MENGELWERK.
GEWKOKEN?
DOOB
SEM(K
„Tb ka.) er niet toe besluitm, Fred; westttijk,
bet spijt trij zoo voor u. Ik gevoel eigenlijk niet
veel voor h«t huwelijk; ik heb er al zooveel van
geziou. En dan, ik gevoel zoor voel achting <n
vrier'^chap voor u; maar ik ben er niet van
overtuigd, dat ik liefde genoe_, voor u zal gevoe
len en wij elkander gelukkig zullen kunnen ma
ken. Daarom is het beter, dat wij vrienden
blijven."
„Maar juist d a t is het, wat ik niet langer
kan, Tilda. Ik kan op den duur niet blijven
staan op den afstand, die anderen van u
scheidt; met u spreken en tegenover u handelen,
a' of ik een uwer gewone vrienden ware, u niet
liefhad met mijn geheele hart on zonder u het
leven waarde voor mij had. Ge hebt dat zoo
lang geweten, Tilda; zoo lang geweten, dat ik
dit woord eens zou moeten spreken en dat mijn
levensgeluk alleen van n afhangt. Ik heb steeds
zooveel voorkeur voor u gotoond, zoo dikwijls
mijzelf verraden. "Waarom dan mij die vraag te
laten doen?"
Het werd gezegd zonder boosheid of bittor-
heid; het ni '3 dan een droevig woord, op
zac h t-v0 rwijtenden toon gesprokenmaar het
kwetste Tilda, omdat het de waarheid was, die
zij niet belijden iv ilde. De waarheid kwetst al
tijd. Zij kleurde en zei op harden toon
„Ik heb u nooit aangemoedigd, Fred, en zou
r j niet 1 laten dwingen tot iets, wat ik
niot met l jn vollen zin kan doen. Laten wij
daarover nu niet meer spreken."
„Gij «- toch niet willen, dat wij nu over
fots andera spraken? Hij dunkt, daarover of
pver niets", zei j, na ook met een lichte tril
ling in zijn stem.
II., was opgestaan. Zij ha-!Je even de schou
ders op, maar zag hem niet in het galaat.
„Vaarwel dan", zei hij dof, zondor haar de
band te reiken.
Zij lachte, maar had iets gedwongens in de
stem, toen zij, opzettelijk op spotten den toon,
vroeg: „Gij gaat toch geen buiteulandsche reis
ondernemen
Hij haalde op zijn beurt de schouders op, zeide
niets dan„Adieu", en verliet het vertrek.
Het was niet zonder een zweem van vrees, dat
Fred Martelpoel de groote lev nsvraag nan
Tilda van Haaren had voorgelegd. Zij was wat
een achttienjarig, levenslustig en schoon meisje,
een groot kind nog maar, doch een kind, dat
fle wereld tot haar beschikking had, veelal is
rij had een tre knaar vrijheid en onafhankelijk
heid; zij was niet geoefend in de school van het
leven en gevoelde nog niet diep genoeg; ook
niet, dat zij Fred, den vriend van zc vele jaren,
den vriend van haar huis en, als bekwaam tech
nicus, de rechterhand van haar vader, die hem
eens als compagnon in zijn zaken hoopte op te ne
men, niet boven bet groot aantal harer vrienden
had mogen begunstigen, om hom ten slotte zoo
diep te grieven. De waarheid was, dat zij t e lang
als v-ienden en op vertrouwelijken voet met elk
ander hadden omgegaan. Zij had hem nooit
gemist; hij was haar metgezel en haar trouwe
hulp in alles; zij wist nog niet wat hij voor
haar kon zijn en had er nooit over nagedacht,
wat hot zou zijn zonder hem.
Nog lang zat zij in diepe gedachten te staren
naar de deur, door wolko hij vertrokken was.
Toen glimlachte zij even, sprong op en zei,
h&lf bij ziclizelvc„En dan had ik hem dat juist
willen vragen. Nu zal hij zioh wel wreken."
Met een ontsteld gelaat deelde de heer Van
paaren in den kring der zijnen dien dag mede,
Jat hem een onaangename tijd wachtte.
„Verbeeld u", zeide hij tegen zijn echtgonoote,
,,Fred Martelpoef gaat een bnitenlandsohe reis
ondernemen. Hij zegt dagelijks te ervaren, dat
er nog veel aan zijn kennis ontbreekt, waardoor
hij nooit het standpunt zal kunnen bereiken, dat
hij zioh had voorgesteld. Hij wil de groote fa-
brioken in Beieren en Sr1 son hestndeeren en,
daar zich toevallig een goede gelegenheid van
rei9gezelsohap opdeed, wil hij binnen eenige da
gen reisvaardig zijn. Ongelijk kan ik hem niet
geven; hij is bovendien zijn eigen meester; maar
het is inderdaad een slag voor mij."
Tilda had eerst hevig gekleurd en was toon
mrrmerwit g. wordenmaar niemand lotte er op
en zij herstelde zich spoedig.
„Hoe stond het met de associatie-plannen,
Herman vroeg mevrouw Van Haaren haar
echtgenoot.
„Daarin is nooit verandering gekomen. Zij
zouden verwezenlijkt worden, zoodra hij don
drio-en-twintigjarigen leeftijd had bereikt. Ik
vertrouw, dat zijn doel is, zich daarop des te
heter voor te bereiden."
En werkelijk had Fred binnen eenige dagen
reeds den Thünngschen bodem betreden, om
van daar uit zijn wetenschappelijke tochten to
bcginnon. Naasto bloedverwanten bezat hij niot.
Zijn voogd liet hem volkomen vrijhoid en deze
was de eenige bloedverwaut, die levendig belang
in hem steldo en die Freds volkomen vert rouwen
bezat; zoodat hij de waarheid kende.
Het was in het vroege voorjaar, toen Fred ver
trok. Hij had afscheid genomen van de familie
Van Haaren, bij afwozigheid van Tilda: een
kort, zeer hartelijk afscheid; hij beloofde trouwe
briefwisselingliij zou Tilda nog wel zienmaur
hij verhaastte iv j naals zijn vertrek en meldde
dit in een kort briefje, waarin allen nogmaals
zijn groeten ontvingen. Toen reisde lrij ter
stond af.
En toon begon ook die geregelde briefwisse
ling, soms aan don heer Van Haaren, maar
meestal aan diens oudsten zoon, zijn vriend en
gelijko in leeftijd, die voor allen de pen opvatte,
om Fred al het nieuws mee te deelen, zijn her
inneringen levendig te houden, en hem het genot
te schotsen, dat zijn briev< 1 hem verschaften.
En het was een genotwant weinigen ver
stonden beter dan Fred Martelpoel de kunst om
de gedachten in woorden om te zetten. Warm
.vereerder van de natuur, wist hjj de heerlijke
iVuitach» berglanden, zyn zwerftochten, mee- i,
eenzaam ondernomen, wist hij al zijn ontmoe
tingen en ervaringen in de levendigste en
boeiendste kleuren to schilderen. Dan was hot
weer het lijden en strijden -- arme fabrieksbe
volking en der bergbewoners, waardoor zijn me
delijdend hart zoozeer getroffen werd, dat hem
rijke onderwerpen schonk, on d a n was het weer
de wetenschap, die hem bezighield, of de herin
nering aan het lieve vaderland, dat bij nergens
vond; het gemis rijner vrienden, dat hem
drukte, zijn verlangen naar het terugzien en
rijn hoop voor de toekomst. En die tusschen dio
schoone regels kon lezen, vond er een weemoe
dige gedachte in aan ecuo, wier naam nooit af
zonderlijk werd genoemdeen gedachte aan ver
loren geluk, dat nergens teruggevonden werd,
de bekentenis van een onvermogen om te genie
ten van zooveel schoon als hem omringde, van
eon heimwee naar wat zoo plotseling was ver
laten, toen de liefelijke illusie op zoo ruwo wijze
door do werkelijkheid was verstoord.
Weer lachte de zomer en prijkten de bloemen;
weer was alles frischheid en bekoring; weer leef
den en genoten allen.
Alleen Tilda leefde dat leven niet meer mee.
Zij had droeve maanden dc rgebracht, nadat
zij, bij Freds zo* '?rling, t -rhaast vertrek, dat
vroemde gevoel had ondervonden: dat gevoel
van eenzaamheid zonder n te zijn. Lang
zamerhand was in den huiselijken kring 1-11
tipje van de waarheid opgelicht, gevolgd door
een bekentenis aan do belangstellende, liefheb
bende moeder, half in traantjes, half in lach.
Fred zon er wel gauw genoeg van hebben; hij
zon wol spoedig terugkeeren. Hot was niet noo-
dig geweest, zóó weg te loopen. Maar zij vond
weinig instemming en, later, ook niet de ge-
wenschte afleiding in de opzettelijk gezochte ver
strooiingen en veimaken van den laten, langen
winter. Dikwijls zat zij in gepeinzentelkens be
gon de inwendige stem wat luider te spreken.
Wat was hij goed en Hartelijk! Wat had die
goede vader een verdriet en een zorgen, zoo al
leen voor allee 1 Want met Fred was niemand op
één -i te stellen. Hoe dikwijls had zij reeds, des
daags en dee nachts, die vraag herhaald, die zij
zelvo had uitgelokt, zonder de gevolgen er van
te overwegen 1
Als hij nu die vraag nog eens deed? Zij zou
zich schamen, die nogmaals te moeten oan-
hooren. En had zij die vraag opreoht beant
woord, zooals zij het verdiende? „Neen, neen",
zegt do stem van binnen en Let baat niet of zij
haar al tot zwijgen wil brengen, de eene uit
vlucht valt vóór weg en de andere na en asm allo
zelfbedrog komt een einde.
En toen kwamen de brieven, die brieven vol
van bekoring, die zij niet etns openlijk durfde
lozen, maar aan Maurlts ter leon vroeg; die
brieven, waarin zij zoo angstig zocht naar haar
naarn, dien zij er nooit in kon vinden; die brie
ven, waarin Fred zich van zijn beste zijde ver
toonde en die hem leerden kennen in zijn gonsche
gedaante, in zijn jong-frissche en tooh zoo de
gelijke levensopvatting. Over die brieven neer
gebogen, zag zij altijd die donkere oogen
hoorde zij immer die zacht-verwijtendo woor
den; over die brieven rolde do eerste traan,
toen de waarheid al duidelijker, het zelfverwijt
al grooter, het verlangen al levendiger werd.
Maar, helaas, nog maanden zullen verloopen en
dan, zal de groote vraag ooit meer komen over
de lippen, die haar zoolang terughielden P
De herfst is gekomen, hleejt en somber, en
oven bleek en somber waart Tilda rond in het
groote huis, waar zij nergens rust meer vindt.
Alleen moeder is haar vertrouwde, maar zij is
het voorwerp van aller medelijden en allen om
ringen haar met een liefde, die haar geen ge
nezing brengt. Haar lijden is zichtbaar groot en
do vrees gewettigd, d .t de afgetobde geest zioh
op het broze lichaam wreken zal.
Nog grauwer en Bomborder naderde de win-
tormaar na is er verandering gekomen. Terwijl
hot sneeuwwitte kleed de aarde bedekt, glinste
ren millioenen sterren aan het uitspansel, ter
eere van die ééno harer zusteron, die komen
zal, die gekomen is om vrede te brengen in de
harten.
Maar in Tilda's hart is geen vrede; haar ge
dachten dwalen naar vroegere tijden, ook op den
avond vóór den laatsten des ja ars, welke haar
nu geen gezelligheid brengen zal.
Voor een paar uren toeft zij alleen in de
vriendelijke huiskamer. In het groote, rijk ver
lichte vertrek staat zij, stil en bleek en treurig,
to staren naar een photographic, de photo
graphic van een schoonen, jongen man, die de
vragende oogen droefgeestig on zaoht-verwij-
tond op haar schijnt goiioht to houden. Zij is
in diepe gedachten verzoi kon on zóó slaat zij
do handen voor het gelaat, terwijl een traan het
oog ontrolt. Zij ziet niets, hoort niets meer.
Dan, plotseling, is het alsof zij met schrik uit
een droom ontwaakt. Een hand is zaoht op haar
schouder gelegd. Zij denkt, dat het een dor ha
ren is, dien zij niet hoorde binnenkomen. „O",
zegt zij, een weinig over haar houding be
schaamd, „ik stond hier zoo en hoorde u niet."
De hand wordt niet weggonomen en een
zachte, trillende stem zegt:
„Tilda."
Zij heeft de stem herkend en weet, dat zij
verraden is. Zij durft zich niet omkeeren en be
dekt zich opuit uw het gelaat met de handen.
„Tilda", zegt hij zacht, „schaamt ge u, om
dat een oud, trouw vriend teruggekomen is on
hij u vindt in „in eigen gezelschap P Maar, zeg
mij eerst hoe het u gaat."
Zij keert zich snol om, reik hem hartelijk de
hand en wil iets zeggen, maar zij harst in
snikken uit.
Fred overziet in één enkel oogenblik den gan-
sohon toestand. Er gaat een licht op in zijn
eigen, half duistere ri Qij neemt haar handen
in de zijne en doofc haar neerzitten aan zijn zijde.
„Tilda P" vraagt hij eensklaps, „hebt gij mijn
brieven gelezen
„Ja, Fred, Ho. Zij alleen hebben mij staande
gehouden. O, JTred", voegt zij er plotseling op
haar ouden, vcrti uwelijken toon bij, „hoe heer
lijk waren die?'
„Dat raadsel ial ik a oplossen, lieve; zij zijn
alle geschreven met een beeltenis, vóór mij ge
plaatst. Xk ben heengegaan, maar gij hebt mij
niet verlaten. Zonder die beeltenis in mijn be
zit, gedragen op het hart, over borgen en dalen,
zou ik de zware taak niet volbraoht hebben, die
ik vrijwillig op mij nam. En nu, zij is volbracht
en ik ben teruggekomen zooals ik gegaan ben;
misschien wat rijker in wetenschap, zeker nog
wat rijker on s1 ^rker in.liefde. Wilt gij mij
nu welkom heeten P"
„FredJ"
Het was een juichkreet, die haar lippen ont
vlood.
„O Fred, gij hebt u zeiven niet gewroken;
maar gij rijt gewroken, vreeselijker dan gij u
kunt voorstellen."
„Ik zie het wel, lieve, en ik wensohte, dat ik
het had kunnen voorkomen. En toch, zóó is het
beter. Doch, laat ons nu niet spreken van wrok;
want pas kwam de ster aan den hemel, die al
leen spreekt van vrede en vergeving. Mag ze dan
wezen, nog in het oude en verder in het nieuwe
jaar en voorts altijd, de ster onzerliefde?"
En Tilda 1 ft het blueke, nog betraande ge
laat op naar den trouwen vriend, wiens geheele
ziel zij vervult, en zegt alleen, zacht en innig:
„Ja, lieveling, moge het zij 1 voor eeuwig 1"
KOLONIËN.
BATAVIA, 27-29 November.
De geweien stationschef van Kedlri, de heer
Mueoh, heeft van de Regeering de aanzegging
gekregen ontslag uit 's lands dienst aan te
vragen.
„Het „Soer. Hbld." deelt hieromtrent nog
medo: Kort geleden werd by van zyn func
ties ontheven, omdat door den adjunctchef
van de vierde afdeeling een tekort In zyn
kas was ontdekt. Dat was de derde maal, dat
op het geldelijk beheer van den heer Musch
een dergelijke ernstige aanmerking te maken
viel, en daarmede had hty zijn loopbaan ln
den dienst der staatsspoorwegen met eigen
hand afgesloten. Ds straf, hem nu opgelegd,
is zeker niet de zwaarste, die gewoonlijk op
dergelijke tekortkomingen van ambtenaren
wordt toegepast.
De „Soer. Ot." bericht:
De oholera is hier thans sterk minderend
en behoeft geon vrees meer in te boezemen,
het ook, dat een voorzichtige levenswijze
zeer aanbevelenswaardig blijft.
Volgens de Semarangsche bladen werden te
Semarang van Zondag (24 Nov.) op Maandag
middag zes uren slechts vyf personen aange
tast, waarvan één werd opgenomen in het
cholera-hospitaal, éón opname weigerde, twee
dood werden binnengebracht en éón ln de
kampong overleed. Van de verpleegden stierven
twee personen.
De dlrigeerend officier van gezondheid
der tweede klasse A. A. Gereen, zal, naar
men mededeelt, spoedig den militairen dienst
verlaten.
De officier van gezondheid der eerste
klasse H. M. J. van den Busscbe, te PadaDg,
gaat wegens ziekte met buitenlandsch verlof
naar Europa.
De serste luitenant der infanterie 0. van
Roggen, te Semarang, gaat wegens ziekte met
verlof naar Europa.
Bevorderd Is tot adj.-onderoffloier en
overgeplaatst nasr het lste depót.-bat. de
sergeant-majoor Van Breemen van Tandjong
Kala.
Overgeplaatst van het 8de naar het 15de
bat. lnf. de onderluitenant W. K. J. Flachen
van het 9de bat. lnf. naar Atjeh t n. L de
onderL "W. H. Rond.
Overgeplaatst van het 14de bat. lnf. naar
het lste garn. bat. te Idi de lste luit. 0. W.
Mahu, van het lste naar het 2de garn. bat.
de lste luit. F. A. M. Wlllemae.
ATJEH.
Dato 80 November is uit Kotta-Radja aau
de „DellOt." geseind:
By overvalling eener bende by Ié Merah
en Peureutoi Idié, werd niet levensgevaarlijk
gewond de luitenant Van Gheel GildemeeBter.
Aan vfiands z(jde sneuvelden negen man,
waaronder bendehoofd.
Het „Advbl. Atjeh" meldt:
Een marechausseepatrouille uit Didoh Pidlö
stuitte ten zuiden van Glé Poentoong op oen
bende van 20 man, dio vluchtte, doch zeven
trompladers, veel blanke wapenen en munitie
achterliet.
Een compagnie van de colonne in de Pasei-
streek maakte een vljfdaagschen tocht tot aan
Djamboe Ie, waarby de vijand tien dooden
liet liggen; onzerzijds niet levensgevaarlijk
gewond 2 amb. fuseliers.
DJAMBL
Van den resident van Palembang is onder
dagteekening van 25 November uit Dj&mbl
het volgend telegram ontvangen:
,15 November vertrok gewestelijk militaire
commandant van hier naar Soeroelangoen
Djambl, en kwam daar 21 Nov. aan, zonder
dat een schot Is gevallen. Gouvernementsstoo-
mer fHavik" stoomde Tembesl-rivlor op tot
by Ladangpandjang".
Van den assistent-resident fd. resident is
het volgend telegram, gedagteekend 24 Nov.,
ontvangen
Controleur Helfrioh seint uit Tlga Doesoen
22 November:
„Volk Merangln heeft Tjermln-nan-Gedang
veriaten, Oeloe LImosn en afgetrokken naar
Datook Berampat Soekoe (Ooloe Batang Asel),
waardoor Toean Batln, hoofd uil die streken,
in zoogenaamd B&tln-gobled een sterke benteng
te Mo&ara Kesirio gebouwd.
„18 Nov. bezetting Loeboe Gresam opge
heven en Moeara Limoen bezet, om onder
meer kwaadwilligen te beletten bevolkfng
tegen ons op te ruien. Ageeren wordt nog
ontraden.
„Overleden aan bekomen wonden 21 Nov.,
Eur. sergeant Simon, alg. etamb. no. 82686;
sedert 16 tot heden door oholera aangetast
elf dwangarbeiders; aan die ziekte overleden
Eur. fuselier Felsen, alg. stamb. no. 47880 en
twee dwangarbeiders".
Doodden Gouverneur-Generaal van Ned.-In-
die rijn de volgende beschikkingen genomen
CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: tot
eerst a substituut-griffier bij den Raad van
•4
Justitie te Soerabaia, de griffier van den land
raad te Tangerang, mr. J. A. J. Jansen.
Belast: voor den duur van het aan den
leeraar in de Duiteche taal en letterkunde bij
do hoogere burgerschool te Soerabaia W. L.
D. Onken verleend eenjarig verlof naar Europa,
met do waarneming dier betrekking, mejuf
frouw M. -I. J. Hissink-.
Verlengd: met zes maanden of zooveel
korter als zal-blijken voldoende te rijn, de ter
mijn, waarvoor mr. P. H. Schneider, eerste sub
stituut-griffier bij den Raad van Justitie te
Soerabaia, is belast met de functiee van buiten
gewoon voorzitter van de landraden te Pame-
kasan en Sampang (Madoera) en de ambtenaar
M. E. Wollrabo ter bescl. -king van voornoem
den voorzitter is gesteld, ten einde te worden
belast met griffierswerkzaamheden.
Ontslagen: eervol nit 'slands dienst, de
gowozon klerk bij den eerstaanwezenden water-
staatsambtenaar in de residentie Zuider- en
OoBterafdeeling van Borneo, I b. F. Pereira en
do gewezen klerk bij den c- ntrolour van Batang
Alal en Laboean Amas, afdeeling Kendangan
(Zuider- en Ooster-afdeeling van Borneo) E.
Sobeffer.
Bij den Waterstaat en 'a Lands B. O. W.
Bepaald: dat de opzichter dor derde klasse
G. A. A. Theuvenet ter beschikking van den
chef dei irrigatie-af deeling Brantaa blijft.
Geplaatst: in de residentie Bantam de
tijd. wd. opzichter der derde klasse A. L. van
Wijngaer<IL.
Bij de Exploitatie der Staatsspoorwegen
op Java.
Ontslagen: op verzoek wegens ziekte eer
vol uit zijn betrekking do oommiee voor den
stationsdienst de eerste klerk J. O. Bonman.
Bij don post- en telegraafdienst.
Tijdelijk belast: met de waarneming
der betrekking van commies der derde klasse en
geplaatst te Soerabaia de ambtenaar op non
activiteit A. Tb. Ch. Oudboff, laatstelijk dio be
trokking bekleed hebbende.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Boton
d e r dtot kapitein-kwartiermeester bij de mili
taire administrate de eerste lei tenant-kwartier
meester M. O. Boon.
Ontslagen: met ingang van 2 December
1901, op v rzoek wegens volbrachten diensttijd,
eervol en nut behoud van recht op pensioen nit
Hr. Ms. militairen dienst, de dirigeerende of
ficier van gezondheid der tweede klasse dr. A.
A. Gerson.
Overgeplaatst: bij de troepenmacht in
Atjeh ter nadere indeeling, de eerste luitenant
bij het garnizoensbataljon avn Sumatra's Oost
kust (mobiele troepenmacht te Tandjong Kala)
A. J. Ensink;
bij bet garnizoensbataljon van Sumatra's
Oostkust (mobiele troepenmacht te Tandjong
Kala) de tweede luitenant bij het eerste depot
bataljon H. L. van Hoogstraten.
DEPARTEMENT VaA MARINE. Goed
gekeurd: dat floor den commandant der zee
macht en obef van het departement der Marine
in Nederlandscb-Indië bij bet marine-établisse
ment te Soerabaia is gedetacheerd om belast te
wordmi met de waarneming der betrekking van
oonstabel bij de marinemagazijnen, de constabei-
ma j oor in bet vaste korps onderofficieren bij do
koninklijke Nederlandsche marine G. W. F.
Comielje (stamboek No. 18833).
Geplaatst: de adelborsten der eerste
klasse ver.aoht word nde uit Nederland:
aan boord van Hr. Ms. „Friesland" P. M.
van Riel;
aan boord van Hr. Ms. „Noordbrabant" H.
van Kraij^nhoff van de Leur;
aan boord van Hr. Mb. „Piet Hein" A. F. H.
Dalhuijsen, F. M. Fransen van de Putte en E.
Broms.
aan boord van Hr. Ms. „Golderland" H. G.
van Steijn;
aan boord van Hr. Ms. „Koningin Wilhel-
mina" Jhr. R. F. (X Goenink van 8 oei en.
Bij de Gouvernements-Marine.
Overgeplaatst: van het stoomschip
„Glntik" naar het stoomschip „Barito", do
eerste stuurman H. C. Ykema;
van het stoomschip „GlatiK" naar het stoom
schip „Reiger", de tweede en derde machinisten
O. Kromhout en G. F. C. Aveling;
van hot stoomschip „Reiger" naar bet stoom
schip „Zeemeeuw", de tweede machinisten J. H.
Varke visser;
van het stoomschip „Barito" naar het stoom
schip „Zeemeeuw", de eerste stuurman K. M.
van Weel.
FINANGIEELE MEDEDEEL IN GEN.
Volgent bet Weekblad van de Oommlsale-
bank te Amsterdam, zijn in de weekgeëindigd
24 Deo., door tusschonkomat dier Bank verhandeld
de volgende minder courante fondsen:
3-pOt.-Obllg. GemooDte Le«awwdenpO».
Opr.-aand. Hollandxcho Hypothoek-flaDk..^,^... 150-
B Kjüibagor (M4j. t. e*. d. suikerfabriek) 12*
Aand. Noderl. Oredletvoreenlglng to Utrooht.,.,,, JJg
a Coltuur-MruxUchoppü UarOD60
Landboaw-Maot»cbapptJ Ngoeplt^..,..200
BilltOD-MoaUehappB let* rubriek. 1S60-
w Mij. L ex. v, Rhetnlsehe KohlemSnre Worko. 60
4H -pOt.-Obllg. Baumwoll Spinnerel Geraanla... 75
Aond. Nederlandsche Gattn Percha-MaaUchappU 66
Noderl. Splogelglaafabrleken te Antwerpen. 15
Vlnataand. Idom Idem '3-—
Aand, Amorlcau Hotel (My. tot expl, van het)... 88
9 Aiinr.-Uy. tegon Brandschade en o. h. loven
Noderlanden" van 1848/"300-
LoYonsverxokoringbank Amsterdam...,,66
Holl. Brand 011 Levensverzekering SoclBtelt 116
Nodorlandiche Lloyd.46
Ongevallen Verzekerlng-Moatschappy Fatum 65
Verliezen van hel Engelsche leger,
eooah die voorkomen in de Daily Graphic".
1
Q
2
c!
i
0
1
0
0 n
3f
0
"ET3
Si
28 Deo.
1
i
24
22
17
25
55
72
81
26
27
28
De oorlog tusschen Engeland en Transyaal.
Laf fan seint uit Pretoria, d.d. 19 dezer:
Er zijn vertrouwbare be rich; en ontvangen
dat, met uitzondering van de Bocron die in
het oostelijke hooge veld rijn, r'et meer dan
de helft van de Boeren in Transvaal thana
bereden ia. Velen van de gevangenen rijn te
voet gevat.
Het kan nu wel als zeker wordefi aange
nomen, dat Kritzinger inderdaad zwaar go-
wond in de handen rijner vijarden ie geval
len, en hiermede lijdt de za<»k der Boere9
©en giooter verlies dan door ie gevangenne
ming van zoovele menschen, dit* in de lager»
worden overvallen. Het is, zoo wil de „N.
R. O." aannemen, den mannen die hem volg
den, niet mogelijk geweest hen to redden,
laten zij nu too non, dat rijn geest in hen
gevaren is; in de practische school van den
oorlog worden spoedig aanvoeraers gevormd;
numeriek heeft het oommando Lij Hannover
slechte geringe verliezen geleden, geen beter
middel om don gevallen aanvtrder te wro-
ken, dan zijn voorbeeld voor oogen te hon
den.
De Engefsche autoriteiten zoeken reed»
punten van aanklacht tegen ritzinsrer bij
een te brengen. Een geheel detachement En-
gtlBche soldaten zijn echter als .'en man voor
hom in de bres gesprongen, hulde brengende
aan zijn menschenmin. Zij waren rijn gevan
genen geweest en ridderlijk er heuaeh door
hem behandeld. Toen hij heaa had vrijgelaten,
waren zij hem allen op de beurt komen bo
ei en ken eti heengegaan met de 1 reten „Leva
K ritzinger I'
Kritzinger is to Ladybrand geboren. La- 4
tei heeft hij gewoond te Rou.:vide en Za»-
ti on, alle Vrijstaatsche dorpen. KritziDger's
vader was in 1899 nog in Ladybrand, een
man toen van een jaar of 76
Generaal Louis Botha moet gedreigd heb
ben vijf Britsche officieren, die gevangen
zijn, dood te zullen schieten, al3 Kritzinger
door den krijgsraad ter dood wordt veroor
deeld.
Met proces iegen Scheepers.
De vorige week ls te Graaff-Reinet het
proces tegen Scheepers nog niet geéindigd.
Dagelyks zyn eenige der beschuldigingen ia
behandeling genomen. Verl. Vrydag werden vyf
gevallen van moord onderzocht. Een juffrouw
Carey getuigde, dat *y drie Boeren jacht had
zien maken op twee inlandsche verkenners;
een dezer laatsten had in haar huis een toe
vlucht gezocht, waar de Boeren op hem schoten
en hem gewond achterlietenlater keerden
zy terug en schoten hem dood.
De verdediging traehtte aan te toonen, dot
dit doodschieten door Fouché was goedge
keurd, in alle gevallen niet door Scheepers
was bevolen*
Twee mannen van Scheepers' commando
legden verzwarende getuigenissen tegen den
Boeren commandant af. Hy had eens in Oudta-
hoorn twee Kaffers laten loten, wie doodge*-
schoten zou worden. De verliezer word dood»
geschoten en de andere met een brief naaf
'kolonel Crabbe gezondon. Daar stond in, dat
Scheepers last had gegeven, alle Kafferepionnen
der Engelschen dood te schieten.
De verdere behandeling van het proces ift
uitgesteld, omdat Scheepers die nl. geheel
hersteld heette weor te riek ia om ver dar
verhoord te worden.
Vrede op aardó,
De Londensche correspondent van
„Hbl." schryft:
Wonnsdag, den lsten Kerstdag, werden aan
de kerken van Londen, vóór de dienst begonr
50,000 strooibiljetten als het hier volgend^
uitgedeeld. Vooral d» kerk van den beruohr
"ten, bloèddor8tigen Hugh Price L^aes werd
goed bedeeld:
„Eere zy God ln de hoogste hemelen en
Vrede op aarde; ln de menschen een welbe
hagen (Luk. 214).
Kerstdag 1901, de geboortedag van deij'
Vredevorst, en de derde Kerstmis van deal-
oorlog ln Zuid-Afrika. Hy zeide: Zalig zyp|
de vreedzamen (Matth. 69). Houdt vred»
onder elkander (Matth. 960). Keer uw
zwaard weder in zyn plaats; want allen, dié'
het zwaard nemen, zullen door het zwaard'
vergaan (Matth. 26 62).
13,000 Engelsche soldaten zyn omgekomeft
en 76,000 riek.
Hy zeide: Maar zoo wie één van dezekleb;
nen ergert (het Engelsche „offend" ia een»
sohakeerlng krachtiger: krenken, schenden.
zondigen tegen), het ware hem nutter, dat
een molensteen aan zyn hals gehangen en'
dat hy verzonken ware ln de diepte der ze£»
(Matth. 18:6).
10,000 Boerenkinderen stierven in de con$
centratiekampen.
Of gy gelooft of gy gelooft niet in de lee»
van Christus. Als gy er in geloolt, bidt enr
protesteert dan tegen de voortzetting van
den oorlog, en tegon den eiseh van de tegen
woordige regeering tot onvoorwaardelyke oveiW
gave, welke eisch alleen de oorzaak 1», daf
de veldtocht wordt voortgezet
Staat dan, uwe lendenen omgord hebbende
met de waarheid en aangedaan hebbende het"
borstwapen der gerechtigheid (Efeze 6:14);
En de voeten geschoeid hebbende met
reldheid van het evangelie des vredes (Ef.6 15V
Een Reuter-berlchfc uit Johannesburg van
26 dezer moldt dat een Boerencommando van'
beduidende sterkte eenige dagen geleden den
inboorlingen8tam der Bakhalta, wier eUm-1
hoofd Linchwe ls, op den Pilandsberg heeft
aangevallen, een groot aantal beesten doodd^
en er 60,000 als bult wegvoerde. Linchwe
heeft aan de Engelsche overheid vergunning'
gevraagd om zyn yolk te verdedigen en hei
vee terug te halen. Dat hem die gegeven lm;
wordt er niet by gemeld, maar spreekt vanzelf
Indien althans het bericht waar is.
Het geheele bericht ïykt echter een 7er?
zinsel on dient biykbaar als voorwendsel voof
een nieuwe wapening van Llnchwe's Kaffer^
In 't westen van Transvaal gebruiken de Enge.|
schen trouwens hoe langer hoe meer Kaffersf
zooals dezer dagen nog is gebleken uit hej^
daar openbaar gemaakte protest van vecht>
generaal Kemp.
Linchwe is hetzelfde Kafferhoofd, dat ln t»l
begin van den oorlog op aanstoken vacj
Engelsche officieren, de bekende wreedheden
jegens vrouwen en kinderen te Derdepoorf
heeft gepleegd.
By Clanwilllam i» de trein van kolonsl
Crabbe'8x colonne den 20sten December doakj
de Boeren aangevallen. 7JJ werden afgeslagen^
maar de Engelschen verloren drie gesneuvelde®
en tien gewonden.