willen weten, waarom
u haar versmaadt
„Dat heb ik nooit gezegd, mevrouw l"
„Neen?"
„Zeker nietl Men kan niet iemand ver
smaden, die nooit zich heeft aangeboden."
„Dat is oen ontwykend antwoord," meende
mevrouw Morris. „Uw neef heeft toch...."
„Myn neef redeneert als voogd en kan
misschien liever willen, dat zyn pupil met
my trouwt dan met een ander; maar ik heb
nooit gemerkt, dat myn nicht my aanzag als
iemand, wiens naam zy wel voor den haren
zou willen ruilen."
„En als ik haar er nu eens toe over
haalde?
„0 neen, dank ul Een schoone afgezante
als u zou inderdaad kans hebben van te
slagen, en dat zou my in het geheel niet
gelegen komen."
„Waarom niet, als ik vragen mag?"
„Omdat.... Ik zou het wel willen zeggen,
maar gy houdt Immers niet van compli
mentjes, aanbiddelijke Evaneen, ik zeg
u niets!"
„Dat is een mooie methode I" zei de schoone
vrouw sarcastisch. „U dwingt een ander, zich
het hoofd te breken om er achter te komen,
wat u denkt 1"
„Maar zooveel is dat immers niet waard l"
„Mooil Nu wordt u bescheiden."
„Och, zoo hebben ze my opgevoed l Als
lk tegen myn nicht zei, dat ze een goede
schilderes was, antwoordde ze dadeiyk, dat
ik my vergiste, dat ik er niets van begreep,
en dat ze niet geprezen wilde worden. In
zoo'n school moet iemand wel bescheiden
worden."
„Markiezin Blandina heeft een oprecht
karakter en een reine ziel," zei mevrouw
Morris; „ik houd al veel van haar, al ken
Ik haar pas."
„Zeg dat niet, ln vredesnaam 1 Zy is in
staat, u niet te gelooven en boos te worden."
„Kom, u ls niet in uw humeur, markiesI"
„Niet in myn humeur? Ge vergist ui
Verdenk my van zoo lots niet. Er is iets
anders
„Wat dan?"
„Mag ik het eigeniyk wel zoggon? 't Is
niet myn geheim, dat ik u moet openbareD,
en dat u misschien al geraden heeft, het ls
het geheim van myn nicht, dat ik meen te
hebben geraden."
„Laat dan eens hooren, dat geheim van
uw nicht l"
„Dat Is met weinig woorden te vertellen:
zy is verliefd op den schilder Mario Lamberti l"
„Eil" riep de weduwe uit, hem scherp ln
de oogen ziende. „En maakt u dat niet boos
„Volstrekt nietl In 't geheel nietl Mom-
baldone zou in staat zyn, boos daarom to
worden, ik niet l" getuigde Sant-Evaslo kalm.
„Ik feliciteer u met uw scherpziendheid
en uw philosophle," zei mevrouw Morris,
harteiyk lachend, dat het een lust was om
te hooren en vooral om te zien.
„Ja, plaag my maar," antwoordde de jonge
ling; „dicht my echter niet weer Iets toe,
dat ik nooit gezegd heb; het li al mooi ge
noeg, dat u my verplicht, te xwygen wat lk
wel zeggen wildeKyk, daar voor ons is
de „Rosa Fiorita"."
„En hier laat u my alleen, nietwaar?"
Zy stak hem de hand toe.
„Dat was myn bedoeling niet.,.. Maar
wilt u alleen zyn?"
»Ja," antwoordde de dame, en ze zag hem
1. van do wederinvoering van één alge
meen doctoraat in do letteren, mits met
ruimo speling van examenvakken
2. do instelling eener regeeringseoinmissie,
ten einde dit beginsel on zijne toepassing
ook in verband met eono niouwo regeling
van do bevoegdheden voor het middelbaar
onderwijs to overwogen on do uitkomsten
van hare overwegingen dor regeoring aan te
bieden."
Deze motio word met nlgomcono stemmen
aangonomon. Zij zal ter konnis der regeoring
worden gebracht.
Besloten werd in 1004 het vierde Congres to
houden fco Utrecht, wolko stad voorgesteld
word door prof. Galléo.
Prof. Kern bracht don voorzitter onder
daverend applaus een woord van dank en
stelde voor prof. Van Vliot uit to noodigen
voor hot presidentschap.
Na do gebruikolijko plichtplegingen ging
het Congres uiteen.
Te Apeldoorn kwam precies te 12 uron
11 m. gisternamiddag ten paloizo Het Loo
do extratrein aan, die, begeleid door do
hcoron Jorisson (inspecteur) en Koster (op
zichter) hot Koninklijk Echtpaar met ge
volg naar do zomerresidentie had gobracht.
Een buitengewoon talrijk publiok, waar
onder velen uit Doventer en Zutfon, was
aanwezig om H. M. do i..oningin (in zwart
bonten mantol) en Z. K. H. den Prins (in
politiek) te begroeten, terwijl zich als offi
eieele porsonen op hot perron bevonden do
burgomeester van Apeldoorn en do hoer
Loudon, jftgermee8ter van H. M. do Konin
gin, met wie de Vorstelijke personen zich
even onderhielden.
Van het met twee sohimmolu bespannen
gereedstnand rijtuig werd geen gebruik ge
maakt. Hot hoogo Paar begaf zich te voet,
steeds door het publiok toegojuioht, naar
het paleis, waar het in de vcstibulo word
verwelkomd door den hofmaarschalk baron
Clifford on den intendant van Steyn.
De standaardvlag werd onmiddellijk go-
hoschon. Ook in het dorp wapperde van hot
gemeentehuis, ovcnala bij volc particulieren,
do nationale vlag.
Bij de verkiezing van een koofdingo-
land ou een hoofdingcland-plaatsvorvangor
in het lste district van hot hoogheemraad
schap van Delfland, hoofdplaats Delft, zijn
gokozen: tot hoofdingeland, de keor A. La-
bouchèro en tot id. plaatsvervanger, do heer
L. F. van dor Klugt, boidon wonondo to
Rijswijk.
In do buitengowono vergadering der
Provincialo Staten van Ovorij6el is in do
plaats van wijlen rnr. Van Naomon van
Eerancs, tot lid der Eerste Kamer gokozen
mr. I. A. vun Royen (lib.), burgemeester
van Zwolle, en wel met 21 tegen 18 stommen
op prof. M. Noordtzij.
Do uitvoering der werken voor den bouw
eener brug voor spoorweg- en voor gewoon
vorkoor over don IJsol bij Westervoort (vol-
teoiingswerkon) is opgedragen aan don min
sten inschrijver den heer S. Arntz te Millin-
gen voor 336,960.
Door dc maatschappij „l'Union" is oen
onderhandscko aanbesteding gehouden van
het bouwen van het nieuwe café restaurant
,,Do Kroon" te Haarlem.
Laagste inschrijver do hcor M. v. Omme
ren, voor ƒ119,000. (JI. C.)
Te Haarlom is den predikant der Waal-
scho Gem. dr. P. J. Muller, wegons dion«
vertrok naar 's-Gravenhage, door loden en
door do halfgesloten wimpers aan op een manior,
die Evasio oen seconde verbaasd deed staan.
Toon schudde hU hot hoofd en loosdo oon
diepen zucht, die een heldhaftig besluit scheen
te vorgezellen.
„'tis bard," stamelde hy, „maar ik ge
hoorzaam."
Mevrouw Eva glimlachte, drukte hom de
hand en trok de hare spoedig torug, toen hy
die tweo seconden langer dan noodig waa
wilde vasthoudon; daarna ging zU op do deur
van het hotel toe.
"Waarom wildo zy alleen zyn met don
schilder, zonder andere getuigen dan da
juffrouw, die geen woord Italiaansch verstond?
Dat vroeg do Jonge markies zich af, torwyi
hy langzaam den weg, dien hy gekomen was,
terugkeerde. Die mooie vrouwen zitten zoo
vol grillenl Dat zy vry met Lamborti wildo
praten, was duldeiyk, en dat hy zou trachten,
eenige galanterieën te siyton, niot minder.
Markies (li Sant Evasio verkeerde in eon
zonderling „psychologisch oogenblik". Eon
bepaalde liefdesverklaring had hy nog niot
gedaan, wyi mevrouw Morris die niet had
uitgelokt en hy zelf er do noodzakeiykheid
niet van Inzag; het beviel hom veel beter,
een bescheiden ridderlykheid te toonen, dio
alles liet raden en tot niets verbond. Daarom
had hy tot dusver ook aan graaf Mombaldone
kunnen verklaren, dat hy niet bepaald ver
liefd was op mevrouw Eva.^Was hy echtor
wel zeker daarvan? Was het' niet juister, té
zeggen, dat hy in bet stadium verkeerde*
waar afkoeling nog mogeiyk, maar toenemend*
temperatuur tot het kookpunt waarschyn^
ïyker ls?
Wordt vervolgd