Uit Rusland. Wekel|jksehe Kalender. Raadgeving. Groenten-Apotheek. Geschiedenis en Kunst. Wetenschap en Industrie. ALLERLEI. Wat is dat? Rebus. oex Stofgoud. niet Frida'g vlugge, lichte gang. Nu wordt er gescheld. De meid opent de deur. Onderdrukt gesnik dringt tot haar dooi, en het is, als sleept men ecu zwaar voorwerp naar binnen. Mijn Ilemel 1 hoort rij de meid roepen. Zij wil naar buiten gaan, inaar de krachten be- gcve ar, zij kan zich niet oprichten. Daiu wordt de deur reeda geopend. Op een draagbaar ziet zij haar gestorven klein kiod. „Frida 1" roept zij luid en dan zakt tij ineen. „Daar ben ik, grootmama," zegt een vroo* lijke kinderstem, en een zachte arm legt zich op haar schouder. „Wat is er met u gebeurd, grootmaU was bijna van uw stoel gevallen." „Mijn lieveling, mijn schat I" roept de grootmoeder verrukt uit, en drukt het kind met onuitsprekelijke liefde aan haar hart. ,,Dus heb iL je daar weer levend I Ik hoor de een vreeselijk gestommel, dat tot in mijn droom doordrong; een schuiven en ritselen in de gang." Het meisje lachte hartelijk en trok haar vriendin uit de duisternis naar den stoel van grootmoeder. „Hier is de boosdoenster, zij wilde niet mee naar binnen gaan; zij was verlegen, en ik wilde haar voortduwen." En verlicht, alsof haar een centenaarslast ▼an de borst is afgenomen, juicht de oude: „Goddank, dat het maar een droom is ge weest 1" De Russische keizerlijke stallen. Do Tsaar, dio een goed ruiter en groot liefhebber van paarden is, heeft te Peter- een stal als een paleis laten bouwen, waarin ruim zeshonderd volbloedpaarden geplaatst zijn. Men kan zich moeilijk een denkbeeld vormen van de uitstekende hy giënische conditiën, van het comfort en de luxe, welke daar hecrschen. De stallen bedekken een ruimte van onge veer 1 hectare, en zijn uit roode steen op gebouwd, elecfcrisch verlicht, des winters verwarmd en des zomers wordt door mid del van stoomventilatoren frisscho lucht aangevoerd. Zij zijn gebouwd op een kleine hoogte, gronzende aan den zuidelijken kustrand van de Finsche Golf, op ongeveer 2 kilo meter afstands van de geliefkoosde residen tie van de Tsarina. Ook de Tsarina is een excellente paard- rijdster, ovenals trouwens de moeder van den Tsaar, en de Groot-hertogin Olga, die er heusch niet tegen opziet 3 of 4 uur achter een in den zadel to blijven. Het stalpersoneel te Peterhof bedraagt hot niet geringe aantal van tweehonderd en zeventig pikeurs, knechts, enz., voor het .□merendeel Russen, Franschen en Engol- schen. Er zijn bovendien 6 veeartsen aan deze stalling verbonden. Do Tsaar bezit ook prachtige stallen te Gatchina en bij zijn winterpaleis te 8t.- Petersburg Het aantal zijner rij- en tuig- paarden bedraagt in 't geheel meer dan SOO stuks. De Tsaar en Russische spreekwoorden. De Tsaar speelt een belangrijke rol in 'de Russische spreekwoorden. Ziehier daar van eenige voorbeelden: De kroon van den Tsaar behoedt hem niet Voor hoofdpijn. De Tsaar zelf kan den zonnebrand niet blusschen, al blaast hij er nog zoo hard tegen in. Wanneer de Tsaar in een soepterrine zou spuwen, zou d ze van brota uit elkaar springen. Wanneer de Tsaar een huurrijtuig neemt, wordt iedere step hem voor een worst aan gerekend. aan— van zijn bureauelk zijner bewegingon, zijn .gezicht verrieden in welke opgewondenheid hij zich bovond. Hot dienstmeisje dekte de tafel. Men wachtte op den zoon. Eindolijk werd er gescheld, kort en zocht. Dat was hij. Slechts een korten vorschenden blik richt te de vader op het ernstige, bleeke gezicht van zijn eenigo. Toon wist hij, dat de laatste hoop gevlogen was. Zonder een woord te spreken gaf de zoon zijn vader het rapport. 'De vader las het opmerkzaam door, cijfor .voor cijferhet duurde langer, dan wel noo- dig scheen. Toe gaf hij het den wachtende terug, zonder een opmerking, ging aan de rtafel zitten, en vroeg aan zijn vrouw, het ©ten op te laten brengen. Er werd niet veel gesproken. Maar juist het tren van den vader drukte zwaar op den zooa. leder was blij, toen het maal ge- cindigd was. „Wij gaan een wandeling maken, Alfred", zeido de vader. Moeder en zoon wisselden ©en celbeteokenenden blik. 'en paar minuten later gingen vader en «c a de trap af. In do vestibule stond een kr iior te wachten met een prachtige fiets. 'De vador bleef staan en gaf den kruier een gulden, die beleefd bedankte en vertrok De Tsaar is de neef van onzen lieven Heer, maar hij is Zijn broeder niet. De Tsaar woont niet in de hnt van den arme; daardoor komt het, dat hij de ellende niet kent. De arm van den Tsaar, hoewel zeer lang, reikt niet tot aan den hemeL De Tsaar zelf kan geen azijn In stroop veranderen. De hand van den Tsaar heeft slechts vijf vingers, evenals die der andere stervelingen. Een dikke Tsaar weegt niet zwaarder op de schouders van den dood dan een magere. De stem van den Tsaar heeft een echo, zelfs al zijn er geen bergen in de buurt Een traan in het oog van don Tsaar kost het land vele zakdoeken. Wanneer de Ï6aar speelt, zijn de minis ters éénoogigen en de boeren blinden. De tijd voleindigt de taak, die de Tsaar niet heeft kunnen vervullen. De koe van den Tsaar zelfs geeft toch niets dan kalveren. Wanneer de Tsaar wild eet, is zijn bord vol kleine botjes. Wanneer de Tsaar pokken heeft, draagt het land er de sporen van. Als de Tsaar het koud heeft., hebben alle inwoners van het rijk hoofdpijn. Als de Tsaar sterft, wil geen moujick met hem ruilen. Als de Tsaar u een ed geeft, eischt hij van n een kip. Wanneer de Tsaar lust heeft riemen te maken, verschaffen de boeren hem daartoe het leder. De kip van de Tsarina zelfs is niet in staat zwaneneieren te leggen. Zondag. Hond u veel met uw kinderen bezig. Om ring hen steeds met de zorgen uwer liefde en laat u liefhebben gedurende de jaren zoo oeenig schoon en zoo spoedig yoor altijd voo.bij. Maandag. Wat schoon is moet eenvoudig zijn. Dinsdag. Als gij n bemind maakt, verzamelt gij schatten voor den winter van uw leven., Woensdag. Een getrouw vriend is als levensbalsem. Donderdag, Vermijd vertoon I Vrijdag. Dit ia het kenteeken der ware liefde: zij k*n niet verbitteren, ever min als zij kan vergaan. Zaterdag. Ziet hoezeer en hoeveel eon vrouw kan lief hebben en gij zult haar waarde leeren be grijpen.. RECEPT. Poffertjes. Neem twee eieren, die ge flink klopt mot een snuifje zout, voeg hieraan toe 2 1/2 ons bloem en 2 1/2 d. L. lauwe gekookte melk. Dit deeg moet goed beslagen worden. Dan doet gij er de gist (40 gr.) bij, 1 1/2 ons ge- wasschon aren ten en rozijnen en 1/2 ons suka- de. Dit beslag moet een halfuur rijzon. Men bakt ze met boter in de poffertjespan; een stukje boter doet men daartoe in elk kuiltje, dat half vol beslag moet zijn. De poffertjes worden omgekeerd, als zij gaar zijn, en ko men warm, met suiker bestrooid, op tafel. „Nu, hoe vind je haarT" zeide de vader tot Alfred. Deze staarde zijn vader aan, alsof hij een geestverschijning zag. Toen keek hij nc^.r de schitterende fiets, dan naar zijn vader, uit wiens oogen een straal der wanne vader liefde blonk. 5,Dedefiets......t Maar do zoon mocht de vraag niet ten eindo te brengen. Er kwam hem iets diep uit zijn hart. naar boven, overweldigend, het schoot hom in keel en oogen, en groote tra nen rolden over zijn bleeke wangen. „Nu, nu," zegt de vader en legt zijn hand op den sohouder van zijn jongen, „wil jo werkelijk dat ding zoo graag hebben Alfred schudt ontkennend het hoofd. „Het is niet voor de fiets, vader I" komt het er moeilijk uit, „maar dat gijik bon toch „Laat het verleden rusten, mijn jongen 1 Jo vlijt is in je rapport erkend; ik hoop, dat je op andere wijze een flink mensch zult worden." De jongen antwoordde niet. Hij greep slechts do hand zijns vaders, die de zijne warm drukte. Op dat oogenblik werden zij yrienden yoor Kot leven., Het wasschen van zijden linten. Men neme 60 gram honing, 00 gram zeep en ÖO gram wijngeest, roe re dit mengsel goed dooreen cn best rijke hiermede, door middel van een sponsje, de te wasschen linten, spoe- le ze dan in water uit en strijke ze daarna met een goed heet strijkijzer over, waardoor de linten zoo glanzend en zwart worden, als of ze nieuw waren. Om de lucht van de groene zeep weg te nemen, kan men bij het bovengenoemde mengsel een weinig oau-de- colcgne gieten. Spinazie heeft, evenals ganzetong, een recht- streeksche werking op de nieren. Asperges reinigen het boed. Selderij werkt btlzonder op het zenuwstelsel en geneest rheumatiek en zenuwkoortsen. Tomaten zjjn goed voor de lever. Rapen geven eetlust. Latuw en Komkommers verkoelen. Look prikkelt den bloedsomloop en bevordert de voortbrenging van speeksel en maagsap. Ajuinen z{]n waterafdrfjvond en z[)n een bijzonder geneesmiddel by verzwakking van net spflsverterings-toestel. Een herinnering aan koningin Sophie In hot maandschrift Onze Eeuw bespreekt mr. W. H. de Beaufort de brieven van Pot gieter aan Huet, waarin de bekende quaestie van de ^«ia-redactie behandeld wordt, die het uittreden van Potgieter en Huet ten ge volge had. Huet bad een critiek op een dichterlijken almanak zoo ingekleed, alsof die door ko ningin Sophie was uitgesproken op „Een avondje aan het Hof." De Koningin scheen daarover zeer ont stemd en deed hiervan door haar grootmees ter aan de Gids-redactie kennis geven. In de brieven van Potgieter schreef deze voor de plaatsing van het artikel aan Huet naar aanleiding van de beschrijving der zaal waarin het gesprek met de hofdames werd gevoerd: In ieder harer vertrekken is een portret van het jong gestorven Mauritsje; viel er geen mot du coem aan te brengen? cn Bus ken Huet had daarop een zinsnede in zijn epj itel ingelascht, waarin dat portret de gedachte wekkend aan een beroofde wieg en aan de ongenezen wond eoner moeder eon plaats had gevonden. De heer De Beaufort meent, dat de Ko ningin ook hierover zeer gevoelig moet zijn geweest, wijl zij niet gaarne zag, dat het pu bliek met haar bijzonder leven bezighield. Hoe gevoelig zij was over den dood van Prins Maurits, vertelt de heer Dc Beaufort als volgt: „Het verlies van dit innig geliefde kind op zevenjarige leeftijd, dus niet uit de wieg, van haar hart gerukt, waa voor ko ningin Sophie altijd gebleven het bitterste leed van haar leven; maar zooaln dit met fijn gevoelende menschen meer het geval is voor al -anneer heDeen groote afstand van hun omgeving scheidt, zij wilde dat leed alleon dragen. Op die donkera bladzijde in haar levensboek mocht niemand haar oogen vesti gen, slechte in de eenzaamheid sloeg zij dio zelve op. Niets kon haar meer ontstemmen dan wanneer een vreemde al was het slechts door een toespeling van aie smart repte. Het gebeurde eens, dat zij in een der aanzienlijk ste huizen van 's-Gravenhage een avondpar tij met haar tegenwoordigheid vereerde; on der de genoodigden bevond zich een onzor toenmaals meest gevierde dichters, die* zich bereid had verklaard om te improviseeroD. De keuze van hot onderwerp werd aan de Koningin overgelaten, zij noemde: Moedor liefde. De dichter vlocht in zijn improvisatie een aantal regels in, waarin hij het offer herdacht, dat van do moederliefde der Ko ningin was geeischt. Toen hij geëindigd had volgde er een doodelijke stilte, de gehoopte bijvalsbetuiging van do koninklijke lippen bleef uit, slechts ternauwernood kon de ko ningin een enkel woord vinden om haar da uk te betuigen, zij stond op en nam zoo spoedig mogelijk van haar gastheer af scheid." Vit Verdos leven. In "Venetië had do eerste opvoering van Verdi's „Rigoletto" plaats. Toen de zeer bekende en lieflijke aria op do repetitie gezongen moest worden, vond de tenor Mirate dat gedeelte niet in muziek geschreven; ontstemd riep hij uit: „Maestro, mi manea un pezze (een gedeelte Is weggelaten 1)'' Zeer tevreden cn voldaan antwoordde Verdi: „O'è tempo (daarvoor is nog tijd genoeg 1)" lederen dog herhaalde Mirato dezelfde vraag en iederen dag gaf Vordi hetzelfde antwoord. Op dc groote repetitie werd, ander 'diep© stilte, de bewuste aria yoor het eerst gezon gen. In «eer korten tijd had Mirate de wijs reeds in zijn hoofd. Verdi wist heel goed, dat da de melodie op iedere repetitie gezongen werd, zij weldra ook op straat gehoord zou worden en dan zou den avond zelf het ef fect geheel verloren zijn. Toen de aria gezongen werd, volgde een daverend applaus. De roem, dien hij er mee behaalde, was zeer groot. Verdi had gelijk gehad. Toen 's avonds het publiek den schouwburg verliOv, neuriede en floot iedereen de beroemde aria. Het schadelijke der voiles. Menigmaal herkent men op straat de dames niet, wat zij zclvcn toestemmen met do bijvoeging, dat zij het volstrekt niot kwalijk nemen; zij rijn er aan gewoon, zeggen zij. Het is dus in den regel de schuld niet van don heer, die zich zijD onopzettelijke onbeleefdheid verwijt. Zou er dan niet een algemeens oorzaak voor bestaan, bijvoorbeeld de voile? Deze bedekt het gelaat met een waas, zij het dan ook van de lichtste stof en doorschijnend, maar de mode heeft teweeggebracht, dat die doorschijnende sluiers doorweven zijn met mouchcs, stippen of hoe men zo noemen mag, die hot gelaat ovortijgen met donkere vlekken, welke verhinderen de trekken te herkennen. Geen wonder dus, dat men bij een vluchtigen blik niet zoo dadelijk zien kan vrie de gesluierde vrouw is. Een Amerikaansch geneesheer wijst er op, dat aan deze mode nog een ander en ernstiger nadeel is verbonden en wel voor de dame zelve. Haar gezichtsvermogen lijdt er onder. Hij heeft zelfs nit tallooze waarnemingen berekend, in welke verhouding het afn men van het gezichtsvermogen staat tot het aan tal mouches of stippen op een vierkanten decimeter oppervlakte van de %oile. Het is niet waarschijnlijk, dat deze waar neming u van den Amerikaanschen genees heer eenigen invloed op het dragen van voiles zullen uitoefenen. Al zoovele jaron lang hebben doctoren tegen de mode gestre den en tot hiertoe bijna altijd zonder het minste gevolg. De kunst om ooghaartjes te fabriceer en. Ia het belang van „oncomplete" schoonhe den fabriceert men reeds wenkbrauwen, tan don, neuzen en vele andere soms ontbrekende onderdeden, om niet eens te sprekon van valsch haar, waarvan het gebruik in Frank rijk reeds dagteekent vóór de verovering van Cesar. Doch wetenschap en kunst zich allengs ontwikkelende, hebben het nu zoover ge bracht, dat men aan het maken van kunst matige wimpers is begonnen. Het volgende „eenvoudige" middel wordt daarvoor ten beste gegeven. Met een fijno naald, waarin een haar ge stoken zit, wordt door den rand van het ooglid met fijne steken het haar doorgesto ken, heen en weer bijwijze van lussen, die la ter stuk voor stuk met een fijn schaartje in het midden worden doorgeknipt. Elk lusje levert dus 2 ooghaartjes en men kan ze zoo lang maken als gewcnscht wordt en natuur lijk ook ii\ alle kleuren. De eerste dagen na de bewerking tranen de oogen wat, doch dat zou men er voor moe ten over hebben. Dus geen oogen meer met roode randen, waaraan de oogharen ontbre ken, doch heerlijke, lange blonde, bruine otf zwarte wimpers, zoo lang als men ze maar verkiest, die de oogen prachtig overschadu wen en het schoon verhoogen. Het zijn dezelfde soort wimpers, die de eerste ongelukken bereid hebben aan Nu- ma Roumestan, doch die waren aangelijmd en werden 's avonds afgenomen, in tegen stelling met het tegenwoordig fabrikaat, dat solide en blijvend is. Er zou niets aan ontbreken, ware het niet dat zo toch niet echt zijn. De kunst kan veel doen, maar err blijft toch nog altijd iets mankeeren aan de doorgeknipte haren, ver geleken met die door moeder Natuur ver schaft. Dat de nieuwe kunst ook bloedvergiftiging ten gevolge kan hebben, vermeiden de „uit vinders" dezer verfraaiingskuux natuurlijk niet. De lengte van volksliederen. Een sta tisticus, die goed op de noogte is dat zijn ze allemaal zegt, dat, hoe kleiner een land is, des te grooter zijn volkslied. Ten bewijzo daarvm haalt hij het volgende aan: „,Het „God save the Queen" telt veertien maten, het „Bojó Tsara Krom," het Russische volks lied, zestien; het Amerikaansch volkslied, het „The Hail Columbia", heeft er acht en twinr tier, dat van Si am zee en zeventig, dat van Uruguay zeventig en dat van Chili zes en veertig. Het langste volkslied hooft de kleine re publiek San-Marino, in Italië, behalve het Ohineeeche, dat zoolang is, dat er een halve dag noodig is om het ten einde te zin gen. Als de tong op stollen loopt, gaat het vor stand op krukken. Ai wat de moeite waard ia om gedaan to worden, ie ook de moeite waai d, dut het zoo goed mogelijk gedaan wordt* M o n o d. De tragedie der meeste levens rust op met» anders dan een misverstand. „Vorstengunst" van A. 8. C. Wallis. Wanneer het leed den schouder nwrkrumt [en het graf ons heil verslindt, Is het schoon tot God te bidden: Hij ver- [trooBt het klagend kind. Maar 't is schooner als de beker van de [vreugd ons wordt gehoon: Echte dankbaarheid ligt kmeieud aan ue [voeten van Zijn troon. E. F e y n e r. Hoe verandert de boschouwing ook van het alledaagsche eenerlei, waar men het heeft leeren verstaan, dat men slechts in zoo ver leeft, als men zich a&n anderen geven kan 1 Dan straalt er een vriendelijk licht ook over het vervelende werk; dan ligt er ieta van eeuwige beteekonis ook in den onbedui- denden plicht. Geen dorheid meer in het geestelijk leven; zelfzucht maakt arm, liefde maakt rijk. Geen twijfel, of hot ons geluk ken zal anderen voor het goede te winnen; wij gelooven in der liefde alvermogende kracht. E. Snellen. Wat nemen wfl ©en moeite om onze gebreken te verbergen; met de helft dier inspanning zouden wy ze gemakkelijk overwinnen. De herinnering, die een vermaak achterlaat, ls de proef van z[)n gehalte. De grootste armoede is d© armoede dea harten. Het is schoon, wanneer een man het beste voor de z^nen overheeft. Menigeen schittert in gezelschap en is thuis onverdraaglijk. De hooggeleerde professor V., die op kar mere woont en «eer zuinig en verstrooid is, wae ten hoogste verbaasd, dat het ei, dat hij gekookt had, nog rauw was. Later bleek hem, dat hij terwijl hij „het erf kookte", zijn horloge in liet koketnd watee had gelegd en met het ei eenige minuten id de hand had gestaan. Hei was de eerste keer, dat kleine Betsyg dia met haar ouders naar Indië was gega^nk een slang zag, en zij kwam ademloos in huic geloopen en zei: O, mama, kom gauwDaar li^t een staart te kwispelen in den tuin, maar er zit geed hond aan. In den ijver van yt gesprek. Yader (tot zijn zoon): Jawel, een engel zou je willed trouwen, maar werken wil je nietl... Jo maar, denk je dan, dat de gebraden engelen je in den mond zullen vliegen? Mislukt compliment. Zij: Als u niet op< houdt met uw complimentjes, zal ik de had den voor mijn ooren doen. Hij (galant): Daarvoor zijn uw handje© veel te klein. De goede schoonmoeder En zijn alle drie uw dochters met geleerden getrouwd? U moet u zoo alleen zeker erg vervelen? Geen denken aan. Ik moet den gansched dag loopen om de paraplu's op te halen, dio mijn schoonzoons hier en daar hebben lateai staan. Onderwijzer: Hoe noemt men' de schepsels* die deels op het land, deels in het water V" yen? Leerling: Badgasten, meneer I De balzaal is de manoeuvreplaats der vrou wen., Wanneer men het vierde, zijnde juist het negende g6deolte, er afneemt, dan bij) ft er precies het elfde over. Wat is dat? 688 schold q qi, eoo ïs~êT Niota is zóó teer, zóó heldhaftig, grootaoh' en zóó edel als het hart van een waar Christen. De bescheidenheid doet alle talenten beter uitkomen en verhoogt den glans der deug den, wolke zij vergezelt* Duoloa De oplossing van het vaadsel der vorige' week ie: Kater-Krater. Het versje moet aldus luiden: De meeste twist, de felste strijd, Ontstaat vaak uit een kleinigheid; Door onbedachtzaamheid zoo licht Een zaak van vreeslijk groot gewicht. [Het antwoord op de vraag Wat is datfi en de oplossing yan het Rebus geven wij drf yolgonde weck].

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 10