No 12841 ^ijdag 3 Januari. A0. 1902.
(Deze jouraat wordt dagelijks, met üitzondering
van (Zon- en (feestdagen, uitgegeven.
Ked.-Zuidafrikaausclie Verconiging.
FEUILLETON.
De Tweelingbroeders.
'LEIDSCI $SfeM&BL
PRIJS DEZER COURANT:
a
Voor Leiden por 8 maanden.
Buiten Leiden, por loopor en waar agenten gevestigd z«n 1.30
j Franco por post I
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere rogel meer 0.17^. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
A/d. Leiden en Omstreken.
Ontvangen b(j don Penningmeester, Zoeter-
WOUdsche Singel 41:
Door bemiddeling van het Leiisch Dagblad:
In de fabrieken van de Firma Tieleman
Dros werd gedurende de maand December 1901
voor de vrouwenkampen in Zuid Afrika ge
collecteerd f 13-6®
Van de Dansclub van Antoon van
Leeuwen, Lammermarkt 4 n 2.18
Gecollecteerd door Lena Kiyn op
het 45 jarig huwelijksfeest van Oom
Hein en Tante Bet1-70
Van een Domineerpartljtje op Oude
jaarsavond 0 60
Voor de Boeren, van K. V. V. 0.50
Van Greta, Gerard en Cornelia 0.50
Door Cornelia en Truus op Oude
jaarsavond opgehaald0.40
Gecollecteerd op Oudejaarsavond in
de tamboeryn van Dom Piet. 0.30
Opgehaald door Anna0.12
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester of aan het Bureel van dit
Blad.
Leiden, 3 Januari.
Zooala gisteren reeds in ons blad werd
aangekondigd, wordt Maandag a. a. in den
Schouwburg opgevoerd: „Laboremus" (Laat
ons arbeiden).
De beste krachten van do Kon. Vereenlging
fHet Nedeilandsch Tooneel" werken in dit
veel besproken drama mee, o. a. de heeren
Loula Bouwmeester en Royaards, en de
dames MannBouwmeoster en Rika Hopper.
Maar ook al kwam Louis Bouwmeester
tonder de andereü, dan zou toch zeker een
groot en enthusiast publiek naar den Schouw
burg gaan om deji man toe te juichen, die
na een veertigjarige tooneelloopbaan den
Moerdijk overging om in Frankryks hoofd
stad te laten zien hoe het kleine Nederland
groot is in de kunst.
Aan Bouwmeester worde Maandag een
harteiyke ovatie gebracht!
Aan het laatst gehouden examen voor
sergeant by het 4de regiment infanterie
hebben van de bataljons alhier in garnizoen
voldaan de korporaals Burg, v. d. Horn v. d.
Cos, Van Meurs en Woïfson.
Den 27sten Januari a. 8. zal de rede
rijkerskamer „Vondel", onderafdeellng der
af J. Leiden van den Ned. Roomsch Katho
lieken Volksbond een uitvooring in de groote
zaal der Stadezaal geven. Zy heeft de toe
stemming van het hoofdbestuur en treedt
geheel alleen op, zonder zang-, scherm- of
gymnastiek afdeelingen. Opgevoerd zal worden
^Rudolph von Zarnitz", drama in drie bedrijven
en een naspel, door P. v. Remundt.
Do schrijver is lid van de tooneelafdeeling
en aangezien het tooneel in het Bondsgebouw
zich niet leent voor het stuk, is men verplicht
het stuk in de Stadszaal op te voeren. Het
batig saldo der voorstelling wordt gedeeltelijk
aan het fonds „Hulp In Nood" afgestaan.
|T Onlangs deelden we een en ander mee
uit het rapport van de heeren N. W. van
Qoesburgh, directeur der Stedelijke Gas
fabriek, alhier, en H Doijer, electrotech-
uisch ingenieur te Delft, in zake de op
richting eener fabriek voor eiectriciteit in
deze gemeente, in velk rapport zij tot de
conclusie kwamen dat de bouw eener electri-
citeitsfabriek voor draaistroom in het belang
der gemeente zal blijken te zijn.
Niet onwaarschijnlijk is het dat als gevolg
daarvan voorstellen de?. Raad zullen berei
ken te eeniger tijd tot de oprichting van zoo
danige fabriek over te gaam. De raming van
inkomsten en uitgaven, als bijlage aan het
rapport toegevoegd, is in twee deelen ge
splitst. Het eerste deel stelt voor de raming
bij een equivalent van 4500 aangesloten
gloeilampen en 80 P.K. in motoren, het twee
de deel bij een equivalent van 8000 aangeslo
ten gloeilampen en 240 motoren. Daarbij is
verondersteld dat ieder aangesloten gloei
lamp gemiddeld 720 uur per jaar zal bran
den en dat van de motoren, dio t c g e lij k
aangesloten zullen zijn, iedere P.K. gemid
deld 1500 uur per jaar stroom zal vragen.
Verder is aangenomen, dat de eerste uit
bouw na ongeveer drie jaar zal moeten plaats
hebben. De rente is aangenomen op 4 pCt.,
terwijl de aflossing in 20 jaar zal plaats
hebben.
Als tarief is gesteld, dat de lichtafnemers
gemiddeld 28 ets. per kilowattuur zullen be
talen en de motoren gebruikers 15.5 cent per
kilowat-uur.
De inkomsten en uitgaven zijn onder deze
omstandigheden
a. Inkomsten: 162,000 K.W.U. 26 ets.
42,120; 81,000 K.W.U. 15.5 ets. f 12,555;
meterhuur 2100; samen 56,775.
Uitgaven 4 pCt. over 520,000 20,800,
243,000 K.W.U. h. 13.2 ets. f 32,076, batig
saldo f 3,899, samen 56,775.
b. Inkomsten: 288,000 K.W.U. 26 ets.
74,880, 202,500 K.W.U. 15.5 cta.
f 31,387.50, meterhuur 4200, samen
110,467.50.
Uitgaven 7.4 pCt. over 75,500 55,870,
490,500 K.W.U. 9 85 ets. 48,314.25.
batig saldo 6,283.25, samen ƒ110,467.50.
Voor zoover de volle belasting niet direct
bereikt wordt en dus de inkomsten geduren
de de eerste jaren kleiner zijn dan boven ge
raamd, mag niet worden vergeten, dat met
een kleinere levering gepaard gaat een even
wijdig kleinere productie, hetgeen maakt dat
de productiekosten zullen dalen. Er mag
dus verwacht worden dat de kleinere kosten
der eerste jaren spoedig door een batig saldo
zullen worden gevolgd, hetgeen deze tekorten
binnen eenige jaren zal dekken.
Aan het postkantoor Leiden en de daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd ge
durende de maand Dec. 1901 in de Rykspost-
spaarbank ingelegd 58,827.88s en terugbe
taald ƒ39,460.366.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 19,823.
Aan het postkantoor Noordwyk en de daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd ge
durende het 4de kwartaal 1901 iogelegd
ƒ8679.285 en terugbetaald ƒ7721.44.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 968.
De Vlissingsche Crt." schrijft het
volgende:
,,Met leedwezen zal zeer zeker door zeer velen
met ons, vernomen zijn dat de heer A. JL. A.
van Unen binnenkort de gemeente Vlissingen
gaat verlaten om (gelijk wij bereids gemeld
hebben) te Leiden weer een betrekking als
ambtenaar ter secretarie te aanvaarden.
Vooral als gemeente-ambtenaar deed de heer
Van Unen zich te Vlissingen kennen als
iemand van buitengewone werkkracht en
door zijn voorkomendheid en welwillendheid
was hij voor velen een vraagbaak.
„Is reeds uit dat oogpunt zijn vertrek een
groot verlies, in hoeveel andere commissies
cn besturen van vereenigingen is hij niet
werkzaam geweest in het belang en het wel
zijn van Vlissingen, dat hem zoo na aan heft
harte ligt en hoe zullen vooral vele dezer
laatsten belangeloozen ijver en voorlichting
missen. Want waar do heer Van Unen een
taak op zich nam, volbracht hij dezo op een
wijze, die hem met volle recht de algemoene
tevredenheid deden verwerven.
„De vereeniging „Hulp in Nood" verliest
door zijn vertrok zijn secretaris en zoo één
vereeniging hem dank verschuldigd is, is het
wel deze. Bij dc moeilijke tijden die „Hulp
in Nood" heeft gekend, verloor de heer Van
Unen den moed niet en wist hij de belang
stelling voor haar toch levendig te houden
en uit de jaarverslagen bleek ten duidelijk
ste dat hij steeds met volle toewijding tracht
te het goede doel dat deze vereeniging be
oogt: „het lenigen van nood. waarin minder
bevoorrechte natuurgenooten verkeeren" bij
icderen Vlissinger ingang te doen vinden.
„Bovendien was de heer Van Unen secre
taris van de brandweer, de afdeeling van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, den
Protestantenbond, de vrijmetselaarsloge
„L'Astre do 1' Orient" en den kerkeraad der
Doopsgezinde gemeente.Bij het leesgezelschap
„Vlissingen" had hij als penningmeester zit
ting in het bestuur.
„Tot vóór enkele jaren had hij noig in ver
schillende andere vereenigingen zitting, o. a.
als penningmeester van de vrijzinnige kiesver-
ceniging. Hij zag zich toen echter genoopt we^
gens de toenemende werkzaamheden, voor en
kele te bedanken.
„Het bovenstaande toont echter ten duide
lijkste aan hoezeer zijn vertrek een ledige
plaats zal openlaten en het zal zeker niet ge
makkelijk gaan voor al deze betrekkingen ge
schikte plaatsvervangers te vinden.
„Wij zijn overtuigd dat alleen het belang
van de verdere opvoeding zijner kinderen
den heer Van Unen geleid heeft tot het be
sluit om Vlissingen te verlaten. Wij wen-
schem hem dan ook volgaarne een aangena-
men werkkring in de aloude Sleutelstad toe
en wij twijfelen er niet aan dat hij Vlissin
gen en de Vlissingers hem niet zullen ver
geten."
De heer Van Unen zal zijn nieuwe betrek
king óf den löden Januari óf den lstcn Fe
bruari aanvaarden en te Leiden in het bij
zonder belast worden met de afdeeling be
treffende sociale aangelegenheden.
Dr. C. Hofstede de Groot te 's Graven-
hage heeft aan het KoninklUk Kabinet van
Schilderyen ten geschenke aangeboden een
zeer merkwaardige schildery, voorstellende
een winterlandsohap, gemerkt A. V. S. 1603,
dat een unicum ls van een nog onbekenden
schilder en ook uit een kunsthistorisch oog
punt belangryk mag heeten.
Aan den schenker is de dank der Regoering
betuigd.
Herhaaldeiyk wordt teruggaaf gevraagd
van het invoerrecht voor werktuigen (byv.
dynamo's, electrische motoren e. awaarvan
eerst na den invoer wordt aangetoond, dat
zy als fabriekswerktuigen worden gebezigd en
dus vry van rechten zyn.
Daarvoor is het evenwel noodig, dat de
identiteit van het ingevoerde werktuig en dat,
waarvan de bestemming later meestal door
andere ambtenaren wordt onderzocht, vol
doende vaststaat.
Ten einde den twyfel, die hieromtrent kan
ryzen, zooveel mogeiyk weg te nemen, zullen
de vlsiteerende ambtenaren voortaan by invoer
van werktuigen, waarvoor het invoerrecht
wordt betaald, doch waarvan bekend is of
vermoed wordt, dat dit zal worden terugge
vraagd, aanteekening houden van datum en
nummer van het betrekkeiyk paspoort, als
mede van zoodanige kenmerken (afmetingen,
nummers, enz.), als waaruit later, zoo noodig,
de eenzelvigheid kan worden afgeleid.
Niet, zooals „Het Centrum" meldde, prof.
Spronck te Utrecht, maar diens hoogbejaarde
vader, by den hoogleeraar in huis woonachtig,
is met de laatste Sacramenten voorzien. (N. G
Naar wy vernemen, is do heer W. de
Lom, referendaris, chef der afdeeling Compta
biliteit aan het ministerie van bultenlandsche
zaken, benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw. (N. R. C.)
De schout-by-nacht Tadema, benoemd
commandant der zeemacht in Ned.-Indiö,
waarheen hy omstreeks de helft dezer maand
zal vertrekken, heeft gisteren als oud-chef
van den marinestaf afscheid genomen van de
ambtenaren aan het departement van marine.
De minister van marine, vice-admiraal
Kruys, is hersteld en heeft zyn werkzaam
heden aan het departement weer hervat.
Naar het „H. Dbl." verneemt, zal mr.
A. A. Weve, wegens ziekte, zUn functie van
president der Haagsche rechtbank neerleggen.
De l6te luit.-adjudant K. G. A. Muller
van het 2de reg. infanterie is overgeplaatst
bij de Koloniale Reserve te Nijmegen.
Op'ruim 28-jarigen leeftijd is te Venloo
overleden de voor het leger in Oost-Indic be
stemde 2de luit. der infanterie J. H. Rogge.
Deze officier genoot zijn opleiding aan de
militaire school te Batavia en den hoofdcur
sus te Kampen en werd 5 October jl. tot
2dcn luitenant benoemd.
Op ncn-activiteit is gesteld, op zijn ver
zoek, de luitenant-kolonel R. de Jongh, van
don staf der genie.
Het hoofdbestuur van het Nederlandsch
Onderwijzers-Genootschap heeft zich met een
acTres gewend tot H. M. de Koningin, met
het doel zioh aan te sluiten bij het adres van
de Vereeniging Volksonderwijs in zake het
onderwijs aan achterlijke kinderen Het be
stuur dringt er bij H M. op aan, zoodanige
maatregelen te nemen, dat aan op te richten
afzonderlijke scholen of klassen voor achter
lijke kinderen op denzelfden voet als aan do
gewone lagere scholen Rijkssubsidie worde
verleend, ten gevolge waarvan de oprichting
van dergelijke scholen eon klassen zal worden
bevorderd in het belang zoowel van het on
derwijs aan die kinderen, als van heb lager
onderwijs in zijn geheel.
Ingevolge Koninklijk besluit van 31
December jl. wordt met 16 Januari 1902 Hr.
Ms. schoener „Suriname", liggende te Hel-
levoetsluis, in dienst gesteld, en het bevel
over genoemden bodem opgedragen aan den
kapt.-luit-ter-zee P. S. R. Wolterbeek.
Voorts worden aau boord van genoemden
bodem geplaatst de luit.-ter-zee lste kl. E.
Coenen, als eerstc-officier, do luitenants
ter-zee 2do kl. A. C. van Braam Houckgeest,
R. H. van Meerlant en F. A. de Koning, de
officier van gezondh. 2de kl. S. Ovordiep
en dc officier van admin. 2de kl. G. A.
Daey Ouwcns.
De heer G. Visser, sedert 40 jaren direc
teur der gasfabriek te Heerenveen, heeft tegen
1 Maart eervol ontslag aangevraagd.
De heer P. J. Hagens, hpofdvorificateur
by de plaatsoiyke belastingen te Rotterdam,
herdacht gisteren onder vele biyken van be
langstelling den dag waarop hy vóór 25 jaren
in dienst dier gemeente trad.
H. M. de Koningin Moeder schonk aan de
Vereeniging tot Bevordering der Pyenteelt in
Nederland 100 als biyk barer belangstelling.
De lste luit. D. N. van Nes, van het
8ste reg. inf, wordt eerstdaags bevorderd
tot kapitein. (Fad.)
De 2de luitenants der inf. van het O. I.
leger E. R. Byieveld en F. G. de Veer moeten
vóór of op 8 Februari a. s., met een dr-
stoomschepen van de „Rotterdamsche Lloy
of Maatscbappy „Nederland", hun bestemmi.
naar Oost Indië volgen.
Tusschen de betrokken departementen
van algemeen bestuur heeft overleg plaats,
in hoeverre in tyden van oorlog, onlusti en
dergeiyken, ln de koloniën is te beschikken
over de daar aanwezige verlofgangers der
miiitie te land en kaderreservisten.
Ten gevolge van het niet ontslaan in
dit jaar der miliciens van de lichting van
1895, is de organieke oorlogssterkte by de
treinafdeelingen der veld artillerie overschreden
en zal in 1902 geen lichting miliciens der
cavalerie, by de treinafdoelingen worden over
geplaatst.
De voor Suriname bestemde 2de luite
nant V. F. J. Boumeester zal den lsten
Februari a. s., met een der stoomschepen van
den Kon. W.-L Maildienst, derwaarts ver
trekken.
Met ingang van 16 Januari a. s. wordt
de 2de luit. der infantorio, bestemd voor hot
leger in Oost-Indië, H. H. Stieltjes, voor ééne
maand gedetacheerd by het Koloniaal-Werf
depot te Harderwyk.
Met het stoomschip „Koningin Wilhel-
mina", van de MaatschappU „Nederland", ver
trekken 18 JaDuarl a. s. naar Oost-Indië de
2de luit. der inf. K. W. Boogaard on do 2de
luit.-kwartiermeester J. do Vos, .7, A. H.
Rynders, J. A. Dykland en H. C. Scholten,
allen herkomstig van den hoofdcursus te
Kampen.
Het stoomschip „Koning Willem I", van
Amsterdam naar Batavia, vertrok 2 Jan. van
Genua.
Noordwykerhoul. Ook by de aanbesteding
van het schoonhouden der rioleering in 1902
was P. v. d. Raadt de laagste inschry ver, n.l.
voor 42.50. Ook dit werk is hem opgedragen.
Oudshoorn. De loteling P. van Tol, van
lichting 1902, is door God. Staten by herkeuring
ongeschikt voor den militairen dienst verklaard.
Tor-Aar. De lotelingen voor de lichting
der nationale militie van 1902, die voor vol
ledige oefening by de militie te land zouden
worden ingelyfd en verlangen by de zeemilitie
te dienen, worden uitgenoodigd zich vóór 1
Februari a. s., ter gemeente secretarie aan te
melden en meer byzonder op Dinsdag 28
Januari a. s. 's voormiddags te elf uren, alwaar
nadere inlichtingen te verkrUgen zyn.
Gedurende het jaar 1901 zyn aan het
rykstolephoonkantoor in deze gemeente be
handeld 1529 telegrammen, aangekomen 1007
en verzonden 522, terwyl 1379 telegrammen
behandeld zyn in het jaar 1900, l'.zoo het
vorig jaar 150 meer.
Naar men verneemt, is de loteling J.
H. Esveldt in deze gemeente, die wegens
lichaamsgebreken herkeuring by God. Staten
had aangevraagd, door dat College ongeschikt
voor den dienst bevonden en aldus afgekeurd;
waardoor lotingsnommer 11 nu aan de beurt
32)
„Dat is zoo", bevostigde Lobelia. „Meneer
Alison gaat ook eiken avond uit, en al doed
hy het niet, dan hindert het nog niets; hy
heeft zyn sleutel en belt 's avonds nooit. Ja,
ik denk wel, dat ik mee ga; ik heb wel wat
afleiding noodig."
„Afgesproken", zei Liza. „Kom tegen zeven
uren hier maar op den hoek; vader behoeft
jo- niet te zien; je kunt nooit weten: als je
tante er eens achter kwam en by hem navraag
deed
Juffrouw Chipchase vloog heen en weer
door haar huis, stofte en boende en vond
van allerlei te doen; zy deed alles achter
slot, wat maar in een kast of lade kon, en
maakte inderdaad een beweging, of ze voor
een jaar van huis moest.
Eindèlyk was zy tevreden en had de zeker
heid, dat ze had gedaan, wat er gedaan kon
worden; ze dronk thee en vond daarna weer
nieuw werk; doch ten slotte trok ze een
goede japon aan, zette haar hoed op, deed
een mantel om en gaf Lobelia uitvoerige
instructies voor haar gedragingen gedurende
tden tyd, dat zy alleen zou te waken hebben
er de huisgoden der Chipchases; toen ver-
ik zy.
Nauwelyks was haar tante de straat uit
veilig en wèl op een omnibus, of Lobelia
snelde de trap op naar haar hokje. Ze trok
Ifcar Zondagsche jurk aan, smeerde wat inkt
over de barsten in de schoenen, welke haar
beste heetten, overtuigde zich in het spiegeltje,
dat haar gezicht schoon was, en was toen
gereed voor het geheime uitstapje met Liza
naar een tot dusver ongekond vermaak.
Ze ging naar beneden en was al aan de
huisdeur, toen ze iets hoorde, dat haar bloed
byna deed stilstaan.
Ze hoorde duideiyk iemand de trap afkomen.
Maar ze begreep spoedig, dat het de man van
boven-vóór was, en dat stelde haar gerust.
Hy sprak nooit met een van de huisgenooten
en was „erg op zichzelf", zooals dat in hospita
jargon heet; er was hoegenaamd geen gevaar,
dat hy zou vorklappen, wat hy gez^n had:
Lobelia, die in haar beste spullen de haar
toevertrouwde veste in den steek liet.
Stephen Alison zag Lobelia in de gang.
„Pardon," zei hy, met de vriendeiyke be
leefdheid, welke van het eerste oogenblik af
Lobelia's bewondering had gewekt. „Ik ga
van avond niet uit, en ik moet iets schry ven;
daarom wou ik wol wat meer licht hebben.
Heeft u ook een paar kaarsen voor my?"
„Zeker," antwoordde Lobelia; „ik zal ze
dadelyk krygen."
Ze ging naar de keuken en haalde uit een
kast twee kaarsen, die ze den huurder over
handigde.
Toen kreeg ze een schitterend idee. Ze zou
hem in vertrouwen nemen.
„Ik ga van avond uit", zei ze, „maar dat
is geheim en ik wou niet graag, dat oom en
tante er iets van vernamen. U zult immers
niets zeggen?"
Stephen Alison glimlachte.
„Weineen", antwoordde hy; „wees daar
voor niet bang."
„En als er soms iemand komt, niet, dat
ik iemand verwacht! zou u dan misschien
even willen opendoen?"
„Mot pleizier", zei Stephen. Hy herinnerde
zich verschillende kleine diensten, welke het
meisje hem bewezen had, en hy stak do
hand in zyn zak.
„Als u toch van avond uitgaat, koop u dan
een klein cadeautje."
Hy liet een halven kroon vallen in de hand
van het verbaasde meisje, en eer zy een
passende dankbetuiging kon uitspreken, was
hy al weer de trap op naar zyn kamer. Lobelia
boet eens op het geldstuk, om zich te ver
zekeren, dat het echt was, en spoedde zich
toen voort om Liza te ontmoeten. In het volle
gevoel van haar plotselingen rykdom nam zy
een beschermenden toon aan, zoodat juffrouw
Simmons, nog vóór zy het tooverpaleis be
traden, uitriep: „'tls net, Lobelia, of ik met
jou uitga, in plaats van jy mot m(j I"
Een half uur later bevond de heer Clement
Hansell zich in Exton street, in het duister
de nummers der huizen trachtende te lezen,
wat niet gemakkelyk ging, daar ze op de
meeste oude deurposten byna niet meer zicht
baar waren.
Doch eindelyk vond hy, wat hy zocht; een
oogenblik stond hy besluiteloos op de stoep,
or&- al zyn moed te verzamelen voor het
tooneel, dat hem wachtte. Hy had een flauwe
hoop, dat men hem op zyn vraag naar Stephen
Alison zou antwoorden, dat deze niet thuis was.
Hy klopte eenmaal, zacht, en kreeg geen
antwoord. Toen klopte hy nog eens, luider,
en hy hoorde voetstappen; een oogenblik
daarna werd de deur geopend.
„Woont hier....?"
Hy voltooide de vraag niet; want Stephen
Alison zelf had de deur geopend en staarde
in de uiterste verbazing den bezoeker aan.
Hy tag zyn eigen levend beeld voor zich,
zooals hy er had uitgezien, toen hy de ge
vangenis verliet met geheel gladgeschoren
gezicht; hy wist, dat er maar één man op
de wereld was, die zoo sprekend op hom
kon gelyken.
Hy boog zich een weinig voorover en zag
scherp in de oogen van den persoon, die
zenuwachtig bevend voor hem stond.
De ex-veroordeelde en de broeder, die hem
ten val had gebracht, stonden tegenover
elkaar eindelyk!
XXII.
's Morgens tien uren klopte de kamerdienaar
van lord Charlton aan de deur van zyns
meesters kamer; daar hy geen antwoord
kreeg, ging hy zacht naar binnen, om de
kleederen van den jongen lord te nemen, ton
einde ze af te borstelen.
De kamer was echter leeg. De knecht vond
dit vreemd; want hy wist, dat zyn meester
voornemens was, naar een wedatryd te gaan.
Doch hy dacht er niet lang over na. Zyn
lordschap kon in een hotel zyn gebleven, of
by een vriend, of misschien aan de speeltafel
den nacht hebben doorgebracht. Het laatste
kwam hem nog het waarscbynlykste voor;
het zou de eerste keer niet zyn, dat het ge
beurd o.
Onder het dienstpersoneel baarde het vol
strekt geen verwondering, dat de „jongeheer"
niet thuis was.
Den graaf liet het eveneens onverschillig;
die had al lang opgehouden, zich te verbazen
over iets, wat zyn zoon deed. De buitensporig
heden van zyn erfgenaam hadden hem al leed
en angst genoeg veroorzaakt, en het was
voor hem een verlichting, toen hy vernam,
dat het jongmensch voornemens was, een
lange buitenlandsche reis te doen en in het
Rotsgebergte te gaan jagen.
Aan zyn gezondheid zou het zeker geen
kwaad doen; de lucht, die hy in het A'meri-
kaansche bergland zou inademen, was stellig
voor lichaam en geest beter dan de atmosfeer
der Londenscho gelegenheden, waar hy placht
te verkeeren.
De graaf van Powick had in den beginne
telkens ruzie gehad met zyn zoon, toen deze
groote schulden maakte en by papa kwam
om hulp. Hot was zóó ver gekomen, dat de
oude graaf gezegd had, geen penning meer
le zullen geven. Lord Charlton had een mooi
jaargeld, en hy moest daarmee maar zien
rond te komen. Elke hulp was voor hem
6lechts een prikkel, om den stapel rekeningen
steeds hooger te maken.
Lord Charlton liet echter den ouden heer
maar wat praten; toen hy een groot voor
schot van zjjn papa boet had, deed hy eenigo
der moest dringende schulden af en be
gon nieuwe te maken.
Spoedig kwam hy weer by zyn vader;
doch tot zyn verbazing en teleurstelling vond
hy dezon onverbiddelijk, en in de verlegenheid
wendde hy zich nu tot woekeraars, die hun
slachtoffers maakten onder de jonge aristo
cratie. Het duurde niet lang, of hy raakto er
hoe langer hoe dieper in, tot hy Jack Darvell
ontmoette, die hem by Gaygold bracht. Deze
verschafte hem een betrekkeiyk kleine som,
maar eischte daarvoor als pand de polis,
welke hy nog te zyner beschikking had.
(Wordt vervolgd,)