LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 8 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1902. PERSOVERZICHT.: Burgerlijke Stand. i 1 it M i 6 i FEUILLETON. Be TweeIi3gbro8ciers. f No. 12S45 'Het Sociaal Weekblad wijst op do conolu- hle waartoe dr. O. D. van Rossom komt in |]dicns dissertatie over den invloed van de o n- •gcvallenversekoring op do mvali- !'d i t c i t n.l. deze, dat de verzekering de ge- Wczing van den getroffene tegenhoudt; van- 'daar, dat in verhouding tot het aantal onge vallen het percentage der uitkoeringen we tens blijvende of voorbijgaande invaliditeit gestegen. Betoogd wordt, dat do verzekering in som- rnige opzichten een remmende uitwerking ;kan hebben op de genezing der gevolgen van 'een ongeval. Na eerst gewezen te hebben op !'de gevallen van traumatische neurose, wordt betoogd, dat het recht op de rente den wensch om te genezen zal verzwakken en '.voorts wordt er de aandacht op gevestigd, 'dat de nict-verzekerde getroffene als t eenigs 'zins kan, om in zijn onderhoud te voorzie», Werkelijk weer aan den arbeid gaat. Op de vraag: „Kan er niets tegen deze. be- [jwaron gedaan worden V' antwoordt het So- Yciaal Weekblad: Afdoende zou het zijn, den werkman zijn arbeid tot een behoefte te maken zooals hij het ia voor menigeen, die werkt onder gun stige omstandigheden. Maar zoolang de voor- Lwaarden zijn als tegenwoordig maar al te 'dikwijls, is het hem werkelijk niet kwalijk te nemen, dat hij een zeker (zij het dan ook karig) bestaan van een rente meent te moe ten verkiezen boven den arbeid, die al te yaak van hem gevorderd wordt. Voorloopig kunnen wij aanbevelen met- dr. [Van Rossem: ten eerste, zooveel mogelijk den "getroffene aan feitelijken arbeid te hel pen en hem niet in zijn eigen oogen te mo lken tot een gek, door hem allerlei dwaze be wegingen te laten doen in een Zanderinrich- i'fcing. Dr. Van Rossem denkt zich zelfs werk plaatsen, opgericht door belanghebbenden (in dezen de Staat, de verzekeringsbank, on derlinge verzekeringsmaatschappijen vau werkgevers), waar invalide werklieden zich oefonen in hun beroep en al produceerend ©en gedeelte der kosten zelf betalen. Zeker teen gewen8chte maatregel, wanneer niet de getroffene al spoedig in zijn eigen fabriek, 'lij het dan ook met licht werk, kan bezig gehouden cn geoefend worden, zooals (ver- j gissen wij ons niet) zooveel mogelijk o. a. :feij de Gebrs. Stork gebeurt En in de tweede plaats, wij herhalen het: ;ïnaak dein duur der procedure over do uit- keering zoo kort als het eenigszins mogelijk 'lis en begin niet steeds met te gelooven aan •kwade trouw en simulatie bij den patiënt. .Geheel sluiten wij ons aan bij de slotwoorden ffran dr. Van Rossem: „Liever aan enkele patiënten te veel uitgekeerd, een enkelen .simulant verrijkt met een onrechtmatig ver- kregen rente, dan door langdurige en her haaldelijke onderzoekingen en processen ve- j lie patiënten bedorven en het ,,X>eli her ante jisonatuperit Saguhtum" uier toepasselijk ge haakt."" Onder het opschrift „Wel... bespraaktheid" leegt Het Huisgezin: Nu de hoeren Kamerleden naar huis jeijn om een welverdiende rust tc genieten, hmag men wel eens de balans opmaken van jbun welbespraaktheid, de welspre kendheid toch wordt hoe langer hoe zeldza mer aan deze zijde van het Binnenhof. Die balans wijst een heel mooi cijfer aan. 'Gedurende het ruim drieweekschc begroo- tingsdebat is niet minder dan 1200 kolom druks der „Handelingen" volgepraat. In 1898 had men al een behoorlijk cijfer bereikt met 1050 kolom, in 1899 daalde men 'jechter tot 900, in 1900 zelfs tot even beneden 900, en nu vulde men ineens weer 300 kolom Itoaeer. Arme stenografen en arme voorzitter l Op die 1200 kolom komt heelwat voor, waar zooals men dat hier zegt de I lommerd geen geld op geeft: bombastische 'declamaties, kleine bedenkinkjes, verkiezings- topeechjes, vinnige hatelijkheidjes. Maar de oratorische parels van zuiver wa iter waren dun gezaaid, en wat men een knappe redevoering noemt werd maar zelden gehoord. De veoipraterij is nog hot ergste van al, omdat zij de afdoening van zaken tegen houdt. En al ia het woord Parlement van praten afgeleid^ daarom behoeft een Parle ment zijn tijd nog niet tel verpraten. Wij willen maar hopen, dat thans de praatr woede is uitgeziekt, en dat, als de hoeren Kamerleden in Februari terugkomen, zo eens flink'aan den slag, d. i. aan het werk zullen gaan. Gaat het als in December voort, dan moet men, als het ministerie niet kan afdoen wat het heeft beloofd, het daarvan geen verwijt maken, maar de Kamer, speciaal do groep, die het Parlement als spreoktribune tot het volk misbruikt. Be N ede rl ander heeft een tweetal artikelen geschreven over den nieuwen koer s. Het diepe verschil tusschen de christelijke partijen en de liberalen zal eerst verdwijnen, zegt het blad aan heit slot van zijn be schouwing nadat de liberalen zelf het ger zonde en bruikbare in do anti-revolutionaire beginselen ingezien en oprecht tot het dem pen der klove meegewerkt zullen hebben. Het blad acht dit niet zoo ondenkbaar als de mi nister van binnenlandsche zaken het wilde doen voorkomen bij het jongste begrootinga- debat. Het wijst op teekenen van verschui ving der partijen: het zitting nemen in het kabinet-Mackay en het kabinet-Kuyper van mannen, die niet in den strengen zin des woords tot de a.-r. of r.-k. partijen kunnen worden gerekend; cn van öen lid in het vorig ministerie, die, wat zijn christelijke belijde nis aangaat, ten minste even goed in het hui dig kabinet had kunnen optreden; voorts het verschil in do wijze, waarop de Kamer dit Kabinet en het kabineLMackay te gemoet trad. De verschuiving van partijen, dat samen werken van menschcn, die tot dusver princi pieel tegenover elkander stonden, zal ver haast worden naarmate de sociaal-democra ten driester en beslister optraden, waardoor zelfs christenen worden bekoord die het eerst het slachtoffer zullen worden van eigen kort zichtigheid Tusschen de sociaal-democraten, die vijan dig staan tegenover de „inrichting" dor maatschappij, en tusschen de partijen der rechterzijde zal moeten worden gekozen. En naarmate men zich beter loert verstaan, zal worden ingezien, dat tegenover een partij, die wel, evenals in 1789, het volk tot razernij opwinden, maar niets goeds tot stand bren gen kan, alleen die partijen kunnen stand houden, die de beginselen huldigen, welke thans door de partijen der rechterzijde wor den beleden. De Stichtsche Courant (orgaan van het a.-r. Kamerlid De Waal Malefijt) schrijft o.m. naar aanleiding van het Katholiek So ciaal Weekblad: „Het verblijdt ons zeer, dat men onder de Rooinsch-Katholieken reeds tot dien stap heeft kunnen besluite». Zoo goed als heel het veld der sociale studiën was oen tijd lang het private jacht terrein der socialisten. Wie onzerzijds zich daarop waagde was wel gedwongen om voor een groot deel af te gaan op gegevens, door hunne geestver wanten bijeengebracht, en nep daardoor ge vaar al spoedig het spoor bijster te raken. Daarom was het zoo hoog noodig, dat van christelijke zijde zelfstandig ten deze werd opgetreden. Het verblijdt ons, dat onder de Roomsch- Katholieken die zelfstandige studiën nu reeds zoo ver zijn gevorderd, dat men tot de uitgave van een eigen weekblad dorst over to gaan. Moge het nieuwe weekblad, dat inderdaad in een bestaande behoefte heeft te voorzien, in alle opzichten voldoen aan de verwach tingen, die het eerste nummer opwekt. En... moge een Gereformeerd Sociaal Weekblad spoedig volgen. De schrijver der „Brieven uit di Hofstad" in de Arnhemsche Courant brengt nog even de plechtig opening van het nieuwe j a 1 c i s van justitie ter sprake om eeu paar gui tige opmerkingen te memoreeren. die de De ken der advocaten, mr. Vli?]and?r Hein, bij deze gelegenheid zich veroorloofde. Hij bracht geen wanklank in den lof, dien de Minister van Justitie en de Pren dent van den Hove hadden doen hooren, maar hij bracht toch in herinnering, dat do volmaakt heid niet van deze wereld is. Want. al had den do voornoemde redenaars ook vriende lijke woorden tot de Balie gericht, welke na tuurlijk den Deken tot dankbaarheid stem- deny de lokalen voor de Balie in het nieuwe gebouw onderscheiden zich door een eenvoud die tot nederigheid stemmen moet. Door de keuze van welluidende namen ontbreekt het echter niet aan zekero vergoeding. Want als men een lang en donker doozenmagazijn (doozenvol toga's) als „kleedkamer der ad vocaten" bestempelt, dan verraadt dit waar lijk een optimistische stemming. Indien „de rol" wat druk is, dan moet d&&r botsing en wrijving ontstaan, niet zoozeer wrijving der gedachten als wel wrijving des lichaams, en zou dit, in de toekomst vooral, niet beden kelijk worde», wanneer ook het scboone ge slacht een eigen plaats in de pleitzaal komt opeisohen Er is nog iets. De vertrekken voor het Openbaar Ministerie en zelfs d;o voor do veldwachters hebben op uct weelderige Voor hout hun uitzicht. Die der advocaVn en pro- oureurs zien uit op een binnenplaats en op de gevangenis. Heeft dit de bedoeling om aan te toonen, dat eerstgenoemden wel tegen zekere luchtigheid en wereldschj omgeving bestand zijn, doch dat do Balie in meer ern stige en sombere levenssfeer thui* behoort! Mot weemoed miste de spreker ook de eeuwenoude klok met het indrukwekkend woord op de lijst „Imputanturwaarop raadsheer Kist e. a. somtijds wezen, als de pleidooien wat lang duurden Imputantur: „zij zullen u toegorokend worden", namelijk de uren, die gij met ijdel gepraat verbeu zelt. Toch kan het verdwijnen van de histo rische klok een vriendelijke hulde voor de Balie beduiden. Die waarschuwmg „Impu tantur" is misschien in een andert zaal van 's Lands dienst meer cn beter op haar plaats. Bij de vermelding van het interview van mr. Van Houten mot het Handelsblad had de Arnhemsche Courant de opmerking ge maakt, dat aaneensluiting van alle vrijzinnigen wel mogelijk ie, ,,'t moge al niet zijn onder de leuze: algemeen kies recht 1 trouwens over de uitvoering van het beginsel van algemeen kiesrecht beerscht zelfs onder de voorstanders geen eenstem migheid, maar wel op de gemeenschappe lijke overtuiging van alle vrijzinnige», dat het bestaande kiesrecht onhoudbaer is." De aangehaalde woorden gaven den heer Van Houten aanleiding tot het inzenden van een stuk aan de Arnhemsche waarin o. a. het volgende voorkomt: „Ik en zeker velen met mij hebben steeds aangenomen, dat de geheelo vrijzinnig-demo cratische afscheiding draaide om den eisch van Grondwetsherziening, ten oind? te ko men tot algemeen kiesrecht van mannen en vrouwen, niet alleen als eerste punt van het program, maar ook als noodzakelijke voor waarde van mogelijk partijverband. Zoo wij hierin dwalen, wees dan zoo goed ons voor te lichten. Is er wellicht verandering bij de vrijzinnig-democraten ingetreden of op til! Voor mij nieuw is zeker de mededeling in de boven aangehaalde zinsnede, dit de voor standers van het beginsel van algemeen kies recht het over de toepassing van dat beginsel niet eens zijn. Naar mijn en veler opvatting gold het bij de vrijzinnig-democratische af scheiding niet het woord algemeen kies recht", maar een toepassing daarvan, die geen man of geen vrouw uitfloot- tenzij door een rechterlijk vonnis. Anders zou er in be ginsel ook geen verschil bestaan hebt en met andere, groepen liberalen, zelfs n'et met mijn kring." Deze opvatting nu meent de inzender verdraagt zich niet met de mogelijkheid van aaneensluiting. Verder vei'klaarfc hij „Ik geloof, dat het een groot© verbetering voor onzen' geheel en pol it' eken toestand en van de kansen van hcrconig ng eer liberalen tot een tot regeeren bekwame partij is, als de herecniging van de zijde der vrijzinnig- democraten gezocht wordt, gelijk het door u wordt uitgedrukt: „niet onder de leuze alge meen kiesrecht". Alleen zou ik denken, dat dan ook in hun kring zal worden gezegd: Bij erkenning dier mogelijkheid was de go- hoele afscheiding onnoodig 1 Wat zij ook in derdaad was. Want wij onzerzijds hebben nimmer van vrijzinnig-democraten eonig of fer van overtuiging op dit punt gevraagd; zij hebben hunnerzijds de partij gemeenschap opgezegd, omdat wij niet willen medewerken tot een algemeen kiesrecht, dat ook de armen insloot." In hoofdzaak antwoordt de redactie op dit stuk, dat haar de aaneensluiting mogelijk dunkt, omdat alle vrijzinnigen om de een of andere reden het daarover eens zijn, „dat het grondwettelijk stelsel onmogelijk een be vredigende oplossing van het kiesrechtvraag- stuk geven kan, ook al gaan de meening i uit elkaar omtrent de vraag, welk stelsel het thans geldende zou moeten vervangen." Allen zouden dan moeten aansturen op Grondwetsherziening, ten einde don gewo nen wetgever op het stuk van kiesrecht vrij heid te laten. Het blad vervolgt: .„Voorzeker, de vrijzinnig-democraten zou den van die vrijheid gebruik gemaakt wen- schen te zien, om te komen tot algemeen kies recht voor mannen en vrouwen, en voor hen is dit do voorwaarde van hun partijverband, maar het behoeft niet de voorwaarde te zijn van een samenwerking a d h o c met andere partijen." Nog vermelden wij uit het zeer uitvoerige antwoord, dat het blad meent, zijn „bedoe ling te moeten verduidelijken ten aanzien van den tusschcnzin: „trouwens, over de uit voering van het beginsel van algemeen kies recht heerscht zelfs onder de voorstandera geen eenstemmigheid." Eenstemmig denken zij allen over het verwerpelijke van een at tributief kiesrecht, maar over de vraag wie, bij aanneming van het beginsel der kiesbe voegdheid krachtens het staatsburgerschap, in 't algemeen belang van de uitoefening moeten worden uitgesloten, cL i. derhalve over de uitvoering, bestaat er verschil van inzicht, bijv. omtrent de leeftijdsgrens, om trent het al of niet uitsluiten van bedeelden, en welke categorieën van bedeelden, omtrent do militairen in werkelijken dienst enz., erz. Dit alles echter raakt niet het beginsel, maar de uitvoering, en het verwondert ons wel eenigszins, te hooren, dat dit mr. Van Hou ten „nieuw" was". De Arnhemsche Courant eindigt met de bemoedigende veronderstelling, dat zij cn de heer Van Houten elkaar nu beter verstaan ter zake van het kiesrecht. Van do hand des heeren J. H. van Zanten bevat het Tijdschrift van Nijverheid een ar tikel, ten betooge der we.nschelijkhe-id eener hervorming van de Kamers van Ar beid met het oog op voorkoming en be slechting van werkstakingen. Z. i. is de tijd voor een afdoende beant woording nog niet rijp, zoodat alleen de rich ting kan worden aangegeven, in welked e op lossing van het vraagstuk moet worden ge zocht. Eerst maakt c.o schrijver eon verdee ling van werkstakingen naar de oorzaken, waaruit zij voortkomen, t.w. een geschil over de uitlegging of de toepassi ng van een bestaand contract, of een geschil betref fende een verandering in zulk een con tract en de regeling van do wederzijdsche verhouding der partijen voor de t oe k o m s t. Naar zijn oordeel kan de wettelijke regeling van het fabricksreglement, dat, na overleg met de werklieden vastgesteld, als een tarief - overeenkom8t beschouwd kan worden, zeer veel doen om werkstakingen, zoo al niet te doen verdwijnen, dan toch sterk te verminde ren. En in deze regeling kunnen de Kamers van Arbeid een belangrijke plaats innemen. Daarbij moet het er niet in de eerste plaats om te doen zijn alle werkstakingen en v /- sluitingen uit de wereld te helpen, maar te zorgen, dat een werkstaking of uitslui ting slechts dan uitbreekt, wanneer alle denkbare middelen om de partijoa tot el kaar te brengen hebben gefaald. De heer Van Zanten is dus geen voorstander van het Nicuw-Zeelandsche stelsel, dat de partijen op straffe verplicht zich bij de uitspraak van het bemiddelingscollefje neer te leggen. Hij wenscht alleen, dat het tot een verplichting zal worden gemaakt, dat de officieel*» colle ges worden aangenomen als bemiddel ingscol* leges bij het sluiten der tarief-overeenkomst. De slotsom van den schrijver is, dat ver- eisoht worden: lo. Wettelijke regeling der tariefovereen komst. 2o. Aanwijzing der Kamer van Arbeid of wel van den door deze te benoemen verzoo- ningsroad als bemiddelingscollege daarbij. 3o. Verplichting van elke partij om alvo rens tot een uitsluiting of een staking over te gaan, de tusschenkomst van dit soll»ge in te roepen en daarmee gepaard ga inde ver plichting van de Kamer van Arbeid' om, zoo dra zij onecnigheid gewaar worden, de par tijen voor zich te roepen. 4o. Verplichting van een door een Kamer van Arbeid of verzoeningsraad opgeroepen partij, getuige of deskundige om te verschij nen en getuigenis af te leggen, behoudens wettelijk verschooningsrecht. 5o. Verplichting om zoo noodig een uit spraak te publiceeren, waarvan partijen bin nen een bepaalden tijd moeten vorklaren of zij er zich aan onderwerpen. ALKEMADE. Geboren: Anna, d. van J. Waasdorp en M. Disseldorp. Adnana, d. van G. van Klink en O. Bijlemecr. Overleden: Louisa Maria, 2 mnd., d. van H. Hoogenboom en C. Thuis. Maria, 15 mnd., d. van W. Kerkvliet en P. Turk. KATWIJK. Geboren: Geertruida Jo hanna, d. v. H. van Rijn en G. van der Zalrn. Arie, z. v. A. Hus en KI. van dor Meij. Geertje, d. v. R. Varkevi6ser en A. van Rijn. Leendert, z. v. J. van Rijn en N. Schaap. Overleden: Neeltje, oud 10 d., d. v. C. van Rijn en G. W. J. Taat. Maria Steijger, 62 j.echtg. v. H. Dijkers. Go trouwd: O. Schaap jm. cn G. van Duijn jd. J. Plug jm. en J. van der Plas jd. P. L. Guijt jm. en A. den Haas jd. LISSE. Geboren: Gcrrit, z. v. A Schellingerbout en T. Korpershoek. Ma- rijtje, d. v. G. van Houten en T. Z indam. Marinus en Wilhelmus Johannes, z. v. P. van Stein en P. W. Hoogendoorn. Ja cobus, z. v. P. Vrijburg en A. Kostor. Overleden: Maria van Ruiten, eebtg. van J. Wassenaar, 58 j. LEIDERDORP. Bevallen: M. Mol geb. Van Varick, z. N. G. Janssen, geb. Ver mazen, z. M. Berkhof, geb. Doornink, d. Ovorleden: M. Kuperus, 10 mnd. NOORDWIJKERHOUT. Geboren: Alida, d. van R. Jansen en P. van den Berg. RIJNSBURG Geboren: Karei, z. v. N. Zandbergen en D. Haasnoot. Cornells Hendrik, z. v. G. Vos en O. M. v. d. Kwaak SASSENHEIM. Geboren: Prycia Adriana, d. v. J. Hoogstrate en E. Oiggaar. WOUBRUGGE. Geboren: Helena" Jo hanna, d. van L. Hoogeveen on P. M. van der Salm. Gehuwd: H. Brunt jm. 23 j. cn 0. W. van Iperen jd. 19 j. ZOETERWOUDE. Geboren: Leen dert, z. van J. Hulsbos en O. van Tol. Overleden: Elis Ma Angevaare, 20 jaren, ongehuwd. Leonardus v. d. Berg, 8 mud zoon van W. v. d. Berg en (J. 31. Sobolten. Trausvnal en Oranje-Vrj(Jataa(. Commandant Steenekamp, die op dit oogen- blik In Moppel vertoeft, deelt aan „DeNiouwe Meppelor Courant" mede, dat h() sedert 11 October onafgebroken werkzaam ls geweest in het belang der concentratie- kampen, door als spreker op te treden i 9 maal in Zeeland, 24 maal in Drente en 14 maal ia Overhel. In Drente en 0 vormsel bracht hy ongeveer f 13,000 bijeen. Verliezen van hei Engelsche leger, zooals dit voorkomen in dt Daily Graphic" -c 3 O a O CD o a i o 3 2 Jan. 12 21 8 27 3 3 18 4 45 10 84 18 4 52 1 20 2 5 10 8 Totaal *9) Aangemoedigd door het succes, waarmee tot dusver deze afzetterij was bekroond, was hij stouter geworden en ingegaan op het plannetje met lord Charlton, dat Darvell, fdie in dit geval als lokvink had gefungeerd, 'hem aan de hand deed. j Toon Cecil Halford bij hem kwam op een rjoogenbiik, dat de jonge man dringend ver- I degen was om een 150 pond, welke som bij piot spelen verloren bad, terwijl hij buiten- ..dien door een paar andere sebuldeischers \tverd gekwold, nam Gaygold van hem een ftacoept ten bedrage van 200 pd. en bewoog Incm, op de keerzijde zijns vaders paam en Jadres te schrijven, zooals wij hebben gezien. Het denkbeeld, dat hij hiermee valschheid (pleegde, was geen oogenblik bij Cecil op- gekomen. Hij had die woorden, op verzoek (Van den geldschieter, in diens tegenwoor- digheid op het papier gezet; er was geen (teprakc dus van eenig bedrog of poging "daartoo Doch het was de eerste stap. Gaygold re kende er op, dat, als de schuldbekentenis jjverviel, de jonge Halford onmachtig of on willig zou zijn om te betalen. Jongelui, die jhorgen tegen hoogen interest, hebben nooit (•haast, in contanten te betalen, als hun de (gelegenheid wordt geboden, h§t af te doen S:*net een velletje gezegeld papier. Cecil Hal- ord, dacht de woekeraar, zou wel kornet uitstel vragen. Gaygold zou dan voor stellen, hem nog een kleinigheid te lcenen, en hem een papier laten teekenen voor aan merkelijk hooger bedrag. Hij wist wel, dat Cecil niet naar zijn vader zou gaa.i om diens handteekening te vragen, maar zooals hij den eersten keer ook bad gedaan diens naam zelf wel schrijven zou. Dan zou hij het slachtoffer in zijn klauwen hebben en de rest zou heel gemakkelijk gaan. Als de jongeling zelf het geld niet kon vinden, om de vordering van den geldschieter te vol doen, kon zijn vader dat wel. Menschcn als kapitein Halford stellon hun zoons niet bloot aan de schande en het gevaar van een proces, als zij rijk genoeg zijn om dat te verhinderen. Doch de woekeraar had gezien, dat zijn slachtoffer niet bereid was, hem in do hand te werken. Hij was volstrekt niet bang ge worden bij een wenk over gerechtelijke ver volging, en hij gaf ook niet om vernieuwing van de schuld. Al wat hij gezegd had, was: „U zult nog een beetje moeten wachten; dan zal ik betalen, met de rente er bij." Gaygold begreep, dat hij heft beet zoudoen met de troeven, die hij in de hand had, da delijk uit te spélen, te halen wat hij halen kon van kapitein Halford en Ban een oliënt te laten loopen, die geen melkkoe voor hem wilde worden. Daarom had hij den brief geschreven, wel ke veroorzaakt had, dat do kapitein, in dui zend vreezen, op staanden voet naar Londen was gereisd, vergezeld door May Alison. Er werd geklopt aan de deur, welke Gay- golds heiligdom soheidde van het klerken- kontoor. „Binnen 1... Wat is e» meneer B1is3?" Een jongeling van ongeveer zeventien of achttien jaar, met een gunstig uiterlijk en eerlijke blauwe oogen, trad binnen. „Pardon, meneer: kapitein Halford wou u graag spreken." „OIs hij alleen!" „Neen, meneer; hij heeft een jongedame bij zich. Kan ik den kapitein hier laten!" „Neen... laat hem wachten. Zeg, dat ik het druk heb en dat ik hem eerst over een minuut of tien ontvangen kan. Geef hem zoo lang een krant; vouw die open bij het poli tienieuws. Begrepen V' De klerk ging heen, om de bevelen ten uit voer te brengen, en Gaygold zag hem bewon derend na. „Aardige jongen 1" Het ziet er door en door fatsoenlijk uit. Ik moet nog een paar van dat soort zien te krijgen." Gaygold zorgde er steeds voor, dat hij twij felachtige individuen of volkje van zijn eigen slag buiten zijn kantoor hield. Hij wil de fatsoenlijke gezichten, om vertrouwen te wekken en de oliënteele den indruk te geven, dat ze te doen had met een welwillend man, wiens eenige wensch was, haar uit de verle genheid te helpen. De jongeling, die nu den rang van cerste- klerk innam was de zoon van een scheeps- gezagvoerder. Gaygold had den vader geruï neerd en den zoon in dienst genomen tegen een klein salaris. Daarvan hield hij elke week de helft in om de nog resteerende schuld van den vader af te betalen. De jonge Bliss was bepaald een vondst voor hem. Jongelui, die in het kantoor kwa men en het open, eierlijk gezicht zagen, lieten hun vrees voor den geldschieter varen; en oudere klanten voelden zich bijna beschaamd, als zij om uitstel kwamen vragen. Taan Gaygold don kapitein ru£m een kwartier had laten wachten, belde hij en ge lastte Bliss, meneer binnen te laten Hij stond op en ging met den rug naar het vuur staan, op zijn gemak, vriendelijk glim lachend, de welwillendheid in persoon. Halford kwam,n og slechts ter been, hot kantoor binnen, leunende op May's arm. Gaygold; die zeer gevoelig was voor vrou welijk schoon, zag May bewonderend aan en vond, dat zij heel mooi wos. „Zeer aangenaam, u hier to zlon, kapitein", zei hy; „gaat u zitten I Maar daar wy nu over zaken moeten spreken, Is het misschien beter, als de dame „Deze dame is m(jn nicht", antwoordde de kapitein. „Zy kent 'tdoel van m(jn bezoek hier." „El zoo! Ja, het spijt my, dat ik u moest aanspreken voor het bedrag, dat uw zoon my schuldig is; maar aangezien u het accept heeft geteekend, was u zeker niet onvoor bereid." „Genoeg, meneer! Ik heb van morgen myn zoon gesproken, en hy vertelde my, dat u hem 150 pond hebt geleend op zyn schuld bekentenis." „Ik heb een schuldbekentenis, groot 200 pond, en van uw naam voorzien „Myn naam, raeneor, is een „0, kapitein", riep Gaygold, met een blik op May, „u zult mu toch niet willen ver tellen, dat het niet uw handteekening is Dat zou my meer spyten, dan ik u zeggen kan. Uw zoon is zoo'n sympathiek jong- mensch zeer sympathiek!" De kapitein, die mot toegeknepen vuisten naar den kerel geluisterd had, was op het punt, lucht te geven aan zyn gemoed; dooh May legde haar hand op 2yn arm. „Ooml" vermaande zy. „Wees maar niet bang, kind. Ik weet, met wien lk te doen heb. Ik heb genoeg van dlo praatjes, meneer I Geef my dat accept, dan zal lk u gold geven." Hy stak de hand in den zak en haalde een pakje bankpapier er uit. „Laten we eens kyken", zol de woekeraar honingzoet; „wy zijn verscheiden dagen ovor den termijn. Dan komer. de onkosten er nog bynotaris, zegol en correspondentie. Ik moet 220 pond hebben." Nu barstte de kapitein los. „Schurk 1" riep hy; „myn zoon beeft my alios verteld. Je hebt hem 150 pond gegeven en jo bewoog hem, myn naam op het papier te schryven. Hy schreef in Jouw tegon- woordigheid, op je eigen verzoek en nu heb je de onbeschaamdheid, my geld te vragon, omdat ik getoekend heb 1" Gaygold sloeg de handen samen en richtte de oogen naar het plafond, ontsteld ovor zoovfp' - •■•lilhoid. „0. had zoo iets gedacht van zoo'n net joiiginenschl" riep hy uit. „Hy bracht my de c iidbekonteni8 met uw handteekening en /.ei, dat hy u daartoe had bewogen. Daarom gat ik hem bereidwillig het geld. Maar nu u my vertelt, dat het bedrog is, kan ik uw geld niet aannemen, meneerNeem dat terug: ik wil geen schurkenstreek begaan." „Wat!" brulde de oude heer, bevend van woedo, „je durft zoo Iets zeggen? Ik ga naar de politie l Ik zal je in de gevangenis laten gooien, schurk 1Ik zalik zal May, doodeiyk verschrikt, zag haar oom •meekend aan. (Wordi vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1902 | | pagina 5