Anno 1902.
PERSOVERZICHT.:
FEUILLETON.
Es Tweslinsbros^srs.
No. 12854 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 18 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
laten geen Zondag voorbijgaan, waarin zij
aan genoemde afgoderij geen deel nemen; de
miniflter van buitenlandscho zaken en die
van waterstaat enz. gaan naar een Neder-
landsche Hervormde kerk, en bewijzen goede
diensten aan hun kerkgenootschap, dat hun
voorzitter eensdriemaal van den Heerc ver
vloekt" noemde. De minister van koloniën
verdeelt zijn sympathieën tussehen de ge
reformeerden" en de Nederl.-Hervormden,
en de minister van marine houdt zich liever
buiten kerkelijke zaken."
Het Bataviaeisch Nieuwsblad meent, dat de
nieuwe Minister van Koloniën ten opzichte
van het Zendingvraagstuk in Neder-
landsch-Oost-Indië een achterwaarteche be
weging heeft gemaakt.
In zijn antwoord ter zake van de Indische
begrooting op het voorloopig verslag der
Tweede Kamer van do Staten-Generaai is de
Minister van Koloniën uitvoerig teruggeko
men, schrijft het blad, op hetgeen de troonre
de bedoeld zou hebben met de verplichting
van Nederland om aan de Christelijke Zen
ding op vaster voet steun "te verleenen «n ge
heel het regeeringsbeleid te doordringen van
het besef, dat Nederland tegenover Indxè
een zedelijke roeping te vervullen heeft.
Deze richting, nog wat onderstreept in de
memorie van toelichting op «^e Indische be
grooting, wekte bij het afdeelingsonderzoek
de bezorgdheid van ,,eenigo leden", die
vooral nadere inlichtingen wenschten om
trent den zin der verklaring, dat aan de
Zending ,,op vaster voet" steun behoort te
worden verleend.
Do Minister dan was uitvoerig in zijn ant
woord, wel wat erg uitvoerig, haast al te
uitvoerig voor iemand, die een goede zaak
denkt te verdedigen. Zijne Excellentie ge
bruikte heel veel woorden cm we»nig anders
te zeggen dan dat do Regeering haar onzijdig
standpunt niet verlangt prijs te geven, hoe
wel zij steun verleenen zal aan de Zending,
oen neutraliteit, die denken doiaan hetgeen
wij opmerken bij do grooto mogendheden wel"
ke zich volstrekt buioen den oorlog in Zuid-
Afrika houden, maar aan Engeland paarden
en allerlei oorlogstuig vorkoopen.
En om zich op dat „onzijdige" standpunt
te handhaven met steun aan de Zending,
op vaster voet nog wel, een ..contradictio
in terminis", was heelwat omhaal noodig.
Men lette voorts op dit eigenaardige: hoe
wel artikel 124 van het Regeermgsreglement,
gelijk wij vroeger reeds mochten vernemen,
zoo min als art. 17 der instructie voor de
regenten op Java en Madoera zich. naar de
meening van dezen Minister, tegen het ver
vullen der regentsbetrekking door een Chris
ten inlander verzet, toch hooren wij van hem,
dat, wanneer men het in die richting wil
sturen, een „wijziging van art. 124 van liet
Regeeringsreglement niet zal kunnen uit
blijven" en een wijziging an artikel 17 der
instructie zooeven bedoeld „alleszins wen-
schelijk" is. Men vat het njnj verschil- wij
ziging wel niet noodig om dit ox dat moge
lijk te maken, maar toch alles- ns wensche-
Jijk zelfs onvermijdelijk l
Wij bedoelen niet den Minister op het ter
rein dier spitsvondigheden te volgen, maar
vestigen er de aandacht op noc veel minder
houd eten vroeger ia de troonrede en in de
memorie van toelichting op de begrooting,
reeds in dit antwoord op net voorloopig ver
slag het stokpaardje boreden wordt de Zen
ding ii tort et a travers
Ja, Z. E. betreurt het, en in de eerste
plaats voor de Zo iding zelf „dat op ver
zoek van het Nederlandscho Zendinggenoot
schap, zooveel zendelingen hulppredikers en
in dien zin Staatsambtenaren geworden zijn,
omdat hierdoor liet gevaa* verre van denk
beeldig bleek, dat geheel andere denkbeelden
verkondigd worden aan door de zendelingen
gebracht zijn en zelfs verstoring ^an het ver
richte Zendingswerk niet u uitgebleven."
Zeker: het ware Christendom i.s bewonde
renswaardig heerlijk, maar do Christenen
in het algemeen genomen en zelfs enkelo
Christen-zendelingen bezitten aie eigenschap
der bewonderenswaardige heerlijkheid in veel
mindere mato. De Minister vu Koloniën
wil het erkennen la bonne heurc I
Over het geheel wordt xii het voorloopig
verslag ter zake van de Zending dus een
toontje lager gezongen dan bij hot optreden
van dit .:abinet en wij vleien ons met de ge-i
dachte, dat practischc wenken c raadgevin-
ven uit Indio daartoe wel iets hebben bijge-;
dragen. Maar het zou geen houding hebben
dit ineens te erkennen en daarom fluks een
uitstapje gemaakt in het labyrint der offi-
cieele phrasenmakerij.
Misschien is do lezer van listig gesteld»
staatsstukken, waarin hij om en om gevoerd
wordt langs paden en lanen en kronkelwegen
en redeneeringen, oneindig cn zonder tal,
argeloos genoeg niet te merken welken kant
men hem uitvoert. Begint hij chtcr te be
grijpen, dat hot clericale ministerie, in zake
de Zending achteruit krabbelt v«or de kracht
der feiten hij criugo die wetenschap niet
op, maar schenke het voorrecht van terug
trekken, liefst met vliegcmc vaar.d-'s en
slaande trom.
Ret Volksblad wijdt een beschouwing aan
de communistische koloniën, zoo
als deze zich op initiatief van dr. Eredenki
van Eeden hier te lande gevestigd hebben.
"Vooraf geeit het blad een begrip van heb
woord „idealist", en het meent, dat het
spraakgebruik als idealisten zoodanige men--
schen aanwijst, die hun ideaal op een bepaal
de duidelijk herkenbai" wijze trachten to
verwezenlijken. De „idealist" is iemand, dio
zich met zijn geestverwanten in individualis
tische eenzaamheid afzondert uit liet maat
schappelijk leven en langs eigen zo.fgrkozcnt;
en zelfgevonden banen zich voortbeweegt.
Zulk een afzondering kaD physiek zijn au. die
van een kluizenaar monniken c. d., en zij
kan ook intellectueel zijn, als die van zoovele
denkers cn droomers van oude cn nieuwe
tijden.
Beido vormen van afzondering vindt men,
volgens liet Volksblad-in de bedoelde kolo
niën.
Wat is het doel dezer koloniën1? vraagt dan
hot blad, en het antwoordt:
„Zij willen de wijze, waarop de door den
maatschappelijkcn 'arbeid geproduceerde goe
deren worden verdeeld, veranderen. Dat
maakt hen nog niet tot idealisten, want het
zelfde doel wordt nagestreefd door duizend
anderen, van wie niemand zal beweren, dat
zij ook maar in ue verte aan ideal ie ei. herin
neren.
Maar de wijze, waarop de kolonisten hun
doel willen bereiken, stempelt hen tot het
geen wij, het algemeen spraakgebruik vol
gend, idealistische droomers noemen. Hun
eerste daad in hun streven naar verandering,
in den toestand der maatschappij is, zich
uit deze maatschappij af te zonderen en een
wereldje op zichzelf te vormen. Zij negecren
al wat de voortgaande ontwikkeling van heb
grootbedrijf, de bewonderenswaardige orga-,
nisatie der gemeentelijke huishouding in do
groote steden heeft gcbracb..
In hun koloni-n, waar in den beginne uit
sluitend landbouw zal worden beoefend, zal,
men weer leven als vroeger, toen IrV
stadsleven de mcnschen nog niet bedorv. i
had. Elke kolonie zal e: vrije groep zijn,
waar men een idyllisch landleven zal leiden."
Bij dit alles wordt ecjiter vergeten, zegt
Ret Volksbladdat men te doen he r' met
mcnschen, dio uit heel andere milit- ko
men, dan die, waarin men hen wil doen le
ven. Onze i aaiochappij met haar 6tcrke ar-
bcidsvcrdeeling en ingewikkeld geBtel, heeft,
individuen gekweekt, die nu eenmaal niet
meer geschikt zijn om zich te voegen in een
levenswijze, die een eenheid van denken, ge
voelen en ontwikkeling vereischb welke thans
niet meer bereikt kan worden.
Het is nu eenmaal niet meer mogelijk ora
een aantal menseken voortdurend in zu.k een
nauwe gemeenschap met elkaar te >cn leven
zonder dat l:n slotte oneenigheid ontstaat.
En de ondervinding heeft dan ook geleerd,
dat bijDa alle koloniën, in welk deel der wtr'
reld deze ook worden opgericht, grootendecls
door oneenigheid to gronde zijn gegaan.
Maar ook de economische basis, waarop
men deze koloniën opricht, deugt niet. Hoe
zal men te midden van een samenleving, dio1
berust op een zich steeds verder ontwikkelend'
grootbedrijf, koloniën oprichten, die een
voorbijgegaan tijdperk der maatschappelijke
productie vertegenwoordigen? De koloniëD
zullen onmogelijk buiten een zeer druk ccono-
In haar tweede artikel over vaccine-
d w a ng constateert Dc Tijd heb cigonaaj-dig
verschijnsel, dat do tegenwoordig tegen dc
vaccine ingebrachte bezwaren ontleend zijü
aan do geneeskundige wetenschappen en de
medische statistiek, terwijl het toen nage
noeg geen vakmannen zijn, die zo inbrengen,
en terwijl bijna al die lceken-bestrijders bc-
hoore-n tot één religieuze wereldbeschouwing.
De overweging dezer daadzaken moet tot
het besluit voeren, dat öf achter de thans
aangevoerde bezwaren andere zitten öf ande
re motieven vroeger hcDbon b e s ta a n,
„welke ingevolge zeker eigenaardig hervor-
mings- of ontwikkelingsproces liet tegpn-
woordig karakter van medische bezwaren
hebben aangenomen."
De geschiedenis vervolgt dc redactie
bevestigt deze conclusie.
En dan herinnert zij aan dc geschiedenis.
In vroeger jaren waren er protestantsche ge
zinnen van steile rechtzinnigheid, dusge
naamde „afgescheidenen", die de inenting
ongeoorloofd verklaarden op grond van ze
ker godsdienstig fatalisme en enkele teksten
uit.de H. Schrift. Zij waren volkomen te
goeder trouw, hoo "onbegrijpelijk hun mee
ning, die ten slotte tot veroordeeling van
alle maatregelen van voorzorg moest leiden
aan „ons katholieken" ook was.
Van het eerste bestaan der antir. partij af
hebben deze bezwaarden tot die partij be
hoord. Zij waren met do andcro antirevolu
tionairen in de meeste godsdienstige cn reli
gieus-politieke vraagstukken homogeen.Niets
natuurlijker dus, dan dat do antirevolutio
nairen, al dacht de groote meerderheid hun
ner over de geoorloofdheid dor inenting ge
heel anders, meer dan anderen gevoelden
voor de gomelde gewetensbezwaren en meer
dan anderen zich goroepen achtten, voor dio
over 't geheel weinig ontwikkelden den strijd
in pers cn parlement aan te binden.
„Met do Bijbelscho en fatalistische argu
menten, vroeger door een zeker gedeelte der
Afgescheidenen tegen de vaccine aangevoerd,
viel, natuurlijk, in nze Kamers cn in ernsti
ge openbaro dagbladpolitiek gee succt6 te
behalen. Vandaar, dat begrijpelijkerwijze
door dc Antirevolutionairen, om hun be
schermelingen te hulp te komen, naar andere
argumenten werd omgezien. Ine argumenten
boden hun de geschriften cn iSedeü klingen
van zeer enkelo geneeskundigen, inder
daad witte raven to r.eeten onder hun vakge-
nooten welke dc inenting, op grond van
zekere ervaringen, in het algemeen of in ze
kere g vallen schadelijk, nutteloos en gevaar
lijk achtten.
Al wat op ©enige plaats van den aardbo
dem tegen do vaccine werd aangevoerd, werd
met zorg verzameld; alio gevallen, waarin
de onkunde of onachtzaamheid van den vac
cinateur slechte gevolgen had gehad v oor den
patiënt, werden te boek gesteld.
Op die wijze is dikwijls zonde- schifting
en behoorlijk onderzoek, een massa van ma
teriaal bijeengebracht, welke inzonderheid op
den leek, die daarmede voor liet eerst kennis
maakt, noodzakelijkerwijze caepen indruk
moet maken. Plet goede, door dj inenting,
uitgewerkt, hetwelk,in dien* het op gelijko
wijze onder zijn oogon gebracht kon worden,
ontzaglijk meer zou bedragen, -iet hij niet.
Do personen, die- hem in deze voorlichten,
zijn mannen, die in alle andere opzichten
zijn volkomen vertrouwen genieten. Geen
v\ onder, dat zich op deze wijze tv'i velen vol
komen to goeder trouw een meening tegen
de vaccine, gevormd heeft."
En dan besluit het blad:
„Zóó mcenen wij in het aanvankelijk zui
ver religieuzo bezwaar bij het minst ont
wikkelde gedeelte dor antirevolutionaire
partij en in de langzame omzetting daarvan
in een geneosxunuig oozwaar ook
bij de hooger ontwikkelden dier partij, dc
geschiedkundige en zielkundige verklaring
gevonden te hebben van het eigenaardige, het
zonderlinge karakter, hetwelk wij bij de op
positie tegen den directen of indirecten vac-
cinedwang hier te lando opmerkten."
In een derde (slot)-artikel vraagt Re Tijd:
60)
Opeens schoot hem het bloed naar het
hoofd.
Hy bedacht, dat als zijn dood door allo
kranten werd vermeld, ook zijn vrouw het
nieuws zou hooren; dat May do waarheid
zou vernemen. Zy zou weten, dat haar vader,
dien zy lang dood waande, een misdadiger
was geweest, die nu gestorven was onder
verdenking van medeplichtigheid aan een
lagen moord.
Hij vroeg zich af of het mogeiyk niet beter
geweest was, alles te trotseeren, naar de
politie to gaan en te vertellen,- wat hy van
lord Charlton wist. Doch daarvoor was hot
nu te laat; de stappen, welke hy had gedaan
brachten den scbyn nog moor tegen hem.
Er was nu óén voornaam ding voor hem
te doen: ontdekken, wio de moordenaar van
Charlton vras geweest, en dit zóó te doen,
dat hy in het geheim én anoniem do politie
op het rechte spoor kon brongen. Met geld
kan alles gedaan worden. Hy had nu geld:
een kolossaal fortuin stond te zyner be
schikking. Zyn vrouw en May zouden misschien
zijn dood beweenen; maar zy moeston ver
nemen, dat hy niet gestorven was met het
bloed van een medemensch op zjjn geweten.
Aan het diner by Jack Darvell hadden
andere gasten deelgenomen, die Charlton
kenden; de politie zou hen ongetwijfeld onder
vragen; ook Darvell zou op de getuigenbank
moeten plaats nemen. Welk. vertelseltje zou
hy bedenken om te verklaren, hoe hy er toe
Wat kan gedaan worden om aan de be
zwaren, zoowel aan de religieuzo bezwaren
als afl.n de medische, waafEoo zo door
het beschreven ontwikkelingsproces ver
vormd zijn, te gemoet to .:omen I
Want al deelt de redactie ze niet, zij er
kent, dat er in moet worden voorzien zoovor
maar eenigszins met het algemeen belang be
staanbaar is.
En dit vooral na het tot-stand-komen der
leerplichtwet, dio wèl niet-gevaccineerden
vrijstelt, maar juist daardoor komt tot den
zonderlingen toestand, welken de heer Do
Waal Malcfijt in zijn brochure „Yaccine-
dwang" (P. Wcntzel Co., to Utrecht) vol
genderwijs heeft beschreven:
„Wie zijn kind wèl naar school zendt maar
niet vaccineert, wordt gestraft met geldboe
te of hechtenis.
Wie zijn kind wèl vaccineert, maar niet
naar school zendt, stolt zich aan gelijke straf
bloot.
Maar wie zijn kind niet vaccineert en
niet naar school zendt, gaat vrij uit.
Verbeeld u een strafrecht, dat landloo-
p e r ij strafbaar stelde en diefstal ook,
maar hen, die het gecombineerde vak van
landloope r-d i e f beoefenen, van alle
straf ontsloeg l
Handhaving van dezen toestand is eenvou
dig ongeoorloofd. To meer, daar 't gevaar
dreigt, en dat mogen alle voorstanders der
vaccine wèl ter harte nemen, dat men do
kinderen ongevaccineerd laat, om ze aan
den leerplicht te onttrekken."
Re Tijd geeft toe, dat deze toestand moet
veranderd worden.
Op welke wijze?
De heer Malcfijt wil „zoo radicaal moge
lijk", dat zij, did tegenover den burgemeester
hunner woonplaats verklaren, dat tegen de
toepassing der vaccine op hun kinderen be
zwaar bestaat, geen pokkenbriefje behoeven
in te leveren. Desnoods zou hij daarbij wil
len zien aangenomen, dat, als in een gemeen
te de pokken zich- epidemisch vertoonen, de
nictrgevaecinecrde kinderen van de 6chool
kunnen verwijderd worden gehouden.
Volgens Re Tijd gaat dit te ver. Tc ge-
moet komende aan bezwaren, dio recht heb
ben óp eerbiediging, schept het nieuwe be
zwaren bij een grooter gedeelte der bevol
king.
„Er wordt geklaagd over de hardheid van
de wet, welke den vader, die zijn kind niet
wil laten vaccineeren, verbiedt dit naar de
school te zenden en het daarom van leer
plicht vrij 8telt. Die hardheid moet, indien
eenigszins mogelijk, worden weggenomen.
Toegegeven Doch heeft men ook wel eens
gedacht aan de hardheid, die er in zou ge
legen zijn, een vader, krachtens de wet op
den leerplicht, te dwingen, zijn kind naar
de school te zenden, inüien het ddór naast
een nict-gevaccineerd kind moest plaats ne^
men, en do vader vreest voor besmetting?
Gelden thans als reden van vrijstelling van
den leerplicht bezwaren tegen de vaccinatie
dan zou in dergelijk geval ook vrees voor be
smetting door n iet-in geënte kinderen van
leerplicht dienen vrij te stellen. Doch het
spreekt vanzelf, dat daarmede de onbillijk
heid tegenover dien tweeden vader met zou
weggenomen zijn. Immers, nu had men de
school ontoegankelijk gemaakt voor z ij n
kind."
olgcns de moeste medici toch levert de
inenting geen volstrekte immuniteit op, d.
w. z. zijn niet-ingeente kinderen een gevaar
voor ingeente. En men zegge niet, dat, als zij
of leden van hun gezin ziek zijn, zij tóch
thuis moeten Olijven, want het allergevaar
lijkste tijdvak voor besmetting is het ink a-
batietijdvak. Do patiënt heeft dan de
ziekte onder de leden, zonder dat er uiterlijk
iets van te bespeuren valt.
„Met het radicale middel schrarming va-
het geheelo art. 17 der wet van 4 December
1872, wordt derhalve het vredelievende doel,
hetwelk men najaagt, niet bereikt. Om eeni-
gen tevreden te stollen, zou men waarschijn
lijk een veel grootejr getal anderen verontrus
ten en hun ernstige reden tot klagen geven."
Welke oplossing Re Tijd dan wil? Do
volgende:
„Art. 17 uer wet van 4 December 1872 blijve
bestaan voor do openbare: het worde op
geheven voor de bijzondere school.
kwam, eon ontslagen tuchthuisboef aan den
jongen edelman voor te stellen als reisgenoot?
Al deze gedachten maakten Alison onrustig;
telkens als een knecht in de kamer kwam,
vreesde hy zich te verraden. Daarom besloot
hy, uit te gaan; het was ook noodzakelyk,
dat hy zich vertoonde by de bankiers.
Hij verliet zyn huis en nam een eind verder
een rytuig, dat hem naar de Bank bracht,
waar hy spoedig by den directeur werd toe
gelaten.
Meneer Hansell", sprak deze, „ik wenschte
graag zoo tpoedig mogeiyk uw wenschen te
vernemen. Do som, die nu voor u staat
geboekt, is vry groot, en u zult waarschynlyk
wel een deel daarvan willen gebruiken om
een doorloopend crediet te openen."
„Ik ben nog maar kort te Londen, en nog
niet met myzelven eens, wat ik zal gaan
doen," antwoordde Stephen. „Ik zal maar
beginnen met een crediot to openen."
Do diroctour gaf een klork de noodige be
velen en liet hot handteekeningenboek brengen.
„Wilt u zoo goed zyn, ons de ha/idte kening
van uw wissels te geven, meneer Hansell?"
vroeg hy, het boek naar Stephen schuivend
en hem een pen aanbiedend.
Stephen had, eer hy hier kwam, de papleren
van zyn broeder doorsnuffeld en herhaaldeiyk
diens handteekening als Clement Hansell
gezien. Hy had die eenige malen nagemaakt,
wat gemakkeiyk ging, daar de hand van beide
broeders veel geiykenis had.
Hy doopte nu de pen in den Inktpot en
schreef, bedaard en rustig: „Clement Hansell1'.
De klerk legde zorgvuldig vloei er over,
sloot het boek en ging er mee naar de
kassiers om hen op de hoogte te brengen
met de handteekening van den nieuwen
cheat
Ook zonder wettelijk voorschrift zal het
vaccine-briefje zonder twijfel op verre het
grootste gedeelte dezer scholen bij inschrij
ving van leerlingen gevorderd worden, zooals
nu. Wat moer bijzonder de katholieke scholen
aangaat, zouden wij althans aan alle school
besturen en hoofden den dringenden raad
geven: „Doet, alsof ook voor u de wet nog
volkomen van krachtw as." Evenzóó, ver
trouwen wij, zouden de bestuurders or over
denken van verre de meeste protestantsche,
zelfs do meeste antirevolutionaire scholen,
waar ook thans niet anders dan gevaccineer
de kinden worden toegelaten.
De tegenstanders der vaccine ziedaar
het grooto voordeel zouden vrijheid ver
krijgen éigen scholen te openen, waar hun
kinderen ook ongevaccineerd werden toege
laten. De zorg, om dergelijke scholen, open
lijk als zoodanig, als scholen voor ongevacci
neerden te doen kennen, zou gelooven wij
veilig aan hcnzelven overgelaten kunnen
worden."
Het blad erkent, dat oen dergelijke rege
ling geen ideale zou zijn, en dat op kleinere
plaatsen de tegenstanders der vaccine dik
wijls te gering in aantal zouden zijn om af
zonderlijke scholen op te richten. Doch men
zou in verband hiermee ook de toch reeds
gewcnschte subsidieering der zeer kleine
scholen kunnen doorvoeren. Voor sommigen
zou huisonderwijs do eenige toevlucht blij
ven .Hieraan valt niet teveranderen
Re Tijd besluit:
„Ongetwijfeld is ook op dit gebied geen vol
maaktheid te bereiken. Persoonl. vrijheid,
ouderl. macht, eerbiediging van gemoedsbe
zwaren (ook als men de laatste nochdeelonnoch
billijken kan) moeten, zoover het eenigszins
gaat, verbonden worden met de behartiging
van het algemeen belang in dit geval bepaal
delijk met bescherming van jeugdige kinde
ren tegen een vreeselijke ziekte, aan welke
zij zonder die bescherming meer dan anderen
zijn blootgesteld.
Het gevaar voor besmetting weg te nemen
uit de gehecle maatschappij, is nu eenmaal
onmogelijk. Dit is echter geen reden, om het
niet zooveel mogelijk te bestrijden op de
scholen, vooral indien krachtens den leer
plicht de ouders gedwongen worden, hun
kinderen daarheen te zenden. Het argument
dikwijls van antirevolutionaire zijde gebe
zigd, dat besmetting- niettemin ook elders
mogelijk blijft, maakt daarom op ons weinig
indruk."
De Nieuwe Arnhemsche Courant heeft
haar uitvoerig betoog over den vaccine-
dwang beëindigd. Zij wil een oplossing
vinden in dezen zin: dat de opheffing der
verplichting tot vaccineering mot formali
teiten gepaard ging, waaraan zelfs de ern
stig bezwaarde zich gcreedelijk zou willen
onderwerpen.
„De schriftelijke verklaring bijv. te eischen
dat, en de reden waarom men bezwaar maakt
zijn kind te doe-, inenten en dezo verklaring
daarna, in bijzijn van twee daartoe meege
brachte getuigen, kiezers voor den Gemeente
raad, nog eens te dóen herhalen voor een
door het Rijk te benoemen Commissie, welke
zou hebben te beslissen over het toestaan van
het verzoek tot opheffing der verplichting.
Doch voor cn boven alles vragen wij wet
telijke regeling van alles, wat de vaccine be
treft, en invoering van maatregelen in den
geest als de in Duitschland geldende, ten
einde alle waarborgen te verschaffen, welke
mogelijk zijü.
Dat zal het beste middel blijken om den
bestaanden tegenzin weg te nemen."
Dr. Bronsveld schrijft in de Kroniek
der J<va\ia.Y\-Stemmen:
„Het ministerie, dat wij thans het onze
noemen, belijdt een Christendom s u i gene
ris. Wanneer dit achttal oe vindslieden aan
de groene tafel is gezeten, en bun voorzitter
tot do volksvertegenwoordiging het woord
voert, komt het op voor een Christendom,
dat door hen allen beleden wordt. Maar zoo-
dra zij van hun zetels zijn opgestaan, gaan
zij uiteen in verschillende groepen. De mi-
nistor van binnenl. zaken spoedt zich naar
een „gereformeerde" kerk, waar de mis ge
noemd wordt een vervloekte afgoderij; drie
van zijn collega's, die goed-katholiek zijn,
Men gaf HaDsell een chèquoboek, en het
eerste gebruik, dat hy er van maakte, was
een wissel te schryven voor 200 pond, dien
hy dadeiyk liet uitbetalen.
De Bank verlatende, ontmoette hy op straat
do krantenjongens met do nieuwe edities der
bladenhy merkte, dat de moord in Grosvenor-
Placo nog het voornaamste nieuws bleef.
Hy kocht een blad en opende het zenuw
achtig. In kolossale leiters las hy: „Groote,
geheimzinnige moord." Hy las verder en vond,
wat hy verwacht had, maar wat hem toch
een koude rilling over den rug deed gaan:
de doödo man, gevonden in Exton street,
was herkend als Stephen Alison, een gewezen
veroordeelde.
Hy stak de krant in zyn zak en riep een
cab aan om naar huis terug te keeren.
H j verlangde er naar, tussehen zyn vier
muren te zyn, veilig voor de oogen zyner
medomenschen. Het scheen hem toe als een
uitlagen van de Voorzienigheid, als hy op
straat bleef, wyl zyn naam op ieders lippen,
het verhaal van den moord in ieders gedach
ten was.
Thuis deelde men hem mee, dat er een
heer was geweest om hem te spreken. Hy
had zyn kaartje achtergelaten.
Stephen las den naam: „Dennis Avory".
De hem onbekende secretaris was gekomen.
Hy zou terugkomen; Stephen moest hem
oi t noeten, met hem spreken. Een nieuwe
proef, zwaarder dan de vorige, wachtte hem.
Wat wist Avory van zyn broeder en diens
zaken? Zou hy zich laten misleiden, of zou
Stephens onwetendheid omtrent ai wat Hansell
betrof, leiden tot ontdekking van het bedrog?
In grooten angst wachtte hy een half uur,
tot de heer Avory weer werd aangemeld.
Stephen stond op, met den rug naar hot
licht. Dennis Avory trad binnen; hy was zeer
gejaagd.
„Meneer Hansell", zei hy, en hield toen
even op. „Pardon", stotterde hy, „ik herkende
u niet dadeiyk. O, nu zie ik het: u heeft uw
knevel afgeschoren."
„Ja", antwoordde Stephen, een weinig
gerustgesteld, maar nog niet op zyn gemak.
„Verandert het my erg?"
„Neen, niet ergton minste, ik geloof
het nietmaar ik heb u immers slechts
één keer gezien: te Johannesburg in uw
kantoor."
„Ja, dat Is zooÉn wanneer kunt go
uw betrekking aanvaarden? Veel corres
pondentie heb ik nog niet."
„Als u mij nog niet noodig heeft, zou ik
graag nog een paar dagen verlof hebben",
zei de jongeling haastig. „Ik ben zeer nieuws
gierig naar een paar vrienden
„Toch niets ernstigs, hoop ik?"
„Ik weet het niet. Ik interesseer my voor
een jongedame, die plotseling met haar oom
naar Londen is gegaan. Er 6cheon iets niet
in orde te wezen. En nu lees ik van dien
moord.... en er wordt een naam genoemd
och, het is natuuriyk bloot toeval, maar het
trof my zeer."
„Welke naam?"
„Stephen Alison,"
„En de jongedame? Wat.... wie Is zij?"
vroeg Hansell, met moeite de woorden uit
brengende.
„Zy is de nicht van kapitein Halford, te
Patterdale. Haar naam is May Alison."
XXXIV.
By het onderzoek omtrent den dood van
lord Charlton was de heer Jack Darvell de
voornaamste getuige. Hy legde voor den
lykschouwer dezelfde verklaring af, welke
hy reeds aan de politie had gedaan. Hy had
Stephon Alison gekend in diens dagen van
voorspoed en was op vriendschappelyken voet
met hem geweest op het tydstip, toen hy
gearresteerd werd. Kort na zyn ontslag had
hy hem by toeval ontmoet; Alison had Darvell
gesmeekt otn hulp on hem verzekerd, dat hij
zelfmoord zou plegon, als hy niot spoedig
een eerlyk middel van bestaan kon vindon.
Darvell had medelijden met den ouden
vriend en beloofde hem te helpen. Hy wist
dat lord Charlton iemand zocht, om mee tf
gaan op een rois naar het Rotsgoborgto, voor
zyn rekening. Darvell vertelde den lord Alison/
geschiedenis en zei: „HU is de rechte mar
voor u, als gy dien eenen grooten misstap
over het hoofd wilt zien."
Charlton had er in toegestemd, kennis t|
maken met, Alison ter geiegenl.jid van een
diner ten huize van Darvell. Het was oer
idee van den lord zelf, dat Alison werd ge'
introduceerd onder een valschen naam. „Ali
ik hem meeneem," had zyn lordschap gezegd
„moet hy den naam van Stephon Alisor
uon poos laten varen; ik kan niet iederet/
vertellen, dat ik op rois ga met een ontsl
gen gevangene."
De introductie had plaats, en met succo
lord Charlton en Alison gingen samen lieei
En vorder had Darvell niets meer van he
vernomen, tot de bladen hem de treurig
waarheid moedeelden.
Wordt vtrvolgd.)