LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG II JANUARI. - VIERDE BLAD.
Finaneieele Kroniek.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
De Tweelingbroeders.
No. 12848
Anno 1902.
De gunstige dagen, waarmede de fondsen-
markt het nieuwe jaar opende, zijn alweer
door meer ongunstig bewogeno gevólgd,
.voornamelijk onder den invloed van^Ame-
rika, hetwelk een stork contrastrijke hou
ding toonde. Niettegenstaande de zeer af-
wissolcnde strooming der Amerikaansche
Bpoorwcgmarkt, blij ft, ons publiek een vol
maakt kalme houding bewaren, in de eerste
plaats omdat heb grootste gedeelte zich met
niet onbolangrijko winst van do spoorweg-
papieren heeft ontdaan, en óf ongevoelig
blijft voor de woelingen, óf gemakkelijk een
6tootjo kan doorstaan. Daarenboven zijn
er thans weer andere punten, welke de aan
dacht trekken, zoodat de belangstelling niet
meer tot een bepaald gedeelte der markt ge
concentreerd wordt. Eene opmerkelijke
vraag voor Integralen veroorzaakte
eene vrij belangrijko koersverbetoring, waar
van ook de overige Nederlandscho soorten
profiteerden. Levendig ging het ook toe in
Tabakswaarden, waarvoor een zeer
gunstige geest blijft heerschen. Naarmate
de werkelijke resultaten over het afgeloopen
boekjaar bekend worden en daaraan ver
wachtingen omtrent gunstige dividenden
worden verbonden, neemt ook de belangstel
ling toe. Yeel stukken kwamen evenwel niet
ter markt. Potroleu w-aandeeien hadden
een zeer kalm verloop, in hoofdzaak bepaal-
do zich de handel tot de K o n i n k 1 ij k e en
do E n i m. In hoever het afbreken der onder
handelingen tusschen do Standard en de
Shell van invloed kan worden op de Indi
sche markt, is mooielijk te voorzien. Echter
schijnt het te zullen leiden tot onderhande
lingen tusschen de indische ondernemingen,
om den algemeenen productieprijs, welke
sterk door de concurrentio is getroffen, op
een beter peil te brengen. Do S u m a t r a-P a-
lembang is doende haar bedrijf voor ver
dere exploitatie in handen te stellen der-
f,Koninklijke", tegen een jaarlijkscho ver
goeding van f 200,000 plus een aandeel in
de winst der olie, welke uit de gronden der
S.-Palcmbang zal worden gewonnen. M ij n-
waarden ondervonden weinig belangstel
ling, voor N e d.-I n d. M ij nbouw is
cenige verbetering, voor Noor d-0 e 1 e b e s
daarentegen teruggang te vermelden, beiden
zonder bekende redenen.
Europeesche Staatsfondsen hadden een kalm
maar vast verloop. Italiaansche rente
blijft in gestadige prijsverbetering. Do toe
nadering tusschen Italië en Frankrijk is
'zeker niet vreemd aan den steun welken do
Parijsche markt op duidelijke wijze ver
leent, doch buitendien is de wisselkoers zoo
danig in het voordeel van Italië gekomen,
dat het zoo lang gehcerscht hebbend goud-
agio nagenoeg geheel is verdwenen. Of nu
ook do regeering tot den ouden toestand zal
terugkeeren* en het incasseoren der verschil
lende renten zonder het lastige affidavit
zal mogelijk maken? De geruchten omtrent
eene aanhangige overweging bij dc Turk-
sche regcering, om tot eene concessio der
Sorieën Turken te geraken, zijn van
weinig beteekenis. Deze overwegingen en
plannen zijn reeds zoo vele jaren hangende
dat zij eigenlijk nimmer hebben opgehouden
te bestaan. Dat de regeering gaarne tot uit
voering van het plan zou overgaan, betwij
felt niemand, mits het maar volgens hare
inzichten zou kunnen geschieden, cn juist
daaromtrent komt men niet tot overeen
stemming. In dit opzicht heeft Portugal
een opmerkelijke overeenkomst met Turkije.
De wil is (niet) goed en de middelen zijn
zwak. De ontevredenheid over de. door Por
tugal voorgesteldo schuldregeling is alge
meen en de regcering zal met een geheel ge
wijzigd plan voor den dag dienen to komen.
Toch schijnen de fondsen sterk door de Pa
rijsche markt gesteund te worden, het is ech
ter niet duidelijk met welko bedoeling, al
circuleeren ook geruchten dat eene overeen
komst met de comité's zou zijn getroffen.
Evenals bij do Portugeescho fondsen, speelt
Frankrijk ook bij Spanjaarden achter
de schermen. Merkwaardig is het evenwel,
dat in de Fransche bladen met groote hard
nekkigheid de onaantastbaarheid der bui-
tonlandsche schuld wordt volgehouden, ter
wijl dc Spaanscho pers even sterk het tegen
deel blijft verkondigen. Do uitgifte der
nieuwe Spaansche schatkistbons heeft intus-
sclien con zeer ongunstig resultaat opgele
verd, klaarblijkelijk was de rentevoet in de
oogen der Spanjaarden to laag.
Dc uitgifte der nieuwe Preferente aan
deden der C o m p. des Wagon s-L i t s
heeft nu plaats, cn daarmede is een begin
gemaakt mot de reorganisatie dezer maat
schappij. Het mes wordt diep in de wond
gezet, doch daarmede tevens de weg ge
baand tot 0ön grondig horstel. Tegenover
de opoffering van gewone aandeelhouders
verlangd door de kapitaal-reductie, staat
eene krachtige verbetering der balans en
wordt de verhouding tusschen aandeelen
kapitaal en bezit weer geheel tot de werke
lijke waarde teruggebracht.
Opmerkelijk is op liet gebied der Zuid-
Amerikaansche fondsen de uitgifte te Lon
don eener nieuwe leening van de Proyincie
Para, waarbij het consortium een provisie
van niet minder dan 10 pCt. heeft bedragen.
Zeer terecht heeft deze finaneieele groep in
gezien dat, met het oog op do brutale schen
ding harer verplichtingen door do provincie
Minas Geraes, het onthaal dezer nieuwe pro
vinciale leening niet buitengewoon gunstig
zal zijn-
Do Amerikaansche spoorwegafdeeling
wordt op het oogenblik behccrscht door twee
invloeden: het geding tegen de Northern
Security Co. en den beursloop der Staal-
waarden. De week begon met een groote ver
heffing in Steclshares, naar het schijnt in
het leven geroepen door ongegronde voor
spiegelingen wat de finaneieele resultaten
dezer groote corporatie betreft, welke ver
wachtingen bij het publiceeron der staten
niet zoo gunstig bleken te zijn als men wel
verwacht had. Wat nu de verwachtingen „in
den staat" zooals men dat tegenwoordig
pleegt te noemen, te Nieuw-York zijn ge
weest is niet voldoende bekend, doch als men
de resultaten, welke de maatschappij publi
ceert, toetst aan de verwachtingen, welke uit
gedrukt worden in het prospectus der cor
poration, toen de aandeelen aan de markt
werden gebracht, dan mag men niet anders
zeggen of dc uitkomst heeft geleerd dat de
ramingen, toen gemaakt, niet te hoog zijn
geweest. In dit prospectus toch werden de
netto ontvangsten voor een jaar geraamd op
100 millioen dollars, terwijl nu blijkt dat
over 9 maanden netto 84,779,000 dollars wer
den verdiend (December werd geraamd op
7,750,000 dollars) of na reserve voor het amor
tisatiefonds en verbeteringen 72,820,000 dol
lars. Waarvan na aftrek van alle lasten cn
dividenden een surplus blijtf van 19,414,000
dollars. Zeer wel mogelijk dat men een nog
grooter surplus had verwacht, doch het blijft
toch een feit, dat zij, die deze zaak hebben
georganiseerd (wat geen kleinigheid was
voorwaar!) alleszins voor hun taak bere
kend zijn geweest cn zich niet in hunne ver
wachtingen bedrogen zien.
Do directie heeft wedr het gewone kwar
taal dividend van 1 pCt. op de gewone en
1 3/4 pCt. op de preferente aandeelen aan
gekondigd (betaalbaar in Maart). Dc wil
lige stemming voor deze aandeelen maakte
plaats voor een gevoelige daling, hetgeen
men in verband bracht met geruchten van
finaneieele moeilijkheden, welke echter ge
heel ongegrond schijnen té zijn, althans men
zou het uit de geopenbaarde cijfers niet
waarschijnlijk achten. Het schijnt echter dat
door gebrek aan cokes de staalproductie
veel minder is geweest; ruw ijzer blijft bui
tengewoon sterk gevraagd. Ook gebrek aan
spoorwegmatcriaal (wagens) is van invloed
op do productie. Wat het proces tegen dc
Northern Security Co. betreft, hoewel do
kans dat do Company in het ongelijk wordt
gesteld, niet zeer groot is, zoo mag men er
zich toch wel op voorbereiden dat deze agi
tatie eon zeer onregelmatige beurs ton ge
volge zal hebben. Reeds liep het gerucht dat
de Northern Securities Co. ontbonden zou
zijn, doch dit gerucht werd onmiddellijk te
gengesproken. Het zou trouwens ccne han
deling zijn, allesbehalve to verwachten van
mannen zooals Hill, Morgan en Harriman.
Men mag verwachten dat, alvorons zij die
zaak ter hand nemen, do besto rechtsgeleer
den hebben geraadpleegd, want als direc
teuren van bestaamde groote Spoorweg
systemen, waren zij op de hoogte van de
mogelijkheid dat men hen allerhande moei
lijkheden zou berokkenen.
De kolenwaarden waren over het algemeen
gewild. Norfolk-Western shares konden
zich echter niet handhaven, te meer daar de
bruto ontvangsten over de 4de week van De
cember een vermindering van 60,000 dollars
aanwijzen. Deze vermindering moet te wij
ten zijn aan een grooten brand in do Pocahon-
ta kolenvelden. Een buitengewone prijsver
heffing, welke gestadig aanhield, valt te ver
melden van gewone aandeelen St. Louis-San-
Francisco, een andere reden dan de schit
terende netto ontvangsten is tot dusverre
niet bekend.
Rijnlandsclie Bank.
Do opvolger Tan Prof. Offerbans.
Men schrijft aanhet „Utr. Dl.":
Zooals reeds is medegedeeld moet prof. dr.
J. Offcrhaus, kerkelijk hoogleeraar te Lei
den, dit jAa? Sitreden wegens 70-jarigen leef-
tijd.
Eerlang zal dus do commissie van vooi<-
dracht voor de benoeming van kerkelijke
hoogleeraren samenkomen, om eene voor
dracht op to maken en deze der Synode aan
te bieden.
Deze commissie bestond de laatste jaren
uit 6 orthodoxe en 5 moderne leden.
Daarin is echter dit jaar verandering ge
komen, doordat het prov. kerkbestuur van
Noord-Brabant en Limburg, in plaats van 't
orthodoxe lid G. J. van der Pol, pred. te
Werkendam, heeft gekozen den heer A. A.
van Meurs, pred. te Breda, behoorende tot
dc moderne of evangelische richting.De com
missie bestaat daardoor thans uit 5 ortho
doxen cn 6 leden, niet behoorende tot dezo
richting.
Het zijn de heeren K. F. Creutzberg, pred.
te Arnhem; dr. G. J. van der Flier, pred. te
's-Gravenhage; Th. H. Nahuys, pred. te
Zeist; P. J. D. van Slooten, pred. te Ter
band; J. O. Eykman, pred. te Steenwijk (al
len orthodox); bene\ens de heeren W. S.
Schuurman, pred. te Hauwert; C. F. Zee
man, pred. te Zonnemaire; dr. J. Pelinck,
pred. te Farnsum; A. A. van Mcurs, pred.
te Breda; H. H. Heerspink, pred. te Eelde,
en C. G. Chavannes, AVaalsch predikant ze
Leiden, allermodern of evangelisch-
Naar alle waarschijnlijkheid zal duB de te
benoemen hoogleeraar van dezelfde richting
zijn als dc thans aftredende.
Johan Schmier.
Naar aanleiding van het jubi-
loum van den zanger Joh- Schmier, thans lid
van het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel, is
een schets van zijn loopbaan geschreven door
Henri W. J. Schouten (Amsterdam, Cohen
Zotfen). Het boekje heeft een portret van
den heer Schmier en een afbeelding van hem
in de rol van Marcel (Hugenoten).
Het bevat in hoofdzaak een interview den
jubilaris afgenomen, en geeft aardige bij
zonderheden &vcr Schmicr's „Vie de bohè
me", zooals hij dat zelf noemt. Men ziet
daaruit, dat hij, voor hij zanger werd, in
elixer reisde voor de firma Catz en Zoon
to Nieuwe Pekela (Groningen), en dat hij
toen wel op alle plaatsen, waar hij voor zijn
zaken kwam, solo zong, maar nooit iets ver
kocht, en daarom na een jaar met volle in
stemming van zijn chefs, zijn ontslag nam.
Ycrdcr leest men van zijn verblijf in Brus
sel, waar hij studeerde, en van zijn herinn -
ringen aan de opera van den heer Do Groot,
met wien Schmier als directeur veel ophad.
Uit den tijd van zijn zingen bij de Opera-
Do Groot, vertelde dc heer Schmier ook, aan
den interviewer, o. a. dit: ,,Ik zal nooit ver
geten dat wij op dc Deventerkermis eens
„Catharina en Lambert" van Yan der Li..-
den zouden geven. Kees zou zelf dirigecrcn.
Om welke reden weet ik niet moer, maar ik
had voor die opvoering gezorgd voor kran
sen voor ongeveer alle medcspelendon. Yoor
de dames Orelio, juffrouw Jahn, nu mevr.
Albcrs, mevrouw Ophemert Schwencke, voor
Orelio, Kerckhoven, dc-n tenor, Sam Poons,
Dcrickx, die typische Belg, enfin voor ieder
een en de grootste natuurlijk voor Kees. Ik
had alles klaar gelegd met de namen op de
kransen cn toen het naar zevenen liep en ik
mij dus moest gaan klecden, want ik was
Spartacus, waarschuwde ik De Groot en liet
hem de zorg voor de kransen over. Hij keek
dien boel eens na en vroeg mij toen: „Zeg
Jan-, waar is jouw krans?" Nou je begrijpt
dat ik voor raii zelf geen blommen had lak
ten komen. Dat zei ik hem ork." „Ben je
gek," zei De Groot, „jij zal d'r ook een heb
ben." En meteen keerde hij zich om en riep
Louis Zagewijn, die toen bij ons souffleur
was. „Bestel je als dc bl... nog twee kran
sen", hoorde ik hem zeggen, „voor vanavond
nog." „Wat moet je nou met twee kransen
doen?" vroeg ik je hebt er voor mij toch
maar een noodig." Nou, en ik dan?" vroeg
hij. Zie je, zoo ging het soms. En ik verzeker
je dat er geld verdiend werd hoor. De Groot
was een uitstekend directeur."
Daarna wordt verhaald van Schmier's ver
blijf te Parijs, en zijn optreden te Asnières,
Fontainebleau enz. e_ dat Schmier te Parijs
onderwijs gaf aan de school van de in ouce-
re Haagscho kringen nog wel bekende en
veelbesproken opera-zangeres Emilie Ambre.
Het verhaal van de proeven van naturalis
tische muziek (de „Pruimeboom", Corneiis
had een glas gebroken," enz.)' door den heer
Schmier gecomponeerd, is mede aardig. Ook
komt er nog een verklaring voor waarom
hij niet gaarne Wagnerpartijen zong, en
waarom de heer Schmier niet van diens mu
ziek houdt.
Het boekje bevat aan het slot een lijst der
composition van den heer Schmier.
Trnusvaal en Oranje-Vrijstaat.
Briefgeheim,
De „Dordr. Crt." heeft uit Loren$o,-Mar-
quez omslagen ontvangen van brieven, uit
Nederland daarheen gezonden, die de tec-
kens dragen dat zij onder de krijgswet geo
pend zijn.
Het blad deelt de volgende bijzonderheden
dienaangaande mede:
„In de maand Juni van het vorige jaar
zijn door een maatschappij hier te lande
drie brieven naar Loren^o-Marquez gezon
den. Twee er van zijn te Rotterdam en één
is er te Amsterdam op de post gedaan.
Twee er van zijn gezonden „via Engeland"
en één „via Berlijn."
„De brief, die via Berlijn is geëxpedieerd,
kwam ongeopend te Loren$o-Marquez aan,
wij hebben hem hier op ons bureau en J :j
ziet er precies uit als een gewone brief, in
vredestijd verzonden, geen speciaal stempel,
geen bijzondere overdruk.
„Geheel anders zien de brieven, die aan do
Engclsche post zijn toevertrouwd, er uit. Zij
zijn onderweg over de bovenzijde geopend ge
weest en over de opening is een rood papier
geplakt met den bovenvermelden tekst.
„Wij weten niet of de betrokken maat
schappij zelf werk maakt van dc zaak, maar
wij vinden het geval ergerlijk gena-g om on
zen minister van buitenlandsche zaken cr me
de in kennis te stellen, en zenden de brieven
aan Zijne Excellentie in Den Haag.
„In den vorigen Zuidafrikaanschen vrij
heidsoorlog van 1881 zonden j tsche koop
lui uit Transvaal brieven naar Europa via
Engelsche havens, die brieven zijn toen door
do Engelsche censuur onderschept. Het wa
ren brieven uit een vijandig land en toch is
er voor die schending van het brievengeheim
door Engeland een flinke sphadevergoeding
betaald, maar toen was cr nog het Erseland
waar Gladstone eerste minister was en nu
hebben wij daar, niet in naam, maar inder
daad, den onuitputtelijken Joseph aan het
bewind, die zal wel een of andere uitvlucht
weten te bedenken als 't ooit zoo ver komt
dat die noodig wordt.
„Duitschland schijnt nader te onderzoeken
hoe de vork in den steel zit ten aanzien van
het openen van Duitsche brieven, via Kaap
stad naar Duitsch We6t-Afrika gezonden.
„Het is een duistere zaak cn... wij zijn een
klein lane»."
liet Hof van Arbitrage.
W. T. Stead schrijft in zijn „Review of
Reviews:
„Toen dc diplomatieke vertegenwoordigers
van de onderteekenaars van de Haagscke
conventie den 20sten November in Den Haag
bijeenkwamen en beslisten, da zij onmogelijk
af konden wijken san de rol, waartoe de
conferentie ben bepaald had, en dus het ver
zoek van de Boeren om arbitrage niet konden
steunen, beschouwde onze oorlogspartij die
beslissing als een bepaalde overwinning voor
de Engelsche regeering.
„Het komt nu 'echter uit, dat het tegen
deel waar is. Ten minste drie regeeringen
die van Nederland, Frankrijk en Rusland
betuigden bij monde van hun vertegenwoor
digers hun sympathie met het verzoek van
do Boeren om arbitrage. Do gezanten van
Rusland en Frankrijk hebben, naar men zegt
formeel uit naam van hun regt :g gezegd,
dat het te betreuren was, dat Enge
land geweigerd had aan het verzoek van
de twee republieken om arbitrage gehoor te
geven.
„En dat is nog niet alles. Do vertegen
woordigers van Amerika en Portugal protes
teerden er tegen, dat de Ra.... (van beheer
van het hof van arbitrage) de twee republi-
ken als nog bestaande erkende, maar op
voorstel van den Duitschen vertegenwoor
diger besloot de Raad, ondajiks het protest
van de Amerikaansche en Portugee3che ver
tegenwoordigers, de papieren inlijving van
de Zuidafrikaansche republieken door En
geland niet te erkennen. Dat besluit is c i-
cieel aan dr. Leyds, als den vertegenwoordi
ger van die staten*, medegedeeld."
Ziedaar watde heer Stead mededeelt. Het
meeste is ons nieuw, zegt d„ ,,N. R. O."
maar we moeten op grond van wat ons be
kend is twijfelen of alles wel juist i3 wat hij
mededeelt. Dit geldt althans de b:- .ring,
dat Amerika in November 1.1. de republieken
niet meer erkend wilde zien.
Dit is onjuist; dr. Leyds vertegenwoor
digt alleen de Z.-A. Republiek.
Men schrijft aan de „N. R. C.": In
de trouwzaal van de gemeente Schoterland
was gisteren een zeldzaam paartje om in den
echt verbonden te worden. De bruigom: een
77-jarig mannetje, r.;ct door zwaren arbeid
in den polder en venen gekromden rug; de
bruid: eene krasse vrouw van 86 jaren, nog
rechtop van lijf en leden. Beiden ouder-
wetsch gekleed; hij in stemmig zwart met
lage schoenen, waarop zilveren gespen, zij
met zilveren oorijzers, waarover een hagel
witte floddermuts.
Hij was 38 jaren getrouwd geweest, voor
13 jaren was zijn vrouw gestorven cn sinds
had de bruid hem bijgestaan als een zuinig
trouwe huishoudster. Altijd had üij door
noeste vlijt, zij door zuinig huishouden i-nc
ondersteuning van het armbestui r buiten
de deur gehouden; ja, men had zelfs nog wat
overgespaard.
Nu kon de man niet meer werken; het
spaarduitje ^an een paar honderd gulden
zou gauw opgeteerd zjjn en wat dan 1 De kin
deren van den bruigom wenschten vader wei
bij zich te nemen; maar wat zou er dau "or
den van zijn huishoudster? Haar aan haar
lot overlaten, d a t ging niet, en ook zij kon
niet van hem scheiden
Het bejaarde tweetal besloot in het ge
meentelijk armhuis te gaan. Maar daar is do
ééno zaal voor vrouwen, de andere voor man
nen, tenzij men gehuwd is. Dan mag men
bij elkander blijven. Welnu, niet-van-rdk-
ander-gescheiden-leven, dat was hun cenige
wensch, en daarom werd gisteren de hu
welijksband gelegd. Een huwelijk „pro for
ma", maar niet minder welgemeend! Na de
voltrokking ging het „jonge" paar direct
naar het armhuis, waar reeds zijn komst ver
beid werd.
B ij e e n i n a a n b o u w z ij n d h u i 8 aan'
de Krullelaan te Zeist bad een treurig onge
luk plaats. Een loodgieter, die zich op een
steigerplank ter hoogte van pl. 8 meter t
ven den grond bevond, had het ongeluk door
het wippen van de plank neer te storten. H"
greep zich vast aan een timmerman, i ie \n
do goot stond en sleepte dezen in zijn val te-
de. Beiden kwamen eerst op de veranda te
recht, maar vielen aaarna op den grond.
Een van hen brak ei arm en bezeerde zich
den schouder, terwijl dc ander kneuzingen
in dc borst en den rug bekwam.
Het „Deventer Volksblad", or
gaan der Deventer Volkspartij, deelt aan ziin
lozers mee, dat een samenloop van omstan
digheden der redactie dwingt plotseling do
uitgave van haar blad te staken. Ze mee b
te mogen beweren, dat haar blad ook vo< r
een deel de stuwkracht is geweest, waardoor
't democratisch element binnen Deventer ve:-
sterkt is. Het was de band, die buiten cn i
do verkiezingsdagen de democraten I. n
hield.
Te N ieuwe Pekela is gistera vond
de veehandelaar M. Meyer dojr de paarden
tram overreden. De man la;^ op do rails.
Waarschijnlijk zal men hem nog in het leven
behouden.
Ook een statistiekl In „do
Streek" boven Alkmaar (de Langedijk) zijn
in het afgeloopen jaar 26,000 ratten gedood.
De driftige „meester" op do
school op Het Loo, die zijn „hoofd" tegen
den kapstok wierp, is door B. en Ws. van
Apeldoorn voor een maand in zijn betrek
king geschorst.
€4)
„Ik begrUp niet goed, hoe hy er In zou
betrokken zyn. Myn Idee is, dat Darvell
rekende op Alison voor verdere knoeieryen
in het spel. ffk denk, dat Alison, 's avonds
van het dmer by Darvell terugkeerend, met
lord Charlton in huis gegaan is, om zyn
medeplichtigen, gewone inbrekers, binnen te
laten."
„Dat kan zyn," meende Verity; „en dan
ia hoogstwaarschjjniyk door een van hen de
moord gepleegd."
Jack Gannett haalde de schouders op.
„Het komt er niet op aan, of Alison de
eigeniyke moordenaar is, ja of neen; hy was
er in elk geval by."
Toen Chipchase en zyn vrouw ongeveer
tegen halféón thuis kwamen, vonden ze een
menigto menschen yoor hun deur.
„O Sami wat zou er te doen zyn?" riep
de juffrouw. „Zou Lobelia het huis in brand
gestoken hebben of iets vreeselyka gedaan?"
De oude koetsier, die niet vreesachtig was
uitgevallen, verwierp dadeiyk deze veronder
stelling.
„Kom, als er-brand was, zou je vlammen
zien, ten minste rookl Er ligt zeker een
dronken kerel tegen onze stoep. Maar als er
iets by ons gebeurd Is, dan ls 't jouw schuld I
Waarom sleep je my uit myn eigen huis
raar andere lui, waar het vochtig isi Ik voel,
dat ik by je broer de rheumatiek weer te
pakken heb gekregen* Kom, laten we maar
gauw binnen zien te komen. Ik ben bepaald
veertien dagon mooi met die verwenschte pyn."
Toen zy de deur bereikton, vond juffrouw
Chipchase haar verwachting van een treurspel
meer dan bevestigd.
„Er is een moordenaar binnen I" zei een
vrouw uit de menigte; „de politie heeft hem
gepakt."
„Een moordenaar 1" riep juffrouw Chipchase.
„O, Sam, dat is die vau boven 1 Ik heb het
altyd wel gedacht."
Sam klopte aan, en Lobelia, bleek en bevend,
deed open.
Chipchase trok zyn vrouw meo naar binnen
en smeet de dour vlug dicht, daar de nieuws
gierigen aandrongen, in de hoop, iets te zullen
zien.
De wykagent was, toen Verity met den
dokter kwam, weggestuurd met een bood
schap, en Lobelia had, door schrik als vor-
lamd, by het vuur gezeten, ieder oogenblik
verwachtende, dat zy een wanhopig gevecht
zou hooren in den gang en „dien van boven-
vóór" in een doodeiyke worsteling zien met
hen, die hem kwamen arresteeren.
De detectives hadden het meisje niet ge
zegd, dat de man dood was, en zy was veel
te bang om uit de kamer te gaan, ten einde
te luisteren of iets te vragen.
Zoodra de inspecteur den heer des buizes
hoorde binnenkomen, ging hy naar beneden
en deelde hem mee, wat er gebeurd was. Hy
zei, dat do kamer boven afgesloten en een
agent op post moest biy'ven, tot er maat
regelen waren getroffen om hot lyk te ver
voeren.
Toen Lobelia hoorde, dat Stophen Alison
dood was, barstte zy in tranen uit.
„Doodi" snikte zy, „en hy heeft my nog
een halven kroon gegeven, toen ik uitging."
De inspecteur wendde zich snel om, toen
hy dat vernam:
„Ben je vanavond uit geweest?"
„Ja-ai" zei Lobelia, die geen moed had tot
liegen.
„Hoe lang was je uit?"
Lobelia keek onrustig naar haar tante.
„Kom," zei de inspecteur, „ik moet dat
weten."
„Ik ging uit om ruim zeven uuren....
en o, tante, vergeef myik zal het nooit
weor doen!.... ik kwam terug om halfelf
„Dus", zei de inspecteur, „die man was
die drie uren alleen in huis. Dat is iets van
belang. Je weet dus niet, of er vanavond
iemand by hem is geweest?"
„Neen, meneer," snikte Lobelia; „hy be
loofde, op de deur te letten, terwyi ik
uit was."
De politieman teekende op, wat het meisje
gezegd had, en vertrok.
Toen keek Lobelia, die gevoelde, dat zy
verloren was, haar tante smeekend aan.
Maar juffrouw Chipchase was zóó over
weldigd door het drama en de ontdekking,
dat haar huurder een tuchthuisboef, een
moordenaar en een lyk terzelfder tijd was,
dat zelfs de ongehoorde overtreding van alle
huiseiyke gehoorzaamheidswetten door haar
nicht niet in staat was, baar toorn op to
wekken.
Om één uur arriveerde de heer Jim Chip
chase. De nieuwsgierigen voor de huisdeur
waren verdwenen, zoodat hy op straat niets
byzonders waarnam, en hy was te vol van
zyn eigen nieuws, om te letten op het ontdane
voorkomen dor familieleden.
„Vader", zei hy, „ik heb gehoord, dat er
een moord geploegd is in Grosvenor-Place;
ik reed er heen om eens hoogte te nemen.
Ik kwam voor by het huis van meneer Clement
Hansell; alle vensters op do eerste verdieping
waren verlicht. Hy is dus nu thuis, on ik
ga morgen naar hem toe met dien brief."
XXX.
Jack Darvell en Sampson Gaygold zaten
onder vier oogen. Het nieuws van lord Charltons
dood bad beiden op zeer verschillende wyze
getroffen. Toen Gaygold de avondbladen las,
zag hy terstond de 20,000 pond in zyn zakken
en die van zyn compagnon; doch een mede-
deeling van Darvell had oen geheel ander
aanzien aan de zaak gegeven.
Darvell had het eerst kennis gekregen van
den moord door het geschreeuw der kranten
jongens op straat. Thuis komende, vond hy
papa Joyce in groote opgewondenheid en vol
van den moord; hy sprak er over met Molly,
die bleek en ontdaan luisterde.
„O Jackl" riep mevrouw Darvoll, zoodra
zy haar echtgenoot zag; „je hebt het zeker
gehoord? Hoe vreeselykl Die arme Charlton
is vermoord, en de politie is hier geweest,
om to informeeren naar je vriend Stephens,
dio met hem ons huis verlietWat akolig,
Jack, dat wy in zoo'n zaak gemoeid worden 1"
Jack keek heel boos en weirp een veel-
zeggenden blik op Joyce. Hy hield er niet
van, zaken, van wolken aard ook, te bespreken
in tegenwoordigheid van zyn schoonpapa;
Molly begreep hem en stopte onmiddeliyk
haar woordenvloed,
Darvell was bang, dat 2yn vrouw in haar
zenuwachtigheid zou vergeten, wat hy haar
gezegd had, en zich den naam Alison laten
ontvallen.
Een paar minuten heerschte er stilte; Joyce,
die begreep, dat men hem missen kon, spaarde
zyn schoonzoon de moeite, hem een wenk
te geven, kuste zyn dochter goeden nacht en
ging op zyn eigen kamer verder nadenken,
onder het genot van zyn pyp en een glas
jenevergrog.
Toen zy alleen waren, vroeg Darvell driftig
aan zyn vrouw:
„Wat heb je tegen je vador gezegd?"
„Niets.... ik was pas thuis gekomen,
en hy was bezig, my de gesi-hiedenis te
vertellen."
„Je hebt niet gezegd, dat Stephens een
aangenomen naam is?"
„Welneen, ik heb er niet aan gedacht; ik
was veel te veel geschrikt. O, Jack, zou je
heusch denken, dat die man Alison heet
hy immers? met den moord te maken
hoeft?"
„Natuuriyk niet; maar.... de politie la
hier geweest, zei je vader, en zo zullen terug
komen om my te spreken. Dat is een beetje
vervelend. Ik_ zal hun dan wel dienen te
zeggen, wie Stephens ie; anders ziet het er
leeiyk uit, als zy het zelf ontdekken."
Op dit oogenblik kwam de knecht binnen,
om te zeggen, dat de politiebeambte er weor
was, en vroeg, of hy nu meneer zelv.n kon
spreken.
Darvell zei zyn vrouw, dat ze de kamer
moest verlaten; hy was er niet op gesteld,
dat zy tegenwoordig was by zyn onderhoud
met de politie.
Dit onderhoud werkte niet geruststellend.
Darvell merkte terstond, dat de detective veol
gewicht liechtto aan de bewegingen on
handelingen van Stephen Alison, en hy was
op z\jn hoede.
(Wordt vervolgd