,Ja" IK 12856 Dinsdag 31 Januari. A0. 1902. (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Offieieele Kennisgeving. Uit de „Staatscourant." FEUILLETON. De Tweelingbroeders. DAGBLAD. PRIJS DIEEER COURANT: Voor Leidon por S meendenI f 1*10. Buiton Lolden, por loopor .11 waar agenten gevestigd t **^0 Franco per post PRIJS DER ADVERTENTTÊN: Van i 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Ii*«lelooze Geneer «n Heelkundise „Hulp" aai ©BTormejenden. Burgemeester ©n Wethouders van Leiden, Gezien de artt. 1, 4 en 5 der Verordening vao 20 December 1900, betreffende bet verleen»u ven kostelooze genees- ea heelkundige kuip san onver- mogenden, breDgen ter kenuia van ken, die op grond van onvermogen in aanmerking wenschen te komen voor het ontvangen, zoo neodig, van kostelooze genees- eü heelkundige hulp, van 1 Mei 19U2 tot 1 Mei 1901, dat zij zich ter verkrijging van het daartoe strekkend bew^s van onvermogen zullen moeten aanmelden ton Raadhuize in net lokaal naast de binoeejtrap (Trouwkamer), dat die aanmelding zooveel mogelqk zal rnoeton geschieden door hot hoofd doe gezins of indien de belanghebbende ongehuwd ia door hem of haar persoonlijk. en dat gelegenheid daartoe zal werden gegeven gedurende de maand hebraari a s. en wel op l)ms<Jag en Vrijdag van elke week van dos voor- middags hallelf tot des namiddags drie uren Aij waarschuwen voorts de belanghebbenden zich op deu bovenaangegeven tijd aan te melden zullende zij het bij niet tiidigc aanmolding. zich zei ven te wijten hebben indien zij in bet verkrijgen van genees- of heelkundige hulp vertraging onder- Vinden. Burgemeester en Wethouders voornoomd: Leiden, F. WAS, Burgemeester. 20 Jan. 1902. VAN 11 ETST, Secretary. i.euieu, üi Jauuari. Heden overleed in het Militair Invalidenhuis, alhier, de serge&nt-mvalide Pieter van Ravens, in den ouderdom van byna 90 jaar. Geboren .te Delft den 2&sten Maart 1812, trok hy tfl- dens den Belgischeu opstand ala vrijwillig schutter uit, doch verbond zich in Juni 1831 by het regiment huzaren No. 6 en maakte als zoodanig deel uit van het mobiel® leger tot 1834. Den I2den October 1849 ging hy als wachtmeester over by het 3de regiment dragonders en werd don 15den Februari 1852 gepensionneerd. De overledene was drager van het Metalen Kruis. Met hem daalt de laatste Metalen-Kruls-ridder uit het Invaliden huis ten grave. De teraardebestelling zal plaats hebben met militaire terbewyzen op Vrydag den 24eten Januari, des morgens te tien uren. Evenals den vorigen winter zal van wege de Vereeniging tot Bevordering der Krijgswetenschappen te Leiden, ook nu we der een cursus wordoo gegeven, waarin ka pitein W. F. Pop, te 's-Gravenhage, een of meer krijgskundige onderwerpen zal bespre ken. Behalve «fcudont&n zullen ook gymna siasten en enkele burgers dezen cursus volgen. H. M. de Koningin Mooder ontvangt hedenavond in audiëntie de gezanten van Frankryk, van Amerika en van Turkye. Gedeputeei de Staten van Zuid-Holland hebben alwyieud beschikt op het verzoek van J. Kroon c.s te Ter-Aar, om het oude Kortenaarscho voetpad op den legger der wegen en voetpaden dier gemeente te brengon. Hare Majesteit de Koningin-Moeder en Z. K. H. de Prins-Gemaal gaven gistor- avond gevolg aan het voorgenomen bezoek van do soiróe dansante van de sociëteit „Ca sino" in de zalen van „Pulchri Studio" in het lange Voorhout te 's-Gravenhage. Hare Majesteit kwam kwart voor tien uren. Zijne Koninklijke Hoogheid kwart over tienen. Do hooge gaaten werden ont vangen door hot bestuur, bestaande uit de heeren: rnr. A. J. Graai van Randwijck, President-Commissaris, Th. Baron de Smeth van Deurne, jhr. E. van Loon, J. Graaf van Lijnden en jhr. van Karnebcek. Z. K. H. de Prins der Nederlanden, hertog van Mecklenburg, vergezeld van zijn adjudant, den luitenant ter zee le kl. jhr. Hooft Graafland, vertrok hedenochtend vroeg naar Mecklonburg, De Prins gaat te Schwenn logeeren bij zijn moeder, H. K. H. de groothertogin Marie van Mecklenburg- Schwerin, om in den familiekring den ver jaardag van deze vorstin te kunnen mede vieren en eenige dagen daar door te brengen. Z. K. H. wordt ook vergezeld door zyn particulieren secretaris baron von Engel. Vóór zyn vertrek wierp de Prins een kykje op de plaats van hot spoorwegen- geval by het Staatsspoorstatlon van Vrydag- arend jl. Blijkens het jaarboekje voor 1902 telt de Christ.-Geref. Kerk (het overblijfsel van de scheiding van 1834, dat in 1892 niet me- deging in de vereeniging van de meeste Christ.-Gereformeerden met de Doleerenden of Ned. -Geref.thans 09 gemeenten en sta tions in ons land. Het aantal predikanten bedraagt 22, terwijl aan de Theologische 8chool te Rijswijk (bij Don Haag) vier stu denten in hun laatste studiejaar zijn en dezen zomer het eandidaate-examen hopen af te leggen. Aan de Chr. Normaalschool ter oplei ding van onderwijzers op den Klokkenberg te Nijmegen zijn door de directie twee plaatsen als kosteloos kweekeling beschik baar gesteld. Do 2de luit. J. M. van den Oudendyk Pletorse, van het 4de reg. Inf. te Gouda, keert 31 dezer van zyn detacheering te Utrecht naar zyn kerps terug. De voor het O. I. legor bestemde E. R. Byieveld heeft bevel ontvangen om uiteriyk 8 Febr. zyn bestemming te volgen. H. M. de Koningin-Moeder heeft den Perzischoo minister resident in audiëntie ont vangen. De Prins der Nederlanden heeft het eerelidmaatscbap aanvaard der in Den Q&ag gevestigde sociëteiten „De Haagsche Club" en „De Plaats Royaal". In het door de Haagsohe rechtbank ver laten gebouw op dea Korten Vy verberg zullen vooralsnog alleen gevestigd worden de Buree- len van don Industrieelen Eigendom, terwyi het voornemen bestaat er het mondeling ge deelte van het notarieel Staatsexamen te hou den, hetwelk tot nu too werd afgenomen in hot Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. Aan rar. A. A. de Pin to werd gisteren den dag, waarop hij 50 jaar geleden to Leiden tot doctor in de rechten promoveerde van de Nederlandsche Ju risten vereeni ging (waarvan mr. De Pinto een der oprich ters is, terwijl hij verscheidene malen en ook dit jaar als voorzitter fungeerde), het eere- lidmaatoehap aangeboden bij monde van den vice-president mr. De Sitter door een com missie, bestaande uit mr. Simon van der Aa, prof. Van Hamel, mr. K ars ten, mr. Levy, prof. Molengraaf!, mr. Dc Ranitz, jhr. mr. Rethaan Maoaró en mr. De Witt Hamer. Mr. De Sitter herinnerde er aan, dat het eenig eerelid der J uristenvereenigipg wijlen staatsraad De Vries, dat eerelidmaatschap werd aangeboden, ook op diens 50-jarig ju- bilë en dat dit toen geschiedde door mr. Do Pinto, thana hot eenig eerelid. Mr. De Pinto dankte de commissie en zei- de op hoogen prijs te stellen deze onderschei ding van een vereeniging voor welke hij steeds de grootste belangstelling had gekoesterd en waarvan hij hoopte, dat zij moge genieten een lang bestaan, haar verleden waardig. Omtrent de viering van het jubileum van ds. H. Piorson, te Zetten, op heden, Dinsdag, wordt het volgende meegedeeld: In den voormiddag te kwart over tienen zou een openbare herdenking van het feit, dat ds. Piorson gedurende 25 jaren aan het hoofd heeft gestaan der Heldringgestichten, in de Vluchtheuvelkerk plaats hebben, waar bij als feestredenaar zou optreden dr. J. L. Heldring OGz., predikant te Amsterdam, zoon van wijlen den grooten stichter dor philanthropische inrichtingen te Zetten, 's Namiddags te half twee zou een particu liere receptie plaats hebben in de Normaal school, gepaard gaando met de aanbieding van een huldeblijk bij monde van ds. L. C. Schuller tot Peursum, predikant te Am sterdam. Te halfdrie zou een publieke receptie ge legenheid geven aan ingezetenen van Zetten en omgeving, aan leerlingen der Normaal school, bestuurders van Patrimonium enz. om den jubilaris hun gelukwenBchen te ko men aanbieden. Hr. Ms. pantserdek8chip „Zeeland", bestemd om in het begin der volgende maand naar Oost-Indie te vertrekken, is gisteren uit het Nieuwediep naar do reede van Tessel gestoomd, om op de gemeten mijl te proef- stoomen. De 2e luit. A. J. A. Busquet, van het 5e reg. inf. te Amersfoort, is aangewezen om don len luit. A. O. do Vos te vervangen als leeraar in de wiskundige vakken op den cursus. By beschikking van den minister van oorlog Is de officier van gezondheid 2de kl. der landmacht J. van der Meulen op zyn verzoek voor een jaar zonder bezwaar van de schatkist op non-activiteit gesteld. De minister van binnenlandsche zaken heeft de adviezen der academische senaten gevraagd over de quaestlo, of het gewenecht en hoe het mogeiyk is Amorikaansche studen ten in de gelegenheid te stellen a&n de open bare hoogOBckolen hior te lande graden te verwerven en te promoveeren. Het stoomschip „Amsteldyk", van Rot terdam naar Newport-News, is 19 Jan Lizard gepasseerd; de „Ardjoeno" arriveerde 18 Jan. van Rotterdam te Padang; de „Balt", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 18 Jan. van Perim; de „President" (uitreis) arriveerde 18 Januari te Mozambique; de „Rotterdam" arriveerde 19 Jan. van Rotterdam te Nieuw- York; de „Herzog" (thuisreis) pas eerde 18 Jan. Suez; de „Kedin", van Java naar Rot terdam, passeerde 20 Jan. Gibraltar; de „Ryndam", van Niouw-York naar Rotterdam, passeerde 20 Jan. Bevezier. Woubragge. In de Hervormde Kerk la hier voor de Boerenvrouwen en -kinderen in de kampen ln Zuid-Afrika, gecollecteerd het vry aanmerkeiyke bedrag van f 73.50. Kon. besluiten. Bevorderd tot com mandeur in de orde van den Nederlandschein Leeuw, mr. A. A. de Pinto, raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden. Benoemd tot adjunct-controleur bij den waarborg en de belasting van gooiden en zil veren werken te Amsterdam, K. N. Zur Mühien Jr., thane essaieur te Roozendaal; tot adjunct-controleur te 's-Gravenhage, G. O. baron van Till, thans commies-stempelaar met den persoonlijken titel van adjunct-con troleur aldaar; tot esBaieur te Alkmaar, F. J. Witteveen, thans commies-stempelaar te Amsterdam; tot commies-stempelaar te Am sterdam, O. E. van Koetsveld, thans aide- essaieur aldaar Benoemd in de orde van Oranje-Nassau; tot officier, do gep. majoor van het Oost- Indisch leger L. A. Bakhuis, leider der Cop- pename expeditie, en tot ridder, de luit. ter zee der lste klasse A. J. v&n Stockum, lid dier expeditie. Een pensioen van /200 verleend aan J. G. Becking, dochter uit het huwelijk van wijlen J. H. Becking, laatstelijk ontvanger van 's Rijks belastingen, met wijlen O- O. Bec king. Aan den fuselier van het leger in Ned.-In- diè Th. H. Dietrich (alg. stamboek no. 64225) vergunning verleend tot het dragen van het militair eereteeken 2de kl. en van het alge meen eereteekon met militaire decoratie^ hem reep. geschonken door H. H. M. M- de Ko ningen van Pruisen en Saksen. De met verlof in Europa aanwezige luifc.- kolonel der infanterie van bet leger in Ned.- Indië E. W. Biachoff van Hec^iskerck, met ingang op 1 Februari 1902, eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Aan den laten luit. H. N. do Fremery, van het 2de reg. vesting-artillerie, op het daar toe door hem gedaan verzoek, met ingang van 1 Maart 1902, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. Aan den lsten luit. van het korps genie troepen O. Nobel, met ingang van 1 Febr. 1902, op het daartoe door hem gedaan ver zoek, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend; en die officier, met ingang van 2 Febr. 1902, voor den tijd van vijf ja ren, benoemd tot reserve-kapitein bij het wapeD der genie en wel bij het korps genie troepen. De minister van financiën verleent deze week geen audiëntie. Aardrijkskunde en Liefde, Biyspel ln 8 bedryven van Björnstjbrn* Björn60n, door de „Necterl. Toonoelvereeniging van Amsterdam." Een Grleksche wysneua heeft eens gezegd de vrouw is een onmisbare ellende. Zonder vrouwen is 't leven onmogeiyk, met vrouwen ls 't ondraagiyk. Dit is een heel® boel eeuwen geleden. Tegenwoordig hebben de vrouwen ook een eigen standpunt en als thans iemand 't waagde dergeiyke vriendelijkheden te schry- ven, zou er onmiddeliyk e®n slagvaardige juffrouw opstaan en hem voorhouden: „de man ia een noodzakeiyk kwaad; als er geen mannen waren zou 't niet uit te houden zUn, nu ze er wel zyo, ls 't nog veel erger." Van daar de moderne wederkoerlghêidsmoraal: laten we het nog maar eens met mekander pro- beeren. Allebei wat toegoven. Drie kamers ®nkel voor landkaarten, maar dan in 't verdere deel van 't huis ook geen spoor van aardryks- kunde. Zoo alleen krygt men een atmosfeer, waar liefde raogeiyk is. Eerste bedryf. In de woonkamer zelfs al een kaart van Afrika. In 't huisgezin dan ook een gespannen, onhoudbare toeeland. Tweede bedryf. De heele woonkamer vol landkaarten, op groote rekken, ln groote stapels, ln groote rollen; ln 't huisgezin dan ook heelemaal geen toestand. Derde bedryf. In de woonkamer geen enkele landkaart meer en.over een huisgezin met liefde en geluk daalt het scherm weldadig neer (want die aardigheid van de snuifdoos, en dat met hun drieën ln de rondedansen enfin, dat hebben we maar zoo gauw mogeiyk getracht te vergeten.) Zoo hebben we dus werkeiyk een aardig gegeven; maar we voelen ook weer duideiyk ln dit stuk de oude grief, tegen Pjörnson altyd ingebracht: wel een mooi idee, en mooie karakterweergeving, maar een tooneelatuk goed in elkaar zetten, dat kan hy niet. En dit is een groot gebrek. In dit stuk zit geen doorloopendo handeling, de toestand is voort durend verward, soms ook onduidoiyk en ge rekt. Is die heele aardrykskunde manie maar een bedekte manoeuvre tegen Malla Rambeck geweest, zooals aan het slot een beetje schynt duor te schemeren? Neen, toch, hoop ik. En hoe staat 't eigeniyk met den schilder Henning en mevrouw en mejuffrouw Tygesen? Hangt hy den Don Juan uit achter de schermen of is hy werkeiyk zoo'n leuk type al. we leeren kennen in de weinige woorden maar, die hy in 't stuk zegt? En mevrouw Birgit Römer, die loopt er ook nogal zonderling tussciien door met aan 't slot dat gephilosopheer over phanta8le propos van haar hand. Maar die ls toch een gewichtig persoon er in. Dat is roo'n beetje de leidende kracht, (de dokter Kann uit „Laboremus"), om zoo te zeggen: ze weet er meer van. Met Turman heeft ze niet veel op. Nu, geen wonder. Wat heeft hy, ongetrouwd, ook voortdurend tegen ge trouwde menschen te zaniken, dat 't zoo'n ellende ls getrouwd te zyn, en tegen Tygesen den heelen dag te zeggen, dat een huisgezin een man enkel afleiding 6Q hinder geett. Hy moest toch begrypen, dat Tygesen met zyn bekende phantasie(?) daar niet tegen kan. Professor Tygesen, nu en dan wat ver ward of overdreven, was, zooals Ternooy Apè* hem gaf, een prachttype. Zich overwerkend of euf werkend en daarom prikkelbaar en monomaan; trotsch op zyn vlekkerige en ge scheurde jas, omdat 't toont hoe onafhanke- jyk hy op kleerengebied ls. Ontstemd door elke kleinigheid, meenend, dat zyn vrouw hem ook al in den weg loopt, maar totaal hulpeloos als ze hem uit den weg loopt. In zyn hart toch een goed, liefhebbend man, een geestig man, zelis vrooiyk. De moeiiyke halfernatlge, half-komische rol was in uit stekende handen (of juister: ln één uitste kende hand) en het succes van den avond. Ook professor Turman (Holkers), de ste vige geleerde sukkel, was goed. Kostelijk m het derde bedrijf met zijn angst voor het spook cn zijn wetenschappelijke ovortuiging, dat 't maar verbeelding is, prachtige illus tratie van het: je n'ai pas peur, mais je trem ble de courage. In de drie jonge menschen komt weer dui delijk do ongunstige positie uit van hot jon ge meisje uit goeden stand. Het dienstmeisje Anna, dat mag gerust het vrijzinnige stand punt innemen en van alle aardige mannen houden. (En mevrouw Faaasen maakte dat we ons hier volkomen in konden denken.) De jonge man ven welken stand ook dien kan het niet anders dan een deugd zijn, dat hij van allo aardige meisjes houdt. Maar een jonge dame, als Helga, die is al ge blameerd als ze op straat omkijkt. En van daar dat ze stilletjes naar de 6tad gaat en Fransche boeken leent, die er groezelig door lezen uitzien, do leerzame werken van die 53) „*t Is vroeseiyk voor myn tante en nicht", vervolgde hy, „en vader is er geheel door verslagen Ik wiklo weggaan aonder hem meer te zion; maar ik mag dat nu niet doen. Ik zal van avond naar hem toe gaan, om hem vaarwel te zeggen en uit t® leggen, dat hoen- gaan het boste is, wat ik kan doen." „Ja, ga vooral naar hem toe", zei Jenny. „En dan vertrek iknaar Australië naar Zuid Afrikahet komt er niet op aanU is toch niet hoos, omdat ik u kom YaarwoJ aoggeo Neen ik vmdik vind het treurig voor u." De jongo man zag, dat de eogen van het meisje, dat hy liefhad, vochtig waren, en hjj nam zacht haar hand in do sflne. „Jenny, het is niet braaf of goed van my, misschien; maar ik moet j® aeggen, dat ik je liefheb; dat, zeo de zaken anders geloopen waren, ik naar jo vader toe gekomen aou *yn, zooals je verlaagde." „Cecil 1" Zy zag hem aan, en hy las do grethe smart in haar eegen. „Ik wilde er niet weer ever spreken," zei hy; „maar je moeot het toch vreten. Vaarwel, Jenny 1 Vergeet mg nietr „Maneer HalfordCeeMik begrfip, Wat je moet Jyden; wak je familie moest lyden. Maar hedeak, dat or hoop is, al aehynt toestand nog zoo treurig. Ik geloof niet, Stephen Ateon sciwiWig wa«." Cecil zag haar verbaasd aan. „Oeh, je zult dat wel niet begrypen", ging zy voort, snel sprekend. „Sergeant Verity, een der politle-beambten, die de zaak in handen hebben, is myn oom. Ik heb hem vandaag gezien; hy gelooft niet, dat meneer Alison schuldig was, en hy heeft my beloofd, alles te zullen doen, wat zyn onschuld kan bewyzen, ter wille vanvan jo familie, Cecil. Ga hun dat vertellen; 't zal een licht straal voor hen zyn in de duisternis." Een uitdrukking van blydschap kwam op Cec-ils gelaat. „Als dat bewozen kon worden," zei hy, „zou het zeker hun leed verzachten; het zou een groot deel der schande vaa hen afwente len. Ik dank jo harteiyk, Jenny, voor die goede boodschap 1" „Sn jö moet je nu weg?" „Ja, dat is beter.... voor een poos althans. Ik moet geld verdienen; myn vader is niet zoo ryk als ik meendo; ik moet myn eigen weg banen in do wereld, Jenny." „Waar ga je heen?" „Waai- ik maar wat kan vinden. Je zult in elk geval van my hooren. Mag ik je schryven?" Zy scheidden met een krachtigen handdruk Jenny, de oogen vol tranen, ging treurig hoars weegs en Cecil bleef een minuut staan, em haar na to kyken. „Zy heeft my lief," sprak hy zacht, en er kwam iets in zyn keel, dat hem het spreken wdette. Hy wendde zich om en stapte vlug vowrt naai- hot hotel, waar zyn vader en May neg waren, wachtende, tot mevrouw Alison genoegzaam hersteld zou zyn om naar hun huis vervoerd te kunnen wqrden." Aan het hotel gekomen, informeerde hy naar zyn vader en ging regelrecht naar diens kamer. Er was een bezoeker; maar de kapitein rees op met een uitroep van blyde verrassing en snelde zyn zoon te gemoet „O, Cecil, ik wist wel, dat je zóó niet weg zoudt gaanl Je brief heeft my het hart ge broken. Het is beter, dat jo gaat; maar het was te wreed, dat je zoudt vertrekken zonder my vaarwel te komen zeggen." „Ik wist nietwat ergebeurd was, toen ik dien brief schreef, vader." Hy zag eenigszins verlegen naar den be zoeker, een knap jongmensch, met een ernstig gezicht. De kapitein merkte dit en maakte zyn excuses, dat hy in zyn vreugde den vreemdeling vergeten had. En hy stelde de heeron aan elkaar voor. „Meneer Dennis Avory myn zoon Cecil." Dennis stak zyn hand uit. „Meneer Halford," zei hy, „ik ben biy, dat ik u ontmoet. Ik kwam hier eigeniyk om u." „Om my?" riep Cecil zenuwachtig, een nieuwe onaangename verrassing vreezende. „Ja. Uw vader sprak my gisteren over uw besluit om de studie op te geven en terstond een botrekking te zoeken. Ik ben secretaris by een heer die groote zaken heeft gedaan, en met succes. Ik sprak toevallig over u tegen hem, en hy zou u gaarne van dienst zyn." „U is wel goed," zei Cecil, die nooit eer van Dennis Avory had gehoord en niet be greep, waarom doze zich voor hem interes seerde. „Ik was heel biy, de gelegenheid te hebben, iets voor u te doen," vervolgde Avory. „Mag ik dien meneer zeggen, dat u hem een visite komt maken?" „Zeker. Ik kan u niet genoeg dankbaar zyn." „Willen we het maar vaststellen op mor genochtend elf uren?" Hy nam een kaartje en schreef er met potlood het adres van Clement Hansell op. Cecils gelaat, dat verhelderd was by de gedachte aan die plotselinge uitredding, be trok opeens weer, en hy vroeg zenuwachtig, of die meneer Hansell wist van de familie betrekkingen tus8chen do Halfords on Stephen Alison. „Ja," antwoordde de secretaris van den millionnalr; „hy weet daarvan. Op dat punt behoeft u niet bevreesd te zyn." XXXVL De moordgeschiedenis en de vermoedelyke medeplichtigheid van den huurder der Chip- chases had heel wat nieuwsgierige reporters naar Exton-street gedreven. Juffrouw Chipchase had zich terstond be- leedigd gevoeld erver deze schending van haar vry beid in eigen huis. Haar ergste verden king ten opzichte van den geheimzinnigen huurder was uitgekomen, en met echt vrou- weiyke logica trachtte zy zlchzelve wys te maken, dat haar residentie van nu af zou bekend staan als een dievenhol, en dat de verantwoordelykheid hiervoor geheel neer kwam op haar man, die beter had moeten weten, toen hy zyn kamor verhuurde aan een onbekende zonder bagage. De arme Sam Chipchase liet haar maar praten; hy wist door jarenlange ervaring, dat het niets gaf, haar tegen te spreken; zelfs al had hy haar herinnerd, dat hy niet eens thuis was, toen zy de bovenkamer aan Stephen Alison verhuurde, zou dit niet de minste ver andering in haar meening hebben teweegge bracht. Hy luisterde dus kalm en steunde en zuchtte als naar gewoonte. Dat hy wat meer zuchtte dan anders, was een gevolg van het kille, vochtige weer, zeer bevorderiyk voor rheumatische pynen. De stroom van nieuwsgierige reporters goot olie op het vuur van juffrouw Chip- chase's toorn. De eerste, die verschenen was, had haar uitgehoord, zonder dat zy het ver moedde; maar toen Jim haar in oen avond blad een verhaal van driekwart kolom liet zien, door een handig jongmensch samenge steld uit een kort gesprek met juffrouw Chip chase, kende haar woede geen grenzen. Zy verklaarde het gebeele „interview" voor een hoop leugens en gat het voornemen te kennen, dien snuiter eens de waarheid te zeggen, ala hy 't weer moebt wagen, over haar drempel te komen. Daar Sam kalm zyn pyp bleef rooken, terwyi zy de fiolen van haar toorn uitstortte over do geheeie pers en al haar medewerkers, richtte haar boosheid zich spoedig tegon zyn ongepaste neutraliteit. „jy zit daar maar, en neemt niet meer notitie van my, of ik een brok steen was! 't Ia wat moois I Een fatsoenlyke vrouw wordt in baar buis overvallen en door de kranten gesleept met moordenaars en boeven I Wat moet er toch van de wereld terecht komen met al die kranten, die overal den neus in steken! Je bent niet veilig meer in je eigen kamer, 't Verwondert my, dat ze de laden nog niet opentrekken, om de messen en vorken te tellen 1 Als ze in de pottenkast gespion- neerd hadden, zou bet misschien in dekraat staan, dat er een barst is in degrooto sauskom 1" {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1