LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG II JANUARI. - VIERDE BLAD. Finaneieele Kroniek. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. De Tweelingbroeders. No. 12848 Anno 1902. De gunstige dagen, waarmede de fondsen- markt het nieuwe jaar opende, zijn alweer door meer ongunstig bewogeno gevólgd, .voornamelijk onder den invloed van^Ame- rika, hetwelk een stork contrastrijke hou ding toonde. Niettegenstaande de zeer af- wissolcnde strooming der Amerikaansche Bpoorwcgmarkt, blij ft, ons publiek een vol maakt kalme houding bewaren, in de eerste plaats omdat heb grootste gedeelte zich met niet onbolangrijko winst van do spoorweg- papieren heeft ontdaan, en óf ongevoelig blijft voor de woelingen, óf gemakkelijk een 6tootjo kan doorstaan. Daarenboven zijn er thans weer andere punten, welke de aan dacht trekken, zoodat de belangstelling niet meer tot een bepaald gedeelte der markt ge concentreerd wordt. Eene opmerkelijke vraag voor Integralen veroorzaakte eene vrij belangrijko koersverbetoring, waar van ook de overige Nederlandscho soorten profiteerden. Levendig ging het ook toe in Tabakswaarden, waarvoor een zeer gunstige geest blijft heerschen. Naarmate de werkelijke resultaten over het afgeloopen boekjaar bekend worden en daaraan ver wachtingen omtrent gunstige dividenden worden verbonden, neemt ook de belangstel ling toe. Yeel stukken kwamen evenwel niet ter markt. Potroleu w-aandeeien hadden een zeer kalm verloop, in hoofdzaak bepaal- do zich de handel tot de K o n i n k 1 ij k e en do E n i m. In hoever het afbreken der onder handelingen tusschen do Standard en de Shell van invloed kan worden op de Indi sche markt, is mooielijk te voorzien. Echter schijnt het te zullen leiden tot onderhande lingen tusschen de indische ondernemingen, om den algemeenen productieprijs, welke sterk door de concurrentio is getroffen, op een beter peil te brengen. Do S u m a t r a-P a- lembang is doende haar bedrijf voor ver dere exploitatie in handen te stellen der- f,Koninklijke", tegen een jaarlijkscho ver goeding van f 200,000 plus een aandeel in de winst der olie, welke uit de gronden der S.-Palcmbang zal worden gewonnen. M ij n- waarden ondervonden weinig belangstel ling, voor N e d.-I n d. M ij nbouw is cenige verbetering, voor Noor d-0 e 1 e b e s daarentegen teruggang te vermelden, beiden zonder bekende redenen. Europeesche Staatsfondsen hadden een kalm maar vast verloop. Italiaansche rente blijft in gestadige prijsverbetering. Do toe nadering tusschen Italië en Frankrijk is 'zeker niet vreemd aan den steun welken do Parijsche markt op duidelijke wijze ver leent, doch buitendien is de wisselkoers zoo danig in het voordeel van Italië gekomen, dat het zoo lang gehcerscht hebbend goud- agio nagenoeg geheel is verdwenen. Of nu ook do regeering tot den ouden toestand zal terugkeeren* en het incasseoren der verschil lende renten zonder het lastige affidavit zal mogelijk maken? De geruchten omtrent eene aanhangige overweging bij dc Turk- sche regcering, om tot eene concessio der Sorieën Turken te geraken, zijn van weinig beteekenis. Deze overwegingen en plannen zijn reeds zoo vele jaren hangende dat zij eigenlijk nimmer hebben opgehouden te bestaan. Dat de regeering gaarne tot uit voering van het plan zou overgaan, betwij felt niemand, mits het maar volgens hare inzichten zou kunnen geschieden, cn juist daaromtrent komt men niet tot overeen stemming. In dit opzicht heeft Portugal een opmerkelijke overeenkomst met Turkije. De wil is (niet) goed en de middelen zijn zwak. De ontevredenheid over de. door Por tugal voorgesteldo schuldregeling is alge meen en de regcering zal met een geheel ge wijzigd plan voor den dag dienen to komen. Toch schijnen de fondsen sterk door de Pa rijsche markt gesteund te worden, het is ech ter niet duidelijk met welko bedoeling, al circuleeren ook geruchten dat eene overeen komst met de comité's zou zijn getroffen. Evenals bij do Portugeescho fondsen, speelt Frankrijk ook bij Spanjaarden achter de schermen. Merkwaardig is het evenwel, dat in de Fransche bladen met groote hard nekkigheid de onaantastbaarheid der bui- tonlandsche schuld wordt volgehouden, ter wijl dc Spaanscho pers even sterk het tegen deel blijft verkondigen. Do uitgifte der nieuwe Spaansche schatkistbons heeft intus- sclien con zeer ongunstig resultaat opgele verd, klaarblijkelijk was de rentevoet in de oogen der Spanjaarden to laag. Dc uitgifte der nieuwe Preferente aan deden der C o m p. des Wagon s-L i t s heeft nu plaats, cn daarmede is een begin gemaakt mot de reorganisatie dezer maat schappij. Het mes wordt diep in de wond gezet, doch daarmede tevens de weg ge baand tot 0ön grondig horstel. Tegenover de opoffering van gewone aandeelhouders verlangd door de kapitaal-reductie, staat eene krachtige verbetering der balans en wordt de verhouding tusschen aandeelen kapitaal en bezit weer geheel tot de werke lijke waarde teruggebracht. Opmerkelijk is op liet gebied der Zuid- Amerikaansche fondsen de uitgifte te Lon don eener nieuwe leening van de Proyincie Para, waarbij het consortium een provisie van niet minder dan 10 pCt. heeft bedragen. Zeer terecht heeft deze finaneieele groep in gezien dat, met het oog op do brutale schen ding harer verplichtingen door do provincie Minas Geraes, het onthaal dezer nieuwe pro vinciale leening niet buitengewoon gunstig zal zijn- Do Amerikaansche spoorwegafdeeling wordt op het oogenblik behccrscht door twee invloeden: het geding tegen de Northern Security Co. en den beursloop der Staal- waarden. De week begon met een groote ver heffing in Steclshares, naar het schijnt in het leven geroepen door ongegronde voor spiegelingen wat de finaneieele resultaten dezer groote corporatie betreft, welke ver wachtingen bij het publiceeron der staten niet zoo gunstig bleken te zijn als men wel verwacht had. Wat nu de verwachtingen „in den staat" zooals men dat tegenwoordig pleegt te noemen, te Nieuw-York zijn ge weest is niet voldoende bekend, doch als men de resultaten, welke de maatschappij publi ceert, toetst aan de verwachtingen, welke uit gedrukt worden in het prospectus der cor poration, toen de aandeelen aan de markt werden gebracht, dan mag men niet anders zeggen of dc uitkomst heeft geleerd dat de ramingen, toen gemaakt, niet te hoog zijn geweest. In dit prospectus toch werden de netto ontvangsten voor een jaar geraamd op 100 millioen dollars, terwijl nu blijkt dat over 9 maanden netto 84,779,000 dollars wer den verdiend (December werd geraamd op 7,750,000 dollars) of na reserve voor het amor tisatiefonds en verbeteringen 72,820,000 dol lars. Waarvan na aftrek van alle lasten cn dividenden een surplus blijtf van 19,414,000 dollars. Zeer wel mogelijk dat men een nog grooter surplus had verwacht, doch het blijft toch een feit, dat zij, die deze zaak hebben georganiseerd (wat geen kleinigheid was voorwaar!) alleszins voor hun taak bere kend zijn geweest cn zich niet in hunne ver wachtingen bedrogen zien. Do directie heeft wedr het gewone kwar taal dividend van 1 pCt. op de gewone en 1 3/4 pCt. op de preferente aandeelen aan gekondigd (betaalbaar in Maart). Dc wil lige stemming voor deze aandeelen maakte plaats voor een gevoelige daling, hetgeen men in verband bracht met geruchten van finaneieele moeilijkheden, welke echter ge heel ongegrond schijnen té zijn, althans men zou het uit de geopenbaarde cijfers niet waarschijnlijk achten. Het schijnt echter dat door gebrek aan cokes de staalproductie veel minder is geweest; ruw ijzer blijft bui tengewoon sterk gevraagd. Ook gebrek aan spoorwegmatcriaal (wagens) is van invloed op do productie. Wat het proces tegen dc Northern Security Co. betreft, hoewel do kans dat do Company in het ongelijk wordt gesteld, niet zeer groot is, zoo mag men er zich toch wel op voorbereiden dat deze agi tatie eon zeer onregelmatige beurs ton ge volge zal hebben. Reeds liep het gerucht dat de Northern Securities Co. ontbonden zou zijn, doch dit gerucht werd onmiddellijk te gengesproken. Het zou trouwens ccne han deling zijn, allesbehalve to verwachten van mannen zooals Hill, Morgan en Harriman. Men mag verwachten dat, alvorons zij die zaak ter hand nemen, do besto rechtsgeleer den hebben geraadpleegd, want als direc teuren van bestaamde groote Spoorweg systemen, waren zij op de hoogte van de mogelijkheid dat men hen allerhande moei lijkheden zou berokkenen. De kolenwaarden waren over het algemeen gewild. Norfolk-Western shares konden zich echter niet handhaven, te meer daar de bruto ontvangsten over de 4de week van De cember een vermindering van 60,000 dollars aanwijzen. Deze vermindering moet te wij ten zijn aan een grooten brand in do Pocahon- ta kolenvelden. Een buitengewone prijsver heffing, welke gestadig aanhield, valt te ver melden van gewone aandeelen St. Louis-San- Francisco, een andere reden dan de schit terende netto ontvangsten is tot dusverre niet bekend. Rijnlandsclie Bank. Do opvolger Tan Prof. Offerbans. Men schrijft aanhet „Utr. Dl.": Zooals reeds is medegedeeld moet prof. dr. J. Offcrhaus, kerkelijk hoogleeraar te Lei den, dit jAa? Sitreden wegens 70-jarigen leef- tijd. Eerlang zal dus do commissie van vooi<- dracht voor de benoeming van kerkelijke hoogleeraren samenkomen, om eene voor dracht op to maken en deze der Synode aan te bieden. Deze commissie bestond de laatste jaren uit 6 orthodoxe en 5 moderne leden. Daarin is echter dit jaar verandering ge komen, doordat het prov. kerkbestuur van Noord-Brabant en Limburg, in plaats van 't orthodoxe lid G. J. van der Pol, pred. te Werkendam, heeft gekozen den heer A. A. van Meurs, pred. te Breda, behoorende tot dc moderne of evangelische richting.De com missie bestaat daardoor thans uit 5 ortho doxen cn 6 leden, niet behoorende tot dezo richting. Het zijn de heeren K. F. Creutzberg, pred. te Arnhem; dr. G. J. van der Flier, pred. te 's-Gravenhage; Th. H. Nahuys, pred. te Zeist; P. J. D. van Slooten, pred. te Ter band; J. O. Eykman, pred. te Steenwijk (al len orthodox); bene\ens de heeren W. S. Schuurman, pred. te Hauwert; C. F. Zee man, pred. te Zonnemaire; dr. J. Pelinck, pred. te Farnsum; A. A. van Mcurs, pred. te Breda; H. H. Heerspink, pred. te Eelde, en C. G. Chavannes, AVaalsch predikant ze Leiden, allermodern of evangelisch- Naar alle waarschijnlijkheid zal duB de te benoemen hoogleeraar van dezelfde richting zijn als dc thans aftredende. Johan Schmier. Naar aanleiding van het jubi- loum van den zanger Joh- Schmier, thans lid van het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel, is een schets van zijn loopbaan geschreven door Henri W. J. Schouten (Amsterdam, Cohen Zotfen). Het boekje heeft een portret van den heer Schmier en een afbeelding van hem in de rol van Marcel (Hugenoten). Het bevat in hoofdzaak een interview den jubilaris afgenomen, en geeft aardige bij zonderheden &vcr Schmicr's „Vie de bohè me", zooals hij dat zelf noemt. Men ziet daaruit, dat hij, voor hij zanger werd, in elixer reisde voor de firma Catz en Zoon to Nieuwe Pekela (Groningen), en dat hij toen wel op alle plaatsen, waar hij voor zijn zaken kwam, solo zong, maar nooit iets ver kocht, en daarom na een jaar met volle in stemming van zijn chefs, zijn ontslag nam. Ycrdcr leest men van zijn verblijf in Brus sel, waar hij studeerde, en van zijn herinn - ringen aan de opera van den heer Do Groot, met wien Schmier als directeur veel ophad. Uit den tijd van zijn zingen bij de Opera- Do Groot, vertelde dc heer Schmier ook, aan den interviewer, o. a. dit: ,,Ik zal nooit ver geten dat wij op dc Deventerkermis eens „Catharina en Lambert" van Yan der Li..- den zouden geven. Kees zou zelf dirigecrcn. Om welke reden weet ik niet moer, maar ik had voor die opvoering gezorgd voor kran sen voor ongeveer alle medcspelendon. Yoor de dames Orelio, juffrouw Jahn, nu mevr. Albcrs, mevrouw Ophemert Schwencke, voor Orelio, Kerckhoven, dc-n tenor, Sam Poons, Dcrickx, die typische Belg, enfin voor ieder een en de grootste natuurlijk voor Kees. Ik had alles klaar gelegd met de namen op de kransen cn toen het naar zevenen liep en ik mij dus moest gaan klecden, want ik was Spartacus, waarschuwde ik De Groot en liet hem de zorg voor de kransen over. Hij keek dien boel eens na en vroeg mij toen: „Zeg Jan-, waar is jouw krans?" Nou je begrijpt dat ik voor raii zelf geen blommen had lak ten komen. Dat zei ik hem ork." „Ben je gek," zei De Groot, „jij zal d'r ook een heb ben." En meteen keerde hij zich om en riep Louis Zagewijn, die toen bij ons souffleur was. „Bestel je als dc bl... nog twee kran sen", hoorde ik hem zeggen, „voor vanavond nog." „Wat moet je nou met twee kransen doen?" vroeg ik je hebt er voor mij toch maar een noodig." Nou, en ik dan?" vroeg hij. Zie je, zoo ging het soms. En ik verzeker je dat er geld verdiend werd hoor. De Groot was een uitstekend directeur." Daarna wordt verhaald van Schmier's ver blijf te Parijs, en zijn optreden te Asnières, Fontainebleau enz. e_ dat Schmier te Parijs onderwijs gaf aan de school van de in ouce- re Haagscho kringen nog wel bekende en veelbesproken opera-zangeres Emilie Ambre. Het verhaal van de proeven van naturalis tische muziek (de „Pruimeboom", Corneiis had een glas gebroken," enz.)' door den heer Schmier gecomponeerd, is mede aardig. Ook komt er nog een verklaring voor waarom hij niet gaarne Wagnerpartijen zong, en waarom de heer Schmier niet van diens mu ziek houdt. Het boekje bevat aan het slot een lijst der composition van den heer Schmier. Trnusvaal en Oranje-Vrijstaat. Briefgeheim, De „Dordr. Crt." heeft uit Loren$o,-Mar- quez omslagen ontvangen van brieven, uit Nederland daarheen gezonden, die de tec- kens dragen dat zij onder de krijgswet geo pend zijn. Het blad deelt de volgende bijzonderheden dienaangaande mede: „In de maand Juni van het vorige jaar zijn door een maatschappij hier te lande drie brieven naar Loren^o-Marquez gezon den. Twee er van zijn te Rotterdam en één is er te Amsterdam op de post gedaan. Twee er van zijn gezonden „via Engeland" en één „via Berlijn." „De brief, die via Berlijn is geëxpedieerd, kwam ongeopend te Loren$o-Marquez aan, wij hebben hem hier op ons bureau en J :j ziet er precies uit als een gewone brief, in vredestijd verzonden, geen speciaal stempel, geen bijzondere overdruk. „Geheel anders zien de brieven, die aan do Engclsche post zijn toevertrouwd, er uit. Zij zijn onderweg over de bovenzijde geopend ge weest en over de opening is een rood papier geplakt met den bovenvermelden tekst. „Wij weten niet of de betrokken maat schappij zelf werk maakt van dc zaak, maar wij vinden het geval ergerlijk gena-g om on zen minister van buitenlandsche zaken cr me de in kennis te stellen, en zenden de brieven aan Zijne Excellentie in Den Haag. „In den vorigen Zuidafrikaanschen vrij heidsoorlog van 1881 zonden j tsche koop lui uit Transvaal brieven naar Europa via Engelsche havens, die brieven zijn toen door do Engelsche censuur onderschept. Het wa ren brieven uit een vijandig land en toch is er voor die schending van het brievengeheim door Engeland een flinke sphadevergoeding betaald, maar toen was cr nog het Erseland waar Gladstone eerste minister was en nu hebben wij daar, niet in naam, maar inder daad, den onuitputtelijken Joseph aan het bewind, die zal wel een of andere uitvlucht weten te bedenken als 't ooit zoo ver komt dat die noodig wordt. „Duitschland schijnt nader te onderzoeken hoe de vork in den steel zit ten aanzien van het openen van Duitsche brieven, via Kaap stad naar Duitsch We6t-Afrika gezonden. „Het is een duistere zaak cn... wij zijn een klein lane»." liet Hof van Arbitrage. W. T. Stead schrijft in zijn „Review of Reviews: „Toen dc diplomatieke vertegenwoordigers van de onderteekenaars van de Haagscke conventie den 20sten November in Den Haag bijeenkwamen en beslisten, da zij onmogelijk af konden wijken san de rol, waartoe de conferentie ben bepaald had, en dus het ver zoek van de Boeren om arbitrage niet konden steunen, beschouwde onze oorlogspartij die beslissing als een bepaalde overwinning voor de Engelsche regeering. „Het komt nu 'echter uit, dat het tegen deel waar is. Ten minste drie regeeringen die van Nederland, Frankrijk en Rusland betuigden bij monde van hun vertegenwoor digers hun sympathie met het verzoek van do Boeren om arbitrage. Do gezanten van Rusland en Frankrijk hebben, naar men zegt formeel uit naam van hun regt :g gezegd, dat het te betreuren was, dat Enge land geweigerd had aan het verzoek van de twee republieken om arbitrage gehoor te geven. „En dat is nog niet alles. Do vertegen woordigers van Amerika en Portugal protes teerden er tegen, dat de Ra.... (van beheer van het hof van arbitrage) de twee republi- ken als nog bestaande erkende, maar op voorstel van den Duitschen vertegenwoor diger besloot de Raad, ondajiks het protest van de Amerikaansche en Portugee3che ver tegenwoordigers, de papieren inlijving van de Zuidafrikaansche republieken door En geland niet te erkennen. Dat besluit is c i- cieel aan dr. Leyds, als den vertegenwoordi ger van die staten*, medegedeeld." Ziedaar watde heer Stead mededeelt. Het meeste is ons nieuw, zegt d„ ,,N. R. O." maar we moeten op grond van wat ons be kend is twijfelen of alles wel juist i3 wat hij mededeelt. Dit geldt althans de b:- .ring, dat Amerika in November 1.1. de republieken niet meer erkend wilde zien. Dit is onjuist; dr. Leyds vertegenwoor digt alleen de Z.-A. Republiek. Men schrijft aan de „N. R. C.": In de trouwzaal van de gemeente Schoterland was gisteren een zeldzaam paartje om in den echt verbonden te worden. De bruigom: een 77-jarig mannetje, r.;ct door zwaren arbeid in den polder en venen gekromden rug; de bruid: eene krasse vrouw van 86 jaren, nog rechtop van lijf en leden. Beiden ouder- wetsch gekleed; hij in stemmig zwart met lage schoenen, waarop zilveren gespen, zij met zilveren oorijzers, waarover een hagel witte floddermuts. Hij was 38 jaren getrouwd geweest, voor 13 jaren was zijn vrouw gestorven cn sinds had de bruid hem bijgestaan als een zuinig trouwe huishoudster. Altijd had üij door noeste vlijt, zij door zuinig huishouden i-nc ondersteuning van het armbestui r buiten de deur gehouden; ja, men had zelfs nog wat overgespaard. Nu kon de man niet meer werken; het spaarduitje ^an een paar honderd gulden zou gauw opgeteerd zjjn en wat dan 1 De kin deren van den bruigom wenschten vader wei bij zich te nemen; maar wat zou er dau "or den van zijn huishoudster? Haar aan haar lot overlaten, d a t ging niet, en ook zij kon niet van hem scheiden Het bejaarde tweetal besloot in het ge meentelijk armhuis te gaan. Maar daar is do ééno zaal voor vrouwen, de andere voor man nen, tenzij men gehuwd is. Dan mag men bij elkander blijven. Welnu, niet-van-rdk- ander-gescheiden-leven, dat was hun cenige wensch, en daarom werd gisteren de hu welijksband gelegd. Een huwelijk „pro for ma", maar niet minder welgemeend! Na de voltrokking ging het „jonge" paar direct naar het armhuis, waar reeds zijn komst ver beid werd. B ij e e n i n a a n b o u w z ij n d h u i 8 aan' de Krullelaan te Zeist bad een treurig onge luk plaats. Een loodgieter, die zich op een steigerplank ter hoogte van pl. 8 meter t ven den grond bevond, had het ongeluk door het wippen van de plank neer te storten. H" greep zich vast aan een timmerman, i ie \n do goot stond en sleepte dezen in zijn val te- de. Beiden kwamen eerst op de veranda te recht, maar vielen aaarna op den grond. Een van hen brak ei arm en bezeerde zich den schouder, terwijl dc ander kneuzingen in dc borst en den rug bekwam. Het „Deventer Volksblad", or gaan der Deventer Volkspartij, deelt aan ziin lozers mee, dat een samenloop van omstan digheden der redactie dwingt plotseling do uitgave van haar blad te staken. Ze mee b te mogen beweren, dat haar blad ook vo< r een deel de stuwkracht is geweest, waardoor 't democratisch element binnen Deventer ve:- sterkt is. Het was de band, die buiten cn i do verkiezingsdagen de democraten I. n hield. Te N ieuwe Pekela is gistera vond de veehandelaar M. Meyer dojr de paarden tram overreden. De man la;^ op do rails. Waarschijnlijk zal men hem nog in het leven behouden. Ook een statistiekl In „do Streek" boven Alkmaar (de Langedijk) zijn in het afgeloopen jaar 26,000 ratten gedood. De driftige „meester" op do school op Het Loo, die zijn „hoofd" tegen den kapstok wierp, is door B. en Ws. van Apeldoorn voor een maand in zijn betrek king geschorst. €4) „Ik begrUp niet goed, hoe hy er In zou betrokken zyn. Myn Idee is, dat Darvell rekende op Alison voor verdere knoeieryen in het spel. ffk denk, dat Alison, 's avonds van het dmer by Darvell terugkeerend, met lord Charlton in huis gegaan is, om zyn medeplichtigen, gewone inbrekers, binnen te laten." „Dat kan zyn," meende Verity; „en dan ia hoogstwaarschjjniyk door een van hen de moord gepleegd." Jack Gannett haalde de schouders op. „Het komt er niet op aan, of Alison de eigeniyke moordenaar is, ja of neen; hy was er in elk geval by." Toen Chipchase en zyn vrouw ongeveer tegen halféón thuis kwamen, vonden ze een menigto menschen yoor hun deur. „O Sami wat zou er te doen zyn?" riep de juffrouw. „Zou Lobelia het huis in brand gestoken hebben of iets vreeselyka gedaan?" De oude koetsier, die niet vreesachtig was uitgevallen, verwierp dadeiyk deze veronder stelling. „Kom, als er-brand was, zou je vlammen zien, ten minste rookl Er ligt zeker een dronken kerel tegen onze stoep. Maar als er iets by ons gebeurd Is, dan ls 't jouw schuld I Waarom sleep je my uit myn eigen huis raar andere lui, waar het vochtig isi Ik voel, dat ik by je broer de rheumatiek weer te pakken heb gekregen* Kom, laten we maar gauw binnen zien te komen. Ik ben bepaald veertien dagon mooi met die verwenschte pyn." Toen zy de deur bereikton, vond juffrouw Chipchase haar verwachting van een treurspel meer dan bevestigd. „Er is een moordenaar binnen I" zei een vrouw uit de menigte; „de politie heeft hem gepakt." „Een moordenaar 1" riep juffrouw Chipchase. „O, Sam, dat is die vau boven 1 Ik heb het altyd wel gedacht." Sam klopte aan, en Lobelia, bleek en bevend, deed open. Chipchase trok zyn vrouw meo naar binnen en smeet de dour vlug dicht, daar de nieuws gierigen aandrongen, in de hoop, iets te zullen zien. De wykagent was, toen Verity met den dokter kwam, weggestuurd met een bood schap, en Lobelia had, door schrik als vor- lamd, by het vuur gezeten, ieder oogenblik verwachtende, dat zy een wanhopig gevecht zou hooren in den gang en „dien van boven- vóór" in een doodeiyke worsteling zien met hen, die hem kwamen arresteeren. De detectives hadden het meisje niet ge zegd, dat de man dood was, en zy was veel te bang om uit de kamer te gaan, ten einde te luisteren of iets te vragen. Zoodra de inspecteur den heer des buizes hoorde binnenkomen, ging hy naar beneden en deelde hem mee, wat er gebeurd was. Hy zei, dat do kamer boven afgesloten en een agent op post moest biy'ven, tot er maat regelen waren getroffen om hot lyk te ver voeren. Toen Lobelia hoorde, dat Stophen Alison dood was, barstte zy in tranen uit. „Doodi" snikte zy, „en hy heeft my nog een halven kroon gegeven, toen ik uitging." De inspecteur wendde zich snel om, toen hy dat vernam: „Ben je vanavond uit geweest?" „Ja-ai" zei Lobelia, die geen moed had tot liegen. „Hoe lang was je uit?" Lobelia keek onrustig naar haar tante. „Kom," zei de inspecteur, „ik moet dat weten." „Ik ging uit om ruim zeven uuren.... en o, tante, vergeef myik zal het nooit weor doen!.... ik kwam terug om halfelf „Dus", zei de inspecteur, „die man was die drie uren alleen in huis. Dat is iets van belang. Je weet dus niet, of er vanavond iemand by hem is geweest?" „Neen, meneer," snikte Lobelia; „hy be loofde, op de deur te letten, terwyi ik uit was." De politieman teekende op, wat het meisje gezegd had, en vertrok. Toen keek Lobelia, die gevoelde, dat zy verloren was, haar tante smeekend aan. Maar juffrouw Chipchase was zóó over weldigd door het drama en de ontdekking, dat haar huurder een tuchthuisboef, een moordenaar en een lyk terzelfder tijd was, dat zelfs de ongehoorde overtreding van alle huiseiyke gehoorzaamheidswetten door haar nicht niet in staat was, baar toorn op to wekken. Om één uur arriveerde de heer Jim Chip chase. De nieuwsgierigen voor de huisdeur waren verdwenen, zoodat hy op straat niets byzonders waarnam, en hy was te vol van zyn eigen nieuws, om te letten op het ontdane voorkomen dor familieleden. „Vader", zei hy, „ik heb gehoord, dat er een moord geploegd is in Grosvenor-Place; ik reed er heen om eens hoogte te nemen. Ik kwam voor by het huis van meneer Clement Hansell; alle vensters op do eerste verdieping waren verlicht. Hy is dus nu thuis, on ik ga morgen naar hem toe met dien brief." XXX. Jack Darvell en Sampson Gaygold zaten onder vier oogen. Het nieuws van lord Charltons dood bad beiden op zeer verschillende wyze getroffen. Toen Gaygold de avondbladen las, zag hy terstond de 20,000 pond in zyn zakken en die van zyn compagnon; doch een mede- deeling van Darvell had oen geheel ander aanzien aan de zaak gegeven. Darvell had het eerst kennis gekregen van den moord door het geschreeuw der kranten jongens op straat. Thuis komende, vond hy papa Joyce in groote opgewondenheid en vol van den moord; hy sprak er over met Molly, die bleek en ontdaan luisterde. „O Jackl" riep mevrouw Darvoll, zoodra zy haar echtgenoot zag; „je hebt het zeker gehoord? Hoe vreeselykl Die arme Charlton is vermoord, en de politie is hier geweest, om to informeeren naar je vriend Stephens, dio met hem ons huis verlietWat akolig, Jack, dat wy in zoo'n zaak gemoeid worden 1" Jack keek heel boos en weirp een veel- zeggenden blik op Joyce. Hy hield er niet van, zaken, van wolken aard ook, te bespreken in tegenwoordigheid van zyn schoonpapa; Molly begreep hem en stopte onmiddeliyk haar woordenvloed, Darvell was bang, dat 2yn vrouw in haar zenuwachtigheid zou vergeten, wat hy haar gezegd had, en zich den naam Alison laten ontvallen. Een paar minuten heerschte er stilte; Joyce, die begreep, dat men hem missen kon, spaarde zyn schoonzoon de moeite, hem een wenk te geven, kuste zyn dochter goeden nacht en ging op zyn eigen kamer verder nadenken, onder het genot van zyn pyp en een glas jenevergrog. Toen zy alleen waren, vroeg Darvell driftig aan zyn vrouw: „Wat heb je tegen je vador gezegd?" „Niets.... ik was pas thuis gekomen, en hy was bezig, my de gesi-hiedenis te vertellen." „Je hebt niet gezegd, dat Stephens een aangenomen naam is?" „Welneen, ik heb er niet aan gedacht; ik was veel te veel geschrikt. O, Jack, zou je heusch denken, dat die man Alison heet hy immers? met den moord te maken hoeft?" „Natuuriyk niet; maar.... de politie la hier geweest, zei je vader, en zo zullen terug komen om my te spreken. Dat is een beetje vervelend. Ik_ zal hun dan wel dienen te zeggen, wie Stephens ie; anders ziet het er leeiyk uit, als zy het zelf ontdekken." Op dit oogenblik kwam de knecht binnen, om te zeggen, dat de politiebeambte er weor was, en vroeg, of hy nu meneer zelv.n kon spreken. Darvell zei zyn vrouw, dat ze de kamer moest verlaten; hy was er niet op gesteld, dat zy tegenwoordig was by zyn onderhoud met de politie. Dit onderhoud werkte niet geruststellend. Darvell merkte terstond, dat de detective veol gewicht liechtto aan de bewegingen on handelingen van Stephen Alison, en hy was op z\jn hoede. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 11