jfl®. 12859 rijdag 134 Januari. A°. 1902. (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Ds Tweelingbroeders. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden por 8 maanden-5 S" I f ""Buiten Leiden, per looper en waar agenten gereatigd tfl" Franco per poet PRIJS DER ADVERTENTTÉN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Hostelooze Genees- en Heelkundige „Knip" nan ouvermogenden. BurgointMt.r on Wethouders van Leideu, Gezien de artt. 1. 4 en 5 der Verordening van 20 December 1200, betreffende hst verleen» ven kostelouz,e genees- eu heelkundige hulp nan onver- mogendeu; Brengen ter kennis van hen. die op grond van onvermogen in aanmerking wonschen te komen voor het ontvangen, zoo noodig, van koatolooze genees- en heelkundige hulp, van 1 Wei 1902 tot 1 Wei 190 i, dat zy z«ch ter verkrijging van het daartoe strekkend bewijs van onvermogen zullen moeten aanmelden ten Raadhuize in het lokaal naast de binnentrap ^Trouwkamer), dat die aanmelding -ooveel mogelijk zal moeten geschieden door het hoofd des gezins of indien de belanghebbende ongehuwd is door hem ol haar persoonlijk, en dat gelegenheid daartoe zal worden gegeven gedurende de maand Februari a s. en wel op Dinsdag en Vrijdag van elke week van des voor- middaga hallelf tot des namiddags dno uren. Zy waarschu wou voorts de belanghebbenden rich op den bovenaaDgegevcn tjjd aan te melden zullende zij het by niet tijdige aanmelding, zich zeiven te wijten bobben indien zij in bot verkrijgen van genees- of heelkundige hulp vertraging onder vinden. Burgemeester en Wethouders voornoemd: Leiden, F. WAS, Burgemeester. 20 Jan. 1902. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 24 Januari. Gisteravond had in de Stadszaal de zesde bijeenkomst plaats, uitgaande van de Com missie voor de Yoiksbijeenkomsten. De groote zaal on galerij waren geheel ge vuld, terwijl velen zich zelfs met oen staan plaats moesten vergenoegen. Te acht uren verscheen op het keurig ver sier Jo podium da heer Jan G. Striening, met zijn schare jeugdige musici, leerlingen van de Elementair-orkestklasso der Muziek school van de Maatschappij voor Toon kunst te Leiden, de meisjes allen in lichte toiletjes. Onder adcmlooze stilte werd de uitvoering door het publiek gevolgd on achtereenvol gens werd ten gehoore gebracht Ouverture Anacreon" van Cherubini, de Kinder-sym- phonie" en Menuet en Finale uit de C-dur symphonie" van Haydn. Voor de Kinder- symphonio Werd het orkest nog versterkt met een 10-tal nog jongere leerlingen dor Mu ziekschool, die de blaas-instrumenten, tam boerijn, trom, enz. bespeelden. De krans namens de Commissio aan den energieken leider den heer Striening over handigd, was ten volle verdiend, als een hulde voor de groote moeite, die hij zich voor de orkcstklasse geeft, waar hij met zoo jonge krachten een waarlijk verdien stelijk geheel tot stand bracht. De muziek werd afgewisseld door voor drachten van den heer George van der Werf, die de aanwezigen amuseerde met: ,,De wedstrijd in het voordragen", ,,Een lastig liedje" cn ten slotte ,,De koopman op de markt". Dat de heer Van der Werf sis altijd veel succes had, was niet te verwo leren; hij is bij ons de populaire rnan. De uitstekende stemming van het publiek was het duidelijkste bewijs, hoe het den avond van gisteren op prijs heeft gesteld. Werd in de vorige Winterlczing door ds. Vermeer uit Den Haag behandeld „Hamlet/' van Shakespeare, in de vierde Wintcrlezing, welke gisteravond plaats had in de geheel be zette kleine zaal van het Nutsgebouw, onder wierp onzo hooggeleerde stadgenoot prof. dr. P. D. Chantepie do la Saussaye een ander treurspel van denzelfden dichter aan een be schouwing. „Macbeth", het drama der wroeging, werd door zijnhooggeleerdo in al zijn kracht en schoonheid aan het dankbaar auditorium voor oogen gesteld, na. een inleiding omtrent de resultaten der crimineele anthropologic, de opvatting omtrent misdadigers van Lom- broso e. a., het wetenschappelijk onderzoek, hetwelk thans aan misdadigers als aan een bijzordere klasse jvordt gewijd en hoe de oude en nieuwe beschouwing omtrent hen geheel uit elkaar gaan. „Wat „Macbeth" ons te leeren geeft werd door ontleding van het drama en het voor oogen stellen zijner hoofdpersonen aange toond. Ook werd een vergelijking gemaakt tusschen Hamlet en Macbeth. Hedenmorgen had op de begraafplaats aan de voormalige Marepoort de ter-aarde- bestelling plaats van het stoffelijk overschot van den dezer dagen in het Militair Invali denhuis alhier op bijna 90-jarigen leeftijd overleden sergeant-invalide Pieter van Ra ven», drager van het Metalen Kruis. De begrafenis geschiedde met militaire eer bewijzen. De lijkstoet, die te 10 uren het ge bouw verliet, bestond uit den lijkwagen, voor afgegaan door een vuurpeloton huzaren en gevolgd door de verpleegden uit het Invali denhuis en een escorte huzaren te voet, dat met het vuurpeloton onder commando stond van een eersten luitenant van dat wapen. Aan beide zijden van den lijkwagen gingen wachtmeesters, der alhier in garnizoen zijnde bereden wapens, aan elke zijde twee: een van de artillerie en een van de cavalerie. Aan het hoofd van den stoet liep een trom petter der huzaren, die langs den weg, wel ken do stoet nam, treurtonen deed hooren. Op de begraafplaats gekomen, werd het eerste salvo gegoven en werd de baar met het stoffelijk overschot gedragen door hu zaren en de slippen van het lijkkleed door genoemde vier wachtmeesters. Vóór de lijk baar ging ook nu weer het vuurpeloton en er achter de verpleegden uit het Invaliden huis. Onder treurtonen schreed de stoet lang zaam voort, tot hij aan de groeve genaderd was, waarbij, toen de kist daarboven was ge plaatst, een tweede saJvo werd gegeven, en waarin een derd« calvo weerklonk, toen zij daarin was neergelaten. Do oovenhedoolde eerste luitenant hield een korte toespraak, waarin hij er aan her innerde, dat een oud-wachtmeester der cava lerie was ten grave gebracht, die het koning schap van af Koning Willem I had gediend, die in den laatsten oorlog, dien Nederland in Europa had te voeren, de eer van de Nederlandsche vlag hoog hield, en die, nadat hij gepensionneerd was, verkoos de militaire uniform te blijven dragen als verpleegde van het Invalidenhuis. cMt hem daalde de laat ste Metalen-Kr is-ridder uit deze stichting ten grave. Hij droeg de militaire uniform met eero. Spr. uitte den wensch, dat de over ledene den militairen ten voorbeeld moge streken en eindigde met een: Rust in vrede! De plechtigheid had zeer veel belangstel ling gewekt. Als een bijzonderheid zij nog vermeld, dat de overledene den 3den October a. 8. 25 jaren in het Invalidenhuis zou zijn verpleegd. De „Staatscourant" No. 20 bevat de sta tuten der naamlooze vennootschap: Leidsche maatschappij van verzekering op het leven, te Leiden. Doel: a. het sluiten van overeen komsten van verzekering en herverzekering van kapitalen en renten, gebaseerd op de levens- en sterftekassen der menschen; b. het sluiten van verzekeringen van kapi talen en renten op den sub a vermelden grondslag tegen jnarlijksche, maandelijksche of wekclijksche premiën. De. vennootschap beoogt zoo mogelijk ge heel of gedeeltelijk over te nemen en voort te zetten het bedrijf van de Zieken- en begra fenis-sociëteit: „Tot hulp der menschhcid" te Leiden, opgericht 26 Januari 1846. De werkkring kan bij besluit der vergade ring van aandeelhouders op voorstel der di rectie na overleg met commissarissen worden uitgebreid tot andere takken van verzekering van golijksoortigen aard. Tijd van duur: 59 jaren, eindigend 31 Dec. 1960. Kapitaal /50,000, in aandcelcn van ƒ1000. Bestuur: een directeur of adjunct-di recteur, onder toezicht van 3 tot 5 commis sarissen. Voor dc eerste maal worden benoemd: tot directeur de heer J. C. Smit, directeur dér zieken- en begrafenis-sociëteit „Tot hulp der men6chheid" te Leiden, en tot commissaris sen de hoeren dr. P. Vermeulen, arts te Hilli- gersberg, J. Visser, arts te Rhenen, cn A. de Koster, fabrikant te Leiden. Dr. Emil Selenka, hoogleeraar te Mün- chen vroeger te Leiden is te München overleden. Behalve als zoöloog heeft hij ook bekendheid als een der warmste ijveraars voor de internationale vredesbeweging. Voor de benoeming van een leeraar in natuurlijke historie aan de hoogere burger scholen met 5-jarigen cursus in Den Haag is den gemeenteraad aanbevolen dr. H. van Cappelle leeraar aan de rijkslandbouwschool te Wageningcn. Do eerste lult. der inf. van het 0. I. leger H. B. J. Terateege, die de lessen aan de hoogere krijgsschool volgt, wordt 1 Mei te Leiden gedetacheerd by hot 2de reg. veld artillerie. Woensdagavond a. s. Is or een soirée ten huize van den Franschen gezant te 's G-ravonbage. In „Hotel den Ouden Doelen" ln Den Haag is aangekomon de socrotarls der Per zische legatie, Mirza Medi Khan. Heden dineeren by do Koningin ten Paleize H. M. de Koningin Moeder en de Vorstin van Bentheim, wolke laatste heden voormiddag het Mauntshuis bezocht, terwyi H. M. de Koningin Moeder in den namiddag Hare zuster rondleidde in het Huis ten Bosch. Aan een gastmaal van den Duitschen gezant te 'e Gravenhage Maandagavond ter gelegenheid van den verjaardag van den Duit- 8chen Keizer zyn genoodigd de leden van het gezantschap, de Duitsche predikant te 's-Gra venhage, ds. Quandt, Graaf van Bylandt, ouderling der Duitsche Kerk, en vorschillende Duitscho onderdanen, te 's Gravenhage ge vestigd. De Eerste Kamer zal haar werkzaam heden hervatten op Maandagavond 27 dezer, des avonds te halfnegeh. Prins Hendrik heeft het ©erelidmaatschap aanvaard van de Nieuwe of Littéraire Sociöteit te 'e- Gravenhage en het ®ere-voorzitterschap der vereeniging „Die Haghe". Tot lid van den gemeenteraad te Woerden la gekozen de heer K. Schouten Hoogendyk. De xetel van hot Italiaansch gezantschap Is tydeiyk overgebracht naar „Hótel des Indes" te 's Gravenhage, wegens den dood van baron Galvagna. De minister van marine ontving heden in af8cheid8audiêntie schout by-nacht Tadema, benoemd commandant onzer zeomacht in Indiö. Een belangrijke boekenveiling over ge nees- en heelkunde, scheikunde, pharmacie, benevens wis- en natuurkunde zal bij de firma Burgersdijk Niermans op 3 tot 6 Februari a.s. alhier plaats hebben. Daarin is opgenomen de bibliotheek van wijlen dr. J. E. van Iterson JAz., professor in de heel kunde aan de Leidsche Hoogeschool, bene vens andero verzamelingen uit verschillende nalatenschappen, waaronder een kostbare verzameling werken en tijdschriften over scheikunde en aanverwante vakken De eerste afdeeling vermeldt niet minder dan 82 tijdschriften op medisch gebied, waar bij vele complete en kostbare serieën; merk waardig is de verzameling van meer dan 200 werken van schrijvers uit vroegere eeuwen op het gebied der geneeskunde, van den groe ten Bocrhave vindt men bijv. 15 werken ver meld en 2 eigenhandig geschreven brieven. De overige afdeelingen bevatten vele, meesfc- niouwerc, en nieuwste uitgaven op genees kundig gebied. De chemie, pharmacic, benevens de wis- en natuurkunde zijn ruim vertegenwoordigd door gezochte werken en tijdschriften. Aan het slot komt nog een collectie instru menten, physikalische toestellen, enz. Voor de voltooiing van alle werken voor de gemeentelijke telephooninrichting in Den Haag wordt nog een uitgaaf van ƒ650,000 noodig geacht waaronder ƒ270,200 voor het gebouw met meubilair en installatie, 125,000 voor telephoontorens en -stellingen en ƒ150,000 voor huisaansluitingen. De beschik king over dat benoodigde crediet is den ge meenteraad gevi-aagd. Ter goedkeuring is den gemeenteraad ook voorgelegd het plan van den heer A. de Niet te Sclieveningen, om aanleg van twee stra ten op de perceelen, liggende aan den Be- zuidenhoutschen weg tusschen dc terreinen der 's-Gravenhaagsche Bouwgrond-Maat schappij Zuiderbosch en die van dc uitspan ning Overbosch. De 1ste luit. H. K. Hardcnberg, van het 4de reg. inf. die do lessen aan de hoogere krijgsschool te 's-Gravenhage volgt, wordt 1 Mei gedetacheerd bij liet 2de reg. huz. to Roermond. De directeur der Pol. School te Delft is van zijn reis naar Chili teruggekeerd en heeft zijn werkzaamheden aan dc school hor vat. Men schreef dd. 22 dezer uit Schwerin aan de „N. R. C.": Prins Hendrik, die zijn moeder groother togin Marie, in verband met haren verjaar dag op 29 Januari, hier een bezoek brengt, is nog bijtijds aangekomen, om gisteren aan het eerste groote feest ten hove in dezen win ter, een bal, deel te kunnen nemen. Prins Hendrik kwam hier mot zijn gevolg gisteravond om half negen aan en ging eerst naar het paleis van zijn moeder en van daar naar het groot, hertogelijke paleis, waar het bal in dc Gouden Zaal al aan den gang was. De prins trad om 10 uren de balzaal binnen en werd o.a. door den jongen groothertog en door zijn moeder zeer hartelijk verwelkomd. Behalve de hier wonende vorstelijko perso nen, nam ook dc zuster van den groothertog, prinses Christiaan van Denemarken, aan het feest deel. Ook dc broeder van don prins, hertog Adolf Friedrich, was uit zijn garni zoen Berlijn overgekomen. Hij zal dit trou wens voor een paar maanden vaarwel zeggen ODi een zeereis te doen. Het gezelschap dat meer dan 500 gasten telde, bood een schitterenden aanblik in do mooi versierde zaal waarin het licht van tallooze electrische lampjes alles bestraalde. Prins Hendrik droeg het klein uniform van Mecklenburgsch generaal. Hij leidde in de groote pai^e prinses Christiaan naar ta fel; deze prinses droeg een prachtige robe van gele tafzijde met een opmaaksel van donker zijdegaae en ingewerkte bloemen. De groothertog had -groothertogin Marie aan den arm, die een keurige lila robo aan had. Zij bleef gedurende het grootste gedeelte van den avond in een met planten versierde nis naar het dansen kijken Prins Hendrik sprak dikwijls met haar evenals met vele andere gasten. Het bal was om 1 uur afgoloopcn. Dr. J. G. L. Schrocder van der Kolk, hooglceraar in de aardkunde aan de Poly technische School, heeft de opdracht ontvan gen Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlan den, in wekelijksche samenkomsten, voor to lichten ten aanzien van dc geologie van Ne derland Een vergadering van schoolopzieners on onderw. in het district Gron,, to Gron. ge houden, heeft een motie aangenomen, waar in zij verklaart dat vereenvoudiging van on ze spelling cn verbuiging in den geest van Koilewijn van groot belang is voor 't onder- wijs in de moedertaal cn voor de eenheid, do ontwikkeling van den Nedorlandschen stam iD Europa, Afrika en Amerika. De wen6ch word uitgesproken dat spoedig vereenvoudiging van onze taalregels zou wor den ingevoerd, terwijl aan het bestuur de opdracht werd gegeven, nader voorstellen te ontwerpen. Louis Bouwmeester is gisteravond, naar aanleiding van zyn 40-jarig tooneoljubileum, ook by zyn optreden als Herodes, te Arnhem gehuldigd. De schouwburg was tot de nok gevuld. Toejuichingen en fanfares weerklonken, kransen en een verzegeld pakje werden aan geboden, toespraken gehouden tor begeleiding ▼an een stel tafelzilver eu na afloop was or nog een ieestelyke samenkomst in de directie kamer. Natuuriyk was Bouwmeester door die hem overstolpende huldebiyken diep geroerd, getroffen en innig dankbaar. Het stoomschip „Gourerneur" (thuisreis) vertrok 22 Jan. van Adende „König" (uitreis) passeerde 22 Jan Ouessant; de „Timor", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 23 Jan. te Genua; de „Titan," van Batavia naar Amsterdam, passeerde 20 Jan. Perirade „Gedó", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 23 Jan. van Marseille; do „Statendam" vertrok 23 Jan. van Rotterdam naar Nieuw-York. Leiderdorp. Het bestuur van den Zyilaan en den Heijepolder heeft don omslag voor 1901 teruggebracht van ƒ4 op ƒ3.50 por hectare. Op 15 Januari j.l. werd do openbare la gere school dezer gemeente bezocht door 106 kinderen. 67) „Dat is alles heel netjes bedacht, W- liam," - zei Jack Gannett bedaard; „heel netjes; maar er is één zwak punt in. Als Alison de man was, die brandewijn ging halen, hoe kwam het dan, Jat wij de flesch niet in zijn kamer gevonden hebbent" Sergeant Verity's gezicht betrok; hij ge voelde het gewicht van die vraag. De ka mer was zeer nauwkeurig onderzocht, en men had niets gevonden, dat op een flesch leek. „Je bewijs is dus niet geheel compleet, JWilliam," vervolgde Gannett glimlachend, fr,Alison zal het avondblad gekocht hebben, ïooals ieder dat doet; maar dat praatj? van dc buffetjuffrouw bewijst niets; want man, die brandewijn haaldo, was Alison niet, anders had men de flesch ergens ge- Tonden." „Hoeveel kocht hiji" „Een fleschje van een shilling; js weet: die hebben ze altijd klaar staan 1" „Nu, William, denk er nog eens goed over; je zult wel in mijn schuitje komen. Voorloopig moeten wij nu ons best doen, „den hertog" te pakken te krijgen. We heb ben nog geen schaduw yan een bewijs te gen hem." Gannett had wel gelachen om do stellingen Van zijn collega; maar zoodra hij alleen was, .werd zijn gezicht heel ernstig. »,Ik kan het niet met mijzolren eens wor den over die brandewijngeschiedenis," mom pelde hij. ,,'t Kan Alison geweest zijn, wijl hij ook een krant kocht: die hebbon wij ge vonden. Ik moet zelf dien krantenventer en die buffetjuffrouw eens opzoeken." Sergeant Gannett ging dien middag naar Exton-street. Den krantenventer had hij nog niet ontdekt; tbch dat hinderde niet: hij zou naam en adres wel te weten komen van Verity. Hy wilde hem evenwel niet dadelyk vragon de collega behoefde nog mets te weten van dit onderzoek. Hy verbeeldde zich, dat hy op het spoor was van een ontdekking, waarmee hy zou zegevieren over zyn collega en een wit voetje kijjgen by de chefs. Het eerst ging hy naar den huize Chip- cha8e, waar hy Lobelia vond. Deze jonge dame verzekerde hem ten stelligste, dat ze geen flesch of iets, wat daarop leek, gevonden had, noch in Alisons kamer, noch in eenig ander deel van het huis. De detective veronderstelde geen minuut, dat iemand brandewyn zou koopen om dien te latou staan in eens anders kamer, maar hy wilde in elk opzicht zekerheid hebben. Juffrouw Chipch&se speelde op, toen hy ook haar ging ondervragen. Zy had nu genoeg van dat gedraal in haar huis, zei ze. De buren begonnen bet al voor een moordenaarshol aan te zien. Zy was niettemin zeker, dat er geen brandewynfleschje, zooals de politie zocht, in haar huis was gevonden, sedert de tragedie. Gannett wandelde nu naar den overkant en de kroeg binnen. Uit de beschryving van de buffetjuffrouw bleek hem duideiyk, dat het inderdaad Alison was geweest. Alison met zyn knevel. Het meisje herinnerde zich met, hem eer voor de toonbank te hebben gezien. Hy was erg gehaast en opgewonden geweest; dat had haar aandacht getrokken, en zy ver onderstelde, dat hy den opwekkenden drank kwam halen voor iemand, die plotseling onge steld was geworden. „Is u er zeker van, dat hy den brandewyn meenam en niet hier uit het fleschje dronkV' „Neon, dat deed hy niet. Ik zei: „Een shilling als 't u belieft"; hy legde het geld op de toonbank en liep gauw weg." Gannett wilde reeds heengaan; maar hy bedacht zich nog even en vroeg: „Kan u tny het soort flesch ook laten zien?" Het meisje bukte even onder de toonbank en haalde een klein gevuld fleschje voor den dag, met een kurk er op en een etiquet van de tappery„De roos on de kroon". 't Was een gewoon fleschje, zooals die overal werden verkocht. Hy legde een shilling neer en nam het mee. Die flesch hinderde hem geducht; hy kon er maar geen verklaring voor vinden. Er was nu haast geen twjfel meer, of Alison was werkeiyk dien avond op straat en in de kroeg geweest zonder eenige poging om onbekend te blyven. Maar als Alison zich ziek gevoelde, als hy last had van zyn hart en daarvoor brandewyn wilde gebruiken, waarom dronk hy dan niet zoo spoedig mogelyk wat in de kroeg? Dat was toch het doeltreffendste geweesthy had de rest dan mee naar huis kunnen nemen, voor het geval de kwaal zich weer mocht openbaren. Maar hy zou do flesch toch niet ergens elders in huis hebben neergezet; ze moest ln de kamer gebracht zyn, waar hy gestorven was. Doch daar was geen flesch te bekennen. „Er is maar één oplossing", redeneerde Gannett, aan het einde van een lange be- epiegeling gekomen; „er is maar één oplossing mogelyker was iemand in do kamer by Alison, toen hy stierf; en die persoon moet de brandewynflesch meegenomen hebben." XXXIX. Een bleeke vrouw van drie en dertig jaar, met blond haar, stapte uit een derde-klasse- waggon aan het King's Cross station. Zy zag er vermoeid en afgemat uit, want ze had lang gereisd; ze kwam van een klein plaatsje, nog voorby Perth, in Schotland. Zij nam haar weinige bagage in de hand en wandelde langzaam het perron op. Als zy de oogen opsloeg, werd men getroffen door een eigenaardige uitdrukking. Het waren de blauwe oogen, die gewooniyk voorkomen by het blonde haar; maar er was iets in, dat ontroerde; het waren de oogen van een heilige, de oogen van een martelares; ze schenen gericht op een ver af gelegen doel. met een smachtenden, geduldigen blik. Overtuigd, dat de persoon, naar wien zy zocht, niet op het perron was, liep zy naar den uitgang en kwam door de bende portiers, wegwyzers en pakjesdragers heen zonder dat men haar lastig viel; ieder zag wel, dat er van die bleoke vrouw, in haar eenvoudige, haast armoedige kleeding, niet veel te halen viel.. Geduldig wachtte zy, tot de grootste aandrang by de bagage over was; toen kreeg zy niet zonder moeite haar koffer; want eerst verstond men den Duitschen naam Catherina Weber niet. Zy vroeg een besteller om den koffer voor haar naar de vestibule te brengen, en de man dankte zoo beleefd voor de paar stuivers, die hy kreeg, alsof het een vorsteiyke gift was. Dat kwam van die wonderbare, blauwe oogen. Terwyi zy even stond te denken, ©enigszins verlegen, wat te doen, kwam haastig eon man naar binnen loopen; hy keek zoekend rond, merkte haar op en snelde naar haar toe. Zeer beleefd sprak hy in het Duitsch: „Vergeef my, juffrouw, dat ik zoo iaat kom; ik kon mooilyk weg." „Dat begrtyp ik, beste Otto," antwoordde zy zacht; „het is heel vriendeiyk, dat je go- komen bent. Ik ben zoo lang van Londen weg geweest, en ik wist op het oogenbJik niet, waar ik een goede kamer zou kunnen krygen. Daarom nam ik maar do vryheid, je te 8chryven aan het adre3 van de club, dat je badt opgegeven." „Ja, juffrouw, dat was heel goed. Ik heb naar kamers rondgezien op een vryen namiddag." „Ik vrees, dat ik je veel last hob veroor zaakt, Otto." „0, juffrouw, dat was geen last; hot was my eon genoegen. Zou niet ieder van ons uit Rüdesheim doen wat hy kon voor de dochter van onzen ouden dokter, die zoo goed f was voor iedereenveel te goedwant anders zou hy wel wat geld hebben nagelaten en had u niet als gouvernante naar Engeland behoeven te gaan!" „Ja, het viel my wel hard, de menschen te verlaten, onder wie ik was opgegroeid. En gouvernante wordensoms minder be handeld dan een dienstbode! Maar vertel my eens: heb je nog nieuws gehad uit Rüdesheim? Ik heb in geen jaren aan de vrienden daar ge8chrevon. Ik deed dat niet meer, sinds Zy hield op, en in een anderen toon ver volgde zy*. „Toe, vertel my eens wat van Rüdesheim. Hoe maakt liet je vaderb(J leeft immers nog?" (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1