,Ja"
IK 12856
Dinsdag 31 Januari.
A0. 1902.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Offieieele Kennisgeving.
Uit de „Staatscourant."
FEUILLETON.
De Tweelingbroeders.
DAGBLAD.
PRIJS DIEEER COURANT:
Voor Leidon por S meendenI f 1*10.
Buiton Lolden, por loopor .11 waar agenten gevestigd t **^0
Franco per post
PRIJS DER ADVERTENTTÊN:
Van i 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Ii*«lelooze
Geneer «n Heelkundise „Hulp"
aai ©BTormejenden.
Burgemeester ©n Wethouders van Leiden,
Gezien de artt. 1, 4 en 5 der Verordening vao
20 December 1900, betreffende bet verleen»u ven
kostelooze genees- ea heelkundige kuip san onver-
mogenden,
breDgen ter kenuia van ken, die op grond van
onvermogen in aanmerking wenschen te komen
voor het ontvangen, zoo neodig, van kostelooze
genees- eü heelkundige hulp, van 1 Mei 19U2 tot
1 Mei 1901, dat zij zich ter verkrijging van het
daartoe strekkend bew^s van onvermogen zullen
moeten aanmelden ton Raadhuize in net lokaal
naast de binoeejtrap (Trouwkamer),
dat die aanmelding zooveel mogelqk zal rnoeton
geschieden door hot hoofd doe gezins of indien de
belanghebbende ongehuwd ia door hem of haar
persoonlijk.
en dat gelegenheid daartoe zal werden gegeven
gedurende de maand hebraari a s. en wel op
l)ms<Jag en Vrijdag van elke week van dos voor-
middags hallelf tot des namiddags drie uren
Aij waarschuwen voorts de belanghebbenden
zich op deu bovenaangegeven tijd aan te melden
zullende zij het bij niet tiidigc aanmolding. zich
zei ven te wijten hebben indien zij in bet verkrijgen
van genees- of heelkundige hulp vertraging onder-
Vinden.
Burgemeester en Wethouders voornoomd:
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
20 Jan. 1902. VAN 11 ETST, Secretary.
i.euieu, üi Jauuari.
Heden overleed in het Militair Invalidenhuis,
alhier, de serge&nt-mvalide Pieter van Ravens,
in den ouderdom van byna 90 jaar. Geboren
.te Delft den 2&sten Maart 1812, trok hy tfl-
dens den Belgischeu opstand ala vrijwillig
schutter uit, doch verbond zich in Juni 1831
by het regiment huzaren No. 6 en maakte
als zoodanig deel uit van het mobiel® leger
tot 1834. Den I2den October 1849 ging hy
als wachtmeester over by het 3de regiment
dragonders en werd don 15den Februari 1852
gepensionneerd. De overledene was drager
van het Metalen Kruis. Met hem daalt de
laatste Metalen-Kruls-ridder uit het Invaliden
huis ten grave.
De teraardebestelling zal plaats hebben met
militaire terbewyzen op Vrydag den 24eten
Januari, des morgens te tien uren.
Evenals den vorigen winter zal van
wege de Vereeniging tot Bevordering der
Krijgswetenschappen te Leiden, ook nu we
der een cursus wordoo gegeven, waarin ka
pitein W. F. Pop, te 's-Gravenhage, een of
meer krijgskundige onderwerpen zal bespre
ken. Behalve «fcudont&n zullen ook gymna
siasten en enkele burgers dezen cursus
volgen.
H. M. de Koningin Mooder ontvangt
hedenavond in audiëntie de gezanten van
Frankryk, van Amerika en van Turkye.
Gedeputeei de Staten van Zuid-Holland
hebben alwyieud beschikt op het verzoek
van J. Kroon c.s te Ter-Aar, om het oude
Kortenaarscho voetpad op den legger der
wegen en voetpaden dier gemeente te brengon.
Hare Majesteit de Koningin-Moeder en
Z. K. H. de Prins-Gemaal gaven gistor-
avond gevolg aan het voorgenomen bezoek
van do soiróe dansante van de sociëteit „Ca
sino" in de zalen van „Pulchri Studio" in
het lange Voorhout te 's-Gravenhage.
Hare Majesteit kwam kwart voor tien
uren. Zijne Koninklijke Hoogheid kwart
over tienen. Do hooge gaaten werden ont
vangen door hot bestuur, bestaande uit de
heeren: rnr. A. J. Graai van Randwijck,
President-Commissaris, Th. Baron de Smeth
van Deurne, jhr. E. van Loon, J. Graaf
van Lijnden en jhr. van Karnebcek.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden,
hertog van Mecklenburg, vergezeld van zijn
adjudant, den luitenant ter zee le kl. jhr.
Hooft Graafland, vertrok hedenochtend
vroeg naar Mecklonburg, De Prins gaat te
Schwenn logeeren bij zijn moeder, H. K. H.
de groothertogin Marie van Mecklenburg-
Schwerin, om in den familiekring den ver
jaardag van deze vorstin te kunnen mede
vieren en eenige dagen daar door te brengen.
Z. K. H. wordt ook vergezeld door zyn
particulieren secretaris baron von Engel.
Vóór zyn vertrek wierp de Prins een
kykje op de plaats van hot spoorwegen-
geval by het Staatsspoorstatlon van Vrydag-
arend jl.
Blijkens het jaarboekje voor 1902 telt
de Christ.-Geref. Kerk (het overblijfsel van
de scheiding van 1834, dat in 1892 niet me-
deging in de vereeniging van de meeste
Christ.-Gereformeerden met de Doleerenden
of Ned. -Geref.thans 09 gemeenten en sta
tions in ons land. Het aantal predikanten
bedraagt 22, terwijl aan de Theologische
8chool te Rijswijk (bij Don Haag) vier stu
denten in hun laatste studiejaar zijn en
dezen zomer het eandidaate-examen hopen
af te leggen.
Aan de Chr. Normaalschool ter oplei
ding van onderwijzers op den Klokkenberg
te Nijmegen zijn door de directie twee
plaatsen als kosteloos kweekeling beschik
baar gesteld.
Do 2de luit. J. M. van den Oudendyk
Pletorse, van het 4de reg. Inf. te Gouda, keert
31 dezer van zyn detacheering te Utrecht
naar zyn kerps terug.
De voor het O. I. legor bestemde E. R.
Byieveld heeft bevel ontvangen om uiteriyk
8 Febr. zyn bestemming te volgen.
H. M. de Koningin-Moeder heeft den
Perzischoo minister resident in audiëntie ont
vangen.
De Prins der Nederlanden heeft het
eerelidmaatscbap aanvaard der in Den Q&ag
gevestigde sociëteiten „De Haagsche Club" en
„De Plaats Royaal".
In het door de Haagsohe rechtbank ver
laten gebouw op dea Korten Vy verberg zullen
vooralsnog alleen gevestigd worden de Buree-
len van don Industrieelen Eigendom, terwyi
het voornemen bestaat er het mondeling ge
deelte van het notarieel Staatsexamen te hou
den, hetwelk tot nu too werd afgenomen in
hot Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen.
Aan rar. A. A. de Pin to werd gisteren
den dag, waarop hij 50 jaar geleden to
Leiden tot doctor in de rechten promoveerde
van de Nederlandsche Ju risten vereeni
ging (waarvan mr. De Pinto een der oprich
ters is, terwijl hij verscheidene malen en ook
dit jaar als voorzitter fungeerde), het eere-
lidmaatoehap aangeboden bij monde van den
vice-president mr. De Sitter door een com
missie, bestaande uit mr. Simon van der Aa,
prof. Van Hamel, mr. K ars ten, mr. Levy,
prof. Molengraaf!, mr. Dc Ranitz, jhr. mr.
Rethaan Maoaró en mr. De Witt Hamer.
Mr. De Sitter herinnerde er aan, dat het
eenig eerelid der J uristenvereenigipg wijlen
staatsraad De Vries, dat eerelidmaatschap
werd aangeboden, ook op diens 50-jarig ju-
bilë en dat dit toen geschiedde door mr. Do
Pinto, thana hot eenig eerelid.
Mr. De Pinto dankte de commissie en zei-
de op hoogen prijs te stellen deze onderschei
ding van een vereeniging voor welke hij steeds
de grootste belangstelling had gekoesterd en
waarvan hij hoopte, dat zij moge genieten
een lang bestaan, haar verleden waardig.
Omtrent de viering van het jubileum
van ds. H. Piorson, te Zetten, op heden,
Dinsdag, wordt het volgende meegedeeld:
In den voormiddag te kwart over tienen
zou een openbare herdenking van het feit,
dat ds. Piorson gedurende 25 jaren aan het
hoofd heeft gestaan der Heldringgestichten,
in de Vluchtheuvelkerk plaats hebben, waar
bij als feestredenaar zou optreden dr. J. L.
Heldring OGz., predikant te Amsterdam,
zoon van wijlen den grooten stichter dor
philanthropische inrichtingen te Zetten,
's Namiddags te half twee zou een particu
liere receptie plaats hebben in de Normaal
school, gepaard gaando met de aanbieding
van een huldeblijk bij monde van ds. L. C.
Schuller tot Peursum, predikant te Am
sterdam.
Te halfdrie zou een publieke receptie ge
legenheid geven aan ingezetenen van Zetten
en omgeving, aan leerlingen der Normaal
school, bestuurders van Patrimonium enz.
om den jubilaris hun gelukwenBchen te ko
men aanbieden.
Hr. Ms. pantserdek8chip „Zeeland",
bestemd om in het begin der volgende maand
naar Oost-Indie te vertrekken, is gisteren
uit het Nieuwediep naar do reede van Tessel
gestoomd, om op de gemeten mijl te proef-
stoomen.
De 2e luit. A. J. A. Busquet, van het
5e reg. inf. te Amersfoort, is aangewezen
om don len luit. A. O. do Vos te vervangen
als leeraar in de wiskundige vakken op den
cursus.
By beschikking van den minister van
oorlog Is de officier van gezondheid 2de kl.
der landmacht J. van der Meulen op zyn
verzoek voor een jaar zonder bezwaar van
de schatkist op non-activiteit gesteld.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft de adviezen der academische senaten
gevraagd over de quaestlo, of het gewenecht
en hoe het mogeiyk is Amorikaansche studen
ten in de gelegenheid te stellen a&n de open
bare hoogOBckolen hior te lande graden te
verwerven en te promoveeren.
Het stoomschip „Amsteldyk", van Rot
terdam naar Newport-News, is 19 Jan Lizard
gepasseerd; de „Ardjoeno" arriveerde 18 Jan.
van Rotterdam te Padang; de „Balt", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 18 Jan.
van Perim; de „President" (uitreis) arriveerde
18 Januari te Mozambique; de „Rotterdam"
arriveerde 19 Jan. van Rotterdam te Nieuw-
York; de „Herzog" (thuisreis) pas eerde 18
Jan. Suez; de „Kedin", van Java naar Rot
terdam, passeerde 20 Jan. Gibraltar; de
„Ryndam", van Niouw-York naar Rotterdam,
passeerde 20 Jan. Bevezier.
Woubragge. In de Hervormde Kerk la
hier voor de Boerenvrouwen en -kinderen in
de kampen ln Zuid-Afrika, gecollecteerd het
vry aanmerkeiyke bedrag van f 73.50.
Kon. besluiten. Bevorderd tot com
mandeur in de orde van den Nederlandschein
Leeuw, mr. A. A. de Pinto, raadsheer in den
Hoogen Raad der Nederlanden.
Benoemd tot adjunct-controleur bij den
waarborg en de belasting van gooiden en zil
veren werken te Amsterdam, K. N. Zur
Mühien Jr., thane essaieur te Roozendaal;
tot adjunct-controleur te 's-Gravenhage, G.
O. baron van Till, thans commies-stempelaar
met den persoonlijken titel van adjunct-con
troleur aldaar; tot esBaieur te Alkmaar, F.
J. Witteveen, thans commies-stempelaar te
Amsterdam; tot commies-stempelaar te Am
sterdam, O. E. van Koetsveld, thans aide-
essaieur aldaar
Benoemd in de orde van Oranje-Nassau;
tot officier, do gep. majoor van het Oost-
Indisch leger L. A. Bakhuis, leider der Cop-
pename expeditie, en tot ridder, de luit. ter
zee der lste klasse A. J. v&n Stockum, lid
dier expeditie.
Een pensioen van /200 verleend aan J. G.
Becking, dochter uit het huwelijk van wijlen
J. H. Becking, laatstelijk ontvanger van
's Rijks belastingen, met wijlen O- O. Bec
king.
Aan den fuselier van het leger in Ned.-In-
diè Th. H. Dietrich (alg. stamboek no. 64225)
vergunning verleend tot het dragen van het
militair eereteeken 2de kl. en van het alge
meen eereteekon met militaire decoratie^ hem
reep. geschonken door H. H. M. M- de Ko
ningen van Pruisen en Saksen.
De met verlof in Europa aanwezige luifc.-
kolonel der infanterie van bet leger in Ned.-
Indië E. W. Biachoff van Hec^iskerck, met
ingang op 1 Februari 1902, eervol uit den
militairen dienst ontslagen, met toekenning
van pensioen.
Aan den laten luit. H. N. do Fremery, van
het 2de reg. vesting-artillerie, op het daar
toe door hem gedaan verzoek, met ingang
van 1 Maart 1902, een eervol ontslag uit den
militairen dienst verleend.
Aan den lsten luit. van het korps genie
troepen O. Nobel, met ingang van 1 Febr.
1902, op het daartoe door hem gedaan ver
zoek, een eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend; en die officier, met ingang
van 2 Febr. 1902, voor den tijd van vijf ja
ren, benoemd tot reserve-kapitein bij het
wapeD der genie en wel bij het korps genie
troepen.
De minister van financiën verleent deze
week geen audiëntie.
Aardrijkskunde en Liefde,
Biyspel ln 8 bedryven van Björnstjbrn*
Björn60n, door de
„Necterl. Toonoelvereeniging van Amsterdam."
Een Grleksche wysneua heeft eens gezegd
de vrouw is een onmisbare ellende. Zonder
vrouwen is 't leven onmogeiyk, met vrouwen
ls 't ondraagiyk. Dit is een heel® boel eeuwen
geleden. Tegenwoordig hebben de vrouwen
ook een eigen standpunt en als thans iemand
't waagde dergeiyke vriendelijkheden te schry-
ven, zou er onmiddeliyk e®n slagvaardige
juffrouw opstaan en hem voorhouden: „de
man ia een noodzakeiyk kwaad; als er geen
mannen waren zou 't niet uit te houden zUn,
nu ze er wel zyo, ls 't nog veel erger." Van
daar de moderne wederkoerlghêidsmoraal: laten
we het nog maar eens met mekander pro-
beeren. Allebei wat toegoven. Drie kamers ®nkel
voor landkaarten, maar dan in 't verdere
deel van 't huis ook geen spoor van aardryks-
kunde. Zoo alleen krygt men een atmosfeer,
waar liefde raogeiyk is.
Eerste bedryf. In de woonkamer zelfs al
een kaart van Afrika. In 't huisgezin dan ook
een gespannen, onhoudbare toeeland.
Tweede bedryf. De heele woonkamer vol
landkaarten, op groote rekken, ln groote
stapels, ln groote rollen; ln 't huisgezin dan
ook heelemaal geen toestand.
Derde bedryf. In de woonkamer geen enkele
landkaart meer en.over een huisgezin met
liefde en geluk daalt het scherm weldadig
neer (want die aardigheid van de snuifdoos,
en dat met hun drieën ln de rondedansen
enfin, dat hebben we maar zoo gauw mogeiyk
getracht te vergeten.)
Zoo hebben we dus werkeiyk een aardig
gegeven; maar we voelen ook weer duideiyk
ln dit stuk de oude grief, tegen Pjörnson
altyd ingebracht: wel een mooi idee, en mooie
karakterweergeving, maar een tooneelatuk
goed in elkaar zetten, dat kan hy niet. En
dit is een groot gebrek. In dit stuk zit geen
doorloopendo handeling, de toestand is voort
durend verward, soms ook onduidoiyk en ge
rekt. Is die heele aardrykskunde manie maar
een bedekte manoeuvre tegen Malla Rambeck
geweest, zooals aan het slot een beetje schynt
duor te schemeren? Neen, toch, hoop ik. En
hoe staat 't eigeniyk met den schilder Henning
en mevrouw en mejuffrouw Tygesen? Hangt
hy den Don Juan uit achter de schermen of
is hy werkeiyk zoo'n leuk type al. we
leeren kennen in de weinige woorden maar, die
hy in 't stuk zegt? En mevrouw Birgit Römer,
die loopt er ook nogal zonderling tussciien
door met aan 't slot dat gephilosopheer over
phanta8le propos van haar hand. Maar die
ls toch een gewichtig persoon er in. Dat is
roo'n beetje de leidende kracht, (de dokter
Kann uit „Laboremus"), om zoo te zeggen: ze
weet er meer van. Met Turman heeft ze niet
veel op. Nu, geen wonder. Wat heeft hy,
ongetrouwd, ook voortdurend tegen ge
trouwde menschen te zaniken, dat 't zoo'n
ellende ls getrouwd te zyn, en tegen Tygesen
den heelen dag te zeggen, dat een huisgezin
een man enkel afleiding 6Q hinder geett. Hy
moest toch begrypen, dat Tygesen met zyn
bekende phantasie(?) daar niet tegen kan.
Professor Tygesen, nu en dan wat ver
ward of overdreven, was, zooals Ternooy Apè*
hem gaf, een prachttype. Zich overwerkend
of euf werkend en daarom prikkelbaar en
monomaan; trotsch op zyn vlekkerige en ge
scheurde jas, omdat 't toont hoe onafhanke-
jyk hy op kleerengebied ls. Ontstemd door
elke kleinigheid, meenend, dat zyn vrouw
hem ook al in den weg loopt, maar totaal
hulpeloos als ze hem uit den weg loopt. In
zyn hart toch een goed, liefhebbend man,
een geestig man, zelis vrooiyk. De moeiiyke
halfernatlge, half-komische rol was in uit
stekende handen (of juister: ln één uitste
kende hand) en het succes van den avond.
Ook professor Turman (Holkers), de ste
vige geleerde sukkel, was goed. Kostelijk m
het derde bedrijf met zijn angst voor het
spook cn zijn wetenschappelijke ovortuiging,
dat 't maar verbeelding is, prachtige illus
tratie van het: je n'ai pas peur, mais je trem
ble de courage.
In de drie jonge menschen komt weer dui
delijk do ongunstige positie uit van hot jon
ge meisje uit goeden stand. Het dienstmeisje
Anna, dat mag gerust het vrijzinnige stand
punt innemen en van alle aardige mannen
houden. (En mevrouw Faaasen maakte dat
we ons hier volkomen in konden denken.)
De jonge man ven welken stand ook dien kan
het niet anders dan een deugd zijn, dat hij
van allo aardige meisjes houdt. Maar een
jonge dame, als Helga, die is al ge
blameerd als ze op straat omkijkt. En van
daar dat ze stilletjes naar de 6tad gaat en
Fransche boeken leent, die er groezelig door
lezen uitzien, do leerzame werken van die
53)
„*t Is vroeseiyk voor myn tante en nicht",
vervolgde hy, „en vader is er geheel door
verslagen Ik wiklo weggaan aonder hem meer
te zion; maar ik mag dat nu niet doen. Ik
zal van avond naar hem toe gaan, om hem
vaarwel te zeggen en uit t® leggen, dat hoen-
gaan het boste is, wat ik kan doen."
„Ja, ga vooral naar hem toe", zei Jenny.
„En dan vertrek iknaar Australië
naar Zuid Afrikahet komt er niet op
aanU is toch niet hoos, omdat ik u
kom YaarwoJ aoggeo
Neen ik vmdik vind het treurig
voor u."
De jongo man zag, dat de eogen van het
meisje, dat hy liefhad, vochtig waren, en hjj
nam zacht haar hand in do sflne.
„Jenny, het is niet braaf of goed van my,
misschien; maar ik moet j® aeggen, dat ik
je liefheb; dat, zeo de zaken anders geloopen
waren, ik naar jo vader toe gekomen aou
*yn, zooals je verlaagde."
„Cecil 1"
Zy zag hem aan, en hy las do grethe
smart in haar eegen.
„Ik wilde er niet weer ever spreken," zei
hy; „maar je moeot het toch vreten. Vaarwel,
Jenny 1 Vergeet mg nietr
„Maneer HalfordCeeMik begrfip,
Wat je moet Jyden; wak je familie moest
lyden. Maar hedeak, dat or hoop is, al aehynt
toestand nog zoo treurig. Ik geloof niet,
Stephen Ateon sciwiWig wa«."
Cecil zag haar verbaasd aan.
„Oeh, je zult dat wel niet begrypen", ging
zy voort, snel sprekend. „Sergeant Verity,
een der politle-beambten, die de zaak in
handen hebben, is myn oom. Ik heb hem
vandaag gezien; hy gelooft niet, dat meneer
Alison schuldig was, en hy heeft my beloofd,
alles te zullen doen, wat zyn onschuld kan
bewyzen, ter wille vanvan jo familie,
Cecil. Ga hun dat vertellen; 't zal een licht
straal voor hen zyn in de duisternis."
Een uitdrukking van blydschap kwam op
Cec-ils gelaat.
„Als dat bewozen kon worden," zei hy,
„zou het zeker hun leed verzachten; het zou
een groot deel der schande vaa hen afwente
len. Ik dank jo harteiyk, Jenny, voor die
goede boodschap 1"
„Sn jö moet je nu weg?"
„Ja, dat is beter.... voor een poos althans.
Ik moet geld verdienen; myn vader is niet
zoo ryk als ik meendo; ik moet myn eigen
weg banen in do wereld, Jenny."
„Waar ga je heen?"
„Waai- ik maar wat kan vinden. Je zult
in elk geval van my hooren. Mag ik je
schryven?"
Zy scheidden met een krachtigen handdruk
Jenny, de oogen vol tranen, ging treurig
hoars weegs en Cecil bleef een minuut staan,
em haar na to kyken.
„Zy heeft my lief," sprak hy zacht, en er
kwam iets in zyn keel, dat hem het spreken
wdette. Hy wendde zich om en stapte vlug
vowrt naai- hot hotel, waar zyn vader en May
neg waren, wachtende, tot mevrouw Alison
genoegzaam hersteld zou zyn om naar hun
huis vervoerd te kunnen wqrden."
Aan het hotel gekomen, informeerde hy
naar zyn vader en ging regelrecht naar diens
kamer.
Er was een bezoeker; maar de kapitein rees
op met een uitroep van blyde verrassing en
snelde zyn zoon te gemoet
„O, Cecil, ik wist wel, dat je zóó niet weg
zoudt gaanl Je brief heeft my het hart ge
broken. Het is beter, dat jo gaat; maar het
was te wreed, dat je zoudt vertrekken zonder
my vaarwel te komen zeggen."
„Ik wist nietwat ergebeurd was,
toen ik dien brief schreef, vader."
Hy zag eenigszins verlegen naar den be
zoeker, een knap jongmensch, met een ernstig
gezicht. De kapitein merkte dit en maakte
zyn excuses, dat hy in zyn vreugde den
vreemdeling vergeten had. En hy stelde de
heeron aan elkaar voor.
„Meneer Dennis Avory myn zoon Cecil."
Dennis stak zyn hand uit.
„Meneer Halford," zei hy, „ik ben biy, dat
ik u ontmoet. Ik kwam hier eigeniyk om u."
„Om my?" riep Cecil zenuwachtig, een
nieuwe onaangename verrassing vreezende.
„Ja. Uw vader sprak my gisteren over uw
besluit om de studie op te geven en terstond
een botrekking te zoeken. Ik ben secretaris
by een heer die groote zaken heeft gedaan,
en met succes. Ik sprak toevallig over u
tegen hem, en hy zou u gaarne van dienst
zyn."
„U is wel goed," zei Cecil, die nooit eer
van Dennis Avory had gehoord en niet be
greep, waarom doze zich voor hem interes
seerde.
„Ik was heel biy, de gelegenheid te hebben,
iets voor u te doen," vervolgde Avory. „Mag
ik dien meneer zeggen, dat u hem een visite
komt maken?"
„Zeker. Ik kan u niet genoeg dankbaar zyn."
„Willen we het maar vaststellen op mor
genochtend elf uren?"
Hy nam een kaartje en schreef er met
potlood het adres van Clement Hansell op.
Cecils gelaat, dat verhelderd was by de
gedachte aan die plotselinge uitredding, be
trok opeens weer, en hy vroeg zenuwachtig,
of die meneer Hansell wist van de familie
betrekkingen tus8chen do Halfords on Stephen
Alison.
„Ja," antwoordde de secretaris van den
millionnalr; „hy weet daarvan. Op dat punt
behoeft u niet bevreesd te zyn."
XXXVL
De moordgeschiedenis en de vermoedelyke
medeplichtigheid van den huurder der Chip-
chases had heel wat nieuwsgierige reporters
naar Exton-street gedreven.
Juffrouw Chipchase had zich terstond be-
leedigd gevoeld erver deze schending van haar
vry beid in eigen huis. Haar ergste verden
king ten opzichte van den geheimzinnigen
huurder was uitgekomen, en met echt vrou-
weiyke logica trachtte zy zlchzelve wys te
maken, dat haar residentie van nu af zou
bekend staan als een dievenhol, en dat de
verantwoordelykheid hiervoor geheel neer
kwam op haar man, die beter had moeten
weten, toen hy zyn kamor verhuurde aan
een onbekende zonder bagage.
De arme Sam Chipchase liet haar maar
praten; hy wist door jarenlange ervaring, dat
het niets gaf, haar tegen te spreken; zelfs
al had hy haar herinnerd, dat hy niet eens
thuis was, toen zy de bovenkamer aan Stephen
Alison verhuurde, zou dit niet de minste ver
andering in haar meening hebben teweegge
bracht.
Hy luisterde dus kalm en steunde en
zuchtte als naar gewoonte. Dat hy wat meer
zuchtte dan anders, was een gevolg van het
kille, vochtige weer, zeer bevorderiyk voor
rheumatische pynen.
De stroom van nieuwsgierige reporters
goot olie op het vuur van juffrouw Chip-
chase's toorn. De eerste, die verschenen was,
had haar uitgehoord, zonder dat zy het ver
moedde; maar toen Jim haar in oen avond
blad een verhaal van driekwart kolom liet
zien, door een handig jongmensch samenge
steld uit een kort gesprek met juffrouw Chip
chase, kende haar woede geen grenzen. Zy
verklaarde het gebeele „interview" voor een
hoop leugens en gat het voornemen te kennen,
dien snuiter eens de waarheid te zeggen, ala
hy 't weer moebt wagen, over haar drempel
te komen.
Daar Sam kalm zyn pyp bleef rooken,
terwyi zy de fiolen van haar toorn uitstortte
over do geheeie pers en al haar medewerkers,
richtte haar boosheid zich spoedig tegon zyn
ongepaste neutraliteit.
„jy zit daar maar, en neemt niet meer
notitie van my, of ik een brok steen was!
't Ia wat moois I Een fatsoenlyke vrouw wordt
in baar buis overvallen en door de kranten
gesleept met moordenaars en boeven I Wat
moet er toch van de wereld terecht komen
met al die kranten, die overal den neus in
steken! Je bent niet veilig meer in je eigen
kamer, 't Verwondert my, dat ze de laden
nog niet opentrekken, om de messen en vorken
te tellen 1 Als ze in de pottenkast gespion-
neerd hadden, zou bet misschien in dekraat
staan, dat er een barst is in degrooto sauskom 1"
{Wordt vervolgd.)