N®. 12909 fteze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van iZon- en feestdagen, uitgegeven. Officieele Kennisgeving. Leiden, 24 Maart. FEUILLETON. Het Nichtje. Maandag 24 Maart. J9Q2. IEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maandon 1.10. Buiten Loidon, per loopor en waar agenten gevestigd z\Jn 1.30 Franco per post ,1.65- PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Oproeping in activiteit van zeemilicien vcrlo: gangers der lichting van 1900. jL)e Burgemeester van Leiden, Gezien de circulaire vnu deu Commissaris der ioningin in do provincie Zuid-tlolland, dd. 29 ©nuari 11. (Provinciaal blad No. 21); Brengt ter kennis van de na te noemen, in je ze gemeente gevestigde zeemilicien-verlof- J.angers der lichting van 1900, dat zij, ingevolge {oninklrjk besluit van 4 Januari 1902, No 28, ,an de herhalingsoefeningen in dit jaar moeten deelnemen om gedurende den tijd van vijf weken ie worden geoelend, zullende ieder van hen zich jp den voor hem bepaalden, achter zyn naam te /erinelden datum van opkomst behooren te be leven naar het daarnevens met name te noemen chip, liggende te Willemsoord, t. w.: DANIEL VERPOORTE 2 April aanst. llr. Ms. „Evertsen". SIMON JOHANNES NOLLES 3 April aanst Sr. Ms. Schorpioen" WILLEM VAN DERVLIST - 3 April aanst. ïr. Ms. „Bloedhond". JAN VAN BENTEN 4 April aanst. Hr. ÏB. „Marnix". De genoemde verlofgangers worden mitsdien /pgeroepen om op den voor ieder van hen be* laaiden dag op de aangewezen plaats van bestem ming aanwezig te zijn, alwaar zij zich, gekleed in a© by hun vertrek met groot verlof medege nomen militair© kleedingstukken en voorzien van iun kooigoederen, zoomede van hun zakboekje let verlofpa©, moeten aanmelden aan boord van 'et schip, waarop zij in werkelijken dienst zullen fordea gesteld. Voorts werdt ieder der bovenbedoolde verlof- .angers verwittigd, dat hij zich op den dag voor tijn opkometr bepaald, voor zooveel dit mogelijk 4, des middags (e 12 uren aan boord van liet chip moet bevinden, en wijders, dat hij zich jen dag vóór dien van zijn vertrek naar de plaats ijner bestemming, des voormiddags tusschen 10 jn 12 uren, voorzien van zijn zakbeekje, ter Jlemeenleseesetarie (afd. Militie en tiohattarij. tamer No. 9) alhier behoort te vervoegen, tot het mtvangen van een vervoerbewijs, alsmede, desver- tangd, van het hem toekomend daggeld; en dat t'y, bijaldien ziekte hem mocht verhinderen aan eze oproeping le voldoen, verplicht is daarvan tijdig ter Secretarie voormeld kennio te geven, inder overlegging van een schriltelijke verklaring fan een geneeskundige, zullende hij zich echter ia zijn herstel onverwijld naar do plaats vaa e8temming behooren te begeven en zich alsdan 'ooeten vervoegen bij den Commandant van het Wachtschip aldaar. Leiden, De Burgemeester voornoemd, «2 Maart 1902. H. C. JOTA, Weth.,loco-Burg. De af deeling Leiden van den Nat. Bond Van Handel»- en Kantoorbedienden in Ne derland hield Zaterdagavond hare jaarver gadering in „In den Vergulden Turk." Uit het jaarverslag bleek o. a. dat dc af deeling zich in gestadigen bloei mag ver heugen, het ledental klom tot 70, terwijl ver scheidene patroons donateurs werden. Tot jiesbuursleden werden herkozen de hccren: fohs. W. F. Laman en A. J. Lambregtse. Tot administrateur van het onlangs opge dicht plaatselijk ondersteuningsfonds werd 'enoemd de heer G. S. A. Grevenbroeck. Verder werd besloten tot herziening van iet Huishoudelijk reglement der Afdeeling raar toe een commissie werd samengesteld, 'ïot afgevaardigden naar de algemeene ver gadering van den Nationalen Bond werden gekozen do heeren A. J. Lambregteo en J. N. fraikin. Door den gedelegeerde in het Comité tot Vervroegde Winkelsluiting den heer P. van dor Most van Spijk werd mededeeling ge^ daan dat over eenigen tijc in een algemeene vergadering de Bondssecretaris, de heer W. R. de Gumster uit Amsterdam ah spreker zal optreden. Het bestuur der afdeeling Leiden bestaat thans uit de heeren H. Haaksma, voorz.; P. v. d. Most van Spijk, vice-voorz,; A. J. Lam- bregtse, lsten secr.G. S. A. Grevenbroeck, 2dcn secretaris; Jolis. W. F. Lamen, pen ningmeester; F. P. Hakkaart en W. C. Hemcrik, commissarissen. Blijkens het jaarverslag vaD den secre taris telde de afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche onderwijzers 1 Januari jl. 62 leden. Later kwamen er n">g 4 bij en na de aanneming der nieuwe sala risregeling door den gemeenteraad hebben zich 19 nieuwe leden aangemeld. De afdee ling is dus op het oogenblik 85 leden sterk, waaronder 20 onderwijzeressen. Voor liet tfjdvak van 1 April tot on met 31 December 1902 is door den minister van binnenlandsche zaken benoemd tot assistent voor de physiologie aan de Rijks-universiteit te Utrecht, dr. W. Huiskamp; tot assistent in het ziekenhuis aan de Rijks-universiteit te Leiden de heer C. Goedhart. Met ingang van 1 April, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend aan den heer A. Ryp- perda Wierdsma als assistent in hetzelfde ziekenhuis. De heer C. van Dongen, werkman bestuurslid der Kamer van Arbeid voor de bouwbedrijven alhier, heeft wegens vertrek naar Amsterdam, als lid dezer Kamer ontslag genomen. Door de vergadering is thans in zijn plaats tot bestuurslid benoemd de heer C. J. Dirkse. De Franeche mail wordt hedenavond alhier verwacht. Vanwege de Leideche Vereeniging tot bescherming van dieren ie bij de firma C. Kooyker uitgegeven een verweerschrift tegen de onlangs door den heer E. van Gendt, generaal-majocr hoofdintendant in buitengewo nen dienst, in zijn geschrift over het verduur zamen van levensmiddelen, geuite beweringen omtrent de voordeelen van de Joodsche slacht methode. Het nieuwe boekje getiteld „De Halssnede en het Schietmasker, door D. van Gruting, Plaatsvervangend Districts-veearts te Leiden", is met groote zaakkennis geschreven en voor ieder die belang stelt in de quaestie zeer de lezing waard. Als de halssnede steeds wordt toegepast zooals de Israëlieten ze uitvoereD, kan men er vrede mee hebben, vooral als er, voor het neerleggen der dieren, nog betere maatregelen getroffen worden. Maar voor Christen slagers schijnt het schietmasker beter. Het gevaar kan, als alleen een opzichter het hanteeren mag, zoo groot niet zijn en, ten opzichte van het uitbloeden, is nauwelijks verschil te con- stateereD. Omdat hij dus in vele beschouwingen en conclusies met den heer Van Gendt ver schilt, heeft de heer an Gruting gretig het aanbod van het bestuur van genoemde Leidsehe Vereeniging aanvaard, om het voornaamste over het schietmasker en de ri- tueele methode, die hij vroeger op een ver gadering had besproken, en waaraan nog bet een en ander is toegevoegd, het licht te doen zien. Alvorens de ritueele methode en die met het schietmasker te beschrijven en onderling te vergelijken, geeft hij. ook eenigc Oschou- wingen over de cischen waaraan een goede slachtmethode moU voldoen. Dio eischcn zijn tweeërlei n.l. die der hu maniteit cn die der economie. De eischen der humaniteit vorderen: lo. dat het dier zoo min mogelijk lijdt, d.i. dat het zoo spoedig mogelijk bewusteloos is, niets meer voelt, niets meer waarneemt; 2o. dat het dier niet tijdens het bloeden weer bijkomt, dus niet opnieuw gevoel en bewustzijn krijgt; 3o. dat de preparatieven tot bedwelming de dieren op geenerlei wijze beangstigen of verontrusten 4o. dat dc personen met het slachten be last, voldoende beschermd zijn; Wat de economische eischen betreffen, zoo moet gezorgd: lo. dat het vleesch zich zoo gosd mogelijk conserveert en 2o. dat het de grootste voedingswaarde heeft. Deze twee laatste eischen zijn met elkaar in strijd, want zooals de schrijver aantoont, conserveert goed uitgebloed vleesch zich het best, terwijl het vleesch, dat het meeste bloed bevat, de hoogste voedigswaarde bezit. Met dc economische eischen heeft schrij ver dus alleen op het oog ,,zich goed consei- veeren". De heer Van Gendt geeft echter geel kamp. Hij wendt zich nu met een open brief (eveneens verschenen bij de fir na Kooyker) tot de Nederlandsche Regeering in zake het toepassen van slachtmethodes bij huisdieren. Na o.a. uiteengezet -i hebben waarom, naar zijne meening geen krachtig ingrij pen van vereenigingen tot bescherming van dieren meer te wachten is, eindigt de schrij ver als volgt: Het vorenstaande doet zien dat niet al leen het beschermen van dieren voor noodelooze pijnen, maar ook de volksgezondheid, het gelde- lijk belang van ieder vleesch- etend mensch en de veiligheid van slagersenhelpersbij de onder- wcrpelijke zaak op het spel staan. Hot is daarom dat ik mij, met gepast© vrijheid, veroorloof aan d© Nederlandsche Regeering te verzoeken daarnaar een ernstig onderzoek te doen instellen en eventueel eene wettelijke regeling in het loven te roepen. Mocht onverhoopt tot dit laatste geen aan leiding gevonden worden, dan nog zou de aan het onderzoek bestede moeite loonend kunnen worden gemaakt, door het resultaat daarvan openbaar te maken. Aan veroordeclingen en veikeorde opvat tingen zou in het belang van mensch en dier een einde worden gemaakt, terwijl zij die ter zake op een dwaalspoor zijn geraakt, daaruit do noodige kracht zouden kunnen putten om hunne dwalingen te erkennen en te herroepen." Het wil ons voorkomen, dat het voorstel van den heer Van Gendt van de zijde der Re geering ernstige overwegiDg verdient, nu de verschillende opinies genoegzaam zijn ken baar gemaakt. De lste luit. H. G. Winkelman, van het 2de bat. 4de reg. inf. te Leiden, wordt 1 Mei overgeplaatst naar het vest. bat. van dat korps te Gouda. Te 's-Gravenhage is opgericht do Ne derlandsche Vereeniging tot wering van Val lende Ziekte. De statuten zijn goedgekeurd. Tot leden van den raad van bestuur werden gekozen: dr. W. P. Ruysch, te 's-Gravenhage; dr. J. Coert, te 's-Gravenhage; dr. J. van Deventer, te Bloemendaal; F. L. de Graaff, te 's-Gravenhage; dr. L. J. Muskens, te 's-Gravenhage; mr. Th. L. M. H. Borret, te 's-Gravenhage; prof. P. J. Muller, te Haarlem; H. J. L. Zegers, te Heemstede; kolonel Giesbers, te Amsterdam; jhr. O. Re- pelaer van Driel, te 's-Gravenhage; mr. G. M. W. Jellinghaus, te 's-Gravenhage, en dr. Van Andel, te Leiden. De raad van bestuur zal zich volgens be sluit der vergadering nog drie leden toe voegen. De heer Zegers hield zijn benoeming nog in beraad. Dc raad van bestuur zal een circulaire rondzenden, om instemming te verkrijgen. Nadat de voorzitter had mede gedeeld dat een statistiek zal samengesteld worden van epileptie, werd de bijeenkomst Door af deelingen van het reg. gren. en jagers, het 4de en 7de reg. inf. zullen in Augustus en September oefeningen in het polderterrein worden gehouden. Naar aanleiding van het bericht van ,,De Tijd", dat de Staten van Zuid-Holland op 1 April tot lid van de Eerste Kamer zullen kiezen den heer Bevers, zegt de anti revolutionaire .Hollander": „Erg kiesch en verstandig schijnt het ons niet om zulke berichten op te nemen. De leden der Staten hebben toch naar eigen in zicht te stemmen; en daarbij kan nog mede gedeeld worden, dat, naar we vernemen, de politieke groepen nog niet eens zijn saam- gekomen." De gisteren openbaar gemaakte uit spraak der jury voor den tooneelwedstrijd der rederijkerskamer ,,Jan van Beers" te Utrecht, ter gelegenheid van haar veertig jarig bestaan gehouden en waaraan een zes tal vereenigingen op even zooveel avonden deelnamen, luidt als volgt: Voor drama- of tooneelspel eerste prijs: Koninklijke eerepenning uitgeloofd door H. M. Koningin Wilhelmina f 300, de Vereeniging: „A. D. O."te 's-Gravcnhage. Twee 2de prijzen, gróote zilveren medaille (uitgeloofd door den commissaris der Ko ningin te Utrecht) en J50. De vereeni ging: Kunst cn Vermaak" to Maastricht en Kunst en Genoegen" te Amsterdam zil veren medaille (uitgeloofd door de afd. Utrecht van Het Ned. T.ooneelverbond) en f 150. De 3de prijs is vervallen. B 1 ij sp o 1. lste prijs: Koninklijke eere penning (uitgeloofd door H. M. de Konin gin-Moeder) on 150. D vereeniging „A. D. O." te 's-Gravenhage. 2de prijs, zil veren medaille (uitgeloofd door het gemeen tebestuur van Utrecht) en f 75, de vereeni ging „Jacob Oats" te Leiden; 3de prijs, zilv. med. (uitgeloofd door den heer Von Stock- hausen, (donateur der kamer), de vereeni ging „Kunst en Genoegen" te Amsterdam. Beste uitspraak: 1st© prijs gouden medail le (uitgeloofd door do gemeente Utrecht) de vereeniging „A. D. O." te 's-Gravenhage, 2de prijs kunstvoorwerp (uitgeloofd door den eere-voorzitter dr. B. Reiger, burge meester van Utrecht) na loting tusschen „Zwolle" cn „Kunst en Genoegen" te Am sterdam toegewezen aan laatstgenoemde. Bijzondere prijzen voor d" beste dilettante in het voorstuk (drama of tooneelspel) eeu zilveren eerepenning, uitgeloofd door de Vereeniging tot bevordering van het vreem delingenverkeer: mevrouw Haus Tetenburg te 's-Gravenhage („A. D. O.") Voor den besten dilettant in het voorstuk een zilveren cerepenning, uitgeloofd dojr het Utrechtsche schouwburgbestuur: de hee ren H. J. Jansen te Zwolle en L Govaart te Maastricht (juryprijs). Voor de beste dilettante en den besten dilettant in het blijspel een zilveren cerepcnning uitgeloofd door de Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer: mej. Dc Klcyn Ja cob Cats") en de heer J. Hous van „A.D.O Eervolle vermelding mej. Beets te Pur - rend en mej. H. Coster te Amsterdam. De jury bestond uit de heeren: prof. dr. J. H. Gallee te Utrecht, voorzitter; S. J. Bouberg Wilson, secretaris, en J. H. Rós sing te Amsterdam; G. R. Deelman, E. v. d. Ven en J. H. Mignon to Utrecht De officieele uitdeeling der prijzen heeft plaats op 20 April a. s., alsdan zal de uit schrijvende Kamer opvoeren „Kleinsteeds"- van Blumenthal cn Kadelburg, en de eere voorzitter dr. B. Reiger do prijzen uitrei ken. De Coöp. Vleeschhouwery van „Eigen Hulp" te 's-Gravenhage maakte het afgeloo- pen jaar een bruto-winst van ƒ38,621.885; er blijft een netto-winst over van ƒ24,510.855 tegen ƒ23,718.86 het vorig jaar. Voorgesteld wordt 9 percent van het verbruik als dividend uit te keeren. De vensterluiken in het Paleis van H. M. de Koningin-Moeder te 's-Gravenhage zjjn half gesloten, wegens het overladen van de Prinses- Moeder von Wied. Het Koninklijk Echtpaar nam gisteroch tend deel aan de godsdienstoefening in de Willemskerk te '8 Gravenhage, waar ds. Van Nes voorganger was. H. M. de Koningin-Moeder was ter kerke in de Nieuwe Kerk, onder gehoor van den hofprediker ds. Van der Flief. H. M. de Koningin en de Prins hebben gisteren by H. M. de Koningin-Moeder gedi- neerd. H. M. de Koningin-Moeder was Zaterdag avond van den aanvang af tegenwoordig bij de voordrachten van Royaards. in de zaal „Dlligentia," te 's-Gravenhage. De adspirant-administrateur bi) de zee macht J. M. Plantfeber is met 1 April 1902, op zyn daartoe gedaan verzoek, eervol uit den zeedienst ontslagen. De 2de luitenants der inf. G. J. C. Zitn- mermann 6n H. Jespers, die voor 3 jaren worden gedetacheerd by de landmacht in West- Indiö, zullen na aankomst by het Koloniaal Werfdepot, in afwachting van hun vertrek in het genot van verlof worden gesteld. Met het oog op de berichten omtrent gele koorts ln Suriname zal voorlooplg geen detachement militairen daarheen worden uit gezonden. President Kruger woonde gisterochtend te Utrecht de godsdienstoefening by in de Oosterkerk onder het gehoor van ds. K. Fernhout. De inspecteur van het lager onderwijs, de heer J. C. Fabius, te Delft, is door ziekte verhinderd zyn ambt waar te nemen. Als zyn plaatsvervanger treedt op de schoolopziener in het district Gouda, de heer W. Middelveld Vierssen. De Haarlemsohe gemeenteraad verleen de op 6 Febr. 1901 concessie aan de heeren Anderheggen en Neumeyer tot aanleg van tramwegen binnen die gemeente, onder voor waarde dat die concessie zou vervallen wan neer zij op 31 December 11. niet zou zijn aanvaard, terwijl ingevolge reeds vroeger ge-^ nomen Raadsbesluiten een som van /5000 was^. 17) Het stond echter geschreven, dat de prettige lagen niet lang zouden duren. Op een morgen, ]egen het einde van den gewonen studietyd, werd er hard aan de bel van het hek geluid. Markiezin Blandina lette er niet op, denkende, 'lat het een gewone boodschap was; doch twee ninuton later kwam een knecht naar haar toe en overhandigde een enveloppe. „Een telegram l" zei Blandina, en haastig inaakte zy het open. „Van oom Alessandrol" riep ze verrast, illereerst do onderteekening lezend. „Wat is er voor nieuws?" vroeg Costanza. „Lees maar zelf. Hy komt vandaag; er uoet een rytuig naar het station." Mevrouw di Villanova las, on een lachje "dooide haar lippen. De schilder had onderwyi zyn gereedschap jy een geraapt. „Dames," zei hy, „ik zal u nu maar rustig tan uw toebereidselen laten." Blandina gaf Item de hand, een dankbetui ging mompelend. Haar gedachten dwaalden chter in do \erte. 1 Wat had oom Alessandro bewogen, zoo berouwvol zyn huis en haard te verlaten en Js een onweersbui uit een heldere lucht neer e vallen in het kasteel Carpeneto? Daar zelfs een bliksemstraal, die uit een pnbewolkten hemel komt vallen, zyn oorsprong heeft, die wetenschappelyk verklaard kan worden, willen wy doen, wat de markiezin niet kon doen on naar Turtfn gaan om op te sporen, hoe deze bliksemstraal in den vorm Van een tolegram zoo plotseling te Carpeneto was neergekomen. Graaf Alessandro Reynori di Mombaldone had het verschrikkelijk druk, zooals de meeste lui, die niets te doen hebben, en door deze drukte had hy er in het geheel niet aan gedacht, zich te verplaatsen om ginds buiten zyn nichtje op te zoeken. „De volgende maand zal ik eens gaan," zei hy eeuige raaien tegen zichzelven. „In 't laatst van de maand," voegde hy er dan by, bang, dat hy zich te veel zou binden. Intusschen kreeg by week op weok brieven, hetzy van Blandina of van mevrouw Costanza. 't Waren de gewone complimentjes, mede- deelingen over het weer, een relaas over haar wandelingen en eenige byzonderheden over- de studies naar de natuur. Doch in de laatste brieven werd daarover minder gesproken, daarentegen meer uitgeweid over de wande lingen en rytoertje8. „Heel goedheel goed!" zei graaf Alessandro. „Die dageiyksche wandelingen zullen haar opknappen en gezond maken. En als het haar daar in de eenzaamheid verveelt, zal ze besluiten, te gaan trouwen. Evasio zal door zyn afwezigheid tweemaal zooveel winnen als hy op het punt was te verliezen door zyn aanhoudende hofraakery. 'tls toch een party, zooals er niet gemakkeiyk een tweede te vinden zou zyn. Jong en knap van uiteriyk zyn er verscheidenenmaar die zyn niet ryk genoeg om naar Blandina's hand te dingen. En de ryken zyn in den regel dwaas of over matig verwaand en trotsch. Evasio is niet bepaald ryk, maar ook niet arm; hy is een knappe jongen, draagt een mooien naam en heeft zeer goede eigenschappenhy is geknipt voor Blandina. Als de grilligheid van myn lieve nicht wat is uitgevierd en ze genoeg heeft van die schilderstudies, zullen we den aanval beginnen." Graaf Alessandro redeneerde niet kwaad, uitgaande van het standpunt, dat de keuze eener party tot hun kringen beperkt bleef. Maar wie zei hem, dat zyn schoone nicht en pupil, grillig als ze was naar zyn eigen getuigenis ook niet kon uitkykon buiten het beperkte aristocratische kringetje, waarin by haar wilde houden? De voogd wiegde zich in slaap met deze zoete hoop; doch eensklaps kreeg hy een brief van gravin di Villanova, welke een beetje verschilde van de epistels, die hy tot dusver placht te ontvangen. Onze Blandina (schreef de waar dige Costanza, na eenige opmerkingen van ondergeschikt belang) heeft palet en penseel weer opgenomen met een harts tocht en yvor, waarvan ge u geen idee kunt vormen. Ook moet ik trouwens bekennen, dat deze landstreek wel geschikt is, artisten te imponeeren door den ryk- dom en de afwisseling van fraaie punten. Dit verklaart ook den grooten toeloop van schilders en dilettanten, waarover ik u reeds in vroegere brieven sprak. Van die schilders kennen wy er één, den eersten van allen; hy heeft ons ook een bezoek gebracht. Ik zou het niet toege laten hebben, zoo het niet een man van groot talent had gegoldenberoemdheden hebben immers overal toegang I Meneer Mario Lamberti hy is u zeker als schilder wel bekend is niet alleen een groot artist, maar tevens een ernstig, beschaafd jong- menach, die alle mogeiyke achting verdient. Hy heeft een studie van Blandina ge zien en haar eenige wenken gegeven, waarby hy nogal streng was; dit maakte haar eerst afkeerig van bet schilderen; doch diezelfde strengheid gaf te meer waarde aan den lof, dien hy aan haar werk meende te kunnen geven. Blandina wilde gaarne eenige malen profiteeren van do lessen van zulk een meester, en ik zag er geen kwaad in. Meneer Lamberti is dus verscheidene ochtenden achtereen met haar komen schilderen, en Blandina's methode is er aanmerkeiyk door verbe terd. Ik hoop niet, dat gy een en ander afkeurt; maar ik achtte my verplicht, u op de hoogte te brengen" Graaf Alessandro had eerst heel vlug en oppervlakkig het schry ven van Costanza door- loopen. Het uitnoodigen van den schilder kwam hom als een natuuriyke zaak voor. Die Lamberti zou wel een kunstenaar van belang zyn, daar zelfs voor hem, die noch maecenas, noch dilettant, noch kenner was, de naam niet nieuw klonk; hy had met lof over den schilder hooren spreken tydens de jongste tentoonstelling te Turyn. En als Blandina en Costanza het verzekerden, zou het wel zoo zyn. Dien avond ging Alessandro naar den „Circolo artistico", en het toeval wilde, dat hij er een jongen, reeds bekenden beeldhou wer, Sarti' tegen het lijf liep. „Hó, 't is goed, dat ik u ziel" riep de graaf. „Kent u Mario Lamberti?" „Den schilder?" „Preciee." „Dat is een van onze eerste landschap schilders," verzekerde Sarti, „Ik houd hem i©lfa voor den grooteten*" „Gelukkig, dat ik een beeldhouwer heb gevraagd I Als ik mij om inlichtingen had gewend tob ee nschilder..." „Ja", antwoordde Sarti, die op den scherts inging, „als u aan een schilder hadb gevraagd, zou hij u geantwoord hebben, dab Mario Lamberti de uerde was of nog la ger. Als u mij vroeg naar een beeldhouwer van den eersten rang, zou ik hem ook op nummer drie hebben gezet, mijzelf beschei den met de tweede plaats vergenoegden en nurnmer één etmocdig overlaten aan een prutser, die mij geen kwaad kon doen." „En is die maestro Mario Lamberti nog jong?" „Ja, en zeer sympathiek." „Hij is buitendien zeer origineel, naar ik hoor." „Origineel?" herhaalde barti; „ik weet 't niet; het hangt er van af, welke beteeke- nis men aan dat woord hecht. Mario heeft zeker een eigen manier van denken en spre ken; hij is zeer bescheiden cn gevoelt diep voor zijn kunst; ook is hij goed thuis in de letteren, doch dat is ook al niets vreemds; in de gouden eeuw was het gewoonte, dat kunstenaars allerlei dingen bestudeerden, j en heden is het ook geen uitzondering; dat enkelen onwetend bleven, zooals uw onder-^ danige dienaar, is ccueol eigen schuld." Wordt vervolgd.) DAGBLA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1