12827
Maandag 16 December.
A\ 1301.
(Deze Dourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Nieuwjaarsbrief kaarten.
10 Stuks voor 10 Ceuls.
t M-Zuidafrikaansehe ïereonigiag.
Leiden, 16 December.
De Tweelingbroeders.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 25.! 1»10.1
^Builen Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30
'"■•France per post 2 l 2 1-65-.
PRIJS DER ADVERTENTÏEN:
Tan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0,17|. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
W# hebben voor het aanstaand Nieuwjaar,
-waarop rootelen onzer lezers hun gelukwon-
jBchen aan familieleden, vrienden en bekenden
jdoen toekomen, een getal briefkaarten laten
'maken, die, naar wy ons verzekerd houden,
icngetwyfeid In den smaak zuilen T&iloii én
^et groote getal brief kaarten met „Ansichten
•of wel prentbriefkaarten op waardige wflze
zullen aanvullen.
De briefkaarten stellen voor een op de
grootte van een briefkaart verkleinde pagina
van hot „Leidscli Dagblad", terwijl in een
opengescheurd gedeelte daarvan tien ver
schillende kleine Stadsgezichten zyn opge
nomen. In een daaronder eveneens openge
scheurd gedeelte is gelegenheid den naam van
den afzender of de afzendster te vermelden.
Deze briefkaart, alléén met zulk een hand-
leekening beschreven, kan verzonden wordon
met een 1-cents-postzegel.
Men denke er evenwel aan om dan hot
woord .Briefkaart" op de adreszyde te ver
anderen in .Drukwerk", alsmede te zorgen,
dat de prentbriefkaart alsdan in de bus voor
drukwerken worde geworpen.
Wordt er méór dan de handteekenlng op
geschreven, dan moet de frankeering met een
^/a-cents-postzegel als Briefkaart geschieden.
Voor de kleine .Ansichten" hebben wi)
uitgekozen:
Kweekschool voor Zeevaart.
Poort der Doelen-Kazerne.
De Waag.
Korenbeursbrug.
St.-Petruskerk, Langebrug.
Vlschmarkt met fontein.
Gehoorzaal en Minerva.
Teekening in Academiegebouw.
Het Zweetkamertje.
Zijlpoort.
In de vestibule zijn deze briefkaarten to
bezichtigen, die wij, alléén voor onzo Abonné's,
verkrijgbaar stellen de
De dag ran uitgifte zal later worden va.t-
gosteld.
DE UITGEVER.
Afd. Leiden en Omstreken.
i\
Ontvangen by den Penningmeester, Zoetor-
Woudsche Singel 41:
- Yoor de Boerenvrouwen en-kinderen f 3.
V; poor bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
l;. Opgehaald in den hoed van Daan op de
verlovingsparty van Jakoba en Johan f 1.20
Opgehaald door kleinen Toon in een
Jurksch mutsje op de 35-jarige bruiloft
van Opoe en Opa 1.10*
Omdat Bert Frans en Willem op
Anna's verjaardag zoo aardig gestreept
waren on zoo dikwyis in de kiem zaten 0 1.
Opgehaald door Z. op een gezelligen
avond van A. V. O. onder het zingen
van het Transvaalsche Volkslied 0.86
Gecollecteerd door Jaantje op den
verjaardag van Andries„0.50
Op Mina's verjaardag gecollecteerd
In Jan zyn hoed0.415
f Oegstgeester Muziekkoor 0.25
Opgehaald in den hoed van Leen op
3e orgel-repetitie van Joon Q.165
Onder vele biyken van belangstelling her
dacht de heer G. B. Engeltjes, eerste onder-
wyzer aan de Openbare School 4de kl. no. 1
en hoofd dér Herhalingsschool voor Meisjes,
gisteren don dag, waarop hy vóór 25 jaar de
betrekking van onderwijzer in deze gemeente
aanvaarddo.-
Te twee uren ongeveer verzamelde zich te
zynen huize het personeel van genoemde
•chool en bood den jubilaris by monde van
het hoofd, den heer P. G. Hoeks, in een
harteiyke toespraak, behalve vele gelukwen-
schon, tevens een stoffelijk biyk van hun aller
achting en vriendschap aan.
De wethouder van onderwys, do heer J. A.
van Hamel, bracht den jubilaris de geluk-
wenschen over van het Dageiyksch Bestuur,
terwyi kort daarna de Burgemeester, mr.
F. Was, hem kwam feliciteeren en daarby'
de vele verdiensten herdacht, die de jubilaris
zich met betrekking tothetherhaüngsonderwijs
verworven heeft.
Den geheelen middag merkte men tal van
bezoekers op, onderwyzera, hoofden van
scholen, vrienden en kennissen van den jubi
laris, terwyi de voorzitter der piaatseiyko
schoolcommissie, prof. dr. M. J. de Goeje, en
de arr.-achoolopz., do heer Kielstra, schrifte-
iyk van hun belangstelling biyk hadden ge
geven.
Aan de Nederl. Gustaaf-Adolf-Vereeniging
is door wyien mevrouw de wed. C. J. van
dor Kleyn, geb. Borst, te Gouda overleden op
6 Nov. jl., een legaat vermaakt groot f 100.
Mej. C. van der Kloot en de heer J. van
Muiden zijn geslaagd voor het examen in de
Handelswetenschappen, afgenomen door do Yer-
eenigiug van Leeraren te Amsterdam. Beiden
zyn leerlingen van den cursus in Boekhouden,
Handelsrekenen en Handelsrecht, verbonden
aan de BUz. School v. M. U. L. OnderwiJ3
aan den Stillen Rijn (letraros: mej. Octavia
Parmentier).
Voor hetzelfde examen is ook geslaagd de
heer A. W. Vink, mode van Leiden, leerling
van den heer A. H. v. d. Oover.
Zeer veel belangstellenden waren Zater
dagavond opgekomen ter gelegenheid der
derde Volksbyeenkomst in do Stadszaal. De
heer A. H. Pinot Jr., van Breda, was des
middags hier ter stede aangekomen en enkele
personen, die hy vóór de samenkomst van
dien avond sprak, gaven hem niet veel moed,
dat er, met hot oog op don Zaterdagavond,
veel belangstelling betoond zou worden, en
ziet, zooals hier boven gezegd en zeer ten
genoegen van de Commissie en voor den spr.
de groot® zaal was byna vol. De spreker be
tuigde dan ook zyn dank voor de opkomst
en verzocht tevens den aanwezigen daar
gedurende het grootste deel van den avond
de zaal in het duister zou zyn gehuld èn
ter vorgemakkeling van den spreker èn voor
hot publiek zelf, de noodige stilte, en hetzty
nu meteen gezegd: aan het verzoek werd
voldaan. Er werd de gewenschte aandacht
geschonken.
De hoer Pinot, die zelf op zyn reis door
Zuid-Afrika eenigen tyd aldaar is geweest,
bracht tal van lichtbeelden op het doek (welke
niet alle even helder waren), waarby do noodige
uitleggingen werden gegeven. Zy gaven
te zien hoe Transvaal er voorheen uitzag,
want op het oogenbhk zyn wegens den oorlog
tal van plaatsen door de Engelschen verwoest
en verbrand. Er werden bergen, rivieren en
stedon op het doek vertoond; ook personen,
zooals Rhodes, Chamberlain en anderen, by
wier verschyning zich een schel gefluit door
de zaal deed hooren, terwyi by het verschy-
nen van afbeeldingen betreffende do Boeren
een daverend applaus weergalmde; niet minder
was dit ook hot geval by het portret van
Koningin Wilhelmina.
Na de laatste voorstelling bracht de spre
ker zyn dank aan de commissie, die hem
het genoogon had verschaft om dien avond
hior ter stede te kunnen optreden in het be
lang der Boerenzaak. Ook hy twyfeldo er niet
aan en gaf er zelfs eenige bewyzen van, of
de oorlog zou ten gunste van de Boeren af-
loopen.
Door het bestuur van het Hoogheem
raadschap Rynland is ter benoeming als hoog
heemraad by H. M. de Koningin voorgedra
gen baron A. J. E. van Ittorsum.
Voor de akte Boekhouden (M. O.) la ge
slaagd mej. M. J. A. Aewerdonk, van Leiden.
Voor het examen Fransch (M. O.) is
geslaagd de hoer S. T. van der Scheer, van
Katwyk aan den Ryn.
Aan het Postkantoor alhier en de daar
onder behoorende hulpkantoren werden ge
durende de eerste heJft der maand Dec.
de volgende brieven en briefkaarten bezorgd,
welke wegens onbekendheid van de geadres
seerden niet besteld konden worden.
Brieven: Mej. T. Verhoog, niet vermeld
N. Cohen, mevr. L. Bouman, mej. M. de Lange,
A. Kalkmann, D. de Vries, Citteur, mevr.
v. Erkom, Amsterdam; N. Rengers Hora
Siccama,Doetinchem; Rechtstraat no. 49, Gouda;
F. M. Sickenga, mevr. Paters, J. C. Veenderree,
mej. v. d. Post, B. Dykstra, 's-Gravenhage;
P. Goedvolk, Dryfruner, mej. Lamsen, wed.
Den Os, B. W. A. Bekker, RotterdamA. Olef,
Schiedam; G. v. d. Geur, Tilburg.
Briefkaarten: Drie stuks zonder adres
G. Oudaoorren, niet vermeld; mej. S. Löwio,
mej. D. Krayonhorst, mevr. Vlaanderen,
Amsterdam; mej. D. Tongers, Dordrecht; mej.
C. Meurs, J. Ligtvoet,'s-Gravenhage; mej. Claas,
Lisse; A. Keizer, mej. C. Smit, K. Benzen berg,
mej. Verscheuren, Rotterdam; S. Jaljeur,
Voorschoten; G. II. Sirt, Zeist.
Buitenland. Brie ven:B. Posters, Duitsch-
Iand; H. Warchós, Lübeck; B. Aels, Paris.
Briefkaarten: T. Jongbloed, Bremer-
hafen; H. Lamme, Cöln.
By de heden alhier gehouden openbare
verkooping van cokes in partyen van 10 en
5 H.L. waren do pryzen f 6 en f 3.
Dat de resldentiobevolking verheugd was
woderom het Koninkiyk Echtpaar, na zyn
afwezigheid sedert het begin van Februari
jl., in haar midden terug te zion, die vreugde
hierover sprak tegen hot uur van aankomst
van den Koninklyken trein uit de ontvangst
van H. M., welke wel even sympathiek was
als zoovele vorige, maar toch ditmaal een
by zonder harteiyk karakter droeg, dewyi ook
het herstel onzer Koningin van de ongesteld
heid, die haar «enige weken aan Haar ver
trokken bond, aan allen reden tot biyd-
«chap gaf.
Duizenden waren ter verwelkoming van
Koningin en Gemaal naar het stationsplein
on den weg van daar paleiswaarts opgegaan
en niettegenstaande het onaangename, natte
weder, vertoonden de bemodderde straten
even groote bedryvigheid als geschiedde de
terugkomst van de Koninkiyke familie op
den mooiaten dag midden-zomer.
Ook uit menige woning aan of buiten den
weg van terugkeer naar hot Paleis was de
nationalo driekleur voor den dag gehaald,
al hingen de vlaggen dan ook doornat in
wind en regen.
De Koninkiyke trein kwam precies op tyd
voor het Vorstoiyk wachtstation aan. H. M.
en Z. K. H. reisden in hot salonrytuig van
H. M. de Koniogin-Moeder.
Zoodra zy den trein hadden vorlaten, trad
H. M. toe op den burgemeester, met wion
H. M. zich eenige oogenblikken onderhield,
en Haar Gemaal op den geueraai-majoor,
gouverneur der residentie.
De Koningin, die een kleod van granaat-
kleui- droeg met mantel van foutre en kapot-
hoedje, zag er good uit, al was het aan Haar
gelaatskleur zichtbaar, dat H. M. geruiuien
tyd niet heeft kunnen genieten van de buiten
lucht, waarin onze Koningin van af Haar jeugd
zoo gewoon was to vertoeven. De Prins was
als altyd zeer hupsch en opgewekt.
Do ministers van buitenlandaché zaken,
van marine, van financiön, van oorlog en
van waterstaat stonden In de Koninkiyke
wachtkamer geschaard en het was daarbinnen,
dat het Koninkiyk Echtpaar ieder der bewinds
lieden toesprak.
En hierop bogaven do Voratelyke Echte
lieden zich naar buiten, alwaar een open
hofrytuig gereed stond.
Een luide jubelkreet klonk het jeugdig
Echtpaar tegen, toen het 't Koninkiyk rytuig,
waarvan even te voren de kap was nederge-
lalen, besteeg. Een groote, forsche jubelkreet,
aanvangende uit de massa tegenover het
Koninkiyk ryiuig, en zich voortplantende
langs de verdero ryen, zelfs vóór de meuschen
daar Koningin on Prins konden zien.
Eonige oogenblikken bleven de vorstelijke
personen in het rytuig overeind, Hare Majes
teit herhaaldelyk nygende en de Prins met
den bood salueerende. En toen ging het in
matigen draf langs de en hale geschaarde
menigte, die Diet moede word Vorstin en
Prins toe te juichon en te wuiven.
Op do Prinsessegracht wachtte het Konink
iyk Echtpaar een allerwarmste ovatie. Onder
de kolonnade van hot gebouw der Teeken-
academio stonden de leerlingen geschaard,
allen getooid met do nationale en Mecklen-
burgsche kleuren. Boven alle juichkreten uit
hoorde mon liet jubelen van de leerlingen.
Hot rytuig hield een oogenbhk stil, want op
do straat vóór hot gebouw stonden twee jonge
dames vis a vis gereed mot bloemruikers in
de hand.
De jongedame Frieda Jansen bood haar
bouquet aan de Koningin aan, terwyi de
jongedame Laura van Olst den Prins een
ruiker overhandigde. Do bouquetten waren mot
orchideeön gevlochten. Minzaam namen Hare
Majesteit en de Prins deze blijken van sym
pathie aan. „Ik dank u zeer voor dezo lieve
attentie", zeide Hare Majesteit en ook de Prins
bedankte met eon enkel woord.
Onder gejubel werd toen verdor gereden.
Echter nog niet dadeiyk naar het Koninkiyk
Paleis in het Noordeinde. Tot cp het laat
ste oogenbhk was geheim gehouden, dat
het Yorsteiyk Echtpaar het allereerst een
bezoek wonschte te brengen aan H. M. de
Koningin-Moeder.
De toebereidselen der politie tot afzetting
van het voorplein van het Paleis in het
Voorhout deden het publiek begrypen, dat
Koningin en Prins daar zouden komen. Van
daar, dat zich ook toen voor het Palels van
Koningin Emma een talryke menigte opstelde,
die Koningin en Prins Hendrik by aankomst
eveneens met groot gejuich ontving.
Toon hot rytuig het voorplein opreed, ver
scheen ln de goopendo deur van de verlichte
vestibule de Koninktfrke Moeder, die, toen
Haar Dochter nauweiyks was uitgestegen,
Haar harteiyk eenige malen kuste. Ook Prins
Hendrik werd daarna door de Koningin-Moeder
op de meest hartelyke wyze omhelsd.
ODgeveer drie kwartier bleet het Echtpaar
by Koningin Emma. Er werd een tea gebruikt.
Daarna reden Koningin en Prins, weder uit
geleid door de Koningin-Moeder, die de
Koningin nogmaals kuste en den Prins d«
hand drukte, naar het Paleis.
Yoor het paleis was oen dichtaaneongesloten
massa: Een herinnering aan de bjyde Februari
dagen van dit jaar. Toen, zooals nu, menschen
zoover het oog reikte, in drie-, vierdubbele
ryen, van af de Heulslraat één boog vormende
tot aan de Konrngspoort.
Wat ontbrak, was de versiering! Maar de
stemming leed er niet onder, ook met door
het lange wachten. Want 't was reeds vyf
uren toen het politiefluitje de komst van het
KonmklUk rytuig aankondigde. En toen stegen
ze op uit de duizendon kelen, de „uravo's"
en de „leve's", luider en luider, totdat hst
Vorsteiyk Paar was uitgestapt en ontvangen
door Hr. Ms. Hofmaarschalk, baron Clifford,
en jhr. v. Suchtelen van de Haore, den
adjudant van den Prins.
Gedrang onder 't publiek ontstond I Gelukkig
met toestemming van de handhavers der orde.
Langzaam mocht 't publiek vooruit komen
en ordeiyk, heel ordelyk gjng 't.
Spontaan werd hot „Wien Neerlandsch
Bloed" ingezet, en overgenomen van de eena
naar do ander9 zyde, totdat de Koningin en
de Prins voor 't venster kwamen.
Het gezang verstomde, maar krachtig steeg
het hoezee geroep weer op. Wuivende, al
maar wuivende voor het huldebetoon, trok
het KumnklUk Echtpaar zich oindelyk terug.
Voor hot gebouw van de Nederlandsche
Bank stonden een aantal kinderen mot
nationale vlaggetjes.
Do Koningin en de Prins Gemaal woonden
gisteren te 's-Gravenhage de voormiddagguds-
dienstoefening by in de Groote Kerk oude:
gehoor van ds. Vermeer, die in zyn da»,k«
gebed by don aanvang der godsdienstoef..r.ing
ook namens de gemeente en namens deze
stad dank uitsprak voor het geluk, dat Hare
Majesteit met haar Koninklyken Gemaal weer
in gezondheid in de residentie mochten komen
en met de gemeente ton bedehuizo op;, n.
Daarna sprak de voorganger naar aanleio.ng
van Mattheua II vers 11: „Voorwaar zeg ik
u onder degenen, die van vrouwen geboroc.
zyn, is niemand opgestaan meer dan
Johannes de Dooper; doch die de minste ii
in het Koninkryk der Hemelen is moei
dan hy". De prediking was een voorbereiding
voor de viering van het aanstaande Kerstfeest.
In hot slotgebed smeekte ds. Vermoor zegoii
af voor de Koningin, Haar Gemaal en de
Koningin-Moeder en bad, dat do liefde van
OD3 volk voor het Vorstelijk Huis steeds
grootor en inniger worde on de band tusschen
het Volk en de Vorstin ten zogen zy voor
Volk en Koningin samen.
In het kerkgebouw was een zoor grooto
schare toehoorders aanwezig.
Buiten het kerkgebouw bevond zich even
eons een talryke menigte, die blyken van
sympathie gaf jegens do vorstoiyk© Personen,
toen Zy palei3waarts koerden.
De Koningin en de Prins maakten gistor»
middag to 's-Gravenhage een rytoer in open
rytuig. De prins was in geneiaala-uniforin
Het publiek toonde veol belangstelling.
De Koningin-Moedor bracht gislernamiddag
aan het Koninkiyk Echtpaar een tegenbezoek
in het Paleis in hot Koordeinde.
F'euilleton.
12)
„Jack", zei zo, „ik dacht er juist over,
dat hot toch maar beter zou zyn, als ik wwc
eon engagement nam. 'tZal nog heel goed
gaan."
„Dat zou het zeker. Doch ik wou nu over
Jets anders spreken."
Wat dan?"
L, „Ik wou een diner geven2laten we
zeggen: overmorgen. Ik zal lord Chariton
vragen en een paar andere lui."
„Wat? Lord CharltonO, Jack, hy hwkutert
my altyd aan dien armen Georgo: net z«o'a
leeghoofd en een voorkomen, of hg noeftoad
zal wordon."
„Laat dien „armen George" namaarxaaton.
Waarom heb je 't altyd over myn voorganger?"
k Zy boog zich over hem lieon on gaf hem
een kus.
11 „Wees niet zoo mal", zoi ze; behoeft
heuscli niet jaloersch te z\jnl Maar dartoner,
wie wou je vragen? Lui, die ik kmif"
„'t Zal een heerendiner zyn; d*3 jü kunt
wel uitgaan; behalve zyn lordschap ai er
maar éón nieuwe gast zyn: de heer, wefcvrten
Ik laatst in den rostaurant sprak."
„Ahson heet hy, is 't niet?"
„Ja; maar ik moet je even wawsdrowen,
dat by zyn naam heeft verandouL £2Q is on
meneer Stephens."
„Goed; het kan my niet scheden, hoe hy
heet; maar 't Is toch gek, hè?"
„Waarom? Ik had hom olgeniyfc atet Alteon
Sfeootan noemenhy heeft al een paar j^ar
geledon zijn naam veranderd. Lui, die net zoo
heeten, raakten in ongelegenheid, en hy vond
dat vervelend. Begrepen?"
„Jawol, Jack. Hy zal Stephens heeten. Is
hy ryk?"
„Neen; maar ik ben er op gesteld, dat hy
kennis maakt met lord Charlton; vollktout."
Molly ging. Jack stak een sigaar aan en zette
het geoprek voort als alleenspraak.
„Ja, hy is do man. Charlton zoekt eon
reisgenoot om moe naar Amerika te gaan.
Hy zal Alison graag aannemen, en dan
als het lukt deeleu Gaygold en ik twintig
duizend pond, behalve wat wy aan Alison
dienen to gevenMaar waar blyft hy nu?
De bn«f moet toch terecht gekomen zyn.
Wacht< daar wordt gebeld; hy zal het zyn.
'tZal my verwonderen, of hy 't doet."
Martin, de knecht, die van zyn boodschap
terug was, kwam binnen.
„Daar is een heer om u te spreken, meneer l"
„Heeft hy zyn naam genoemd?"
„Ja, meneer: 't is meneer Stephens."
VIH.
De dagen spoedden heen in de Herlhitage,
en kapitein Halford, die zyn enkel toch ern
stiger had bezeerd dan men eerst had gedacht,
nam laugzamerhaad in beterschap toe. Doch
men moest hem de trap af helpen en op de
sofa. Spoedig ecbèer kon hy door de kamer
hinken met behulp van een stok.
Eiken dag was Dennis Avory komen infor-
meeren naar zyn gezondheid, en dit bezoek
bleek steeds welkom.
Mevrouw Alison, May's moeder, aan wie
hy spoedig was voorgesteld, was hem een
raadsel. Zy was een lieve, vriendelyke vrouw,
maar er waa op haar gelaat een trek van
droefheid, dion hy zich niet kon verklaren.
Kapitein Halford was, ondanks zyn onmogelijke
praatjes, een man, in wiens gezelschap men
zich onmogoiyk treurig kon gevoelen, en May
was het vrooiykste en bekooriykste meisje,
dat ooit zonneschyn bracht in een huiselyken
kring.
Dennis wist, dat mevrouw Alison een zwakke
gezondheid had, al was ze niet bepaald ziek;
soms, als het gesprek levendig werd, ont
spanden haar strakke gelaatstrekken, en zy
toonde eekere belangstelling; doch weldra
verviel zy weer in haar lusteloozo houding,
en op haar gelaat behielden zorg en smart
de overhand.
Den dag, toen Dennis kennis kreeg van
Hansell's aankomst te Londen, bracht hy als
gewoonlijk een bezoek aan de Hermïtege. De
kapitein was niet in de beste stemming: hy
had kou gevat on was vol van de somberste
voorgevoelens.
„'fc Zal zeker myn dood zyn, meneer Avory l"
riep hy uit. „Ik ben er zeker van. Ik heb
zoo'n zwakke borst. Een longontsteking zal
niet uitbiy ven. Dan moet ik eiken winter naar
het zuiden van Frankryk, onder een hoop verve
lende vreemdelingen. Die plaatson, waar men
een gezondheidskuur moet doormaken, zyn
eigenlyk ware pestholen. 'tls er vochtig en
akelig; je kunt er in vier en twintig uren
dood en begraven zyn. Op een goeden dag
zal ik wakker worden en merken, dat ik al
in myn doodkist lig."
„O, zoo erg is het niet, willen we hopen",
zei Dennis lachend. „Hoe is u dan aan die
kou gekomen? U is toch niet de deur uit
geweest?"
„De deur uit? De hemel beware n»y I Maar
die idioot van een knecht had de kachel in
myn kamer eergisteren zoo opgestookt, dat
het er was om to stikken. Ik deed het raam
open, nu, je begrypt de rest, hó?"
„We zullen maar hopen, dat het een ge
wone verkoudheid is. U zal er wel gauw
doorheen zyn."
„Ik ben niet zoo gauw ergons doorheen.
Ik ben nog zenuwachtig, als ik er aan denk.
Want die gloeiende kachel had licht brand
kunnen veroorzaken, en dan zou ik my
onmogoiyk hebben kunnen redden met myn
zfeke been. Ik zou geroosterd zyn, levend
verbrand, en ze hadden wat verkoolde been
deren met asch en puin in een doodkist naar
het kerkhof kunnon dra<p*i
DeDnis trachtte hew gerust te stellen, maar
de oude heer bloef d®«xiraven on vertelde,
dat hy geen nacht ïiwn' rustig slap«n zou in
do Hermitage. Hy braadlucht en
droomdo, dat liy uit runbter sprong en
aan de spyten van een balkonhek tusschen
hemel en aarde hing, terwyi het vuur zyn
handen schrooide.
Om de aandacht van den kapitein op een
ander onderwerp te vestigen, vorteldo Avory
nu, dat heb met de voor hom zoo aangonamo
bezoeken aan de Hermitage wel spoe*f gedaan
zou zyn. Hy kon oik oogonbhk nxar Lonien
geroepen worden, om zyn taak ala secretaris
van den Zuidafrikaanscken mihUnnair te
aanvaarden.
„Zoo", zei de kapitein, „dus je gaat wonen
by een van die Afrikaansche snuiters? Hoe
heet hy?"
„Clement Hanaell."
„Eil 'tSpyt me voor jou, jongen. Je zult
je plezier wel op kunnen. Hy zal er boksers
en renpaarden op na houden; hy zal naar
de cafés loopen in een grooten pels en con
diamant zoo groot als een knikker in zyn
overhemd."
„O neen, hy is heelemaa! niet van dia
soort," antwoordde Dennis, met oen klein?
opwelling van geraaktheid.
„Neen? Dat doet my plezier voor joul
Maar ik houd niets van die millionnairs.
Geld is tegenwoordig overal hoofdzaak; het
verdringt alles: verstand, geboorte, opvoeding,
talent, alles. Wat is jouw milliohnair voor eon
man?"
„Ik weet niot veol van hem. Ik heb hom
maar ééns gezien, te Johannesburg, in zijn
kantoor. Ik had een aanbevelingsbrief van
een vriend myns vaders, dien ik ginds onb
moette. Ik scheen hem te bevallen, omdat ik
goed op do hoogte was metLMAn' **oIg
lui daar. Ily zei, dat hy een soort*.- «ig
had, als hy m Engeland kwam, w m(J
de be(Ji«feteng aan. Ik acc«pt*«nie on s .««m
hier. Nu wacht ik enkel, tot hy my een
boodschap stuurt."
De kapitein schudde het hoofd.
„Je zult zelf wel vraten, wat je moot doen,
deuk ik," zei hy; „maar ik zie kot niet graag,
dat de zoons van onze beste oude families
buigen en compiiiaaateii maken voor die
parvenus. Als het zae dongaM, zie ik nog
don zoon van eon odoiBAa ais spelen
in het huis van vader, dal verkocht is
aan een spekslager a* Chicago of een plebejer,
die fortuin maakte m do diamantvelden."
Do kapitein vergal in hot vuur der rede
zijir gekwetsten voofc on sprong overeind. Hi'
gaf terstand een schreeuw van pyn, welk®
May uit de andere kamer dood toesnellen.
„'t Is niets", zei de kapitein. „Ik uach»
niet aan myn enkel."
(Wordt vervolgd