jfl®. 12859
rijdag 134 Januari.
A°. 1902.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Ds Tweelingbroeders.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lolden por 8 maanden-5 S" I f
""Buiten Leiden, per looper en waar agenten gereatigd tfl"
Franco per poet
PRIJS DER ADVERTENTTÉN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Hostelooze
Genees- en Heelkundige „Knip"
nan ouvermogenden.
BurgointMt.r on Wethouders van Leideu,
Gezien de artt. 1. 4 en 5 der Verordening van
20 December 1200, betreffende hst verleen» ven
kostelouz,e genees- eu heelkundige hulp nan onver-
mogendeu;
Brengen ter kennis van hen. die op grond van
onvermogen in aanmerking wonschen te komen
voor het ontvangen, zoo noodig, van koatolooze
genees- en
heelkundige hulp, van 1 Wei 1902 tot
1 Wei 190 i, dat zy z«ch ter verkrijging van het
daartoe strekkend bewijs van onvermogen zullen
moeten aanmelden ten Raadhuize in het lokaal
naast de binnentrap ^Trouwkamer),
dat die aanmelding -ooveel mogelijk zal moeten
geschieden door het hoofd des gezins of indien de
belanghebbende ongehuwd is door hem ol haar
persoonlijk,
en dat gelegenheid daartoe zal worden gegeven
gedurende de maand Februari a s. en wel op
Dinsdag en Vrijdag van elke week van des voor-
middaga hallelf tot des namiddags dno uren.
Zy waarschu wou voorts de belanghebbenden
rich op den bovenaaDgegevcn tjjd aan te melden
zullende zij het by niet tijdige aanmelding, zich
zeiven te wijten bobben indien zij in bot verkrijgen
van genees- of heelkundige hulp vertraging onder
vinden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
20 Jan. 1902. VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 24 Januari.
Gisteravond had in de Stadszaal de zesde
bijeenkomst plaats, uitgaande van de Com
missie voor de Yoiksbijeenkomsten.
De groote zaal on galerij waren geheel ge
vuld, terwijl velen zich zelfs met oen staan
plaats moesten vergenoegen.
Te acht uren verscheen op het keurig ver
sier Jo podium da heer Jan G. Striening,
met zijn schare jeugdige musici, leerlingen
van de Elementair-orkestklasso der Muziek
school van de Maatschappij voor Toon
kunst te Leiden, de meisjes allen in lichte
toiletjes.
Onder adcmlooze stilte werd de uitvoering
door het publiek gevolgd on achtereenvol
gens werd ten gehoore gebracht Ouverture
Anacreon" van Cherubini, de Kinder-sym-
phonie" en Menuet en Finale uit de C-dur
symphonie" van Haydn. Voor de Kinder-
symphonio Werd het orkest nog versterkt met
een 10-tal nog jongere leerlingen dor Mu
ziekschool, die de blaas-instrumenten, tam
boerijn, trom, enz. bespeelden.
De krans namens de Commissio aan den
energieken leider den heer Striening over
handigd, was ten volle verdiend, als een
hulde voor de groote moeite, die hij zich
voor de orkcstklasse geeft, waar hij met
zoo jonge krachten een waarlijk verdien
stelijk geheel tot stand bracht.
De muziek werd afgewisseld door voor
drachten van den heer George van der Werf,
die de aanwezigen amuseerde met: ,,De
wedstrijd in het voordragen", ,,Een lastig
liedje" cn ten slotte ,,De koopman op de
markt". Dat de heer Van der Werf sis altijd
veel succes had, was niet te verwo leren;
hij is bij ons de populaire rnan.
De uitstekende stemming van het publiek
was het duidelijkste bewijs, hoe het den
avond van gisteren op prijs heeft gesteld.
Werd in de vorige Winterlczing door ds.
Vermeer uit Den Haag behandeld „Hamlet/'
van Shakespeare, in de vierde Wintcrlezing,
welke gisteravond plaats had in de geheel be
zette kleine zaal van het Nutsgebouw, onder
wierp onzo hooggeleerde stadgenoot prof. dr.
P. D. Chantepie do la Saussaye een ander
treurspel van denzelfden dichter aan een be
schouwing.
„Macbeth", het drama der wroeging, werd
door zijnhooggeleerdo in al zijn kracht en
schoonheid aan het dankbaar auditorium
voor oogen gesteld, na. een inleiding omtrent
de resultaten der crimineele anthropologic,
de opvatting omtrent misdadigers van Lom-
broso e. a., het wetenschappelijk onderzoek,
hetwelk thans aan misdadigers als aan een
bijzordere klasse jvordt gewijd en hoe de oude
en nieuwe beschouwing omtrent hen geheel
uit elkaar gaan.
„Wat „Macbeth" ons te leeren geeft werd
door ontleding van het drama en het voor
oogen stellen zijner hoofdpersonen aange
toond. Ook werd een vergelijking gemaakt
tusschen Hamlet en Macbeth.
Hedenmorgen had op de begraafplaats
aan de voormalige Marepoort de ter-aarde-
bestelling plaats van het stoffelijk overschot
van den dezer dagen in het Militair Invali
denhuis alhier op bijna 90-jarigen leeftijd
overleden sergeant-invalide Pieter van Ra
ven», drager van het Metalen Kruis.
De begrafenis geschiedde met militaire eer
bewijzen. De lijkstoet, die te 10 uren het ge
bouw verliet, bestond uit den lijkwagen, voor
afgegaan door een vuurpeloton huzaren en
gevolgd door de verpleegden uit het Invali
denhuis en een escorte huzaren te voet, dat
met het vuurpeloton onder commando stond
van een eersten luitenant van dat wapen.
Aan beide zijden van den lijkwagen gingen
wachtmeesters, der alhier in garnizoen zijnde
bereden wapens, aan elke zijde twee: een
van de artillerie en een van de cavalerie.
Aan het hoofd van den stoet liep een trom
petter der huzaren, die langs den weg, wel
ken do stoet nam, treurtonen deed hooren.
Op de begraafplaats gekomen, werd het
eerste salvo gegoven en werd de baar met
het stoffelijk overschot gedragen door hu
zaren en de slippen van het lijkkleed door
genoemde vier wachtmeesters. Vóór de lijk
baar ging ook nu weer het vuurpeloton en
er achter de verpleegden uit het Invaliden
huis. Onder treurtonen schreed de stoet lang
zaam voort, tot hij aan de groeve genaderd
was, waarbij, toen de kist daarboven was ge
plaatst, een tweede saJvo werd gegeven, en
waarin een derd« calvo weerklonk, toen zij
daarin was neergelaten.
Do oovenhedoolde eerste luitenant hield
een korte toespraak, waarin hij er aan her
innerde, dat een oud-wachtmeester der cava
lerie was ten grave gebracht, die het koning
schap van af Koning Willem I had gediend,
die in den laatsten oorlog, dien Nederland
in Europa had te voeren, de eer van de
Nederlandsche vlag hoog hield, en die, nadat
hij gepensionneerd was, verkoos de militaire
uniform te blijven dragen als verpleegde van
het Invalidenhuis. cMt hem daalde de laat
ste Metalen-Kr is-ridder uit deze stichting
ten grave. Hij droeg de militaire uniform
met eero. Spr. uitte den wensch, dat de over
ledene den militairen ten voorbeeld moge
streken en eindigde met een: Rust in vrede!
De plechtigheid had zeer veel belangstel
ling gewekt. Als een bijzonderheid zij nog
vermeld, dat de overledene den 3den October
a. 8. 25 jaren in het Invalidenhuis zou zijn
verpleegd.
De „Staatscourant" No. 20 bevat de sta
tuten der naamlooze vennootschap: Leidsche
maatschappij van verzekering op het leven,
te Leiden. Doel: a. het sluiten van overeen
komsten van verzekering en herverzekering
van kapitalen en renten, gebaseerd op de
levens- en sterftekassen der menschen;
b. het sluiten van verzekeringen van kapi
talen en renten op den sub a vermelden
grondslag tegen jnarlijksche, maandelijksche
of wekclijksche premiën.
De. vennootschap beoogt zoo mogelijk ge
heel of gedeeltelijk over te nemen en voort
te zetten het bedrijf van de Zieken- en begra
fenis-sociëteit: „Tot hulp der menschhcid"
te Leiden, opgericht 26 Januari 1846.
De werkkring kan bij besluit der vergade
ring van aandeelhouders op voorstel der di
rectie na overleg met commissarissen worden
uitgebreid tot andere takken van verzekering
van golijksoortigen aard.
Tijd van duur: 59 jaren, eindigend 31 Dec.
1960. Kapitaal /50,000, in aandcelcn van
ƒ1000. Bestuur: een directeur of adjunct-di
recteur, onder toezicht van 3 tot 5 commis
sarissen.
Voor dc eerste maal worden benoemd: tot
directeur de heer J. C. Smit, directeur dér
zieken- en begrafenis-sociëteit „Tot hulp der
men6chheid" te Leiden, en tot commissaris
sen de hoeren dr. P. Vermeulen, arts te Hilli-
gersberg, J. Visser, arts te Rhenen, cn A. de
Koster, fabrikant te Leiden.
Dr. Emil Selenka, hoogleeraar te Mün-
chen vroeger te Leiden is te München
overleden. Behalve als zoöloog heeft hij ook
bekendheid als een der warmste ijveraars
voor de internationale vredesbeweging.
Voor de benoeming van een leeraar in
natuurlijke historie aan de hoogere burger
scholen met 5-jarigen cursus in Den Haag is
den gemeenteraad aanbevolen dr. H. van
Cappelle leeraar aan de rijkslandbouwschool
te Wageningcn.
Do eerste lult. der inf. van het 0. I. leger
H. B. J. Terateege, die de lessen aan de
hoogere krijgsschool volgt, wordt 1 Mei te
Leiden gedetacheerd by hot 2de reg. veld
artillerie.
Woensdagavond a. s. Is or een soirée
ten huize van den Franschen gezant te
's G-ravonbage.
In „Hotel den Ouden Doelen" ln Den
Haag is aangekomon de socrotarls der Per
zische legatie, Mirza Medi Khan.
Heden dineeren by do Koningin ten
Paleize H. M. de Koningin Moeder en de
Vorstin van Bentheim, wolke laatste heden
voormiddag het Mauntshuis bezocht, terwyi
H. M. de Koningin Moeder in den namiddag
Hare zuster rondleidde in het Huis ten Bosch.
Aan een gastmaal van den Duitschen
gezant te 'e Gravenhage Maandagavond ter
gelegenheid van den verjaardag van den Duit-
8chen Keizer zyn genoodigd de leden van het
gezantschap, de Duitsche predikant te 's-Gra
venhage, ds. Quandt, Graaf van Bylandt,
ouderling der Duitsche Kerk, en vorschillende
Duitscho onderdanen, te 's Gravenhage ge
vestigd.
De Eerste Kamer zal haar werkzaam
heden hervatten op Maandagavond 27 dezer,
des avonds te halfnegeh.
Prins Hendrik heeft het ©erelidmaatschap
aanvaard van de Nieuwe of Littéraire Sociöteit
te 'e- Gravenhage en het ®ere-voorzitterschap
der vereeniging „Die Haghe".
Tot lid van den gemeenteraad te Woerden
la gekozen de heer K. Schouten Hoogendyk.
De xetel van hot Italiaansch gezantschap
Is tydeiyk overgebracht naar „Hótel des Indes"
te 's Gravenhage, wegens den dood van baron
Galvagna.
De minister van marine ontving heden
in af8cheid8audiêntie schout by-nacht Tadema,
benoemd commandant onzer zeomacht in Indiö.
Een belangrijke boekenveiling over ge
nees- en heelkunde, scheikunde, pharmacie,
benevens wis- en natuurkunde zal bij de
firma Burgersdijk Niermans op 3 tot 6
Februari a.s. alhier plaats hebben. Daarin is
opgenomen de bibliotheek van wijlen dr. J.
E. van Iterson JAz., professor in de heel
kunde aan de Leidsche Hoogeschool, bene
vens andero verzamelingen uit verschillende
nalatenschappen, waaronder een kostbare
verzameling werken en tijdschriften over
scheikunde en aanverwante vakken
De eerste afdeeling vermeldt niet minder
dan 82 tijdschriften op medisch gebied, waar
bij vele complete en kostbare serieën; merk
waardig is de verzameling van meer dan 200
werken van schrijvers uit vroegere eeuwen
op het gebied der geneeskunde, van den groe
ten Bocrhave vindt men bijv. 15 werken ver
meld en 2 eigenhandig geschreven brieven.
De overige afdeelingen bevatten vele, meesfc-
niouwerc, en nieuwste uitgaven op genees
kundig gebied.
De chemie, pharmacic, benevens de wis-
en natuurkunde zijn ruim vertegenwoordigd
door gezochte werken en tijdschriften.
Aan het slot komt nog een collectie instru
menten, physikalische toestellen, enz.
Voor de voltooiing van alle werken voor
de gemeentelijke telephooninrichting in Den
Haag wordt nog een uitgaaf van ƒ650,000
noodig geacht waaronder ƒ270,200 voor het
gebouw met meubilair en installatie, 125,000
voor telephoontorens en -stellingen en
ƒ150,000 voor huisaansluitingen. De beschik
king over dat benoodigde crediet is den ge
meenteraad gevi-aagd.
Ter goedkeuring is den gemeenteraad ook
voorgelegd het plan van den heer A. de Niet
te Sclieveningen, om aanleg van twee stra
ten op de perceelen, liggende aan den Be-
zuidenhoutschen weg tusschen dc terreinen
der 's-Gravenhaagsche Bouwgrond-Maat
schappij Zuiderbosch en die van dc uitspan
ning Overbosch.
De 1ste luit. H. K. Hardcnberg, van
het 4de reg. inf. die do lessen aan de hoogere
krijgsschool te 's-Gravenhage volgt, wordt 1
Mei gedetacheerd bij liet 2de reg. huz. to
Roermond.
De directeur der Pol. School te Delft
is van zijn reis naar Chili teruggekeerd en
heeft zijn werkzaamheden aan dc school hor
vat.
Men schreef dd. 22 dezer uit Schwerin
aan de „N. R. C.":
Prins Hendrik, die zijn moeder groother
togin Marie, in verband met haren verjaar
dag op 29 Januari, hier een bezoek brengt,
is nog bijtijds aangekomen, om gisteren aan
het eerste groote feest ten hove in dezen win
ter, een bal, deel te kunnen nemen.
Prins Hendrik kwam hier mot zijn gevolg
gisteravond om half negen aan en ging eerst
naar het paleis van zijn moeder en van daar
naar het groot, hertogelijke paleis, waar het
bal in dc Gouden Zaal al aan den gang was.
De prins trad om 10 uren de balzaal binnen
en werd o.a. door den jongen groothertog en
door zijn moeder zeer hartelijk verwelkomd.
Behalve de hier wonende vorstelijko perso
nen, nam ook dc zuster van den groothertog,
prinses Christiaan van Denemarken, aan het
feest deel. Ook dc broeder van don prins,
hertog Adolf Friedrich, was uit zijn garni
zoen Berlijn overgekomen. Hij zal dit trou
wens voor een paar maanden vaarwel zeggen
ODi een zeereis te doen.
Het gezelschap dat meer dan 500 gasten
telde, bood een schitterenden aanblik in do
mooi versierde zaal waarin het licht van
tallooze electrische lampjes alles bestraalde.
Prins Hendrik droeg het klein uniform
van Mecklenburgsch generaal. Hij leidde in
de groote pai^e prinses Christiaan naar ta
fel; deze prinses droeg een prachtige robe
van gele tafzijde met een opmaaksel van
donker zijdegaae en ingewerkte bloemen. De
groothertog had -groothertogin Marie aan
den arm, die een keurige lila robo aan had.
Zij bleef gedurende het grootste gedeelte van
den avond in een met planten versierde nis
naar het dansen kijken
Prins Hendrik sprak dikwijls met haar
evenals met vele andere gasten.
Het bal was om 1 uur afgoloopcn.
Dr. J. G. L. Schrocder van der Kolk,
hooglceraar in de aardkunde aan de Poly
technische School, heeft de opdracht ontvan
gen Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlan
den, in wekelijksche samenkomsten, voor to
lichten ten aanzien van dc geologie van Ne
derland
Een vergadering van schoolopzieners on
onderw. in het district Gron,, to Gron. ge
houden, heeft een motie aangenomen, waar
in zij verklaart dat vereenvoudiging van on
ze spelling cn verbuiging in den geest van
Koilewijn van groot belang is voor 't onder-
wijs in de moedertaal cn voor de eenheid, do
ontwikkeling van den Nedorlandschen stam
iD Europa, Afrika en Amerika.
De wen6ch word uitgesproken dat spoedig
vereenvoudiging van onze taalregels zou wor
den ingevoerd, terwijl aan het bestuur de
opdracht werd gegeven, nader voorstellen te
ontwerpen.
Louis Bouwmeester is gisteravond, naar
aanleiding van zyn 40-jarig tooneoljubileum,
ook by zyn optreden als Herodes, te Arnhem
gehuldigd. De schouwburg was tot de nok
gevuld. Toejuichingen en fanfares weerklonken,
kransen en een verzegeld pakje werden aan
geboden, toespraken gehouden tor begeleiding
▼an een stel tafelzilver eu na afloop was or
nog een ieestelyke samenkomst in de directie
kamer. Natuuriyk was Bouwmeester door die
hem overstolpende huldebiyken diep geroerd,
getroffen en innig dankbaar.
Het stoomschip „Gourerneur" (thuisreis)
vertrok 22 Jan. van Adende „König" (uitreis)
passeerde 22 Jan Ouessant; de „Timor", van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 23 Jan.
te Genua; de „Titan," van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 20 Jan. Perirade
„Gedó", van Rotterdam naar Batavia, vertrok
23 Jan. van Marseille; do „Statendam" vertrok
23 Jan. van Rotterdam naar Nieuw-York.
Leiderdorp. Het bestuur van den Zyilaan
en den Heijepolder heeft don omslag voor
1901 teruggebracht van ƒ4 op ƒ3.50 por
hectare.
Op 15 Januari j.l. werd do openbare la
gere school dezer gemeente bezocht door 106
kinderen.
67)
„Dat is alles heel netjes bedacht, W-
liam," - zei Jack Gannett bedaard; „heel
netjes; maar er is één zwak punt in. Als
Alison de man was, die brandewijn ging
halen, hoe kwam het dan, Jat wij de flesch
niet in zijn kamer gevonden hebbent"
Sergeant Verity's gezicht betrok; hij ge
voelde het gewicht van die vraag. De ka
mer was zeer nauwkeurig onderzocht, en
men had niets gevonden, dat op een flesch
leek.
„Je bewijs is dus niet geheel compleet,
JWilliam," vervolgde Gannett glimlachend,
fr,Alison zal het avondblad gekocht hebben,
ïooals ieder dat doet; maar dat praatj? van
dc buffetjuffrouw bewijst niets; want
man, die brandewijn haaldo, was Alison
niet, anders had men de flesch ergens ge-
Tonden."
„Hoeveel kocht hiji"
„Een fleschje van een shilling; js weet:
die hebben ze altijd klaar staan 1"
„Nu, William, denk er nog eens goed
over; je zult wel in mijn schuitje komen.
Voorloopig moeten wij nu ons best doen,
„den hertog" te pakken te krijgen. We heb
ben nog geen schaduw yan een bewijs te
gen hem."
Gannett had wel gelachen om do stellingen
Van zijn collega; maar zoodra hij alleen was,
.werd zijn gezicht heel ernstig.
»,Ik kan het niet met mijzolren eens wor
den over die brandewijngeschiedenis," mom
pelde hij. ,,'t Kan Alison geweest zijn, wijl
hij ook een krant kocht: die hebbon wij ge
vonden. Ik moet zelf dien krantenventer en
die buffetjuffrouw eens opzoeken."
Sergeant Gannett ging dien middag naar
Exton-street. Den krantenventer had hij nog
niet ontdekt; tbch dat hinderde niet: hij
zou naam en adres wel te weten komen van
Verity.
Hy wilde hem evenwel niet dadelyk vragon
de collega behoefde nog mets te weten van
dit onderzoek. Hy verbeeldde zich, dat hy op
het spoor was van een ontdekking, waarmee
hy zou zegevieren over zyn collega en een
wit voetje kijjgen by de chefs.
Het eerst ging hy naar den huize Chip-
cha8e, waar hy Lobelia vond. Deze jonge
dame verzekerde hem ten stelligste, dat ze
geen flesch of iets, wat daarop leek, gevonden
had, noch in Alisons kamer, noch in eenig
ander deel van het huis.
De detective veronderstelde geen minuut,
dat iemand brandewyn zou koopen om dien
te latou staan in eens anders kamer, maar
hy wilde in elk opzicht zekerheid hebben.
Juffrouw Chipch&se speelde op, toen hy
ook haar ging ondervragen. Zy had nu genoeg
van dat gedraal in haar huis, zei ze. De buren
begonnen bet al voor een moordenaarshol aan
te zien. Zy was niettemin zeker, dat er geen
brandewynfleschje, zooals de politie zocht, in
haar huis was gevonden, sedert de tragedie.
Gannett wandelde nu naar den overkant
en de kroeg binnen. Uit de beschryving van
de buffetjuffrouw bleek hem duideiyk, dat het
inderdaad Alison was geweest. Alison met
zyn knevel. Het meisje herinnerde zich met,
hem eer voor de toonbank te hebben gezien.
Hy was erg gehaast en opgewonden geweest;
dat had haar aandacht getrokken, en zy ver
onderstelde, dat hy den opwekkenden drank
kwam halen voor iemand, die plotseling onge
steld was geworden.
„Is u er zeker van, dat hy den brandewyn
meenam en niet hier uit het fleschje dronkV'
„Neon, dat deed hy niet. Ik zei: „Een
shilling als 't u belieft"; hy legde het geld
op de toonbank en liep gauw weg."
Gannett wilde reeds heengaan; maar hy
bedacht zich nog even en vroeg:
„Kan u tny het soort flesch ook laten zien?"
Het meisje bukte even onder de toonbank
en haalde een klein gevuld fleschje voor den
dag, met een kurk er op en een etiquet van
de tappery„De roos on de kroon".
't Was een gewoon fleschje, zooals die overal
werden verkocht.
Hy legde een shilling neer en nam het mee.
Die flesch hinderde hem geducht; hy kon
er maar geen verklaring voor vinden. Er was
nu haast geen twjfel meer, of Alison was
werkeiyk dien avond op straat en in de kroeg
geweest zonder eenige poging om onbekend
te blyven.
Maar als Alison zich ziek gevoelde, als hy
last had van zyn hart en daarvoor brandewyn
wilde gebruiken, waarom dronk hy dan niet
zoo spoedig mogelyk wat in de kroeg? Dat
was toch het doeltreffendste geweesthy had
de rest dan mee naar huis kunnen nemen,
voor het geval de kwaal zich weer mocht
openbaren.
Maar hy zou do flesch toch niet ergens
elders in huis hebben neergezet; ze moest
ln de kamer gebracht zyn, waar hy gestorven
was. Doch daar was geen flesch te bekennen.
„Er is maar één oplossing", redeneerde
Gannett, aan het einde van een lange be-
epiegeling gekomen; „er is maar één oplossing
mogelyker was iemand in do kamer by
Alison, toen hy stierf; en die persoon moet
de brandewynflesch meegenomen hebben."
XXXIX.
Een bleeke vrouw van drie en dertig jaar,
met blond haar, stapte uit een derde-klasse-
waggon aan het King's Cross station.
Zy zag er vermoeid en afgemat uit, want
ze had lang gereisd; ze kwam van een klein
plaatsje, nog voorby Perth, in Schotland.
Zij nam haar weinige bagage in de hand
en wandelde langzaam het perron op.
Als zy de oogen opsloeg, werd men getroffen
door een eigenaardige uitdrukking. Het waren
de blauwe oogen, die gewooniyk voorkomen
by het blonde haar; maar er was iets in, dat
ontroerde; het waren de oogen van een heilige,
de oogen van een martelares; ze schenen
gericht op een ver af gelegen doel. met een
smachtenden, geduldigen blik.
Overtuigd, dat de persoon, naar wien zy
zocht, niet op het perron was, liep zy naar
den uitgang en kwam door de bende portiers,
wegwyzers en pakjesdragers heen zonder dat
men haar lastig viel; ieder zag wel, dat er
van die bleoke vrouw, in haar eenvoudige,
haast armoedige kleeding, niet veel te halen
viel.. Geduldig wachtte zy, tot de grootste
aandrang by de bagage over was; toen kreeg
zy niet zonder moeite haar koffer; want eerst
verstond men den Duitschen naam Catherina
Weber niet.
Zy vroeg een besteller om den koffer voor
haar naar de vestibule te brengen, en de man
dankte zoo beleefd voor de paar stuivers, die
hy kreeg, alsof het een vorsteiyke gift was.
Dat kwam van die wonderbare, blauwe oogen.
Terwyi zy even stond te denken, ©enigszins
verlegen, wat te doen, kwam haastig eon man
naar binnen loopen; hy keek zoekend rond,
merkte haar op en snelde naar haar toe.
Zeer beleefd sprak hy in het Duitsch:
„Vergeef my, juffrouw, dat ik zoo iaat kom;
ik kon mooilyk weg."
„Dat begrtyp ik, beste Otto," antwoordde
zy zacht; „het is heel vriendeiyk, dat je go-
komen bent. Ik ben zoo lang van Londen
weg geweest, en ik wist op het oogenbJik
niet, waar ik een goede kamer zou kunnen
krygen. Daarom nam ik maar do vryheid, je
te 8chryven aan het adre3 van de club, dat
je badt opgegeven."
„Ja, juffrouw, dat was heel goed. Ik heb
naar kamers rondgezien op een vryen
namiddag."
„Ik vrees, dat ik je veel last hob veroor
zaakt, Otto."
„0, juffrouw, dat was geen last; hot was
my eon genoegen. Zou niet ieder van ons
uit Rüdesheim doen wat hy kon voor de
dochter van onzen ouden dokter, die zoo goed f
was voor iedereenveel te goedwant
anders zou hy wel wat geld hebben nagelaten
en had u niet als gouvernante naar Engeland
behoeven te gaan!"
„Ja, het viel my wel hard, de menschen
te verlaten, onder wie ik was opgegroeid. En
gouvernante wordensoms minder be
handeld dan een dienstbode! Maar vertel my
eens: heb je nog nieuws gehad uit Rüdesheim?
Ik heb in geen jaren aan de vrienden daar
ge8chrevon. Ik deed dat niet meer, sinds
Zy hield op, en in een anderen toon ver
volgde zy*. „Toe, vertel my eens wat van
Rüdesheim. Hoe maakt liet je vaderb(J
leeft immers nog?"
(Wordt vervolgd