H°. 12860
Zaterdag 345 Januari.
A°. 1802.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VfER Bladen.
Eerste Blad.
ft ed.-Zuidalrikaanselio V erceniging.
Offieieele Kennisgeving.
EENZAAMHEID.
FEUILLETON.
De Tweelingbroeders.
DA&BL
PRIJS DEZER COURANT:
X tf I f 1 10.'
Yoor Leiden por 3 maanden. -i'jm
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn
Franco per post
PRIJS DER AD VERTEN TIKT!:
Van 1 6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Qrootere
letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Aid. Leiden en Omstreken.
Ontrangon bt) den Penningmeester, Zoeter-
woudsche Singel 41
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
Opgehaald in de pet van Willem, van de
Bloembollencultuur te Katwijk a/d. R(jn f 9.06'
Opgehaald op de voorbruiloft van
Hendrik an Marie3.59'
Opgehaald op de 2de uitvoering van
de Zangveieeniging O. K. K. te Koude
kerk 2-80
Opgehaald voor de Boeren op het
jaarfeest van de Christel. Zangvereenl-
ging „Exelstor" te Rijnaburg 2.75
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
dan Penningmeester ot aan het Bureel van dit
Blad
2e Suppletoir Kohier der Plaatse
lijke Directe Belasting.
BurgcuiecBver en Wutliouder» der ^voii-eute LeidoD,
brengen ter aiKomecne keuuie, dat hot 2de H n -
pioioir üohier der Plaataelgke uirecte
Bel a» ting voor 19 Ul in afaohnft gedurende
vo I maanden ter Beoretarie der gemeente voor
een ieder ter leziug >s nedet gelogd,
dat bezwaren tegen oen aanslag binnen rie
maanden na de uitreiking van bet aanolagbiljot, op
ongezegeld papier bij den Gemeenteraad kunnen
worden ingediend,
en dat tegen 'e Raade bealieeing, binnen dertig
dagen na de medtdeeling daarvau, by de Gedepu
teerde Staten der provincie Zuid-Holland iu beroep
kan wordeu gekomen, oveneeue by ongezegeld adree.
Zy herinneren er voort» de elan^üebbenden uit
drukkelijk tan. dat door net indieneu van bezwaren en
bet instellen van beroep, de verphobtiug tot betaling
Tan den aanslag niet wordt opsone hort.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
LeideD, K. WAS, Burgemeester
25 Jbd. 1902. VAN UÈYS1, öocretaris.
Een woord, dat jonge, levenslustige natu
ren, evenals kinderen, meestal afschrikt,
zeer zelden aantrekt. Ik bedoel niet de ,,een-
zaamheid" van de streng afgesloten sf-1 '«er-
kamer, noch van welke plek ook. waar de
mensch van tijd tot tijd den roes van 't we
reldleven gaarno voor een wijle ontwijkt*.
Daar is een eenzaamheid, een met-zich-
zelf zijn, dat verkwikt, troost en verVft,
een zich kal mlatcn afdrijven op den
stillen stroom van droomen cn over
peinzingen, waaraan het gevoel van ver
latenheid ten eenenmale vreemd kan
zijn. Wie vertoefde nooit een ^.aanlichten
avond of nacht aan het zeestrand! Ver van
't eentonig gegons en 't rustloos beweeg der
steden, daalt hier een donzige stilte op duin
helling in 'tvlak der zee. Met scherpe licht
lijn teekenen de groen- en bruingerugdc
zandhoogten zich tegen het wazigblauw ge
welf; onbeweeglijk spant zich de grenzen-
looze sterrenkoepel over uw gezichtsveld. Ze
zwijgt, de zee zelfs haar diope ademhaling
ie nauw verneembaar, als een schoon blank
reuzenkind, ingesluimerd, vermoeid, als na
een onrustigen dag.
Klein gevoelt ge u, bij zooveel grootsch-
heid van lijnen, tegenover zoo overweldigen
de afmetingen. Maar tegelijkertijd grijpt het
U aan een gevoel, van een niet te omschrij
ven eenzaamheid, die met stille kracht" op
uw geest, uw phantasie beslag legt en on
merkbaar de gedachte opwekt, dat in dit
oogenblik de aarde in u haar eenigen bewo
ner draagt. Die aanblik, mijmert ge, zal de
schepping gehad hebben, toen bij haar wor
ding ,,de geest Gods over do wateren zweef
de" en het leven en 's levens worden in
duizenderlei vorm schiep. Komt niet juist
deze oogenblikken in u op, dat hoog en ver
heffend besef, dat ge nog iets meer zijt, iets
anders moet zijn dan stof en proces van
stofwisseling? Verbeelding, een midder-
nachtsdroom toegegeven maar ia hij
bedrieglijker dan zoo menige droom van
werkelijkheidsmensckcn, voor wie slechts de
realiteit van rode en zinnen erkenning toe
komt?
Zeker slechts een droom bleek uw 1 e-
spiegeling daar aan do oevers eener onbe
wogen zCewaaruit de dikwijls harde wer
kelijkheid van het dagleven u haast wekken
zal. Doch, we kennen ze, we hebben van hen
gelezen, gehoord, van wie 't gevoel van een
zaam-zijn niet vermag te wijken, het niet
van zich kunnen schudden als een last, d.
den geest drukt, het leven vermoeit, zelfs
niet te midden van dat razen en gonzen^van
dat rusteloos omgedreven reuzen-raderwerk
onzer menschcnmaatschappij.
Eenzaam, te midden eencr wereld, di
eenzamen voorbijgaat, koud, spottend, schou
derophalend, als den vreemde, wiens ge
laatskleur niet de hunne, wiens taal hun
onverstaanbaar is; misschien verwaardigd
met een enkelen blik, een medelijdenden
glimlach, die dieper wondt, dan menig ge-
pijlspitst woord. Er staat ons voor den geest
een enkele dier duizenden, onder de mensch-
heid verspreid, verstrooid over de aarde:
arm, verstooten, ontweken als een verwor
pene, eenzaam.
Daar staat hij, op een der woeligste straat
hoeken der stad: prooi van 'tgebrek, schrij
nend leed in de ziel, den vroegeren glans in
het 6tarend oog gedoofd. Zóó ia men hem
voorbijgegaan weken cn maanden, hier on
daar, in de afmattende hitte der zomer
dagen, in den stormigen herfst, bleek en ver
kleumd in de vochtige sneeuwdagen van een
guren winter. Hij gaat zijn weg alleen, door
het bonte, rijke, zelfzuchtige menschenleven
waar vertoeft hij den nacht, als de slaap
zich misschien over hem ontfermt, een
droom van zonnige lang vervlogen dagen
even den stroeven mond plooit tot een kwij
nenden glimlach waarom zoo eenzaam
achtergebleven bij de graven van zijn dier
baarste illusies en horinneringenI Niemand
weet het niemand verlangt het te weten-
Arme vrouw I gerugsteund door den
harden, grauwen muur. Niet sjlborloos ver
dween het schoon eener nauwlijka doorleefde
jeugd; maar dood en ontrouw hebben haar
gemaakt tot een verlaten, een verwelkte
bloem, aan den ijzeren greep van het lijden
overgegeven, van den arme nauwlijks be
klaagd, door den rijke niet opgemerkt. Als
een van die sterren, die eenmaal tusschcn
schitterende zusters gezien en bewonderd is,
allengs haar glans verloor, om nog later
voor goed spoorloos in de geheimzinnige
wereldruimte te verdwijnen.
Maar machtig en onwankelbaar staan die
eenzamen, de geestelijk grooten, de hoogbe
gaafden van ons geslacht. De domheid en de
nijd hunner aanvallers en belagers vermogen
geen oogenblik het geloof in hun roeping
en waarde te. schokken. Door den lof der
weinigen niet misleid, door de verguizing
der menigte geen duimbreed uit hun spoor
gedrongen. Door weinigen begrepen, door
nog geringer aantal gewaardeerd, staan en,
stonden de)ie eenzamen, voor wie alleen we
tenschap en kunst haar nog nimmer ont
sloten heiligdommen openstelden. En jaren,
misschien eeuwen verloopen, er de nage
dachtenis dezer godenverschijningen wor
den geëerd en gehuldigd, in marmer en ge
schrift, als zonen en erfgenamen der eeuwig
heid, vol van het oneindige. Miskenning en
verwerping hebben hun gestalte niet kunnen
buigen, hun kracht nooit gebroken, als van
hun zwakken cn vertreden medemensch, die,
schier bezwijkend onde rden verbrijzelenden
druk der eenzaamheid, de dichterlijke klacht
van een Lamartine tot de hunne maatken:
Het loof valt rimplend af, in 't najaar uit-
[gebloeid
Maar d'avondwind steekt op en 't is van
[d'aard verdwenen,
Ook ik, ik ben een blad, verwelkt, verdord,
[verschroeid
Voer, woeste Noorderstorm, voer me in
[uw dwarliDg henen.
R. K. A. T. UNKS.
Leiden, 25 Januari.
Wy vernemen, dat circulaires zyn rond
gezonden om gelden te verzamelen voor een
gedenkteeken voor wyien dr. H. G. Hagen
en dat z\J, die geen circulaire ontvingen en
nochtans gaarne iets zouden bydragen, hun
gaven kunnen zenden aan het adres van den
heer D. Hartevelt H.Cz., Nieuwe Ryn, M. van
KleefT, Oude Singel, en mej. J. A. Simon
Thomas, Plantsoen.
- Biykens in dit nommer voorkomende
advertentie beeft er een verandering plaats
ln de stukken, welke met de voorstelling van
Mlle Moreno alhier Dinsdag a. s. zullen wor
den opgovoerd.
Met een enkel woord wenschen wij or
aan tc herinneren, dat a. s. Maandag te 4
uren in de kleine Nutzaal de ledenvergade
ring wordt gehouden van de sub-commissie
voor LeideD en Omstreken van de Vereeni-
ging tot Oprichting en Exploitatie van
Volkssanatoria voor Borstlijders in Neder
land. Daar het Sanatorium in Hellendoorn
in April geopend wordt, is de Voorzitter
Prof. dr. S. S. Rosenstcin reeds nu in staat
mededeelingen omtrent de inrichting te
doen, waarin zeker vole leden zullen belang
stellen.
Naar aanleiding van het door de Kamer
van Koophandel en Fabrieken alhier aan de
directie der Rotterdarfische Tramweg-Maat
schappij gericht verzoek, om wijziging m de
tarieven te brengen werd door de Maatschap
pij geantwoord, dat wel is waar het aantal
passagiers sinds het nieuw tarief is vermeer
derd, doch de financicele resultaten minder
gunstig waren, terwijl de slijtage bij ver
meerdering van passagiera grooter wordt.
De directio ia van oordeel, dat voor het
oogenblik de grens van tariefveriaging be
reikt is en dat een nieuwe verlaging tot 6
cents ovor de geheele bjn of welk gedeelte
ook, zeer zeker het aantal passagiers nog
zoude doen klimmen, maar nog grootsre fi-
nancieelen achteruitgang zou ten gevolge
hebben.
Van den aanleg van een nieuwe lijn langs
de Haarlemmerstraat verwacht de directie
geen resultaat en kan zij daarvoor geen kapi
taal beschikbaar stellen.
Ten gevolge van de ongesteldheid van
den directeur van het Leidsch Studentenmu
ziekgezelschap fSempre Crescendo", Gottfried
Mann, zal op zyn verzoek, met het oog op
hot concert ln Maart, het directeurschap tij
delijk door een under worden waargenomen.
Hiertoe ls aangezocht en benoemd de heer
W. Hutschenruyter.
Aan het bureel van politie alhier, zyn
in de wachtlokalen dor agenten late, 2de en
3de klasse, van w[jlen den agent van politie
G. de Vries twee portretten, crayonteekenlng,
in omitting opgehangen, als een stille hulde
aan hun afgestorven collega.
Het initiatief daartoe werd genomen door
de leden der Leidsche politievereeniging,
waarvan hy lid was.
Gelijk wü reeds mededeelden, z-ljn onlangs
de afdeelingen Leiden en Leidens Omstreken
der Diocesaan-vereeniging van R. K. bljz.
onderwijzers in 't bisdom Haarlem samen
gesmolten tot één nieuwe afdeeling Leiden en
en Omstreken. In een op „Zomerzorg" ge
houden vergadering nu werd het nieuwe
bestuur gekozen, bestaande uit de beeren:
C. H. Krebbers, van Oud-Ade, voorzitter; L.
J. van Douveren, van Oegstgeest, vice-voor-
zitterA. van der Meer, van Leiden, secre
taris, en Th. Breuring, van Leiden, penning
meester.
Door Z. D. H. den bisschop van Haarlem
ls tot geestelijk adviseur aangewezen de
zeereerwaarde heer deken N. J. Smeulders,
van Warmond, de adviseur van (voormalig)
Leidens Omstreken.
Gerunnen tijd geleden hebben B. en Ws.
aan een groot aantal ingezetenen een ra-
genlijst toegezonden, ten einde hun oordeel
te vernemen of hier ter stede al of niet vol
doende voorzien wordt iD de opleiding van
jongelieden, die na het verlaten van de school
op 1417-jarigen leeftijd een plaat* zoeken
op een kantoor, een bureau, een fabriek of
een winkel, of die later koopman of winke
lier willen worden Van de ingekomen ant
woorden zal het afhangen of van B en Ws
voorstellen tot oprichting van een nieuwe, of
reorganisatie van bestaande onderwijsinrich
tingen kunnen worden verwacht. Thans is
de termijn verstreken waarbinnen de ant
woorden moesten binnenkomen. In afwach
ting vaD het rapport, dat na een volledig
onderzoek van deze zaak wel door B. en Va.
zal worden uitgebracht, wordt er nu reeds
medegedeeld, dat velen in eeD reorgauisath
van de onderwijsinrichting Kennis i«
Macht"het eenvoudigste en doelmatigste mid
del zien om in de door B. en Ws. gevoelde
leemte te voorzien. Oorspronkelijk zooals zij
in 1876 werd opgericht een vereeniging van'
handelsbedienden, heeft „Kennis is Macht,"
getrouw aan haar naam, onderwijs als hoofd
zaak beschouwd. Als vak vereeniging betec-
kent zij niets meer, maar haar onderwijs, al
leen in de avonduren gegeven, wordt gevolgd
door ruim 150 jongelieden, die les ontvangen
in de 3 moderne talen, boekhouden, handels-
rekenen, handelsrecht, liandels-aardnjkskun-
de, Btenographie, enz. De -reomging wordt
gesubsidieerd door de gemeente meteen jaar
lij ksch bedrag van /250.
De „Sts.-Ct." van heden bevat de statuten
der vereeniging van arbeiders Ln de Bloem-
bollenkweekery, „Een zy ons doej", afdeeling
van den algemeen Nederlandschen bond van
werklieden ln de Bloembollenkweekery, te
Sa8senheim.
Het aantal patiönten in het Cbr. gesticht
„Veldwijk" te Ermeloo ln verpleging bedroeg
op 1 Januari jl. 192 manlyke en 292 vrouwlyke
of samen 484 paiiénten, waarvan 38 in gezins
verpleging waren.
Gisteren herdacht de beer C. H. Coster
te Arnhem zyn vyf-en-twintigjarig jubiió als
toonkunstenaar. Overvloedig waren de bewyzon
van belangstelling.
Naar het ,,H. Dagbl." verneemt, hebben
H. M. de Koningin en H. M de Koningiu-
Moed aanzienlijke giften geschonken aan
de Lommissie uit de algemeene armenverga-
dering, belast met het verschaffen van ar
beid aan behoeftigou (Duincommissie) in
Den Haag.
Bij de Nederlandsche Tooneelvereeui-
ging te Amsterdam is in studie genomen oen
nieuw stuk van Heiman Heijermans, geti
teld: Ora Labora", spel van het land in
drie bedrijven.
De examens ter verkrijging van akten
van bekwaamheid voor huis- en schoolonder
wijs in do nuttige en de fraaie handwerken
voor meisjes voor het jaar 1902 zullen aan
vangen op 14 Februari en de commission,
met het afnemen dezer examens belast, zul
len zitting houden: voor de nuttige hand
werken te Breda, 's-Gravenhage, Utrecht en
Groningen, voor dc fraaie handwerken to
Breda, 's-Gravenhagc eD Groningen. Be
noemd zijn te 's-Gravenhage: a. tot lid en
voorzitter der commissie voor de nuttige
handwerken, J. O. Fabiua, inspecteur van
het lager onderwijs in de tweede inspectie;
tot leden, de dames: C. J. van den Endc, to
's-Gravenhage; J. G. Graevlotte, g'horen
Pontier, te 's-Gravenhage; A. M. van dor
Velden, onderwijzeres aan de leerschool ver
bonden aan de gemeentelijke kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Amsterdam; M. C. van der Eist, geboren
Hermans, te Haarlem; A. M Nater, onder
wijzeres aan de gemeentelijke vormschool
voor onderwijzeressen te Rotterdam F. W.
G. Muus, geboren Milatz, te Rotterdamlot
plaatsvervanger van den voorzitter, jhr. L.
Wichers, schoolopziener in het district
's-Gravenhage; tot plaatsvervangende le
den, de dames: F. B. Mundhenk, onderwij
zeres in vrouwelijke handwerken te Amster
dam; T. J. E. J. de Graaff, geboren do
Graaf, te Kinderdijk, onderwijzeres aan <!c
Rijksnormaallessen te Elshout; b. tol lid en
voorzitter der commissie voor de fraaie
handwerken, J H. Blum, schoolopziener in
60i
May's onzelfzuchtige natuur deed haar eigen
leed ter zyde stollen, otn alleen te denken
aan haar moeder, die ziok was en al haar
liefde en zorg behoefde. Aan het bed der
ongelukkige vrouw gozeten, wist May zich
uitstekend te bedwingen, al haar gedachten
goiden de lydores, en mevrouw Alison vond
haar eenigen aardschen troost in de opofferende
toewijding van liaar kind.
Dennis Avory kreeg enkel den kapitein te
zien, toen hy een bezoek bracht. Hy had zoo
gaaine May ontmoet, om haar te zeggen, hoe
groot zijn deelneming was in hun leed; maar
by wist, dat deze beproeving te groot zou
zyn; dat May zelve er voor terugdeinzen zou.
Hy hoopte van ganscher harte, dat er nog
iets ontdekt zou worden, hetwelk de ge
dachtenis van haar vader kon zuiveren van
de zwaarste smet, en- in zijn gesprek met
den kapitein deed hy zyn best, goeden moed
te toonen.
Nu eerst, nu hy May niet meer kon zien
en het hopelno3 scheen, dat hy haar ooit ten
huweiyk zou kunnen vragen, gevoelde hy,
hoe diep de liefde voor het mooio en lieve
meisje in zyn hart was geworteld. Die liefde
dreef hem, den kapitein te gaan opzoeken,
zoo dikwyis hy maar een voorwendsel kon
vindeD. Zag hy May al niet, hy kon toch
naar haar vragen; hy kon haar naam noemen
en dien door anderen hooien uitspreken.
Hy was biy, dat hy gelegenheid had gehad,
Cecil Halford in aanraking te brengen «met
Clement Hansell; hy deed nu althans iets
voor de zwaarbeproefde familie.
Zoo dikwyla hy den kapitein sprak over
Hansell. was hy vol lof over zijn patroon,
die zoo geheel anders was in zyn wyze van
doen dan Dennis hltd, verwacht. Reeds van
den eersten dag af gevoelde hy zich tot hem
aangetrokken; hy gevoelde, met een man te
doen te hebben, die, eenmaal zyn vriend, altyd
zyn vriend zou biyven; een man, die zelf in
zekere periode van zyn leven geleden had en
de lessen des levens door ervaring tjad loeren
kennen,
„Gedurende den korten tyd, dien ik met
meneer Hansell heb doorgebracht", zei Dennis
tot den kapitein, „heb ik niet alleen hem
leeren respecteeren, maar ik houd ook veel
van hem. 't is een man, die terstond Iemands
sympathie wekt. Men gevoelt, dat by een
groot verdriet heeft, hetwelk hy voor het oog
der wereld verbergt, en men verlangt iets te
kunnen doen om hem gelukkig te maken.
Er is niets, wat lk met voor hem xou willen
doen, als hy myn hulp noodig had of vroeg.
Maar daarop is natuurlijk geen kans! Hy is
onmetelijk ryk; hy heeft voor zoover ik
kon nagaan geen verwanten, en zyn leed
zal wel in het verleden liggen
Dennis' mededeelingen over zyn patroon
hadden den kapitein veel belang ingeboezemd,
en toen Cecil van zyn bezoek by den
millionnair terugkwam, vond hy ook hem
vol geestdrift.
,'n Uitstekende kerel!" 'zei CeciL
o En. heeft hy een betrekking voor je?
Heeft hy je aanbevelingsbrieven gegeven of
zoo iets?" vroeg de kapitein.
„Neen.... hy raadt my, door te studeeren."
„Maar ik dacht, dat je het plan hadt
opgegven?"
„Dat had ik ook, vader. Toen ik merkte,
dat ik te groote opofferingen van u vergde,
vatte ik het plan op, zoo spoedig mogelijk
voor myzelven te zorgen
„De toestand is niet verbeterd, jongen",
zei de kapitein ernst1**; „integendeel. Ik zal
natuuriyk de toelage, die ik je eenmaal beloofd
heb, biyven geven, als jy de studie wilt voort
zetten, maar meer kan ik met geen
heid doen. Als je nog schulden hebt, wat ik
wel vrees
„Vader, ik wil u niet misleiden", zei de
jonge man. „U is al tyd goed voor my geweest,
en ik zou geen rust hebben, als ik iets voor
u verborgen hield. Ik vertelde meneer Hansell,
dat ik schulden had; hy vroeg my, hoeveel
het was, en hy gaf my deze chèque van
duizend pond
Cecil haalde het papier uit zyn zak. Doch
zyn vader keek er nauweiyks naar. De ver
baasde blauwe oogen waren gericht op Cecil,
en zyn gelaat werd plotseling nog rooder
dan anders. De verontwaardiging, dat een
vreemde geld durfde aanbieden aan een Halford,
bracht al zyn oude gevoeligheid weer ln
opstand.
„Ik wil 't niet hebbenI" riep hy, bevende
van kwaiyk bedwongen woede; „je moogt het
niet aannemen 1 De Halfords zyn geen bede
laars 1 Je hadt meer trots en gevoel van eigen
waarde moeten hebben, jongeheer 1 Binnen
kort ga je rond met een inteokenlyst, huis
aan huis. Ik denk, dat je er geen been ln
zoudt zien, op den hoek van een straat te gaan
staan bedelen: zoo met den hoed in de hand."
De jongeman werd nu ook toornig.
„Ik vroeg er met om, vader en lk ver
wachtte het ook niet 1 Toen meneer Hansell
my het geld gaf, zei hy, dat ik het moest
beschouwen als geleend. Ik zag het toen niet
zoo in als u nu en ik zal het terugzenden."
„Neen, ik ga zelf meneer Hansell opzoeken.
Hy meende het goedhy is een uitstekende
ykerel! Ik zal hem uitleggen; ik zal...."
Opeens hield hy op. Angstig vroeg hy:
„Je vertelde dien man, hoe groot het bedrag
van je schulden was, en hy gaf je deze chèque.
Cecil, ben je duizend pond schuldig?"
„Ja, vader, ten naasten by."
D* kapitein zuchtte; het klonk haast als
gekerm.
„Goed. Je schulden moeten betaald worden,
maar door my. Ik zal het geld op een of.
andere manier zien te vinden. Maar dit kan
je met aannemen, jongen I Ik zal vanmiddag
zelf deze chèque naar meneer Hansell terug
brengen en dan zal ik eens nadenken, wat
er gedaan moet worden?"
Cecil boog het hoofd.
„U heeft gelijk, papa," zei hy. „Maar het
zyn myn schulden; ze behoeven niet dadelyk
betaald te worden; ik kan uitstel krygen od
in dien tusschentyd geld \erdienen. Ik zou
de gedachte niet kunnen verdragen, dat ik
niet alleen zorg en kommer over uw hoofd
bracht, maar u ook nog zulk een laat oplegde."
De blauwe oogen van den kapitein vulden
zich met tranen, en zacht legde hy zyn hand
op den schouder van zyn zoon,
„Ik vergeef je, Cecil," zei hy. „Vandaag
breng ik deze gift terug; morgen zullen wy
samen overleggen, wat er te doen valt."
De jonge man verliet de kamer in een ge
heel andere stemming, dan hy die betreden
had. Toen de deur achter hem gesloten was,
viel kapitein Halford in een stoel en zuchtte
zwaar.
„ik zal betalen; doch hot zal een zware
inspanning kostenMaar ik mag geen
half werk doen. Misschien brengt de volgende
mail betere tyd mg uit de West, laat ik de
dingen met van de donkorsto zyde bezien,
zoo lang er nog een sprankje hoop ia 1"
Stephen Alison was in de bibliotheek, bezig
met een aantal van zyns broeders papieren,
toen men kwam zeggen, dal er een heer was
om hem to spreken
Hy had zyn kaartje vergeten en noemdo
daarom den knecht zyn naam: Halford.
Toen Stophen dezen naam hoorde, meende
hy natuuriyk, dat Cecil weer gekomen was.
„Zeg dien meneer, dat ik aan iets bezig
ban en hem vriendelijk v0r20ek, vjJJf minuien
te wachten Als ik bel, laat dan meneer
Halford binnen."
Stephen wilde evon nadenken, wat hy don
jongen man zou zeggen. Hy wilde hem graag
aan den praat brengen over sergeant Verily;
mogeiyk kon hy, door Cecils relaties met
het nichtje van den detective, eemgszms op
de hoogte komen van hetgeen de politie deed.
Hy had met groote ontsteltenis het artikel
gelezen over de brandewynfleschhoewel hot
op heel geheimzinnige wyze was ingekleed,
begreep by er toch uit, dat de politie ver
moedde, dat Stephen Alison in don nacht van
zyn dood een bezoeker had gehad, welke
bezoeker het fleschje had meegenomen, 1
Stephen herinnerde zich, dat hy, toen de
gedaanteverwisseling was voltooid, do flesch
had zien liggen naast het bod.
Werktuiglijk had by haar opgeraapt en
in den zak der overjas gestoken, waar hy
haar don volgenden morgen vond. Zorgvuldig
had hy de etiquette er afgeweekt en ver
nietigd en do flesch weggeborgen in een kast
op zyn slaapkamer, waar hy ook de doos
met papieren van zijn broeder had geborgen,
en welke kast altyd op slot bleef.
Wordt vervolgd