N\ 12853 "Vrijdag W Januari. A0. 1902. tgeze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Uit de „Staatscourant." FEUILLETON. i)e Tweelingbroeders. IDSCH DAGBLA PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maanden. H?' "Buiten Leiden, per loopor en waar agenten gevestigd il)n 1.8 1.65' Franco per post PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. - Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 17 Januari. Voor het gala-bal hedenavond ten Hove /trekken do uitnoodigingen zich uit tot de zelfde categorieën van gasten als op do Nieuwjaarspartij ten vorigen jare, t. w. de leden der rospectiove Huizen van Hare Ma jesteiten en Z. K. H. den Prins; het corps diplomatique, do hooge Staatscolleges, de Ministers, do besturen van gewest en ge meente, den gemeenteraad, de rechterlijke macht, schutterij, zeemacht, landmacht, hoofdambtenaren der Departementen, hoog geplaatste Indische burgerlijke en militaire autoriteiten cn tal van particulieren, behoo- rendc tot do uitgaande kringen der resi dentie. De planten en gewassen, waarmede de zalen rijkelijk zijn versierd, zijn herkomstig uit de kweekkassen in den tuin van het Ko ninklijk Paleis. De Koninklijke Militaire Kapel en de mu ziek der dd. schutterij voeren de dansmu ziek uit. De Prins der Nederlanden heeft het ©erelidmaatschap aanvaard, hem aangeboden door de „Sociëteit Doctrina et Amicitiae" te Amsterdam, in navolging van de koningen "Willem II en Willem III, prins Frederik, prins Hendrik en den prins van Oranje Nader is bepaald dat het stoffelijk over schot van baron Galvagna, in leven Italiaansch gezant te 's Gravenhage, naar Italië zal worden overgebracht a. s. Zondagmiddag per staatsspoor te 4 u. 20 minuten. De ovorbrenglng van het hulsel van do R.-K. begraafplaats naar het etaatsspoorstation zal op streng eenvoudige ■wyze geschieden. De zaak Ter-Laan zal Vrijdag 2"5 dezer ln den gemeenteraad van Delft behandeld worden. Do uitslag der te 's-Gravenhage gehou den Gemeenteraadsverkiezing is als volgt: District I. Herstemming. Aantal klezeis 726, uitgebracht geldige stemmen 482. Gekozen de heer B. Stofkoper met 282 stemmen De heer J. H. Voerman verkreeg 207 stemmen. District II (vacature wijlen dr. Van Tion- hoven) geldig 2191 biljetten. Volstrekte meer derheid 1096, dr. A. N. Eikelens (lib.) 946, dr. T. v. d. Hoorn, arts (a r.), 1245 stemmen, zoodat gekozen is de heer T. v. d. Hoorn, arts. District III (vacature Van Kempen): geldig 2264 biljetten, volstrekte meerderheid 1133; C. Lely, oud minister, 1636, M. de Mos, reeüer en lid der Prov. Staten, 628 stemmen, zoodat gekozen is de heer C. Lely. Door curatoren der universiteit te Am sterdam worden ter vervulling der vacature van gewoon hooglceraar in de heelkunde, ontstaan door het eervol ontslag, verleend aan Dr. J. A. Kortoweg, aanbevolen de hee- ren: Otto Lanz, privaat-docent in de heel kunde te Bern; C. W. J. Westerman, arts tu Haarlem; Dr. D. Mac Gillavry, assistent bij het onderwijs in dc heelkunde te Am sterdam. B. en Ws. stellen voor, aan een te benoe men titularis een jaarweddo toe te kennen van f '1500, benevens cht aandeel in de les gelden, bedoeld bij de verordenir;; tot rege ling der Universiteit. Als leden van het Hof van Arbitrage zijn doof den koning van Griekenland be noemd de heeren: Denys Stephanos, afge vaardigde, oud-minister van buitenlandsche zakenGeorges Streit, hoogleeraar in het ii ternationaal recht aan do universiteit te Athene, en Michel Kebedgy, hoogleeraar in het internationaal recht aan de universiteit te Bern. NC.) ,,Do Tijd" meldt: In verband met het gisteren opgenomen bericht omtrent een aanslag, waaraan te Buitenzorg op Java katholieke geestelijken zouden blootgestaan hebben, wordt ons van de best ingelichte zijde medegedeeld, dat pater B. Schweitz, wiena naam gisteren in de bladen genoemd werd, zich hoogstwaarschijnlijk daar niet meer zal bevonden hebben. Ruim twee maan den geleden toch werd reeds bepaald, dat de heer Schweitz ter standplaats Buitenzorg zou vervangen worden door den heer N. Vis ser. M;n veronderstelt, dat die verwisseling teeds lang is geschied. Bij beschikking van den minister van oorlog zijn bestemd tot chef van het militair hospitaal te Kampen, de bij Kon. besluit dd. 7 Jan. 1902 tot dir. off. van gez. der 3de klasse be vorderde officier van gezondh. der 1ste kl. E. J. Kühne; to Amersfoort, de dir. off. van gez. der 3de kl. L. F. Boekelman, chef van het mi litair hospitaal te Kampen; te Leeuwarden, de off. van gez. der 1ste kl. J. F. Tuinstra, van het 5de reg. inf. De minister van oorlog heeft met in gang van 1 Februari don lsten luitenant B. C. Ootmar van het Instructie-bataljon be noemd tot adjudant bij het korps. Do minister van binnenlandsche zaken brengt voorloopig ter kennis van belang hebbenden le. dat in 1902 slechts eenmaal gelegen heid zal worden gegeven tot het afleggen van het examen ter verkrijging der akte van be kwaamheid, bedoeld in art 56, onder a, der wet tot regeling van het lager onderwijs, zooals die laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad No. 187), en dat voormeld examen in dit jaar zal aan vangen op 1 April; 2e. dat in 1902 eenmaal gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van het examen ter verkrijging der akte van be kwaamheid, bedoeld in art. 65bis dor voor beschreven wet, voor huis- en schoolonder wijs in het vak, vermeld onder j in art. 2 der wet (de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek), en dat dit examen zal aan vangen op een nader te bepalen dag in Oc tober. Het tijdstip waarop, en de autoriteit bij wie zij, die zich aan deze examens wenschen te onderwerpon, zich daartoe zullen behoo- ren aan te melden, zullen nader, overeen komstig de voor deze examens bestaande voorschriften, worden bekend gemaakt. (Sts.-Ct.) De heer on mevr. Booth—Clibbom hebben zich van het Leger dea Heils afgescheiden en zich aangesloten by Dowie's Christeiyk- Katholieke Kerk van Zion te Chicago. Do wie is een Schot van geboorte. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 16 Jan. van Rotterdam naar Nieuw-Yorkde „Myrmidon", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 16 Jan. Suez; de „Prinses Sophie", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 16 Jan. van Genua; de „Timor", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 16 Jan. van Port-Said; de „Kedirie", van Batavia naar Rotterdam, arriveoide 16 Jan. te Marseille; de „Prins Fioderik Hendrik" arriveerde 16 Jan. van W.-Indiö te Nieuw-York. Hlllegom. Gistermorgen had de heer B. H. T. alhier, by het verwerken van dekriet, het ongeluk een 15-jarigen jongen, die hem daarby behulpzaam was, met de punt van zyn rietvork boven een z(Jner oogen to treffen, tengevolge waarvan by per rytuig naar de woning van zijn ouders moest worden overgebracht, alwaar na geneeskundig onderzook, de toestand van het kind van dien aard werd bevonden, dat het wenscheiyi^ werd geacht, dat nog dien middag goesteiyke bestand werd verleend, daar de mogolykheid mot was buiten gesloten dat de hersenen konden zyn geraakt. Wassenaar. Gedachtig aan het spreek woord, dat verandering van spijs eten doet, werden do leden der vereeniging ,,Nut en Genoegen" gisteravond onthaald op een voorstelling van ,,de Biograaf". Het pro gramma was zeer uitgebreid en dit is mis schien het beste, wat we van deze voorstel ling kunnen zeggen. De afzonderlijke por tretten, stadsgezichten enz. waren zeer goed, maar de levende beelden misten de noo- dige scherpte, terwijl men ook veel last had van het trillen van het licht. Yoor hen, die zoo iets nog niet hadden gezien, was de voor stelling zeker een aangename kennismaking. Menig tooneeltje lokte dan ook een dave rend handgeklap uit. Zij, die ,,de Biograaf" elders hadden gezien, waar men electrisch licht tot zijn beschikking heeft, die hebben zeker naar de vleeschpotten verlangd. Niettegenstaande, dit alles heersckte gister avond een bijzondere gezelligheid in de zaal. Bij de beelden onzer vorstelijke personen en bij ,,de huwelijksfeesten in Den Haag en Amsterdam" zong men het ,,Wien Neer- landsch bloed" en 't „Wilhelmus" uit volle borst, terwijl bij het beeld van Paul Kruger het Transvaalsche volkslied werd aange heven. D,e vroolijke stemming mag voor een groot deel worden toegeschreven aan de muzikan ten. Dc heer J. van der Wilk, die voor de vereeniging geen onbekende is, werd gister avond begeleid door viool en klarinet: Dit trio had verscheidene fraaie, nummers op zijn programma. De Faust, die we te k o o r e n kregen, won het ver van den Faust, dien do Biograaf Le zien gaf. Goldkapchen en andero nummers werden goed gespeeld. Na afloop der voorstelling hadden de heeren nog wat edels te hooren willen geven, dochde stoelen werden opgeborgen en de tonen eoner Polonaise werden de „Invi tation a la danse". Geen wonder dus, dat de heer Gr. bij het sluiten der vergadering wei nig gehoor vond. Al had Barthold Schwartz in eigen persoon die sluitrede gehouden, men zou niet naar hem hebben geluisterd. Zegwaard. De bediening van de overwegen aan de spoorlijn onder deze gemeente schijnt nogal wat te wenschen over te laten. Gister morgen o.a. scheelde het weer v. :inig of er was een groot ongeluk gebeurd. De manu- facturier B. reed op den Molenweg en de boomen niet gesloten zijnde, ging hij met paard en wagen do lijn over juist toen er een trein aankwam. Terugkecren was niet meer mogelijk; het eenige was het paard flink aanzetten em daarmee gelukte het ook dat do trein vlak achter den wagen voorbij vloog zonder ongelukken te veroorzaken. Het scheelde slechts een enkel oogenblik en een vreeselijk ongeluk was onvermijdelijk geweest. Zegwaard-Zoetermeer. Tot kerkvoogd by de Ned.-Herv. Gemeente alhier is gekozen do heer Joh. Blonk te Zegwaard, die de- betrek king heeft aangenomen. De heer D. Riezebos uit Kampen, ben. tot hoofd van do Chr. school alhier, hoopt reeds 1 Februari a.s. in functie te treden. Met ingang van dien datum zr.l de heer Langevoort, thans waarnemend hoofd, zijn betrekking, die hij op uitnemende wijze ver vulde, neerleggen en in Den Haag zijn werkzaamheden aanvangen. Kon. beslniten: Aan rar. J. F. C. Meijer, op zijn verzoek, eervol ODtslag verleend als lid van het college van regenten over het huis van bewaring te Eindhoven, onder dankbetuiging voor de als zoodauig bewezen diensten; benoemd tot lid van genoemd college van regenten mr. J. A. E. Bink, griffier bij het kantongerecht aldaar. Op zun aanvrage gepensionneerd met den rang van majoor de kapitein W. J. J. J. Ledel van het achtste legiment infanterie en het bodrag van het pensioen bepaald op 1472 'ejaars. Benoemd tot eereten luitenant bij het 1st e reg. infanterie de 2de luitenants Tb. de Goeijen en A. J. E. Lncardie, beiden van het korps. Hoog ere Krijgsschool. De minister van oorlog brengt ter kennis van belanghebbenden, dat dit jaar voor toelating tot do hoogere krijgsschool worden opengosield: voor het leger hier te lande 13 plaatsen, en voor dat in Nederlandsch Üost-Indiö 9 plaatsen, welke plaatsen als volgt worden verdeeld; A. Legor hier te lande: a. Krijgskundige studiën; 6 voor officieren van hot wapen der infanterie; 1 voor officieren van het Vapen der cavalerie; 2 voor ofücieren van het wapen der artillerie, en 1 voor officieren van het wapen <jer gemo; b. Studiën voor den intendance dienst3 plaatsen B. Leger in Nederlandsch Oost-Indiö: o. Krijgskundige studiën; 3 voor olficieren van het wapen der infanterie; 1 voor officieren van het wapen der cavalerie; 1 voor olficieren van het wapen der genie; b. Studiën voorden intendancedieost3 plaatsen. In cle Lakenhal. De Vereeniging „de Laeckenhalle" heeft thans een tentoonstelling georganiseerd, die in allo opzichten belangryk mag heeten en een welkome afwisseling biedt voor hot kunst lievend publiek. Want het gebeurt niet dikwyis, dat hier ter stede oude Hollandsche kunst tentoongesteld wordt, en daarom moeten wy het des te meer apprecieeren, dat de eigenaar van een onzer grootsto v criamzBngen van teekeningen. dó 'neer P. Langerhulzen Lzu., te Butsum, de welwillendheid heeft gehad, een gedeelte zijner collectie oude teekeningen ter expositie af te staan. De zes en negentig tentoongestelde teeke ningen zyn voor het meerendeel uit de zeven tiende eeuw, maar uit de zestiende en acht tiende zyn er ook eenige fraaie stukken onder. Op enkele wensch ik hier de aandacht te vestigen, niet om daardoor de Diet genoemde op den achtergrond te doen treden, maar slechte om den lezers een indruk te geven van hetgeen er ongeveer te zien is en volgens welken maatstaf het oog der meesten onder hen, gewend aan het zien van moderne kunst, dient te oordeelen. Want voor het juist bo- oordeelen van kunst Is kennis even noodig als smaak, en niemand kan onze oude meesters naar waaide schatten, wanneer hy zich niet ©enigszins terugdenken kan in de opvattingen van den tyd, waarin zy leefden. Daarom dus meen ik hier wel eenige opmerkingen ter opheldering der tentoongestelde teekeningen van Leidsche schilders in hot midden te mogen brengen. Laat lk in de eerste plaats wyzen op do byzonder fraaie portretjes door Hendrlck Goltziu8. Het eerste, het portret van Jan Bartsen Schoon, is in zuivere, doch niet te minutieuze trekken aangezet en daarna mot zilverstift en waterverf voorzichtig opgewerkt. Vooral in de oogen heeft d6ze Haarlemsche kunstenaar een byzonder fraaie uitdrukking weten te leggen. Het andere poitretje, evenals het vorige op hoorn geteekend, stelt een jongen voor, dien Goltzius op elfjarigen leeftyd teekende, geiyk uit de inscriptie biykt. Het is haast nog fijner van uitvoering en vol van de beste qualiteiten, die men by Goltzius verwachten kan Deze manier van portret- teeron met potlood of pen is in de eorste jaren der 17de eeuw zeer in zwang geweest. Ook de Leidsche schilder David Bailly was er in bedreven, dergelyke portietten „in het cleyn mette penne endo daer naer met een fijn pinceeltgen seer curieus en suyver te maocken", geiyk een zyner tydgenooien ver haalt. Een voorbeeld van die kunst is op deze tentoonstelling te zien in het serieus getee- kende portret van Pieter Hasselaer, schepen en raad van Amsterdam. Geheel anders weer van opvatting, meer als 8Cbildery dan als teekening gezien, is het mansportret door Dirk de Bray, een zeer goed werk van dezen zeldzamen Haarlemschen kunstenaar. Het jongensportretje van den beroemden Leidschen fijnschilder Frans van Mieris den Oude lykt my een schets voor een genre stukje of een portret. Het ie vluchtig gedaan, een beetje sterk omiynd hier en daar, om de eigenaardigheden meer te accentueeren. Hoe mee8teriyk onze oude schilders gelaats uitdrukkingen en gebaren konden weergeven biykt altyd het meest uit hun genrestukjes. Zoo byv. die schets van Adnaen Brouwer, een herbergtafereel. In weinige trekken slechts is de teekening aangezet. Zelfs zyn van esnige figuren slechts de hoekige omtrok ken te zien. Maar hoe veel is reeds in die weinige lynen uitgedrukt 1 Hetzelfde is er te bewonderen in de beide aan Jordaens toe geschreven lachende jongenskoppen, in de schetjes van Jan Steen, de mooie teekeningen van Adriaon van Ostade (vooral de beide gekleurde zyn ln hun soort meesterstukjes, ook van kleur), Cornells Bega, den geestigen Pieter Quast en zoovele audere hier tentoon gestelde teekeningen. By onze oude landschapsschilders treft ons ook hier weer hun scherpe opmerkingsgave en zucht naar karakteriseeren. Van Goyen staat zonder twyfel an met zfin h«ide potlood schetsen, landschapjes, zooals hy ze op zyn toch ten - want hU heeft vool en lang gereisd zag en teekende. Het teekemngetjo van Pieter Mo lyn een van oe beste, die ik van dezen meesier zag staat er echter nauwelyks by achter En dan de ruïnes van Egmond maar laat ik niet trachten, alles te bespreken. Ik zou nop op veel interessante zakou kunuen wUzen, byv. het kykje in een zeventiende eeuwsche schilderswerkplaats, door Van Musscher, waar aan men zien kan, dat de verhalen van arti8lenarmoedo in vroeger eeuwen geen legenden zyn. Trouwens, er is op deze ten toonstelling menig teekemngetjo, dat ons een blik doet werpen op hot toenmalig burgerlyk leven. Nog zy er op gewezen, dat de hoor Langer- huizen by do keuze der teekeningen er op Het loont bij dit en andere stukken de moeite ze door een vergrootglas te bezichtigen, om de fijnheid der bewerking des te beter te kunneu zion. 49) Doch er was een gevaar. Die koetsier had eren echten Clement Hansell gereden, en hij zou nu een anderen man vinden, die zijn naam droeg. Stophens vrees duurde echter maar oen oogenblik. Koetsiers nemen hun „vracht" niet zoo nauwkeurig op, dat het beeld van een passagier in hun geheugen blyft gegrift, en zelfs al had de man een heldere voorstelling van Clement Hansell, dan zou hy toch diens dubbelganger vinden. Als Stephen voortaan door de wereld wilde gaan als Clement Hansell, zou hy grooter gevaren ontmoeten dan een Londensch huurkoetsier en het zou onzinnig zyn, dat onderhoud te willen vermyden. „Goed", sprak Hansell tot den hofmeester; „laat den man maar hier komen." Een minuut later werd de deur weer ge opend, en een opgedirkte jonge koetsier, met ©en bloem in zyn knoopsgat, kwam binnen, den hood in de hand. Stephen Alison keek op en de kamer draaide met hem rond: de koetsier, die den brief van Clement Hansell kwam terugbrengen, was de zoon van zyn hospita, James Cbipchase. „Pardon, meneer" begon Jimmy, op zyn beleefdsten toon; „maar toen ik u laatst naar de City had gereden, vond ik een dokkeraent, dat zeker uit uw zak gegleden is." Be jongeheer Chipchase keek hem vlak in het gezicht; doch ©r was geen zweem van twyfel of verbazing op dee koetsiers slim gelaat. Dit stelde Stephen morkeiyk gerust. Hy herinnerde zich, dat Chipchase hem ook niet anders gezien had dan by avond in de slecht verlichten, nauwen gang. Hy had toen een hoed op en droeg een knevel. De koetsier werd volkomen misleid door de gelykenis van den bewoner van dit huis met zyn passagier van onlangs. „Een document?" vroeg Stephen kalm. „Waar is het?" „Ik hoop niet, meneer, dat u my voor achterdochtig houdt, maar zaken zyn zaken; ik had het papier naar hot bureau van gevonden voorwerpen kunnen brengen; maar ik geloof niet, dat u het aardig gevonden zoudt hebbeD, als de politie er den neus in gestoken had." Den eigenaardigen nadruk, dien James Chip chade legde op het woord „politie", waar schuwde Stephen, dat hy voorzichtig moest zyn in zyn antwoorden. 'tGold hier naar alle waarschynlykheid een zaak, waarvan hy niets wist. Hy sprak bedaard: „Dat is heel goed van u gezien. Dus u gaf lievor hot papier direct aan my terug. Wat la het?" „Wel, meneer, 't Is een brief van eon dame, en geen minnebrief, hoorl Nu raadt u het misschien al?" „Ja.... ik denk het wel", zei Stephen, die vreesde, zyn totale onwetendheid te bekennen. „Ge hadt zeker gerekend op een belooning?" „Dat wil ik niet tegenspreken. Maar ik hoop, meneer, dat u my niet zult verdenken, dat ik u geld wilde afpersen of zoo iets. Als ik goed gedaan heb, met u den brief te brengen, dan laat ik het honnerarium aan uw beleefdheid over. Daar hebt u den briefl" Hy gaf den brief van do Duitsche vrouw aan Stephen. Deze zag het papier vluchtig in. „O, was het dat?" zei hy. „Ik hecht or eigeniyk niet veel aan. 'tls vreeseiyk dwaas een poging om my af te zetten. Maar daar u er moeite voor heeft gedaan, zal ik maar zeggen, dat de brief my vyf pond waard is." Jitn Chipchase's gezicht betrok. „Ik had gedacht, meneer", sprak hy, als iemand, die zyn speech vooraf heeft klaar gemaakt, „dat het een millionnair als u, en een publiek persoon, om zoo to zeggen, meer waard geweest zou zyn, dat deze brief uit handen van de politio bleef. O, u behoeft niet bang te wezen, dat ik zal gaan babbelen, als u niet betaalt; ik ben een eeriykejongen, en als u zegt, dat een vyfponds briefje de prys is, dan neem ik datmaar om u de waarheid te zeggen, had ik gedacht, dat het u wel vyftig waard zou zyn. Stephen las den brief nog eens over Hy geloofde wel, dat Clement Hansell inderdaad liever vyftig pond zou gegeven hebben, dan dezen brief onder de oogen der politie te zien gebracht, nu hy van plan was, in Engeland te blyven wonen. „Nu, jongmen8ch," sprak hy tot Jim, „gy hebt de zaak eeriyk en naar uw beste weten behandeld en al is er niets in den brief, waar over ik my bepaald zou hebben te schamen, zal ik in uw conditie bewilligen. Ik heb echter nu geen vyftig pond by my. Kom ze morgen halen; ge kunt den brief zoolang in pand houden, als ge wilt." Jim schudde het hoofd. „Neen, meneer. Uw woord is my voldoende, en een chèque van u ook. Als u my zoo'n papiertje geeft, behoef ik u niet voor den tweeden keer lastig te vallen." Dit voorstel maakte Stephen eenigszins verlegon. Hy kon nog geon wissel afgeven, eer hy aan de Bank was geweest. „Ik wou liever in contanten betalen", zei hy; „kom morgenochtend tegen elf uren. Ik zal het geld klaar leggen, dan kunnen de bedienden het u geven." „Uitstekend, meneer. Dat is dan alweer in orde." De heer James Chipchase maakte een prachtige buiging voor den millionnair en ging, voldaan over zyn boodschap. XXXIII. Toon Jim weg was, stond Stephen Alison op en bogon de kamer op en neer te stappen. Hy kon zich niet goed een denkbeeld maken omtrent het gewicht van den dreigbrief, welken zyn broeder in een cab had verloren. Er was een of andere schurkenstreek begaan aan de Kaap, begreep hy de vrouw zou wel redenen hebben voor de beschuldiging. Het viel hem niet in, dat nu hy, die Cle ment Hansell8 plaats had ingenomen, zelf bedreigd werd met moord. Het denkbeeld, dat hom op dit oogenblik geheel beheerschte, was, dat de man, met wien hy zooeven had gesproken, kwam uit het huis, waar zyn doode broeder lag; die man moest geheel op de hoogte zijn van wat er gebeurd was, sinds de politie het ïyk ontdekte en naar hetgeen uit het kranton- nieuws, dat Marsden hem vertelde, bleek tot de conclusie kwam, dat Stephen Alison zelfmoord had gepleegd. Hy had alles willen geven om Jim Chipchase daarover aan het praten te krygen, doch hy had het onderwerp niet durven aanroeren. Een onvoorzichtig woord had kunnen verraden, dat hy meer van de zaak afwist, en dat kon don slimmen koetsier aan het combineeren hebben gebracht. Na eenige oogenblikken van zenuwachtige opgewondenheid volgde kalmer stemming. Stephen had het geruststellende gevoel, dat hy een govaariyke beproeving zegevierend had doorstaan. Maar opnieuw had dit geval hem doen inzien, hoe noodzakelyk het was, de noodige zelf-beheersching en tegenwoordig heid van goest te behouden. Als de offlcieole ïykschouwing maar eerst was geschied en het ïyk was gehouden voor dat van Stephen Alison, zou hy veiliger zyn. Hy zou dan de zaken van zyn brflfcder gaan beheeren en zinnen op een plan, om vrouw en kind terstond te doen deelen in den zoo toevallig verkregen rykdom, die hem nu wettig toekwam, blykens het testament van zyn broeder. Hy wilde het politie-onderzoek naar don moord van lord Charlton afwachten on dan oen poos buitenslands gaan reizen, om dd; geschokte zenuwon te gaan herstellen on kracht te zoeken voor de taak, die hem wachtte: de schurken Darvell en Gaygold onschadeiyk maken. Hy wilde zijn vyanden straffen en zyn vrienden beloonen; hy moest dat echter doen op zoodanige wyze, dat geen sterveling ooit kon vermoeden, dat Stephon Alison nog loefde. Zyn dood zou aan de wereld worden bekend gemaakt na de ïykschouwing,, eerder waar- schyniyk nog; want de reporters zouden varj de praatgrage Chipchases wel den naam va» hun overleden huurder te weten komen. Wordl vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 1