No. 12857 LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 22 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1902. PERSOVERZICHT.: FEUILLETON. De Tweelingbroeders. De wensch in zake vermind er i n g Oer schooluren, dezer dagen in oen entrefilet door De Nederlander uitgespro ken, wordt godeeld door de Nieuwe Provin ciale Groninger Courant. „Wij deelen dien wensch van ganschoT har- le en durven beweren, dat 4 uur per dag •wel degelijk kan. Ons zijn scholen bekend, die nooit meer dan 20 schooluren per week hadden (5 dagen van 4 uur) en wier hoogste klasse gerust kan geplaatst worden naast die yan een Amsterdamscke of Rottcrdamsche school cn zeer zeker dan toch een goed figuur zou maken Juist daarom kunnen we nog niet begrij pen, hoe de Tweede Kamer kort geleden zoo'n reactionaire bui had bij het aannemen van het amendement om in plaats van 18 1 voortaan 20 uren onderwijs te vragen in de (vakken van ar-k. Heel de strooming in de maatschappij wijst op vermindering van (•werkuren; bij het onderwijs klaagt men steen ten been over te veel herseninspanning en op hetzelfde oogenblik gaat men de weinige scholen, die zich nog niet bezondigen aan 'overlading en daardoor werkelijk een goed figuur maken, dwingen om ook ccn stap te «doen in do richting der overspanning 1" De Zutphensche Courantde verschillende voorstellen besprekende, die dezer dagen in üe pers aan de hand zijn gedaan om de he rwaren tegen den vaccin e-d wang op !te heffen, beveelt het volgende aan: Men geve in iedere gemeente, aan iedereen, ;<lie het vraagt, permissie om een bijzondere j school voor nietgevaccineerden op te ricli- ten. Maar men late die scholen niet toe, dan binnen een bepaalden afstand buiten de bebouwde kom der gemeente, zooals men dat zou doen met andere inrichtingen, wel ke in bepaalde gevallen gevaar voor de om geving kunnen opleveren. Men schrijve ver der nog voor. dat op die inrichtingen met groote duidelijke letters vermeld moe£ staan: yjSchool voor niefc-gevaccincerden". En men ,K>nderwerpe deze inrichtingen in tijden van •pokken-epidemie aan een scherp toezicht en daan bijzondere maatregelen van voorzorg cn desinfectie.. De Zutphensche geeft, o. i. terecht, dit Voorstel voor beter, maar meent, dat het in zich vereenigt de voordeelen: ]o. dat men niet te midden van de zooveel mogelijk tegen pokkengevaar beschermde gemeente verzame lingen van niet daartegen beschermden in het .leven roept, en 2o. dat men de gemoedsbe- ewaardheid er niet door aanwakkert. Dr. Kuyper's voornemen om te pogen den .Vaccin c-d wang voor „enkele bijzonde re scholen" af te schaffen, geeft De Hollan- \der een artikel in de pen, om uiteen,.te zet- ijfcen, waarom de Regeering komen moet tot ufeietgecn dit anti rev. weekblad noemt ,,een 'halven maatregel." „Een halve maatregel, omdat wij, antire volutionairen, wenschcn geheele afschaffing [van den dwang. Maar de roomsch-katholieken zijn, over het algemeen, voorstanders van de vaccinatie en ook van den dwang. j Dit laatste is wel wat vreemd. Men kan •ivoorstander zijn van de kunstbewerking op thct lichaam, maar loch ook tegenstander van 'dwang. Zelfs mr. Van Houten heeft het,in- [/Öertijd voor de vrijheid van het lichaam op genomen." Een beroep al zoo tegen staatsdwamg, van ;een kant, die indertijd sterk voor den per soonlij kon kazemedwang ijverde. Doch dit daargelaten. Het denkbeeld van De Tijd: toelating te lieven om afzonderlijke scholen voor niet- Lge vaccineerde kinderen te openen, lacht De ^Hollander niet geheel toe: „Beter zouden wij het achten, dat gehaai- (jdeld kon worden zooals minister Lehman Sleed. Deze had voorgesteld om de vaccine (facultatief te stellen. Dat wil zeggen: wan- (neer ouders hun bezwaren tegen do vaccine hij den burgemeester bekend maakten, zou den zij niet vallen onder den dwang. Dit voorstel is niot in openbare behande ling gekomen, door de aftreding van minis- >ier Lohman. Het zou mtusschen toch ver- 64) Nadat juffrouw Chipchase het verraad van den eersten reporter ontdekt had, genoten de '..anderen, die volgden, een allesbehalve harte- fiyke ontvangst. Als er een vreemde heer voor de deur stond, schreeuwde ze al: „Lobelia, als dat er een van de krant is, «eg dan, dat by wel oprukken kan!" Doch reporters zijn niet zoo gemakkelijk tuit hot veld te slaan. Zy hielden do buurt bezet en bespiedden de omgeving, terwijl ze -de buren behendig wisten uit te hooren over -hetgeen er in de woning der Chipchase* voorviel. Op een morgen, toen juffrouw Lobelia, met den huissleutel beugelend aan een vinger, hot huis verliet om boodschappen te gaan doen, werd zy slaande gehouden door een naar niouws dorstenden jongeling. 't Was oen nieuw eu heorlyk gevoel voor de romantische jongedame, en zy beant woordde gereedeiyk de nieuwsgierige vragen in een taal, ontleend aan haar lectuur en zeer geschikt voor deze gelegenheid. De jeugdige joarnalist maakte herha&ldeiyk aanteekeningen. Als Lobelia een winkel binnen ging, bleef hy buiten staan wachten en maakte lntusschen een ruwe 6chets van bet huis. Zoodra zy weer verscheen, knoopte hy het gesprek weer aan en babbelde zoo lang, dat haar tante onderwyi razend werd over het lange uitblyven. Toen Lobelia, in het volle gevoel van haar waardigheid, eindeiyk thuis i kwam, vond zy tante op de stoep en werd worpen zijn geworden, daar de roomsch- ka/tholieken in andere bladen zich er tegen verklaard hadden. En misschien zou het daarom beter zijn, dat minister Kuyper met een ander voorstel komt; want dAn zou hij kans hebben op dens tcun der roomsch-katholieke leden in de Kamers. Een steun, die wel niet gemist kan worden nu we weten, dat de liberalen voor de over- groote meerderheid zijn tegen iedere tege moetkoming." Andere antirevolutionair^ schrijvers daar entegen zijn nogal kras uitgekomen op de bezwaren der Katholieke bladen tegen een intrekking, zonder meer, van alle verplichte vaccinatie. Tegenover hun opvatting stelde nu De Tijd eenige leerzame cijfers. Het Centrum zegt: Dr. Bronsveld is natuurlijk niet goed te spreken over het ministerie. Dat is geen nieuws. En dat hij in elke „Kroniek" nieuwe aanvallen richt op het kabinet en zijn le den, zal evenmin verwondering baren. In zijn jongste politieke betrachting laat hij zich dan ook weer geducht gelden. De nieuwe ministers kunnen niet goed re- ge eren, want zij gaan des Zondags naar ver schillende kerken Of ook eenige van hen zich onder het ge hoor van dominee Bronsveld komen scharen vernomen wij niet. Evenwel, de grooto grief van den Utrecht- schen predikant is weer, dat de katholieken het rijk in bezit hebben. Wel is waar zijn aan de ministerstafel slechte drie in getal. 'Maar de heer Brons veld weet op zijn gewone, geniale manier te becijferen, dat wij „alles bijeengenomen", thans een conservatief ministerie hebben „onder roomsche overmacht". De katholieken zullen daarom aan het ein de van de ingetreden vier jaren tevreden zijn. „Zij hebben-dr. Kuyper in hun macht." Nu is het een eigenaardig verschijnsel, dat de Roomschon altijd een kabinet, en vooral een premier, in hun macht schijnen te heb ben. Over het vorig ministerie was dr. Brons veld geenszins tevreden, gelijk men weet. Het zag de katholieken naar de oogen. Hot ministerie- Yan Houten beviel hem, als wij ons goed herinneren, ook niet. Het kabinet-Tak evenmin; cn het ministerie-Mac- kay was hem, gewoonweg, een doorn in het oog. Ook toen hadden de katholieken met twee van de acht stemmen de meerderheid. Hoe hot dan ooit dr. Bronsveld naar den zin te maken? Hoe zal ooit een kabinet te vormen zijn, dat de Roomschcn niet naar de oogen ziet en dat niet onder hun over macht gebukt gaat? Ons dunkt, dat die kwestie belangrijk ge noeg is, om het politieke Nederland tot volle aandacht te stemmen. Zou misschien eon ministerie-Bronsveld de oplossing kunnen brengen?. De Nederlanderop den voorgrond stel lende, dat de volksvertegenwoordiging zich heeft te onthouden van inmenging in do rechtspraak, meent toch, dat wel beoordeeld mag worden de wijze, waarop de rechter van v r j h e i d van strafbepaling ge- bruilr maakt. Immers, er kunnen redéncn zijn, die den rechter hier stelselmatig van den juisten weg afbrengen Zoo acht De Ne derlander de meeDing verkeerd, dat de rech ter ook de strafwaardigheid van liet feit i n het algemeen zou hebben te beoordee- len. Indien de rechter zeide: ik mag doen wat ik wil, het door den wetgever mot straf be dreigd feit had eigenlijk niet of zeer licht moeten worden gestraft; of de wetgever nu al een hoog maximum gesteld heeft, daar door be kennen gevende, dat j het feit streng veroordeelt, dat gaat mij niet aan; ik paa toch de lichtste straf t-oe, dan stelt de rechter zich „in de plaats van den wet gever" en verzaakt zijn plicht. De tweede reden, waarom menig rechter niet den juisten maatstaf aanlegt, is, dat hij zich onbewust „op een ander standpunt" plaatst dan de wetgever. Dit komt vooral op het gebied der sociale wetgeving aan het 1 icht. begroet mot een uitgezochte collectie scheld woorden, ten overstaan van een grynzenden kuaap, die een zak kolen kwam brengen van Simmons. Doch Lobelia kreeg haar voldoening den volgenden morgen. Met één slag was zy een lokale beroemdheid geworden. In een der avondbladen stond een groot interview met een portret, omtrent welks Identiteit alle twJji'ol werd weggenomen door het onder schrift: „Mejuffrouw Lobelia Cuffs". Zoodra bet meisje er van hoorde, snelde zy naar het naaste krantenwinkoltje en kocht een exemplaar, waarmee zy vluchtte in haar slaapvertrek, om met fonkelonde oogen en gloeiende wangen het moois te genieten. Hoel bet armzalig hokje met het gebroken waschgerei, het vale behangsel in drie ver schillende patronen en een gescheurde Kerst- mi6prent uit een tydschrift, verdween in een nevel, en Lobelia zat in het keurige boudoir van een schryfster, die In de mode is. Zy zat in baar gedachten aan een met bloemen overladen tafel en schreef het vervolg van een roman, waarnaar de buitenwereld reik halsde met toomeloos ongeduld. Zy las en herlas het interview, waarin zy werd beschreven als een intelligente jonge dame met donkerbruine oogen en innemende gelaatstrekken. Zy gevoelde nu, dat voor haar het groote oogenblik gekomen was; de ver nedering van jaren was vergeten; heel Engeland las in dit oogenblik haar treffende beschry ving van den misdadiger in avondtoilet, den ver- moedeiyken moordenaar van een lordl Er was één bittere droppel in den vreugde beker: haar portret was niet bepaald, watzy had mogen wenschen. By het reproductieproces was haar neus er niet ongeschonden afgekomen, en er was een zwarte vlek op haar linkerwang, Herhaaldelijk hoort men klagen over de vaak veel te lage straffen, die bij overtre ding bijv. tegen de arbeidswetten worden opgelegd Die klachten schijnen gegrond. Van waar het verschijnsel Onze rechters zijn voor een groot deel wei nig op de hoogte van de sociale toestanden. De sociale wetgeving trekt menig hunner niet aan. Zij zien niet anders dan „de over treding op zichzelve". Als voorbeeld noemt De N ederlemder het opleggen van straf aan den werkgever op grond, dat hij zijn werklieden langor dan den gestelden tijd laat werken. Wanneer daarvoor to lichte straffen worden opgelegd, waartoe menig rechter licht geneigd is, plaatst deze zich op een onjuist standpunt. Datgene, wat de wetgever, terecht of ten onrechte, wil, is arbeid binnen wettelijke grenzen. Door daarvan af te wijken, maakt men aan de overtreders de concurrentie ge makkelijker dan aan de overigen. Het komt aan De Nederlander voor, dat d© rechter, door zich niet te stellen op het stand punt van den wetgever, de werking der wet geving op sociaal gebied zeer verzwakt, en zelf aanleiding geeft tot» het voortduren van gegronde klachten, waartegen te meer moet worden gewaakt, nu de rechterlijke macht uitsluitend uit gestudeerden gereoru- teerd wordt. Een gedwongen ontslag. Onlangs werd een en ander medegedeeld van de zaak van den heer De Zwaan, te 's-Oravenhage, die jarenlang als heel- en verloskundige aan het Ziekenhuis verbonden was en die in de maand December eervol ontslag had gevraagd en verkregen. Omtrent hetgeen aan dat verslag voorafging, deelt de schrijver der „Haagsche Brieven" in „De Tijd'r thans een en ander mede, dat ietwat meer licht verspreidt. Reeds een paar jaar geleden moet men volgens dien berichtgever een poging aangewend hebben om den ge neesheer „het voetje te lichten." „Men heeft toen daarbij oorspronkelijk een vrij slinkschon weg ingeslagen," schrijft hij. „In de verordening werd de eisch ge bracht, dat de chirurg arts zou moeten wezen. Dr. De Zwaan is geen artezoodat zijn doodvonnis daarmede geteekend was. De list is ontdekt en verijdeld. Er werd toen geëischt, dat de heelkundige binnen zekeren afstand van het Ziekenhuis zou moeten wonende hoer De Zwaan woonde in de Parkstraat, niet binnen den geëischten af stand. Er was wel een overgangsbepaling gemaakt, doch deze was zoo kort, dat het vrijwel onmogelijk was om binnen dien tijd een andere woning te vinden. De heer De Zwaan vroeg dus eervol ontslag. De Raad hield hem echter de hand boven het hoofd. De overgangsbepaling werd verlengd, en de heer Dc Zwaan verzocht zijn aanvrage om ontslag in te trekken. De heer Do Zwaan had toch, zeggen sommigen, de eer aan zich moeten houden en bij zijn aanvrage moeten volharden. Hij heeft dit niet gedaan, omdat zijn chirurgische arbeid aan het Ziekenhuis hem lief was en hij in de oprechtheid van het verzoek geloofde, antwoorden anderen. Dr. De Zwaan is aangebleven en heeft bin nen dèn tijd een andere woning gekozen. Het heeft hem niet mogen baten. In Decem ber heeft men hem gewaarschuwd, dat de commissie van het Ziekenhuis hem voor een herbenoeming met 1 Januari 1902 niet zou voordragen. Het verzoek om ontslag is toen, noodgedrongen, gevraagd en met algemcene stemmen verleend." Gisteren kwam de quaestie in den Haag- schc-D gemeenteraad ter sprake. Naar aan leiding van het adres van dr. L. van der Hoeven, dat nu bij den gemeenteraad in kwam en waarop nog een aanvulling is in gediend, word door B. en W. voorgesteld deze adrcsseD voor kennisgeving aaD te nemen. Omtrent de discussie, die zich daarover ontspon, meldt men ons: „De heer Yas Dias achtte 't echter voor den raad en de burgerij hoogst nuttig nadere inlichtingen te geven, ten einde te kunnen vaststellen of het door dr. H. de Zwaan ge vraagde ontslag al dan niet vrijwillig is gevraagd. De wethouder De Wijs achtte een openbare behandeling van deze zaak hoogst nuttig en dankte derhalve den heer Yas Dias voor diens interpellatie, die hem zeer wei- welke het Britsche publiek in de meening kon brengen, dat zy niet gewoon was, haar gezicht te wasschen alvorens geïnterviewd te worden. Haar geluksdroora werd ruw gestoord door tante, die onder aan de trap haar naam stond uit te roepen op een weinig berainlUken toon. Een oogenblik aarzelde Lobelia, of zy wel zou gehoorzamen. Mocht zy, de beroemde schryfster van „De misdadiger in een zwarten rok, of Stophen Alison, zooals lk hem heb gekend", zy, de beroemdheid van den dag, op wier portret de millioenen oogen van de Metropolis rustten, mocht zy aldus ruweiyk worden opgeöischt voor een vernederenden arbeid. Doch een herhaling van den roep, in nog scherper toon, deed alle verdere aarzeling ophouden; Lobelia vouwde de krant op, ver borg die ia den boezem van haar nederig gewaad, stevende vol majesteit de trap af en- vyf minuten later was de beroemde schryfster bezig, op handen en voeten kruipende, den vloer te „doen", onder het toezicht van tante, die een scherp oog had voor „hoekjes" en een Hollandschen zin voor emmers en dweilen. De ster van Lobelia Cuffs bleef een paar dagen rijzende. Er was onder de buren eeu yver om haar goeden morgen te wenschen en een praatje te maken, waarvan zy vroeger nooit iets had bespeurd. Toen zy naar den winkel van Simmons ging, om een kool te halen, was Liza's houding byna eerbiedig. Na den gedenk- waardigen avond in het café-chantant waren de dames zeer koel tegen elkaar geweest. Maai- juffrouw Simmons brak nu het ys. Zy had Lobelia's interview met het portret gezien, en dien eigen avond had zy, in een gesprek kom was. Het adres van dr. Yan der Hoeven gaf hem den indruk van professioneele ge voeligheid, zooals die vroeger overal voor kwam, cn vooral het votum van acht en ne gentig medici na de lezing van dr. Van der Hoeven in de Maatschappij voor Genees kunde, getuigde van verontwaardiging, die tot lichtvaardig oordeelen leidde zonder het audi et alteram partem te betrach ten. In de rede van dr. Yan der Hoeven komen vele onjuistheden voor, die spr. voor af, ware hij bij hem gekomen, gaarne zo a hebben verbeterd. Dr. Van der Hoeven sprak van het „bruischend bloed in zijn aderen", hetgeen een stroomsnelheid teweeg bracht, die tot juist concludeeren niet in staat kan stellen. Er waa in die rede een wel wat me lodramatisch effect. En wat nu de zaak zelve betreft, herinnert spr., dat in 1900 de com missie van bijstand voor het Ziekenhuis aan B. en W. eenparig hebben geadviseerd het verzoek om ontslag toe te staan, terwijl uit den raad, na de geheime zitting, geen enkele stem opging om zich daartegen te verzetteu De gemeenteraad nam na verdere zeer uit voerige discussiën over de ontslagneming van dr. De Zwaan met 23 tegen 6 stemmen een motie aan, verklarende zijn volkomen tevredenheid met de handelwijze van B. en Ws. en van de commissie van bijstand. Gemeenteraad Tan Zegwaard. Tegenwoordig zijn alle leden behalve de heer Steenwijk. Na goedkeuring der notulen van de vorige vergadering wordt mededeeling gedaan van de volgende ingekomen stukken: Proces-verbaal van kasopneming, waaruit blijkt dat op 0 Jan. jL bij den ontvanger in kas was een bedrag van f 2057.17. Brief van Ged. Staten, waarbij goedge keurd wordt teruggezonden het kohier van het schoolgeld over het 3e kwartaal van 1901. Brief als voren, waarbij goedgekeurd is terugontvangen de gemeen tc-begrooting voor 1902. Een schrijven van God. Staten, waarbij wordt medegedeeld dat door het Rijk aan deze gemeente over het jaar 1901 is uitge keerd een som van f 2591.52 1/2, waarvan de laatste termijn ad 050.52 1/2 op 30 Deo. jl. is betaalbaar gesteld Beschikking van Ged. Staten op het ver zoek om vrijstelling van de verplichting tot het geven van onderwijs in de vrije- en orde oefeningen der gymnastiek op do gemeen schappelijke openbare lagere school voor Zegwaard en Zoetermeer. De gevraagde vrij stelling wordt verleend voor de jaren 1902 en 1903 Alsnu wordt vastgesteld het kohier der schoolgelden over het 4do kwartaal van 1901 tot een bedrag van 60.30. In verband met de kosten verbondon aan het leggen van een paardenspoor van klin kers in den Bleiswijkschen weg is verhooging van den post „onderhoud van wegen" nood zakelijk eD wordt het desbetreffend Raads besluit vastgesteld. Ten slotte is ingekomen een adres van S. Breijer, schipper te Haarlemmermeer, waar bij deze aan de gemeenten Zoetermeer en Zegwaard om schadevergoeding verzoekt, daar zijn vaartuig op 4 April 1901, door het stooten op een paal die zich in de Leidsche Wallenwatcring bevond, is lek geworden en gezonken. Adressant beweert tot de ontdek king gekomen te zijn dat bedoeld vaarwater in beheer en onderhoud is bij genoemde ge meenten en verzoekt op grond daarvan scha devergoeding. Daar adressant verkeerd schijnt ingelicht, als zijnde de Leidsche Wallen watering niet in beheer of onderhoud bij deze gemeente, wordt besloten op het verzoek afwijzend to beschikken. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering gesloten. Koloniën. BATAVIA, 19 27 December. (Nederlandsche Mali.) Do heer E. J. Jellesma, resident van Menado, is, naar wy vernemen, opgeroepen naar Bata via en Buitenzorg om persoonlijke toelichting te geven op de agrarische aangelegenheden in de Minahassa. Het komt ons hoog noodig met buurdames, over juffrouw Cuffs gesproken als „myn vriendin Lobelia." By deze gelegenheid zocht zy voor Lobelia een heel mooie kool uit en betoonde zich zóó minzaam, dat Lobelia met al de ziele- grootheid, die paste aan haar positie, gaarne de verzoenende hand reikte/ Toen zy met haar kool reeds op den drempel was, riep juffrouw Simmons haar terug, presenteerde haar een appel en heropende nog even het gesprek over het interview, waarby zy terloops opmerkte, dat, als er nog eens zoo'n krantenman by Lobelia kwam, zy er wel by kon vertellen, dat zy den avond van den moord juist naar een spectacle varló geweest was met een vriendin, juffrouw Simmons. „Ik zal eens zien," beloofde Lobelia met een genadig knikje, en zy schreed door Exton- streot met het air van iemand, die heel de pers te barer beschikking had. Juffrouw Chipchase was razend op Lobelia, toen zy hoorde van het interview en het portret zag. Doch dat hinderde Lobelia niet. Tante - was natuuriyk jaloersch, omdat haar eigen portret niet gepubliceerd was. Lobelia leefde een paar dagen in de wolken, tot zy met een smak op het aardrjjk neer plofte. Zondagnamiddag ging zy wandelen en thuis komende vond zy een vreemde jonge vrouw op de sofa, met Jim naast haar. Zy had wel door den grond willen zinken, toen Jim opstond en het meisje aan haar voorstelde als zyn aanstaande. De aanstaande was een knappe meid, blond, met bJauwe oogen en blozende wangen. Zy begroette Lobelia vrlendeiyk en stak haar de hand toe. Lobelia zei weinig, verdween zoo gauw voor ln deze quaestie alle mogeiyke licht te doen opgaan, waar met schyn van waarheid beweerd werd, ook van andere zyde, dat de resident ten opzichte der aloude rechten der bevolking buiten zyn boekje is gegaan. (B N Door den directeur van O. E. cn N. is de volgende circulaire aan de Europeéscho schoolcommissies verzonden: Het is mij uit enkele geschriften gebleken, dat verechillende onderwijzers bij het lager onderwijs hier te lande voorstanders zijn van de z.g. vereenvoudigde spelling der Neder landsche taal. Daarvan zou allicht het gevolg kunnen zijn, dat zij ook in de school die spelling in toepassing brachten, en zich daarvan bij het onderwijs bedienden. Dit laatste moet, waar de officieele spel ling is die van De Vries en Te Winkel, en de kennisneming van een andere daarnaast slechts verwarring sticht, ongewenscht wor den geacht. Ik heb mitsdien de eer uwer commissie te verzoeken, om het onderwijzend personeel der onder uw toezicht staande scholen mede te deelen, dat bij het onderwijs slechte van de spelling volgens De Vries en Te Winkel mag worden gebruik gemaakt. Het „Bat. Nbld." meldt: De kapitein der infanterie A. C. Moulemans ia bestemd om op te treden als commandant van den nieuw op te richten post in Zuid-Nieuw Guinea (Merauké), terwijl de eerste luite nant der infanterie W. O. Schafer als com mandant der vaste bezetting van dien post zal optreden. Het „Bat. Nbld." schrijft: Wij hebben vroeger reeds melding gemaakt van plan nen om eenige onderwijzers boven de formar tie in diens£ te stellen als reizende ambtena ren die, waar noodig, terstond kunnen in vallen. Het gebeurt toch dikwijls dat een school wegens ziekte van een of meer onder wijzers maanden sukkelt met een incompleet personeel, een enkele maal zelfs in die ma te dat de lesuren beperkt moeten worden. Thans vernemen wij dat door den direc teur van onderwijs, eerodienst en nijverheid aan de regeering is voorgesteld tot dat doel twee onderwijzers der derde klasse of hulp onderwijzeressen boven de formatie aan te stellen. Naar het „Bak Nwsbl." meedeelt is ter bevordering van het gebruik der Nederland sche taal door inlandere bepaald, dat het Hollandsch voortaan op de openbare inland- Bche scholen der eerste klasse bij het onder wijs zal worden gebruikt. Deze maatregel verdient toejuiching, omdat zij de leerlingen aanwent niet alleen Hollandsch te schrijven, maar ook Hollandsch te denken en te spie ken, zegt „Het Onderwijs." De heer A. Roose, hoofd der school te Solok, heeft peneioen aangevraagd. De heer M. do Haas, hoofd der 2de school te Probolinggo, gaat begin Februari met verlof naar Europa (Het Onderwijs.) Aan de „Jav. Ct." ontleenen wij nog het volgende: Blijkens van den resident van Kediri ont vangen bericht is in den nacht van 6 op 7 dezer, ten gevolge van zwaren bandjir in de kali Temas, een groote hoeveelheid zand van den Kloet afgevoerd, waardoor circa 100 bouws sawahgrond en een nog onbekende uit gestrektheid tegallan, gelegen in de distric ten van Srangat en Djambean der afd. Bli- tar en Kediri zijn overstroomd: die gronden zijn nu met een lang zand ter dikte van twee voet bedekt, zoodat ze in de eerste jaren voor cultuur ongeschikt zijn geworden. Er wordt gevreesd dat wanneer in den aanstaanden westmoesson de millioenen ku bieke metei's vulcanische asch en zand door bandjirs zuüen wordon afgevoerd, niet al leen de bouwvelden zullen worden vernield, doch dat er tevens verandering zal komen in den irrigatie-fcoeetand der geteisterde streken. Blijkens een van den resident van Ba tavia ontvangen mededeeling is op 11 dezer de inlander Amsirmang, afkomstig van kam pong Tjempaka Poetic, district Senen, ter wijl hij van zijn werk te Tandjong Priok huiswaarts keerde, door den bliksem getrof fen en gedood. Blijkens een verklaring van den resident van Batavia van 20 dezer is in de dessa Ben- doel onderdistrict Palered (Dorongdon), af- deeling Krawang van zijn gewest een besmet-- zy kon uit de kamer on ging boven zitten „uithuilen". Doch lang mocht dat niet duren; het was dadeiyk tbeetyd, en „dat vreemde schepsel" mocflt mets vermoeden. Daarom nam zy haar spiegeltje, deed de sporen harer droefheid verdwynen en ging naar benedon, kalm en moedig als een martelares. Er heerschte eerst eonige verlegenheid aan de theetafel. De verloofde van Jim kende de familie niet en was wat zenuwachtig door de gedachte, hoe aller aandacht nu op baar gevestigd was. Jim deed al zyn best, om juffrouw Jones op haar gemak te brengen. Lobelia nam een houding aan, die in haar boeken voorkwam als „yskoude terughouding" en moeder Chipchase was uit haar humeur, omdat juffrouw Jones juist voor een scheur in het tafellaken zat.. Had Jim daar gezeten, dan had hy zyn bord boven de scheur kunnen zetten. Het gesprek wilde met vlotten, en het zwygen werd pyniyk, tot Jim, die merkte, dat het zyn meisje onaangenaam aandeed, zelf maar het woord nam en ging vertellen,# wat by van plan was te doen met de vyftig pond, die hy van meneer Hansell had gekregen voor den brief. In zyn yver om wat leven in debrouwery te brengen dacht hy er echter in het goheel niet aan, dat hy en zyn vader zorgvuldig het nieuws van dien brief voor mama ver zwegen hadden. Juffrouw Chipchase stoof op. Zy hield niet van heimeiyk gekonkel. Wat hadden Jim en zyu vader voor haar te verbergen? Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5