12827 Maandag 16 December. A\ 1301. (Deze Dourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Nieuwjaarsbrief kaarten. 10 Stuks voor 10 Ceuls. t M-Zuidafrikaansehe ïereonigiag. Leiden, 16 December. De Tweelingbroeders. DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 25.! 1»10.1 ^Builen Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30 '"■•France per post 2 l 2 1-65-. PRIJS DER ADVERTENTÏEN: Tan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0,17|. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. W# hebben voor het aanstaand Nieuwjaar, -waarop rootelen onzer lezers hun gelukwon- jBchen aan familieleden, vrienden en bekenden jdoen toekomen, een getal briefkaarten laten 'maken, die, naar wy ons verzekerd houden, icngetwyfeid In den smaak zuilen T&iloii én ^et groote getal brief kaarten met „Ansichten •of wel prentbriefkaarten op waardige wflze zullen aanvullen. De briefkaarten stellen voor een op de grootte van een briefkaart verkleinde pagina van hot „Leidscli Dagblad", terwijl in een opengescheurd gedeelte daarvan tien ver schillende kleine Stadsgezichten zyn opge nomen. In een daaronder eveneens openge scheurd gedeelte is gelegenheid den naam van den afzender of de afzendster te vermelden. Deze briefkaart, alléén met zulk een hand- leekening beschreven, kan verzonden wordon met een 1-cents-postzegel. Men denke er evenwel aan om dan hot woord .Briefkaart" op de adreszyde te ver anderen in .Drukwerk", alsmede te zorgen, dat de prentbriefkaart alsdan in de bus voor drukwerken worde geworpen. Wordt er méór dan de handteekenlng op geschreven, dan moet de frankeering met een ^/a-cents-postzegel als Briefkaart geschieden. Voor de kleine .Ansichten" hebben wi) uitgekozen: Kweekschool voor Zeevaart. Poort der Doelen-Kazerne. De Waag. Korenbeursbrug. St.-Petruskerk, Langebrug. Vlschmarkt met fontein. Gehoorzaal en Minerva. Teekening in Academiegebouw. Het Zweetkamertje. Zijlpoort. In de vestibule zijn deze briefkaarten to bezichtigen, die wij, alléén voor onzo Abonné's, verkrijgbaar stellen de De dag ran uitgifte zal later worden va.t- gosteld. DE UITGEVER. Afd. Leiden en Omstreken. i\ Ontvangen by den Penningmeester, Zoetor- Woudsche Singel 41: - Yoor de Boerenvrouwen en-kinderen f 3. V; poor bemiddeling van het Leidsch Dagblad: l;. Opgehaald in den hoed van Daan op de verlovingsparty van Jakoba en Johan f 1.20 Opgehaald door kleinen Toon in een Jurksch mutsje op de 35-jarige bruiloft van Opoe en Opa 1.10* Omdat Bert Frans en Willem op Anna's verjaardag zoo aardig gestreept waren on zoo dikwyis in de kiem zaten 0 1. Opgehaald door Z. op een gezelligen avond van A. V. O. onder het zingen van het Transvaalsche Volkslied 0.86 Gecollecteerd door Jaantje op den verjaardag van Andries„0.50 Op Mina's verjaardag gecollecteerd In Jan zyn hoed0.415 f Oegstgeester Muziekkoor 0.25 Opgehaald in den hoed van Leen op 3e orgel-repetitie van Joon Q.165 Onder vele biyken van belangstelling her dacht de heer G. B. Engeltjes, eerste onder- wyzer aan de Openbare School 4de kl. no. 1 en hoofd dér Herhalingsschool voor Meisjes, gisteren don dag, waarop hy vóór 25 jaar de betrekking van onderwijzer in deze gemeente aanvaarddo.- Te twee uren ongeveer verzamelde zich te zynen huize het personeel van genoemde •chool en bood den jubilaris by monde van het hoofd, den heer P. G. Hoeks, in een harteiyke toespraak, behalve vele gelukwen- schon, tevens een stoffelijk biyk van hun aller achting en vriendschap aan. De wethouder van onderwys, do heer J. A. van Hamel, bracht den jubilaris de geluk- wenschen over van het Dageiyksch Bestuur, terwyi kort daarna de Burgemeester, mr. F. Was, hem kwam feliciteeren en daarby' de vele verdiensten herdacht, die de jubilaris zich met betrekking tothetherhaüngsonderwijs verworven heeft. Den geheelen middag merkte men tal van bezoekers op, onderwyzera, hoofden van scholen, vrienden en kennissen van den jubi laris, terwyi de voorzitter der piaatseiyko schoolcommissie, prof. dr. M. J. de Goeje, en de arr.-achoolopz., do heer Kielstra, schrifte- iyk van hun belangstelling biyk hadden ge geven. Aan de Nederl. Gustaaf-Adolf-Vereeniging is door wyien mevrouw de wed. C. J. van dor Kleyn, geb. Borst, te Gouda overleden op 6 Nov. jl., een legaat vermaakt groot f 100. Mej. C. van der Kloot en de heer J. van Muiden zijn geslaagd voor het examen in de Handelswetenschappen, afgenomen door do Yer- eenigiug van Leeraren te Amsterdam. Beiden zyn leerlingen van den cursus in Boekhouden, Handelsrekenen en Handelsrecht, verbonden aan de BUz. School v. M. U. L. OnderwiJ3 aan den Stillen Rijn (letraros: mej. Octavia Parmentier). Voor hetzelfde examen is ook geslaagd de heer A. W. Vink, mode van Leiden, leerling van den heer A. H. v. d. Oover. Zeer veel belangstellenden waren Zater dagavond opgekomen ter gelegenheid der derde Volksbyeenkomst in do Stadszaal. De heer A. H. Pinot Jr., van Breda, was des middags hier ter stede aangekomen en enkele personen, die hy vóór de samenkomst van dien avond sprak, gaven hem niet veel moed, dat er, met hot oog op don Zaterdagavond, veel belangstelling betoond zou worden, en ziet, zooals hier boven gezegd en zeer ten genoegen van de Commissie en voor den spr. de groot® zaal was byna vol. De spreker be tuigde dan ook zyn dank voor de opkomst en verzocht tevens den aanwezigen daar gedurende het grootste deel van den avond de zaal in het duister zou zyn gehuld èn ter vorgemakkeling van den spreker èn voor hot publiek zelf, de noodige stilte, en hetzty nu meteen gezegd: aan het verzoek werd voldaan. Er werd de gewenschte aandacht geschonken. De hoer Pinot, die zelf op zyn reis door Zuid-Afrika eenigen tyd aldaar is geweest, bracht tal van lichtbeelden op het doek (welke niet alle even helder waren), waarby do noodige uitleggingen werden gegeven. Zy gaven te zien hoe Transvaal er voorheen uitzag, want op het oogenbhk zyn wegens den oorlog tal van plaatsen door de Engelschen verwoest en verbrand. Er werden bergen, rivieren en stedon op het doek vertoond; ook personen, zooals Rhodes, Chamberlain en anderen, by wier verschyning zich een schel gefluit door de zaal deed hooren, terwyi by het verschy- nen van afbeeldingen betreffende do Boeren een daverend applaus weergalmde; niet minder was dit ook hot geval by het portret van Koningin Wilhelmina. Na de laatste voorstelling bracht de spre ker zyn dank aan de commissie, die hem het genoogon had verschaft om dien avond hior ter stede te kunnen optreden in het be lang der Boerenzaak. Ook hy twyfeldo er niet aan en gaf er zelfs eenige bewyzen van, of de oorlog zou ten gunste van de Boeren af- loopen. Door het bestuur van het Hoogheem raadschap Rynland is ter benoeming als hoog heemraad by H. M. de Koningin voorgedra gen baron A. J. E. van Ittorsum. Voor de akte Boekhouden (M. O.) la ge slaagd mej. M. J. A. Aewerdonk, van Leiden. Voor het examen Fransch (M. O.) is geslaagd de hoer S. T. van der Scheer, van Katwyk aan den Ryn. Aan het Postkantoor alhier en de daar onder behoorende hulpkantoren werden ge durende de eerste heJft der maand Dec. de volgende brieven en briefkaarten bezorgd, welke wegens onbekendheid van de geadres seerden niet besteld konden worden. Brieven: Mej. T. Verhoog, niet vermeld N. Cohen, mevr. L. Bouman, mej. M. de Lange, A. Kalkmann, D. de Vries, Citteur, mevr. v. Erkom, Amsterdam; N. Rengers Hora Siccama,Doetinchem; Rechtstraat no. 49, Gouda; F. M. Sickenga, mevr. Paters, J. C. Veenderree, mej. v. d. Post, B. Dykstra, 's-Gravenhage; P. Goedvolk, Dryfruner, mej. Lamsen, wed. Den Os, B. W. A. Bekker, RotterdamA. Olef, Schiedam; G. v. d. Geur, Tilburg. Briefkaarten: Drie stuks zonder adres G. Oudaoorren, niet vermeld; mej. S. Löwio, mej. D. Krayonhorst, mevr. Vlaanderen, Amsterdam; mej. D. Tongers, Dordrecht; mej. C. Meurs, J. Ligtvoet,'s-Gravenhage; mej. Claas, Lisse; A. Keizer, mej. C. Smit, K. Benzen berg, mej. Verscheuren, Rotterdam; S. Jaljeur, Voorschoten; G. II. Sirt, Zeist. Buitenland. Brie ven:B. Posters, Duitsch- Iand; H. Warchós, Lübeck; B. Aels, Paris. Briefkaarten: T. Jongbloed, Bremer- hafen; H. Lamme, Cöln. By de heden alhier gehouden openbare verkooping van cokes in partyen van 10 en 5 H.L. waren do pryzen f 6 en f 3. Dat de resldentiobevolking verheugd was woderom het Koninkiyk Echtpaar, na zyn afwezigheid sedert het begin van Februari jl., in haar midden terug te zion, die vreugde hierover sprak tegen hot uur van aankomst van den Koninklyken trein uit de ontvangst van H. M., welke wel even sympathiek was als zoovele vorige, maar toch ditmaal een by zonder harteiyk karakter droeg, dewyi ook het herstel onzer Koningin van de ongesteld heid, die haar «enige weken aan Haar ver trokken bond, aan allen reden tot biyd- «chap gaf. Duizenden waren ter verwelkoming van Koningin en Gemaal naar het stationsplein on den weg van daar paleiswaarts opgegaan en niettegenstaande het onaangename, natte weder, vertoonden de bemodderde straten even groote bedryvigheid als geschiedde de terugkomst van de Koninkiyke familie op den mooiaten dag midden-zomer. Ook uit menige woning aan of buiten den weg van terugkeer naar hot Paleis was de nationalo driekleur voor den dag gehaald, al hingen de vlaggen dan ook doornat in wind en regen. De Koninkiyke trein kwam precies op tyd voor het Vorstoiyk wachtstation aan. H. M. en Z. K. H. reisden in hot salonrytuig van H. M. de Koniogin-Moeder. Zoodra zy den trein hadden vorlaten, trad H. M. toe op den burgemeester, met wion H. M. zich eenige oogenblikken onderhield, en Haar Gemaal op den geueraai-majoor, gouverneur der residentie. De Koningin, die een kleod van granaat- kleui- droeg met mantel van foutre en kapot- hoedje, zag er good uit, al was het aan Haar gelaatskleur zichtbaar, dat H. M. geruiuien tyd niet heeft kunnen genieten van de buiten lucht, waarin onze Koningin van af Haar jeugd zoo gewoon was to vertoeven. De Prins was als altyd zeer hupsch en opgewekt. Do ministers van buitenlandaché zaken, van marine, van financiön, van oorlog en van waterstaat stonden In de Koninkiyke wachtkamer geschaard en het was daarbinnen, dat het Koninkiyk Echtpaar ieder der bewinds lieden toesprak. En hierop bogaven do Voratelyke Echte lieden zich naar buiten, alwaar een open hofrytuig gereed stond. Een luide jubelkreet klonk het jeugdig Echtpaar tegen, toen het 't Koninkiyk rytuig, waarvan even te voren de kap was nederge- lalen, besteeg. Een groote, forsche jubelkreet, aanvangende uit de massa tegenover het Koninkiyk ryiuig, en zich voortplantende langs de verdero ryen, zelfs vóór de meuschen daar Koningin on Prins konden zien. Eonige oogenblikken bleven de vorstelijke personen in het rytuig overeind, Hare Majes teit herhaaldelyk nygende en de Prins met den bood salueerende. En toen ging het in matigen draf langs de en hale geschaarde menigte, die Diet moede word Vorstin en Prins toe te juichon en te wuiven. Op do Prinsessegracht wachtte het Konink iyk Echtpaar een allerwarmste ovatie. Onder de kolonnade van hot gebouw der Teeken- academio stonden de leerlingen geschaard, allen getooid met do nationale en Mecklen- burgsche kleuren. Boven alle juichkreten uit hoorde mon liet jubelen van de leerlingen. Hot rytuig hield een oogenbhk stil, want op do straat vóór hot gebouw stonden twee jonge dames vis a vis gereed mot bloemruikers in de hand. De jongedame Frieda Jansen bood haar bouquet aan de Koningin aan, terwyi de jongedame Laura van Olst den Prins een ruiker overhandigde. Do bouquetten waren mot orchideeön gevlochten. Minzaam namen Hare Majesteit en de Prins deze blijken van sym pathie aan. „Ik dank u zeer voor dezo lieve attentie", zeide Hare Majesteit en ook de Prins bedankte met eon enkel woord. Onder gejubel werd toen verdor gereden. Echter nog niet dadeiyk naar het Koninkiyk Paleis in het Noordeinde. Tot cp het laat ste oogenbhk was geheim gehouden, dat het Yorsteiyk Echtpaar het allereerst een bezoek wonschte te brengen aan H. M. de Koningin-Moeder. De toebereidselen der politie tot afzetting van het voorplein van het Paleis in het Voorhout deden het publiek begrypen, dat Koningin en Prins daar zouden komen. Van daar, dat zich ook toen voor het Palels van Koningin Emma een talryke menigte opstelde, die Koningin en Prins Hendrik by aankomst eveneens met groot gejuich ontving. Toon hot rytuig het voorplein opreed, ver scheen ln de goopendo deur van de verlichte vestibule de Koninktfrke Moeder, die, toen Haar Dochter nauweiyks was uitgestegen, Haar harteiyk eenige malen kuste. Ook Prins Hendrik werd daarna door de Koningin-Moeder op de meest hartelyke wyze omhelsd. ODgeveer drie kwartier bleet het Echtpaar by Koningin Emma. Er werd een tea gebruikt. Daarna reden Koningin en Prins, weder uit geleid door de Koningin-Moeder, die de Koningin nogmaals kuste en den Prins d« hand drukte, naar het Paleis. Yoor het paleis was oen dichtaaneongesloten massa: Een herinnering aan de bjyde Februari dagen van dit jaar. Toen, zooals nu, menschen zoover het oog reikte, in drie-, vierdubbele ryen, van af de Heulslraat één boog vormende tot aan de Konrngspoort. Wat ontbrak, was de versiering! Maar de stemming leed er niet onder, ook met door het lange wachten. Want 't was reeds vyf uren toen het politiefluitje de komst van het KonmklUk rytuig aankondigde. En toen stegen ze op uit de duizendon kelen, de „uravo's" en de „leve's", luider en luider, totdat hst Vorsteiyk Paar was uitgestapt en ontvangen door Hr. Ms. Hofmaarschalk, baron Clifford, en jhr. v. Suchtelen van de Haore, den adjudant van den Prins. Gedrang onder 't publiek ontstond I Gelukkig met toestemming van de handhavers der orde. Langzaam mocht 't publiek vooruit komen en ordeiyk, heel ordelyk gjng 't. Spontaan werd hot „Wien Neerlandsch Bloed" ingezet, en overgenomen van de eena naar do ander9 zyde, totdat de Koningin en de Prins voor 't venster kwamen. Het gezang verstomde, maar krachtig steeg het hoezee geroep weer op. Wuivende, al maar wuivende voor het huldebetoon, trok het KumnklUk Echtpaar zich oindelyk terug. Voor hot gebouw van de Nederlandsche Bank stonden een aantal kinderen mot nationale vlaggetjes. Do Koningin en de Prins Gemaal woonden gisteren te 's-Gravenhage de voormiddagguds- dienstoefening by in de Groote Kerk oude: gehoor van ds. Vermeer, die in zyn da»,k« gebed by don aanvang der godsdienstoef..r.ing ook namens de gemeente en namens deze stad dank uitsprak voor het geluk, dat Hare Majesteit met haar Koninklyken Gemaal weer in gezondheid in de residentie mochten komen en met de gemeente ton bedehuizo op;, n. Daarna sprak de voorganger naar aanleio.ng van Mattheua II vers 11: „Voorwaar zeg ik u onder degenen, die van vrouwen geboroc. zyn, is niemand opgestaan meer dan Johannes de Dooper; doch die de minste ii in het Koninkryk der Hemelen is moei dan hy". De prediking was een voorbereiding voor de viering van het aanstaande Kerstfeest. In hot slotgebed smeekte ds. Vermoor zegoii af voor de Koningin, Haar Gemaal en de Koningin-Moeder en bad, dat do liefde van OD3 volk voor het Vorstelijk Huis steeds grootor en inniger worde on de band tusschen het Volk en de Vorstin ten zogen zy voor Volk en Koningin samen. In het kerkgebouw was een zoor grooto schare toehoorders aanwezig. Buiten het kerkgebouw bevond zich even eons een talryke menigte, die blyken van sympathie gaf jegens do vorstoiyk© Personen, toen Zy palei3waarts koerden. De Koningin en de Prins maakten gistor» middag to 's-Gravenhage een rytoer in open rytuig. De prins was in geneiaala-uniforin Het publiek toonde veol belangstelling. De Koningin-Moedor bracht gislernamiddag aan het Koninkiyk Echtpaar een tegenbezoek in het Paleis in hot Koordeinde. F'euilleton. 12) „Jack", zei zo, „ik dacht er juist over, dat hot toch maar beter zou zyn, als ik wwc eon engagement nam. 'tZal nog heel goed gaan." „Dat zou het zeker. Doch ik wou nu over Jets anders spreken." Wat dan?" L, „Ik wou een diner geven2laten we zeggen: overmorgen. Ik zal lord Chariton vragen en een paar andere lui." „Wat? Lord CharltonO, Jack, hy hwkutert my altyd aan dien armen Georgo: net z«o'a leeghoofd en een voorkomen, of hg noeftoad zal wordon." „Laat dien „armen George" namaarxaaton. Waarom heb je 't altyd over myn voorganger?" k Zy boog zich over hem lieon on gaf hem een kus. 11 „Wees niet zoo mal", zoi ze; behoeft heuscli niet jaloersch te z\jnl Maar dartoner, wie wou je vragen? Lui, die ik kmif" „'t Zal een heerendiner zyn; d*3 jü kunt wel uitgaan; behalve zyn lordschap ai er maar éón nieuwe gast zyn: de heer, wefcvrten Ik laatst in den rostaurant sprak." „Ahson heet hy, is 't niet?" „Ja; maar ik moet je even wawsdrowen, dat by zyn naam heeft verandouL £2Q is on meneer Stephens." „Goed; het kan my niet scheden, hoe hy heet; maar 't Is toch gek, hè?" „Waarom? Ik had hom olgeniyfc atet Alteon Sfeootan noemenhy heeft al een paar j^ar geledon zijn naam veranderd. Lui, die net zoo heeten, raakten in ongelegenheid, en hy vond dat vervelend. Begrepen?" „Jawol, Jack. Hy zal Stephens heeten. Is hy ryk?" „Neen; maar ik ben er op gesteld, dat hy kennis maakt met lord Charlton; vollktout." Molly ging. Jack stak een sigaar aan en zette het geoprek voort als alleenspraak. „Ja, hy is do man. Charlton zoekt eon reisgenoot om moe naar Amerika te gaan. Hy zal Alison graag aannemen, en dan als het lukt deeleu Gaygold en ik twintig duizend pond, behalve wat wy aan Alison dienen to gevenMaar waar blyft hy nu? De bn«f moet toch terecht gekomen zyn. Wacht< daar wordt gebeld; hy zal het zyn. 'tZal my verwonderen, of hy 't doet." Martin, de knecht, die van zyn boodschap terug was, kwam binnen. „Daar is een heer om u te spreken, meneer l" „Heeft hy zyn naam genoemd?" „Ja, meneer: 't is meneer Stephens." VIH. De dagen spoedden heen in de Herlhitage, en kapitein Halford, die zyn enkel toch ern stiger had bezeerd dan men eerst had gedacht, nam laugzamerhaad in beterschap toe. Doch men moest hem de trap af helpen en op de sofa. Spoedig ecbèer kon hy door de kamer hinken met behulp van een stok. Eiken dag was Dennis Avory komen infor- meeren naar zyn gezondheid, en dit bezoek bleek steeds welkom. Mevrouw Alison, May's moeder, aan wie hy spoedig was voorgesteld, was hem een raadsel. Zy was een lieve, vriendelyke vrouw, maar er waa op haar gelaat een trek van droefheid, dion hy zich niet kon verklaren. Kapitein Halford was, ondanks zyn onmogelijke praatjes, een man, in wiens gezelschap men zich onmogoiyk treurig kon gevoelen, en May was het vrooiykste en bekooriykste meisje, dat ooit zonneschyn bracht in een huiselyken kring. Dennis wist, dat mevrouw Alison een zwakke gezondheid had, al was ze niet bepaald ziek; soms, als het gesprek levendig werd, ont spanden haar strakke gelaatstrekken, en zy toonde eekere belangstelling; doch weldra verviel zy weer in haar lusteloozo houding, en op haar gelaat behielden zorg en smart de overhand. Den dag, toen Dennis kennis kreeg van Hansell's aankomst te Londen, bracht hy als gewoonlijk een bezoek aan de Hermïtege. De kapitein was niet in de beste stemming: hy had kou gevat on was vol van de somberste voorgevoelens. „'fc Zal zeker myn dood zyn, meneer Avory l" riep hy uit. „Ik ben er zeker van. Ik heb zoo'n zwakke borst. Een longontsteking zal niet uitbiy ven. Dan moet ik eiken winter naar het zuiden van Frankryk, onder een hoop verve lende vreemdelingen. Die plaatson, waar men een gezondheidskuur moet doormaken, zyn eigenlyk ware pestholen. 'tls er vochtig en akelig; je kunt er in vier en twintig uren dood en begraven zyn. Op een goeden dag zal ik wakker worden en merken, dat ik al in myn doodkist lig." „O, zoo erg is het niet, willen we hopen", zei Dennis lachend. „Hoe is u dan aan die kou gekomen? U is toch niet de deur uit geweest?" „De deur uit? De hemel beware n»y I Maar die idioot van een knecht had de kachel in myn kamer eergisteren zoo opgestookt, dat het er was om to stikken. Ik deed het raam open, nu, je begrypt de rest, hó?" „We zullen maar hopen, dat het een ge wone verkoudheid is. U zal er wel gauw doorheen zyn." „Ik ben niet zoo gauw ergons doorheen. Ik ben nog zenuwachtig, als ik er aan denk. Want die gloeiende kachel had licht brand kunnen veroorzaken, en dan zou ik my onmogoiyk hebben kunnen redden met myn zfeke been. Ik zou geroosterd zyn, levend verbrand, en ze hadden wat verkoolde been deren met asch en puin in een doodkist naar het kerkhof kunnon dra<p*i DeDnis trachtte hew gerust te stellen, maar de oude heer bloef d®«xiraven on vertelde, dat hy geen nacht ïiwn' rustig slap«n zou in do Hermitage. Hy braadlucht en droomdo, dat liy uit runbter sprong en aan de spyten van een balkonhek tusschen hemel en aarde hing, terwyi het vuur zyn handen schrooide. Om de aandacht van den kapitein op een ander onderwerp te vestigen, vorteldo Avory nu, dat heb met de voor hom zoo aangonamo bezoeken aan de Hermitage wel spoe*f gedaan zou zyn. Hy kon oik oogonbhk nxar Lonien geroepen worden, om zyn taak ala secretaris van den Zuidafrikaanscken mihUnnair te aanvaarden. „Zoo", zei de kapitein, „dus je gaat wonen by een van die Afrikaansche snuiters? Hoe heet hy?" „Clement Hanaell." „Eil 'tSpyt me voor jou, jongen. Je zult je plezier wel op kunnen. Hy zal er boksers en renpaarden op na houden; hy zal naar de cafés loopen in een grooten pels en con diamant zoo groot als een knikker in zyn overhemd." „O neen, hy is heelemaa! niet van dia soort," antwoordde Dennis, met oen klein? opwelling van geraaktheid. „Neen? Dat doet my plezier voor joul Maar ik houd niets van die millionnairs. Geld is tegenwoordig overal hoofdzaak; het verdringt alles: verstand, geboorte, opvoeding, talent, alles. Wat is jouw milliohnair voor eon man?" „Ik weet niot veol van hem. Ik heb hom maar ééns gezien, te Johannesburg, in zijn kantoor. Ik had een aanbevelingsbrief van een vriend myns vaders, dien ik ginds onb moette. Ik scheen hem te bevallen, omdat ik goed op do hoogte was metLMAn' **oIg lui daar. Ily zei, dat hy een soort*.- «ig had, als hy m Engeland kwam, w m(J de be(Ji«feteng aan. Ik acc«pt*«nie on s .««m hier. Nu wacht ik enkel, tot hy my een boodschap stuurt." De kapitein schudde het hoofd. „Je zult zelf wel vraten, wat je moot doen, deuk ik," zei hy; „maar ik zie kot niet graag, dat de zoons van onze beste oude families buigen en compiiiaaateii maken voor die parvenus. Als het zae dongaM, zie ik nog don zoon van eon odoiBAa ais spelen in het huis van vader, dal verkocht is aan een spekslager a* Chicago of een plebejer, die fortuin maakte m do diamantvelden." Do kapitein vergal in hot vuur der rede zijir gekwetsten voofc on sprong overeind. Hi' gaf terstand een schreeuw van pyn, welk® May uit de andere kamer dood toesnellen. „'t Is niets", zei de kapitein. „Ik uach» niet aan myn enkel." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1