N®. 12909
fteze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van iZon- en feestdagen, uitgegeven.
Officieele Kennisgeving.
Leiden, 24 Maart.
FEUILLETON.
Het Nichtje.
Maandag 24 Maart. J9Q2.
IEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maandon 1.10.
Buiten Loidon, per loopor en waar agenten gevestigd z\Jn 1.30
Franco per post ,1.65-
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping in activiteit van zeemilicien
vcrlo: gangers der lichting van 1900.
jL)e Burgemeester van Leiden,
Gezien de circulaire vnu deu Commissaris der
ioningin in do provincie Zuid-tlolland, dd. 29
©nuari 11. (Provinciaal blad No. 21);
Brengt ter kennis van de na te noemen, in
je ze gemeente gevestigde zeemilicien-verlof-
J.angers der lichting van 1900, dat zij, ingevolge
{oninklrjk besluit van 4 Januari 1902, No 28,
,an de herhalingsoefeningen in dit jaar moeten
deelnemen om gedurende den tijd van vijf weken
ie worden geoelend, zullende ieder van hen zich
jp den voor hem bepaalden, achter zyn naam te
/erinelden datum van opkomst behooren te be
leven naar het daarnevens met name te noemen
chip, liggende te Willemsoord, t. w.:
DANIEL VERPOORTE 2 April aanst.
llr. Ms. „Evertsen".
SIMON JOHANNES NOLLES 3 April aanst
Sr. Ms. Schorpioen"
WILLEM VAN DERVLIST - 3 April aanst.
ïr. Ms. „Bloedhond".
JAN VAN BENTEN 4 April aanst. Hr.
ÏB. „Marnix".
De genoemde verlofgangers worden mitsdien
/pgeroepen om op den voor ieder van hen be*
laaiden dag op de aangewezen plaats van bestem
ming aanwezig te zijn, alwaar zij zich, gekleed
in a© by hun vertrek met groot verlof medege
nomen militair© kleedingstukken en voorzien van
iun kooigoederen, zoomede van hun zakboekje
let verlofpa©, moeten aanmelden aan boord van
'et schip, waarop zij in werkelijken dienst zullen
fordea gesteld.
Voorts werdt ieder der bovenbedoolde verlof-
.angers verwittigd, dat hij zich op den dag voor
tijn opkometr bepaald, voor zooveel dit mogelijk
4, des middags (e 12 uren aan boord van liet
chip moet bevinden, en wijders, dat hij zich
jen dag vóór dien van zijn vertrek naar de plaats
ijner bestemming, des voormiddags tusschen 10
jn 12 uren, voorzien van zijn zakbeekje, ter
Jlemeenleseesetarie (afd. Militie en tiohattarij.
tamer No. 9) alhier behoort te vervoegen, tot het
mtvangen van een vervoerbewijs, alsmede, desver-
tangd, van het hem toekomend daggeld; en dat
t'y, bijaldien ziekte hem mocht verhinderen aan
eze oproeping le voldoen, verplicht is daarvan
tijdig ter Secretarie voormeld kennio te geven,
inder overlegging van een schriltelijke verklaring
fan een geneeskundige, zullende hij zich echter
ia zijn herstel onverwijld naar do plaats vaa
e8temming behooren te begeven en zich alsdan
'ooeten vervoegen bij den Commandant van het
Wachtschip aldaar.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
«2 Maart 1902. H. C. JOTA, Weth.,loco-Burg.
De af deeling Leiden van den Nat. Bond
Van Handel»- en Kantoorbedienden in Ne
derland hield Zaterdagavond hare jaarver
gadering in „In den Vergulden Turk."
Uit het jaarverslag bleek o. a. dat dc af
deeling zich in gestadigen bloei mag ver
heugen, het ledental klom tot 70, terwijl ver
scheidene patroons donateurs werden. Tot
jiesbuursleden werden herkozen de hccren:
fohs. W. F. Laman en A. J. Lambregtse.
Tot administrateur van het onlangs opge
dicht plaatselijk ondersteuningsfonds werd
'enoemd de heer G. S. A. Grevenbroeck.
Verder werd besloten tot herziening van
iet Huishoudelijk reglement der Afdeeling
raar toe een commissie werd samengesteld,
'ïot afgevaardigden naar de algemeene ver
gadering van den Nationalen Bond werden
gekozen do heeren A. J. Lambregteo en J. N.
fraikin.
Door den gedelegeerde in het Comité tot
Vervroegde Winkelsluiting den heer P. van
dor Most van Spijk werd mededeeling ge^
daan dat over eenigen tijc in een algemeene
vergadering de Bondssecretaris, de heer W.
R. de Gumster uit Amsterdam ah spreker
zal optreden.
Het bestuur der afdeeling Leiden bestaat
thans uit de heeren H. Haaksma, voorz.; P.
v. d. Most van Spijk, vice-voorz,; A. J. Lam-
bregtse, lsten secr.G. S. A. Grevenbroeck,
2dcn secretaris; Jolis. W. F. Lamen, pen
ningmeester; F. P. Hakkaart en W. C.
Hemcrik, commissarissen.
Blijkens het jaarverslag vaD den secre
taris telde de afdeeling Leiden van den
Bond van Nederlandsche onderwijzers 1
Januari jl. 62 leden. Later kwamen er n">g
4 bij en na de aanneming der nieuwe sala
risregeling door den gemeenteraad hebben
zich 19 nieuwe leden aangemeld. De afdee
ling is dus op het oogenblik 85 leden sterk,
waaronder 20 onderwijzeressen.
Voor liet tfjdvak van 1 April tot on met
31 December 1902 is door den minister van
binnenlandsche zaken benoemd tot assistent
voor de physiologie aan de Rijks-universiteit
te Utrecht, dr. W. Huiskamp; tot assistent
in het ziekenhuis aan de Rijks-universiteit te
Leiden de heer C. Goedhart.
Met ingang van 1 April, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend aan den heer A. Ryp-
perda Wierdsma als assistent in hetzelfde
ziekenhuis.
De heer C. van Dongen, werkman
bestuurslid der Kamer van Arbeid voor de
bouwbedrijven alhier, heeft wegens vertrek
naar Amsterdam, als lid dezer Kamer ontslag
genomen.
Door de vergadering is thans in zijn plaats
tot bestuurslid benoemd de heer C. J. Dirkse.
De Franeche mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
Vanwege de Leideche Vereeniging tot
bescherming van dieren ie bij de firma C.
Kooyker uitgegeven een verweerschrift tegen
de onlangs door den heer E. van Gendt,
generaal-majocr hoofdintendant in buitengewo
nen dienst, in zijn geschrift over het verduur
zamen van levensmiddelen, geuite beweringen
omtrent de voordeelen van de Joodsche slacht
methode. Het nieuwe boekje getiteld „De
Halssnede en het Schietmasker, door D. van
Gruting, Plaatsvervangend Districts-veearts te
Leiden", is met groote zaakkennis geschreven
en voor ieder die belang stelt in de quaestie
zeer de lezing waard.
Als de halssnede steeds wordt toegepast
zooals de Israëlieten ze uitvoereD, kan men
er vrede mee hebben, vooral als er, voor het
neerleggen der dieren, nog betere maatregelen
getroffen worden. Maar voor Christen slagers
schijnt het schietmasker beter. Het gevaar
kan, als alleen een opzichter het hanteeren
mag, zoo groot niet zijn en, ten opzichte van
het uitbloeden, is nauwelijks verschil te con-
stateereD.
Omdat hij dus in vele beschouwingen en
conclusies met den heer Van Gendt ver
schilt, heeft de heer an Gruting gretig
het aanbod van het bestuur van genoemde
Leidsehe Vereeniging aanvaard, om het
voornaamste over het schietmasker en de ri-
tueele methode, die hij vroeger op een ver
gadering had besproken, en waaraan nog
bet een en ander is toegevoegd, het licht te
doen zien.
Alvorens de ritueele methode en die met
het schietmasker te beschrijven en onderling
te vergelijken, geeft hij. ook eenigc Oschou-
wingen over de cischen waaraan een goede
slachtmethode moU voldoen.
Dio eischcn zijn tweeërlei n.l. die der hu
maniteit cn die der economie.
De eischen der humaniteit vorderen:
lo. dat het dier zoo min mogelijk lijdt, d.i.
dat het zoo spoedig mogelijk bewusteloos is,
niets meer voelt, niets meer waarneemt;
2o. dat het dier niet tijdens het bloeden
weer bijkomt, dus niet opnieuw gevoel en
bewustzijn krijgt;
3o. dat de preparatieven tot bedwelming
de dieren op geenerlei wijze beangstigen of
verontrusten
4o. dat dc personen met het slachten be
last, voldoende beschermd zijn;
Wat de economische eischen betreffen, zoo
moet gezorgd:
lo. dat het vleesch zich zoo gosd mogelijk
conserveert en
2o. dat het de grootste voedingswaarde
heeft.
Deze twee laatste eischen zijn met elkaar
in strijd, want zooals de schrijver aantoont,
conserveert goed uitgebloed vleesch zich het
best, terwijl het vleesch, dat het meeste bloed
bevat, de hoogste voedigswaarde bezit.
Met dc economische eischen heeft schrij
ver dus alleen op het oog ,,zich goed consei-
veeren".
De heer Van Gendt geeft echter geel
kamp. Hij wendt zich nu met een open
brief (eveneens verschenen bij de fir na
Kooyker) tot de Nederlandsche Regeering
in zake het toepassen van slachtmethodes bij
huisdieren.
Na o.a. uiteengezet -i hebben waarom,
naar zijne meening geen krachtig ingrij
pen van vereenigingen tot bescherming van
dieren meer te wachten is, eindigt de schrij
ver als volgt:
Het vorenstaande doet zien dat niet al
leen het beschermen van dieren
voor noodelooze pijnen, maar ook
de volksgezondheid, het gelde-
lijk belang van ieder vleesch-
etend mensch en de veiligheid
van slagersenhelpersbij de onder-
wcrpelijke zaak op het spel staan.
Hot is daarom dat ik mij, met gepast©
vrijheid, veroorloof aan d© Nederlandsche
Regeering te verzoeken daarnaar een ernstig
onderzoek te doen instellen en eventueel eene
wettelijke regeling in het loven te roepen.
Mocht onverhoopt tot dit laatste geen aan
leiding gevonden worden, dan nog zou de
aan het onderzoek bestede moeite loonend
kunnen worden gemaakt, door het resultaat
daarvan openbaar te maken.
Aan veroordeclingen en veikeorde opvat
tingen zou in het belang van mensch en
dier een einde worden gemaakt, terwijl zij
die ter zake op een dwaalspoor zijn geraakt,
daaruit do noodige kracht zouden kunnen
putten om hunne dwalingen te erkennen en
te herroepen."
Het wil ons voorkomen, dat het voorstel
van den heer Van Gendt van de zijde der Re
geering ernstige overwegiDg verdient, nu de
verschillende opinies genoegzaam zijn ken
baar gemaakt.
De lste luit. H. G. Winkelman, van
het 2de bat. 4de reg. inf. te Leiden, wordt
1 Mei overgeplaatst naar het vest. bat. van
dat korps te Gouda.
Te 's-Gravenhage is opgericht do Ne
derlandsche Vereeniging tot wering van Val
lende Ziekte. De statuten zijn goedgekeurd.
Tot leden van den raad van bestuur werden
gekozen: dr. W. P. Ruysch, te 's-Gravenhage;
dr. J. Coert, te 's-Gravenhage; dr. J. van
Deventer, te Bloemendaal; F. L. de Graaff,
te 's-Gravenhage; dr. L. J. Muskens, te
's-Gravenhage; mr. Th. L. M. H. Borret,
te 's-Gravenhage; prof. P. J. Muller, te
Haarlem; H. J. L. Zegers, te Heemstede;
kolonel Giesbers, te Amsterdam; jhr. O. Re-
pelaer van Driel, te 's-Gravenhage; mr. G.
M. W. Jellinghaus, te 's-Gravenhage, en dr.
Van Andel, te Leiden.
De raad van bestuur zal zich volgens be
sluit der vergadering nog drie leden toe
voegen. De heer Zegers hield zijn benoeming
nog in beraad. Dc raad van bestuur zal een
circulaire rondzenden, om instemming te
verkrijgen. Nadat de voorzitter had mede
gedeeld dat een statistiek zal samengesteld
worden van epileptie, werd de bijeenkomst
Door af deelingen van het reg. gren. en
jagers, het 4de en 7de reg. inf. zullen in
Augustus en September oefeningen in het
polderterrein worden gehouden.
Naar aanleiding van het bericht van
,,De Tijd", dat de Staten van Zuid-Holland
op 1 April tot lid van de Eerste Kamer
zullen kiezen den heer Bevers, zegt de anti
revolutionaire .Hollander":
„Erg kiesch en verstandig schijnt het ons
niet om zulke berichten op te nemen. De
leden der Staten hebben toch naar eigen in
zicht te stemmen; en daarbij kan nog mede
gedeeld worden, dat, naar we vernemen, de
politieke groepen nog niet eens zijn saam-
gekomen."
De gisteren openbaar gemaakte uit
spraak der jury voor den tooneelwedstrijd
der rederijkerskamer ,,Jan van Beers" te
Utrecht, ter gelegenheid van haar veertig
jarig bestaan gehouden en waaraan een zes
tal vereenigingen op even zooveel avonden
deelnamen, luidt als volgt:
Voor drama- of tooneelspel eerste
prijs: Koninklijke eerepenning uitgeloofd
door H. M. Koningin Wilhelmina f 300, de
Vereeniging: „A. D. O."te 's-Gravcnhage.
Twee 2de prijzen, gróote zilveren medaille
(uitgeloofd door den commissaris der Ko
ningin te Utrecht) en J50. De vereeni
ging: Kunst cn Vermaak" to Maastricht
en Kunst en Genoegen" te Amsterdam zil
veren medaille (uitgeloofd door de afd.
Utrecht van Het Ned. T.ooneelverbond) en
f 150. De 3de prijs is vervallen.
B 1 ij sp o 1. lste prijs: Koninklijke eere
penning (uitgeloofd door H. M. de Konin
gin-Moeder) on 150. D vereeniging
„A. D. O." te 's-Gravenhage. 2de prijs, zil
veren medaille (uitgeloofd door het gemeen
tebestuur van Utrecht) en f 75, de vereeni
ging „Jacob Oats" te Leiden; 3de prijs, zilv.
med. (uitgeloofd door den heer Von Stock-
hausen, (donateur der kamer), de vereeni
ging „Kunst en Genoegen" te Amsterdam.
Beste uitspraak: 1st© prijs gouden medail
le (uitgeloofd door do gemeente Utrecht) de
vereeniging „A. D. O." te 's-Gravenhage,
2de prijs kunstvoorwerp (uitgeloofd door
den eere-voorzitter dr. B. Reiger, burge
meester van Utrecht) na loting tusschen
„Zwolle" cn „Kunst en Genoegen" te Am
sterdam toegewezen aan laatstgenoemde.
Bijzondere prijzen voor d" beste dilettante
in het voorstuk (drama of tooneelspel) eeu
zilveren eerepenning, uitgeloofd door de
Vereeniging tot bevordering van het vreem
delingenverkeer: mevrouw Haus Tetenburg
te 's-Gravenhage („A. D. O.")
Voor den besten dilettant in het voorstuk
een zilveren cerepenning, uitgeloofd dojr
het Utrechtsche schouwburgbestuur: de hee
ren H. J. Jansen te Zwolle en L Govaart
te Maastricht (juryprijs). Voor de beste
dilettante en den besten dilettant in het
blijspel een zilveren cerepcnning uitgeloofd
door de Vereeniging tot bevordering van het
vreemdelingenverkeer: mej. Dc Klcyn Ja
cob Cats") en de heer J. Hous van „A.D.O
Eervolle vermelding mej. Beets te Pur -
rend en mej. H. Coster te Amsterdam.
De jury bestond uit de heeren: prof. dr.
J. H. Gallee te Utrecht, voorzitter; S. J.
Bouberg Wilson, secretaris, en J. H. Rós
sing te Amsterdam; G. R. Deelman, E. v. d.
Ven en J. H. Mignon to Utrecht
De officieele uitdeeling der prijzen heeft
plaats op 20 April a. s., alsdan zal de uit
schrijvende Kamer opvoeren „Kleinsteeds"-
van Blumenthal cn Kadelburg, en de eere
voorzitter dr. B. Reiger do prijzen uitrei
ken.
De Coöp. Vleeschhouwery van „Eigen
Hulp" te 's-Gravenhage maakte het afgeloo-
pen jaar een bruto-winst van ƒ38,621.885;
er blijft een netto-winst over van ƒ24,510.855
tegen ƒ23,718.86 het vorig jaar. Voorgesteld
wordt 9 percent van het verbruik als dividend
uit te keeren.
De vensterluiken in het Paleis van H. M.
de Koningin-Moeder te 's-Gravenhage zjjn half
gesloten, wegens het overladen van de Prinses-
Moeder von Wied.
Het Koninklijk Echtpaar nam gisteroch
tend deel aan de godsdienstoefening in de
Willemskerk te '8 Gravenhage, waar ds. Van
Nes voorganger was.
H. M. de Koningin-Moeder was ter kerke
in de Nieuwe Kerk, onder gehoor van den
hofprediker ds. Van der Flief.
H. M. de Koningin en de Prins hebben
gisteren by H. M. de Koningin-Moeder gedi-
neerd.
H. M. de Koningin-Moeder was Zaterdag
avond van den aanvang af tegenwoordig bij
de voordrachten van Royaards. in de zaal
„Dlligentia," te 's-Gravenhage.
De adspirant-administrateur bi) de zee
macht J. M. Plantfeber is met 1 April 1902,
op zyn daartoe gedaan verzoek, eervol uit den
zeedienst ontslagen.
De 2de luitenants der inf. G. J. C. Zitn-
mermann 6n H. Jespers, die voor 3 jaren
worden gedetacheerd by de landmacht in West-
Indiö, zullen na aankomst by het Koloniaal
Werfdepot, in afwachting van hun vertrek in
het genot van verlof worden gesteld.
Met het oog op de berichten omtrent
gele koorts ln Suriname zal voorlooplg geen
detachement militairen daarheen worden uit
gezonden.
President Kruger woonde gisterochtend
te Utrecht de godsdienstoefening by in de
Oosterkerk onder het gehoor van ds. K.
Fernhout.
De inspecteur van het lager onderwijs,
de heer J. C. Fabius, te Delft, is door ziekte
verhinderd zyn ambt waar te nemen. Als zyn
plaatsvervanger treedt op de schoolopziener
in het district Gouda, de heer W. Middelveld
Vierssen.
De Haarlemsohe gemeenteraad verleen
de op 6 Febr. 1901 concessie aan de heeren
Anderheggen en Neumeyer tot aanleg van
tramwegen binnen die gemeente, onder voor
waarde dat die concessie zou vervallen wan
neer zij op 31 December 11. niet zou zijn
aanvaard, terwijl ingevolge reeds vroeger ge-^
nomen Raadsbesluiten een som van /5000 was^.
17)
Het stond echter geschreven, dat de prettige
lagen niet lang zouden duren. Op een morgen,
]egen het einde van den gewonen studietyd,
werd er hard aan de bel van het hek geluid.
Markiezin Blandina lette er niet op, denkende,
'lat het een gewone boodschap was; doch twee
ninuton later kwam een knecht naar haar
toe en overhandigde een enveloppe.
„Een telegram l" zei Blandina, en haastig
inaakte zy het open.
„Van oom Alessandrol" riep ze verrast,
illereerst do onderteekening lezend.
„Wat is er voor nieuws?" vroeg Costanza.
„Lees maar zelf. Hy komt vandaag; er
uoet een rytuig naar het station."
Mevrouw di Villanova las, on een lachje
"dooide haar lippen.
De schilder had onderwyi zyn gereedschap
jy een geraapt.
„Dames," zei hy, „ik zal u nu maar rustig
tan uw toebereidselen laten."
Blandina gaf Item de hand, een dankbetui
ging mompelend. Haar gedachten dwaalden
chter in do \erte.
1 Wat had oom Alessandro bewogen, zoo
berouwvol zyn huis en haard te verlaten en
Js een onweersbui uit een heldere lucht neer
e vallen in het kasteel Carpeneto?
Daar zelfs een bliksemstraal, die uit een
pnbewolkten hemel komt vallen, zyn oorsprong
heeft, die wetenschappelyk verklaard kan
worden, willen wy doen, wat de markiezin
niet kon doen on naar Turtfn gaan om op
te sporen, hoe deze bliksemstraal in den
vorm Van een tolegram zoo plotseling te
Carpeneto was neergekomen.
Graaf Alessandro Reynori di Mombaldone
had het verschrikkelijk druk, zooals de meeste
lui, die niets te doen hebben, en door deze
drukte had hy er in het geheel niet aan
gedacht, zich te verplaatsen om ginds buiten
zyn nichtje op te zoeken.
„De volgende maand zal ik eens gaan,"
zei hy eeuige raaien tegen zichzelven. „In 't
laatst van de maand," voegde hy er dan by,
bang, dat hy zich te veel zou binden.
Intusschen kreeg by week op weok brieven,
hetzy van Blandina of van mevrouw Costanza.
't Waren de gewone complimentjes, mede-
deelingen over het weer, een relaas over haar
wandelingen en eenige byzonderheden over-
de studies naar de natuur. Doch in de laatste
brieven werd daarover minder gesproken,
daarentegen meer uitgeweid over de wande
lingen en rytoertje8.
„Heel goedheel goed!" zei graaf Alessandro.
„Die dageiyksche wandelingen zullen haar
opknappen en gezond maken. En als het haar
daar in de eenzaamheid verveelt, zal ze
besluiten, te gaan trouwen. Evasio zal door
zyn afwezigheid tweemaal zooveel winnen als
hy op het punt was te verliezen door zyn
aanhoudende hofraakery. 'tls toch een party,
zooals er niet gemakkeiyk een tweede te
vinden zou zyn. Jong en knap van uiteriyk
zyn er verscheidenenmaar die zyn niet ryk
genoeg om naar Blandina's hand te dingen.
En de ryken zyn in den regel dwaas of over
matig verwaand en trotsch. Evasio is niet
bepaald ryk, maar ook niet arm; hy is een
knappe jongen, draagt een mooien naam en
heeft zeer goede eigenschappenhy is geknipt
voor Blandina. Als de grilligheid van myn
lieve nicht wat is uitgevierd en ze genoeg
heeft van die schilderstudies, zullen we den
aanval beginnen."
Graaf Alessandro redeneerde niet kwaad,
uitgaande van het standpunt, dat de keuze
eener party tot hun kringen beperkt bleef.
Maar wie zei hem, dat zyn schoone nicht en
pupil, grillig als ze was naar zyn eigen
getuigenis ook niet kon uitkykon buiten
het beperkte aristocratische kringetje, waarin
by haar wilde houden?
De voogd wiegde zich in slaap met deze
zoete hoop; doch eensklaps kreeg hy een
brief van gravin di Villanova, welke een beetje
verschilde van de epistels, die hy tot dusver
placht te ontvangen.
Onze Blandina (schreef de waar
dige Costanza, na eenige opmerkingen
van ondergeschikt belang) heeft palet en
penseel weer opgenomen met een harts
tocht en yvor, waarvan ge u geen idee
kunt vormen. Ook moet ik trouwens
bekennen, dat deze landstreek wel geschikt
is, artisten te imponeeren door den ryk-
dom en de afwisseling van fraaie punten.
Dit verklaart ook den grooten toeloop
van schilders en dilettanten, waarover ik
u reeds in vroegere brieven sprak. Van
die schilders kennen wy er één, den
eersten van allen; hy heeft ons ook een
bezoek gebracht. Ik zou het niet toege
laten hebben, zoo het niet een man van
groot talent had gegoldenberoemdheden
hebben immers overal toegang I Meneer
Mario Lamberti hy is u zeker als schilder
wel bekend is niet alleen een groot artist,
maar tevens een ernstig, beschaafd jong-
menach, die alle mogeiyke achting verdient.
Hy heeft een studie van Blandina ge
zien en haar eenige wenken gegeven,
waarby hy nogal streng was; dit maakte
haar eerst afkeerig van bet schilderen;
doch diezelfde strengheid gaf te meer
waarde aan den lof, dien hy aan haar
werk meende te kunnen geven. Blandina
wilde gaarne eenige malen profiteeren
van do lessen van zulk een meester, en ik
zag er geen kwaad in. Meneer Lamberti
is dus verscheidene ochtenden achtereen
met haar komen schilderen, en Blandina's
methode is er aanmerkeiyk door verbe
terd. Ik hoop niet, dat gy een en ander
afkeurt; maar ik achtte my verplicht, u
op de hoogte te brengen"
Graaf Alessandro had eerst heel vlug en
oppervlakkig het schry ven van Costanza door-
loopen. Het uitnoodigen van den schilder
kwam hom als een natuuriyke zaak voor.
Die Lamberti zou wel een kunstenaar van
belang zyn, daar zelfs voor hem, die noch
maecenas, noch dilettant, noch kenner was,
de naam niet nieuw klonk; hy had met lof
over den schilder hooren spreken tydens de
jongste tentoonstelling te Turyn. En als
Blandina en Costanza het verzekerden, zou
het wel zoo zyn.
Dien avond ging Alessandro naar den
„Circolo artistico", en het toeval wilde, dat
hij er een jongen, reeds bekenden beeldhou
wer, Sarti' tegen het lijf liep.
„Hó, 't is goed, dat ik u ziel" riep de
graaf. „Kent u Mario Lamberti?"
„Den schilder?"
„Preciee."
„Dat is een van onze eerste landschap
schilders," verzekerde Sarti, „Ik houd hem
i©lfa voor den grooteten*"
„Gelukkig, dat ik een beeldhouwer heb
gevraagd I Als ik mij om inlichtingen had
gewend tob ee nschilder..."
„Ja", antwoordde Sarti, die op den
scherts inging, „als u aan een schilder hadb
gevraagd, zou hij u geantwoord hebben, dab
Mario Lamberti de uerde was of nog la
ger. Als u mij vroeg naar een beeldhouwer
van den eersten rang, zou ik hem ook op
nummer drie hebben gezet, mijzelf beschei
den met de tweede plaats vergenoegden en
nurnmer één etmocdig overlaten aan een
prutser, die mij geen kwaad kon doen."
„En is die maestro Mario Lamberti nog
jong?"
„Ja, en zeer sympathiek."
„Hij is buitendien zeer origineel, naar ik
hoor."
„Origineel?" herhaalde barti; „ik weet
't niet; het hangt er van af, welke beteeke-
nis men aan dat woord hecht. Mario heeft
zeker een eigen manier van denken en spre
ken; hij is zeer bescheiden cn gevoelt diep
voor zijn kunst; ook is hij goed thuis in de
letteren, doch dat is ook al niets vreemds;
in de gouden eeuw was het gewoonte, dat
kunstenaars allerlei dingen bestudeerden, j
en heden is het ook geen uitzondering; dat
enkelen onwetend bleven, zooals uw onder-^
danige dienaar, is ccueol eigen schuld."
Wordt vervolgd.)
DAGBLA